MOTIVATIONELE PROCESSEN TUSSEN SPORTCLUBBESTUUR EN TRAINERS BINNEN DE ROPE SKIPPING CONTEXT

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "MOTIVATIONELE PROCESSEN TUSSEN SPORTCLUBBESTUUR EN TRAINERS BINNEN DE ROPE SKIPPING CONTEXT"

Transcriptie

1 MOTIVATIONELE PROCESSEN TUSSEN SPORTCLUBBESTUUR EN TRAINERS BINNEN DE ROPE SKIPPING CONTEXT Aantal woorden: Nele Maes Studentennummer: Promotor: Dr. Nathalie Aelterman Copromotor: Dr. Annelies Raes Masterproef voorgelegd voor het behalen van de graad master in de richting Pedagogische wetenschappen, afstudeerrichting pedagogiek en onderwijskunde Academiejaar:

2 Inhoudsopgave Inhoudsopgave... i Lijst van tabellen en figuren... iii Tabellen... iii Figuren... iii Voorwoord... iv Abstract... v 1 Zelf-Determinatie Theorie als theoretisch fundament Types motivatie Psychologische basisbehoeften (De)motiverende stijl Het duaal procesmodel Huidige studie Methodologie Context en deelnemers Procedures Meetinstrumenten Resultaten Beschrijvende statistiek i

3 3.2 Primaire analyses Discussie Onderzoeksvraag 1. Is er een verschil tussen de rapportage van bestuursleden en de perceptie van trainers over de bestuursstijl die clubbestuurders hanteren? Onderzoeksvraag 2. Kan het duaal procesmodel gerepliceerd worden? Onderzoeksvraag 3. Wordt het verband tussen behoefte-ervaringen en uitkomstvariabelen bij de trainers (tevredenheid met trainerschap, besluiteloosheid, groepscohesie, en relationele agressie) gemedieerd door de kwaliteit van motivatie (autonoom, gecontroleerd, amotivatie)? Sterktes en beperkingen van de huidige studie en suggesties voor toekomstig onderzoek Praktische implicaties Conclusie Referenties Bijlagen Bijlage 1: Vragenlijst bestuur Bijlage 2: Vragenlijst trainers Bijlage 3: Informed consent bestuur en trainers ii

4 Lijst van tabellen en figuren Tabellen Tabel 1 Deelnemende bestuursleden en trainers per club Tabel 2 Gebruikte meetinstrumenten in deze studie Tabel 3 Gemiddelden, standaarddeviaties en correlatietabel van de studievariabelen Tabel 4 Bètacoëfficiënten omtrent de hiërarchische regressieanalyse voor het mediatieonderzoek van autonomie-ondersteunende stijl Tabel 5 Bètacoëfficiënten omtrent de hiërarchische regressieanalyse voor het mediatieonderzoek van controlerende stijl Tabel 6 Bètacoëfficiënten omtrent de hiërarchische regressieanalyse voor het mediatieonderzoek van behoeftebevrediging Tabel 7 Bètacoëfficiënten omtrent de hiërarchische regressieanalyse voor het mediatieonderzoek van behoeftefrustratie Figuren Figuur 1. Kwalitatief verschillende soorten motivatie volgens de Zelf-Determinatie Theorie....6 Figuur 2. Het duaal procesmodel Figuur 3. Voorstelling onderzoeksvragen Figuur 4. Mediatie-analyse Figuur 5. Significante verbanden bij het mediatieonderzoek van autonomie-ondersteunende stijl Figuur 6. Significante verbanden bij het mediatieonderzoek van controlerende stijl Figuur 7. Significante verbanden bij het mediatieonderzoek van behoeftebevrediging Figuur 8. Significante verbanden bij het mediatieonderzoek van behoeftefrustratie iii

5 Voorwoord Het schrijven van deze masterproef is een proces waar ik enorm veel uit geleerd heb en waar ik met voldoening kan op terugkijken. Het is het sluitstuk van mijn masteropleiding pedagogische wetenschappen afstudeerrichting pedagogiek en onderwijskunde aan de Universiteit Gent die ik met enige trots voorstel. Voor deze masterproef werden de tekst, tabellen en figuren conform APA 6.0 normen opgemaakt. Daarnaast wil ik in dit voorwoord de tijd nemen om enkele personen te bedanken die mij geholpen en ondersteund hebben in het schrijven van deze masterproef. Als eerste wil ik mijn promotor en copromotor, Dr. Nathalie Aelterman en Dr. Annelies Raes bedanken voor de constructieve samenwerking. Vooreerst is het dankzij jullie dat ik mijn masterproef rond dit onderwerp heb kunnen schrijven. Daarnaast stonden jullie steeds klaar om feedback te geven en samen oplossingen te zoeken voor moeilijkheden in het onderzoeksproces. Jullie enthousiasme, positivisme en onderzoekspassie werkten aanstekelijk. Ik wil ook graag de deelnemende bestuursleden en trainers bedanken voor hun tijd om de vragenlijst in te vullen. Zonder hen waren er geen data om deze masterproef tot stand te brengen. Als laatste wil ik ook enkele belangrijke personen uit mijn persoonlijke omgeving bedanken. Mama, papa, jullie hebben mij steeds gesteund bij mijn volledige studiecarrière. Ik wil jullie dan ook heel erg bedanken voor de kansen die ik kreeg om deze studie aan te vatten. Jullie stonden steeds klaar met een bemoedigend woord, een schouderklopje of hulp waar het kon. Isabel, Els, ook jullie wil ik bedanken voor de steun die jullie mij (onbewust) gaven wanneer het nodig was. Tim, ik wil jou bedanken om de voorbije maanden mijn steun en toeverlaat te zijn, voor het begrip wanneer ik het druk heb, voor de juiste woorden op de juiste momenten. iv

6 Abstract Trainers motiveren en gemotiveerd houden om training te geven blijkt geen eenvoudige taak voor sportclubbestuursleden. Gestoeld op de Zelf-Determinatie Theorie was het doel van deze masterproef de motivationele processen tussen sportclubbestuurders en trainers binnen de rope skipping context in kaart te brengen. De onderzoeksvragen die deze masterproef tracht te beantwoorden zijn de volgende: 1) Is er een verschil tussen de rapportage van bestuursleden en de perceptie van trainers over de bestuursstijl die clubbestuurders hanteren?, 2) Kan het duaal procesmodel gerepliceerd worden?, waarbij onderzocht wordt of het verband tussen (de)motiverende stijl en kwaliteit van motivatie gemedieerd wordt door behoefte-ervaringen en 3) Wordt het verband tussen behoefteervaringen en uitkomstvariabelen bij de trainers gemedieerd door de kwaliteit van motivatie?. Om deze vragen te kunnen beantwoorden, werden kwantitatieve data verzameld aan de hand van online vragenlijsten bij 38 bestuursleden en 49 trainers van negen Vlaamse rope skipping clubs. De resultaten van de studie tonen dat er geen significante verschillen zijn tussen de rapportage van bestuursleden en de perceptie van trainers over de (de)motiverende stijl van het bestuur. Mediatie-analyses laten daarnaast zien dat het duaal procesmodel, waarbij een helder pad waar te nemen is van autonomie-ondersteuning over behoeftebevrediging naar autonome motivatie die groei en welbevinden voorspelt en een donker pad primair loopt van controle via behoeftefrustratie naar gecontroleerde motivatie of amotivatie die verstoord functioneren en ill-being voorspelt, niet kon gerepliceerd worden in deze studie. Hoewel niet statistisch significant, zijn de onderzochte verbanden tussen de studievariabelen in de verwachte richting. Dit wijst er voorzichtig op dat het trainen van bestuursleden in een autonomie-ondersteunende aanpak een meerwaarde kan betekenen voor de motivatie van de verschillende actoren binnen de sportclub. Onderzoek met een grotere steekproef is noodzakelijk om deze motivationele processen verder te bestuderen. v

7 Kernwoorden: Zelf-Determinatie Theorie - Duaal procesmodel Bestuur- Trainersrelatie - Motivatie vi

8 Vanuit sociologisch standpunt is er een bezorgdheid ten aanzien van het maatschappelijk engagement van burgers. Hustinx (2009) stelt in haar werk dat er een dramatische achteruitgang gaande is van het maatschappelijk en politiek engagement. Ze ziet een individualisering in de maatschappij waardoor het gemeenschappelijk belang ten koste gaat van het individueel eigenbelang. Hustinx, Meijs en Hoorn (2010) zien ook een zorgwekkende evolutie in de deelname aan vrijwilligerswerk. Zij zien de mate van zapgedrag, persoonlijk voordeel en een gebrek aan loyaliteit en verantwoordelijkheidszin bij burgers toenemen. Daarnaast is er niet enkel een achteruitgang in de kwantiteit van de vrijwillige inzet, maar ook in de kwaliteit (Hustinx et al., 2010). Vrijwilligers willen, meer dan vroeger, niet zomaar een groot engagement opnemen, maar nemen liever een gerichte, afgebakende taak op zich (Benichou et al., 2011). Daarnaast zijn ze kritischer geworden ten aanzien van de organisatie en moeten ze voortdurend overtuigd worden in hun engagement (Benichou et al., 2011). Ook in het Vlaamse sportlandschap is de dalende trend van vrijwilligers merkbaar. Op basis van het rapport van Scheerder & Vos (2010) kan worden gesteld dat 54% van de sportclubs op zoek is naar bijkomende vrijwilligers. Sportclubs werden gevraagd of ze al problemen ondervonden bij het rekruteren van vrijwilligers, waarop drie van de tien deelnemende sportclubs positief antwoordde. Uit het rapport van Benichou et al. (2011) blijkt dat sportclubs niet alleen met een gebrek aan vrijwilligers in het algemeen kampen, maar meer bepaald met een nijpend tekort aan vrijwillige (gekwalificeerde) (jeugd)trainers door een dalend engagement van deze trainers. In een enquête van Bloso (nu: Sport Vlaanderen), gehouden tussen 2002 en 2004, ziet men dat er een groot tekort is aan (gekwalificeerde) trainers binnen de Vlaamse sportclubs. Zo beschikt bijvoorbeeld 62% van de Vlaamse sportclubs over geen enkele gekwalificeerde trainer. 75% van de sportclubs heeft minimum één trainer, maar dat betekent echter niet dat deze trainer ook gekwalificeerd is. Wanneer de 1

9 jeugdsportbegeleiding onder de loep genomen wordt, ziet men dat het tekort aan (gekwalificeerde) trainers voor deze doelgroep nog groter is (Benichou et al., 2011). Het toont aan dat het voor sportclubs een moeilijke opgave is om trainers te motiveren en hen ook gemotiveerd te houden om zich op lange termijn te engageren binnen de sportclub. Dit vormt een bedreiging voor de sportclub (Delepeleire, 2008). Clubbestuurders kunnen een motiverende rol opnemen zodat trainers gemotiveerd worden om zich te engageren voor de sportclub. Hierdoor rijst de vraag of de (de)motiverende stijl van clubbestuurders in de omgang met het trainersteam samenhangt met de duurzame motivatie van trainers om training te geven. Gestoeld op de Zelf-Determinatie Theorie is het doel van deze masterproef om de motivationele processen die spelen tussen bestuur en trainers in kaart te brengen. 2

10 1 Zelf-Determinatie Theorie als theoretisch fundament De Zelf-Determinatie Theorie vormt het theoretisch kader voor dit onderzoek. Hieronder worden eerst de verschillende types motivatie omschreven waarna ingegaan wordt op de psychologische basisbehoeften en een (de)motiverende stijl. Vervolgens wordt het duaal procesmodel besproken. De onderzoeksvragen van de huidige studie met hun hypotheses op basis van de literatuur worden als laatste besproken. 1.1 Types motivatie De Zelf-Determinatie Theorie (Ryan, & Deci, 2000) stelt dat er twee verschillende soorten motivatie onderscheiden kunnen worden, namelijk autonome en gecontroleerde motivatie. Autonome motivatie om training te geven binnen een sportclub wordt getypeerd door willen, en wordt ook wel goesting genoemd. Autonome motivatie onderscheidt drie types motivatie, namelijk geïdentificeerde regulatie, geïntegreerde regulatie en intrinsieke motivatie (Aelterman, De Muynck, Haerens, Van de Broek, & Vansteenkiste, 2017; Deci, & Ryan, 2000; Vansteenkiste, & Soenens, 2015). Bij intrinsieke motivatie geeft een trainer training vanuit een passie, interesse en/of plezier; hij/zij doet dit gewoon heel graag. In het geval van geïntegreerde regulatie geeft een trainer training omdat dit volledig te rijmen is met andere waarden en doelen die hij/zij heeft (Aelterman et al., 2017; Deci, & Ryan, 2000). Bij geïdentificeerde regulatie ten slotte zet een trainer zich in om training te geven omdat hij/zij dit persoonlijk zinvol vindt, bijvoorbeeld om een bijdrage te kunnen leveren aan de sportieve ontwikkeling van jonge sporters. Bij autonome motivatie is er met andere woorden sprake van vrijwillig functioneren (Aelterman et al., 2017; Deci, & Ryan, 2000). Gecontroleerde motivatie wordt getypeerd door moeten, en men spreekt ook wel van moetivatie om training te geven. In tegenstelling tot autonome motivatie is er bij gecontroleerde motivatie sprake van druk, dwang en conflict (Aelterman et al., 2017; Ryan, & Deci, 2000; Vansteenkiste, & Soenens, 2015). Gecontroleerde motivatie onderscheidt twee 3

