Verleende omgevingsvergunning Steenderenseweg 25 Hengelo

Transcriptie

1 Verleende omgevingsvergunning Steenderenseweg 25 Hengelo Burgemeester en wethouders van Bronckhorst hebben op 8 februari 2011 met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder a, sub 3 van de Wabo de omgevingsvergunning Steenderenseweg 25 Hengelo verleend. De omgevingsvergunning en de daarop betrekking hebbende stukken liggen van 24 februari t/m 6 april 2011 voor een ieder ter inzage. De omgevingsvergunning heeft betrekking op het inpandig uitbreiden van het kinderdagverblijf, brandveilig gebruik en het aanleggen van een parkeerplaats en uitweg op het perceel Steenderenseweg 25 te Hengelo (Gld.). U kunt het besluit op de volgende manieren inzien: digitaal via infobalie ruimtelijke plannen op papier tijdens de openingstijden bij de publieksbalie van het gemeentehuis. Bent u op de genoemde tijden niet in de gelegenheid de stukken in te zien, dan kunt u een afspraak maken via ons centrale telefoonnummer (0575) Een belanghebbende die tijdig een zienswijze naar voren heeft gebracht, alsmede een belanghebbende aan wie redelijkerwijs niet kan worden verweten dat hij geen zienswijze naar voren heeft gebracht, kan gedurende de termijn van terinzagelegging beroep instellen tegen de omgevingsvergunning bij de Arrondissementsrechtbank Zutphen, sector bestuursrecht, Postbus 205, 7200 AE Zutphen. De omgevingsvergunning treedt in werking met ingang van de dag na die waarop de beroepstermijn is verstreken. Het beroepschrift heeft geen schorsende werking. Indien binnen de beroepstermijn tevens een verzoek om voorlopige voorziening is ingediend bij de voorzieningenrechter van de Arrondissementsrechtbank Zutphen, secor bestuursrecht, treedt het besluit niet in werking voordat op het verzoek is beslist. Hengelo (Gld.), 22 februari Burgemeester en wethouders van Bronckhorst, de secretaris, de burgemeester, P.C.M. van Gog H.A.J. Aalderink

2

3

4

5

6

7 Omgevingsvergunning Steenderenseweg 25 Hengelo

8 2 ontwerp 1

9 Inhoudsopgave Toelichting 5 Hoofdstuk 1 Inleiding Aanleiding en doelstelling Plangebied en bestaande situatie Aanpak Vigerende bestemmingsplannen 8 Hoofdstuk 2 Planologische aspecten Het ruimtelijk beleid op hoofdlijnen 10 Hoofdstuk 3 Beleidsvisie voor het buitengebied Algemeen Niet-agrarische bedrijven 11 Hoofdstuk 4 Randvoorwaarden Stedenbouwkundige eisen Beeldkwaliteitseisen 12 Hoofdstuk 5 Planbeschrijving Planconcept Verkeer en parkeren 13 Hoofdstuk 6 Milieu- en omgevingsaspecten Milieu Waterhuishouding Archeologie en cultuurhistorie Flora en fauna Leidingen 17 Hoofdstuk 7 Economische uitvoerbaarheid 18 Hoofdstuk 8 Overleg 19 ontwerp 1 3

