Minder Pap-2-uitslagen ( lichte afwijkingen ) in het bevolkingsonderzoek naar baarmoederhalskanker sinds de invoering van nieuwe richtlijnen in 1996

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Minder Pap-2-uitslagen ( lichte afwijkingen ) in het bevolkingsonderzoek naar baarmoederhalskanker sinds de invoering van nieuwe richtlijnen in 1996"

Transcriptie

1 Oorspronkelijke stukken Minder Pap-2-uitslagen ( lichte afwijkingen ) in het bevolkingsonderzoek naar baarmoederhalskanker sinds de invoering van nieuwe richtlijnen in 1996 a.b.bos, m.van ballegooijen, m.e.van den akker-van marle en j.d.f.habbema Het bevolkingsonderzoek naar baarmoederhalskanker heeft als doel om op een efficiënte manier sterfte ten gevolge van cervixcarcinoom te voorkomen. Daartoe is een evenwichtig beleid nodig ten aanzien van vrouwen met een uitstrijkje in het grijze gebied tussen geen en duidelijke afwijkingen. Een actief en agressief beleid leidt tot meer overdiagnostiek en -behandeling, terwijl een afwachtend beleid zal leiden tot meer carcinomen. In de eerste helft van de jaren negentig van de afgelopen eeuw zijn de richtlijnen voor het bevolkingsonderzoek op baarmoederhalskanker opnieuw vastgesteld. Naast ingrijpende wijzigingen in organisatie, financiering en leeftijden waarop vrouwen worden uitgenodigd (voorheen jaar om de 3 jaar, nu iedere 5 jaar), zijn ook wijzigingen doorgevoerd in de follow-uprichtlijnen. De beslissing voor deze veranderingen is genomen in 1993 en in 1996 zijn de richtlijnen geïmplementeerd. 1 Op het gebied van het vervolgonderzoek werden er twee problemen geconstateerd. Ten eerste bedroeg het percentage vrouwen met een advies voor vervolgonderzoek (tenminste een herhalingsuitstrijkje) ruim 10% per screeningsronde. Dit is een heel hoog percentage vergeleken met de kans op een cervixcarcinoom gedurende het hele leven, die ongeveer 1,5% bedraagt. Dit hoge percentage kon grotendeels worden toegeschreven aan het hoge aantal vrouwen met een Pap-2-uitslag (bijna 10%). Ten tweede konden vrouwen jaren in het herhalingscircuit blijven. Immers, een uitstrijkje met de uitslag Pap 2 moest jaarlijks worden herhaald totdat ofwel 2 opeenvolgende uitstrijkjes een negatieve uitslag hadden (dit betekende het einde van de follow-up en terugkeer naar het bevolkingsonderzoekschema), ofwel sterkere afwijkingen werden geconstateerd (2 maal Pap 3a of 1 maal Pap 3b; dit resulteerde in een verwijzing naar de gynaecoloog). 2 De nieuwe richtlijnen beoogden op beide punten verbetering. Het eerste probleem (een te hoog aandeel Pap- 2-uitslagen) werd aangepakt door ontstekingsverschijnselen niet meer onder Pap 2 te classificeren, maar onder Pap 1. Voor het tweede probleem werd gesteld dat vrouwen met een advies voor een herhalingsuitstrijkje Erasmus Medisch Centrum, faculteit der Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen, Instituut Maatschappelijke Gezondheidszorg, Postbus 1738, 3000 DR Rotterdam. Mw.A.B.Bos, epidemioloog; mw.dr.m.van Ballegooijen, arts-epidemioloog; mw.drs.m.e.van den Akker-van Marle, statisticus; prof. dr.j.d.f.habbema, besliskundige. Correspondentieadres: mw.a.b.bos (abos@mgz.fgg.eur.nl). Zie ook de artikelen op bl. 1569, 1578 en samenvatting Doel. Vaststellen of na de invoering in 1996 van nieuwe richtlijnen voor de beoordeling en het beleid van cervixuitstrijkjes in het bevolkingsonderzoek naar baarmoederhalskanker (ontstekingsverschijnselen worden niet meer geclassificeerd als Pap 2 en na 2 Pap-2-uitstrijkjes volgt verwijzing naar de gynaecoloog) minder vrouwen voor vervolgonderzoek werden verwezen en de follow-up was bekort. Methoden. Uit het centrale bestand van het Pathologisch Anatomisch Landelijk Geautomatiseerd Archief (PALGA) werden alle uitstrijkjes geselecteerd vanaf 1990 bij vrouwen in de leeftijd jaar. Het percentage uitstrijkjes met de uitslag Pap 2 werd onderzocht in de tijd, en de perioden vóór (1990 en 1991) en vanaf de nieuwe richtlijnen (1996) werden vergeleken voor het percentage vrouwen met een histologisch vervolgonderzoek. Resultaten. Het percentage uitstrijkjes met de uitslag Pap 2 was afgenomen van 10 naar 2 sinds de nieuwe richtlijnen. Het percentage vrouwen dat na een herhalingsuitstrijkje met de uitslag Pap 2 een histologisch vervolgonderzoek had gehad, was vooralsnog gelijk gebleven. In 1996 werden de nieuwe richtlijnen voor herhalen van een uitstrijkje niet goed gevolgd: van 28% was na 2,25 jaar (nog) geen herhalingsuitstrijkje geregistreerd versus 10% in Er waren aanwijzingen dat ook het verwijzen van vrouwen met 2 maal een Pap-2-uitslag naar de gynaecoloog niet goed verliep. Naar schatting was het percentage vrouwen dat naar de gynaecoloog dient te worden verwezen naar aanleiding van herhalingsuitstrijkjes met de uitslag Pap 2 niet veranderd door de nieuwe richtlijnen. Conclusie. Sinds de nieuwe richtlijnen was het beoogde effect van minder Pap-2-uitslagen bereikt. De effecten op de lange termijn, zoals het verkorten van de follow-up, kunnen pas over enkele jaren onderzocht worden. na maximaal 2 herhalingsuitstrijkjes óf terug zouden moeten gaan naar het screeningschema van het bevolkingsonderzoek (indien beide herhalingsuitstrijkjes niet afwijkend waren), óf verwezen zouden moeten worden naar de gynaecoloog voor colposcopisch onderzoek (na een afwijkend (tenminste Pap-2-)herhalingsuitstrijkje). Bovendien werd het interval tot het eerste herhalingsuitstrijkje verkort van 1 jaar naar 6 maanden. Hierbij was duidelijk dat de tweede maatregel, de verkorting van de follow-up, niet haalbaar zou zijn zonder sterke verlaging van het Pap-2-percentage, omdat anders het aandeel vrouwen dat naar aanleiding van het bevolkingsonderzoek wordt verwezen zeer sterk zou stijgen. Wij onderzochten de gevolgen van de veranderingen 1586 Ned Tijdschr Geneeskd augustus;146(34)

