> Neuropraxis 20 jaar > Posterieure corticale atrofie > Aneurysmatische subarchnoïdale bloeding

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "> Neuropraxis 20 jaar > Posterieure corticale atrofie > Aneurysmatische subarchnoïdale bloeding"

Transcriptie

1 NR. 1 > FEBRUARI > JAARGANG 21 > 2017 In de komende nummers van NEUROPRAXIS Ziekte van Alzheimer Psychopathie > Neuropraxis 20 jaar > Posterieure corticale atrofie > Aneurysmatische subarchnoïdale bloeding

2 Neuropraxis is een uitgave van Bohn Stafleu van Loghum, onderdeel van Springer Media B.V. Redactie SARAH BURKE Karolinska Institute, Department of Women s and Children s Health Stockholm, Sweden ANDREAS DAFFERTSHOFER MOVE Research Institute Faculteit der Gedrags- en Bewegingswetenschappen Vrije Universiteit Amsterdam REINT GEUZE Rijksuniversiteit Groningen MARC HENDRIKS Donders Institute for Brain, Cognition and Behaviour, Radboud Universiteit, Nijmegen Academisch Centrum voor Epileptologie, Kempenhaeghe, Heeze VINCENT KOPPELMANS University of Michigan, School of Kinesiology BEREND OLIVIER Universiteit Utrecht Yale University JO VANDERMEULEN Virenze GGZ Maastricht/Brunssum Koninklijke Visio Geleen/Sittard Hoofdredactie JANNEKE KOERTS Rijksuniversiteit Groningen Adviesraad MW. PROF. DR. Y.R.M. BASTIAANSE Rijksuniversiteit Groningen PROF. DR. J. DEN BOER Rijksuniversiteit Groningen MW. PROF. DR. C. VAN BROECKHOVEN Universiteit van Antwerpen PROF. DR. R. CLUYDTS Vrije Universiteit Brussel DR. B. VAN CRANENBURGH Stichting ITON, Instituut voor toegepaste neurowetenschappen Haarlem PROF. DR. S. DAAN Rijksuniversiteit Groningen PROF. DR. W.H. GISPEN Universiteit Utrecht MW. PROF. DR. M. HADDERS-ALGRA Rijksuniversiteit Groningen PROF. DR. J.J. JOLLES Vrije Universiteit Amsterdam PROF. DR. R.S. KAHN Universiteit Utrecht PROF. DR J.M. KOOLHAAS Rijksuniversiteit Groningen PROF. DR. G.A. KERKHOF Universiteit van Amsterdam PROF. DR. T.A. KUIPERS Rijksuniversiteit Groningen PROF. DR. W.J.M. LEVELT Radboud Universiteit Nijmegen PROF. DR. H.L.G.J. MERCKELBACH Universiteit Maastricht PROF. DR. D.F. SWAAB Universiteit van Amsterdam MW. PROF. DR. J.T. SWAAB-BARNEVELD Universiteit Leiden PROF. DR. H.B.M. UYLINGS Vrije Universiteit Amsterdam Universiteit Maastricht Redactiesecretariaat Bohn Stafleu van Loghum, Postbus 246, 3990 GA Houten, Rita Pilkes: adres: r.pilkes@ bsl.nl Uitgever Yulma Perk, Bohn Stafleu van Loghum Advertenties Advertentieverkoop: Cross Media Nederland, , zorg@crossmedianederland. com Arbeidsmarktcommunicatie: Sales Support, , adverteren@bsl.nl Aanleveren van advertentiemateriaal kan via traffic@bsl.nl. Abonnementen Neuropraxis verschijnt zesmaal per jaar. Abonnementsprijs: (print + online toegang) 109,00, online-only abonnement (enkel online toegang) 65,40. Studenten ontvangen 50% korting. Het abonnement kan elk gewenst moment ingaan en wordt automatisch verlengd tenzij twee maanden voor de vervaldatum is opgezegd via het daarvoor bestemde formulier op Als vakblad hanteren wij de opzegregels uit het verbintenissenrecht. We gaan er vanuit dat u het abonnement uit hoofde van uw beroep hebt afgesloten. Abonnementenadministratie Klantenservice Bohn Stafleu van Loghum, Postbus 246, 3990 GA Houten. Telefoon: Bij wijziging van de tenaamstelling en/of adres verzoeken wij u de adresdrager met de gewijzigde gegevens op te sturen naar de afdeling klantenservice of wijzigingen door te geven via het formulier op klantenservice. Voorwaarden Op leveringen en diensten zijn de bij de Kamer van Koophandel gedeponeerde algemene voorwaarden van Springer Media B.V. van toepassing, tevens raadpleegbaar op www. springermedia.nl. De voorwaarden worden op verzoek toegezonden. Het overnemen en vermenigvuldigen van artikelen en berichten uit dit tijdschrift is slechts geoorloofd met bronvermelding en met schriftelijke toestemming van de uitgever. Het verlenen van toestemming tot publicatie in deze uitgave houdt in dat de Standaardpublicatievoorwaarden van Springer Media B.V., gedeponeerd bij de Kamer van Koophandel te Utrecht onder dossiernummer 3210/635, van toepassing zijn, tenzij schriftelijk anders is overeengekomen. De Standaardpublicatievoorwaarden voor tijdschriften zijn in te zien op schrijven-bij-bohn-stafleu-van-loghum/ auteursinstructies of kunnen bij de uitgever worden opgevraagd. Neuropraxis is het eerste Nederlandstalige, multidisciplinaire tijdschrift dat ingaat op achtergronden en toepassingen van actuele neurowetenschappelijke informatie. Neuropraxis verschaft u praktische en relevante informatie over onderzoek, theorievorming, diagnostiek en behandelmethoden. Auteursrichtlijnen: es. 2017, Bohn Stafleu van Loghum ISSN

3 INHOUD 1 Woorden vooraf Janneke Koerts 2 20 jaar Neuropraxis Bert van Dien 4 Ondersteuning bij visuele problemen in het kader van posterieure corticale atrofie een casus Annebet E. Leeuwis Anne-Kristin Kuiper Charlotte Schreuder Rick van den Toorn Philip Scheltens Yolande Pijnenburg 11 Sociale cognitie en executieve functies na een aneurysmatische subarachnoïdale bloeding Anne M. Buunk Jacoba M. Spikman Jan D. M. Metzemaekers Wencke S. Veenstra J. Marc C. van Dijk Rob J. M. Groen 18 Dertig testen op een rij? J. A. M. Vandermeulen Agenda NEUROPRAXIS Neurowetenschappen in praktijk jaargangno NUMMER 1

4

5 Woorden vooraf Janneke Koerts Beste lezer, Een nieuw jaar is aangebroken en voor u ligt het eerste nummer van Allereerst wil ik u heel veel gezondheid en geluk toewensen voor het nieuwe jaar! 2017 is voor Neuropraxis een bijzonder jaar, want het is dit jaar 20 jaar geleden dat het eerste nummer verscheen. In het eerste en enige nummer van 1997, dat werd samengesteld onder leiding van Bert van Dien en Ronald van Gelder, verschenen twaalf artikelen over uiteenlopende onderwerpen, zoals: Werk en de biologische klok, Dwang en hersenen, Een hartinfarct in de hersenen en Is het geest-brein probleem oplosbaar? Artikelen over uiteenlopende onderwerpen, maar allemaal met het doel in te gaan op de achtergrondenentoepassingenvanneurowetenschappelijk onderzoek, waarbij de lezer voorzien zou worden van praktische en relevante informatie over onderzoek,theorievorming, diagnostiek en behandelmethoden; een doel dat Neuropraxis nog steeds nastreeft. Het vakgebied van de neurowetenschappen heeft in de afgelopen 20 jaren echter wel een enorme ontwikkeling doorgemaakt en dit geldt natuurlijk ook voor de onderwerpen die in dat eerste nummer zijn behan- deld. In de loop van het komende jaar zult u daarom in verschillende nummers artikelen vinden van de auteurs van het eerste uur, die de ontwikkeling binnen hun vakgebied zullen bespreken. In dit nummer vindt u al een terugblik van Bert van Dien. Hij beschrijft hoe het idee voor het uitgeven van Neuropraxis ontstond en hoe het tijdschrift uiteindelijk tot stand is gekomen. Daarnaast vindt u in dit nummer twee artikelen. Annebet Leeuwis en haar collega s behandelen in een klinisch relevant stuk de neurodegeneratieve aandoening posterieure corticale atrofie, een relatief zeldzame en onbekende vorm van de ziekte van Alzheimer. Anne Buunk en collega s bespreken vervolgens de effecten van aneurysmatische subarchnoïdale bloedingen op het executief en sociaal-cognitief functioneren. Het nummer wordt afgesloten met een boekbespreking van Jo Vandermeulen. Hij las voor u Handbook of Frontal Lobe Assessment van Sarah E. McPherson, Sergio Della Sala, Simon R. Cox, Alessandra Girardi en Matthew H. Iveson. Veel leesplezier gewenst, Janneke Koerts J. Koerts ( ) Neuropraxis, Bohn Stafleu van Loghum, Houten, Nederland janneke.koerts@rug.nl DOI /s Published online: 11 January 2017

6 Artikel 20 jaar Neuropraxis Bert van Dien Samenvatting Neuropraxis ontstond in 1997, voortkomend uit de gedachte dat, gezien het succes van boeken van hersenonderzoekers als Alexander Luria en Harold Klawans, het tijd werd voor een Nederlandstalig tijdschrift. In dat tijdschrift moesten alle aspecten van het menselijk brein belicht moeten worden. Dit resulteerde uiteindelijk in de uitgave van een blad bedoeld voor diegenen die zich beroepsmatig bezighouden met de thema s die in het blad aan de orde zouden komen. Neuropraxis was een feit. Trefwoorden geschiedenis tijdschrift hersenen Jongens waren we maar aardige jongens. Al zeg ik t zelf. We zijn nu veel wijzer, stakkerig wijs zijn we. [...] We zouden hun wel eens laten zien hoe t moest (uit: Nescio, Titaantjes [1]). Begin 1997 bevond ik mij op de burelen van Maarten van den Biggelaar, uitgever van het tijdschrift Quote. Daartoe was ik genood door Henk Rijks, tegenwoordig schrijver van romans, toen hoofd publiciteit van de uitgeverij waar ik me had beziggehouden met het uitgeven van boeken van hersenonderzoekers als Luria en Klawans. Behalve Van den Biggelaar en Rijks trof ik daar Douwe Draaisma, nu befaamd schrijver van boeken over het geheugen, en Harm Visser, wetenschapsjournalist die furore had gemaakt door zijn interviews met enkele belangrijke Nederlandse hersenonderzoekers. Al enige tijd liep ik met het plan rond een tijdschrift uit te geven waarin alle aspecten van het menselijk brein B. van Dien ( ) Nederlands Tijdschrift tegen de Kwakzalverij, Amersfoort, Nederland nttdk.r@xs4all.nl belichtzoudenwordenendatvooreenzobreedmogelijk publiek. Harm Visser liep ook rond met dat idee en had Van den Biggelaar benaderd, die Draaisma en Rijks had benaderd, die mij et cetera. Een paar weken daarna trof ik Ronald van Gelder, adjunct-hoofdredacteur van Psychologie, tegenwoordig Psychologie Magazine geheten, die me vertelde een blad te willen maken waarin de hardere kanten van de psychologie aan bod zouden komen, een uitgave waarop zijn uitgever, de Weekbladpers, niet zat te wachten omdat zo n tijdschrift kannibaliserend zou kunnen werken. Na een paar bijeenkomsten wisten we wat ons voor ogenstond. VanGelderenikblevenoverengingen op zoek naar een uitgever, omdat Van den Biggelaar, na rijp beraad en wat marktonderzoek, afzag van het uitgeven van het blad. Ten langen leste bleek Bohn Stafleu van Loghum in de persoon van de daar werkzame uitgeefster Daphne Dotsch, bereid het blad onderdak te bieden, met de restrictie dat het een tijdschrift zou worden, bedoeld voor diegenen die zich beroepsmatig bezighielden met de thema s die in het blad aan de orde zouden komen. DOI /s Published online: 11 January 2017

7 Neuropraxis 2016; 21 3 Nu was het zaak een redactie en adviesraad te vormen, een klus die in een vloek en een zucht geklaard kon worden, omdat de aangeschreven onderzoekers van wie overigens een groot gedeelte nog steeds de ruggengraat vormt van het blad, enthousiast en zonder enige aarzeling te kennen gaven deel te willen uitmaken van die organen. Het bedenken van een naam voor het blad bleek aanmerkelijk meer voeten in de aarde te hebben. De Hersenstichting Nederland zorgde voor feedback, wat onder andere resulteerde in het samenstellen van de agenda in het tijdschrift en niet lang daarna in de onvolprezen rubriek Signalement van Anton Ederveen. Zo verscheen in dec het eerste nummer van Neuropraxis. In dit jaar vindt u in elk nummer een bijdrage van de auteurs van het eerste uur waarin zij u kond doen van de ontwikkelingen die zich binnen hun vakgebied hebben voorgedaan in de 20 jaar van het bestaan van Neuropraxis. Een psalm voor niets [...] Want is de mensengod geen gas Dat onze hersens op laat stijgen Om iets hemels te herkrijgen Dat het lichaam toch al was? Knalgas dat ontploffen zal; het brein, een velletje heelal, zal van gebrek naar boven zijgen bij gebrek aan zondeval. [...] (Uit: Alle malen zal ik wenen. Het mooiste van Leo Vroman [2]). Literatuur 1. Nescio. Titaantjes. Amsterdam: Nijgh & Van Ditmar; Vroman L. Alle malen zal ik wenen. Het mooiste van Leo Vroman. Amsterdam: Querido; Bert van Dien hoofdredacteur Nederlands Tijdschrift tegen de Kwakzalverij

8 Artikel Ondersteuning bij visuele problemen in het kader van posterieure corticale atrofie een casus Annebet E. Leeuwis Anne-Kristin Kuiper Charlotte Schreuder Rick van den Toorn Philip Scheltens Yolande Pijnenburg Samenvatting Posterieure corticale atrofie (PCA) is een neurodegeneratieve aandoening waarbij visuele problemen op de voorgrond staan. De meest voorkomende onderliggende oorzaak van PCA is de ziekte van Alzheimer. Er is geen curatieve therapie voor PCA; visuele ondersteuning bij PCA kan echter een uitkomst bieden. In deze casus beschrijven we een patiënt met PCA die ondersteuning krijgt bij een revalidatiecentrum dat zich richt op patiënten met visuele problematiek. Daarnaast geven we een overzicht van de huidige behandelmethoden en mogelijkheden bij visuele problematiek in het kader van PCA. Passende ondersteuning bij visuele klachten en psychische factoren van een patiënt met PCA en diens mantelzorger is belangrijk bij het zo veel mogelijk zelfstandig kunnen blijven functioneren van een patiënt en het voorkomen of verminderen van psychische klachten van patiënt en mantelzorger. Trefwoorden posterieure corticale atrofie ziekte van Alzheimer visus revalidatiecentrum voorblindenenslechtzienden Inleiding De meeste vormen van dementie presenteren zich met geheugenproblemen. Met name bij jongere patiënten met dementie kunnen andere problemen op de voorgrond staan, zoals gedrags-, taal- of visuele problemen [1]. In het laatste geval hebben patiënten vaak al een heel traject van bezoeken aan de opticien en deoogartsachterderug,alvorenszijbijdeneuroloog komen. A. E. Leeuwis ( ) C. Schreuder P. Scheltens Y. Pijnenburg Alzheimercentrum, Amsterdam Neuroscience, Vrije Universiteitmedisch centrum, Amsterdam, Nederland a.leeuwis@vumc.nl A.-K. Kuiper R. van den Toorn Bartiméus, Amsterdam, Nederland DOI /s Published online: 12 January 2017 Visuele problemen bij een neurodegeneratieve aandoening komen meestal voor in het kader van posterieure corticale atrofie (PCA) [2, 3]. PCA is een verzamelnaam voor een geleidelijk progressieve neurodegeneratieve aandoening die wordt gekenmerkt door atrofie van de achterste hersengebieden. De aandoening gaat klinisch gepaard met prominente visuospatiële en visuoperceptieve stoornissen. De ziekte van Alzheimer is de meest voorkomende onderliggende oorzaak van PCA. Andere oorzaken zijn dementie met Lewylichaampjes en corticobasale degeneratie. De visuele problemen bij PCA zijn heterogeen, zonder een eenduidig patroon [4, 5]. PCA-patiënten ervaren problemen bij het lezen, het identificeren van voorwerpen, diepte zien (problematisch bij bijvoorbeeld traplopen) en het tegelijk waarnemen van verschillende objecten [3, 6]. Andere, meer zeldzame visuele symptomen bij PCA zijn onder andere het zien