11 types motivatie, namelijk externe regulatie en geïntrojecteerde regulatie (Aelterman et al., 2017; Deci, & Ryan, 2000; Vansteenkiste, & Soenens, 2015). Externe regulatie kenmerkt zich door druk die van buitenaf komt, bijvoorbeeld een straf die men wil ontlopen, een beloning die men wil verkrijgen of een verwachting van anderen (clubbestuur, medetrainers, ouders, sporters, ) waaraan men wil voldoen. Bij geïntrojecteerde regulatie is er sprake van interne druk, zoals een gevoel van schaamte of schuld dat men wel vermijden, of gevoelens van trots en zelfverheerlijking die men wil bekomen (Aelterman et al., 2017; Deci, & Ryan, 2000). Autonome en gecontroleerde motivatie worden gecontrasteerd met amotivatie, dat verwijst naar een gebrek aan motivatie (Aelterman et al., 2017; Ryan, & Deci, 2000; Vansteenkiste, & Soenens, 2015). In het geval van amotivatie vertonen trainers weinig intentie en energie om training te geven waardoor ze ook niet betrokken zijn (Aelterman et al., 2017). Ze zijn eerder passief en hulpeloos. In Figuur 1 worden de verschillende soorten motivatie schematisch voorgesteld. Deze verschillende types motivatie kunnen in verband gebracht worden met verschillende uitkomsten. Onderzoek toont aan dat de kwaliteit van motivatie een rol speelt in het voorspellen van het functioneren en welbevinden van mensen. Zo tonen studies aan dat leerlingen in de les lichamelijke opvoeding meer moeite doen, meer intenties hebben om te sporten, en meer fysiek actief zijn zowel tijdens de les als in de vrije tijd wanneer ze autonoom gemotiveerd zijn (Aelterman et al. 2012; Haerens, Kirk, Cardon, De Bourdeaudhuij, & Vansteenkiste, 2010; Taylor, Ntoumanis, Standage, & Spray, 2010). Daarnaast tonen studies in de sportcontext dat sporters die hun sport beoefenen omdat het hun passie is of omdat ze dit nuttig vinden (d.i. autonome motivatie), meer interesse hebben in de activiteit (Gillet, Berjot, Vallerand, & Amoura, 2012), meer vitaliteit en positief affect tonen (Vansteenkiste, Mouratidis, & Lens, 2010), meer volharden (Pelletier, Fortier, Vallerand, & 4

12 Briere, 2001), minder drop-out vertonen (Gillet et al., 2012) en minder antisociaal gedrag stellen (Ntoumanis, & Standage, 2009). Bij sporters met een hoge gecontroleerde motivatie of amotivatie daarentegen is er een toename in de kans op burn-out en een hogere drop-out (Calvo, Cervelló, Jiménez, Iglesias, & Murcia, 2010; Lonsdale, & Hodge, 2011). Daarnaast vertonen sporters met een hoge gecontroleerde motivatie in een wedstrijd meer antisociaal gedrag tegenover zowel tegenstanders als eigen teamgenoten (Hodge, & Lonsdale, 2011) en meer negatief affect (Vansteenkiste et al., 2010). Analoog laat onderzoek in de werkcontext zien dat werknemers die hun job uit goesting beoefenen meer prestatievermogen vertonen, meer psychologisch welzijn ondervinden, meer vertrouwen en toewijding hebben ten opzichte van de organisatie, meer tevreden zijn met hun job, een grotere inzet tonen en meer doelen behalen (Gagné, & Deci, 2005; Gillet, Colombat, Michinov, Pronost, & Fouquereau, 2013; Lam, & Gurland, 2008; Sheldon, & Elliot, 1998). Daarnaast zijn werknemers die autonoom gemotiveerd zijn minder vatbaar voor symptomen van burn-out (Fernet, Guay, & Senécal, 2004). In de sportcontext werd reeds heel wat onderzoek gevoerd naar de verschillende motieven van sporters om hun sport te beoefenen. De motieven van trainers om training te geven zijn echter momenteel slechts in beperkte mate onderzocht. De enige studie die in de literatuur te vinden is, is een kwalitatieve studie van McLean en Mallett (2012), waarbij interviews werden afgenomen van dertien Australische trainers tussen 24 en 56 jaar en met 5 tot 33 jaar ervaring als trainer. Deze trainers waren afkomstig uit verschillende sporten en gaven training op verschillende competitieniveaus. De huidige studie wil bijdragen aan deze literatuur door de motivatie van rope skipping trainers in kaart te brengen. 5

13 6 Amotivatie = gebrek aan motivatie Gecontroleerde motivatie = moeten Autonome motivatie = goesting Amotivatie Externe regulatie Geïntrojecteerde regulatie Geïdentificeerde motivatie Geïntegreerde regulatie Intrinsieke motivatie Gebrek aan geloof of zelfvertrouwen, onverschilligheid Straf, beloning, verwachting Schaamte, schuld, trots, zelfwaarde Persoonlijke relevantie, zinvolheid Harmonie, geïntegreerd geheel Plezier, passie, interesse Figuur 1. Kwalitatief verschillende soorten motivatie volgens de Zelf-Determinatie Theorie

14 1.2 Psychologische basisbehoeften De Zelf-Determinatie Theorie stelt dat individuen optimaal zullen functioneren als zij zich voldaan voelen in hun drie psychologische basisbehoeften aan autonomie, verbondenheid en competentie (Deci, & Ryan, 2000). Wanneer voldaan wordt aan de behoefte aan autonomie wil dit zeggen dat een individu zichzelf kan zijn, initiator is van zijn eigen acties en mee en zelf aan de basis ligt van zijn eigen gedrag (Aelterman et al., 2017; Ryan, & Deci, 2000; Vansteenkiste, & Soenens, 2015). De behoefte aan verbondenheid verwijst naar het aanvaard en omarmd worden door anderen, hechte relaties hebben en zich opgenomen voelen in zijn sociale omgeving (Bartholomew, Ntoumanis, Ryan, & Thøgersen- Ntoumani, 2011; Vansteenkiste, & Soenens, 2015). De behoefte aan competentie ten slotte verwijst naar het tot een goed einde kunnen brengen van een taak, controle hebben over de uitkomst van het eigen gedrag en zich bekwaam voelen over wat men doet (Vansteenkiste, & Soenens, 2015). Wanneer men zich voldaan voelt in de drie psychologische basisbehoeften, dan zal dit talloze positieve uitkomsten met zich meebrengen, zoals meer welbevinden, meer veerkracht, meer vitaliteit en positief affect (Bartholomew, Ntoumanis, & Thøgersen-Ntoumani, 2011; Bartholomew, Ntoumanis, Ryan, & Thøgersen-Ntoumani, 2011; Ryan & Deci, 2000). De studie van Haerens et al. (2015) toonde aan dat als aan de psychologische basisbehoeften van sporters is voldaan, ze meer geboeid waren door de activiteit (d.i. autonome motivatie) en minder het gevoel hadden dat de activiteit een opgave was (d.i. gecontroleerde motivatie). Daarnaast toonde de studie van Sheldon, Zhaoyang en Williams (2013) bij basketbalspelers aan dat ze betere prestaties neerzetten tijdens een match wanneer hun drie psychologische basisbehoeften bevredigd waren. Reinboth, Duda en Ntoumanis (2004) concludeerden in hun onderzoek dat voetballers en cricketspelers een hoger psychologisch en fysiek welbevinden rapporteerden wanneer de drie psychologische basisbehoeften bevredigd waren. 7

15 De positieve uitkomsten door bevrediging van de psychologische basisbehoeften werden niet enkel bij jonge sporters gevonden, maar ook bij volwassenen. Zo stelt de studie van Adie, Duda en Ntoumanis (2008) dat het energiepeil van de volwassen sporters die minder autonomie, verbondenheid en competentie ervaren lager is dan wanneer er wel een gevoel van autonomie, verbondenheid en competentie is. Deze dynamieken werden ook in de werkcontext onderzocht en gevonden. In de studie van Broeck, Vansteenkiste, Witte, Soenens, & Lens (2010) werd bijvoorbeeld een positief verband gevonden tussen behoeftebevrediging en jobtevredenheid bij werknemers. In tegenstelling tot behoeftebevrediging, kan frustratie van de psychologische basisbehoeften leiden tot negatieve uitkomsten zoals ill-being, een verhoogde kwetsbaarheid voor defensief gedrag, psychopathologie, een verstoord eetpatroon, burn-out, depressie, negatief affect, fysieke symptomen en verstoord fysiologisch functioneren (Bartholomew, Ntoumanis, & Thøgersen-Ntoumani, 2011; Haerens, Aelterman, De Meester, & Tallir, 2017; Ryan, & Deci, 2000; Vansteenkiste, & Ryan, 2013;). Sporters vertonen een verminderde autonome motivatie en een sterkere gecontroleerde en amotivatie wanneer hun psychologische basisbehoeften gefrustreerd zijn (Haerens et al., 2015). De studie van Quested et al. (2011) bij dansers toonde aan dat bij een frustratie van de psychologische basisbehoeften, stress en angst groter waren dan bij bevrediging van de psychologische basisbehoeften. De relatie tussen beide concepten, behoeftebevrediging en behoeftefrustratie, is asymmetrisch wat wil zeggen dat een lage behoeftebevrediging niet noodzakelijk leidt tot een hoge behoeftefrustratie, maar hoge behoeftefrustratie wel automatisch leidt tot een lage behoeftebevrediging (Vansteenkiste, & Ryan, 2013). Dit verschil in relatie is belangrijk omdat behoeftefrustratie eerder tot verstoord functioneren leidt dan wanneer behoeften zowel 8

16 niet bevredigd als niet gefrustreerd zijn en dus niet ingevuld worden (Aelterman et al., 2017; Vansteenkiste, & Ryan, 2013). 1.3 (De)motiverende stijl De sociale omgeving kan een rol spelen in het bevredigen van de psychologische basisbehoeften en autonome motivatie. Wanneer socialisatiefiguren (bv. ouders, leerkrachten, sporttrainers) autonomie-ondersteunend zijn, structuur bieden en relationele steun tonen, dan zal dit de autonome motivatie ten goede komen (Aelterman et al., 2017; Deci & Ryan, 2000). Deze drie stijlen worden gebundeld onder de noemer van een behoefteondersteunende aanpak. Een behoefteondermijnende aanpak daarentegen uit zich in een dwingende en controlerende stijl, chaos en afwijzing, en zal eerder gecontroleerde motivatie, amotivatie en zelfs verzet in de hand werken (Aelterman et al., 2017; Deci & Ryan, 2000; Haerens, Aelterman, Vansteenkiste, Soenens, & Van Petegem, 2015). Voor de doelstelling van deze masterproef zal er verder enkel ingegaan worden op de autonomie-ondersteunende stijl en de controlerende stijl. De grondhouding bij een autonomie-ondersteunende stijl is nieuwsgierigheid, openheid, vertrouwen en flexibiliteit (Aelterman et al., 2017; Vansteenkiste, & Soenens, 2015). Het vertrekpunt hierbij is de trainer waarbij zijn/haar leefwereld en zienswijze centraal staan, waar de gedachten, gevoelens en het gedrag van trainers verwelkomd worden en de motivationele ontwikkeling van de trainers aangemoedigd wordt (Aelterman et al., 2017; Reeve, 2009; Vansteenkiste & Soenens, 2015). Bij een autonomie-ondersteunende stijl zal een bestuurslid de innerlijke motivationele bronnen, zoals interesse, van trainers koesteren, zijn/haar beslissingen motiveren naar de trainers, geen controlerende taal gebruiken, de trainers de nodige tijd geven om op hun eigen tempo te leren en weerstand van trainers aanvaarden (Reeve, 2009). 9