10 4 ontwerp 1

11 Toelichting ontwerp 1 5

12 6 ontwerp 1

13 Hoofdstuk 1 Inleiding 1.1 Aanleiding en doelstelling Op 29 oktober 2010 is een aanvraag om omgevingsvergunning ingediend voor Steenderenseweg 25 te Hengelo. Er wordt verzocht het kinderdagverblijf inpandig uit te breiden tot 175 m2. Daarnaast om een parkeerplaats van ca. 330 m2 aan te leggen om het halen en brengen bij het kinderdagverblijf in goede banen te leiden. Het plan voldoet niet aan de voorschriften van het bestemmingsplan. Deze ruimtelijke onderbouwing legt, in combinatie met een omgevingsvergunning, de planologische basis voor de uitbreiding en de parkeerplaats. Om af te wijken van het bestemmingsplan wordt de uitgebreide procedure Wabo gevolgd op grond van artikel 2.12, eerste lid, onder a, sub 3 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo). 1.2 Plangebied en bestaande situatie plangebied Op Steenderenseweg 25 is sinds enkele jaren kinderopvang 'De Speelweide' gevestigd. De Speelweide is een kinderdagverblijf, waar op dit moment 14 kinderen van 0 tot 12 jaar per dag kunnen worden opgevangen. De kinderopvang kenmerkt zich door een kleinschalige opzet en veel buitenspeelruimte. In de nieuwe situatie is het de bedoeling 30 kinderen op te vangen. Van de bestaande bebouwing is 137,5 m2 op dit moment in gebruik voor het kinderdagverblijf. Er is een bedrijfswoning aanwezig. Het perceel wordt ontsloten vanaf de Steenderenseweg. Hier zijn enkele parkeerplaatsen aanwezig voor het kinderdagverblijf en de bewoners. Het deel van het plangebied waar de parkeerplaats voor het kinderdagverblijf wordt aangelegd is nu in gebruik als agrarische grond. ontwerp 1 7

14 Het perceel Steenderenseweg 25 Hengelo is gelegen op de kruising van de Steenderenseweg en Bronkhorsterstraat in het buitengebied van Hengelo. Het plangebied heeft een oppervlakte van ca m2. Het perceel is kadastraal bekend als gemeente Hengelo, sectie Q, nummers 33 en 34. Het perceel grenst aan agrarische gronden. Het agrarische bedrijf op Steenderenseweg 23 ligt aan de noordoostzijde van het plangebied op zo'n 65 meter afstand. Aan de overzijde van de kruising is op Bronkhorsterstraat 9 een bedrijf in vijver- en tuinaanleg gevestigd. Bronkhorsterstraat 7 en 8 liggen aan weerszijden van het plangebied en hebben een woonbestemming. Ligging plangebied in de omgeving 1.3 Aanpak Er wordt afgeweken van de voorschriften van het bestemmingsplan op grond van artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3 van de Wabo. In samenhang met de overige onderdelen van de aanvraag om omgevingsvergunning wordt de uitgebreide procedure omgevingsvergunning doorlopen. 1.4 Vigerende bestemmingsplannen In het bestemmingsplan 'Buitengebied Hengelo Vorden ' is Steenderenseweg 25 bestemd als 'niet-agrarisch bedrijf'. Het uitoefenen van een kinderopvang tot 125 m2 is toegestaan. In 2010 is er bouwvergunning en binnenplanse ontheffing verleend om deze oppervlakte te vergroten tot 137,5 m2. In de aanvraag omgevingsvergunning wordt verzocht om uit te breiden tot maximaal 175 m2. Daarnaast wordt er een parkeerplaats van ca. 330 m2 aangelegd. Voor de gevraagde 37,5 m2 uitbreiding zijn onvoldoende afwijkings- of wijzigingsbevoegdheden opgenomen in het bestemmingsplan. Er is geen bezwaar tegen deze uitbreiding, omdat deze binnen de bestaande bebouwing plaatsvindt en geen belemmeringen oplevert voor de agrarische bedrijven in de omgeving. Aan de eis om binnen de bestemming voldoende parkeergelegenheid te realiseren kan echter niet worden voldaan, vanwege de situering van de bebouwing op het perceel en de wens om buitenspeelruimte te behouden bij het kinderdagverblijf. De parkeerplaatsen worden daarom in de bestemming 'agrarisch gebied met natuur- en landschapswaarden' gerealiseerd. Dit is in strijd met de voorschriften van het bestemmingsplan, omdat de parkeerplaatsen voor het kinderdagverblijf worden aangelegd. 8 ontwerp 1

15 Om de uitbreiding van het kinderdagverblijf en de aanleg van de parkeerplaatsen mogelijk te maken is het noodzakelijk om af te wijken van het bestemmingsplan zoals beschreven in artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3 Wabo. ontwerp 1 9