9 Neuropraxis 2017; 21 5 Tabel 1 Diagnostische criteria voor posterieure corticale atrofie [3, 4]. kernsymptomen ondersteunende symptomen aanvullend onderzoek geleidelijk progressief beloop prominente visuele symptomen zonder oogheelkundige verklaring relatief gespaard episodisch geheugen en ziekte-inzicht aanwezigheid van minimaal een van de volgende symptomen: syndroom van Bálint (simultaanagnosie, oculaire apraxie en optische ataxie) syndroom van Gerstmann (alexie, agrafie, vingeragnosie en links-rechtsdesoriëntatie) verminderd oriëntatievermogen presentatie op preseniele leeftijd (<65 jaar) persisterende, gekleurde nabeelden kledingapraxie of ideomotorische apraxie bij neuropsychologisch onderzoek met name afwijkingen in: visuospatiële, -constructieve en -perceptieve functies bijstructurelebeeldvorming (MRI of CT van de hersenen): afwezigheid van een ruimte-innemend proces of beroerte evidente posterieure atrofie (pariëtaal,occipitaal of temporaal) van onderstebovenstaande beelden, persisterende gekleurde nabeelden of visuele hallucinaties, welke mogelijk kunnen worden toegeschreven aan defecten in de primaire visuele cortex. Het ziekte-inzicht van PCApatiënten blijft relatief lang intact en PCA-patiënten zijn zich doorgaans dan ook sterk bewust van hun visuele problemen. Dit maakt hen gevoelig voor het ontwikkelen van psychische klachten, zoals angst en somberheid. De visuospatiële en visuoperceptieve beperkingen staan de op voorgrond, maar het neuropsychologisch profiel vertoont ook kenmerken van óf het Bálint-syndroom (simultaanagnosie, oculaire apraxie en optische ataxie) of het Gerstmann-syndroom (alexie, agrafie, vingeragnosie en links-rechtsdesoriëntatie) [3, 7]. De basale visuele waarneming, zoals perceptie van kleur, vorm, lokalisatie en beweging, is vaak minder ernstig aangedaan dan deze hogere orde visuele informatieverwerking. Naarmate de ziekte vordert, ontstaat bij PCA-patiënten ook een dementiesyndroom met onder andere stoornissen in het leervermogen, aandacht en de executieve functies. De lage incidentie van PCA en de complexiteit van de symptomen, maakt de diagnostiek lastig. In tab. 1 staat een overzicht van een recent gepubliceerd voorstel voor diagnostische criteria van PCA [6]. Bij neuropsychologisch onderzoek kunnen visuele stoornissen de resultaten vertroebelen op tests waarbij een beroep wordt gedaan op de visuele vermogens. Bij de keuze van tests dient de neuropsycholoog hierop bedacht te zijn, ter voorkoming van het ten onrechte bestempelen van betrokkenheid van overige cognitieve domeinen. Een PCA-patiënt kan bijvoorbeeld een visuele geheugentest niet goed maken, terwijl de geheugenstoornissen hiervoor niet verantwoordelijk zijn. Er is steeds meer aandacht voor het herkennen en diagnosticeren van PCA, maar tot op heden is er weinig bekend over evidence-based behandelmethoden en mogelijke ondersteuning bij PCA. Patiënten en hun mantelzorgers hebben echter wel degelijk behoefte aan begeleiding en ondersteuning. Instellingen die zijn gespecialiseerd in de begeleiding van blinden en slechtzienden kunnen PCA-patiënten ondersteunen, zodat patiënten zo lang mogelijk zelfstandig kunnen blijven functioneren. In dit artikel beschrijven we de begeleiding van een patiënt met PCA, die na diagnostiek wordt doorverwezen naar een visueel revalidatiecentrum voor blinden en slechtzienden. Daarnaast geven we een overzicht van de huidige behandelmethoden en mogelijkheden bij visuele problematiek in het kader van PCA. Casus Anamnese Een 63-jarige vrouw wordt voor een second opinion doorverwezen naar de geheugenpolikliniek vanwege visuele problemen. Sinds één jaar ervaart zij progressieve visusklachten; zij beschrijft zich al langere tijd ziende blind te voelen. Zij kan zich niet meer oriënteren, ze verdwaalt en gaat hierdoor niet meer naar buiten. Daarnaast heeft ze moeite met lezen en schrijven. Indeloopvandetijdzijndevisueleproblemeninernst sterk toegenomen. Haar echtgenoot beaamt de klachten. Hij vertelt dat patiënte altijd zeer gestructureerd was, met name in het huishouden. Nu valt hem echter op dat zijn echtgenote plekken overslaat tijdens het schoonmaken, ze regelmatig de koffie naast het koffiekopje schenkt en de was slordig opvouwt. Verder staat ze regelmatig bij de verkeerde auto als ze ergens zijn geweest; patiënte herkent wel de kleur van hun auto, maar niet de vorm. Ook nam zij nog niet zo lang geleden plaats op de achterbank, in plaats van op de bijrijdersstoel.

10 6 Ondersteuning bij visuele problemen in het kader van posterieure corticale atrofie een casus Concluderende bevindingen en beleid Figuur 1 MRI van een willekeurige PCA-patiënt. a Pariëtale atrofie op een transversale T2- gewogen opname. b Enige hippocampusatrofie op een coronale T1-gewogen opname. Neurologisch en neuropsychologisch onderzoek Patiënte is rechtshandig. Bij neurologisch onderzoek zijn de gezichtsvelden intact en de oogvolgbewegingen ongestoord, zonder nystagmus of diplopie. Er is geen sprake van evidente simultaanagnosie, wel van enige optische ataxie en, bij actief richten van de blik, bestaat er oculaire apraxie. Overig neurologisch onderzoek vertoont geen bijzonderheden. Bij neuropsychologisch onderzoek imponeert patiënte beginnend dement. Er is sprake van desoriëntatie in tijd. Het natekenen van een figuur lukt niet; zij heeft moeite met rekenen en er is enige vingeragnosie (het onvermogen om eigen of andermans vingers te herkennen). Vanwege de visuele stoornissen van patiënte kan een groot deel van de tests niet worden voorgelegd. Er worden desalniettemin evidente stoornissen in het (verbale) leervermogen geobjectiveerd. Bij een korte visuospatiële testbatterij heeft patiënte moeite met het herkennen van bekende gezichtenenhetonderscheidenenwaarnemenvanverschillende voorwerpen als deze opgaan in een groter geheel. De Mini-Mental State Examination (MMSE-) score bedraagt 20 uit 30 (matig-ernstig gestoord). Aanvullend onderzoek Een MRI-scan van de hersenen laat bipariëtale atrofie graad II op basis van de Koedam-schaal 1 voor corticale en pariëtale atrofie zien (fig. 1; [8]). Er wordt enige hippocampusatrofie gezien. Er zijn geen vasculaire afwijkingen. Uit onderzoek van het hersenvocht blijkt dat de amyloïd-bètaconcentratie verlaagd is en de totale tau- en gefosforyleerde tau-concentraties verhoogd zijn. Deze uitslagen zijn suggestief voor onderliggende ziekte van Alzheimer. 1 Koedam-schaal: Schaal waarmee de mate van atrofie in de achterste hersengebieden (pariëtale en occipitale hersenkwab) kan worden bepaald. Bij neuropsychologisch onderzoek is er sprake van stoornissen op verschillende cognitieve domeinen, waarbij stoornissen in de visuoperceptie (het zien en verwerken van een waarneming in de ruimte) op de voorgrond staan. Deze stoornissen zorgen voor interferentie in het dagelijks functioneren. Klinisch is er sprake van een dementiesyndroom. Bij aanvullend onderzoek laat de MRI-scan van de hersenen opvallende pariëtale atrofie zien en de uitslagen van het hersenvocht zijn passend bij de ziekte van Alzheimer. De visuele symptomen staan duidelijk meer op de voorgrond dan de geheugenproblemen en het klinisch beeld is passend bij de diagnose PCA. Deze diagnose wordt aan patiënte en haar echtgenoot meegedeeld. Er wordt een casemanager dementie ingeschakeld en patiënte wordt doorverwezen naar een visueel revalidatiecentrum voor blinden en slechtzienden voor eventuele visuele ondersteuning bij de problemen die zij ervaart. Intake bij visueel revalidatiecentrum Patiënte wordt drie weken na de diagnose gezien bij een visueel revalidatiecentrum. Uit het low-vision onderzoek, komen ten aanzien van gezichtsscherpte, contrastzien en gezichtsveld geen bijzonderheden naar voren. De uitkomst van een korte screening van hogere visuele waarnemingsproblematiek met de Cortical Vision Screening Test (CORVIST) sluit aan bij die van eerder afgenomen neuropsychologisch onderzoek. Zo heeft patiënte problemen bij het herkennen van letters en leest zij slechts in een enkel geval een (kort) woord correct. Zij is bij vergrotende hulpmiddelen of een andere bril niet gebaat; het leestempo neemt hiermee niet toe. Tijdens het intakegesprek vertelt patiënte dat de visuele problemen die zij ervaart haar zeer onzeker maken. Zij wil graag weten wat er mogelijk is aan ondersteuning bij haar visuele problematiek. Patiënte hecht veel waarde aan haar zelfstandigheid en haar wens is dan ook om zo veel mogelijk zelf te kunnen blijven doen. Er wordt met patiënte een behandelplan opgesteld in samenwerking met verschillende disciplines (ergotherapeut en psycholoog). In het behandelplan ligt de focus op mobiliteit en oriëntatieproblemen, en het onderzoeken van alternatieven voor het leesprobleem van patiënte. De ergotherapeutische behandeling is gericht op de oriëntatie in huis. Psychologische ondersteuning wordt vanaf het begin ingezet om patiënte in het revalidatietraject te ondersteunen. De psychologische ondersteuning is passend bij het functioneringsniveau van patiente en is gericht op verliesverwerking. Samen met de echtgenoot van patiënte zal er gezamenlijk aandacht worden besteed aan het accepteren en verwerken van

11 Neuropraxis 2017; 21 7 Tabel 2 interventies low-visiononderzoek Mogelijke interventies voor mensen met een visuele beperking. lichtbelevingsonderzoek onderzoek en training naar gebruik zintuigen onderzoek en training naar hanteren energiebalans onderzoek en training (totale) communicatie onderzoek en training ict-hulpmiddelen onderzoek en training oriëntatie en mobiliteit onderzoek en training zelfverzorging en huishouding psychologische behandeling doel visus bepalen onder verschillende lichtomstandigheden uitproberen filterbrillen bij lichthinder en leeshulpmiddelen lichtomstandigheid bepalen waarmee optimaal visueel functioneren wordt bereikt (subjectieve beleving) inzetbaarheid van andere zintuigen optimaliseren (oriëntatie in de ruimte etc.) overbelasting voorkomen compenserende communicatiemiddelen onderzoeken en trainen (bijvoorbeeld wanneer lezen en/of begrijpen van afbeeldingen/voorwerpen niet meer mogelijk is) gebruik kunnen maken van de telefoon of computer met auditieve en spraakondersteuning of aangepaste software veilige verkeersdeelname met bijvoorbeeld fiets of scootmobiel autonomie en verdwalen voorkomen zelfstandig reizen met het openbaar vervoer zelfstandigheid bewaren, autonomie, zelf keuzen kunnen maken ondersteuning bij het accepteren en verwerken van de diagnose en de visuele problemen de diagnose en de consequenties van de visuele beperkingen. Beloop van de behandeling Op het gebied van mobiliteit ervaart patiënte grote onzekerheid door het sterk verminderde dieptezien en de desoriëntatie in huis en buitenshuis. Samen met een ergotherapeut worden in huis herkenningspunten met behulp van kleuren aangebracht, bijvoorbeeld blauw voor een sanitaire ruimte. Daarnaast worden er verschillende vaardigheden besproken die patiënte kan gaan gebruiken om (zelfstandig) de weg te vinden. Patiënte krijgt training om met behulp van een blindenstok de straat op te kunnen. Haar echtgenoot wordt geadviseerd om met patiënte te bespreken wat zij prettig vindt aan begeleiding en ondersteuning van hem op straat. Om de onzekerheid die zij ervaart door het beperkte dieptezien bij het traplopen te verminderen, krijgt zij het advies om de trapleuningen aan beide kanten vast te houden, zodat zij veilig de trap af kan lopen. Daarnaastwordeninhuisdeeersteenlaatste traptrede beter zichtbaar gemaakt met behulp van een contrasterende strip en wordt de verlichting bij de trap aangepast. Vanwege de grote problemen bij het herkennen van letters, lukt het patiënte niet meer om een boek of de krant te lezen, terwijl lezen haar favoriete tijdsbesteding was. Ook bij het televisiekijken is het lezen van de ondertiteling niet meer mogelijk. Het gesproken boek en de gesproken ondertiteling blijken voor haar goede alternatieven. Door een beroep te doen op het auditief functioneren, is patiënte weer in staat om te lezen en om films te volgen. Zij heeft hierdoor een nieuwe dagbesteding. Bij het lezen van s op de computer en de tablet is met behulp van spraakondersteuning (voorgelezen en ingesproken) het contact met haar omgeving weer mogelijk geworden. De problemen bij het klokkijken (analoog en digitaal) en het gebruik van de mobiele telefoon zijn verholpen met behulp van een sprekend horloge, een sprekende wekker en een mobiele telefoon met spraakfunctie. In de telefoon zijn de nummers van familie en vrienden voorgeprogrammeerd. Patiënte is in staat deze apparaten goed te begrijpen en te bedienen. Gedurende de behandeling blijkt patiënte steeds meer problemen op het gebied van de algemene dagelijkse levensverrichtingen (ADL) te ontwikkelen. Met hulp van de ergotherapeut zijn er in huis verschillende aanpassingen gerealiseerd om patiënte te helpen bij de ADL. Door bijvoorbeeld haar kledingkast systematisch te ordenen op soort kleding en de planken te labelen met kleuren of afbeeldingen, wordt het vinden van een kledingcombinatie voor haar makkelijker. De adviezen voor de kledingkast zijn doorgetrokken naar het terugvinden van voorwerpen in de keuken en elders in huis. Het bedienen van apparatuur, zoals een wasmachine, vaatwasser en koffiezetapparaat is