17 Het vertrekpunt van een controlerende stijl daarentegen is de agenda van het bestuur (Aelterman et al., 2017; Reeve, 2009; Vansteenkiste, & Soenens, 2015). De gedachten, gevoelens en het gedrag van trainers wordt opgedrongen door bestuursleden (Reeve, 2009). Bij een controlerende stijl zal een bestuurslid zijn/haar trainers motiveren door externe bronnen, zoals beloningen of straffen, geen uitleg verschaffen bij beslissingen die hij/zij neemt, controlerende taal gebruiken, geen geduld hebben met trainers wanneer ze trager leren en weerstand niet aanvaarden (Reeve, 2009). Uit diverse studies, die het verband tussen de motiverende stijl van de trainer en de motivatie van sporters hebben onderzocht, blijkt dat wanneer een trainer een autonomieondersteunende stijl aanneemt de sporters meer autonome motivatie rapporteren. Evidentie hiervoor werd onder andere gevonden bij competitieve rugbyspelers (Pope, & Wilson, 2012), jonge voetballers (Fenton, Duda, Quested, & Barrett, 2014) en bij jonge atleten in zowel individuele als teamsporten (Jõesaar, Hein, & Hagger, 2012). Een autonomie-ondersteunende aanpak hangt niet alleen samen met de kwaliteit van motivatie, maar ook met andere uitkomsten bij sporters. Zo werd in de studie van Fenton et al. (2014) aangetoond dat jonge voetballers ook fysiek actiever zijn wanneer ze buiten de context van een sportclub sporten als trainers een autonomie-ondersteunende stijl aannemen. Een ander positief effect van een autonomie-ondersteunende stijl van de trainer werd gevonden in het onderzoek van De Backer et al. (2011) bij topvolley- en handbalsters. De volley- en handbalsters functioneerden beter in teamverband wanneer de trainer een autonomie-ondersteunende stijl aannam. Aanleunend hierbij vonden Delrue et al. (2017) dat voetballers minder oneerlijk spel vertoonden en behulpzamer waren tegenover hun ploeggenoten alsook tegenover hun tegenstanders wanneer zij hun trainer als autonomieondersteunend percipieerden. In het onderzoek van Gillet, Vallerand, Amoura en Baldes 10

18 (2010) werd aangetoond dat de prestaties van judoka s verbeterden wanneer de trainer een autonomie-ondersteunende stijl aannam. Ook in de werkcontext is er een sterke wetenschappelijke basis voor deze bevindingen. Zo ondervinden werknemers positieve effecten van een autonomieondersteunende werkgever, zoals blijkt uit een toename van vertrouwen in de organisatie, meer tevredenheid met de job, meer engagement, hogere prestaties, meer aanvaarding van structurele veranderingen, meer psychologisch aanpassingsvermogen en een afname van stress bij de werknemers (Baard, Deci, & Ryan, 2004; Deci et al., 2001; Gagné, Koestner, & Zuckerman, 2000). In de sportcontext, meer bepaald de rope skipping context, zijn sportclubbestuursleden en trainers echter vrijwilligers en geen betaalde werknemers zoals in een betaalde job. Toch kan het kader van de Zelf-Determinatie Theorie gebruikt worden in een context met vrijwilligers volgens het onderzoek van Allen en Shaw (2009). Met betrekking tot controle laat onderzoek een omgekeerd patroon aan bevindingen zien. In de studie van De Meyer et al. (2014) werd namelijk vastgesteld dat een geobserveerde en gepercipieerde controlerende stijl bij leerkrachten lichamelijke opvoeding (in)direct gerelateerd is aan gecontroleerde motivatie en amotivatie bij leerlingen uit het secundair onderwijs. Het onderzoek van Assor, Kaplan, Kanat-Maymon en Roth (2005) toont gelijkaardige resultaten bij 9-11 jarige Israëlische leerlingen. De studie van Bartholomew, Ntoumanis en Thøgersen-Ntoumani (2011) toont aan dat een gepercipieerde controlerende stijl bij trainers invloed heeft op behoeftefrustratie bij sporters wat op zijn beurt symptomen van depressie, een verstoord eetpatroon, negatief affect en burn-out voorspelt. Het bovenstaande overzicht van empirische evidentie laat zien dat de relatie tussen de stijl van de trainer, leerkracht, werkgever, en uitkomsten bij sporters, leerlingen, werknemers, reeds uitvoerig werd onderzocht. De meeste voorgaande studies focussen echter enkel op rapportages van de leerkracht of trainer (Bartholomew, Ntoumanis, & 11

19 Thøgersen-Ntoumani, 2010; Stebbings, Taylor, & Spray, 2011; Stebbings, Taylor, Spray, & Ntoumanis, 2012) of op percepties van de leerlingen of sporters (Assor et al., 2005; Bartholomew, Ntoumanis, & Thøgersen-Ntoumani, 2011; De Backer et al., 2011; Delrue et al., 2017; Fenton et al., 2014; Gillet et al., 2010; Hodge, & Lonsdale, 2011; Jõesaar et al., 2012; Pope, & Wilson, 2012). Studies die meerdere informanten over de stijl van de leerkracht of de trainer hebben betrokken (Aelterman, Vansteenkiste, Van den Berghe, De Meyer, & Haerens, 2014) vonden slechts een gebrekkige convergentie tussen de verschillende perspectieven. Deze studie wil in dit opzicht op twee manieren bijdragen aan de literatuur. Ten eerste ondervraagt deze studie zowel bestuursleden als trainers over de (de)motiverende stijl van bestuursleden. Daarnaast focust dit onderzoek zich op de stijl van bestuursleden in sportclubs ten opzichte van trainers, een relatie die tot nu toe slechts weinig aandacht heeft gekregen. Inzicht in deze dynamieken zou nochtans handvaten kunnen bieden over hoe clubbestuurders met hun trainers kunnen omgaan om zich vanuit een meer duurzame motivatie voor hun trainerschap te engageren. 1.4 Het duaal procesmodel In de literatuur over het verband tussen de (de)motiverende stijl van socialisatiefiguren en behoefte-ervaringen en motivatie bij jongeren wordt een duaal procesmodel voorgesteld, waarin twee primaire paden tussen de verschillende variabelen worden onderscheiden. Het zogenaamde heldere pad loopt primair van autonomieondersteuning vanuit de omgeving over behoeftebevrediging naar autonome motivatie die groei en welbevinden voorspelt, terwijl het zogenaamde donkere pad primair loopt van controle vanuit de omgeving via behoeftefrustratie naar gecontroleerde motivatie of amotivatie die verstoord functioneren en ill-being voorspelt (Vansteenkiste, & Ryan, 2013). Behoeftebevrediging en behoeftefrustratie onderscheiden dus elk hun eigen antecedenten en motivationele uitkomsten (Bartholomew, Ntoumanis, Ryan, & Thøgersen-Ntoumani, 2011; 12

20 Vansteenkiste, & Ryan, 2013). Het is pas recent dat onderzoek meer aandacht heeft voor dit zogenaamde donkere pad die de rol van een behoefteondermijnende aanpak in relatie tot behoeftefrustratie en negatieve uitkomsten voorstelt. In Figuur 2 wordt dit duaal procesmodel voorgesteld. Haerens et al. (2015) onderzochten de mediërende rol van de ervaring van behoeftebevrediging en behoeftefrustratie in de relatie tussen de gepercipieerde stijl van de leerkracht en de motivatie en het oppositioneel verzet bij leerlingen tijdens de les lichamelijke opvoeding. De resultaten boden evidentie voor het heldere pad van de gepercipieerde autonomie-ondersteunende stijl over behoeftebevrediging naar autonome motivatie, en voor het donkere pad van de gepercipieerde controlerende stijl over behoeftefrustratie naar gecontroleerde motivatie, amotivatie en opstandig verzet (Haerens et al., 2015). Ook in de sportcontext werd bevestiging gevonden voor het duaal procesmodel bij jonge voetballers (Balaguer et al., 2012), bij jonge atleten uit verschillende sporten (Bartholomew, Ntoumanis, Ryan, Bosch, & Thøgersen-Ntoumani, 2011; Bartholomew, Ntoumanis, & Thøgersen-Ntoumani, 2011), maar ook bij volwassenen (Adie et al., 2008). De resultaten van deze onderzoeken toonden aan dat een autonomie-ondersteunende trainingsomgeving positief verband houdt met behoeftebevrediging wat op zijn beurt positieve uitkomsten, zoals vitaliteit en welbevinden voorspelt (Bartholomew, Ntoumanis, & Thøgersen-Ntoumani, 2011; Gillet et al., 2013). Dit in tegenstelling tot een controlerende trainingsomgeving die positief geassocieerd is met behoefteondermijning en op zijn beurt burn-out, een verstoord eetpatroon en depressie voorspellen (Adie et al., 2008; Balaguer et al., 2012; Bartholomew, Ntoumanis, & Thøgersen-Ntoumani, 2011; Gillet et al., 2013). Behoeftebevrediging en behoeftefrustratie mediëren volgens deze studies de relatie tussen respectievelijk een autonomie-ondersteunende stijl en welbevinden, en een controlerende stijl 13

21 en ill-being. Behoeftebevrediging en behoeftefrustratie zijn dus cruciale mechanismen bij het al dan niet optimaal functioneren van mensen (Vansteenkiste, & Ryan, 2013). De huidige studie wil nagaan of dit duaal procesmodel in de relatie tussen bestuursleden en trainers kan gerepliceerd worden binnen de rope skipping context. 14

22 Behoefteondersteuning Behoeftebevrediging Autonome motivatie + Positieve uitkomsten Behoeftefrustratie Behoefteondermijning Gecontroleerde motivatie Amotivatie - + Negatieve uitkomsten Figuur 2. Het duaal procesmodel

23 1.5 Huidige studie Het doel van deze studie bestaat er in de motivationele processen die spelen tussen het clubbestuur en trainers in kaart te brengen. Deze studie zal ingaan op drie onderzoeksvragen (Figuur 3). Een eerste onderzoeksvraag wordt als volgt geformuleerd: Is er een verschil tussen de rapportage van bestuursleden en de perceptie van trainers over de bestuursstijl die clubbestuurders hanteren? Deze onderzoeksvraag zal eerder exploratief onderzocht worden omdat er tot op heden nog slechts vrij beperkt onderzoek is gevoerd naar de convergentie tussen verschillende informanten over de stijl van de trainer. Een tweede onderzoeksvraag waar deze studie een antwoord zal proberen op geven is: Kan het duaal procesmodel gerepliceerd worden?. Deze onderzoeksvraag wordt opgedeeld in twee subonderzoeksvragen: - OV 2a: Is er een significant helder pad te zien dat van een gepercipieerde autonomie-ondersteunende stijl over behoeftebevrediging naar autonome motivatie loopt? Er wordt, op basis van de literatuur, verwacht dat een positief verband zal worden gevonden tussen een gepercipieerde autonomie-ondersteunende stijl en behoeftebevrediging, evenals tussen behoeftebevrediging en autonome motivatie. Daarnaast wordt verwacht dat er een negatief verband is tussen een gepercipieerde autonomie-ondersteunende stijl en behoeftefrustratie, alsook tussen behoeftefrustratie en autonome motivatie. - OV 2b: Is er een significant donker pad te zien dat van een gepercipieerde controlerende stijl over behoeftefrustratie naar gecontroleerde motivatie of amotivatie loopt? Er wordt een positief verband verwacht tussen een gepercipieerde controlerende stijl en behoeftefrustratie en tussen behoeftefrustratie en gecontroleerde motivatie en amotivatie, tegenover een negatief verband tussen een gepercipieerde controlerende stijl en 16

24 behoeftebevrediging en tussen behoeftebevrediging en gecontroleerde motivatie en amotivatie. De derde en laatste onderzoeksvraag is de volgende: Wordt het verband tussen behoefte-ervaringen en uitkomstvariabelen bij de trainers (tevredenheid met trainerschap, besluiteloosheid, groepscohesie, en relationele agressie) gemedieerd door de kwaliteit van motivatie (autonoom, gecontroleerd, amotivatie)? Deze onderzoeksvraag wordt opgedeeld in twee subonderzoeksvragen: - OV 3a: Wordt het verband tussen behoeftebevrediging en positieve uitkomstvariabelen (tevredenheid met trainerschap en groepscohesie) gemedieerd door autonome motivatie? Er wordt, op basis van de literatuur, verwacht dat een positief verband zal worden gevonden tussen behoeftebevrediging en autonome motivatie, evenals tussen autonome motivatie en de positieve uitkomstvariabelen, tevredenheid met trainerschap en groepscohesie. Daarnaast wordt verwacht dat er een negatief verband is tussen behoeftebevrediging en gecontroleerde motivatie en amotivatie, alsook tussen gecontroleerde motivatie en amotivatie en de positieve uitkomstvariabelen, tevredenheid met het trainerschap en groepscohesie. - OV 3b: Wordt het verband tussen behoeftefrustratie en negatieve uitkomstvariabelen (besluiteloosheid en relationele agressie) gemedieerd door gecontroleerde motivatie en amotivatie? Er wordt een positief verband verwacht tussen behoeftefrustratie en gecontroleerde motivatie en amotivatie, alsook een positief verband tussen gecontroleerde motivatie en amotivatie en de negatieve uitkomstvariabelen, besluiteloosheid en relationele agressie. Daartegenover wordt een negatief verband verwacht tussen behoeftefrustratie en autonome 17

25 motivatie en tussen autonome motivatie en de negatieve uitkomstvariabelen, besluiteloosheid en relationele agressie. 18

26 19 BESTUUR TRAINERS OV3 OV1 Autonomieondersteunende stijl OV2 Autonomieondersteunende stijl Behoeftebevrediging Autonome motivatie Tevredenheid Besluiteloosheid Gecontroleerde motivatie Controlerende stijl Controlerende stijl Behoeftefrustratie Groepscohesie Amotivatie Relationele agressie Figuur 3. Voorstelling onderzoeksvragen Opmerking: volle lijnen verwijzen naar, volgens de hypothese van deze studie, positieve verbanden, stippellijnen naar negatieve verbanden.