2 van de richtlijnen. Hiertoe werd het percentage uitstrijkjes met de uitslag Pap 2 over de jaren in de verschillende regio s in Nederland beschreven. Vervolgens werd de follow-up nagegaan in de oude (aan de hand van uitstrijkjes van het bevolkingsonderzoek uit de jaren 1990 en 1991 en de follow-up daarna) en in de nieuwe situatie (de uitstrijkjes uit 1996 en de follow-up daarna). De benodigde gegevens kwamen uit het centrale Pathologisch Anatomisch Landelijk Geautomatiseerd Archief (PALGA). materiaal en methoden PALGA. Het centrale PALGA bevat in principe informatie over alle pathologische (cytologische en histologische) onderzoeken die in Nederland worden uitgevoerd; vanaf 1990 is meer dan 90% van alle onderzoeken geregistreerd en in 1994 werd dit percentage op 100 geschat. 3 Een gestandaardiseerd uittreksel uit het oorspronkelijke pathologieverslag wordt opgeslagen. Daarin worden onder andere de datum, de topografie, de aard en de diagnose van het onderzoek vermeld. Voor cervixcytologie is er in het PALGA nog extra ruimte om specifieke gegevens te registreren (via het zogenaamde Cervixregistratie- en informatiesysteem ). Hierin staat onder meer de Kwaliteit, ontsteking, plaveiselepitheel, andere afwijkingen en cilinderepitheel (KOPAC)-uitslag en kan de reden voor het maken van het uitstrijkje worden aangegeven. Selectie. Voor deze studie werd in 1999 uit het PALGA een selectie gemaakt van alle cytologische en histologische onderzoeken van de cervix (van alle cytologische cervixonderzoeken geregistreerd tot en met 31 maart 1998). 4 Op basis van eerdere cervixcytologische en histologische bevindingen op materiaal verkregen door bijvoorbeeld biopsieën bij een vrouw werd een uitstrijkje beschouwd als primair (op zichzelf staand) of als secundair (gemaakt binnen 4 jaar na een voorafgaand afwijkend uitstrijkje of uitstrijkje van onvoldoende kwaliteit, waarbij de follow-up nog niet voldoende was afgerond). Onderzochte vrouwen werden geïdentificeerd op basis van de geboortedatum en de eerste 4 letters van de geboortenaam. Van de primaire uitstrijkjes werden de uitstrijkjes uit 1990 en 1991 en uit 1996 (toen waren de nieuwe richtlijnen van kracht) geselecteerd, waarvan was geregistreerd dat ze waren gemaakt in het kader van het bevolkingsonderzoek. Zo sloten wij uitstrijkjes uit die buiten het bevolkingsonderzoek om waren gemaakt, vanwege medische redenen of op verzoek van de vrouw. Van een groot deel van de uitstrijkjes (in de onderzochte periode grofweg 50%) was de reden voor het maken van het uitstrijkje onbekend. Ook deze uitstrijkjes werden niet in de gebruikte selectie opgenomen. Van alle geselecteerde bevolkingsonderzoekuitstrijkjes waren de datum en de uitslag van het uitstrijkje en de aard (cytologisch of histologisch), de datum en de uitslag van het vervolgonderzoek tot 2,25 jaar na het oorspronkelijke uitstrijkje geregistreerd. Het gebruikte bestand gaf informatie over onderzoeken tot 1 april 1999, zodat uitstrijkjes uit 1996 tenminste een follow-upperiode van 2,25 jaar hadden. Voor de uitstrijkjes uit 1990 en 1991 werd ook een langere follow-upperiode bekeken, tot 1 april 1999, na 7,25-9,25 jaar. Cytologische uitslag. De cytologische uitslagen werden ingedeeld in volgende groepen, die corresponderen met de adviezen voor het vervolgonderzoek zoals deze in 1996 zijn geïntroduceerd: 1 uitstrijkjes van onvoldoende kwaliteit (Pap 0); deze moeten direct herhaald worden; uitstrijkjes zonder endocervicale cellen (KOPAC-Cuitslag 2); deze moeten na 6 maanden herhaald worden; negatieve uitstrijkjes; vrouwen met een uitstrijkje met deze uitslag blijven het screeningschema van het bevolkingsonderzoek volgen (Pap 1); licht afwijkende uitstrijkjes: uitstrijkjes met een KOPAC-P-uitslag 2, 3 of 4, een KOPAC-C-uitslag 3, 4 of 5 of een KOPAC-A-uitslag 3; het gaat dan om de Pap 2 en Pap 3a1 (lichte dysplasie); deze worden na 6 maanden herhaald; sterk afwijkende uitstrijkjes; vrouwen met een uitstrijkje met deze uitslag worden verwezen naar de gynaecoloog: KOPAC-P-uitslag 5, KOPAC-A-uitslag 4 of KOPAC-C-uitslag 6; het gaat dan om Pap 3a2 (matige dysplasie en ernstiger). Ons onderzoek betrof vrouwen in de gemeenschappelijke leeftijdsgroep van het oude en het nieuwe bevolkingsonderzoek, namelijk van jaar, om de vergelijkingen zo zuiver mogelijk te houden. Daarbij gold als leeftijd van een vrouw de leeftijd op 31 december van het beschouwde jaar; bijvoorbeeld de 30-jarige vrouwen in 1996 betroffen de vrouwen die in dat jaar 30 jaar waren geworden. resultaten Het aandeel Pap 2. In 1993 is het besluit genomen om de definitie van Pap 2 te wijzigen door ontstekingsverschijnselen niet onder Pap 2, maar onder Pap 1 te classificeren, opdat het percentage Pap 2 zou afnemen. Deze richtlijnen zijn in 1996 ingevoerd. Uit tabel 1 blijkt dat het percentage Pap 2 inderdaad sterk afnam, van 9,1 in 1994 tot 2,2 in Uit de uitsplitsing in tabel 1 naar regio blijkt dat er nogal wat verschillen tussen de verschillende regio s waren. In alle regio s was het percentage sterk gedaald. Uit de onderste regel van de tabel blijkt dat de afwijking van individuele regio s ten opzichte van het gemiddelde over de jaren afnam, hoewel de standaardafwijking ten opzichte van het gemiddelde ongeveer 1/3 bleef. Vervolgens luidde de vraag of de uitstrijkjes die niet meer als Pap 2 werden geclassificeerd, uitsluitend waren verschoven naar een beoordeling niet afwijkend. In tabel 2 staan daarom alle uitslagen van de bevolkingsonderzoekuitstrijkjes vanaf Uit deze tabel blijkt dat het aandeel uitstrijkjes met de uitslag sterk afwijkend en met Pap 3a1 niet was toegenomen; er was integendeel een dalende trend in Pap 3a1 na Het aandeel uitstrijkjes dat als Pap 1 of Pap 2 was geclassificeerd, bleef gelijk in de tijd. Hieruit bleek dat het merendeel van de uitstrijkjes die voorheen de uitslag Pap 2 zouden hebben gekregen, tegenwoordig werden beoordeeld als niet afwijkend. Ned Tijdschr Geneeskd augustus;146(34) 1587

3 TABEL 1. Het percentage uitstrijkjes in het bevolkingsonderzoek naar baarmoederhalskanker met de uitslag Pap 2, naar regio en kalenderjaar, bij vrouwen in de leeftijd jaar* regio onbekend 10,9 10,9 10,4 9,1 7,2 7,4 5,4 3,1 1,8 regio I 12,0 9,8 11,6 13,7 11,9 7,9 6,6 4,6 1,8 regio II 3,2 3,8 4,8 5,9 5,1 5,6 4,6 3,8 2,8 regio III 14,0 10,4 10,1 11,7 12,0 10,5 6,1 1,9 1,6 regio IV 10,4 10,8 10,4 12,1 10,9 11,3 5,0 2,3 2,3 regio V 15,1 19,8 15,4 11,7 10,9 11,9 8,2 2,6 2,2 regio VI 8,5 9,2 9,7 6,3 4,9 4,5 5,1 2,3 1,9 regio VII 8,1 5,9 6,1 9,3 6,7 6,7 5,8 2,9 2,2 regio VIII 8,5 6,2 7,1 4,0 4,6 5,1 4,5 2,3 2,1 regio IX 7,4 8,0 11,1 14,5 13,5 13,6 10,3 13,0 4,2 Nederland 10,5 9,2 9,8 10,5 9,1 8,8 5,9 3,6 2,2 (SD) (3,5) (4,3) (3,0) (3,5) (3,4) (3,2) (1,8) (3,3) (0,7) De regio s zijn niet-herkenbaar genummerd. De standaardafwijking werd berekend ten opzichte van het gewogen gemiddelde van de regio s. tabel 2. De uitslagen (in procenten) van uitstrijkjes in het bevolkingsonderzoek naar baarmoederhalskanker, naar kalenderjaar, bij vrouwen in de leeftijd jaar* uitslag sterk afwijkend Pap 3a2 0,54 0,51 0,53 0,45 0,45 0,44 0,46 0,49 0,52 licht afwijkend Pap 3a1 0,8 0,7 0,8 0,9 0,9 0,8 0,6 0,5 0,4 Pap 2 10,5 9,2 9,8 10,5 9,1 8,8 5,9 3,6 2,2 onvoldoende kwaliteit 1,6 1,2 1,2 1,1 1,2 1,5 0,9 0,8 0,9 ecc 9,8 8,9 8,4 7,9 7,2 6,8 8,0 7,7 7,5 niet afwijkend 76,8 79,5 79,4 79,2 81,1 81,8 84,0 86,8 88,5 Pap 3a2 = matige dysplasie. Pap 3a1 = lichte dysplasie. ecc = uitstrijkje zonder endocervicale cellen. Vervolgonderzoek na een Pap-2-uitslag. Men kan zich afvragen of het nieuwe beleid tot meer of tot minder verwijzingen naar de gynaecoloog leidde. Dit hangt mede af van de uitslag van de herhalingsuitstrijkjes en van de vraag hoe vrouwen in de praktijk verder gevolgd werden. In tabel 3 staat het vervolgonderzoek dat binnen 2,25 jaar plaatsvond na een licht afwijkend uitstrijkje gemaakt in 1996, dat wil zeggen een uitstrijkje met een uitslag waaraan volgens de nieuwe richtlijnen standaard een advies voor cytologische follow-up is gekoppeld. Een klein deel van de vrouwen met een licht afwijkend uitstrijkje had een sterk afwijkend herhalingsuitstrijkje (1,5%). Van deze vrouwen werd bij 87% een histologisch onderzoek uitgevoerd binnen 2,25 jaar na het oorspronkelijke uitstrijkje. Van de vrouwen die opnieuw een licht afwijkend uitstrijkje hadden, werd 40,9% histologisch gevolgd. De nieuwe richtlijnen van het bevolkingsonderzoek schrijven een verwijzing naar de gynaecoloog voor na 1 licht afwijkend herhalingsuitstrijkje. Het is mogelijk dat deze vrouwen wel conform de richtlijnen werden verwezen, maar dat het bezoek aan de gynaecoloog (nog) niet had plaatsgevonden of dat bij de colposcopie geen weefsel voor pathologisch onderzoek was afgenomen, zodat er in het PALGA geen histologische bevinding was geregistreerd. In de follow-upperiode was bij 28,2% van de vrouwen na een licht afwijkend uitstrijkje van het bevolkingsonderzoek (nog) geen cytologisch vervolgonderzoek geregistreerd binnen 2,25 jaar. Bij een klein deel van deze vrouwen (7,4%) stond er direct na het uitstrijkje wel een histologisch onderzoek geregistreerd. Dit zou het gevolg kunnen zijn van (histologische) ingrepen, zoals curettage en uterusextirpatie, die om andere redenen dan een afwijkende cervixcytologische uitslag waren verricht. Vergelijking met de oude richtlijnen. In tabel 4 staat ter vergelijking het vervolgonderzoek binnen 2,25 jaar dat plaatsvond na een licht afwijkend uitstrijkje bij het bevolkingsonderzoek dat gemaakt was in 1990 en Hiermee wordt de praktijk van de oude richtlijnen in kaart gebracht. Het percentage vrouwen dat na een licht afwijkend uitstrijkje een licht afwijkend herhalingsuitstrijkje had, was aanzienlijk hoger dan na de invoering van de nieuwe richtlijnen (27,6% in de oude (zie tabel 4) ten opzichte van 11,7% in de nieuwe situatie (zie tabel 3)). Enerzijds is in de nieuwe strengere definities het effect van een niet-negatieve uitslag ingrijpender (verwijzing naar de gynaecoloog) dan voorheen. Anderzijds zijn licht afwijkende uitstrijkjes in het nieuwe bevolkingsonderzoek een selectie van gemiddeld ernstiger afwijkingen dan in het oude bevolkingsonderzoek, zodat men zou verwachten dat er bij het histologisch vervolgonderzoek meer afwijkingen worden gevonden. Het percentage licht afwijkende herhalingsuitstrijkjes was afgenomen, hetgeen kan wijzen op een grotere invloed van de eerste dan van de tweede verklaring. Het percentage ernstige afwijkingen in het vervolgonderzoek was min of meer gelijk gebleven. Het percentage vrouwen bij wie binnen 2,25 jaar geen herhalingsuitstrijkje was geregistreerd, bedroeg in de oude situatie 9,6 (zie tabel 4), tegen 28,2 in de nieuwe situatie (zie tabel 3). Het totale percentage vrouwen dat na een licht afwijkend uitstrijkje een histologisch vervolgonderzoek had gekregen was 7,4 met de oude en 10,3 met de nieuwe richtlijnen. Het percentage met een Pap-2-uitslag was echter afgenomen in de nieuwe situatie; dit was namelijk 5,9 in 1996 versus 9,9 voor 1990 en 1991 samen (zie tabel 1). Het geschatte percentage voor histologisch onderzoek verwezen vrouwen naar aanleiding van een Pap-2-uitstrijkje was zodoende voor het oude bevolkingsonderzoek 9,9 7,4 = 0,73 en voor het nieuwe bevolkingsonderzoek 5,9 10,3 = 0,61. In het nieuwe bevolkingsonderzoek waren er meer vrouwen bij wie er nog geen herhalingsonderzoek had plaatsgevonden, namelijk respectievelijk 26% (= ( (= vrouwen met direct histologisch onderzoek))/ (zie tabel 3)) en 6,9% (( )/ (zie tabel 4)). Indien bij alle vrouwen herhalingsonderzoek had plaatsgevonden, zoals de richtlijnen voorschrijven, zou het percentage vrouwen dat naar de gynaecoloog dient te worden verwezen naar aanleiding 1588 Ned Tijdschr Geneeskd augustus;146(34)