12 8 Ondersteuning bij visuele problemen in het kader van posterieure corticale atrofie een casus Figuur 2 Verschillende toepassingen en technieken voor PCA-patiënten. a Een memorecorder met duidelijke toetsen en een gemakkelijke bediening om tekst en boodschappen op te nemen. b De Daisyspeler is een digitaal hulpmiddel dat luisterboeken en andere tekstbestanden kan voorlezen. c Voorbeeld van een computeraanpassing met contrastwerking en aandachtshulpmiddel. d Filterbrillen voor toepassingen bij lichtgevoeligheid. met behulp van enkele markeringen vereenvoudigd en overzichtelijk gemaakt. De ergotherapeut heeft in huis ook gekeken naar de verlichting en deze aangepast op de activiteiten van de patiënte en haar lichtbehoefte en -gevoeligheid. Deze aanpassingen zorgen ervoor datzijophetgebiedvandeadl,waarmogelijk,haar zelfstandigheid bewaart. Patiënte blijkt somber te zijn door wat haar is overkomen. Er is een hoge lijdensdruk. Daarnaast vindt zij het moeilijk om aan haar omgeving kenbaar te maken wat zij wel en niet kan zien. Zij ervaart hierbij vaak onbegrip. De psycho-educatie is gericht op het informeren van patiënte en haar echtgenoot over het ziektebeeld, de symptomen en het beloop van PCA. Vervolgens richt de psychologische behandeling zich op het omgaan met en het accepteren van de diagnose PCA. Haar lijdensdruk wordt door de behandeling verlaagd en haar energieniveau neemt toe. Doordat PCA een progressief beloop heeft, zullen er zich in de toekomst mogelijk nieuwe en andere hulpvragen voordoen. Als veranderingen in de ondersteuning nodig zijn, zal opnieuw beoordeeld worden waar en met wie deze nieuwe hulpvragen het beste kunnen worden besproken. Dit gebeurt in overleg met de casemanager. Het is belangrijk voor de patiënte om dit te weten. Ondersteuning bij visuele problemen Patiënten met visuele problemen die behoefte hebben aan ondersteuning of begeleiding kunnen worden doorverwezen naar een revalidatiecentrum dat zich richt op mensen met visuele problematiek. Bij de behandeling van PCA-patiënten ontbreekt het tot op heden aan evidence-based behandelmethoden. In de praktijk wordt echter veelvuldig gebruikgemaakt van behandelingen die worden ingezet bij andere patiëntengroepen met visuele problemen als gevolg van oogaandoeningen, zoals patiënten met cataract, maculadegeneratie of retinitis pigmentosa. Voor deze patiëntengroepen zijn verschillende soorten hulpmiddelen en trainingen ontwikkeld [9], die ook bruikbaar en veelbelovend zijn voor PCA-patiënten.

13 Neuropraxis 2017; 21 9 Patiënten met PCA en hun mantelzorgers hebben behoefte aan ondersteuning en informatie over het ziektebeeld, de symptomen en het beloop van de ziekte. Het diagnostisch centrum en het visueel revalidatiecentrum kunnen samenwerken door bijvoorbeeld gezamenlijk ondersteuningsgroepen (support groups) op te zetten onder begeleiding van specialisten. In dergelijke support groups kunnen neurologen, neuropsychologen, verpleegkundigen en ergotherapeuten informatie geven over PCA, de gevolgen ervan en over hoe met de ziekte kan worden opgegaan. Daarnaast kan groepsgewijs informatie over beschikbare hulpmiddelen gegeven worden. Ook kan er in zo n groep aandacht zijn voor het uitwisselen van ervaringen en kunnen mensen elkaar sociale steun bieden. Het behandelteam van een visueel revalidatiecentrum kan patiënten begeleiden bij het aanleren van vaardigheden om zolang mogelijk zelfstandig te kunnen blijven functioneren. Hierbij kan worden gedacht aan hulp bij de mobiliteit, in het huishouden en aanpassingen op het werk. Ten slotte kan een visuele beperking veel invloed hebben op de stemming van een patiënt [10]. Een revalidatiecentrum kan een patiënt begeleiden bij het verwerken en accepteren van de visuele beperking. Als een patiënt zich aanmeldt bij een visueel revalidatiecentrum wordt als eerste het oogheelkundig functioneren en de hulpvraag van de patiënt in kaart gebracht. Bij het low-visiononderzoek worden mogelijke oogheelkundige problemen bepaald door een optometrist, die de gezichtsscherpte, het contrastzien en het gezichtsveld onder verschillende lichtomstandigheden meet en beoordeelt. Op basis van dit onderzoek wordt bekeken of een patiënt baat heeft bij vergrotende hulpmiddelen, zoals een bril of loep. Vervolgens neemt de neuropsycholoog een kort screeningsonderzoek af naar de aanwezigheid van hogere visuele waarnemingsproblematiek. Aanvullend vindt eventueel, als het screeningsonderzoek te weinig informatie heeft opgeleverd, een visueel perceptieonderzoek plaats. Daarop volgt een intakegesprek, waarin de gevolgen van de visuele problemen voor het dagelijks leven van de patiënt worden besproken. Samen met een multidisciplinair team bestaande uit onder andere een oogmeetkundige, ergotherapeut, computeradviseur, mobiliteitstrainer en psycholoog worden de hulpvragen van de patiënt in kaart gebracht en wordt een behandelplan opgesteld. Hierbij wordt zo veel mogelijk rekening gehouden met eventuele andere cognitieve problemen en interessegebieden van de patiënt, evenals de mogelijkheden die de omgeving van patiënt aan ondersteuning biedt. Het onderzoeken van compensatiestrategieën en mogelijke hulpmiddelen die geschikt zijn voor een patiënt vormen een belangrijk onderdeel van de ondersteuning. Het revalidatieteam kan een patiënt hierin adviserenenhelpenbijhetomgaanmethethulpmiddel. Wanneer visuele informatie niet meer goed wordt verwerkt, kan bijvoorbeeld auditieve informatie een goed alternatief zijn. Hierbij kan worden gedacht aan een gesproken boek, spraakondersteuning op de computer, gesproken tijd of gesproken ondertiteling. In tab. 2 en fig. 2 staan overzichten van ondersteuning die geboden kan worden op verschillende gebieden. Ten slotte kan een revalidatieteam advies geven over eventuele aanpassingen in huis of op het gebied van mobiliteit [11, 12]. Conclusie PCA is een verzamelnaam voor progressieve visuo-spatiële en visuo-perceptieve stoornissen met een neurodegeneratieve aandoening als onderliggende oorzaak. Er is nog geen curatieve behandeling beschikbaar voor PCA. Instellingen die gespecialiseerd zijn in begeleiding van patiënten met visuele problemen kunnen PCA-patiënten bij een grote diversiteit aan visuele problemen ondersteuning bieden. De ontwikkeling van evidence-based behandelmethoden bij PCA is lastig vanwege de zeldzaamheid van PCA en de heterogeniteit van de visuo-spatiële en visuo-perceptieve stoornissen. Echter, verschillende behandelmethoden die worden toegepast bij slechtzienden en blinden blijken ook effectief voor PCA-patiënten [12, 13]. De heterogeniteit bij PCA maakt ook dat de visuele ondersteuning per individu gepersonaliseerd kan worden. Ondersteuning en begeleiding van een PCApatiënt bestaat niet alleen uit praktische aspecten met bijvoorbeeld hulpmiddelen in huis, maar ook de psychischeaspectenzijnvanbelang.debehoefteaanhulpmiddelen, welke hulpmiddelen en de behoefte aan psychische ondersteuning bij patiënten en mantelzorger is uiteenlopend. Een goede multidisciplinaire samenwerking tussen oogartsen en opticien, de geheugenpoli en instellingen die zijn gespecialiseerd in patiënten met visuele problemen is van belang bij het kiezen van een passende ondersteuning voor een specifieke PCA-patiënt. Tijdige signalering van de visuele problemen en passende ondersteuning bij de klachten kunnen ertoe leiden dat onder andere een verergering van eventuele psychische klachten kan worden voorkomen. Deze ondersteuning geeft PCA-patiënten meer zelfstandigheid, waardoor patiënten zo lang mogelijk thuis kunnen blijven wonen.

14 10 Ondersteuning bij visuele problemen in het kader van posterieure corticale atrofie een casus Literatuur 1. Koedam ELGE, Lauffer V, Vlies AE van der, Flier WM van der, Scheltens P, Pijnenburg YAL. Early-versus late-onset Alzheimer s disease: more than age alone. J Alzheimers Dis. 2010;19: Benson DF, Davis RJ, Snyder BD. Posterior cortical atrophy. Arch Neurol. 1988;45: Crutch SJ, Lehmann M, Schott JM, Rabinovici GD, Rossor MN, Fox NC. Posterior cortical atrophy. Lancet Neurol. 2012;11: doi: /s (11) Bouwman I. Posterieure corticale atrofie: het klinische beeld aan de hand van casuistiek. Neuropraxis. 2007;11: Geurts S, Doornmalen L van, Dijk G van. Posterieure corticale atrofie: Een zeldzame, weinig bekende diagnose bij toenemende stoornissen in de visuele waarneming. Tijdschr Neuropsychol. 2015;1: Borruat F-X. Posterior cortical atrophy: review of the recent literature. Neuroophthalmology. 2013;13: Koorengevel K, Verhey FRJ. Het syndroom van Bálint: ziende blind. Tijdschr Psychiatr. 2006;48: Koedam ELGE, Lehman M, Flier W van der, Scheltens P, Pijnenburg YAL, Fox N, et al. Visual assessment of posterior atrophy development of a MRI rating scale. Eur Radiol. 2011;21: Whittaker S, Scheiman M, Sokol-McKay DA. Low vision rehabilitation: a practical guide for occupational therapists. Thorofare, NJ, USA: SLACK Incorporated; Horowitz A, Reinhardt JP, Boerner K. The effect of rehabilitation on depression among visually disabled older adults. Aging Ment Health. 2005;9: Duffy MA. Making life more livable: simple adaptations for living at home after vision loss. American Foundation for the Blind. New York, NY, USA: AFB Press; Hakobyan L, Lumsden J, Sullivan DO, Bartlett H, McOptom H. Mobile assistive technologies for the visually impaired. Surv Ophthalmol. 2013;58: Massof RW, Maguire MG, Geruschat DR, Deremeik JT,GoldsteinJE,WarrenM.etal. Visualdisability in the elderly: implications for visual rehabilitation. In: Scholl HPN, Massof RW, West S (redactie). Ophthalmological ageing society. Berlin: Springer; p Annebet E. Leeuwis neuropsycholoog-onderzoeker Anne-Kristin Kuiper GZ-psycholoog Charlotte Schreuder neuropsycholoog, GZ-psycholoog i.o. Rick van den Toorn neuropsycholoog Philip Scheltens neuroloog, hoogleraar Cognitieve neurologie Yolande Pijnenburg neuroloog

15 Artikel Sociale cognitie en executieve functies na een aneurysmatische subarachnoïdale bloeding Anne M. Buunk Jacoba M. Spikman Jan D. M. Metzemaekers WenckeS.Veenstra J.MarcC.vanDijk RobJ.M.Groen Samenvatting Een aneurysmatische subarachnoïdale bloeding (asab) is een ernstige aandoening met een hoge mortaliteit (30 %). Veel van de patiënten die een asab overleven, zullen te maken krijgen met neurologische restverschijnselen en de gevolgen daarvan voor hun dagelijks leven. Veranderingen in emotie en gedrag, zoals apathie, ongepast sociaal gedrag en beperkt zelfinzicht, komen daarbij frequent voor. Deze gedragsveranderingen hebben een negatieve invloed op kwaliteit van leven en het dagelijks functioneren van zowel patiënten als de naastbetrokkenen. Desondanks zijn de factoren die ten grondslag liggen aan deze gedragsproblemen tot op heden nauwelijks onderzocht. Stoornissen in de hogere orde, prefrontaal gelokaliseerde, functies, waaronder ook de zogenaamde sociale cognitie valt, worden in de literatuur steeds vaker genoemd als mogelijke oorzaak. In het onderstaande artikel wordt het onderzoek beschreven dat momenteel wordt uitgewerkt tot een proefschrift over executief functioneren en sociale cognitie bij patiënten die een asab hebben doorgemaakt. In het bijzonder wordt daarin aandacht besteed aan de relatie tussen stoornissen in sociale cognitie en gedragsveranderingen. Trefwoorden subarachnoïdale bloeding sociale cognitie executieve functies gedragsveranderingen Inleiding A. M. Buunk ( ) J.M.Spikman Afdeling Klinische en Ontwikkelingsneuropsychologie, RijksuniversiteitGroningen, Groningen, Nederland a.m.buunk@umcg.nl J.D.M.Metzemaekers J.M.C.vanDijk R.J.M.Groen Afdeling Neurochirurgie, Universitair Medisch Centrum Groningen, Groningen, Nederland W. S. Veenstra Afdeling Neurochirurgie en Afdeling Neurologie unit Neuropsychologie, Universitair Medisch Centrum Groningen, Groningen, Nederland DOI /s z Published online: 11 January 2017 Jaarlijks worden in Nederland ongeveer 1500 mensen getroffen door een subarachnoïdale bloeding (SAB). Een SAB is een bloeding in de subarachnoïdale ruimte, dat wil zeggen de ruimte rondom de hersenen waarin zich het spinnenwebvlies (arachnoïdea) bevindt, gelegen tussen de pia mater en de dura mater. Het meest voorkomende en belangrijkste eerste symptoom van een SAB is zeer heftige, acute hoofdpijn ( de heftigste hoofdpijn ooit ). Daarnaast kan er sprake zijn van onder andere bewustzijnsverlies, fotofobie en misselijkheid. Ongeveer 10 tot 25 % van alle patiënten overlijdt nog voordat zij het ziekenhuis bereiken en degenen die

