STOS: spraak- en taalontwikkelingstoornissen.

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "STOS: spraak- en taalontwikkelingstoornissen."

Transcriptie

1 STOS: spraak- en taalontwikkelingstoornissen. Een praktische handleiding Anke Baten, Elly Borgers, Liesbeth Deferme, Hanne Kreynen, Karen Mols & Isabelle van den Bulck Schooljaar

2 Woord vooraf Tijdens het schooljaar werd de werkgroep Spraak- en TaalOntwikkelingsStoornissen (STOS) opgericht. Kritisch werd bekeken welke ondersteuningsnoden kinderen met STOS ervaren en welke antwoorden we hierop zouden kunnen bieden. We bekeken de mogelijkheid om aparte taalklassen op te richten. De actuele populatie, het aantal leerlingen met een officiële diagnose STOS, liet ons echter voorlopig beslissen om deze kinderen blijvend te integreren in het onderwijstype basisaanbod. We zijn het schooljaar met grote verwachtingen, plannen en dromen over de specifieke begeleiding van kinderen met STOS gestart. In functie van haalbaarheid, wenselijkheid en noodzakelijkheid vormt dit draaiboek een eerste antwoord op de verschillende noden die er zijn. Met dit draaiboek willen we vooral informeren en inspireren. Opmerkingen, aanvullingen en vragen ontvangen we heel erg graag. De bundel die nu voor je ligt is het resultaat van heel wat vergaderingen en leeswerk, enkele boeiende studiebezoeken en heel wat kritische discussies. De tijd die vrijgemaakt werd, is zinvol besteed en daarom bedanken we graag nog enkele mensen die hier bewust of onbewust aan meewerkten. Een eerste dankwoord gaat uit naar de directie die ons de ruimte gaf om kritisch te bekijken op welke manieren we de begeleiding van leerlingen met STOS verder kunnen optimaliseren. Daarnaast bedanken we graag de collega s van de taalklassen van Kasterlinden (school buitengewoon onderwijs te Sint-Agatha-Berchem) voor de gastvrije ontvangst, het inspirerende studiebezoek en de uitwisseling van heel wat zinvolle ideeën en materialen. Tot slot willen we graag de collega s van de taalklassen van Jonghelinckshof (KOCA) nog bedanken omdat ze hun werking met iedereen wilden delen op een boeiende studiedag. 2

3 STOS: een praktisch handleiding. Woord vooraf Definities... 5 a. Wat zijn spraakontwikkelingsstoornissen?... 5 I. Leerlingen die onverstaanbaar spreken omdat de spraakklanken of het klanksysteem van de taal niet goed verworven zijn... 5 II. Leerlingen die onverstaanbaar spreken ten gevolge van een mondmotorisch probleem... 5 III. Leerlingen die onverstaanbaar spreken ten gevolge van een verbale dyspraxie of een dysartrie. 6 b. Wat is ontwikkelingsdysfasie (taalontwikkelingsstoornis)? Omgaan met problemen & tips... 8 Algemeen... 8 I. Problemen vanuit spraakontwikkelingsstoornissen... 8 II. Problemen vanuit ontwikkelingsdysfasie... 8 III. Tips... 9 Sociaal-emotionele ontwikkeling I. Problemen vanuit spraakontwikkelingsstoornissen II. Problemen vanuit ontwikkelingsdysfasie III. Tips Inoefenen, studeren en evalueren I. Problemen vanuit een spraakontwikkelingsstoornis II. Problemen vanuit ontwikkelingsdysfasie III. Tips Communicatie en taal I. Problemen vanuit een spraakontwikkelingsstoornis II. Problemen vanuit ontwikkelingsdysfasie III. Tips Lezen I. Problemen vanuit een spraakontwikkelingsstoornis II. Problemen vanuit ontwikkelingsdysfasie III. Tips Schrijven en spelling I. Problemen vanuit een spraakontwikkelingsstoornis II. Problemen vanuit ontwikkelingsdysfasie III. Tips Wiskunde I. Problemen vanuit een spraakontwikkelingsstoornis