4 TABEL 3. Het aantal vrouwen dat histologisch vervolgonderzoek onderging 2,25 jaar na een uitstrijkje met de uitslag Pap 2 in het bevolkingsonderzoek naar baarmoederhalskanker in 1996, uitgesplitst naar de uitslag van het eerste herhalingsuitstrijkje* eerste herhalingsuitstrijkje aantal (%) met histologisch uitslag aantal (%) onderzoek in 2,25 jaar sterk afwijkend ( Pap 3a2 ) 227 (1,5) 197 (86,8) licht afwijkend (Pap 2 en Pap 3a1 ) (11,7) 710 (40,9) niet afwijkend (54,9) 271 (3,3) onvoldoende kwaliteit 108 (0,7) 18 (16,7) zonder endocervicale cellen 424 (2,9) 17 (4,0) geen herhalingsuitstrijkje in 2,25 jaar (28,2) 308 (7,4) totaal (100) (10,3) Percentage van het aantal vrouwen met een herhalingsuitstrijkje. Pap 3a2 = matige dysplasie. Pap 3a1 = lichte dysplasie. van een uitstrijkje met de uitslag Pap 2 naar schatting bijna gelijk zijn voor het oude (0,73 100/(100-6,9) = 0,78%) en het nieuwe bevolkingsonderzoek (0,61 100/(100-26) = 0,82%). Voor de lange termijn kunnen wij voor de uitstrijkjes uit 1990 en 1991 kijken naar het percentage histologische vervolgonderzoeken tot april 1999 (follow-upperiode van gemiddeld 8,25 jaar (uitersten: 7,25-9,25) (zie tabel 4, laatste kolom). Een deel van deze histologische vervolgonderzoeken wordt verklaard door histologische ingrepen wegens andere redenen dan afwijkende cervixcytologische uitslag. Van de vrouwen met een niet-afwijkend uitstrijkje uit het bevolkingsonderzoek had 7,3% in deze periode een histologisch vervolgonderzoek gehad. Het totale percentage vrouwen dat na een licht TABEL 4. Het aantal vrouwen dat histologisch vervolgonderzoek onderging 2,25 en gemiddeld 8,25 jaar na een uitstrijkje met de uitslag Pap 2 in het bevolkingsonderzoek naar baarmoederhalskanker in 1990 en 1991, uitgesplitst naar de uitslag van het eerste herhalingsuitstrijkje* eerste herhalingsuitstrijkje aantal (%) met histologisch onderzoek uitslag aantal (%) in 2,25 jaar in 8,25 jaar sterk afwijkend ( Pap 3a2 ) 578 (1,6) 360 (62,3) 498 (86,2) licht afwijkend (Pap 2 en Pap 3a1 ) (27,6) 884 (8,7) (17,9) niet afwijkend (55,5) 425 (2,1) (8,4) onvoldoende kwaliteit 293 (0,8) 24 (8,2) 48 (16,4) zonder endocervicale cellen (5,0) 40 (2,2) 149 (8,1) geen herhalingsuitstrijkje in 2,25 jaar (9,6) 991 (28,1) (31,0) totaal (100) (7,4) (14,4) Percentage van het aantal vrouwen met een herhalingsuitstrijkje. Pap 3a2 = matige dysplasie. Pap 3a1 = lichte dysplasie. afwijkend uitstrijkje binnen 8,25 jaar histologisch was onderzocht, bedroeg 14,4. Van dit aantal werd een deel (naar schatting 7,3%) niet verklaard door afwijkende cervixcytologische uitslag. De resterende 7,1% werd histologisch gevolgd in de eerste 8,25 jaar na het uitstrijkje uit het bevolkingsonderzoek. beschouwing Het landelijk percentage uitstrijkjes met Pap-2-uitslag was onder invloed van de nieuwe richtlijnen met ruim driekwart afgenomen. Bedroeg dit voorheen circa 10%, in 1998 was het gedaald naar 2,2%. Gezien de nog resterende verschillen tussen de regio s (zie tabel 1), is de verwachting dat het percentage Pap 2 nog iets verder zal afnemen. De nieuwe richtlijnen voor de follow-up zijn nog te kort geleden ingevoerd om te kunnen vaststellen in hoeverre de herhalingsfollow-up (tot de beslissing terug naar de huisarts of verder naar de gynaecoloog bij vrouwen met een Pap-2-uitslag daadwerkelijk korter is geworden. Pas minstens 4 jaar na een uitstrijkje kan worden vastgesteld of vrouwen met 2 negatieve herhalingsuitstrijkjes geen verdere herhalingsuitstrijkjes hebben gekregen. Vooralsnog was het percentage vrouwen dat aanvankelijk een herhalingsadvies en dat ook histologisch vervolgonderzoek kreeg in het nieuwe bevolkingsonderzoek binnen 2,25 jaar iets lager (0,61%) dan in het oude bevolkingsonderzoek (0,73%). Echter, in de nieuwe situatie was bij slechts 41% van de vrouwen met 2 maal een Pap-2-uitslag een histologisch onderzoek geregistreerd. Van de overige 59% weten wij niet of deze vrouwen colposcopie ondergingen zonder dat dit gepaard was gegaan met een histologisch onderzoek, of dat zij niet bij de gynaecoloog waren geweest. In het eerste geval zou het aantal verwezen vrouwen zijn verdubbeld ten opzichte van de oude situatie, in het tweede geval zou er bij minder dan de helft van de vrouwen met 2 maal een Pap-2-uitslag niet volgens de richtlijnen vervolgonderzoek zijn gedaan. Beide situaties zijn ongunstig voor het nieuwe bevolkingsonderzoek. Indien de schatting van het percentage vrouwen dat verwezen is, werd gecorrigeerd voor vrouwen die nog geen herhalingsuitstrijkje hadden gehad, werd het percentage vrouwen dat verwezen is met een histologisch vervolgonderzoek in de nieuwe situatie bijna gelijk aan dat in de oude. In deze berekening werd ervan uitgegaan dat niet-gevolgde vrouwen een gelijke kans op afwijkingen bij herhalingscytologisch onderzoek hadden als de wel gevolgde. Het percentage Pap 2 was na 1996 nog verder gedaald. Indien het percentage gevonden afwijkingen bij de herhalingsuitstrijkjes niet toeneemt, betekent dit dat het percentage verwezen vrouwen met een histologisch vervolgonderzoek kan afnemen. Door de methode van identificatie in het PALGA (de eerste 4 letters van de geboortenaam, de geboortedatum en het geslacht) kunnen er zowel administratieve splitsingen (door een foutieve invoer van de identificerende gegevens) als administratieve fusies (in het geval van gelijke identificerende gegevens) optreden. In de huidige berekeningen zal de invloed van administratieve fusies Ned Tijdschr Geneeskd augustus;146(34) 1589