16 12 Sociale cognitie en executieve functies na een aneurysmatische subarachnoïdale bloeding een SAB overleven, hebben een grote kans op complicaties (zoals acute hydrocefalus, een recidiefbloeding, vasospasme en cerebrale ischemie). In 85 % van de gevallen is de oorzaak van de subarachnoïdale bloeding een ruptuur van een intracranieel aneurysma en spreken we van een aneurysmatische SAB (asab). Indien er op basis van CT-angiografie (CTA) of digitale subtractieangiografie (DSA) blijkt dat er sprake is van een aneurysma, zijn er twee behandelmogelijkheden. Het aneurysma kan worden afgesloten met behulp van een neurochirurgische interventie (clippen, inpakken (wrapping) of een bypass) of een endovasculaire behandeling (coilen en/of stenting). Het wordt aanbevolen patiënten met een asab in goede klinische conditie zo snel mogelijk te behandelen om de kans op een hernieuwde bloeding uit het aneurysma zo klein mogelijk te houden [1]. Een asab komt vaak voor op een relatief jonge leeftijd (gemiddeld tussen het 40e en 60e levensjaar) en vaker bij vrouwen dan bij mannen (man-vrouwratio 2:3). Patiënten bevinden zich dus in een levensfase waarin ze over het algemeen belangrijke taken en verantwoordelijkheden hebben in het gezin, op hun werk en in hun sociale omgeving (familie, vrienden, vereniging, etc.). Uit eerdere studies is gebleken dat meer dan 50 % van alle patiënten na een asab niet in staat is om de vroegere werkzaamheden te hervatten, zelfs in afwezigheid van fysieke beperkingen [2, 3]. De cognitieve, emotionele en gedragsmatige gevolgen van een asab zijn talrijk en lijken van grotere invloed op het dagelijks functioneren en de kwaliteit van leven dan bijvoorbeeld de ernst van de bloeding. Zo worden stoornissen in de basale cognitieve domeinen, dat wil zeggen geheugen, aandacht, tempo en taal, veelvuldig beschreven na een aneurysmatische SAB [2, 4 7]. Tevens worden als restverschijnselen van een asab vermoeidheid en angst- en stemmingsklachten beschreven [2, 8]. Daarnaast komen veranderingen in gedrag en persoonlijkheid, zoals onverschilligheid, chaotisch gedrag, gebrek aan inzicht en inadequaat sociaal gedrag, regelmatig voor [9 13]. Hoewel met name veranderingen in gedrag het dagelijks leven van SAB-patiënten ernstig kunnen belemmeren, is er tot nu toe weinig onderzoek gedaan naar de onderliggende factoren van deze gedragsveranderingen. Het is zeer waarschijnlijk dat stoornissen in de prefrontaal gereguleerde cognitieve functies, zoals executief functioneren en sociale cognitie, ten grondslag liggen aan dergelijke veranderingen. Executieve functies zijn de functies die nodig zijn om complexe taken te kunnen plannen, initiëren, reguleren en controleren. Flexibiliteit (mentaal schakelen) en inhibitie zijn hiervoor eveneens van belang. Sociale cognitie omvat een set van hersenfuncties die nodig zijn om in sociale situaties, dat wil zeggen, tijdens interacties met andere mensen, de relevante informatie waar te nemen, op basis daarvan te begrijpen wat anderen denken en voelen, en vervolgens het eigen gedrag er op af te stemmen [14, 15]. Een belangrijk onderdeel van sociale cognitie is het kunnen herkennen van emotionele gezichtsuitdrukkingen. Executieve functies en sociale cognitie worden noodzakelijk geacht voor de regulatie van emotie en gedrag en zijn geassocieerd met schade aan de orbitofrontale en ventromediale prefrontale hersencircuits [14, 16]. Deze prefrontaal gereguleerde cognitieve functies zijn onder andere na traumatisch hersenletsel (THL) stelselmatig onderzocht, en in deze patiëntengroep werd een duidelijke relatie gevonden tussen stoornisseninexecutievefunctiesensocialecognitie en zowel problemen in sociale interactie als beperkingen in het dagelijks functioneren [17 19]. Daarentegen zijn bij patiënten met een asab tot nu toe executieve functies nauwelijks en sociale cognitie helemaal niet onderzocht. Daarom is in het kader van ons onderzoek een aantal studies uitgevoerd om de gevolgen van een asab in kaart te brengen, met speciale aandacht voor executief functioneren en sociale cognitie. In het huidige artikel zullen, aan de hand van de resultaten van deze studies, de volgende vragen worden beantwoord: 1. Is de hervatting van dagelijkse bezigheden na een asab gerelateerd aan zelf gerapporteerde klachten op het gebied van executieve functies, sociale cognitie, basale cognitie en stemming? 2. Is er sprake van stoornissen in prefrontaal gereguleerde cognitieve functies (sociale cognitie en executieve functies) na een asab? 3. Hangen prestaties op het gebied van sociale cognitie samen met gedragsveranderingen na een asab? Executieve klachten, stemmings- en cognitieve problemen Uit onderzoek blijkt dat patiënten na een asab diverse cognitieve, emotionele en gedragsmatige klachten rapporteren die het dagelijks functioneren kunnen belemmeren [8, 12, 20, 21]. Tot nu toe is in studies naar het dagelijks functioneren na een asab voornamelijk werkhervatting onderzocht, dat wil zeggen de mate waarin patiënten hun werkzaamheden van voor de SAB kunnen hervatten. Hieruit kwam onder andere naarvorendatexecutieveproblemenenpersoonlijkheidsveranderingen de terugkeer naar het oorspronkelijke werk kunnen bemoeilijken [9, 22]. Ook kunnen cognitieve problemen, angst en depressie een negatieve invloed hebben op de werkhervatting [23 25]. Echter, om een betrouwbare uitspraak te kunnen doen over de vraag in hoeverre patiënten hersteld zijn, is tevens van belang dat wordt gekeken naar vrijetijdsbesteding en sociale activiteiten. Die bezigheden blijken namelijk een belangrijke voorspeller te zijn voor de kwaliteit van leven na niet-aangeboren hersenletsel (NAH), waaronder hersenbloedingen en -infarcten. In enkele studies naar vrijetijdsbesteding en sociale activiteiten bij NAH-patiënten zijn asab-patiënten als

17 Neuropraxis 2017; subgroep opgenomen [26 28]. Echter, de mate waarin hobby s en sociale contacten weer opgepakt worden na een asab, en in het bijzonder welke factoren hieraan gerelateerd zijn, is niet systematisch onderzocht. Onze verwachting was dat, gezien de voorspellende waarde van cognitieve problemen, executieve klachten en stemmingsproblematiek voor werkhervatting, deze factoren eveneens van belang zouden zijn voor de hervatting van de vrijetijdsbesteding en sociale activiteiten. Om deze vraag te beantwoorden, hebben we een onderzoek verricht waarvoor tweehonderd SABpatiënten werden geïncludeerd, die allen tussen 2002 en 2009 op de afdeling Neurochirurgie van het Universitair Medisch Centrum Groningen opgenomen waren geweest vanwege een aneurysmatische SAB. Gemiddeld 4,6 jaar na hun bloeding hebben deze patiënten diverse vragenlijsten ingevuld, waaronder de Dysexecutive Questionnaire (DEX; [29]), die problemen in executief functioneren en sociale cognitie meet. Er werd gebruikgemaakt van zowel de totaalscore als de scores op twee subschalen Executieve cognitie en Sociale conventie [30, 31]. Daarnaast vulden patiënten vragenlijsten in om overige klachten in kaart te brengen, in het bijzonder stemming, vermoeidheid, cognitieve en fysieke problemen. Middels een gestructureerd telefonisch interview (Rolhervattingslijst [32]) werd de hervatting van dagelijkse bezigheden in kaart gebracht. Omtebepaleninhoeverreklachtenvaninvloedwaren op de hervatting van hobby s en sociale rollen, werd een logistische regressieanalyse uitgevoerd met als voorspellers de scores op de vragenlijsten, klinische conditie bij opname (World Federation of Neurological Surgeons [33]) en arbeidsstatus na de SAB [34]. Ons onderzoek toonde aan dat een gedeelte van de patiënten die in de chronische fase (4 10 jaar) na een asab verkeren, restklachten heeft op het gebied van sociale cognitie en executieve functies. Ongeveer een vijfde van alle patiënten rapporteerde executieve en sociaal-cognitieve problemen (score >27 op de DEX). Tevens rapporteerden deze patiënten stemmingsklachten: een kwart van hen rapporteerde angst en depressie en meer dan 40 % emotionele labiliteit. Ruim twee derde van de patiënten gaf aan last te hebben van vermoeidheid en cognitieve problemen. Uit de analyse bleek bovendien dat meer dan de helft van de onderzochte patiënten niet staat was om wat zij in hun vrije tijd deden te hervatten op het niveau van vóór de asab, met als voorspellende factoren het hebben van depressieve gevoelens en executieve problemen, het ervaren van vermoeidheid en werkloos zijn. Daarnaast rapporteerde meer dan een derde van alle patiënten een beperkte sociale re-integratie, waarbij depressieve klachten, cognitieve problemen en vermoeidheid belangrijke voorspellers bleken te zijn. Deze bevindingen sluiten aan bij die uit eerder onderzoek naar werkhervatting na een asab, waaruit stemmings- en cognitieve klachten als voorspellers naar voren kwamen. Bovendien laten deze resultaten zien dat het hebben van executieve klachten duidelijk gerelateerd was aan ervaren problemen in het dagelijks leven na een asab. Hoewel deze studie het verband tussen stemmings-, cognitieve en executieve klachten en de hervatting van dagelijkse activiteiten na een asab inzichtelijker heeft gemaakt, bleven enkele belangrijke vragen onbeantwoord. In het bijzonder: 1) Is er, naast subjectieve klachten, ook sprake van objectiveerbare cognitieve stoornissen in de prefrontaal gereguleerde functies na een asab? Daarnaast: 2) Is er een verband tussen prestaties op het gebied van sociale cognitie en gedragsveranderingen na een asab? Sociale cognitie en executieve functies Studies naar de gevolgen van traumatisch hersenletsel [17 19] hebben uitgewezen dat stoornissen in executieve functies en sociale cognitie het functioneren in het dagelijks leven negatief beïnvloeden. Verscheidene studies [2, 4, 5, 7] hebben cognitieve stoornissen na een asab aangetoond, maar executief functioneren en sociale cognitie zijn tot op heden nauwelijks onderzocht. De meeste studies naar stoornissen in executief functioneren na een asab hebben zich selectief gericht op enkele aspecten van executief functioneren, te weten mentale flexibiliteit en inhibitie, waarbij andere belangrijke aspecten, namelijk planning, initiatie en regulatie van gedrag bij complexe taken, grotendeels buiten beschouwing zijn gelaten. Alleen in de studie van Noble et al. [35] werd het executief functioneren na een asab onderzocht met behulp van een testbatterij die complexe planning en regulatie beoogt te meten (Behavioral Assessment of the Dysexecutive Syndrome; BADS). Prestaties van patiënten werden in deze studie echter niet vergeleken met die van een gematchte gezonde controlegroep, waardoor geen uitspraak kon worden gedaan over de mate waarin executief functioneren gestoord was. Drie andere studies onderzochten planning, initiatie en regulatie na asab, maar in twee hiervan werd slechts een subgroep van asab-patiënten met een aneurysma van de arteria communicans anterior onderzocht [36, 37] en in de derde studie werden alleen asab-patiënten geïncludeerd die behandeld waren met behulp van een neurochirurgische interventie [38]. Er zijn tot nu toe geen studies verricht waarbij stoornissen in sociale cognitie werden onderzocht bij patiënten die een asab hebben doorgemaakt. Daarom was het doel van de hier beschreven studie om te onderzoeken of asab-patiënten afwijkend presteerden in vergelijking met een gezonde controlegroep op verschillende aspecten van sociale cognitie en executieve functies. Patiënten werden tevens onderzocht met neuropsychologische tests voor een brede range van basale cognitieve functies, zoals aandacht, mentaal tempo en geheugen.

18 14 Sociale cognitie en executieve functies na een aneurysmatische subarachnoïdale bloeding 90 asab-patiënten met een gemiddelde leeftijd van 53 jaar werden ongeveer vijf maanden na hun bloeding neuropsychologisch onderzocht. Naast basale cognitieve functies werden executieve functies (m.b.v. de Dierentuin-plattegrondtest, BADS [39]) en emotieherkenning (m.b.v. Facial Expressions of Emotion Stimuli and Tests; FEEST [40]) onderzocht. De resultaten van de patiëntengroep werden met behulp van onafhankelijke t-testenen Mann-Whitney-U-testen vergeleken met een gezonde controlegroep, gematcht voor leeftijd, geslacht en opleidingsniveau [41]. Patiënten met een asab presteerden significant slechter dan gezonde controles op alle tests voor basale cognitieve functies, hetgeen duidt op stoornissen in geheugen, aandacht en tempo. Deze resultaten komen overeen met uitkomsten uit eerdere studies die basale cognitieve functies na een asab onderzochten [2, 5, 42, 43]. Naast stoornissen in het geheugen, blijken stoornissen in de executieve functies op de voorgrond te staan; bij 41,4 % van alle asab-patiënten was er sprake van executieve functiestoornissen (tegenover 4 % in de controlegroep). Deze patiënten hadden statistisch significant lagere scores dan gezonde controleparticipanten op het gebied van planning en gedragsregulatie in complexe taken. Tevens bleek dat de emotieherkenning na een asab gestoord was. Kortom, op basis vanditonderzoekzijnerduidelijkeaanwijzingenvoor stoornissenindeprefrontaalgereguleerdecognitieve functies na een asab. Dat emotieherkenning gestoord kan zijn na een asab was tot nu toe niet bekend. Dit roept de vraag op of andere aspecten van sociale cognitie eveneens aangedaan kunnen zijn na een asab. Voor sociale cognitie is niet alleen het waarnemen van relevante sociale informatie (zoals emotionele gezichtsuitdrukkingen), maar ook het begrijpen van gedrag en intenties van anderen van belang. Om sociale situaties goed te kunnen begrijpen en ook adequaat te kunnen reageren, zijn theory of mind (ToM) en empathie essentieel. ToM is het vermogen om de mentale toestand (zoals wensen, gevoelens en gedachten) van andereninteschattenentebegrijpen,omopbasishiervan het gedrag van die anderen te voorspellen. Een van de onderdelen van ToM is het herkennen van de onbedoelde sociale blunders van anderen (de zogenaamde faux pas). Empathie is het vermogen om daadwerkelijk met de ander mee te voelen. De verschillende aspecten van sociale cognitie werden in een vervolgstudie onderzocht bij 88 asab-patiënten. De prestaties van asab-patiënten op taken voor emotieherkenning, ToM en empathie werden vergeleken met die van zestig gezonde personen, die waren gematcht voor leeftijd, geslacht en opleidingsniveau. Uit de resultaten kwam naar voren dat patiënten significant slechter scoorden dan gezonde controleparticipanten op vrijwel alle aspecten van sociale cognitie, met gemiddelde tot grote effectgroottes. Op basis van deze bevindingen kan geconcludeerd worden dat er sprake kan zijn van stoornissen in verschillende aspecten van sociale cognitie na een asab. Sociaal-cognitieve stoornissen zijn eveneens beschreven na onder andere THL en herseninfarcten, waarbij een verband is aangetoond met gedragsveranderingen [18, 44]. Veranderingen in gedrag, zoals apathie, verminderd inzicht in eigen functioneren en ongepast sociaal gedrag worden frequent gerapporteerd na een asab [9, 13, 45, 46]. Dergelijke gedragsveranderingen kunnen de sociale participatie belemmeren. De duidelijke relatie tussen stoornissen in sociale cognitie en gedragsveranderingen die al is aangetoond bij patiënten met THL, is tot nu toe nog niet bij patiënten die een asab hebben doorgemaakt onderzocht. Om deze reden hebben wij in onze studie gekeken naar de mate waarin stoornissen in aspecten van sociale cognitie (emotieherkenning, ToM, empathie) samenhingen met gedragsveranderingen na een asab. Gedragsveranderingen, waaronder problemen in het psychosociaal functioneren en desinteresse, werden gemeten met gestandaardiseerde vragenlijsten, die werden ingevuld door zowel patiënten als hun partners of familieleden. Allereerst bleek dat er bij een derde van de patiënten sprake is van gedragsproblemen, hetgeen in overeenstemming is met de eerder uitgevoerde studies [11, 47]. Voorts werden significante negatieve correlaties gevonden tussen de prestaties op diverse sociale cognitietaken en de scores op de vragenlijsten zoals ingevuld door naastbetrokkenen. Slechtere scores met betrekking tot emotieherkenning en ToM hingen samen met meer gedragsproblemen, zoals gerapporteerd door partners en familie. Een interessante bevinding was dat slechtere prestaties op sociale cognitietests niet significant correleerden met gedragsmatige klachten van de patiënten zelf. Waarschijnlijk zijn beoordelingen van naastbetrokkenen van asab patiënten betrouwbaarder dan de door patiënten zelf gerapporteerde klachten, en hebben patiënten een verminderd inzicht in hun eigen functioneren. Dit is eerder gevonden bij patiënten met THL [48, 49]. Bij SAB-patiënten werden hier bij de vergelijking van zelf- en proxyscores op de DEX in onze eerste studie [34] ook al aanwijzingen voor gevonden. In andere studies naar de gevolgen van een asab werd het belang van de mening van naastbetrokkenen bij de inventarisatie van post-sab-klachten eveneens benadrukt [12, 46]. Stoornissen in sociale cognitie zijn dus gerelateerd aangedragsproblemennaeenasab.indehuidigestudie is dit onderzocht door middel van correlationeel onderzoek, waardoor er geen causale relatie afgeleid kon worden. Het is echter zeer waarschijnlijk dat een verminderde emotieherkenning en een beperkt inlevingsvermogenleidentotproblemeninhetcontact met anderen, omdat patiënten de sociale informatie die nodig is om gepast te reageren niet adequaat kunnen waarnemen en interpreteren. Een en ander kan op

