Lustrumviering Postgraduaat Didactiek Nederlands voor anderstaligen. 24 mei 2013

Transcriptie

1 Lustrumviering Postgraduaat Didactiek Nederlands voor anderstaligen 24 mei 2013

2 Vooraf 1 met de groeten van GIA 4 musketiers 2 meesters Geletterdheid Inburgering Anderstaligheid

3 Vooraf 2 Gedroomde vragen Droomvragen Leren: 1. Deugdelijkheid van de opleiding 2. Niveau van het behaalde niveau bij de afgestudeerde cursisten Een welgemeende Proficiat!

4 Twee categorieën in de vragen 1. Hoe kijkt de inspectie naar kwaliteit in het algemeen en naar de kwaliteit van de evaluatiepraktijk in het bijzonder? 2. Nieuwe ontwikkelingen met focus op behoeftegericht werken, geïntegreerde trajecten en doorstroom van cursisten?

5 Deel 1: Een kwaliteitsvolle evaluatiepraktijk

6 Uitgangspunt 1: de centra zijn zelf verantwoordelijk voor de kwaliteit van het onderwijs Grote autonomie PBD Inspectie Scholen

7 Uitgangspunt 2: erkenningsvoorwaarden controleren is opdracht van de inspectie Erkenning = uitreiken bekwaamheidsbewijzen = centen Welke? Een tiental waaronder: de onderwijsdoelen (OP/LP) bereiken Daarom: een mini-cursus inspecteur

8 CONTEXT INPUT identificatie inplanting historiek reglementair kader personeelskenmerken leerlingen-/ cursistenkenmerken PROCES C I P O leiderschap visie Personeel personeelsbeheer professionalisering Algemeen besluitvorming kwaliteitszorg Logistiek materieel beheer welzijn Samenwerkingsverbanden Onderwijs Aanbod begeleiding evaluatie (leer)prestaties Traject/loopbaan OUTPUT outcomes tevredenheid De school onder de loep (versie ) 8

9 Hoe weet de inspectie dat? Of een minicursus inspecteur Alle materiaal Evalueren Aanbieden Plannen Papier is geduldig!

10 Mijn visie? Kwaliteitsvolle evaluatiepraktijk? Validiteit (juiste/goede meting, intra en inter ) Volledig, evenwichtig, diepgaand Uitgangspunt is het OP/LP (alle facetten! Dus: vaardigheden, strategieën, ondersteunende elementen, tekstsoorten ) Los van de methode en de organisatie van de evaluatie Verschillen zijn mogelijk Onderbouw Verantwoording schuldig (overheidsgeld)

11 De kwaliteit van de evaluatiepraktijk: blijft bedroevend Anno (rendementstudie) Na jaren (sedert 2000) van stimuleringsbeleid 298 evaluatie-instrumenten van 50 centra onderzocht: -gebruik gespreide evaluatie -gebruik innoverende evaluatietechnieken -valide meting: integratie ondersteunende kennis, evenwicht taalvaardigheden, valide rubrieken en transparante criteria, taakgericht/levensecht, gebruik metataal

12 Resultaten rendementstudie Resultaten die tot nadenken stemmen Provincie totaal examens integratie evenwicht fiche levensecht Geen metataal Antwerpen Brabant Limburg Oost- Vlaanderen West- Vlaanderen totaal % op totaal 42,95 67,45 76,85 67,11 49,66

13 Op vandaag? De vaststellingen blijven bedroevend voor: *validiteit *evenwicht - makkelijke BC worden veelvuldig getoetst -Sommige BC worden verkeerd getoetst *volledigheid: tekstsoorten en strategieën, overbeklemtonen van OK! *efficiëntie (gevolg van methode ) *betrokkenheid cursisten *kansen voor leerbegeleiding en remediëring, zorg eigen kwaliteit

14 Morgen? Gedoogbeleid moet stoppen: -met nieuwe OP s wordt het kader duidelijk -externe druk (inburgeringsattest op basis van resultaat en inspanningsverplichting ) -als centra hun rol als eerste verantwoordelijke voor kwaliteit niet opnemen moet de overheid ingrijpen inspectie wil haar rol als kwaliteitsbewaker uitdrukkelijk opnemen!

15

16 Deel 2: Aanbod op maat van de cursist

17 Uitgangspunten: De overheid vraagt Een gemeenschappelijke taal spreken is een essentiële voorwaarde om tot een hechte, sociale samenleving te komen. NT2 is middel en geen doel Voor inburgeraars heeft Nederlands een grote wervingskracht. De taal beheersen/gebruiken is cruciaal

18 Uit de visietekst van de overheid Het leren van een tweede taal is immers geen doelstelling op zich. We vragen aan anderstaligen om Nederlands te leren in functie van een betere integratie in onze samenleving. De tweede taalverwerving is dus een emancipatorisch proces waarbij we ervoor zorgen dat anderstaligen hun maatschappelijke positie kunnen versterken. Daarom moet de tweedetaalverwerving maximaal doelgericht en functioneel zijn. Wie NT2 gevolgd heeft, moet die opgedane competenties ook kunnen gebruiken in het dagelijkse leven. Anders heeft het geen enkele zin.

19 De vraag van de overheid Een zoveel als mogelijk Flexibel Bruikbaar/functioneel Gefocust Gedifferentieerd Efficiënt Volgens de vraag NT2-aanbod zowel inhoudelijk als organisatorisch voor iedereen

20 Hoe beoordelen deskundigen het volwassenenonderwijs? Opvallende eensgezindheid: Zie ook rendementsstudie en RTC Belang professionaliteit lesgevers! Te geringe gerichtheid op de leerbehoefte Koppeling aan beroepscontexten en -opleidingen ontbreekt Te algemeen en te theoretisch; het uiteindelijke perspectief van de cursist blijft te lang uit het zicht Kopie van het MVT: buitenschools leren? Sterk vasthouden aan vormcorrectheid en te weinig de focus op de functionele leerlijn

21 Wat houden deskundigen voor? Professioneel geprofileerd Hoe kan het? Diverse modellen: stapelmodel (na elkaar), sandwich, neven of duaal, coteam, superteacher Graduele schaal: taalgericht vakonderwijs, NODO, talig beroepsgericht neventraject, talig beroepsgericht voortraject Handleidingen, materiaal, studiedagen Specifieke opdracht consortia

22 Vanuit het oogpunt van de cursist Één groep, één leslocatie, eenheid in aanbod en lestijd, één leerkrachtenteam, één programma, gezamenlijke opvolging, evaluatie en beoordeling Kortom: één geheel, één traject, één project onmiddellijk gericht op dat doel: een kwalificatie behalen om (professioneel) te functioneren in de Vlaamse samenleving

23 Wat stelt de inspectie vast? Maatwerk: mondjesmaat, globaal (veel) te weinig Klassiek klassikaal onderwijs Overbeklemtonen van vormcorrectheid met veel metataal Slaafse opvolging van het handboek Te weinig krachtige leeromgeving Problematische doorstroom/samenwerking

24 Zelfs neerwaartse spiraal

25 Inspectie als bondgenoot van de cursist Gedeelde verantwoordelijkheid: *traag reagerende overheid *weinig transparante structuur (OP) *interfererende financieringsmechanismen *afwezig middenveld *centrumleiding met te weinig sense of urgency en helikopterzicht *leerkrachten met nood aan ondersteuning om behoeftegericht te werken en valide te evalueren Kortom: Onderwijs speelt met vuur

26

27