5 groter zijn dan de invloed van splitsingen. 4 5 Dit maakt dat het percentage histologische vervolgonderzoeken zowel in de oude als in de nieuwe situatie waarschijnlijk te hoog werd geschat. De invloed hiervan op het gevonden verschil tussen de oude en nieuwe situatie is niet geheel te voorspellen, maar zal naar verwachting niet groot zijn. Nieuwe onderzoeksmethoden, zoals tests op humaan papillomavirus en semi-automatische screening, worden momenteel onderzocht op kosteneffectiviteit. De uitkomsten hiervan moeten worden afgewacht voordat de richtlijnen voor het bevolkingsonderzoek opnieuw kunnen worden gewijzigd. Uit de hier gepresenteerde data wordt duidelijk dat hierbij naar de recentste routinesituatie moet worden gekeken, en dat de te behalen winst in de zin van minder follow-up (minder kosten en minder belasting voor de vrouw) in de huidige situatie wellicht lager ligt dan in de oude. Voor een deel kon door ons onderzoek al vastgesteld worden dat de nieuwe richtlijnen de beoogde effecten hebben gehad. Het gaat dan met name om een daling van het aandeel vrouwen met een Pap-2-uitslag, waarbij het aantal vrouwen met een histologisch vervolgonderzoek ongeveer gelijk is gebleven. Opvallend was dat bij de bevolkingsonderzoekuitstrijkjes uit 1996 de richtlijnen voor herhalingsuitstrijkjes niet goed en bovendien minder goed dan in het verleden werden opgevolgd. Ook vonden wij aanwijzingen dat de richtlijn verwijzen bij 2 maal Pap 2 slecht wordt uitgevoerd. Deze followup betrof de periode 1996 en 1997, dus kort na de invoering van de nieuwe richtlijnen. De langetermijneffecten van het nieuwe follow-upbeleid zullen pas over enkele jaren onderzocht kunnen worden. abstract Less Pap-2 results ( minor abnormalities ) in the population screening for cervical cancer since the introduction of new guidelines in 1996 Objective. To determine whether the 1996 implementation of new guidelines for the classification and management of cervical smears in the Dutch population screening programme for cervical cancer (i.e. inflammatory symptoms are no longer classified as moderate dysplasia and women with two smears with moderate dysplasia are referred directly to the gynaecologist) was followed by a reduction in both the number of women with repeat smears and the length of follow-up. Methods. The results of all smears of women aged years from 1990 onwards, were retrieved from the Dutch Network and National Database for Pathology (PALGA). The percentage of smears with moderate dysplasia was analysed with respect to time. The percentage of women with a histological examination during the follow-up phase of the population screening programme (1990 and 1991) was compared with that for the new screening programme (1996). Results. Following the implementation of the new guidelines, the percentage of smears with moderate dysplasia was reduced from 10% to 2%. The percentage of women with a histological examination during the follow up of two smears with moderate dysplasia remained the same. The new recommendations for additional smears were not followed: for 28% no repeat smear was available after 2.25 years versus 10% in There were indications that the referral of women with two cases of moderate dysplasia to a gynaecologist was not strictly adhered to either. Since the introduction of the new guidelines, the estimated percentage of women that should be referred to the gynaecologist following smears with moderate dysplasia has not changed. Conclusion. The new recommendations have lead to fewer smears being classified as moderate dysplasia. The long-term effects, such as a reduction in the length of the follow-up period, can only be analysed in a few years time. literatuur 1 Ziekenfondsraad. Uitgangspunten herstructurering bevolkingsonderzoek naar baarmoederhalskanker. Amstelveen: Ziekenfondsraad; Vooijs GP. De advisering bij afwijkende bevindingen van cytologisch onderzoek van de cervix uteri. Ned Tijdschr Geneeskd 1987;131: Ballegooijen M van, Bos AB, Akker-van Marle ME van den, Oortmarssen GJ van, Boer R, Meerding WJ, et al. Een eerste beschrijving van de praktijk van het bevolkingsonderzoek naar baarmoederhalskanker in Nederland in 1994 op grond van gegevens uit het centrale PALGA. Rotterdam: Erasmus Universiteit Rotterdam; Lee-Bijlsma A van der. De registratie van identificatiecodes bij het bevolkingsonderzoek op baarmoederhalskanker. Tijdschr Soc Gezondheidsz 1985;63: Seiverling R, Hoedemaeker PhJ. Administratieve identificatie van patiënten in grote bevolkingsgroepen. Ned Tijdschr Geneeskd 1975;119: Aanvaard op 22 februari 2002 Bladvulling Vegetarische werkzaamheid Berlijn. Aan den Kurfürstendamm is door de goede zorgen van eenige vegetariërs een inrichting tot stand gekomen, die den wijdschen naam van Licht-Luft-Sportbad voert. Op een echte arena, een met zand bedekte ruimte, begrensd door een gaanderij, kunnen de bezoekers zich met echte gymnastiek lichaamsoefeningen in abgrundtief négligé bezighouden. Een zwembroekje, maakt dat de overeenstemming met de oudheid zoowel als het licht- en luchtbad onvolkomen blijft, maar als albu, die met nog al wat ingenomenheid deze gelegenheid in de Deutsche med. Wochenschrift beschrijft, zegt, dat nergens anders de gelegenheid tot het bestudeeren van mannenschoonheid zich in zoo reinen vorm aanbiedt, wordt men toch weder aan zekere Grieken herinnerd. De gymnasten mogen noch vleesch, noch alcohol gebruiken. Eén dag van de week, met toestemming der politie, is het bad voor dames geopend. Behalve zenuwzwakken, die er kracht komen zoeken, wordt het bad bezocht door sporthelden, waarvan sommigen den geheelen winter door zijn blijven turnen. (Berichten Buitenland. Ned Tijdschr Geneeskunde 1902;46II: 45.) 1590 Ned Tijdschr Geneeskd augustus;146(34)

BEVOLKINGSONDERZOEK BAARMOEDERHALSKANKER Monitor 2015

BEVOLKINGSONDERZOEK BAARMOEDERHALSKANKER Monitor 2015 a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a BEVOLKINGSONDERZOEK BAARMOEDERHALSKANKER Monitor

Nadere informatie

BEVOLKINGSONDERZOEK BAARMOEDERHALSKANKER. Monitor 2017 EERSTE RESULTATEN VAN HET VERNIEUWDE

BEVOLKINGSONDERZOEK BAARMOEDERHALSKANKER. Monitor 2017 EERSTE RESULTATEN VAN HET VERNIEUWDE a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a BEVOLKINGSONDERZOEK BAARMOEDERHALSKANKER Monitor

Nadere informatie

BEVOLKINGSONDERZOEK BAARMOEDERHALSKANKER Monitor 2016

BEVOLKINGSONDERZOEK BAARMOEDERHALSKANKER Monitor 2016 a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a BEVOLKINGSONDERZOEK BAARMOEDERHALSKANKER Monitor

Nadere informatie

BEVOLKINGSONDERZOEK BAARMOEDERHALSKANKER

BEVOLKINGSONDERZOEK BAARMOEDERHALSKANKER BEVOLKINGSONDERZOEK BAARMOEDERHALSKANKER Monitoring Het Bevolkingsonderzoek (BVO) Baarmoederhalskanker wordt gecoördineerd door het RIVM. De jaarlijkse Landelijke Monitoring van het Bevolkingsonderzoek

Nadere informatie

Herziening bevolkingsonderzoek op baarmoederhalskanker 1996: hogere dekkingsgraad, minder herhalingsuitstrijkjes en minder opportunistische screening

Herziening bevolkingsonderzoek op baarmoederhalskanker 1996: hogere dekkingsgraad, minder herhalingsuitstrijkjes en minder opportunistische screening oorspronkelijke stukken Herziening bevolkingsonderzoek op baarmoederhalskanker 1996: hogere dekkingsgraad, minder herhalingsuitstrijkjes en minder opportunistische screening L.M.Berkers, M.van Ballegooijen,

Nadere informatie

HPV nu en in de toekomst. Nynke de Boer Magda van Oven Britt van Etten Debruijn Jorien Helder-Woolderink

HPV nu en in de toekomst. Nynke de Boer Magda van Oven Britt van Etten Debruijn Jorien Helder-Woolderink HPV nu en in de toekomst Nynke de Boer Magda van Oven Britt van Etten Debruijn Jorien Helder-Woolderink 15000 HPV HPV2 HPV4 HPV6 HPV11 High risk HPV (hr-hpv) Hr HPV 80 % van alle vrouwen maakt eens

Nadere informatie

Vervolgonderzoek na een afwijkend uitstrijkje: tijdsinterval acceptabel, aard van het vervolgonderzoek vaak niet

Vervolgonderzoek na een afwijkend uitstrijkje: tijdsinterval acceptabel, aard van het vervolgonderzoek vaak niet 8 Walle HEK de, Pal-de Bruin KM van der, Jong-van den Berg LTW de, Jeeninga W, Schouten J, Rover C de, et al. Effect of mass media campaign to reduce socioeconomic differences in women s awareness and

Nadere informatie

Lichamelijke factoren als voorspeller voor psychisch. en lichamelijk herstel bij anorexia nervosa. Physical factors as predictors of psychological and

Lichamelijke factoren als voorspeller voor psychisch. en lichamelijk herstel bij anorexia nervosa. Physical factors as predictors of psychological and Lichamelijke factoren als voorspeller voor psychisch en lichamelijk herstel bij anorexia nervosa Physical factors as predictors of psychological and physical recovery of anorexia nervosa Liesbeth Libbers

Nadere informatie

De effecten en kosten van het bevolkingsonderzoek naar baarmoederhalskanker in Nederland na de herstructurering

De effecten en kosten van het bevolkingsonderzoek naar baarmoederhalskanker in Nederland na de herstructurering De effecten en kosten van het bevolkingsonderzoek naar baarmoederhalskanker in Nederland na de herstructurering De effecten en kosten van het bevolkingsonderzoek naar baarmoederhalskanker in Nederland

Nadere informatie

Chapter 9. Nederlandse samenvatting

Chapter 9. Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting Wetenschappelijk onderzoek heeft uitgewezen dat baarmoederhalskanker wordt veroorzaakt door een infectie met een virus, het zogenaamde hoog-risico humaan papillomavirus (hrhpv).