19 Neuropraxis 2017; nabije anderen overkomen als verminderde interesse en een gebrek aan wederkerigheid, hetgeen tot relatieproblemen kan leiden. Conclusie en klinische implicaties De hier beschreven studies geven meer inzicht in de gevolgen van een SAB op het gebied van executief functioneren en sociale cognitie en de wijze waarop deze samenhangen met veranderingen in gedrag. Ten eerste komt naar voren dat na een asab sprake is van zowel subjectieve klachten als objectiveerbare tekorteninexecutievefunctiesensocialecognitie. Voorts zijn stoornissen in sociale cognitie na een asab gerelateerd aan problemen in gedrag, zoals gerapporteerd wordt door naastbetrokkenen van patiënten. De bevinding dat met name stoornissen in sociale cognitie na een asab ten grondslag lijken te liggen aan veran- deringen in gedrag en persoonlijkheid, biedt kansen om zowel diagnostiek als behandeling van gedragsveranderingen te verbeteren. Naar onze mening vormen tests voor sociale cognitie een waardevolle toevoeging aan het neuropsychologisch testonderzoek bij patiënten met een asab, in het bijzonder als er sprake is van gedrags- of persoonlijkheidsveranderingen. De veronderstelling dat behandelingen die zijn gericht op stoornissen in de sociale cognitie werkzaam zijn bij patiënten met een asab is ook zeker verdedigbaar. Tot slot werd het verband tussen gedragsproblemen en tekorten in sociale cognitie alleen gevonden ten aanzien van gedragsproblemen die door naastbetrokkenen werden gerapporteerd. Om deze reden is het van groot belang om partners en familieleden te betrekken bij het diagnostisch proces en de eventueel daarop volgende (cognitieve revalidatie)behandeling. Literatuur 1. Richtlijn Subarachnoïdale Bloeding. Nederlandse Vereniging voor Neurologie, Nederlandse Vereniging voor Neurochirurgie, Nederlandse Vereniging voor Radiologie. Utrecht: NvN/NVvN/NVR; Al-Khindi T, Macdonald RL, Schweizer TA. Cognitive and functional outcome after aneurysmal subarachnoid hemorrhage. Stroke. 2010;41(8):e519 e Passier PE, Visser-Meily JM, Rinkel GJ, Lindeman E, Post MW. Life satisfaction and return to work after aneurysmal subarachnoid hemorrhage. J Stroke Cerebrovasc Dis. 2011;20(4): Rinkel GJ, Algra A. Long-term outcomes of patients with aneurysmal subarachnoid haemorrhage. Lancet Neurol. 2011;10(4): Mayer SA, Kreiter KT, Copeland D, Bernardini GL, Bates JE, Peery S, et al. Global and domain-specific cognitive impairment and outcome after subarachnoid hemorrhage. Neurology. 2002;59(11): Manning L, Pierot L, Dufour A. Anterior and non-anterior ruptured aneurysms: memory and frontal lobe function performance following coiling. Eur J Neurol. 2005;12(6): Hadjivassiliou M, Tooth CL, Romanowski CA, Byrne J, Battersby RD, Oxbury S, et al. Aneurysmal SAH: cognitive outcome and structural damage after clipping or coiling. Neurology. 2001;56(12): Passier PE, Visser-Meily JM, Zandvoort MJ van, Post MW, Rinkel GJ, Heugten C van. Prevalence and determinants of cognitive complaints after aneurysmal subarachnoid hemorrhage. Cerebrovasc Dis. 2010;29(6): OgdenJA,UtleyT,MeeEW.Neurologicalandpsychosocial outcome 4 to 7 years after subarachnoid hemorrhage. Neurosurgery. 1997;41(1): WongGK,LamSW,ChanSS,LaiM,TsePP,Mok V, et al. Neuropsychiatric disturbance after aneurysmal subarachnoid hemorrhage. J Clin Neurosci. 2014;21(10): Salmond CH, DeVito EE, Clark L, Menon DK, Chatfield DA, Pickard JD, et al. Impulsivity, reward sensitivity, and decision-making in subarachnoid hemorrhage survivors. J Int Neuropsychol Soc. 2006;12(5): Buchanan KM, Elias LJ, Goplen GB. Differing perspectives on outcome after subarachnoid hemorrhage: the patient, the relative, the neurosurgeon. Neurosurgery. 2000;46(4):831 8, discussion Storey PB. Brain damage and personality change after subarachnoid haemorrhage. Br J Psychiatry. 1970;117(537): Adolphs R. The neurobiology of social cognition. Curr Opin Neurobiol. 2001;11(2): Beer JS, Mitchell JP, Ochsner KN. Special issue: Multiple perspectives on the psychological and neural bases of social cognition. Brain Res. 2006;1079(1): Tekin S, Cummings JL. Frontal-subcortical neuronal circuits and clinical neuropsychiatry: an update. J Psychosom Res. 2002;53(2): Babbage DR, Yim J, Zupan B, Neumann D, Tomita MR, Willer B. Meta-analysis of facial affect recognition difficulties after traumatic brain injury. Neuropsychology. 2011;25(3): Spikman JM, Milders MV, Visser-Keizer AC, Westerhof-Evers HJ, Herben-Dekker M, Naalt J van der. Deficits in facial emotion recognition indicate behavioral changes and impaired self-awareness after moderate to severe traumatic brain injury. PLOS ONE. 2013;8(6):e Bottari C, Dassa C, Rainville C, Dutil E. The criterion-related validity of the IADL Profile with measures of executive functions, indices of trauma seve-

20 16 Sociale cognitie en executieve functies na een aneurysmatische subarachnoïdale bloeding rity and sociodemographic characteristics. Brain Inj. 2009;23(4): Alfieri A, Unterhuber V, Pircher M, Schwarz A, GazzeriR,ReinertM,etal. Psychosocialandneurocognitive performance after spontaneous nonaneurysmal subarachnoid hemorrhage related to the APOE-epsilon4 genotype: a prospective 5-year follow-up study. J Neurosurg. 2008;109(6): Kutlubaev MA, Barugh AJ, Mead GE. Fatigue after subarachnoid haemorrhage: a systematic review. J Psychosom Res. 2012;72(4): Vilkki JS, Juvela S, Siironen J, Ilvonen T, Varis J, Porras M. Relationship of local infarctions to cognitive and psychosocial impairments after aneurysmal subarachnoid hemorrhage. Neurosurgery. Oct. 2004;55(4): , discussion Carter BS, Buckley D, Ferraro R, Rordorf G, Ogilvy CS. Factors associated with reintegration to normal living after subarachnoid hemorrhage. Neurosurgery. 2000;46(6): , discussion Vilkki J, Juvela S, Malmivaara K, Siironen J, Hernesniemi J. Predictors of work status and quality of life 9 13 years after aneurysmal subarachnoid hemorrahage. Acta Neurochir (Wien). 2012;154(8): Morris PG, Wilson JT, Dunn L. Anxiety and depression after spontaneous subarachnoid hemorrhage. Neurosurgery. 2004;54(1):47 52, discussion Bhogal SK, Teasell RW, Foley NC, Speechley MR. Community reintegration after strok. Top Stroke Rehabil. 2003;10(2): Mayo NE, Wood-Dauphinee S, Cote R, Durcan L, Carlton J. Activity, participation, and quality of life 6 months poststroke. Arch Phys Med Rehabil. 2002; 83(8): Johansson U, Hogberg H, Bernspang B. Participation in everyday occupations in a late phase of recovery after brain injury. Scand J Occup Ther. 2007;14(2): Wilson BA, Alderman N, Burgess PW, Emslie H, Evans JJ. Behavioural assessment of the dysexecutive syndrome. Bury St. Edmunds: Thames Valley Test Company; Simblett SK, Bateman A. Dimensions of the Dysexecutive Questionnaire (DEX) examined using Rasch analysis. Neuropsychol Rehabil. 2011;21(1): Bodenburg S, Dopslaff N. The Dysexecutive Questionnaire advanced: item and test score characteristics, 4-factor solution, and severity classification. J Nerv Ment Dis. 2008;196(1): SpikmanJM,BrandB,BrouwerWH.Rolhervattingslijst (Role Resumption List). Groningen: UMCG; Teasdale GM, Drake CG, Hunt W, Kassell N, Sano K, Pertuiset B, et al. A universal subarachnoid hemorrhage scale: report of a committee of the World Federation of Neurosurgical Societies. J Neurol Neurosurg Psychiatry. 1988;51(11): Buunk AM, Groen RJ, Veenstra WS, Spikman JM. Leisure and social participation in patients 4 10 years after aneurysmal subarachnoid haemorrhage. Brain Inj. 2015;29(13 14): Noble AJ, Baisch S, Mendelow AD, Allen L, Kane P, Schenk T. Posttraumatic stress disorder explains reduced quality of life in subarachnoid hemorrhage patients in both the short and long term. Neurosurgery. 2008;63(6): , discussion Martinaud O, Perin B, Gerardin E, Proust F, Bioux S, Gars DL, et al. Anatomy of executive deficit following ruptured anterior communicating artery aneurysm. Eur J Neurol. 2009;16(5): MavaddatN,KirkpatrickPJ,RogersRD,SahakianBJ. Deficits in decision-making in patients with aneurysms of the anterior communicating artery. Brain. 2000;123(Pt 10): UchikawaK,InabaM,KagamiH,IchimuraS,Fujiwara T, Tsuji T, et al. Executive dysfunction is related with decreased frontal lobe blood flow in patients with subarachnoid haemorrhage. Brain Inj. 2014;28(1): Norris G, Tate GL. The Behavioural Assessment of the Dysexecutive Syndrome (BADS): Ecological, concurrent and construct validity. Neuropsychol Rehabil. 2000;10: Young A, Perrett D, Calder A, Sprengelmeyer R, Ekman P. Facial expressions of emotion stimuli and tests (FEEST). Bury St Edmunds: Thames Valley Test Company; Buunk AM, Groen RJ, Veenstra WS, Metzemaekers JD, Hoeven JH van der, Dijk JM van, et al. Cognitive deficits after aneurysmal and angiographically negative subarachnoid hemorrhage: memory, attention, executive functioning, and emotion recognition. Neuropsychology. 2016;30(8): Kreiter KT, Copeland D, Bernardini GL, Bates JE, Peery S, Claassen J, et al. Predictors of cognitive dysfunction after subarachnoid hemorrhage. Stroke. 2002;33(1): Ladowski D, Qian W, Kapadia AN, Macdonald RL, Schweizer TA. Effect of aneurysmal subarachnoid hemorrhage on word generation. Behav Neurol. 2014;2014: Blonder LX, Pettigrew LC, Kryscio RJ. Emotion recognition and marital satisfaction in stroke. J Clin Exp Neuropsychol. 2012;34(6): Salmond CH, DeVito EE, Clark L, Menon DK, Chatfield DA, Pickard JD, et al. Impulsivity, reward sensitivity, and decision-making in subarachnoid hemorrhage survivors. J Int Neuropsychol Soc. 2006;12(5): Hutter BO, Gilsbach JM. Introspective capacities in patients with cognitive deficits after subarachnoid hemorrhage. J Clin Exp Neuropsychol. 1995;17(4): Caeiro L, Santos CO, Ferro JM, Figueira ML. Neuropsychiatric disturbances in acute subarachnoid haemorrhage. Eur J Neurol. 2011;18(6): Spikman JM, Naalt J van der. Indices of impaired self-awareness in traumatic brain injury patients with focal frontal lesions and executive deficits: implications for outcome measurement. J Neurotrauma. 2010;27(7): Hart T, Sherer M, Whyte J, Polansky M, Novack TA. Awareness of behavioral, cognitive, and physical deficits in acute traumatic brain injury. Arch Phys Med Rehabil. 2004;85(9):

21 Neuropraxis 2017; Anne M. Buunk neuropsycholoog Jacoba M. Spikman klinisch neuropsycholoog, hoogleraar Medische neuropsychologie, in het bijzonder de neuropsychologische revalidatie Jan D.M. Metzemaekers neurochirurg Wencke S. Veenstra neuropsycholoog, gezondheidszorgpsycholoog, klinisch linguïst J. Marc C. van Dijk neurochirurg, hoogleraar Neurochirugie Rob J.M. Groen neurochirurg, hoogleraar Neurochirurgie

22 Gelezen Dertig testen op een rij? J. A. M. Vandermeulen Sarah E. Macpherson, Sergio Della Sala, with Simon. R. Cox, Allessandra Girardi Matthew and H. Iveson Handbook of frontal lobe assessment Oxford, Oxford University Press, ISBN: Hetisopmerkelijkdat,alsmeninGoogledeterm frontal lobe assessment invoert, deze zoekactie tot resultaten leidt. Nu zal het niet zo zijn dat die score direct tot assessment leidt, maar een score maakt wel duidelijk in welke mate er aandacht aan een begrip wordt besteed. Dit nieuwe handboek is daartoe een aanvulling. Het boek omvat tien hoofdstukken, waarbij de aandachtnietalleenuitgaatnaarexecutievefuncties,wat zo vaak het geval is, maar ook het begrip frontaal wordt geaccentueerd en de daarmee samenhangende testen. Executieve functies en frontaal worden vaak als synoniem voor eenzelfde opvatting beschouwd, maar dat is een misvatting [1]. In het eerste, uitstekende introductiehoofdstuk werkt men dit verschil goed uit en komt men tot de conclusie dat niet één gebied verantwoordelijk is voor het succesvol uitvoeren van taken. Het is een samenspel tussen verschillende gebieden in de frontaalkwab, waarbij ook andere gebieden interactief zijn. Zelfs domeinen zoals mentaliseren en theory of mind spelen een rol [2]. Zo is een interactie met de thalamus, de amygdala en het cerebellum van groot belang voor het zenden en ontvangen van feedback over verrichte handelingen. De auteurs geven vervolgens een goed overzicht van het feit dat een definitie van executieve functies, vanwege de wisselende benaderingen en ge- J. A. M. Vandermeulen ( ) Virenze, Geleen, Nederland j.vandermeulen@virenze.nl DOI /s Published online: 11 January 2017 kozen nomenclatuur, nagenoeg niet mogelijk is. Het is echter wel opmerkelijk dat een indeling gehanteerd wordt die nauw aansluit bij de domeinen die betrokken zijn bij executieve functies. De hoofdstukken hebben allemaal dezelfde opbouw, hetgeen het zoeken naar feiten gemakkelijk maakt. Steeds volgt men de werkwijze: testbeschrijving (frontaalkwab of executief gericht, of een combinatie van beiden), studies over patiëntenpopulaties, MRI-studies, aging (ouderdom) en een samenvatting van de belangrijkste conclusies. Wellicht dat men een dergelijke werkwijze als saai zou kunnen omschrijven, maar het is wel erg handig als geboden informatie snel opgezocht en logisch geanalyseerd kan worden. Hoofdstuk twee richt zich op testen met een verhoogd abstractieniveau: de Brixton Spatial Anticipation Test en de Proverb Antcipation Test. Hoofdstuk drie behandelt testen die zijn gericht op initiëren en inhibitie: de AX-Continuous Performance Task,deGO/NO-Task,deHayling Sentence Completion Task, de Stimulus-Response Compatibility Task en de Verbal Fluency Tasks. Hoofdstuk vier omvat de testen omtrent mentale flexibiliteit: de Goal Neglect Task, dereversal Learning Task,deTrail Making Test en de Wisconsin Trail Making Test. Hoofdstuk vijf beschrijft multitasking: de Six Elements Task en de Multiple Errands Task. Hoofdstuk 6, met als thema probleemoplossen en beoordelen, bevat de Cognitive Estimation Task,deRecency and Temporal Order Discrimination en de Tower Tests. Hoofdstuk zeven, met als thema werkgeheugen, omvat de Digit Span Backwards Task, de Target/ Response Delay Task,deN-Back Task en de Self-Ordered Pointing Task.

