LO-1. Bewegen, Gezondheid en Samenleving

Transcriptie

1 LO-1 Bewegen, Gezondheid en Samenleving 1. Waar gaat het over in dit thema en waarom moet je dit leren. De eindtermen binnen het vak LO-1 willen dat je nadenkt over: wat jij wel / niet toelaatbaar vindt in de sport. de betekenis van sport en bewegen voor je gezondheid. de mogelijkheden om blessures te voorkomen. je motieven om wel / niet aan sport te doen. Door hier eens goed over na te denken en dit ook te verwoorden denken wij, dat je jezelf beter kunt leren kennen. Probeer voor jezelf eens uit te vinden welke soort sport iets voor jou zou (kunnen) zijn. Door hier eens bij stil te staan help je jezelf mogelijk over een drempel heen om toch te gaan / blijven. 2. Wat moet je gedaan hebben aan het eind van dit thema Maak een werkstuk van minimaal 5 kantjes waarin je bovenstaande zaken aan de orde laat komen. (zie ook 4. Concrete planning) 3. Toetsing. De docent L.O. zal je werkstuk beoordelen aan de hand van de inhoud en van de onderbouwing van je mening. Ook zal bekeken worden in hoeverre de door jou vermelde zaken volledig zijn. De beoordeling zal gegeven worden in de vorm van onvoldoende / voldoende / goed. Dit werkstuk maakt deel uit van je examendossier (PTA) en zal daarom met minimaal voldoende moeten worden afgesloten. Een met een onvoldoende beoordeeld werkstuk zal opnieuw gemaakt moeten worden. 4. Concrete planning De volgende zaken dienen in je werkstuk aan bod te komen: Deel 1: Normen en waarden in de sport. Hoe ver ga jij als het gaat om een wedstrijd te winnen, wat vind jij aanvaardbaar. (duwtje, schouderduw, shirtje trekken, elleboogstoot, beentje lichten, kopstoot, schelden, gebaren, natrappen na een gemene overtreding door een tegenspeler, tegenstander vasthouden, doorgebroken speler van neerhalen, wat scheidsrechter toestaat mag, enz.) Wat kun je zelf van een ander incasseren voor wat betreft bovenstaande zaken. Hoever mag een tegenstander ten opzichte van jou gaan. Liggen jouw normen en waarden dan hetzelfde of zijn er verschillen tussen wat jijzelf doet en wat jezelf incasseert. In hoeverre accepteer je beslissingen van scheidsrechters en wanneer accepteer je die niet meer.

2 Deel 2: Motieven voor sportdeelname en welke sport past bij mij. Waarom sport je, of sport je juist niet? Wat zijn jouw persoonlijke beperkingen bij het kiezen van een sport? Welke (soort) sport(en) vind je niet leuk en leg uit waarom? Welke rol spelen gezondheidsmotieven, modetrends, je uiterlijk, het jezelf fit willen voelen, het bij een groep willen horen, enz voor jou persoonlijk in je keuze wel of niet aan sport en/ of beweging te doen? Kostenaspect (contributie/ lidmaatschapsgeld, kleding, e.d.) bezwaar of geen bezwaar? Heb je tijd om te of hoe kun je tijd hiervoor vrij maken? Als je niet sport en het eigenlijk wel zou willen, wat houdt je dan tegen? Wat betekenen sport en/ of bewegen voor jou gezondheid op dit moment? Zouden sport en/ of bewegen in jouw toekomst een andere betekenis kunnen krijgen voor jou persoonlijk? Zou je mogelijk voor andere soorten activiteiten kiezen en waarom? 2A Sportkeuze test Kolom a: (X) kruis die aan die je leuk lijken Kolom b: (B) kies 4 tot 6 die wel een gedaan hebt en leuk vond, (bekende ) (O) kies 4 jou min of meer onbekende die je leuk lijken. Acrogym / acrobatiek Aerobics / steps / e.d. Amarican football Atletiek ; duurloop Atletiek ; horden, sprint. e.d. Atletiek ; werpen, springen Badminton Basketbal Bergsport (klimmen) Bodybuilding A B A B A B A B Duik, Kunstzwemmen Snowboarden snorkelen Fitness Langlaufen Skien Frisbee Moutainbiken Sportvliegere n Golf Paardrijden Squash Handbal Hanggliding Hockey Honksoftbal Parachutespringe n Parapenting deltavliegen Reddingszwemm en Roeien Tafeltennis Toerfietsen Triatlon Waterpolo IJshockey Rolskiën Waterskien Inlineskating Rugby Wielrennen Boksen Jazzballet Schaatsen/ Wildwaterkan shorttrack oën Bowling Judo,karate Wind Schermen e.d. (golf)surfen Cricket Kanoen Schoonspringen Zeilen Dans (rock & roll) Korfbal Skateboarden Zwemmen Darten Kunstschaat sen Skeeleren Andere..