Nadere informatie

Het afwijkende uitstrijkje. Polikliniek Gynaecologie (TZA)

Het afwijkende uitstrijkje. Polikliniek Gynaecologie (TZA) Het afwijkende uitstrijkje Polikliniek Gynaecologie (TZA) In het kader van het bevolkingsonderzoek of omdat u klachten heeft, is er bij u een uitstrijkje gemaakt. De uitslag van dit uitstrijkje blijkt

Nadere informatie

Aantal huisartsen en aantal FTE van huisartsen vanaf 2007 tot en met 2016

Aantal huisartsen en aantal FTE van huisartsen vanaf 2007 tot en met 2016 Aantal huisartsen en aantal FTE van huisartsen vanaf 2007 tot en met 2016 Werken er nu meer of minder huisartsen dan 10 jaar geleden en werken zij nu meer of minder FTE? LF.J. van der Velden & R.S. Batenburg,

Nadere informatie

Uitstrijkjes worden gemaakt om (voorstadia van) baarmoederhalskanker op te sporen.

Uitstrijkjes worden gemaakt om (voorstadia van) baarmoederhalskanker op te sporen. Uitstrijkje Inleiding Uitstrijkjes worden gemaakt om (voorstadia van) baarmoederhalskanker op te sporen. Uitstrijkjes worden gemaakt om de volgende redenen: Bevolkingsonderzoek naar baarmoederhalskanker

Nadere informatie

HANDLEIDING CERVIX MODULE PROMEDICO ASP 2014

HANDLEIDING CERVIX MODULE PROMEDICO ASP 2014 HANDLEIDING CERVIX MODULE PROMEDICO ASP 2014 CERVIX project 2014 (vanuit de Promedico ASP help functie). Middels dit project is een overzicht te maken van alle patiënten die in een bepaald jaar in een

Nadere informatie

Feiten en cijfers. Beroerte. Aantal nieuwe patiënten met een beroerte. Definitie. Uitgave van de Nederlandse Hartstichting.

Feiten en cijfers. Beroerte. Aantal nieuwe patiënten met een beroerte. Definitie. Uitgave van de Nederlandse Hartstichting. Feiten en cijfers Uitgave van de Nederlandse Hartstichting November 211 Beroerte Definitie Beroerte (in het Engels Stroke ), ook wel aangeduid met cerebrovasculaire aandoeningen/accidenten/ziekte (CVA),

Nadere informatie

Stoppen als huisarts: trends in aantallen en percentages

Stoppen als huisarts: trends in aantallen en percentages Dit rapport is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen worden gebruikt met bronvermelding. Stoppen als huisarts: trends in aantallen en percentages Een analyse van de huisartsenregistratie over de

Nadere informatie

Het uitstrijkje. Gynaecologie

Het uitstrijkje. Gynaecologie Het uitstrijkje Gynaecologie U bezoekt het spreekuur Gynaecologie voor het maken van een uitstrijkje. Uitstrijkjes worden gemaakt om afwijkingen aan de baarmoederhals op te sporen. Uitstrijkjes dienen

Nadere informatie

PATIËNTEN INFORMATIE. Het uitstrijkje. van de baarmoederhals

PATIËNTEN INFORMATIE. Het uitstrijkje. van de baarmoederhals PATIËNTEN INFORMATIE Het uitstrijkje van de baarmoederhals 2 PATIËNTENINFORMATIE Door middel van deze informatiefolder wil het Maasstad Ziekenhuis u informeren over het uitstrijkje van de baarmoederhals.

Nadere informatie

Samenvatting. De ziekte en het bevolkingsonderzoek

Samenvatting. De ziekte en het bevolkingsonderzoek Samenvatting Nederland heeft een goed bevolkingsonderzoek naar baarmoederhalskanker ( het uitstrijkje ). Er zijn echter kansen om de preventie van baarmoederhalskanker verder te verbeteren. Zo is er een

Nadere informatie

Samenvatting. Samenvatting

Samenvatting. Samenvatting Samenvatting Dit proefschrift gaat over (symptomatische) vulvovaginale candidiasis en over de asymptomatische aanwezigheid van Candida in de vagina. Vulvovaginale candidiasis (VVC) wordt veroorzaakt door

Nadere informatie

Chapter 9. Nederlandse Samenvatting

Chapter 9. Nederlandse Samenvatting Chapter 9 Nederlandse Samenvatting Summary and Nederlandse samenvatting SAMENVATTING Baarmoederhalskanker is de vierde meest voorkomende kanker bij vrouwen wereldwijd. Deze ziekte wordt gedurende een periode

Nadere informatie

Gynaecologie. Het uitstrijkje, colposcopie, lisexcisie en conisatie

Gynaecologie. Het uitstrijkje, colposcopie, lisexcisie en conisatie Gynaecologie Het uitstrijkje, colposcopie, lisexcisie en conisatie Algemeen Bij een uitstrijkje neemt de arts met een borstel of spatel cellen van de baarmoedermond af. Aan het uitstrijkje is te zien

Nadere informatie

Eén op de vijf patiënten vindt oefentherapeut zonder verwijzing Factsheet Landelijke Informatievoorziening Paramedische Zorg, maart 2009

Eén op de vijf patiënten vindt oefentherapeut zonder verwijzing Factsheet Landelijke Informatievoorziening Paramedische Zorg, maart 2009 Deze factsheet is een uitgave van het NIVEL De gegevens mogen met bronvermelding (Margit K Kooijman, Ilse CS Swinkels, Chantal J Leemrijse. Eén op de vijf patiënten vindt oefentherapeut zonder verwijzing.

Nadere informatie

8 e Symposium Stichting Baarmoederhalskanker. preventie Oost

8 e Symposium Stichting Baarmoederhalskanker. preventie Oost 8 e Symposium Stichting Baarmoederhalskanker preventie Oost Diagnostiek en etiologie van endocervicale afwijkingen Donderdag 9 november 2006 Nationaal Sportcentrum Papendal, Arnhem Mede onder auspiciën

Nadere informatie

Onderzoeksvraag zoals geformuleerd door SZW

Onderzoeksvraag zoals geformuleerd door SZW aan SZW van Peter-Paul de Wolf en Sander Scholtus (Senior) methodoloog onderwerp Aandeel 0-jarigen onder aanvragen toeslag kinderdagopvang datum 5 september 2018 Inleiding Naar aanleiding van een voorgestelde

Nadere informatie

KRITISCHE KENGETALLEN INLEIDING

KRITISCHE KENGETALLEN INLEIDING KRITISCHE KENGETALLEN INLEIDING Baarmoederhalskanker of cervixcarcinoom is wereldwijd nog steeds een van de belangrijkste oorzaken van sterfte aan kanker bij vrouwen. Nederland is één van de Europese landen

Nadere informatie

Soms geeft een uitstrijkje geen duidelijk beeld.

Soms geeft een uitstrijkje geen duidelijk beeld. Als in het uitstrijkje afwijkende cellen worden gezien, wordt een nieuw uitstrijkje gemaakt of vindt er verder onderzoek plaats: colposcopie. Bij een colposcopie bekijkt de gynaecoloog de baarmoedermond

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 27 augustus 2018 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 27 augustus 2018 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter, > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 2008 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Parnassusplein 5 25 VX Den Haag T 070 340 79 F 070 340 78 34

Nadere informatie

Bijna de helft van de geweldsmisdrijven wordt in de openbare ruimte gepleegd / foto: Inge van Mill.

Bijna de helft van de geweldsmisdrijven wordt in de openbare ruimte gepleegd / foto: Inge van Mill. Bijna de helft van de geweldsmisdrijven wordt in de openbare ruimte gepleegd / foto: Inge van Mill. secondant #2 april 2009 7 Geweldsdelicten tussen - Daling van geweld komt niet uit de verf Crimi-trends

Nadere informatie

Bij een derde van de vrouwen met baarmoederhalskanker is geen uitstrijkje gemaakt

Bij een derde van de vrouwen met baarmoederhalskanker is geen uitstrijkje gemaakt Onderzoek Bij een derde van de vrouwen met baarmoederhalskanker is geen uitstrijkje gemaakt Folkert J. van Kemenade en Mariël K. Casparie Gerelateerd artikel: Ned Tijdschr Geneeskd. 2009;153:A482 Doel

Nadere informatie

Draaiboek bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker voor zelfuitnodigende huisartsen 2015

Draaiboek bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker voor zelfuitnodigende huisartsen 2015 Draaiboek bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker voor zelfuitnodigende huisartsen 2015 Pagina 2 Algemeen Dit draaiboek biedt huisartsen die zelf vrouwen in de praktijk uitnodigen voor het bevolkingsonderzoek

Nadere informatie

Sekseverschillen in Huilfrequentie en Psychosociale Problemen. bij Schoolgaande Kinderen van 6 tot 10 jaar

Sekseverschillen in Huilfrequentie en Psychosociale Problemen. bij Schoolgaande Kinderen van 6 tot 10 jaar Sekseverschillen in Huilfrequentie en Psychosociale Problemen bij Schoolgaande Kinderen van 6 tot 10 jaar Gender Differences in Crying Frequency and Psychosocial Problems in Schoolgoing Children aged 6