16 Hoofdstuk 2 Planologische aspecten 2.1 Het ruimtelijk beleid op hoofdlijnen Structuurvisie Gelderland 2005 Sinds 1 juli 2008 geldt het streekplan Gelderland 2005 als structuurvisie. In de structuurvisie ligt het plangebied in het multifunctioneel gebied. In het kader van functiewijziging kan vrijkomende agrarische bebouwing benut worden voor o.a. niet-agrarische bedrijven. Grootschalige bedrijvigheid is ongewenst, daarom is de vloeroppervlakte voor niet-agrarische bedrijvigheid beperkt tot een maximum van 500 m2. De regio's hebben de mogelijkheid gekregen dit beleid onder voorwaarden verder uit te werken. Reconstructieplan Achterhoek en Liemers Steenderenseweg 25 ligt in het zogenaamde 'Verwevingsgebied'. In deze gebieden is de verweving van landbouw, wonen en natuur mogelijk. Het Reconstructieplan bevat geen beleidsuitspraken over de uitbreiding van niet-agrarische bedrijvigheid. Functies zoeken plaatsen zoeken functies (2006) In de nota is het beleid van de gemeenten in de Regio Achterhoek vastgelegd met betrekking tot de functies die aan vrijgekomen agrarische gebouwen kunnen worden gegeven. Voorwaarden bij functiewijziging zijn dat de bedrijfsontwikkeling van agrarische bedrijven in de omgeving niet wordt belemmerd, dat de nieuwe functie niet mag leiden tot knelpunten in de verkeersafwikkeling, dat er geen detailhandel plaatsvindt (anders dan streekeigen geproduceerde agrarische producten) en dat met beeldkwaliteitsplannen de verschijningsvorm wordt afgestemd op de omgeving. Ook dient de initiatiefnemer een bijdrage te leveren aan de verbetering van de omgevingskwaliteit en de publieke functies van het buitengebied. Het beleid is gedifferentieerd naar de aard van het gebied waar het initiatief voor functiewijziging plaatsvindt en vastgelegd in het vigerende bestemmingsplan 'Buitengebied Hengelo Vorden'. De nota 'Functies zoeken plaatsen zoeken functies' vat een kinderdagverblijf op als nietgebiedsgebonden bedrijvigheid. In het multifunctioneel gebied mag met maximaal 15% van de bestaande bebouwde oppervlakte worden uitgebreid. In dit geval is er sprake van inpandige uitbreiding van de functie kinderdagverblijf van 137,5 m2 naar 175 m2. De bebouwde oppervlakte neemt niet toe, waardoor er geen belemmeringen zijn voor de uitbreiding van het kinderdagverblijf. De aanleg van het parkeerterrein overschrijdt de kaders van het functiewijzigingsbeleid, omdat deze buiten de niet-agrarische bedrijfsbestemming is gesitueerd. Door de parkeerplaats op de beoogde locatie aan te leggen wordt een bijdrage geleverd aan een verkeersveilige haal- en brengsituatie bij het kinderdagverblijf. Daarnaast kan de buitenspeelruimte worden behouden. Aangezien er geen uitbreiding van bebouwing mogelijk wordt gemaakt, de parkeerplaats geen belemmeringen oplevert voor omliggende (agrarische) bedrijven en landschappelijk wordt ingepast wordt het initiatief mogelijk geacht. 10 ontwerp 1