23 Neuropraxis 2017; In hoofdstuk 8 wordt ten aanzien van de emotionele verwerking slechts één test beschreven: de Emotion Identification Test. In hoofdstuk 9 zijn vier testen opgenomen, die alle gericht zijn op sociale besluitvorming: de Implicit Association Task,deIowa Gambling Task,deMoralDecision Making Task en de Ultimatum Game Task. Hoofdstuk 10, met als kern de Theory of Mind, legt de nadruk op de Animations Task, defaux Pas Task, de Judgement of Preference Task, dereading the Mind in the Eyes Task,deCartoons Task en de Theory of Mind Stories. Ten slotte hebben de auteurs een handig overzicht gemaakt, waarin alle testen en taken over dezelfde categorieën zijn verdeeld als in de hoofdstukken, maar dan ook gekoppeld aan de vier subregio s die betrokken zijn bij het uitvoeren van taken vanuit de frontaalkwab: de frontale pool (algemeen uitgangspunt) en de dorsolaterale, orbitofrontale en anterieure cingulate cortex. Het boek is een echt naslagwerk geworden. Het leest niet echt gemakkelijk, maar het reikt wel informatie aan over de 30 meest gebruikte testen en taken en voorziet daarmee wel in een behoefte. Men besteedt aandacht aan de verschillende gebieden in de frontaalkwab en legt tevens relaties naar anderen neuronale netwerken die mogelijk bij executieve functies betrokken zijn. Voor het onderzoek bij patiënten met frontale laesies kan het een steun vormen bij het kiezen van testen en taken als een handelingsplan moet worden opgezet voor hulp bij ADL-activiteiten, cognitieve training en mogelijk psychotherapie. Voor het Nederlandstalige gebied is het boek een verrijking, omdat de aandacht niet alleen uitgaat naar executieve testen, zoals we dat in het Handboek Neuro- psychologische diagnostiek uit 2012 zien [3], maar ook naar testen die gekoppeld kunnen worden aan verschillende (aangrenzende) gebieden van de frontaalkwab. De vraag blijft of het afgrenzen van gebieden in de frontaalkwab wel mogelijk is, zeker als we deze vraag bezien vanuit een holistisch neuropsychologisch oogpunt. Natuurlijk kan men stellen dat deze testen niet aansluiten bij de criteria van de Commissie Testaangelegenheden Nederland (COTAN) [4]. Het is op zijn minst opvallend dat in de praktijk testen worden gebruikt die niet bekend zijn bij de COTAN, maar die wel degelijk inzicht geven, naast het feit dat die testen toepasbaar zijn in kwalitatief onderzoek en dus ondersteunend werken, bijvoorbeeld bij een indicatiestelling van een patiënt. Het is verder opmerkelijk dat op het gebied van emoties slechts één test vermeld is; een test zoals de Emotional Recognition Test (ERT) zou hiernamelijk ook niet misstaan hebben [5]. Kunnen we nu stellen dat dit boek de aanschaf waard is? Ja, mits het als een handboek gezien kan worden, waarbij dertig testen een indruk verschaffen van onderzoek naar de frontaalkwab en aanverwante gebieden en waarbij het begrip executief niet automatisch gelijkgesteld is aan de frontaalkwab. In die zin werpt het boek een kritisch licht op de testkeuze en de leeftijdseffecten (aging), en ondersteunt daarmee een doelgerichter inzet van testen. Voor de Nederlandse markt is dit boek dus een naslagwerk en leidraad bij studie en onderzoek, aan de hand waarvan men, met deze dertig testen op een rij, tot een keuze kan komen. Dat is nu nét iets wat in het dagelijkse praktijk relevant kan zijn. Literatuur 1. Stuss DT, Knight RT. Principles of frontal lobe function. Oxford: Oxford University Press; Bateman AW, Fonagy P. Handbook of mentalizing in mental health practice. Washington: American Psychiatric Publication; BoumaA,MulderJ,LindeboomJ,SchmandB.Handboek neuropsychologische diagnostiek, 2e druk. Amsterdam: Pearson; Egberink IJL, Janssen NAM, Vermeulen CSM. COTAN Documentatie www. cotandocumentatie.nl. Geraadpleegd op: 25 nov Kessels PC, Montagne B, Hendriks AW, Perret DI, Haan E de. Assessment of perception of morphed facial expression using Emotion Recognition Task: normative data from healthy participants aged J Neuropsychol. 2013;8(1): Jo A.M. Vandermeulen klinisch psycholoog, klinisch neuropsycholoog

24

25 Nieuw! Neuropsychologische casuïstiek Verdieping en praktijkgerichte gevalsbeschrijvingen ISBN: J.A.M. Vandermeulen, M.M.A. Derix 34,99 NEUROPSYCHOLOGISCHE CASUÏSTIEK Klinisch neuropsychologische diagnostiek vervult in de huidige tijd een steeds belangrijkere rol omdat men in het licht van kwaliteitsafbakening door zorgverzekeraars, en het streven van opleidingen en voortgezette opleidingen, een verantwoorde diagnose probeert te realiseren. Het is dan niet alleen essentieel om kennis te hebben van de klinische neuropsychologie, maar ook over de wijze waarop een klinische diagnose tot stand komt. De gevalsbeschrijving is bij uitstek geschikt om vanuit praktisch oogpunt inzicht, uitzicht en overzicht te verschaffen. In de internationale literatuur zijn al meerdere boeken over neuropsychologische casuïstiek verschenen, maar er is nog geen Nederlandstalig boek dat aandacht besteedt aan dit fenomeen. Dit boek is de eerste publicatie binnen de Nederlandstalige klinische neuropsychologie die op een heldere en gestructureerde wijze actuele thema s in casusvorm uit de Nederlandse gezondheidszorg bespreekt. De auteurs gaan tevens in op geschikte behandelingsmogelijkheden. In die zin vormen de casussen een zeer waardevolle bijdrage voor de dagelijkse praktijk. De DSM-5 is als uitgangspunt gekozen voor het werkveld. Het boek richt zich vooral op studenten psychologie, basis- en gezondheidszorgpsychologen, neuropsychologen en klinisch (neuro)psychologen; in ieder geval op allen die indirect of direct te maken hebben met het beoefenen van neuropsychologische diagnostiek. Snel en eenvoudig bestellen? Ga naar

26

Ondersteuning bij visuele problemen in het kader van posterieure corticale atrofie een casus

Ondersteuning bij visuele problemen in het kader van posterieure corticale atrofie een casus Artikel Ondersteuning bij visuele problemen in het kader van posterieure corticale atrofie een casus Annebet E. Leeuwis Anne-Kristin Kuiper Charlotte Schreuder Rick van den Toorn Philip Scheltens Yolande

Nadere informatie

Posterieure Corticale Atrofie

Posterieure Corticale Atrofie Posterieure Corticale Atrofie Diagnostiek en ondersteuning 18 juni 2019 Vivianne Teeuwen Verpleegkundig consulente dementie Hoeveel bekendheid is er met PCA? Posterieure Corticale Atrofie Neurodegeneratief

Nadere informatie

Hersenletselcongres

Hersenletselcongres B6b "Kop d'r veur": Gevolgen en herstel na een subarachnoïdale bloeding (potentiële) belangenverstrengeling - De betrokken relaties bij dit project zijn: - Sponsoring of onderzoeksgeld: Honorarium of andere

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting 137 138 Het ontrafelen van de klinische fenotypen van dementie op jonge leeftijd In tegenstelling tot wat vaak wordt gedacht, komt dementie ook op jonge leeftijd voor. De diagnose

Nadere informatie

Het neuropsychologisch onderzoek. Informatie voor de patiënt en verwijzer

Het neuropsychologisch onderzoek. Informatie voor de patiënt en verwijzer Het neuropsychologisch onderzoek Informatie voor de patiënt en verwijzer Wat is neuropsychologie en wat is een neuropsycholoog? De neuropsychologie is het vakgebied dat de relatie bestudeert tussen het

Nadere informatie

Neuropsychologisch onderzoek

Neuropsychologisch onderzoek Neuropsychologisch onderzoek Inhoudsopgave Wat is neuropsychologie? 3 Wat doet de neuropsycholoog? 3 Hersenletsel 3 Waarom een neuropsychologisch onderzoek? 4 Neuropsychologisch onderzoek 5 Wat gebeurt

Nadere informatie

Neuropsychologisch. Anne M. Buunk Neuropsycholoog UMCG Wetenschappelijk onderzoek gevolgen SAB

Neuropsychologisch. Anne M. Buunk Neuropsycholoog UMCG Wetenschappelijk onderzoek gevolgen SAB Neuropsychologisch onderzoek (NPO) na een SAB Anne M. Buunk Neuropsycholoog UMCG Wetenschappelijk onderzoek gevolgen SAB Waarom? Ik wil graag weer aan het werk! Ik ben erg moe en prikkelbaar. Ik kan slecht

Nadere informatie

Dit proefschrift presenteert de resultaten van het ALASCA onderzoek wat staat voor Activity and Life After Survival of a Cardiac Arrest.

Dit proefschrift presenteert de resultaten van het ALASCA onderzoek wat staat voor Activity and Life After Survival of a Cardiac Arrest. Samenvatting 152 Samenvatting Ieder jaar krijgen in Nederland 16.000 mensen een hartstilstand. Hoofdstuk 1 beschrijft de achtergrond van dit proefschrift. De kans om een hartstilstand te overleven is met

Nadere informatie

Neuropsychologie en neuropsychologisch onderzoek

Neuropsychologie en neuropsychologisch onderzoek Neuropsychologie en neuropsychologisch onderzoek Inleiding Neuropsychologie is het vakgebied dat de relatie bestudeert tussen gedrag en de werking van de hersenen. De neuropsycholoog stelt met een psychologisch

Nadere informatie

Onderzoek en behandeling bij volwassenen met visuele problemen door hersenletsel. Informatie voor verwijzers

Onderzoek en behandeling bij volwassenen met visuele problemen door hersenletsel. Informatie voor verwijzers Onderzoek en behandeling bij volwassenen met visuele problemen door hersenletsel Informatie voor verwijzers Mijn ogen zijn goed, maar ik zie de stoeprand niet Meer dan 50% van de mensen met niet-aangeboren

Nadere informatie

Aandachtsklachten en aandachtsstoornissen worden geobserveerd in verschillende volwassen

Aandachtsklachten en aandachtsstoornissen worden geobserveerd in verschillende volwassen SAMENVATTING Aandachtsklachten en aandachtsstoornissen worden geobserveerd in verschillende volwassen klinische populaties, waaronder ook de Aandachtstekortstoornis met hyperactiviteit (ADHD). Ook al wordt

Nadere informatie

Visuele stoornissen bij Parkinson en MS. 18 april 2019 Iris van der Lijn

Visuele stoornissen bij Parkinson en MS. 18 april 2019 Iris van der Lijn Visuele stoornissen bij Parkinson en MS 18 april 2019 Iris van der Lijn Ziekte van Parkinson Multiple sclerose (MS) 2 Symptomen Ziekte van Parkinson Motorische symptomen Tremor Rigiditeit Bradykinesie

Nadere informatie

Patiënteninformatie. Medische Psychologie. Informatie over neuropsychologisch onderzoek

Patiënteninformatie. Medische Psychologie. Informatie over neuropsychologisch onderzoek Patiënteninformatie Medische Psychologie Informatie over neuropsychologisch onderzoek Medische Psychologie Informatie over neuropsychologisch onderzoek U bent door een specialist van het ziekenhuis verwezen

Nadere informatie

Screening op cognitieve en gedragsproblemen helpt bij het personaliseren van de ALS zorg. Carin Schröder 30 september ALS congres

Screening op cognitieve en gedragsproblemen helpt bij het personaliseren van de ALS zorg. Carin Schröder 30 september ALS congres Screening op cognitieve en gedragsproblemen helpt bij het personaliseren van de ALS zorg Carin Schröder 30 september ALS congres Wat doet u? Wie gebruikt er screening voor cognitief functioneren? Wie gebruikt

Nadere informatie

RECHTS TEMPORALE variant FTD

RECHTS TEMPORALE variant FTD COMMON PRACTICE Patroon? EN ANDERE MIMICS VAN ALZHEIMER Patiënt Gebaseerd op waargebeurde verwijzingen/patiënten E.G.B. Vijverberg, neuroloog, AUMC/BRC Casus 1 Casus 1 Patroon? Patiënt (65Y, M) Geheugenproblemen

Nadere informatie

Neuropsychologisch onderzoek bij ouderen

Neuropsychologisch onderzoek bij ouderen Neuropsychologisch onderzoek bij ouderen Inhoudsopgave Inleiding... 1 Wat is neuropsychologie en wat is een neuropsycholoog... 1 Mogelijke gevolgen van een hersenbeschadiging... 1 Wat is een neuropsychologisch

Nadere informatie

Patiënteninformatie. Medische Psychologie. Informatie over neuropsychologisch onderzoek

Patiënteninformatie. Medische Psychologie. Informatie over neuropsychologisch onderzoek Patiënteninformatie Medische Psychologie Informatie over neuropsychologisch onderzoek Medische Psychologie Informatie over neuropsychologisch onderzoek U bent door een specialist van het ziekenhuis verwezen

Nadere informatie

1. Overzicht neuropsychologische revalidatie. 2. Ziekte inzicht. 3. casus. 4. Specifieke cognitieve problemen. 5. Relevante informatie

1. Overzicht neuropsychologische revalidatie. 2. Ziekte inzicht. 3. casus. 4. Specifieke cognitieve problemen. 5. Relevante informatie 18 mei 2017 1. Overzicht neuropsychologische revalidatie 2. Ziekte inzicht 3. casus 4. Specifieke cognitieve problemen 5. Relevante informatie Klinische Neuropsychologie wetenschappelijk onderzoek diagnostiek

Nadere informatie

On the Move! Cognitietour door Nederland

On the Move! Cognitietour door Nederland On the Move! Cognitietour door Nederland 1 Mei, 2016 2 Prof. Bernard Uitdehaag Prof. Jeroen Geurts Prof. Vincent de Groot Dr. Hanneke Hulst Dr. Brigit de Jong Dr. Menno Schoonheim 3 WAT GAAN WE DOEN? Wat

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting In het promotieonderzoek dat wordt beschreven in dit proefschrift staat schade aan de bloedvaten bij dementie centraal. Voordat ik een samenvatting van de resultaten geef zal ik

Nadere informatie

Psychologie Inovum. Informatie en productenboek voor cliënten, hun naasten en medewerkers

Psychologie Inovum. Informatie en productenboek voor cliënten, hun naasten en medewerkers Psychologie Inovum Informatie en productenboek voor cliënten, hun naasten en medewerkers Waarom psychologie Deze folder is om bewoners, hun naasten en medewerkers goed te informeren over de mogelijkheden

Nadere informatie

Neuropsychologisch onderzoek

Neuropsychologisch onderzoek Neuropsychologisch onderzoek Inhoudsopgave Inleiding... 1 Wat is neuropsychologie?... 1 Mogelijke gevolgen van hersenproblematiek... 1 Wat is een neuropsychologisch onderzoek?... 2 Voorbeelden van neuropsychologisch

Nadere informatie

Dementie in de palliatieve fase

Dementie in de palliatieve fase Dementie in de palliatieve fase Wie zijn wij? Marielle Rooijakkers Karin van Mersbergen Dementie Verzamelnaam voor een combinatie van symptomen waarbij de hersenen, informatie niet meer goed kunnen verwerken.