27 2 Methodologie Hieronder wordt de methodologie van dit onderzoek beschreven. Deze studie maakte gebruik van kwantitatief onderzoek om de onderzoeksvragen te kunnen beantwoorden. 2.1 Context en deelnemers Het onderzoek vond specifiek plaats in de rope skipping context. Er werd de keuze gemaakt om rope skipping clubs te rekruteren voor dit onderzoek omwille van enkele redenen. De motivationele dynamieken zijn nog niet onderzocht op het niveau van clubbestuur en trainers. Daarom werd er gekozen om de sport constant te houden voor alle deelnemers en dus slechts deelnemers uit één enkele sport te rekruteren. Daarnaast ligt rope skipping mij persoonlijk nauw aan het hart aangezien ik zelf reeds zestien jaar actief ben als skipper en acht jaar als trainer. De respondenten die deelnamen aan dit onderzoek zijn de bestuursleden en trainers van rope skipping clubs. De rekrutering van de clubs gebeurde via telefonisch contact en/of mail. In totaal werden 24 clubs van de 39 Vlaamse rope skipping clubs gecontacteerd. Dertien clubs gaven aan geen interesse te hebben in het onderzoek en niet te willen deelnemen. De overige elf rope skipping clubs toonden wel interesse en stemden in om deel te nemen aan het onderzoek. Twee clubs die bevestigd hadden deel te nemen, haakten echter af en vulden geen enkele vragenlijst in. In Tabel 1 wordt een overzicht gegeven van de deelnemende bestuursleden en trainers per deelnemende club. 20

28 Tabel 1 Deelnemende bestuursleden en trainers per club Deelnemende bestuursleden Percentage deelnemende bestuursleden Deelnemende trainers Percentage deelnemende trainers Club % % Club % % Club % % Club % % Club % % Club % % Club % % Club % % Club % % Totaal % % 2.2 Procedures De verzameling van de kwantitatieve data voor het onderzoek gebeurde via online vragenlijsten die ingevuld werden door zoveel mogelijk bestuursleden en trainers van de deelnemende clubs. Er werd een afzonderlijke vragenlijst opgesteld voor bestuursleden en trainers. Midden mei 2016 werd de vragenlijst doorgestuurd naar de deelnemende clubs. De vragenlijsten werden door de clubs zelf verder verdeeld naar bestuursleden en trainers. De volledige vragenlijsten voor bestuur en trainers zijn respectievelijk bijgevoegd als bijlage 1 en bijlage 2. De vragenlijst voor het clubbestuur peilde naar de (de)motiverende aanpak van het clubbestuur ten aanzien van de trainers. De vragenlijst voor de trainers peilde naar de (de)motiverende aanpak van het clubbestuur ten aanzien van trainers, de mate van ervaren behoeftebevrediging en frustratie binnen de club, motivatie om training te geven, tevredenheid met het trainerschap binnen de club, besluiteloosheid, groepscohesie en relationele agressie. De deelnemers konden pas deelnemen aan de online vragenlijst indien ze bij de start aangaven dat ze de informed consent (bijlage 3) gelezen en goedgekeurd hadden. Op die manier was elke deelnemer op de hoogte van zijn/haar rechten. Er stond onder meer in 21

29 vermeld dat de deelnemer de mogelijkheid heeft meer informatie te krijgen over het onderzoek, de gegevens die verzameld werden anoniem verwerkt worden, de deelnemer op elk moment en zonder opgave van reden zijn/haar deelname aan het onderzoek kan stopzetten, en een samenvatting van de onderzoeksbevindingen kan ontvangen. 2.3 Meetinstrumenten De vragenlijst van zowel bestuur als trainers is gebaseerd op bestaande, gevalideerde schalen. Alle vragenlijsten werden in het Nederlands afgenomen. De items van de verschillende schalen werden aangepast naar de context waarbinnen dit onderzoek plaatsvindt, namelijk de relatie tussen clubbestuur en trainers binnen de sportclub. Alle items binnen de vragenlijst werden beoordeeld aan de hand van een vijfpunten Likert schaal gerangschikt van 1 (helemaal niet akkoord) tot 5 (helemaal akkoord). De betrouwbaarheid van de schalen en subschalen werd berekend via de betrouwbaarheidscoëfficiënt (alpha) van Cronbach. Dit is een maat om de interne consistentie van de schaal te bepalen. Voor het opzet van de huidige studie, werd in de primaire analyses gebruik gemaakt van de samengestelde schaal en niet van de subschalen. In Tabel 2 wordt een overzicht gegeven van de verschillende meetinstrumenten en hun schalen die in deze studie gebruikt werden. Daarnaast worden ook hun Cronbach s Alpha, het aantal items en een voorbeelditem gerapporteerd. 22

30 23 Tabel 2 Gebruikte meetinstrumenten in deze studie Meetinstrument (bron) Schaal Subschaal α Aantal items Voorbeelditem (De)motiverende stijl (Teacher as Social Context Questionnaire (TASCQ), Belmont, Skinner, Wellborn, & Connell, 1988; Health Care Climate Questionnaire (HCCQ), Williams & Deci, 2001; en Controlling Coach Behaviors Scale (CCBS), Bartholomew et al., 2010) Autonomie-ondersteunende stijl.72 6 De trainers merken dat ik hen keuzes en opties verschaf. (rapportage bestuur) Autonomie-ondersteunende stijl.79 6 Ik merk dat mijn clubbestuur me keuzes en opties verschaft. (perceptie trainers) Controlerende stijl (rapportage bestuur).73 6 Ik probeer de trainers te motiveren door hen een beloning te beloven als ze iets goed doen. Controlerende stijl (perceptie trainers).73 6 Het clubbestuur probeert mij te motiveren door mij een beloning te beloven als ik iets goed doe. Behoeftebevrediging en frustratie (Basic Need Satisfaction Need Frustration Scale (BNSNFS), Chen et al., 2015) Behoeftebevrediging Autonomiebevrediging.50 4 Binnen mijn club ervaar ik een gevoel van keuze en vrijheid in de dingen die ik onderneem. Verbondenheidbevrediging.91 4 Binnen mijn club voel ik dat de mensen waar ik om geef, ook geven om mij. Competentiebevrediging.64 4 Binnen mijn club heb ik er vertrouwen in dat ik dingen goed kan doen. Behoeftefrustratie Autonomiefrustratie.76 4 Binnen mijn club voelen de meeste dingen die ik doe aan alsof het moet. Verbondenheidfrustratie.89 4 Binnen mijn club voel ik me uitgesloten uit de groep waar ik bij wil horen. Competentiefrustratie.85 4 Binnen mijn club heb ik ernstige twijfels over de vraag of ik de dingen wel goed kan doen.

31 24 Vervolg Tabel 2 Gebruikte meetinstrumenten in deze studie Meetinstrument (bron) Schaal Subschaal α Aantal items Voorbeelditem Motivatie om training te geven (Teacher Motivation vragenlijst, Soenens, Sierens, Vansteenkiste, Dochy, & Goossens, 2012; vertaling van de Self- Regulation Questionnaire Academic (SRQ-A), Ryan & Connell, 1989) Autonome motivatie.90 8 Intrinsieke motivatie.89 4 Ik ben gemotiveerd om training te geven omdat training geven me erg interesseert. Geïdentificeerde regulatie.75 4 Ik ben gemotiveerd om training te geven omdat ik hierdoor nieuwe dingen bijleer. Gecontroleerde motivatie.78 8 Geïntrojecteerde regulatie.62 4 Ik ben gemotiveerd om training te geven omdat ik wil dat anderen denken dat ik goed ben in training geven. Externe regulatie.76 4 Ik ben gemotiveerd om training te geven omdat ik verondersteld word dit te doen. Amotivatie.89 4 Eerlijk gezegd weet ik niet waarom ik training geef; ik heb het gevoel dat ik mijn tijd verdoe op training. Tevredenheid met trainerschap binnen.78 5 De huidige omstandigheden waarin ik training geef zijn uitstekend. de club Besluiteloosheid.70 6 Soms doe ik mijn best niet, als ik geen zin heb om training te geven. Groepscohesie.89 8 Ons trainersteam is verenigd in het nastreven van onze doelen. Relationele agressie.86 6 Als trainers in mijn club boos zijn op elkaar, dan praten ze een tijdje niet meer met elkaar.

32 3 Resultaten 3.1 Beschrijvende statistiek Gemiddelden en Standaarddeviaties. De gemiddelde scores en standaarddeviaties van de verschillende variabelen gemeten bij trainers zijn terug te vinden in Tabel 3. De gemiddelde score voor een gepercipieerde autonomie-ondersteunende stijl was hoger dan de gemiddelde score voor een controlerende stijl. De gemiddelde score van behoeftebevrediging was hoger dan de gemiddelde score voor behoeftefrustratie. Wat motivatie betreft, scoorde autonome motivatie het hoogst. Gecontroleerde motivatie had een gemiddelde score die 2.07 lager lag dan de gemiddelde score voor autonome motivatie en amotivatie scoorde hier gemiddeld nog eens.71 punten onder. Bij de uitkomstvariabelen viel op dat de positieve uitkomstvariabelen, tevredenheid en groepscohesie een hogere gemiddelde score kregen dan de negatieve uitkomstvariabelen, besluiteloosheid en relationele agressie. Correlatietabel. In Tabel 3 is te zien dat er enkele significante correlaties waren tussen de variabelen uit de vragenlijst van de trainers. Een autonomie-ondersteunende stijl correleerde positief met behoeftebevrediging, tevredenheid en groepscohesie; en negatief met een controlerende stijl, behoeftefrustratie, besluiteloosheid en relationele agressie. Een controlerende stijl correleerde positief met behoeftefrustratie; en negatief met behoeftebevrediging en relationele agressie. Behoeftebevrediging correleerde positief met tevredenheid en groepscohesie; en negatief met behoeftefrustratie, besluiteloosheid en relationele agressie, terwijl behoeftefrustratie positief correleerde met besluiteloosheid en relationele agressie; en negatief met tevredenheid en groepscohesie. Autonome motivatie correleerde positief met tevredenheid en negatief met amotivatie en besluiteloosheid. Gecontroleerde motivatie 25

33 correleerde positief met besluiteloosheid. Amotivatie correleerde positief met besluiteloosheid en negatief met tevredenheid. Tevredenheid correleerde negatief met besluiteloosheid, terwijl groepscohesie een negatieve correlatie vertoonde met relationele agressie. 26

34 27 Tabel 3 Gemiddelden, standaarddeviaties en correlatietabel van de studievariabelen M SD Autonomie-ondersteunende stijl Controlerende stijl * - Mate van behoeftebevrediging 3. Behoeftebevrediging ** -.44** - 4. Behoeftefrustratie **.36* -.82** - Motivatie 5. Autonome motivatie Gecontroleerde motivatie Amotivatie **.27 - Uitkomstvariabelen 8. Tevredenheid ** ** -.54**.30* * - 9. Besluiteloosheid * **.41** -.63**.30*.60 ** -.30 * Groepscohesie ** ** -.46** Relationele agressie **.34* -.42**.36* ** - Opmerking: *p <.05; **p <.01