3 2B Sportmotieventest Kruis in kolom a alle motieven aan waar je het mee eens bent Kruis in kolom b de voor jou 6 belangrijkste motieven aan voor het beoefenen van sport Doen van individuele Samen met anderen Alleen met jongens Alleen met meisjes Met jongens en meisjes Sporten onder deskundige leiding Waardering voor anderen Sporten met toeschouwers Bereikbaarheid (dicht bij huis) Binnen Buiten Sporten in de natuur Sporten bij een sportvereniging Een mooie accommodatie Op tijden dat het me uitkomt Sporten als ik er zin in heb Aanleg voor bepaalde sport Leuk om training te geven A B A B A B Doen van dure Gezelligheid/ sociaal contact Doen van goedkope Winnen niet belangrijk Een mooie outfit / Recreatie / kleding ontspanning Kwalitatief goed materiaal Snelheid Spelen van wedstrijden Trainen voor een bepaalde sport Meerdere keren in de week Doen van een vaste sport Doen van een onbekende sport Doen van afwisselende Krijgen van aanzien / status Krijgen van geld / sponsor Goed willen zijn in een sport Topprestaties leveren Tot het uiterste gaan Altijd willen winnen Leuk om te coachen Leuk om te scheidsrechteren Avontuur Risico / spanning / sensatie Veiligheid/ voorkomen van blessures Gedurende een lange tijd inspannen Korte en intensieve inspanning Leren van technisch moeilijke Lichamelijk contact Gezond / fit zijn Gespierd worden Slank worden Vergroten van spierkracht Krijgen van uithoudingsvermogen Leuk om te helpen bij een vereniging Leuk om in een commissie / bestuur te zitten

4 2C Koppel de door jou geselecteerde (2A) aan je zes belangrijkste motieven (2B). Geef door middel van een score van 0 t/m 5 punten aan in hoeverre je vindt dat de motieven een rol spelen bij de door jouw geselecteerde. 0= geen motief, 5 = hele grote motief Bekende Sporten 6 belangrijkste motieven Motief 1 Motief 2 Motief 3 Motief 4 Motief 5 Motief 6 Sport 1. 4 tot 6 leukste bekende op dit moment Sport 2. Sport 3... Sport 4 Sport 5 Sport 6 Onbekende Sporten 6 belangrijkste motieven Motief 1 Motief 2 Motief 3 Motief 4 Motief 5 Motief 6 Sport 1. 4 tot 6 leukste onbekende op dit moment Sport 2. Sport 3... Sport 4 Sport 5 Sport 6 A. Welk motief van de matrix bekende scoort het hoogst? B. Welk motief van de matrix onbekende scoort het hoogst? C. Welke bekende sport scoort het hoogst? D. Welke onbekende sport scoort het hoogst? E. Klopt deze uitslag met wat je van tevoren had gedacht? Leg uit waarom (niet)? F. In hoeverre vind je jezelf geschikt voor deze en waarom? Denk hierbij aan bewegingsvaardigheden, lichamelijke eigenschappen, blessuregevoeligheid, sociale vaardigheden, kennis en inzicht in de sport.

5 Deel 3: Blessurepreventie. Neem één tak van sport en beantwoordt onderstaande vragen over deze sport. Hoe ziet een goede warming-up eruit? Welke beschermende materialen zijn nodig, dan wel aan te bevelen ter voorkoming van blessures? Kan kleding in deze tak van sport een rol spelen bij voorkoming van blessures? Welke spelregels kent deze sport specifiek gericht op het voorkomen van blessures? Heb je tips ter verbetering van spelregels gericht op het voorkomen van blessures? Welke rol speelt sportiviteit (fair-play) hierin? Op wat voor soort blessures loop jij de grootste kans? Hoe kun je je eigen kansen op een blessure verkleinen in de praktijk? Wat doe je in de praktijk al (zou je doen) om blessures te voorkomen? Hoe kijk je aan tegen de risico s op blessures in jouw favoriete sport? Deel 4: Reflectie over eigen prestatieverloop in de afgelopen jaren. Geef aan wat er is gebeurd met je conditie niveau de laatste jaren. Is je conditie vooruitgegaan of juist achteruit en hoe komt dat? Geef d.m.v. een cijfer (tussen 1 en 10) aan wat je van je eigen conditie vindt. Als je nu 4 keuzes uit de op school aangeboden atletiekonderdelen moet maken, waarbij minimaal één loop-, één spring- en één werpnummer (en één onderdeel naar keuze) moet zitten. Wat zouden dan je sterkste nummers zijn. Werpnummers Loopnummers Springnummers Kogelstoten 100 meter sprint Verspringen Speerwerpen 400 meter loop Hoogspringen Discuswerpen 1500 meter loop Stap/ Hink-stap-sprong 12 minuten loop Zijn dit ook je favoriete nummers? Geef aan waarom je juist deze 4 onderdelen gekozen hebt / dan wel andere onderdelen hebt laten vallen (wat denk je nog te kunnen verbeteren, relatie met lichaamsbouw, negatieve keuze te vermoeiend, beste prestatie, het al dan niet behalen van een atletiekdiploma,..). Veel succes

6