17 Hoofdstuk 3 Beleidsvisie voor het buitengebied 3.1 Algemeen Dit hoofdstuk geeft de ruimtelijke beleidsvisie van de gemeente Bronckhorst op het buitengebied weer, voor zover dit relevant is voor de planlocatie. 3.2 Niet-agrarische bedrijven Uitgangspunt is dat bedrijven zonder functionele binding met het buitengebied thuis horen in een kern óf op een bedrijventerrein. Onder voorwaarden is het echter wel mogelijk om in een voormalige agrarische bedrijf een niet-agrarisch bedrijf uit te oefenen. Ter bescherming van de agrarische functie en de landschappelijke en cultuurhistorische waarden van het buitengebied zijn daarbij niet alle mogelijke vormen van bedrijvigheid toelaatbaar. De uitbreidingsmogelijkheden voor niet-agrarische bedrijven zijn afgestemd op de ruimte die de nota 'Functies zoeken plaatsen zoeken functies' hiervoor biedt. In aansluiting op het provinciale beleid hebben de gemeente in de regio Achterhoek het beleid voor functiewijziging van agrarische bebouwing vastgelegd in de nota 'Functies zoeken plaatsen zoeken functies' (2006). Agrarische bedrijven kunnen op basis van de nota omgevormd worden tot nietagrarische bedrijven of woningen. Niet-agrarische bedrijven kunnen daarbij uitgroeien tot hoofdfunctie. De aard en omvang van de toegestane niet-agrarische bedrijvigheid én de benodigde compensatiemaatregelen (vereveningsbijdrage) zijn bepaald op basis van de zonering van het landelijk gebied zoals opgenomen in de provinciale Structuurvisie De hoofdcategorieën van de functies waarvoor de vrijkomende bebouwing benut kan worden zijn: Verblijfsrecreatie (zoals recreatieappartementen of bed & breakfast) Dagrecreatie (bijvoorbeeld een kinderboerderij) Zorg (zoals een zorgboerderij) Opslag (waaronder stalling van caravans) Overige functies Laatstgenoemde categorie is het meest omvangrijk en omvat een aantal subcategorieën te weten landbouw verwante functies, aan-huis-verbonden beroepen, overige dienstverlening, ambachtelijk landbouwproduct verwerkende bedrijven en overige ambachtelijke bedrijven. In de nota zijn ook de voorwaarden opgenomen voor de uitbreiding van bestaande niet-agrarische bedrijven. Voorwaarden hiervoor zijn te allen tijde dat: de bedrijfsontwikkeling van agrarische bedrijven in de omgeving niet wordt belemmerd; de nieuwe functie niet mag leiden tot knelpunten in de verkeersafwikkeling; er geen detailhandel plaatsvindt (anders dan streekeigen geproduceerde agrarische producten); op basis van een inrichtingsplan een zorgvuldige landschappelijke inpassing wordt gerealiseerd; de initiatiefnemer een (verevenings)bijdrage levert aan de verbetering van de omgevingskwaliteit en de publieke functies van het buitengebied, deze bijdrage kan bijvoorbeeld bestaan uit de sloop van overtollige bebouwing, een verkleining van het bouwvlak, een groene invulling of uit natuurontwikkeling. ontwerp 1 11

18 Hoofdstuk 4 Randvoorwaarden 4.1 Stedenbouwkundige eisen De uitbreiding van het kinderdagverblijf vindt plaats binnen de bestaande bebouwing. De bestaande bebouwing en de inrichting van de onbebouwde delen van het perceel zijn reeds op een ruimtelijk verantwoorde wijze ingepast in de omgeving. De uitbreiding van de capaciteit van het kinderdagverblijf zorgt voor een grotere behoefte aan parkeerplaatsen. Hiervoor moet op eigen perceel een voorziening voor getroffen. Deze parkeerplaats moet landschappelijk worden ingepast en mag niet leiden tot knelpunten in de verkeersafwikkeling. 4.2 Beeldkwaliteitseisen Deze ruimtelijke onderbouwing maakt geen uitbreiding van bebouwing mogelijk. Op de bestaande bebouwing is het gemeentelijke welstandsbeleid van toepassing. De parkeerplaats moet landschappelijk worden ingepast door de aanleg van een groenzone rondom die aansluit bij de bestaande groenzone rondom het perceel. 12 ontwerp 1