35 3.2 Primaire analyses Onderzoeksvraag 1. Is er een verschil tussen de rapportage van bestuursleden en de perceptie van trainers over de bestuursstijl die clubbestuurders hanteren? Aan de hand van een onafhankelijke t-toets werd nagegaan of de perceptie van bestuursleden en de perceptie van trainers over de bestuursstijl van het clubbestuur significant van elkaar verschilt. Er bleken zowel voor een autonomieondersteunende stijl (t(85) = 1.35; p >.05) als voor een controlerende stijl (t(85) = -.72; p >.05) geen significante verschillen in de gemiddelde antwoorden van bestuur en trainers. De gemiddelde score voor een autonomie-ondersteunende stijl zoals gerapporteerd door bestuursleden bedroeg M = 3.70 (SD =.53), terwijl de trainers een gemiddelde score van M = 3.53 (SD =.61) rapporteerden. Voor controle gaven bestuursleden aan gemiddeld M = 1.99 (SD =.56) te scoren, terwijl trainers een gemiddelde score van M = 2.09 (SD =.64) rapporteerden. Onderzoeksvraag 2. Kan het duaal procesmodel gerepliceerd worden? Om het duaal procesmodel te testen werd nagegaan of er een mediërende rol is van behoeftebevrediging en behoeftefrustratie in de relatie tussen een autonomie-ondersteunende of controlerende stijl en autonome motivatie, gecontroleerde motivatie en amotivatie. Hiervoor werden hiërarchische regressieanalyses uitgevoerd en werd de methode van Baron en Kenny (1986) toegepast. Volgens deze methode zijn er vier voorwaarden waaraan voldaan moet zijn om over een mediatie te kunnen spreken. De vier regressies die uitgevoerd worden, zijn voorgesteld in Figuur 4. Als eerste moet er een significant verband gevonden worden tussen de onafhankelijke variabele en de afhankelijke variabele, dit wordt voorgesteld als c. De tweede regressie, a, die getest wordt op significantie is het verband tussen de onafhankelijke variabele en de mediator die vooropgesteld wordt. Ook dit verband moet significant zijn om aan een mediatie te kunnen voldoen. Ten derde moet er een significant 28

36 effect zijn van de vooropgestelde mediator op de afhankelijke variabele wanneer er gecontroleerd wordt voor de onafhankelijke variabele, regressie b. De laatste voorwaarde waar aan voldaan moet zijn om van een mediatie te kunnen spreken is dat het significante verband, c, tussen de onafhankelijke variabele en de afhankelijke variabele moet afnemen of verdwijnen wanneer voor de mediator gecontroleerd wordt, wat voorgesteld wordt door c. Wanneer het effect afneemt is er sprake van partiële mediatie terwijl er bij het verdwijnen van het effect sprake is van volledige mediatie. Daarnaast werd ook de Sobeltest uitgevoerd op de data (Sobel, 1982). De Sobeltest gaat eveneens na of er sprake is van mediatie. Mediator a b Onafhankelijke variabele Figuur 4. Mediatieanalyse c/c Afhankelijke variabele Hierna worden de onderzochte mediatiemodellen meer in detail besproken. OV 2a: Is er een significant helder pad te zien dat van een gepercipieerde autonomie ondersteunende stijl over behoeftebevrediging naar autonome motivatie loopt? In Tabel 4 wordt een overzicht gegeven van de hiërarchische regressieanalyses die werden uitgevoerd om na te gaan of het verband tussen een gepercipieerde autonomieondersteuning en autonome motivatie gemedieerd wordt door behoeftebevrediging. Daarnaast worden ook andere mogelijke mediatiemodellen met gecontroleerde motivatie en amotivatie, alsook de mediërende factor behoeftefrustratie, weergegeven in Tabel 4. De eerste regressieanalyse die uitgevoerd werd, is bedoeld om het verband tussen de onafhankelijke en afhankelijke variabele te meten. Om deze subonderzoeksvraag te kunnen beantwoorden wordt dus eerst de relatie tussen autonomie-ondersteunende stijl en autonome 29

37 motivatie, gecontroleerde motivatie en amotivatie gemeten. Deze relaties bleken niet significant, waardoor er niet voldaan is aan de voorwaarden van mediatie. Een autonomie-ondersteunende stijl had een positief significant verband met behoeftebevrediging en een negatief significant verband met behoeftefrustratie. Dit kon afgeleid worden uit de tweede regressieanalyse, namelijk het verband tussen een autonomieondersteunende stijl en behoeftebevrediging of behoeftefrustratie. De derde regressieanalyse vertoonde geen significante verbanden tussen de mediërende factoren, behoeftebevrediging en behoeftefrustratie en de soorten motivatie, namelijk autonome motivatie, gecontroleerde motivatie en amotivatie wanneer er gecontroleerd werd voor autonomie-ondersteunende stijl. Ook wanneer gecontroleerd werd voor de mediërende factor zijn er geen significante verbanden te zien tussen de onafhankelijke variabele, autonomie-ondersteunende stijl, en de afhankelijke variabelen, autonome motivatie, gecontroleerde motivatie en amotivatie. De Sobeltest gaf eveneens aan dat er geen significante mediatie was van behoeftebevrediging en behoeftefrustratie in de relatie tussen autonomie-ondersteunende stijl en autonome motivatie, gecontroleerde motivatie en amotivatie. In Figuur 5 wordt een overzicht gegeven van de significante verbanden. 30

Ouders & Clubs: één doel?!

Ouders & Clubs: één doel?! Ouders & Clubs: één doel?! Workshop Opvoedingsondersteuning van ouders in jeugdsportclubs Zorg dat je kind wint, los van het resultaat! Hoger Instituut voor Gezinswetenschappen Kenniscentrum Hoger Instituut

Nadere informatie

WORKSHOP Je kind kan winnen, los van het wedstrijdresultaat

WORKSHOP Je kind kan winnen, los van het wedstrijdresultaat Hoger Instituut voor Gezinswetenschappen Partner in de Hogeschool-Universiteit Brussel - Huart Hamoirlaan 136-1030 Brussel WORKSHOP Je kind kan winnen, los van het wedstrijdresultaat Joris Lambrechts Hans

Nadere informatie

Je kind kan winnen, los van het wedstrijdresultaat. Hoger Instituut voor Gezinswetenschappen

Je kind kan winnen, los van het wedstrijdresultaat. Hoger Instituut voor Gezinswetenschappen WORKSHOP Opvoedingsondersteuning van ouders in jeugdsportclubs Je kind kan winnen, los van het wedstrijdresultaat. Hoger Instituut voor Gezinswetenschappen Deze workshop is het resultaat van het PWO-project

Nadere informatie

Zorg dat je kind wint, los van het resultaat! Hoger Instituut voor Gezinswetenschappen

Zorg dat je kind wint, los van het resultaat! Hoger Instituut voor Gezinswetenschappen Infosessie Opvoedingsondersteuning van ouders in jeugdsportclubs Zorg dat je kind wint, los van het resultaat! Deze infosessie is het resultaat van het PWO-project van de HUB Ouders en jeugdsport: geen

Nadere informatie

Motivatie van leerlingen Motivationeel leerklimaat

Motivatie van leerlingen Motivationeel leerklimaat Gwen Weeldenburg test Test Motivatie van leerlingen Motivationeel leerklimaat Onderwijs is gericht op het leren van leerlingen te optimaliseren door het leren te richten en met name te faciliteren Beoordelen

Nadere informatie

Ouders & Clubs: één doel?!

Ouders & Clubs: één doel?! Ouders & Clubs: één doel?! Infosessie Opvoedingsondersteuning van ouders in jeugdsportclubs Zorg dat je kind wint, los van het resultaat! Hoger Instituut voor Gezinswetenschappen Kenniscentrum Hoger Instituut

Nadere informatie

For Love or Money? Vrijwilligers motiveren op lange termijn

For Love or Money? Vrijwilligers motiveren op lange termijn For Love or Money? Vrijwilligers motiveren op lange termijn Dr. Jemima Bidee Ontbijtsessies CJP/BILL, 2014 12-12-2014 pag. 1 Intro 12-12-2014 pag. 2 Intro Koecomfort: technologie, benadering Individuele

Nadere informatie

Moetivatie of goesting? Hoe een optimale motivatie te bevorderen bij studenten

Moetivatie of goesting? Hoe een optimale motivatie te bevorderen bij studenten Moetivatie of goesting? Hoe een optimale motivatie te bevorderen bij studenten Jolene van der Kaap-Deeder Nathalie Aelterman Maarten Vansteenkiste Universiteit Gent Eline Sierens Arteveldehogeschool Gent

Nadere informatie

KAN EEN COACH GETRAIND WORDEN IN EEN MOTIVERENDE AANPAK?

KAN EEN COACH GETRAIND WORDEN IN EEN MOTIVERENDE AANPAK? KAN EEN COACH GETRAIND WORDEN IN EEN MOTIVERENDE AANPAK? EEN INTERVENTIESTUDIE BIJ TENNISCOACHES GESTEUND OP DE ZELF-DETERMINATIE THEORIE Aantal woorden: 18 589 Silke Poelman 01204594 Promotor: Prof. dr.

Nadere informatie

Noodondersteunend opvoeden van kinderen en jongeren met CP: Inzichten vanuit zelfdeterminatietheorie

Noodondersteunend opvoeden van kinderen en jongeren met CP: Inzichten vanuit zelfdeterminatietheorie VAKGROEP ORTHOPEDAGOGIEK VAKGROEP ONTWIKKELINGS-, PERSOONLIJKHEIDS- EN SOCIALE PSYCHOLOGIE Noodondersteunend opvoeden van kinderen en jongeren met CP: Inzichten vanuit zelfdeterminatietheorie Dra. Lisa

Nadere informatie

Infosessie& Workshop Opvoedingsondersteuningvan oudersin jeugdsportclubs

Infosessie& Workshop Opvoedingsondersteuningvan oudersin jeugdsportclubs Infosessie& Workshop Opvoedingsondersteuningvan oudersin jeugdsportclubs Zorgdatje kind wint, los van het resultaat! Aanleiding onderzoek Sportclub Ouder Kind 2 Aanleiding onderzoek Sportclub Ouder Kind

Nadere informatie

Klasbetrokkenheid bij jongens en meisjes bij de start van het secundair onderwijs: de cruciale rol van leerkrachtstijl

Klasbetrokkenheid bij jongens en meisjes bij de start van het secundair onderwijs: de cruciale rol van leerkrachtstijl Klas bij jongens en meisjes bij de start van het secundair onderwijs: de cruciale rol van leerkrachtstijl Sofie Lietaert Debora Roorda Bieke De Fraine Karine Verschueren Ferre Laevers Centrum voor Onderwijseffectiviteit

Nadere informatie

Masterproef voorgelegd tot het behalen van de graad van Master in de Lichamelijke Opvoeding en de Bewegingswetenschappen

Masterproef voorgelegd tot het behalen van de graad van Master in de Lichamelijke Opvoeding en de Bewegingswetenschappen Universiteit Gent Faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen Opleiding Lichamelijke Opvoeding en Bewegingswetenschappen Academiejaar 2011-2012 Motiverende leerkrachten en geëngageerde leerlingen:

Nadere informatie

Motiverend coachen: Ook als sporters niet meewerken.

Motiverend coachen: Ook als sporters niet meewerken. Secretariaat: Arenberggebouw Arenbergstraat 5 1000 Brussel T +32 2 209 47 21 vts@sport.vlaanderen Motiverend coachen: Ook als sporters niet meewerken. AUTEUR & CO-AUTEUR(S): Delrue J. REDACTEUR: Blondeel

Nadere informatie

STICHTING VLAAMSE SCHOOLSPORT. Herman Van Driessche

STICHTING VLAAMSE SCHOOLSPORT. Herman Van Driessche STICHTING VLAAMSE SCHOOLSPORT Herman Van Driessche Schoolsport als springplank naar een actieve levensstijl An De Meester Herman Van Driessche Prof. dr. L. Haerens Prof. dr. G. Cardon Prof. dr. I. De Bourdeaudhuij

Nadere informatie

Progressie & motivatie bij jonge sporters: hoe draagt de coach bij?

Progressie & motivatie bij jonge sporters: hoe draagt de coach bij? Arenberggebouw Arenbergstraat 5 1000 Brussel Tel: 02 209 47 21 Fax: 02 209 47 15 Progressie & motivatie bij jonge sporters: hoe draagt de coach bij? AUTEURS DRS. REYNDERS B., DR. DE BACKER M. REDACTEUR

Nadere informatie

Hoe autonomie-ondersteunend werkt een docent binnen honoursonderwijs? Tineke Kingma Elanor Kamans Marjolein Heijne-Penninga Marca Wolfensberger

Hoe autonomie-ondersteunend werkt een docent binnen honoursonderwijs? Tineke Kingma Elanor Kamans Marjolein Heijne-Penninga Marca Wolfensberger Hoe autonomie-ondersteunend werkt een docent binnen Tineke Kingma Elanor Kamans Marjolein Heijne-Penninga Marca Wolfensberger Fellow onderzoeker Adviseur en coördinator 2 Opzet onderzoekspresentatie 1.