Nadere informatie

Neuropsychologisch onderzoek en behandeling door de psycholoog in het ziekenhuis

Neuropsychologisch onderzoek en behandeling door de psycholoog in het ziekenhuis Neuropsychologisch onderzoek en behandeling door de psycholoog in het ziekenhuis Inleiding In deze folder kunt u lezen over neuropsychologie in het Gemini Ziekenhuis. Aan de orde komen onder meer: met

Nadere informatie

Het cognitieve functioneren. Amarins de Wagt Neuropsycholoog Isala Ziekenhuis Zwolle & Vogellanden Revalidatiecentrum

Het cognitieve functioneren. Amarins de Wagt Neuropsycholoog Isala Ziekenhuis Zwolle & Vogellanden Revalidatiecentrum Het cognitieve functioneren Amarins de Wagt Neuropsycholoog Isala Ziekenhuis Zwolle & Vogellanden Revalidatiecentrum Vragen Wat is het cognitieve functioneren? Welke factoren zorgen voor veranderingen

Nadere informatie

Stoornis in praktisch handelen. Dit bemoeilijkt de uitvoering van bijvoorbeeld koken, autorijden of hobby s.

Stoornis in praktisch handelen. Dit bemoeilijkt de uitvoering van bijvoorbeeld koken, autorijden of hobby s. Dementie 2 Dementie in de Nederlandse bevolking Dementie is een aandoening die vooral ouderen treft, maar het kan ook voorkomen op jongere leeftijd. In Nederland zijn er naar schatting ongeveer 300.000

Nadere informatie

Concentratie- en geheugenproblemen als beperking op de communicatieve interactie

Concentratie- en geheugenproblemen als beperking op de communicatieve interactie Concentratie- en geheugenproblemen als beperking op de communicatieve interactie Francien Lammerts Logopedist Groene Hart Ziekenhuis Neurologie symposium concentratie & geheugen 15 november 2016 Voorstellen

Nadere informatie

Spieren en het brein Multidisciplinaire expertise over leren, ontwikkeling en gedrag van kinderen, jongeren en jongvolwassenen met een spierziekte

Spieren en het brein Multidisciplinaire expertise over leren, ontwikkeling en gedrag van kinderen, jongeren en jongvolwassenen met een spierziekte NEUROLOGISCHE LEER- EN ONTWIKKELINGSSTOORNISSEN Spieren en het brein Multidisciplinaire expertise over leren, ontwikkeling en gedrag van kinderen, jongeren en jongvolwassenen met een spierziekte Het centrum

Nadere informatie

Behandel- en expertisecentrum Niet Aangeboren Hersenletsel (NAH)

Behandel- en expertisecentrum Niet Aangeboren Hersenletsel (NAH) Behandel- en expertisecentrum Niet Aangeboren Hersenletsel (NAH) Bavo Europoort helpt specialist in psychiatrie Inhoudsopgave Behandel- en expertisecentrum Niet Aangeboren Hersenletsel (NAH) Doelgroep

Nadere informatie

Cognitieve problematiek, enkele voorbeelden (en associatie met het niveau van neurologische beperkingen ) informatie

Cognitieve problematiek, enkele voorbeelden (en associatie met het niveau van neurologische beperkingen ) informatie Disclosurebelangen spreker MSMS 25 november 2014, Christine Westerweel, GZ-psycholoog (potentiële) belangenverstrengeling Geen Voor bijeenkomst mogelijk relevante relaties met bedrijven Sponsoring of onderzoeksgeld

Nadere informatie

Neuropsychologisch onderzoek. Op de afdeling Medische Psychologie

Neuropsychologisch onderzoek. Op de afdeling Medische Psychologie Neuropsychologisch onderzoek Op de afdeling Medische Psychologie Inleiding Uw specialist heeft u verwezen naar de afdeling Medische Psychologie van het Albert Schweitzer ziekenhuis. In deze folder leest

Nadere informatie

Niet-aangeboren hersenletsel (NAH) bij volwassenen

Niet-aangeboren hersenletsel (NAH) bij volwassenen Rode Kruis ziekenhuis Patiënteninformatie Niet-aangeboren hersenletsel (NAH) bij volwassenen rkz.nl Niet-aangeboren hersenletsel (NAH) bij volwassenen U bent in het ziekenhuis geweest omdat u een mogelijk

Nadere informatie

1 Geheugenstoornissen

1 Geheugenstoornissen 1 Geheugenstoornissen Prof. dr. M. Vermeulen 1.1 Zijn er geheugenstoornissen? Over het geheugen wordt veel geklaagd. Bij mensen onder de 65 jaar berusten deze klachten zelden op een hersenziekte. Veelal

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting HET BEGRIJPEN VAN COGNITIEVE ACHTERUITGANG BIJ MULTIPLE SCLEROSE Met focus op de thalamus, de hippocampus en de dorsolaterale prefrontale cortex Wereldwijd lijden ongeveer 2.3

Nadere informatie

Omgaan met neuropsychologische gevolgen na NAH in de chronische fase. Henry Honné

Omgaan met neuropsychologische gevolgen na NAH in de chronische fase. Henry Honné Omgaan met neuropsychologische gevolgen na NAH in de chronische fase Henry Honné februari/maart 2017 Breincafés Midden-Limburg 1 Master Neurorehabilitation and Innovation cum laude, en fysiotherapeut.

Nadere informatie

Vasculaire cognitieve stoornissen. ! concept vci! vci poli! casuïstiek. Casuïstiek. Casuïstiek. Diagnose vasculaire dementie

Vasculaire cognitieve stoornissen. ! concept vci! vci poli! casuïstiek. Casuïstiek. Casuïstiek. Diagnose vasculaire dementie eigen zaak in kantoormeubilair geheugen en concentratieklachten na TIA Vasculaire cognitieve stoornissen Geert Jan Biessels & Nenne van Kalsbeek Vascular Cognitive Impairment poli UMC Utrecht is dit een

Nadere informatie

Onderzoek en behandeling bij kinderen met visuele problemen door stoornissen in hersenfuncties. Informatie voor verwijzers

Onderzoek en behandeling bij kinderen met visuele problemen door stoornissen in hersenfuncties. Informatie voor verwijzers Onderzoek en behandeling bij kinderen met visuele problemen door stoornissen in hersenfuncties Informatie voor verwijzers Zie jij wat ik zie? Kinderen met CVI Visuele problemen en beperkingen in het dagelijks

Nadere informatie

Workshop dementie diagnostiek

Workshop dementie diagnostiek Workshop dementie diagnostiek Bernard Prins, huisarts Medisch Centrum Gelderlandplein, lid Academisch Huisartsen Netwerk van het Vumc en Coöperatie Huisartsen in Amsterdam Zuid Karel Brühl, specialist

Nadere informatie

DenkWijzertraining Groepsgewijze cognitieve revalidatie

DenkWijzertraining Groepsgewijze cognitieve revalidatie DenkWijzertraining Groepsgewijze cognitieve revalidatie Carline Santman Willem Vreeken Ergotherapeut Kaderarts GRZ i.o. Ik hoop jullie nooit terug te zien. Maar weet ook: Ik zal jullie nooit vergeten!

Nadere informatie

Verschijningsvormen van dementie op jonge leeftijd, verschillen en overeenkomsten Freek Gillissen

Verschijningsvormen van dementie op jonge leeftijd, verschillen en overeenkomsten Freek Gillissen Verschijningsvormen van dementie op jonge leeftijd, verschillen en overeenkomsten Freek Gillissen Verpleegkundig consulent dementie Alzheimercentrum VUMC Herkenning preseniele dementie Vroege verschijnselen:

Nadere informatie

Tim Peetoom, klinisch psycholoog

Tim Peetoom, klinisch psycholoog Tim Peetoom, klinisch psycholoog 1 e staps interventie: Psycho-educatiecursus voor patiënten en naastbetrokkenen 2e staps interventies: CGT, IPSRT, FFT 2e staps interventie: Verslaving, Traumabehandeling,

Nadere informatie

Chapter Fourteen. General discussion Samenvatting Summary Dankwoord List of publications Curriculum Vitae

Chapter Fourteen. General discussion Samenvatting Summary Dankwoord List of publications Curriculum Vitae Chapter General discussion Samenvatting Summary Dankwoord List of publications Curriculum Vitae Het eerste deel van dit proefschrift beschrijft de gevolgen op de lange termijn bij een subarachnoïdale bloeding

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting Dit hoofdstuk vat de in dit proefschrift beschreven onderzoeken samen. Na de samenvatting van de studies volgen de methodologische overwegingen en klinische implicaties. De ziekte

Nadere informatie

HOOFDSTUK 1: INLEIDING

HOOFDSTUK 1: INLEIDING 168 Samenvatting 169 HOOFDSTUK 1: INLEIDING Bij circa 13.5% van de ouderen komen depressieve klachten voor. Met de term depressieve klachten worden klachten bedoeld die klinisch relevant zijn, maar niet

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting 119 120 Samenvatting 121 Inleiding Vermoeidheid is een veel voorkomende klacht bij de ziekte sarcoïdose en is geassocieerd met een verminderde kwaliteit van leven. In de literatuur

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting nelleke tolboom binnenwerk aangepast.indd 161 28-12-2009 09:42:54 nelleke tolboom binnenwerk aangepast.indd 162 28-12-2009 09:42:54 Beeldvorming van Alzheimerpathologie in vivo:

Nadere informatie

Dementiediagnostiek bij migranten. Mw. Dr. C.K. Jurgens, neuropsycholoog HMC Bronovo Behandeladviescentrum Ouderengeneeskunde

Dementiediagnostiek bij migranten. Mw. Dr. C.K. Jurgens, neuropsycholoog HMC Bronovo Behandeladviescentrum Ouderengeneeskunde Dementiediagnostiek bij migranten Mw. Dr. C.K. Jurgens, neuropsycholoog HMC Bronovo Behandeladviescentrum Ouderengeneeskunde Disclosure belangen sprekers Potentiële belangenverstrengeling Voor bijeenkomst

Nadere informatie

Revalideren na niet-aangeboren hersenletsel. kinderen en jongeren

Revalideren na niet-aangeboren hersenletsel. kinderen en jongeren Revalideren na niet-aangeboren hersenletsel kinderen en jongeren Inhoud Wat is niet-aangeboren hersenletsel? 3 Welke problemen kan uw kind ervaren? 3 Wat kunt u verwachten in het revalidatiecentrum 4 Revalidatieplan

Nadere informatie

Ziekte van Parkinson en Parkinsonisme. Informatie en behandeling

Ziekte van Parkinson en Parkinsonisme. Informatie en behandeling Ziekte van Parkinson en Parkinsonisme Informatie en behandeling Ziekte van Parkinson en Parkinsonisme De ziekte van Parkinson is een chronische progressieve neurologische aandoening. Bij deze ziekte gaat

Nadere informatie

Poliklinische Revalidatie voor kinderen en jongeren met Niet Aangeboren Hersenletsel (NAH) Revalidatiecentrum Breda

Poliklinische Revalidatie voor kinderen en jongeren met Niet Aangeboren Hersenletsel (NAH) Revalidatiecentrum Breda Poliklinische Revalidatie voor kinderen en jongeren met Niet Aangeboren Hersenletsel (NAH) Revalidatiecentrum Breda Informatie voor ouders/verzorgers Uw kind wordt aangereden door een auto, valt hard van

Nadere informatie

PLS is een broertje van ALS

PLS is een broertje van ALS PLS is een broertje van ALS Juni 2018 Wetenschappelijk onderzoek specifiek naar primaire laterale sclerose (PLS) gebeurt slechts op zeer kleine schaal. Deze motorneuronziekte is zo zeldzaam, dat het moeilijk

Nadere informatie

Neuropsychologisch onderzoek Op de afdeling Medische Psychologie

Neuropsychologisch onderzoek Op de afdeling Medische Psychologie Neuropsychologisch onderzoek Op de afdeling Medische Psychologie Albert Schweitzer ziekenhuis Medische Psychologie februari 2014 pavo 0356 Inleiding U bent door uw specialist verwezen naar de afdeling

Nadere informatie

HET ZORGTRAJECT COGNITIE. Vroegtijdige diagnosestelling van geheugenproblemen bij ouderen

HET ZORGTRAJECT COGNITIE. Vroegtijdige diagnosestelling van geheugenproblemen bij ouderen HET ZORGTRAJECT COGNITIE Vroegtijdige diagnosestelling van geheugenproblemen bij ouderen HET ZORGTRAJECT COGNITIE Vroegtijdige diagnosestelling van geheugenproblemen bij ouderen Doelstelling Het zorgtraject

Nadere informatie

Perseverative cognition: The impact of worry on health. Nederlandse samenvatting

Perseverative cognition: The impact of worry on health. Nederlandse samenvatting Perseverative cognition: The impact of worry on health Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting Perseveratieve cognitie: de invloed van piekeren op gezondheid Iedereen maakt zich wel eens zorgen.