19 Hoofdstuk 5 Planbeschrijving 5.1 Planconcept Het bestaande kinderdagverblijf wordt binnen de bestaande bebouwing uitgebreid van 137,5 m2 naar 175 m2. De bestaande (bedrijfs)woning en overige bebouwing blijven ongewijzigd. In de nieuwe situatie worden maximaal 30 kinderen opgevangen door vier leidsters. Op het perceel is daarnaast buitenspeelruimte aanwezig. Ten opzichte van de bestaande situatie blijft dit ongewijzigd. In de bestaande situatie zijn er al enkele parkeerplaatsen aanwezig vanaf de Steenderenseweg. Deze parkeerplaatsen worden gebruikt voor het halen en brengen van de kinderen. Daarnaast als parkeerruimte voor de personeelsleden. Door de uitbreiding van het kinderdagverblijf is er echter onvoldoende ruimte om meer parkeerplaatsen te realiseren. Om die reden worden acht nieuwe parkeerplaatsen aangelegd, die worden ontsloten vanaf de Bronkhorsterstraat. De parkeerplaats wordt landschappelijk ingepast door de aanleg van een groenzone die aansluit bij de bestaande groenzone rond het perceel. 5.2 Verkeer en parkeren Door de uitbreiding van het kinderdagverblijf neemt het verkeersaanbod op de wegen rondom Steenderenseweg 25 niet noemenswaardig toe. De uitbreiding van de capaciteit van het kinderdagverblijf zorgt wel voor een grotere behoefte aan parkeerplaatsen. Op basis van de parkeerkencijfers van het CROW is er sprake van een parkeerbehoefte van tien parkeerplaatsen voor de bewoners, personeelsleden van het kinderdagverblijf en het halen en brengen van de kinderen. In de bestaande situatie zijn aan de Steenderenseweg drie parkeerplaatsen aanwezig. Met de acht nieuwe parkeerplaatsen wordt voldoende parkeerruimte gerealiseerd. Vanwege de verkeerssituatie rondom het perceel Steenderenseweg 25, de situering van de bebouwing op het perceel en de wens om buitenspeelruimte bij het kinderdagverblijf te houden worden de nieuwe parkeerplaatsen ontsloten vanaf een nieuwe uitweg op de Bronkhorsterstraat. ontwerp 1 13

20 Hoofdstuk 6 Milieu- en omgevingsaspecten 6.1 Milieu Bodem Een uitgangspunt van ruimtelijke ontwikkelingen is dat de bodemkwaliteit geschikt moet zijn voor de beoogde functie. Er vindt geen uitbreiding van bebouwing plaats. Om die reden wordt een verkennend bodemonderzoek niet noodzakelijk geacht Geluid Op grond van de Wet geluidhinder (Wgh) moet bij ruimtelijke ontwikkelingen rekening worden gehouden met het aspect wegverkeerslawaai om een akoestisch goed woon- en leefklimaat te behouden. Een kinderdagverblijf is geen geluidsgevoelig gebouw in de zin van de Wgh. Een akoestisch onderzoek is om die reden niet noodzakelijk Luchtkwaliteit De Wet Luchtkwaliteit is op 15 november 2007 in werking getreden en vervangt het 'Besluit luchtkwaliteit 2005'. De wet is één van de maatregelen die de overheid heeft getroffen om: negatieve effecten op de volksgezondheid als gevolg van te hoge niveaus van luchtverontreiniging aan te pakken; mogelijkheden voor ruimtelijke ontwikkeling te creëren ondanks de overschrijdingen van de Europese grenswaarden voor luchtkwaliteit. De wet voorziet ondermeer in een gebiedsgerichte aanpak van de luchtkwaliteit via het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL). De programma-aanpak zorgt voor een flexibele koppeling tussen ruimtelijke activiteiten en milieugevolgen. Van bepaalde projecten met getalsmatige grenzen is vastgesteld dat deze 'niet in betekenende mate' (NIBM) bijdragen aan de luchtverontreiniging. Deze mogen zonder toetsing aan de grenswaarden voor luchtkwaliteit uitgevoerd worden. Luchtkwaliteitseisen vormen onder de nieuwe wet geen belemmering voor ruimtelijke ontwikkeling als: er geen sprake is van een feitelijke of dreigende overschrijding van een grenswaarde; een project, al dan niet per saldo, niet tot een verslechtering van de luchtkwaliteit leidt; een project 'niet in betekenende mate' bijdraagt aan de luchtverontreiniging (meer dan 3%) ten opzichte van de grenswaarde (een grenswaarde van 3% staat gelijk aan de bouw van circa 1500 woningen met één ontsluitingsweg); een project is opgenomen in een regionaal programma van maatregelen of in het NSL. Uit de rapportage luchtkwaliteit en de berekeningen over 2006 en 2007 van de gemeente Bronckhorst blijkt dat er geen locaties in de gemeente aanwezig zijn waar de normen van luchtkwaliteit overschreden worden Externe Veiligheid In het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen (Bevi) zijn de normen voor externe veiligheid met betrekking tot bedrijven met gevaarlijke stoffen vastgelegd. Deze normen zijn uitgedrukt in een groepsrisico (GR) en een plaatsgebonden risico (PR). Tussen (beperkt) kwetsbare objecten en risicovolle bedrijven moet voldoende afstand worden gehouden. Een kinderdagverblijf wordt tot de categorie kwetsbare objecten gerekend. Uit de risicokaart (zie onderstaande afbeelding) blijkt dat in de omgeving van Steenderenseweg 25 geen bedrijven gevestigd zijn die vallen onder het Bevi. De Steenderenseweg en Bronkhorsterstraat worden niet gebruikt voor vervoer van gevaarlijke stoffen. Op circa 240 meter van het plangebied bevinden zich twee hoge druk gasleidingen van de Gasunie. De toetsingsafstand in het kader van externe veiligheid is 150 meter. Gelet op deze afstand vormen de gasleidingen geen belemmering voor het kinderdagverblijf. Voor dit aspect hoeft daarom geen nader onderzoek uitgevoerd te worden. 14 ontwerp 1