Nadere informatie

WAAR HAALT DE JEUGD ZIJN MOTIVATIE OM TE SPORTEN?

WAAR HAALT DE JEUGD ZIJN MOTIVATIE OM TE SPORTEN? WAAR HAALT DE JEUGD ZIJN MOTIVATIE OM TE SPORTEN? EEN ONDERZOEK NAAR DE ROL VAN OUDERS, TRAINERS EN LEEFTIJDSGENOTEN OP DE MOTIVATIE VAN JEUGDSPORTERS Ona Vermeulen 01204310 Promotor: Prof. dr. Maarten

Nadere informatie

PISA IN FOCUS 5: HEBBEN DE LEERLINGEN DE WIL OM TE SLAGEN? VERSCHILT DE WIL OM TE SLAGEN OVER DE ONDERWIJSVORMEN?

PISA IN FOCUS 5: HEBBEN DE LEERLINGEN DE WIL OM TE SLAGEN? VERSCHILT DE WIL OM TE SLAGEN OVER DE ONDERWIJSVORMEN? INLEIDING PISA IN FOCUS 5: HEBBEN DE LEERLINGEN DE WIL OM TE SLAGEN? VERSCHILT DE WIL OM TE SLAGEN OVER DE ONDERWIJSVORMEN? Om uitstekende vaardigheden te ontwikkelen zijn niet alleen talent en mogelijkheden

Nadere informatie

Huiswerk, het huis uit!

Huiswerk, het huis uit! Huiswerk, het huis uit! Een explorerend onderzoek naar de effecten van studiebegeleiding op attitudes en gedragsdeterminanten en de bijdrage van de sociale- en leeromgeving aan deze effecten Samenvatting

Nadere informatie

Waarom? Daarom! Een experimentele studie over de zinvolle uitleg tijdens de les Lichamelijke Opvoeding

Waarom? Daarom! Een experimentele studie over de zinvolle uitleg tijdens de les Lichamelijke Opvoeding UNIVERSITEIT GENT Faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen Academiejaar 2014-2015 Waarom? Daarom! Een experimentele studie over de zinvolle uitleg tijdens de les Lichamelijke Opvoeding Masterproef

Nadere informatie

WAT DOEN (DE)MOTIVERENDE LEERKRACHTEN? OVER DE ROL VAN DRUK, MOTIVATIE EN PERSOONLIJK FUNCTIONEREN

WAT DOEN (DE)MOTIVERENDE LEERKRACHTEN? OVER DE ROL VAN DRUK, MOTIVATIE EN PERSOONLIJK FUNCTIONEREN WAT DOEN (DE)MOTIVERENDE LEERKRACHTEN? OVER DE ROL VAN DRUK, MOTIVATIE EN PERSOONLIJK FUNCTIONEREN Aantal woorden: 16 821 (exclusief voorwoord, abstract, inhoudsopgave en referentielijst) Aino Gansemans

Nadere informatie

De (mogelijke) rol van LO in het stimuleren van fysieke activiteit

De (mogelijke) rol van LO in het stimuleren van fysieke activiteit De (mogelijke) rol van LO in het stimuleren van fysieke activiteit Een beknopt overzicht van studies Menno Slingerland Lars Borghouts Matthijs Hesselink Lichamelijke Opvoeding als aspirine? Claims voor

Nadere informatie

Motivatie van de recreationele loper

Motivatie van de recreationele loper Motivatie van de recreationele loper een introductie in de zelfdeterminatietheorie Jeroen Meganck Jeroen@spoc.be S.P.O.C. KU Leuven 6/10/2013 (c) Jeroen Meganck, 2013 1 Inhoud Rationale Definities Motivatie

Nadere informatie

Zelfregulerend leren in het lager onderwijs Betreft: leerlingresultaten

Zelfregulerend leren in het lager onderwijs Betreft: leerlingresultaten Feedbackrapport Zelfregulerend leren in het lager onderwijs Betreft: leerlingresultaten Onderzoeksgroep Taal, leren, innoveren Onderzoeksgroep Beleid en leiderschap in onderwijs Vakgroep Onderwijskunde

Nadere informatie

Valorisatieverslag. Master thesis Onderwijswetenschappen

Valorisatieverslag. Master thesis Onderwijswetenschappen Valorisatieverslag Master thesis Onderwijswetenschappen 2017-2018 Student: Marianne den Hertog Studentnummer: 4159616 Datum: 25-06-2018 Lesgeven aan (hoog)begaafde leerlingen in de reguliere klas Hoe kunnen

Nadere informatie

ZELF-DETERMINATIE THEORIE EN PSYCHISCH WELZIJN

ZELF-DETERMINATIE THEORIE EN PSYCHISCH WELZIJN ZELF-DETERMINATIE THEORIE EN PSYCHISCH WELZIJN Prof. Dr. Inge Antrop Dr. Katrijn Brenning MSc. Lana De Clercq Prof. Dr. Sarah De Pauw Ph.D. Lisa Dieleman Prof. Dr. Patrick Luyten Ph.D. Elien Mabbe Dr.

Nadere informatie

van motivatie onder havo-scholieren. Bachelorthesis Beek, C. van der ( ) In samenwerking met: Leloup, M. ( ) Beem, K.

van motivatie onder havo-scholieren. Bachelorthesis Beek, C. van der ( ) In samenwerking met: Leloup, M. ( ) Beem, K. Behoefte-ondersteuning en behoefte-frustratie: samenhang met motivatie en uitstelgedrag bij het maken van huiswerkopdrachten. Onderzoek naar de positieve en negatieve oorzaken en gevolgen van motivatie

Nadere informatie

Kwaliteit van motivatie tijdens de les L.O.: de rol van behoeftebevrediging versus behoeftefrustratie.

Kwaliteit van motivatie tijdens de les L.O.: de rol van behoeftebevrediging versus behoeftefrustratie. Faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen Opleiding Lichamelijke Opvoeding en Bewegingswetenschappen Academiejaar 2012-2013 Kwaliteit van motivatie tijdens de les L.O.: de rol van behoeftebevrediging

Nadere informatie

Zelfsturend leren met een puberbrein

Zelfsturend leren met een puberbrein Zelfsturend leren met een puberbrein Jacqueline Saalmink In het hedendaagse voortgezet onderwijs wordt een groot beroep gedaan op zelfsturend leren. Leerlingen moeten hiervoor beschikken over vaardigheden

Nadere informatie

Zijn cijfers motiverend, of geven cijfers juist een verhoogd gevoel van druk? Examens november 2017 nr 4

Zijn cijfers motiverend, of geven cijfers juist een verhoogd gevoel van druk? Examens november 2017 nr 4 Zijn cijfers motiverend, of geven cijfers juist een verhoogd gevoel van druk? 24 Cijfers en motivatie van leerlingen in de gymles Christa Krijgsman C. Krijgsman is promovenda aan Universiteit Utrecht,

Nadere informatie

Motivatie door eigenaarschap

Motivatie door eigenaarschap Motivatie door eigenaarschap Piet BUYSE & Maaike VERSTRAETE BaNaBa SchoolONtwikkeling 2 3 4 Denk terug aan een concreet moment waarop jij je helemaal niet gemotiveerd voelde om een activiteit te doen.

Nadere informatie

De menselijke maat: Een wetenschappelijke onderbouwing Gerben Westerhof & Ernst Bohlmeijer

De menselijke maat: Een wetenschappelijke onderbouwing Gerben Westerhof & Ernst Bohlmeijer De menselijke maat: Een wetenschappelijke onderbouwing Gerben Westerhof & Ernst Bohlmeijer 1 Een praktijkvoorbeeld De verzorgende helpt de bewoner zich aan te kleden en pakt de deodorant. Bewoner: Ga weg

Nadere informatie

De invloed van het leerkrachtgedrag op de motivatie van leerlingen tijdens de les gymnastiek

De invloed van het leerkrachtgedrag op de motivatie van leerlingen tijdens de les gymnastiek Universiteit Gent Faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen Opleiding Lichamelijke Opvoeding en Bewegingswetenschappen Academiejaar 2010-2011 De invloed van het leerkrachtgedrag op de motivatie

Nadere informatie

Moetivatie of motivatie? De motiverende rol van de trainer

Moetivatie of motivatie? De motiverende rol van de trainer Arenberggebouw Arenbergstraat 5 1000 Brussel Tel: 02 209 47 21 Fax: 02 209 47 15 Moetivatie of motivatie? De motiverende rol van de trainer AUTEUR AELTERMAN N., VANSTEENKISTE M., VAN DEN BERGHE L. & HAERENS

Nadere informatie

Het promoten van optimale motivatie voor Lichamelijke Opvoeding door het communiceren van doelen, criteria en op groei gerichte feedback

Het promoten van optimale motivatie voor Lichamelijke Opvoeding door het communiceren van doelen, criteria en op groei gerichte feedback Het promoten van optimale motivatie voor Lichamelijke Opvoeding door het communiceren van doelen, criteria en op groei gerichte feedback Promovenda: Christa Krijgsman Promotoren: Jan van Tartwijk, Leen

Nadere informatie

DANKBAARHEID, PSYCHOLOGISCHE BASISBEHOEFTEN EN LEVENSDOELEN 1

DANKBAARHEID, PSYCHOLOGISCHE BASISBEHOEFTEN EN LEVENSDOELEN 1 DANKBAARHEID, PSYCHOLOGISCHE BASISBEHOEFTEN EN LEVENSDOELEN 1 Dankbaarheid in Relatie tot Intrinsieke Levensdoelen: Het mediërende Effect van Psychologische Basisbehoeften Karin Nijssen Open Universiteit

Nadere informatie

JE MOET DIT, JE MAG NIET DAT! HOE MOTIVEREND IS HET STELLEN VAN REGELS IN DE KLAS?

JE MOET DIT, JE MAG NIET DAT! HOE MOTIVEREND IS HET STELLEN VAN REGELS IN DE KLAS? JE MOET DIT, JE MAG NIET DAT! HOE MOTIVEREND IS HET STELLEN VAN REGELS IN DE KLAS? Aantal woorden: 21.168 Hannah Decherf Studentennummer: 01201161 Promotor: Dr. Nathalie Aelterman Masterproef voorgelegd

Nadere informatie

Drempels en drijfveren voor participatie. Sofie Beunen (Steunpunt Cultuur) An De Meester (Steunpunt Sport)

Drempels en drijfveren voor participatie. Sofie Beunen (Steunpunt Cultuur) An De Meester (Steunpunt Sport) Drempels en drijfveren voor participatie Sofie Beunen (Steunpunt Cultuur) An De Meester (Steunpunt Sport) Niet-participanten cultuur 73% van de respondenten bezocht de laatste 6 maanden geen theater 74%

Nadere informatie

Wat als een wortel niet meer helpt?! Of, hoe mensen écht motiveren! 29/11/2017. Inleiding Inzicht in motivatie Motivatie concreet Inzichten toepassen

Wat als een wortel niet meer helpt?! Of, hoe mensen écht motiveren! 29/11/2017. Inleiding Inzicht in motivatie Motivatie concreet Inzichten toepassen Wat als een wortel niet meer helpt?! Of, hoe mensen écht motiveren! Maarten Andriessen Inleiding Inzicht in motivatie Motivatie concreet Inzichten toepassen 1 MOTIVATIE? 4 Motivatie quotes Case (poll 1)

Nadere informatie

De gevolgen van behoefte-ondersteunend en behoefte-frustrerend docentgedrag: Onderzoek naar

De gevolgen van behoefte-ondersteunend en behoefte-frustrerend docentgedrag: Onderzoek naar De gevolgen van behoefte-ondersteunend en behoefte-frustrerend docentgedrag: Onderzoek naar de rol van de docent als voorspeller van motivatie en uitstelgedrag. Artikel Beem, K. (4093933) In samenwerking

Nadere informatie

Welkom bij de workshop Fanatiek begonnen. En nu volhouden. Matijs van den Eijnden 13 mei 2019

Welkom bij de workshop Fanatiek begonnen. En nu volhouden. Matijs van den Eijnden 13 mei 2019 Welkom bij de workshop Fanatiek begonnen. En nu volhouden. Matijs van den Eijnden 13 mei 2019 FANATIEK BEGONNEN... en nu volhouden toch? Matijs van den Eijnden Fysiotherapeut / manueel therapeut docent

Nadere informatie

Drempels en drijfveren voor participatie. Niet participanten cultuur. Niet participanten cultuur (2) Niet sporters

Drempels en drijfveren voor participatie. Niet participanten cultuur. Niet participanten cultuur (2) Niet sporters Drempels en drijfveren voor participatie Niet participanten cultuur 73% van de respondenten bezocht de laatste 6 maanden geen theater 74% ging niet naar een concert in deze tijdsperiode Sofie Beunen (Steunpunt