Nadere informatie

Behandeling na hersenletsel

Behandeling na hersenletsel Behandeling na hersenletsel Groepsbehandeling op de Cognitieve Behandelunit (CBU) Sterk in beweging Inhoud Inleiding 3 Wat is het doel van deze behandeling? 3 Wat zijn cognitieve functies? 3 Voor wie is

Nadere informatie

Onzichtbaar maar behandelbaar mits herkend

Onzichtbaar maar behandelbaar mits herkend Onzichtbaar maar behandelbaar mits herkend Anne Visser-Meily Hoogleraar revalidatiegeneeskunde UMC Utrecht Kenniscentrum Revalidatiegeneeskunde Utrecht Brede diagnostiek: het gaat niet alleen over hersenletsel

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting (Dutch Summary)

Nederlandse samenvatting (Dutch Summary) (Dutch Summary) 9 (Dutch Summary) Slechtziendheid en blindheid (visuele beperking) vormt in onze vergrijzende samenleving een steeds groter probleem in het leven van veel ouderen. Dit uit zich niet alleen

Nadere informatie

Ziekte van Parkinson en Parkinsonisme

Ziekte van Parkinson en Parkinsonisme Ziekte van Parkinson en Parkinsonisme Locatie Arnhem - Doetinchem - Ede Ziekte van Parkinson en Parkinsonisme De ziekte van Parkinson en Parkinsonisme kunnen ingrijpende gevolgen hebben. Niet alleen voor

Nadere informatie

VERANDERING VAN GEDRAG: EEN PROBLEEM OF NIET? Marieke Schuurmans Verpleegkundige & onderzoeker UMC Utrecht/Hogeschool Utrecht

VERANDERING VAN GEDRAG: EEN PROBLEEM OF NIET? Marieke Schuurmans Verpleegkundige & onderzoeker UMC Utrecht/Hogeschool Utrecht VERANDERING VAN GEDRAG: EEN PROBLEEM OF NIET? Marieke Schuurmans Verpleegkundige & onderzoeker UMC Utrecht/Hogeschool Utrecht GEDRAG: De wijze waarop iemand zich gedraagt, zijn wijze van doen, optreden

Nadere informatie

Wat is dementie? Radboud universitair medisch centrum

Wat is dementie? Radboud universitair medisch centrum Wat is dementie? Bij de diagnostiek en behandeling van mensen met dementie werkt het Jeroen Bosch Ziekenhuis nauw samen met het Radboud Alzheimer Centrum in het Radboudumc te Nijmegen. We wisselen voortdurend

Nadere informatie

Libra R&A locatie Leijpark. Neuropsychologisch onderzoek

Libra R&A locatie Leijpark. Neuropsychologisch onderzoek Libra R&A locatie Leijpark Neuropsychologisch onderzoek Graag willen we u met deze folder informeren over de gang van zaken bij een neuropsychologisch onderzoek bij Libra Revalidatie & Audiologie, locatie

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting proefschrift Renée Walhout. Veranderingen in de hersenen bij Amyotrofische Laterale Sclerose

Nederlandse samenvatting proefschrift Renée Walhout. Veranderingen in de hersenen bij Amyotrofische Laterale Sclerose Nederlandse samenvatting proefschrift Veranderingen in de hersenen bij Amyotrofische Laterale Sclerose Cerebral changes in Amyotrophic Lateral Sclerosis, 5 september 2017, UMC Utrecht Inleiding Amyotrofische

Nadere informatie

CHAPTER 10. Nederlandse samenvatting. I never read, I just look at pictures. Andy Warhol

CHAPTER 10. Nederlandse samenvatting. I never read, I just look at pictures. Andy Warhol CHAPTER 10 Nederlandse samenvatting I never read, I just look at pictures Andy Warhol 189 Chapter 10 Inleiding Dementie en de ziekte van Alzheimer Dementie is een syndroom dat gekenmerkt wordt door een

Nadere informatie

Cognitieve revalidatie

Cognitieve revalidatie Cognitieve revalidatie Dennis Felling, MSc. Gz-psycholoog Klimmendaal locatie Zutphen Overzicht Wat is cognitieve revalidatie? Diagnostiek Behandeling Casus Vragen? Zometeen en straks! Wat is cognitieve

Nadere informatie

Cognitieve stoornissen na een beroerte

Cognitieve stoornissen na een beroerte NEUROLOGIE Cognitieve stoornissen na een beroerte ADVIES Cognitieve stoornissen na een beroerte Als aanvulling op de folders Verder na een beroerte en Na een beroerte, adviezen voor naasten krijgt u in

Nadere informatie

CHRONISCHE PIJN FRANCISCUS GASTHUIS

CHRONISCHE PIJN FRANCISCUS GASTHUIS CHRONISCHE PIJN FRANCISCUS GASTHUIS Inleiding Deze folder is bedoeld voor patiënten die onder behandeling zijn (geweest) en bekend zijn met chronische pijn. Pijn is een natuurlijk beschermingsmechanisme.

Nadere informatie

Beschermende factoren voor dementie

Beschermende factoren voor dementie Beschermende factoren voor dementie Pieter Jelle Visser, arts-onderzoeker EMIF-AD 90+ study Onderdeel Europese studie naar ontstaan ziekte van Alzheimer European Medical information framework for Alzheimer

Nadere informatie

Neuropsychologisch onderzoek

Neuropsychologisch onderzoek Psychologie, medische (volwassenen) Neuropsychologisch onderzoek www.catharinaziekenhuis.nl Inhoud Wat is een klinisch neuropsycholoog?... 3 Voor wie kan een klinisch neuropsycholoog iets betekenen?...

Nadere informatie

Niet Aangeboren Hersenletsel

Niet Aangeboren Hersenletsel Niet Aangeboren Hersenletsel diagnostiek en behandeling door de revalidatiearts Wie ben ik? Opleiding (neuro)psychologie in Utrecht (afgerond 2001) Opleiding geneeskunde in Utrecht Opleiding tot revalidatiearts

Nadere informatie

NAH bij kinderen en jongeren: plasticiteit en herstel Caroline van Heugten

NAH bij kinderen en jongeren: plasticiteit en herstel Caroline van Heugten NAH bij kinderen en jongeren: plasticiteit en herstel Caroline van Heugten Universiteit Maastricht c.vanheugten@np.unimaas.nl Inhoud presentatie Plasticiteit van het brein Hersenletsel Schade en herstel

Nadere informatie

Diagnosestelling en de vernieuwde IADL-vragenlijst

Diagnosestelling en de vernieuwde IADL-vragenlijst Diagnosestelling en de vernieuwde IADL-vragenlijst Congres Moderne Dementiezorg Sessie Vroegsignalering en diagnosestelling 28 november 2011 Prof. dr. Philip Scheltens Dr. Sietske Sikkes VU Medisch Centrum

Nadere informatie

Dementie, regeren is vooruit zien. R. Dingenouts, specialist ouderengeneeskunde

Dementie, regeren is vooruit zien. R. Dingenouts, specialist ouderengeneeskunde Dementie, regeren is vooruit zien R. Dingenouts, specialist ouderengeneeskunde Dementie Dementie is een dodelijke hersenziekte Dementie = zijn geest verliezen 10 % van de bevolking ouder dan 65 jaar heeft

Nadere informatie

Het neuropsychologisch onderzoek

Het neuropsychologisch onderzoek Het neuropsychologisch onderzoek Afdeling medische psychologie U bent doorverwezen door de behandelend arts of psycholoog voor een neuropsychologisch onderzoek. In deze folder informeren we u over dit

Nadere informatie

Screening op cognitieve en gedragsproblemen helpt bij het personaliseren van de ALS zorg

Screening op cognitieve en gedragsproblemen helpt bij het personaliseren van de ALS zorg Screening op cognitieve en gedragsproblemen helpt bij het personaliseren van de ALS zorg Dr. Carin Schröder Dr. Tanja Nijboer 29 september ALS congres Cognitie Wie gebruikt er screening voor cognitief

Nadere informatie

Lange termijneffecten van een subarachnoïdale bloeding

Lange termijneffecten van een subarachnoïdale bloeding Lange termijneffecten van een subarachnoïdale bloeding Mervyn Vergouwen, neuroloog 29 november 2014 Belangenverstrengeling Geen - # 2 Inhoud Inleiding: aneurysma s subarachnoidale bloedingen (SAB s) Resultaten

Nadere informatie

Samenvatting (summary in Dutch)

Samenvatting (summary in Dutch) Samenvatting (summary in Dutch) 149 Samenvatting (summary in Dutch) Één van de meest voorkomende en slopende ziektes is depressie. De impact op het dagelijks functioneren en op de samenleving is enorm,

Nadere informatie

Informatiebijeenkomst. Dementie

Informatiebijeenkomst. Dementie Informatiebijeenkomst Dementie KBO Bergeijk - November 2016 Kristien Jansen, Specialist Ouderengeneeskunde Ellen Rozel, GZ-psycholoog Valkenhof Vergeetachtigheid is niet altijd een teken van dementie!

Nadere informatie

Parkinsoncafe april 16. Ziekte van Parkinson Cognitie

Parkinsoncafe april 16. Ziekte van Parkinson Cognitie Parkinsoncafe april 16 Irene Vermeulen, Ziekte van Parkinson Cognitie GZ-psycholoog Brabantzorg Programma Dopamine en de hersenen Psychologische gevolgen Cognitie Neuropsychologisch onderzoek Dopamine

Nadere informatie

Neem de regie over je depressie

Neem de regie over je depressie Neem de regie over je depressie Dit boek, Neem de regie over je depressie. Werkboek voor de cliënt, is onderdeel van de reeks Protocollen voor de GGZ. Serie Protocollen voor de GGZ De boeken in de reeks

Nadere informatie

6 e mini symposium Ouderenzorg

6 e mini symposium Ouderenzorg 6 e mini symposium Ouderenzorg Aanvullende diagnostiek bij dementie in de 1 e lijn Suzanne Boot, specialist ouderengeneeskunde, kaderarts psychogeriatrie i.o. 28-09-2015 Pagina 1 6 e Mini symposium ouderenzorg

Nadere informatie

Dementie Radboud universitair medisch centrum

Dementie Radboud universitair medisch centrum Dementie Bij u, uw partner of familielid is dementie vastgesteld. In deze folder kunt u lezen wat dementie is en waar u voor verdere vragen en informatie terecht kunt. Vanwege de leesbaarheid wordt in

Nadere informatie

Koninklijke Visio voor mensen met visuele problemen door niet-aangeboren hersenletsel

Koninklijke Visio voor mensen met visuele problemen door niet-aangeboren hersenletsel Koninklijke Visio voor mensen met visuele problemen door niet-aangeboren hersenletsel Samen helpen we u verder U bent bij de oogarts, omdat u visuele klachten heeft. Dit kan komen door een oogafwijking,

Nadere informatie

Stand van het Onderzoek naar Dementie en Alzheimer

Stand van het Onderzoek naar Dementie en Alzheimer Stand van het Onderzoek naar Dementie en Alzheimer Christine Van Broeckhoven Neurodegeneratieve Hersenziekten Groep, Department Moleculaire Genetica, VIB, Laboratorium voor Neurogenetica, Instituut Born-Bunge,

Nadere informatie

Integratie van functionele en moleculaire beeldvorming bij de ziekte van Alzheimer

Integratie van functionele en moleculaire beeldvorming bij de ziekte van Alzheimer Integratie van functionele en moleculaire beeldvorming bij de ziekte van Alzheimer Achtergrond De ziekte van Alzheimer De ziekte van Alzheimer (Alzheimer s disease - AD) is een neurodegeneratieve ziekte

Nadere informatie

RICHTLIJN DIAGNOSTIEK EN BEHANDELING VAN AFASIE

RICHTLIJN DIAGNOSTIEK EN BEHANDELING VAN AFASIE RICHTLIJN DIAGNOSTIEK EN BEHANDELING VAN AFASIE Samenvatting versie voor mensen met afasie en naasten Afasie is een taalstoornis, geen intelligentiestoornis Juli 2017 1 van 23 Inhoud Inleiding... 3 H1:

Nadere informatie

Tijdige detectie van dementie - Interventies bij diagnose dementie. Sophie Vermeersch Klinisch neuropsycholoog (MsC)

Tijdige detectie van dementie - Interventies bij diagnose dementie. Sophie Vermeersch Klinisch neuropsycholoog (MsC) Tijdige detectie van dementie - Interventies bij diagnose dementie Sophie Vermeersch Klinisch neuropsycholoog (MsC) overzicht Detectie van dementie - cognitieve screening in de eerste lijn - ADL evaluatie

Nadere informatie

Nieuwsbrief Waarom en hoe?

Nieuwsbrief Waarom en hoe? Nieuwsbrief 2017 Het Expertisecentrum Hersenletsel Limburg (EHL) ontwikkelt en evalueert een zorgsystematiek waarmee deze groep patiënten tijdig wordt herkend en een passend, systematisch en doelmatig

Nadere informatie

Onzichtbare gevolgen van hersenletsel Poliklinische cognitieve revalidatie na hersenletsel

Onzichtbare gevolgen van hersenletsel Poliklinische cognitieve revalidatie na hersenletsel UMCG Centrum voor Revalidatie locatie Beatrixoord Onzichtbare gevolgen van hersenletsel Poliklinische cognitieve revalidatie na hersenletsel U start binnenkort met het poliklinische revalidatieprogramma

Nadere informatie

De ziekte van Alzheimer. Diagnose

De ziekte van Alzheimer. Diagnose De ziekte van Alzheimer Bij dementie is er sprake van een globale achteruitgang van de cognitieve functies, zoals het geheugen of de taalfuncties. Deze achteruitgang leidt tot functionele beperkingen in

Nadere informatie

Anatomische correlaties van neuropsychiatrische symptomen bij dementie

Anatomische correlaties van neuropsychiatrische symptomen bij dementie Anatomische correlaties van neuropsychiatrische symptomen bij dementie K.J. Kaland, AIOS klinische geriatrie, Parnassia Groot Haags Geriatrie Referaat 6 februari 2017 Gedragsproblemen bij dementie Behavioral

Nadere informatie

Ergotherapie. Beter voor elkaar

Ergotherapie. Beter voor elkaar Ergotherapie Beter voor elkaar Ergotherapie in het Ikazia Ziekenhuis en daarbuiten Deze folder informeert u over ergotherapie in het Ikazia Ziekenhuis en daarbuiten. Heeft u na het lezen van deze folder

Nadere informatie

Geven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte.

Geven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte. Een chronische en progressieve aandoening zoals multiple sclerose (MS) heeft vaak grote consequenties voor het leven van patiënten en hun intieme partners. Naast het omgaan met de fysieke beperkingen van

Nadere informatie

Persoonlijkheidsstoornis Cluster C

Persoonlijkheidsstoornis Cluster C Persoonlijkheidsstoornis Cluster C Deze folder geeft informatie over de diagnostiek en behandeling van cluster C persoonlijkheidsstoornissen. Wat is een cluster C Persoonlijkheidsstoornis? Er bestaan verschillende

Nadere informatie

Poliklinische revalidatie behandeling

Poliklinische revalidatie behandeling Poliklinische revalidatie behandeling voor volwassenen U heeft samen met uw revalidatiearts besloten dat u gaat deelnemen aan de poliklinische revalidatiebehandeling (PRB). U komt dan één of enkele keren

Nadere informatie

Onderzoek en behandeling door de medisch psycholoog

Onderzoek en behandeling door de medisch psycholoog Onderzoek en behandeling door de medisch psycholoog Inleiding In overleg met uw behandelend arts heeft u informatie gekregen over het maken van een afspraak met een medisch psycholoog van de afdeling

Nadere informatie

Onderzoek & Advies bij afasie

Onderzoek & Advies bij afasie Onderzoek & Advies bij afasie informatie voor verwijzers Onderzoek & Advies bij communicatieproblemen Als gevolg van hersenletsel kan het voorkomen dat uw patiënt niet meer goed kan communiceren. Uw patiënt

Nadere informatie

Subarachnoidale bloedingen onderzoek in UMCU. G.J.E. Rinkel Hoogleraar en hoofd Neurologie afdeling Neurologie & Neurochirurgie

Subarachnoidale bloedingen onderzoek in UMCU. G.J.E. Rinkel Hoogleraar en hoofd Neurologie afdeling Neurologie & Neurochirurgie Subarachnoidale bloedingen onderzoek in UMCU G.J.E. Rinkel Hoogleraar en hoofd Neurologie afdeling Neurologie & Neurochirurgie Belangenverstrengeling Geen subsidies of betalingen van bedrijven Gezondheidsonderzoek

Nadere informatie

Behandeling voor patiënten met niet-aangeboren hersenletsel

Behandeling voor patiënten met niet-aangeboren hersenletsel Behandeling voor patiënten met niet-aangeboren hersenletsel Informatie voor (para)medici Zelf en samen redzaam Als betrokken professional kent u uw patiënt. U stelt of kent de diagnose en ziet welke behandeling

Nadere informatie

SAMENVATTING. Schiemanck_totaal_v4.indd 133 06-03-2007 10:13:56

SAMENVATTING. Schiemanck_totaal_v4.indd 133 06-03-2007 10:13:56 SAMENVATTING Schiemanck_totaal_v4.indd 133 06-03-2007 10:13:56 Schiemanck_totaal_v4.indd 134 06-03-2007 10:13:56 Samenvatting in het Nederlands Beroerte (Cerebro Vasculair Accident; CVA) is een veel voorkomende

Nadere informatie

Palliatieve zorg en (centraal) neurologische aandoeningen. Palliatief netwerk

Palliatieve zorg en (centraal) neurologische aandoeningen. Palliatief netwerk Palliatieve zorg en (centraal) neurologische aandoeningen Palliatief netwerk Introductie Aandacht voor neurologie omdat Er in de neurologie veel chronische aandoeningen bestaan die vroeg of laat leiden

Nadere informatie