21 uitsnede risicokaart bron: Bedrijven en milieuzonering De vraag is of de uitbreiding van het kinderdagverblijf reeds bestaande ruimtelijke functies in de omgeving belemmert. Ten noordoosten ligt het agrarisch bedrijf Steenderenseweg 23 dat mogelijk hinder ondervindt van het kinderdagverblijf. Het kinderdagverblijf is een geurgevoelig object zoals omschreven in de Wet geurhinder en veehouderij. De minimale afstand die volgens de bovenvermelde brochure tussen geurgevoelige objecten en het het meest nabijgelegen geuremissiepunt van nabijgelegen agrarische bedrijven gehandhaafd moet worden bedraagt 50 meter. De inpandige uitbreiding van het kinderdagverblijf heeft niet tot gevolg dat de afstand wordt verkleind. Er zijn daarom geen belemmeringen het kinderdagverblijf uit te breiden. Ten zuidwesten aan de overkant van de Bronkhorsterstraat ligt een niet-agrarisch bedrijf in vijver- en tuinaanleg. Het kinderdagverblijf vormt geen belemmering voor dit bedrijf. De brochure 'Bedrijven en milieuzonering' van het VNG bevat normen die gehanteerd worden bij het bepalen van de minimale afstanden die tussen bedrijven en woningen gehandhaafd moet worden om ervoor te zorgen dat deze functies elkaar niet in de weg staan. De minimale afstand die tussen een kinderdagopvang en de meest nabijgelegen woningen aangehouden moeten worden is volgens de richtlijnen uit de brochure 30 meter. Aan deze norm wordt voldaan. 6.2 Waterhuishouding Beleidskader De gemeente Bronckhorst sluit ten aanzien van de waterhuishouding aan op het waterbeleid van Rijk en provincie, dat is gericht op een veilig en goed bewoonbaar land met gezonde, duurzame watersystemen. In het Waterbeheerplan van Waterschap Rijn en IJssel staat het beleid beschreven op een drietal hoofdthema's. Voor het thema Veiligheid is bescherming tegen hoog water op de rivieren het speerpunt. Het functioneren van de primaire en regionale waterkeringen staat hierbij centraal. Het thema Watersysteembeheer is gericht op het voorkomen van afwenteling door het hanteren van de drietrapsstrategie "Vasthouden-Bergen-Afvoeren". Voor de waterkwaliteit is het uitgangspunt stand still - step forward. Watersysteembenadering en integraal waterbeheer dienen als handvatten voor het benutten van de natuurlijke veerkracht van een watersysteem. Het einddoel is een robuust en klimaatbestendig watersysteem voor de toekomst. Voor het thema Waterketenbeheer streeft waterschap Rijn en IJssel naar een goed functionerende waterketen waarbij er een optimale samenwerking met de gemeenten wordt nagestreefd. ontwerp 1 15