Nadere informatie

Minder leiders, meer leiderschap? 28 maart 2019

Minder leiders, meer leiderschap? 28 maart 2019 Minder leiders, meer leiderschap? 28 maart 2019 4 leiderschapsuitdagingen 15 praktijken van leiderschap Mijn mooie kleuren Mijn lelijke kleuren Te ontdekken kleuren Effectief leiderschap Shining eyes I

Nadere informatie

Het belang van gender in het leerkrachtenteam

Het belang van gender in het leerkrachtenteam Het belang van gender in het leerkrachtenteam Sofie Lietaert, Dimitri Van Maele, Bieke De Fraine, Karine Verschueren, Ferre Laevers IWT SBOproject Gender op School www.steunpuntssl.be De feminizering van

Nadere informatie

waardoor een beroerte kan worden gezien als een chronische aandoening.

waardoor een beroerte kan worden gezien als een chronische aandoening. amenvatting Elk jaar krijgen in Nederland zo n 45.000 mensen een beroerte, ook wel CVA (Cerebro Vasculair Accident) genoemd. Ongeveer 60% van hen keert na opname in het ziekenhuis of revalidatiecentrum

Nadere informatie

Motivatie en lespraktijken van docenten in het volwassenenonderwijs: het belang van de sociale context

Motivatie en lespraktijken van docenten in het volwassenenonderwijs: het belang van de sociale context FACULTEIT PSYCHOLOGIE EN EDUCATIEWETENSCHAPPEN Vakgroep Educatiewetenschappen Motivatie en lespraktijken van docenten in het volwassenenonderwijs: het belang van de sociale context ONDERZOEKSRAPPORT, Juni

Nadere informatie

PROFESSIONELE L.O.-LEERKRACHTEN TERUG OP DE SCHOOLBANKEN: DE EFFECTIVITEIT VAN EEN WORKSHOP IN MOTIVEREND LESGEVEN

PROFESSIONELE L.O.-LEERKRACHTEN TERUG OP DE SCHOOLBANKEN: DE EFFECTIVITEIT VAN EEN WORKSHOP IN MOTIVEREND LESGEVEN Universiteit Gent Faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen Opleiding Lichamelijke Opvoeding en Bewegingswetenschappen Academiejaar 2011-2012 PROFESSIONELE L.O.-LEERKRACHTEN TERUG OP DE SCHOOLBANKEN:

Nadere informatie

WERKT FEEDBACK BESMETTEND? EEN EXPERIMENTELE STUDIE BIJ TENNISSPELERS

WERKT FEEDBACK BESMETTEND? EEN EXPERIMENTELE STUDIE BIJ TENNISSPELERS WERKT FEEDBACK BESMETTEND? EEN EXPERIMENTELE STUDIE BIJ TENNISSPELERS Aantal woorden: 14303 Julie Cornelissen Studentennummer: 01100507 Promotor: Prof. dr. Maarten Vansteenkiste Begeleider: drs. Gert-Jan

Nadere informatie

Rapport voor deelnemers M²P burgerpanel

Rapport voor deelnemers M²P burgerpanel Rapport voor deelnemers M²P burgerpanel Weergaven van publieke opinie in het nieuws en hun invloed op het publiek Dit rapport beschrijft de resultaten van een onderzoek over weergaven van publieke opinie

Nadere informatie

DUTCH SUMMARY NEDERLANDSE SAMENVATTING

DUTCH SUMMARY NEDERLANDSE SAMENVATTING NEDERLANDSE SAMENVATTING 205 Het is niet zonder reden dat autoriteiten wereldwijd aandacht besteden aan programma s en interventies om mensen meer te laten bewegen. Sportactiviteiten van gemiddelde tot

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Dit proefschrift gaat over de invloed van inductieprogramma s op het welbevinden en de professionele ontwikkeling van beginnende docenten, en welke specifieke kenmerken van inductieprogramma s daarvoor

Nadere informatie

Motivatie maakt sport Mogelijk

Motivatie maakt sport Mogelijk Deze informatiesessie is geslaagd als Techniek Tactiek Motivatie maakt sport Mogelijk Motivatie Motivatie maakt sport Mooi Kracht Conditie Doel jeugdsport? Motivatie, (vanaf) het begin Prestatie? Plezier?

Nadere informatie

Bijlage 1: het wetenschappelijk denk- en handelingsproces in het basisonderwijs 1

Bijlage 1: het wetenschappelijk denk- en handelingsproces in het basisonderwijs 1 Bijlage 1: het wetenschappelijk denk- en handelingsproces in het basisonderwijs 1 Bijlage 1: Het wetenschappelijk denk- en handelingsproces in het basisonderwijs: Stadium van het instructie model Oriëntatiefase

Nadere informatie

Wat als een wortel niet meer helpt?! Of, hoe mensen écht motiveren! MOTIVATIE? 12/06/2019

Wat als een wortel niet meer helpt?! Of, hoe mensen écht motiveren! MOTIVATIE? 12/06/2019 Wat als een wortel niet meer helpt?! Of, hoe mensen écht motiveren! Maarten Andriessen 1 Inleiding Inzicht in motivatie Motivatie concreet Inzichten toepassen 2 MOTIVATIE? 3 3 1 Motivatie in het leven

Nadere informatie

WAAROM ZOU IK NIET STUDEREN?

WAAROM ZOU IK NIET STUDEREN? WAAROM ZOU IK NIET STUDEREN? GEDWONGEN ONGEHOORZAAMHEID VERDER ONTRAFELD Aantal woorden: 14.818 Sanderijn Pisman Stamnummer: 01204537 Promotor: Prof. dr. Maarten Vansteenkiste Masterproef voorgelegd voor

Nadere informatie

INLEIDING DE KLEINE PRINS MOTIVATIE ZET MENSEN IN BEWEGING

INLEIDING DE KLEINE PRINS MOTIVATIE ZET MENSEN IN BEWEGING (GEEN) GOESTING?! INLEIDING ABC VAN MOTIVATIE LEREN OP SCHOOL, EEN AANGENAME EN BOEIENDE ACTIVITEIT? OPVOEDEN IS ROEKELOZE IMPROVISATIE LATER IS NOG LANG EEN VOL HOOFD DE WEG KWIJT TEN SLOTTE INLEIDING

Nadere informatie

Geven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte.

Geven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte. Een chronische en progressieve aandoening zoals multiple sclerose (MS) heeft vaak grote consequenties voor het leven van patiënten en hun intieme partners. Naast het omgaan met de fysieke beperkingen van

Nadere informatie

Welke ruimte en skills hebben leerlingen nodig om bevlogen en gemotiveerd te werken. Astrid van den Hurk 22 januari 2015

Welke ruimte en skills hebben leerlingen nodig om bevlogen en gemotiveerd te werken. Astrid van den Hurk 22 januari 2015 Welke ruimte en skills hebben leerlingen nodig om bevlogen en gemotiveerd te werken Astrid van den Hurk 22 januari 2015 Doelen Zicht op basisbehoeftes van leerlingen om gemotiveerd te kunnen werken; Zelfdeterminatietheorie

Nadere informatie

Dutch Summary Acknowledgements Curriculum Vitae

Dutch Summary Acknowledgements Curriculum Vitae Dutch Summary Acknowledgements Curriculum Vitae 184 Welbevinden en hoofdpijn bij adolescenten: de rol van zelfregulatie In dit proefschrift is de rol van zelfregulatie processen voor het welbevinden van

Nadere informatie

SPORT- EN BEWEEGCONGRES VERENIGINGEN

SPORT- EN BEWEEGCONGRES VERENIGINGEN SPORT- EN BEWEEGCONGRES VERENIGINGEN Workshop 2: Pedagogiek binnen de sportvereniging. Cyriel Gielen/Youri Tooren Fontys Hogeschool Pedagogiek Wie wij zijn? Kennisinstituut met meer dan 4.300 medewerkers

Nadere informatie

Universiteit Gent Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen Academiejaar ste examenperiode

Universiteit Gent Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen Academiejaar ste examenperiode Universiteit Gent Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen Academiejaar 2015-2016 1ste examenperiode Wat als atleetprestaties de zelfwaarde van de coach bepalen? Atleetgebonden contingente zelfwaarde

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting De adolescentie is lang beschouwd als een periode met veelvuldige en extreme stemmingswisselingen, waarin jongeren moeten leren om grip te krijgen op hun emoties. Ondanks het feit

Nadere informatie

rapporteerden. Er werden geen verschillen gevonden in schoolprestaties, spijbelgedrag en middelengebruik tussen de verschillende groepen.

rapporteerden. Er werden geen verschillen gevonden in schoolprestaties, spijbelgedrag en middelengebruik tussen de verschillende groepen. Samenvatting Samenvatting Depressie en angst zijn de meest voorkomende psychische stoornissen in de adolescentie met een enorme impact op het individu. Veel adolescenten rapporteren depressieve en angst

Nadere informatie

Motiverende beoordelingsvormen in de Lichamelijke Opvoeding. Project 4/05/2015. Missie onderzoeksgroep sportpedagogiek UGent

Motiverende beoordelingsvormen in de Lichamelijke Opvoeding. Project 4/05/2015. Missie onderzoeksgroep sportpedagogiek UGent Motiverende beoordelingsvormen in de Lichamelijke Opvoeding Met dank aan Project ENW project binnen doctoraat Sport Pedagogiek UGent Samenwerking tussen partnerinstellingen die opleiding tot leraar lichamelijke

Nadere informatie

SCHOOLTEAMVRAGENLIJST 2016

SCHOOLTEAMVRAGENLIJST 2016 SCHOOLTEAMVRAGENLIJST 2016 De rol van de leerkracht en het team in het optimaliseren van professionele ontwikkeling en bevlogenheid binnen vakgroepen Katrien Vangrieken Onderzoeksrationale Geëngageerde

Nadere informatie

Wat als een wortel niet meer helpt?! Of, hoe mensen écht motiveren! 15/04/2018. Inleiding Inzicht in motivatie Motivatie concreet Inzichten toepassen

Wat als een wortel niet meer helpt?! Of, hoe mensen écht motiveren! 15/04/2018. Inleiding Inzicht in motivatie Motivatie concreet Inzichten toepassen Wat als een wortel niet meer helpt?! Of, hoe mensen écht motiveren! Maarten Andriessen Inleiding Inzicht in motivatie Motivatie concreet Inzichten toepassen 1 MOTIVATIE? 4 Motivatie quotes Case (poll 1)

Nadere informatie

Vriend of vijand? Verzet van jongeren tegenover agenten: Een studie vanuit de zelfdeterminatietheorie en de procedurele rechtvaardigheidstheorie

Vriend of vijand? Verzet van jongeren tegenover agenten: Een studie vanuit de zelfdeterminatietheorie en de procedurele rechtvaardigheidstheorie Faculteit Psychologie en Pedagogische wetenschappen Academiejaar 2014-2015 1 ste examenperiode Vriend of vijand? Verzet van jongeren tegenover agenten: Een studie vanuit de zelfdeterminatietheorie en de

Nadere informatie

De rol van interactiestijl van consulenten en invloed op de werkzoekende

De rol van interactiestijl van consulenten en invloed op de werkzoekende Design Charles & Ray Eames - Hang it all Vitra De rol van interactiestijl van consulenten en invloed op de werkzoekende Ludo Struyven SV Café Live De terugkeer van persoonlijk contact in de sociale zekerheid,

Nadere informatie

Eerste effectmeting van de training ouderverstoting voor professionals in opdracht van De FamilieAcademie

Eerste effectmeting van de training ouderverstoting voor professionals in opdracht van De FamilieAcademie Eerste effectmeting van de training ouderverstoting voor professionals in opdracht van De FamilieAcademie 1 Samenvatting In opdracht van de FamilieAcademie is een eerste effectmeting gedaan naar de training

Nadere informatie

AUTONOMIE, COMPETENTIE EN VERBONDENHEID ALS MOTOR VOOR VERANDERING BIJ JEUGDCOACHES

AUTONOMIE, COMPETENTIE EN VERBONDENHEID ALS MOTOR VOOR VERANDERING BIJ JEUGDCOACHES AUTONOMIE, COMPETENTIE EN VERBONDENHEID ALS MOTOR VOOR VERANDERING BIJ JEUGDCOACHES Aantal woorden: 21 019 Sofie Morbée Studentennummer: 01201196 Promotor: Dr. Nathalie Aelterman Masterproef II neergelegd

Nadere informatie

Een studie naar de relatie tussen. kennisdeling en perceptie van het. psychologisch welzijn van. werknemers