Nadere informatie

Uitstrijkje, onderzoek en daarna

Uitstrijkje, onderzoek en daarna 1/7 Gynaecologie Uitstrijkje, onderzoek en daarna Inleiding Bij een uitstrijkje neemt de arts cellen van de baarmoedermond af. Aan het uitstrijkje is te zien of er aanwijzingen zijn voor (een voorstadium

Nadere informatie

Een afwijkend uitstrijkje

Een afwijkend uitstrijkje Een afwijkend uitstrijkje Aan een uitstrijkje is te zien of er aanwijzingen zijn voor (een voorstadium van) baarmoederhalskanker. Als in het uitstrijkje afwijkende cellen worden gezien, wordt een nieuw

Nadere informatie

uitstrijkje, colposcopie, lis-excisie en conisatie

uitstrijkje, colposcopie, lis-excisie en conisatie uitstrijkje, colposcopie, lis-excisie en conisatie Inhoud 1 Algemeen 3 2 Het uitstrijkje 3 3 Wat betekent de uitlslag 4 4 Een afwijkende uitslag 5 5 Een afwijkend uitstrijkje: hoe nu verder 7 6 Colposcopie

Nadere informatie

Nieuwe bevolkings onderzoek baarmoederhalskanker

Nieuwe bevolkings onderzoek baarmoederhalskanker Nieuwe bevolkings onderzoek baarmoederhalskanker 13-april-2016 Dorry Boll, gynaecoloog Lizette Nollen, patholoog Rob Beumer, huisarts In samenwerking met: Els Bovy, Bevolkingsonderzoek Zuid Programma Baarmoederhalskanker

Nadere informatie

Uitstrijkje van de baarmoederhals, onderzoek en behandeling

Uitstrijkje van de baarmoederhals, onderzoek en behandeling Uitstrijkje van de baarmoederhals, onderzoek en behandeling Deze folder geeft u informatie over een uitstrijkje van de baarmoederhals. Het is goed u te realiseren dat voor u persoonlijk de situatie anders

Nadere informatie

1-20: Punt 1 t/m 20 betreffende de veranderingen van 2.1 naar 3.0: zie website. Alle wijzigingen van document 3.1 naar 3.2 (op website per )

1-20: Punt 1 t/m 20 betreffende de veranderingen van 2.1 naar 3.0: zie website. Alle wijzigingen van document 3.1 naar 3.2 (op website per ) 1-20: Punt 1 t/m 20 betreffende de veranderingen van 2.1 naar 3.0: zie website. 21. Alle wijzigingen van document 3.0 naar 3.1 Dit staat in het document Praktijkrichtlijn 3.1_versie_2jan2011_met_wijzigingen.doc

Nadere informatie

Uitstrijkje. Uitstrijkje, colposcopie, lisexcisie en conisatie. Gynaecologie

Uitstrijkje. Uitstrijkje, colposcopie, lisexcisie en conisatie. Gynaecologie Uitstrijkje Uitstrijkje, colposcopie, lisexcisie en conisatie Gynaecologie Algemeen Bij een uitstrijkje neemt de arts met een borsteltje cellen van de baarmoedermond af. Aan het uitstrijkje is te zien

Nadere informatie

Uitstrijkje. Inleiding. Wat is een uitstrijkje? Het onderzoek. Onderzoek van de cellen

Uitstrijkje. Inleiding. Wat is een uitstrijkje? Het onderzoek. Onderzoek van de cellen Uitstrijkje H06.018-05 Inleiding In deze folder vindt u informatie over het uitstrijkje. Dit is een eenvoudig onderzoek om veranderingen in de cellen van de baarmoedermond en baarmoederhals op te sporen.

Nadere informatie

Draaiboek bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker voor zelfuitnodigende huisartsen 2015

Draaiboek bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker voor zelfuitnodigende huisartsen 2015 Draaiboek bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker voor zelfuitnodigende huisartsen 2015 Pagina 2 Algemeen Dit draaiboek biedt huisartsen die zelf vrouwen in de praktijk uitnodigen voor het bevolkingsonderzoek

Nadere informatie

Oncologie Kempen 2013 5 oktober 2013 Cultureel Centrum t Schaliken- Herentals Guido Van Hal Centrum voor Kankeropsporing vzw Afdeling Antwerpen

Oncologie Kempen 2013 5 oktober 2013 Cultureel Centrum t Schaliken- Herentals Guido Van Hal Centrum voor Kankeropsporing vzw Afdeling Antwerpen Oncologie Kempen 2013 5 oktober 2013 Cultureel Centrum t Schaliken- Herentals Guido Van Hal Centrum voor Kankeropsporing vzw Afdeling Antwerpen Centrum voor Kankeropsporing Voorheen: hetconsortium van

Nadere informatie

Draaiboek bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker voor zelfuitnodigende huisartsen 2015

Draaiboek bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker voor zelfuitnodigende huisartsen 2015 Draaiboek bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker voor zelfuitnodigende huisartsen 2015 Pagina 2 Algemeen Dit draaiboek biedt huisartsen die zelf vrouwen in de praktijk uitnodigen voor het bevolkingsonderzoek

Nadere informatie

DE SCREENING OP DOWN, EDWARDS EN PATAUSYNDROOM EN DE 20 WEKENECHO PUBLIEKSMONITOR 2017

DE SCREENING OP DOWN, EDWARDS EN PATAUSYNDROOM EN DE 20 WEKENECHO PUBLIEKSMONITOR 2017 DE SCREENING OP DOWN, EDWARDS EN PATAUSYNDROOM EN DE 20 WEKENECHO PUBLIEKSMONITOR 2017 SAMENVATTING In 2017 is 86,5 van de 173.244 zwangerschappen gecounseld voor prenatale screening. Bijna alle counselingsgesprekken

Nadere informatie

Programma. Inleiding Aanpak in de huisartsenpraktijk. Algemene conclusies Evaluatie

Programma. Inleiding Aanpak in de huisartsenpraktijk. Algemene conclusies Evaluatie Programma Inleiding Aanpak in de huisartsenpraktijk Oplossen casuïstiek in kleine groepen Bespreken casuïstiek in plenum en toetsing aan de richtlijn Algemene conclusies Evaluatie Inleiding Jaarlijks sterfte

Nadere informatie

Draaiboek bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker voor zelfuitnodigende huisartsen 2015

Draaiboek bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker voor zelfuitnodigende huisartsen 2015 Draaiboek bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker voor zelfuitnodigende huisartsen 2015 Pagina 2 Algemeen Dit draaiboek biedt huisartsen die zelf vrouwen in de praktijk uitnodigen voor het bevolkingsonderzoek

Nadere informatie

Patiënteninformatie. Uitstrijkje, colposcopie, lis-excisie en conisatie

Patiënteninformatie. Uitstrijkje, colposcopie, lis-excisie en conisatie Uitstrijkje, colposcopie, lis-excisie en conisatie Patiënteninformatie Uitstrijkje, colposcopie, lis-excisie en conisatie Inhoudsopgave 1 Inleiding 2 Het uitstrijkje 3 Wat betekent de uitslag 4 Een afwijkende

Nadere informatie

Vernieuwd bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker. Wat zijn de veranderingen?

Vernieuwd bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker. Wat zijn de veranderingen? Vernieuwd bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker Wat zijn de veranderingen? Wat zijn de veranderingen? Het bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker gaat veranderen. Wat verandert er precies? Testen op

Nadere informatie

7. Deelname en slagen in het hoger onderwijs

7. Deelname en slagen in het hoger onderwijs 7. Deelname en slagen in het hoger onderwijs Vergeleken met autochtonen is de participatie in het hoger onderwijs van niet-westerse allochtonen ruim twee keer zo laag. Tussen studiejaar 1995/ 96 en 21/

Nadere informatie

Beïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten?

Beïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten? Beïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten? Does Gentle Teaching have Effect on Skills of Caregivers and Companionship and Anxiety

Nadere informatie

De baarmoedermond Uitstrijkje, colposcopie, lis-excisie en conisatie

De baarmoedermond Uitstrijkje, colposcopie, lis-excisie en conisatie De baarmoedermond Uitstrijkje, colposcopie, lis-excisie en conisatie Albert Schweitzer ziekenhuis Januari 2012 pavo 0597 Inhoudsopgave Inleiding 2 Algemeen 2 1. Het uitstrijkje 3 1a. Hoe wordt een uitstrijkje

Nadere informatie

Uitstrijkjesspreekuur Bernhoven: afwijkend uitstrijkje, colposcopie en lisexcisie

Uitstrijkjesspreekuur Bernhoven: afwijkend uitstrijkje, colposcopie en lisexcisie Uitstrijkjesspreekuur Bernhoven: afwijkend uitstrijkje, colposcopie en lisexcisie U heeft een verwijzing gekregen naar het uitstrijkjespreekuur omdat u een afwijkende uitslag heeft van het uitstrijkje

Nadere informatie

Uitstrijkje. Gynaecologie

Uitstrijkje. Gynaecologie Uitstrijkje Gynaecologie Inhoudsopgave Hoofdstuk Pagina 1. Uitleg over een uitstrijkje 3 2. Een afwijkende uitslag 9 3. Colposcopie 10 4. Biopsie 11 5. Lis-excisie 15 6. Conisatie 17 Uitleg over een uitstrijkje

Nadere informatie

Gynaecologische onderzoeken Uitstrijkje, colposcopie, lisexcisie (hotloop) en conisatie

Gynaecologische onderzoeken Uitstrijkje, colposcopie, lisexcisie (hotloop) en conisatie Gynaecologische onderzoeken Uitstrijkje, colposcopie, lisexcisie (hotloop) en conisatie Inhoudsopgave Klik op het onderwerp om verder te lezen Wat is een uitstrijkje? 1 Waarom wordt een uitstrijkje gemaakt?