22 6.2.2 Bestaande situatie Het afvalwater van het kinderdagverblijf en de woning wordt via het bestaande drukriool afgevoerd. Het hemelwater dat op de daken en de verharding op het perceel valt kan worden afgevoerd naar de randen van het perceel. Daar kan het in de bodem infiltreren. De gemiddelde hoogste grondwaterstand op de locatie ligt op een diepte van meer dan 1 meter beneden maaiveld Ontwikkelingen Voor de watertoets is gebruik gemaakt van de standaard waterparagraaf van het waterschap Rijn en IJssel (d.d. april 2010). De relevante thema's worden onder de tabel toegelicht. HOOFDTHEMA'S Veiligheid Riolering en Afvalwaterketen Oppervlaktewaterkwaliteit Grondwater- Overlast Wateroverlast (oppervlaktewater) Grondwaterkwaliteit Inrichting en beheer 1. Ligt in of binnen 20 meter vanaf het plangebied een waterkering? 2. Ligt in een waterberging gebied of winterbed van een rivier? 1. Is er toename van het afvalwater (DWA)? 2. Ligt in het plangebied een persleiding van WRIJ? 3. Ligt in of nabij het plangebied een RWZI van het waterschap? 1. Is er sprake van toename van het verhard oppervlak? 2. Zijn er kansen voor het afkoppelen van bestaand verhard oppervlak? 3. In of nabij het plangebied bevinden zich natte en laag gelegen gebieden, beekdalen, overstromingsvlaktes? 1. Wordt vanuit het plangebied water op oppervlaktewater geloosd? 1. Is in het plangebied sprake van slecht doorlatende lagen in de ondergrond? 2. Is in het plangebied sprake van kwel? 3. Beoogt het plan dempen van slootjes of andere wateren? 1. Ligt het plangebied in de beschermingszone van een drinkwateronttrekking? 1. Bevinden zich in of nabij het plangebied wateren die in eigendom of beheer zijn bij het waterschap? 2. Heeft het plan herinrichting van watergangen tot doel? Volksgezondheid 1. In of nabij het plangebied bevinden zich overstorten uit het gemengde stelsel? 2. Bevinden zich, of komen er functies, in of nabij het plangebied die milieuhygiënische of verdrinkingsrisico's met zich meebrengen (zwemmen, spelen, tuinen aan water)? Natte natuur 1. Bevindt het plangebied zich in of nabij een natte EVZ? 2. Ligt in of nabij het plangebied een HEN of SED water? 3. Bevindt het plangebied zich in beschermingszones voor natte natuur? 4. Bevindt het plangebied zich in een Natura 2000-gebied? Verdroging 1. Bevindt het plangebied in een TOP-gebied AANDACHTSTHEMA'S Recreatie 1. Bevinden zich in het plangebied watergangen en/of gronden in beheer van het waterschap waar actief recreatief medegebruik mogelijk wordt? Cultuurhistorie 1. Zijn er cultuurhistorische waterobjecten in het plangebied aanwezig? Riolering en afvalwaterketen Het bestaande rioolwaterstelsel heeft voldoende capaciteit om de toename in afvalwater door de uitbreiding van het kinderdagverblijf met 37,5 m2 te verwerken. Het functioneren van de riolering wordt niet nadelig beïnvloed en het milieu wordt niet zwaarder belast dan in de huidige situatie. Wateroverlast De totale hoeveelheid bebouwing en verharding (inclusief bebouwing) bedraagt circa 1000 m2. Door de aanleg van de parkeerplaatsen neemt dit verhard oppervlak toe met circa 300 m2. Om 16 ontwerp 1