Een studie naar de relatie tussen. kennisdeling en perceptie van het. psychologisch welzijn van. werknemers MASTERTHESIS CORPORATE COMMUNICATION Een studie naar de relatie tussen kennisdeling en perceptie van het psychologisch welzijn van werknemers De rol van perceptie van het interpersoonlijk vertrouwen Marije

Nadere informatie

Van moetivatie naar goesting in de jeugdsport: Over sturend en autonomieondersteunend supportersgedrag

Van moetivatie naar goesting in de jeugdsport: Over sturend en autonomieondersteunend supportersgedrag Van moetivatie naar goesting in de jeugdsport: Over sturend en autonomieondersteunend supportersgedrag Prof. Dr. Maarten Vansteenkiste Prof. Dr. Bart Soenens Prof. Dr. Leen Haerens Dra. Nathalie Aelterman

Nadere informatie

Moetivatie of motivatie om zich te professionaliseren? Bespiegelingen omtrent een motiverend professionaliseringsbeleid

Moetivatie of motivatie om zich te professionaliseren? Bespiegelingen omtrent een motiverend professionaliseringsbeleid Moetivatie of motivatie om zich te professionaliseren? Bespiegelingen omtrent een motiverend professionaliseringsbeleid Prof. Dr. Maarten Vansteenkiste Universiteit Gent Contactadres: Maarten.Vansteenkiste@ugent.be

Nadere informatie

Theorie over VSV en het voorkomen daarvan. Mandy van der Gaag Nick Snell Ando Emerencia Frank Blaauw Glenda Bron Saskia Kunnen

Theorie over VSV en het voorkomen daarvan. Mandy van der Gaag Nick Snell Ando Emerencia Frank Blaauw Glenda Bron Saskia Kunnen Theorie over VSV en het voorkomen daarvan Mandy van der Gaag Nick Snell Ando Emerencia Frank Blaauw Glenda Bron Saskia Kunnen Casus schets Waarom niet gewoon stoppen? School is saai, moeilijk en totaal

Nadere informatie

Klasmanagement en reflectie. Groepssessie 23 maart - Groep 2

Klasmanagement en reflectie. Groepssessie 23 maart - Groep 2 Klasmanagement en reflectie Groepssessie 23 maart - Groep 2 Inleiding ZDT in de praktijk Praktijkopdracht: uitleg + kort een paar voorbeelden Klasmanagement en motivatie: groepswerk Klasmanagement: definitie

Nadere informatie

het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en

het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en Samenvatting In de laatste 20 jaar is er veel onderzoek gedaan naar de psychosociale gevolgen van kanker. Een goede zaak want aandacht voor kanker, een ziekte waar iedereen in zijn of haar leven wel eens

Nadere informatie

Verhogen van leerlingmotivatie. bij wereldoriëntatie / kernconcepten door motivatie-ondersteunend leerkrachtengedrag

Verhogen van leerlingmotivatie. bij wereldoriëntatie / kernconcepten door motivatie-ondersteunend leerkrachtengedrag Astrid van den Hurk & Kris Verbeeck Verhogen van leerlingmotivatie bij wereldoriëntatie / kernconcepten door motivatie-ondersteunend leerkrachtengedrag Najaar 2013 Programma Opening en welkom Deelname

Nadere informatie

hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Hoofdstuk 5

hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Hoofdstuk 5 SAMENVATTING 117 Pas kortgeleden is aangetoond dat ADHD niet uitdooft, maar ook bij ouderen voorkomt en nadelige gevolgen kan hebben voor de patiënt en zijn omgeving. Er is echter weinig bekend over de

Nadere informatie

Baankenmerken en autonome motivatie: De mediërende rol van de psychologische basisbehoeften

Baankenmerken en autonome motivatie: De mediërende rol van de psychologische basisbehoeften Universiteit Utrecht Utrechtse School voor Bestuurs- en Organisatiewetenschap Baankenmerken en autonome motivatie: De mediërende rol van de psychologische basisbehoeften Een toepassing van de Self-Determination

Nadere informatie

het minder belangrijk om ergens bij te horen en belangrijker om elkaar te helpen en hulp te ontvangen, terwijl het omgekeerde patroon gevonden werd

het minder belangrijk om ergens bij te horen en belangrijker om elkaar te helpen en hulp te ontvangen, terwijl het omgekeerde patroon gevonden werd Samenvatting Het onderzoek dat in dit proefschrift wordt gepresenteerd is een verkenning van de samenhang tussen de motivatie, gerepresenteerd door persoonlijke doelen, en de kwaliteit van het samenwerkend

Nadere informatie

Het verband tussen leerkrachtstijl en leeruitkomsten in het secundair onderwijs: Een variabele-gerichte en persoonsgerichte benadering

Het verband tussen leerkrachtstijl en leeruitkomsten in het secundair onderwijs: Een variabele-gerichte en persoonsgerichte benadering Academiejaar 2014-2015 Tweedekansexamenperiode Het verband tussen leerkrachtstijl en leeruitkomsten in het secundair onderwijs: Een variabele-gerichte en persoonsgerichte benadering Masterproef II neergelegd

Nadere informatie

Capita Selecta Recent Arbeidsmarktonderzoek in Vlaanderen

Capita Selecta Recent Arbeidsmarktonderzoek in Vlaanderen RESEARCH SUMMARY ONDERZOEK I.K.V. VIONA STEUNPUNT WSE Capita Selecta Recent Arbeidsmarktonderzoek in Vlaanderen TITEL: FLEXIBLE JOB SEARCH BEHAVIOR AMONG UNEMPLOYED JOBSEEKERS: ANTECEDENTS AND OUTCOMES

Nadere informatie

Motiveren is de sleutel

Motiveren is de sleutel Motiveren is de sleutel 1 Werken aan betere bedrijfsresultaten door je medewerkers te motiveren Motivatie is de sleutel Een medewerker die van binnenuit gemotiveerd is voor zijn werk, kan ook saaie of

Nadere informatie

Seksuele inhibitie en excitatie: een verkennende studie van factoren die samenhangen met variatie in excitatie en inhibitie

Seksuele inhibitie en excitatie: een verkennende studie van factoren die samenhangen met variatie in excitatie en inhibitie Seksuele inhibitie en excitatie: een verkennende studie van factoren die samenhangen met variatie in excitatie en inhibitie Wouter Pinxten (contact: Wouter.Pinxten@UGent.be) Prof. Dr. John Lievens Achtergrond

Nadere informatie

Follow up onderzoek naar een vernieuwde diagnostiek voor onderwijsloopbaanbegeleiding (OLB)

Follow up onderzoek naar een vernieuwde diagnostiek voor onderwijsloopbaanbegeleiding (OLB) Welkom in de sessie: Follow up onderzoek naar een vernieuwde diagnostiek voor onderwijsloopbaanbegeleiding (OLB) Veerle Briers (KU Leuven) Johan David (VCLB-koepel) Mark Schittekatte (UGent) in samenwerking

Nadere informatie

Samenvatting afstudeeronderzoek

Samenvatting afstudeeronderzoek Samenvatting afstudeeronderzoek Succesfactoren volgens bedrijfsleven in publiek private samenwerkingen mbo IRENE VAN RIJSEWIJK- MSC STUDENT BEDRIJFSWETENSCHAPPEN (WAGENINGEN UNIVERSITY) IN SAMENWERKING

Nadere informatie

Pedagogische sessie: Motivatie verhogen

Pedagogische sessie: Motivatie verhogen INHOUD 1 Moetivatie of motivatie... 2 1.1 Waarom doen we wat we doen?... 2 1.1.1 Waarom... 2 1.1.2 Oplossing... 2 1.1.3 Gevolgen... 2 1.2 Soorten motivatie... 3 1.2.1 Opdracht: Een goede reden om les te

Nadere informatie

ONGEWENST INTRUSIEF GEDRAG: EEN STUDIE NAAR DE ROL VAN RELATIEKENMERKEN BIJ GESCHEIDEN EX-KOPPELS.

ONGEWENST INTRUSIEF GEDRAG: EEN STUDIE NAAR DE ROL VAN RELATIEKENMERKEN BIJ GESCHEIDEN EX-KOPPELS. ONGEWENST INTRUSIEF GEDRAG: EEN STUDIE NAAR DE ROL VAN RELATIEKENMERKEN BIJ GESCHEIDEN EX-KOPPELS. Auteur: Olivia De Smet i.s.m. Prof. A. Buysse Onderzoeksvraag Ongewenst intrusief gedrag houdt in dat

Nadere informatie

Kindermishandeling: Prevalentie. Psychopathologie

Kindermishandeling: Prevalentie. Psychopathologie Wereldwijd komt een schrikbarend aantal kinderen in aanraking met kindermishandeling, in de vorm van lichamelijke mishandeling of seksueel misbruik, verwaarlozing, of gebrek aan toezicht. Soms zijn kinderen

Nadere informatie

Mijn masteronderzoek: wat en waarom? DIANA SCHAEFFER ELSINGA I GEMEENTE HEERENVEEN I

Mijn masteronderzoek: wat en waarom? DIANA SCHAEFFER ELSINGA I GEMEENTE HEERENVEEN I Mijn masteronderzoek: wat en waarom? DIANA SCHAEFFER ELSINGA I GEMEENTE HEERENVEEN I 19-11-2015 Opleiding MCC Organisatiegedrag, - cultuur en dynamiek Veranderingskundige en organisatieontwikkelingsvraagstukken

Nadere informatie

Samenvatting (in Dutch)

Samenvatting (in Dutch) Summary Samenvatting (in Dutch) Motivatie is een veelgebruikte term, ook in het dagelijks leven. Iedereen heeft een bepaald beeld bij het concept motivatie, maar vaak loopt de perceptie hiervan uiteen.

Nadere informatie

Hoe motiveer je mensen hun gedrag te veranderen en gezonder te leven? 24/10/2017

Hoe motiveer je mensen hun gedrag te veranderen en gezonder te leven? 24/10/2017 Hoe motiveer je mensen hun gedrag te veranderen en gezonder te leven? 24/10/2017 35.000 keuzes per dag Gezond en ongezond Gezonde en ongezonde keuzes Determinanten van gedrag Denken dat men genoeg beweegt

Nadere informatie

Uitwisseling tussen teamleden in sociale teams cruciaal voor prestatie

Uitwisseling tussen teamleden in sociale teams cruciaal voor prestatie Uitwisseling tussen teamleden in sociale teams cruciaal voor prestatie Voorlopige resultaten van het onderzoek naar de perceptie van medewerkers in sociale (wijk)teams bij gemeenten - Yvonne Zuidgeest

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle  holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/19934 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Pat El, Ron Jonathan Title: Lost in translation : congruency of teacher and student

Nadere informatie

LO Excellent in bovenbouw VO. Studiedag Beweging in de polder 19 april 2013 Ger van Mossel (SLO)

LO Excellent in bovenbouw VO. Studiedag Beweging in de polder 19 april 2013 Ger van Mossel (SLO) LO Excellent in bovenbouw VO Studiedag Beweging in de polder 19 april 2013 Ger van Mossel (SLO) 1 Programma workshop Onderzoek LO in bovenbouw VO Theoretisch kader: SDT / motivatie van leerlingen Onderzoek

Nadere informatie

Deel 1: Het begrijpen van persoonlijke waardigheid in het verpleeghuis

Deel 1: Het begrijpen van persoonlijke waardigheid in het verpleeghuis S 187 Dit proefschrift gaat over waardigheid in het verpleeghuis. Het begrip waardigheid wordt vaak in de gezondheidszorg gebruikt en wordt door velen gezien als een centraal begrip in de zorg aan het

Nadere informatie

Relaties op school ontcijfert

Relaties op school ontcijfert Relaties op school ontcijfert Promotoren: Prof. Dr. Stevens en Prof. Dr. Van Houtte Contactpersoon: Drs. Fanny D hondt Adres: Korte Meer 5, 9000 Gent Telefoonnummer: 09/2646729 E-mailadres: fannyl.dhondt@ugent.be

Nadere informatie

GEEF ME DE 5- METHODIEK IN DE ZORG

GEEF ME DE 5- METHODIEK IN DE ZORG GEEF ME DE 5- METHODIEK IN DE ZORG Effectiviteit Geef me de 5-methodiek in zorginstelling JP van den Bent In dit rapport worden de wetenschappelijke bevindingen beschreven betreffende de effectiviteit

Nadere informatie

Groepssessie 23 maart - Groep 1. Klasmanagement en reflectie

Groepssessie 23 maart - Groep 1. Klasmanagement en reflectie Groepssessie 23 maart - Groep 1 Klasmanagement en reflectie Inleiding ZDT in de praktijk Praktijkopdracht: uitleg + kort een paar voorbeelden Klasmanagement en motivatie: groepswerk Klasmanagement: definitie

Nadere informatie