Nadere informatie

Draaiboek bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker voor zelfuitnodigende huisartsen 2015

Draaiboek bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker voor zelfuitnodigende huisartsen 2015 Draaiboek bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker voor zelfuitnodigende huisartsen 2015 Pagina 2 Algemeen Dit draaiboek biedt huisartsen die zelf vrouwen in de praktijk uitnodigen voor het bevolkingsonderzoek

Nadere informatie

HPV-test verbetert follow-up na behandeling cervicaal intra-epitheliaal neoplasma*

HPV-test verbetert follow-up na behandeling cervicaal intra-epitheliaal neoplasma* Onderzoek HPV-test verbetert follow-up na behandeling cervicaal intra-epitheliaal neoplasma* Aagje G. Bais en Theo J.M. Helmerhorst Gerelateerd artikel: Ned Tijdschr Geneeskd. 2009;153:A661 Doel Opzet

Nadere informatie

Draaiboek bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker voor zelfuitnodigende huisartsen 2014

Draaiboek bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker voor zelfuitnodigende huisartsen 2014 Draaiboek bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker voor zelfuitnodigende huisartsen 2014 Pagina 2 Algemeen Dit draaiboek biedt huisartsen die zelf vrouwen in de praktijk uitnodigen voor het bevolkingsonderzoek

Nadere informatie

Programma. Inleiding Aanpak in de huisartspraktijk. Algemene conclusies Evaluatie

Programma. Inleiding Aanpak in de huisartspraktijk. Algemene conclusies Evaluatie Programma Inleiding Aanpak in de huisartspraktijk Oplossen casuïstiek in kleine groepen Bespreken casuïstiek in plenum en toetsing aan de richtlijn Algemene conclusies Evaluatie Inleiding Jaarlijks sterfte

Nadere informatie

Onderzoek en behandeling afwijkend uitstrijkje

Onderzoek en behandeling afwijkend uitstrijkje Onderzoek en behandeling afwijkend uitstrijkje Uitstrijkje, colposcopie, lis-excisie en conisatie Inhoud Uitstrijkje, colposcopie, lis-excisie en conisatie...1 Uitstrijkje... 2 Colposcopie... 4 Lis-excisie

Nadere informatie

Joost Meijer, Amsterdam, 2015

Joost Meijer, Amsterdam, 2015 Deelrapport Kohnstamm Instituut over doorstroom vmbo-mbo t.b.v. NRO-project 405-14-580-002 Joost Meijer, Amsterdam, 2015 Inleiding De doorstroom van vmbo naar mbo in de groene sector is lager dan de doorstroom

Nadere informatie

Nieuwe Richtlijn Cervixcytologie (2016)

Nieuwe Richtlijn Cervixcytologie (2016) (2016) Inleiding, praktisch gebruik Herhalingsadviezen & HPV-test Stand van zaken na 1 jaar BVO Hans Bulten 13 April 2018, Veenendaal Symposium VAP/NVVP Disclosure Hans Bulten (potentiële) belangenverstrengeling

Nadere informatie

IMPROVE. Helpt u mee het bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker vrouwvriendelijker te maken?

IMPROVE. Helpt u mee het bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker vrouwvriendelijker te maken? Kan de zelfafnameset het uitstrijkje vervangen? IMPROVE Helpt u mee het bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker vrouwvriendelijker te maken? Uitnodiging voor deelname aan wetenschappelijk onderzoek. www.hpvzelfafname.nl

Nadere informatie

PATIËNTENFOLDER Gynaecologie: Uitstrijkje, colposcopie, lisexcisie en conisatie

PATIËNTENFOLDER Gynaecologie: Uitstrijkje, colposcopie, lisexcisie en conisatie PATIËNTENFOLDER Gynaecologie: Uitstrijkje, colposcopie, lisexcisie en conisatie Algemeen Bij een uitstrijkje neemt de arts met een borstel of spatel cellen van de baarmoedermond af. Aan het uitstrijkje

Nadere informatie

FOR DUTCH STUDENTS! ENGLISH VERSION NEXT PAGE

FOR DUTCH STUDENTS! ENGLISH VERSION NEXT PAGE FOR DUTCH STUDENTS! ENGLISH VERSION NEXT PAGE Tentamen Bewijzen en Technieken 1 7 januari 211, duur 3 uur. Voeg aan het antwoord van een opgave altijd het bewijs, de berekening of de argumentatie toe.

Nadere informatie

Uitstrijkje, colposcopie, lisexcisie en conisatie

Uitstrijkje, colposcopie, lisexcisie en conisatie Patiënteninformatie Uitstrijkje, colposcopie, lisexcisie en conisatie rkz.nl Algemeen Bij een uitstrijkje neemt de arts met een borstel of spatel cellen van de baarmoedermond af. Aan het uitstrijkje is

Nadere informatie

De causale Relatie tussen Intimiteit en Seksueel verlangen en de. modererende invloed van Sekse en Relatietevredenheid op deze relatie

De causale Relatie tussen Intimiteit en Seksueel verlangen en de. modererende invloed van Sekse en Relatietevredenheid op deze relatie Causale Relatie tussen intimiteit en seksueel verlangen 1 De causale Relatie tussen Intimiteit en Seksueel verlangen en de modererende invloed van Sekse en Relatietevredenheid op deze relatie The causal

Nadere informatie

Pathologieonderzoek. Wat gebeurt er met uw gegevens?

Pathologieonderzoek. Wat gebeurt er met uw gegevens? Pathologieonderzoek Wat gebeurt er met uw gegevens? In deze digitale folder geven wij u informatie over het onderzoek van weefsel of cellen die bij u zijn afgenomen. Dit onderzoek gebeurt in het pathologie.

Nadere informatie

2011D04279 LIJST VAN VRAGEN TOTAAL

2011D04279 LIJST VAN VRAGEN TOTAAL 2011D04279 LIJST VAN VRAGEN TOTAAL 1 De Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) noemt het opvallend dat het aantal abortussen vanaf 20 weken is toegenomen en veronderstelt dat dit verband houdt met de

Nadere informatie

Afwijkend uitstrijkje Informatie over het uitstrijkje, colposcopie, lisexcisie en conisatie

Afwijkend uitstrijkje Informatie over het uitstrijkje, colposcopie, lisexcisie en conisatie Algemeen Bij een uitstrijkje neemt de arts met een borstel of spatel cellen van de baarmoedermond af. Aan het uitstrijkje is te zien of er aanwijzingen zijn voor (een voorstadium van) baarmoederhalskanker.

Nadere informatie

Samenvatting. Samenvatting

Samenvatting. Samenvatting Samenvatting Dikkedarmkanker is een groot gezondheidsprobleem in Nederland. Het is de derde meest voorkomende vorm van kanker bij mannen en de tweede meest voorkomende vorm van kanker bij vrouwen. In 2008

Nadere informatie

Straatintimidatie Amsterdam. Factsheet Onderzoek, Informatie en Statistiek

Straatintimidatie Amsterdam. Factsheet Onderzoek, Informatie en Statistiek Straatintimidatie Amsterdam Factsheet 201 Onderzoek, Informatie en Statistiek In opdracht van: Directie Openbare Orde en Veiligheid Projectnummer: 11 Beek, Eliza van der Smeets, Harry Bezoekadres: Oudezijds

Nadere informatie

Overzicht uitgeschreven huisartsen NIVEL Lud van der Velden Daniël van Hassel Ronald Batenburg

Overzicht uitgeschreven huisartsen NIVEL Lud van der Velden Daniël van Hassel Ronald Batenburg Overzicht uitgeschreven huisartsen 1990-2015 NIVEL Lud van der Velden Daniël van Hassel Ronald Batenburg ISBN 978-94-6122-424-8 http://www.nivel.nl nivel@nivel.nl Telefoon 030 2 729 700 Fax 030 2 729 729

Nadere informatie

Chapter 5. Samenvatting. Fear and Cervical cancer screening

Chapter 5. Samenvatting. Fear and Cervical cancer screening Chapter 5 Samenvatting Fear and Cervical cancer screening 115 Samenvatting Samenvatting Angst en cervixkankerscreening Angst en screening voor baarmoederhalskanker: Een onderzoek naar risicogedrag, angst

Nadere informatie

Resultaten conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2015

Resultaten conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2015 Resultaten conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2015 Inleiding Chris M. Jager In mei en juni 2015 zijn in het kader van de conjunctuurenquête (CE) een groot aantal bedrijven benaderd met vragenlijsten. Doel

Nadere informatie

ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN

ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN Dr. C.P. van Linschoten Drs. P. Moorer Definitieve versie 27 oktober 2014 ARGO BV Inhoudsopgave 1. INLEIDING EN VRAAGSTELLING... 3 1.1 Inleiding... 3 1.2 Vraagstelling...