23 wateroverlast te voorkomen wordt het hemelwater van de nieuwe parkeerplaats afgevoerd naar de aan het perceel grenzende zaksloot en volgens de trits vasthouden - bergen afvoeren behandeld Overleg De waterparagraaf is in het kader van de watertoets ter beoordeling voorgelegd aan het waterschap Rijn en IJssel. Op 8 december 2010 heeft het waterschap zich akkoord verklaard met de inhoud van de paragraaf. 6.3 Archeologie en cultuurhistorie Op basis van het Verdrag van Malta en de Wet op de archeologische monumentenzorg is het verplicht om de archeologische waarden bij ruimtelijke planvorming te betrekken, met name bij plannen waarbij bodemwerkzaamheden uitgevoerd worden. Het gaat hierbij om het bekende en nog niet bekende bodemarchief. Uitgangspunt hierbij is dat de archeologische waarden zoveel mogelijk behouden blijven en niet aangetast mogen worden. Steenderenseweg 25 is gelegen in een gebied met een lage archeologische verwachting, waarbij archeologisch onderzoek noodzakelijk wordt geacht bij een bodemverstoring van meer dan 2500 m2 en een verstoringsdiepte van meer dan 30 cm - maaiveld. De bodemverstoring door de aanleg van de parkeerplaats is kleiner dan 2500 m2, waardoor een onderzoek naar archeologische waarden in het kader van deze ruimtelijke onderbouwing niet noodzakelijk is. 6.4 Flora en fauna Bij ruimtelijke ontwikkelingen kunnen natuurwaarden en wettelijk beschermde soorten of wettelijk beschermde gebieden in het geding zijn. Om de natuurwaarden van de projectlocatie te kunnen beoordelen moet er getoetst worden aan hetgeen beschreven staat in de Flora- en faunawet en de Natuurbeschermingswet. Daarnaast is het beleid aangaande de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) van belang. Het doel van de Flora- en faunawet is het instandhouden en met rust laten van de planten en diersoorten die in het wild voorkomen. Op grond van de Flora- en faunawet is het verboden activiteiten te verrichten die leiden tot aantasting van te beschermen soorten en van hun voortplantingsplaats, vaste rustplaats of vaste verblijfsplaats. De Natuurbeschermingswet regelt de bescherming van gebieden die om hun ecologische waarde beschermd moeten worden. Daaronder vallen onder andere de zogenaamde Natura 2000 gebieden en de natuurmonumenten. De provinciale structuurvisie bevat beleid voor de EHS. De kernkwaliteiten en omgevingskwaliteiten van de EHS mogen niet significant worden aangetast. De projectlocatie is niet gelegen binnen speciale beschermingszones als bedoeld in de Natuurbeschermingswet. De projectlocatie ligt eveneens niet binnen de EHS. Ten behoeve van de uitbreiding van het kinderdagverblijf en de aanleg van de parkeerplaats worden geen werkzaamheden uitgevoerd die gevolgen kunnen hebben voor de natuurwaarden in de omgeving. Een onderzoek naar de natuurwaarden is daarom niet noodzakelijk. 6.5 Leidingen In het plangebied zijn geen leidingen aanwezig die een belemmering vormen voor het plan. ontwerp 1 17

24 Hoofdstuk 7 Economische uitvoerbaarheid De plankosten en uitvoeringskosten worden gedragen door de initiatiefnemer. De economische uitvoerbaarheid is derhalve niet in het geding. 18 ontwerp 1

25 Hoofdstuk 8 Overleg Het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) geeft aan dat de gemeente bij de voorbereiding van een ruimtelijke ontwikkeling overleg moet plegen met de besturen van betrokken gemeenten en waterschappen en met die diensten van provincie en rijk die betrokken zijn bij de zorg voor ruimtelijke ordening of belast zijn met de behartiging van belangen welke in het plan in het geding zijn. Deze ruimtelijke onderbouwing is in het kader van het vooroverleg alleen voorgelegd aan het waterschap Rijn en IJssel. ontwerp 1 19