Nadere informatie

De Modererende Invloed van Sociale Steun op de Relatie tussen Pesten op het Werk. en Lichamelijke Gezondheidsklachten

De Modererende Invloed van Sociale Steun op de Relatie tussen Pesten op het Werk. en Lichamelijke Gezondheidsklachten De Modererende Invloed van Sociale Steun op de Relatie tussen Pesten op het Werk en Lichamelijke Gezondheidsklachten The Moderating Influence of Social Support on the Relationship between Mobbing at Work

Nadere informatie

Vermeden broeikaseffect door recycling van e-waste

Vermeden broeikaseffect door recycling van e-waste Vermeden broeikaseffect door recycling van e-waste 29-214 Datum: 27 juli 215 Versie: 1.1 In opdracht van: Opgesteld door: Hendrik Bijker Wecycle Laura Golsteijn Marisa Vieira Dit rapport is geschreven

Nadere informatie

Het uitstrijkje van de baarmoederhals. Poli Gynaecologie

Het uitstrijkje van de baarmoederhals. Poli Gynaecologie 00 Het uitstrijkje van de baarmoederhals Poli Gynaecologie De inhoud van deze voorlichtingsfolder is mede samengesteld door de Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie (NVOG). Deze folder

Nadere informatie

CO2-monitor 2013 s-hertogenbosch

CO2-monitor 2013 s-hertogenbosch CO2-monitor 2013 s-hertogenbosch Afdeling Onderzoek & Statistiek Maart 2013 2 Samenvatting In deze monitor staat de CO2-uitstoot beschreven in de gemeente s-hertogenbosch. Een gebruikelijke manier om de

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds De Subsidieregeling publieke gezondheid wordt gewijzigd als volgt:

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds De Subsidieregeling publieke gezondheid wordt gewijzigd als volgt: STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 51397 30 september 2016 Regeling van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 20 september 2016, kenmerk

Nadere informatie

Uitstrijkje, colposcopie, lis-excisie en conisatie

Uitstrijkje, colposcopie, lis-excisie en conisatie Uitstrijkje, colposcopie, lis-excisie en conisatie Gynaecologie mca.nl Inhoudsopgave Wat is een uitstrijkje? 3 Waarom wordt een uitstrijkje gemaakt? 4 Wanneer wordt een uitstrijkje gemaakt? 4 Hoe wordt

Nadere informatie

Uitstrijkje, colposcopie, lis-excisie en conisatie

Uitstrijkje, colposcopie, lis-excisie en conisatie Gynaecologie Uitstrijkje, colposcopie, lis-excisie en conisatie Deze folder is bedoeld voor vrouwen die een onderzoek krijgen van de. Er zijn verschillende onderzoeken: een uitstrijkje, colposcopie, lis-excisie

Nadere informatie

Baarmoederhalskanker screening

Baarmoederhalskanker screening Baarmoederhalskanker screening Wat gaat er veranderen? Lex Makkus, Patholoog PAL Geschiedenis BVO-BMHK Huidige BVO - hrhpv Triage Sterfte cervix carcinoom absolute aantallen/cohort 45 40 35 30 25 20 15

Nadere informatie

INVLOED VAN CHRONISCHE PIJN OP ERVAREN SOCIALE STEUN. De Invloed van Chronische Pijn en de Modererende Invloed van Geslacht op de Ervaren

INVLOED VAN CHRONISCHE PIJN OP ERVAREN SOCIALE STEUN. De Invloed van Chronische Pijn en de Modererende Invloed van Geslacht op de Ervaren De Invloed van Chronische Pijn en de Modererende Invloed van Geslacht op de Ervaren Sociale Steun The Effect of Chronic Pain and the Moderating Effect of Gender on Perceived Social Support Studentnummer:

Nadere informatie

rapport Zelf toegebracht letsel Kerncijfers 2014

rapport Zelf toegebracht letsel Kerncijfers 2014 rapport Zelf toegebracht letsel Kerncijfers 2014 Disclaimer Bij de samenstelling van deze publicatie is de grootst mogelijke zorgvuldigheid in acht genomen. VeiligheidNL aanvaardt echter geen verantwoordelijkheid

Nadere informatie

Uitstrijkje, colposcopie, lisexcisie en conisatie

Uitstrijkje, colposcopie, lisexcisie en conisatie Uitstrijkje, colposcopie, lisexcisie en conisatie Algemeen Bij een uitstrijkje neemt de arts met een borstel of spatel cellen van de baarmoedermond af. Aan het uitstrijkje is te zien of er aanwijzingen

Nadere informatie

1 Alcoholvergiftigingen

1 Alcoholvergiftigingen Alcoholvergiftigingen en ongevallen met alcohol Ongevalscijfers Samenvatting In 2012 zijn naar schatting 5.300 personen behandeld op een Spoedeisende Hulp (SEH) afdeling van een ziekenhuis naar aanleiding

Nadere informatie

DE PRENATALE SCREENING OP DOWNSYNDROOM EN HET STRUCTUREEL ECHOSCOPISCH ONDERZOEK

DE PRENATALE SCREENING OP DOWNSYNDROOM EN HET STRUCTUREEL ECHOSCOPISCH ONDERZOEK DE PRENATALE SCREENING OP DOWNSYNDROOM EN HET STRUCTUREEL ECHOSCOPISCH ONDERZOEK PUBLIEKSMONITOR 2016 SAMENVATTING De resultaten van deze monitor zijn gebaseerd op gegevens die zijn geregistreerd in de

Nadere informatie

Een afwijkend uitstrijkje: wat nu?

Een afwijkend uitstrijkje: wat nu? Een afwijkend uitstrijkje: wat nu? U heeft gehoord dat er in uw uitstrijkje afwijkende cellen gevonden zijn. Dit betekent in de meeste gevallen niet dat u kanker heeft. Vaak gaat het om een goedaardige

Nadere informatie

Uitstrijkje, colposcopie, lisexcisie en conisatie Gynaecologie

Uitstrijkje, colposcopie, lisexcisie en conisatie Gynaecologie Uitstrijkje, colposcopie, lisexcisie en conisatie Gynaecologie Beter voor elkaar 2 Inhoudsopgave Algemeen 4 Een uitstrijkje 4 Wanneer wordt een uitstrijkje gemaakt? 6 De uitslag 7 Colposcopie 9 Biopsie

Nadere informatie

COGNITIEVE DISSONANTIE EN ROKERS COGNITIVE DISSONANCE AND SMOKERS

COGNITIEVE DISSONANTIE EN ROKERS COGNITIVE DISSONANCE AND SMOKERS COGNITIEVE DISSONANTIE EN ROKERS Gezondheidsgedrag als compensatie voor de schadelijke gevolgen van roken COGNITIVE DISSONANCE AND SMOKERS Health behaviour as compensation for the harmful effects of smoking

Nadere informatie

UITSTRIJKJE, COLPOSCOPIE, LISEXCISIE EN CONISATIE

UITSTRIJKJE, COLPOSCOPIE, LISEXCISIE EN CONISATIE Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie GYNAECOLOGIE UITSTRIJKJE, COLPOSCOPIE, LISEXCISIE EN CONISATIE Versie 2.4 Datum Goedkeuring 07-07-2006 Verantwoording NVOG Algemeen Bij een uitstrijkje

Nadere informatie

Veel onwetendheid over baarmoederhalskanker op Curaçao zaterdag, 24 mei 2014 00:00

Veel onwetendheid over baarmoederhalskanker op Curaçao zaterdag, 24 mei 2014 00:00 Het grootste onderzoek naar baarmoederhalskanker en HPV-genotype in het Caribisch gebied tot nu toe vindt plaats op Curaçao. Bij 57.000 vrouwen op Curaçao zit een oproep in de bus om een PAP-test te doen.

Nadere informatie

baarmoederhalskanker-pid-h2-baarmoederhalskanker-enonderzoeken/

baarmoederhalskanker-pid-h2-baarmoederhalskanker-enonderzoeken/ https://www.isala.nl/patientenfolders/7210- baarmoederhalskanker-pid-h2-baarmoederhalskanker-enonderzoeken/ Baarmoederhalskanker (PID): H2 Baarmoederhalskanker en onderzoeken Kanker is een verzamelnaam

Nadere informatie

Zelfinstructie bij de Training MBSR

Zelfinstructie bij de Training MBSR Zelfinstructie bij de Training MBSR De Effecten op Stress, Mindfulness, Self efficacy en Motivatie Audrey de Jong Zelfinstructie bij de Training MBSR 2 Zelfinstructie bij de Training MBSR De Effecten op

Nadere informatie

Diathermische Lis Excisie (DLE)

Diathermische Lis Excisie (DLE) Diathermische Lis Excisie (DLE) Polikliniek Gynaecologie gemini-ziekenhuis.nl Inhoud Wat is een uitstrijkje 3 Waarom wordt een uitstrijkje gemaakt 3 Een afwijkende uitslag 4 Hoe ontstaan de de afwijkingen

Nadere informatie

Informatiestromen screeningslaboratoria

Informatiestromen screeningslaboratoria Informatiestromen screeningslaboratoria Het RIVM en de FSB hebben de informatiestromen voor het vernieuwde bevolkingsonderzoek binnen de screeningslaboratoria in beeld gebracht. Deze informatiestromen

Nadere informatie

OVERDIAGNOSE IN HET BVO BORSTKANKER. Dr. Eliane Kellen

OVERDIAGNOSE IN HET BVO BORSTKANKER. Dr. Eliane Kellen OVERDIAGNOSE IN HET BVO BORSTKANKER Dr. Eliane Kellen Wat is een bevolkingsonderzoek? Wat is overdiagnose? Hoe kwantificeren? Vlaamse situatie Wat is een bevolkingsonderzoek? Wat is overdiagnose? Hoe kwantificeren?

Nadere informatie

Psychische en sociale problematiek in de huisartsenpraktijk in de periode

Psychische en sociale problematiek in de huisartsenpraktijk in de periode Psychische en sociale problematiek in de huisartsenpraktijk in de periode 2011 2017 Psychische en sociale problematiek in de huisartsenpraktijk in de periode 2011 2017 Derek de Beurs Annemarie Prins Mark

Nadere informatie