4 II. Problemen vanuit ontwikkelingsdysfasie III. Tips W.O I. Problemen vanuit een spraakontwikkelingsstoornis II. Problemen vanuit ontwikkelingsdysfasie III. Tips Zelfredzaamheid en organisatie I. Problemen vanuit een spraakontwikkelingsstoornis II. Problemen vanuit ontwikkelingsdysfasie III. Tips Logopedische therapie Geraadpleegde bronnen Bijlage

5 1. Definities a. Wat zijn spraakontwikkelingsstoornissen? Een spraakontwikkelingsstoornis kan op verschillende manieren veroorzaakt worden. In het boek: Vijf op een rij (Buurman, Geritsen & Hinkema, 2013) worden de volgende 3 oorzaken opgesomd: - De spraakklanken of het klanksysteem van de taal is niet goed verworven. - Er is een mondmotorisch probleem. - Er is sprake van verbale dyspraxie of dysartrie. Omdat Buurman, Gerittsen & Hinkema (2013) een duidelijke omschrijving geven per categorie, hebben we deze hieronder overgenomen. I. Leerlingen die onverstaanbaar spreken omdat de spraakklanken of het klanksysteem van de taal niet goed verworven zijn De verstaanbaarheidsproblemen worden veroorzaakt door een taalprobleem. Leerlingen moeten niet alleen de verschillende klanken leren, maar ook moeten ze leren hoe die klanken samen verschillende woorden en zinnen vormen. Als leerlingen hier veel moeite mee hebben dan spreekt men van een fonologische stoornis. Bij deze leerlingen kunnen ook auditieve problemen aanwezig zijn. Fonologische problemen kunnen invloed hebben op het lezen en schrijven. De oorzaak van de verstaanbaarheidsproblemen is bij een fonologische stoornis niet gelegen in de mondmotoriek. Kenmerkend bij deze leerlingen is dat sommige klanken wel geïsoleerd of in bepaalde woorden uitgesproken kunnen worden, maar niet in alle woorden. De fouten die deze leerlingen maken zijn wel steeds hetzelfde, er zit een patroon in. II. Leerlingen die onverstaanbaar spreken ten gevolge van een mondmotorisch probleem Onverstaanbaarheid ten gevolge van een mondmotorisch probleem noemen we een spraakprobleem. In veel gevallen heeft dit een medische oorzaak. Deze leerlingen hebben problemen met het afzonderlijk uitspreken van bepaalde klanken of klankcombinaties door motorische problemen. Ze hebben bijvoorbeeld moeite met de tongheffing, waardoor alle alveolaire klanken (die klanken waarbij tongheffing noodzakelijk is, zoals de /s/, /t/, /l/, /n/) problemen geven. Ook hier zien we een systematisch foutenpatroon. Bij deze leerlingen kunnen ook de primaire mondfuncties, zoals eten en drinken, verstoord zijn. 5

6 III. Leerlingen die onverstaanbaar spreken ten gevolge van een verbale dyspraxie of een dysartrie Een verbale dyspraxie is een stoornis in het vermogen om reeksen van spraakklanken, lettergrepen en woorden te produceren. De onderliggende oorzaak wordt gezocht in de planning of programmering van de spraak. Leerlingen met een verbale dyspraxie kunnen ook dyspractisch zijn op andere gebieden, met name gericht op het plannen en organiseren van een handeling, bijvoorbeeld eerst de schoenen aantrekken en dan de broek. Het foutenpatroon is vaak wisselend. Een dysartrie is een spraakstoornis ten gevolge van het disfunctioneren van de spraakmusculatuur, veroorzaakt door een beschadiging van het centraal of perifeer zenuwstelsel. Deze problematiek komt minder vaak voor op scholen voor TOS-onderwijs. De verstaanbaarheidsproblemen kunnen dus een verschillende onderliggende oorzaak hebben, ook een combinatie van bovengenoemde oorzaken is mogelijk. b. Wat is ontwikkelingsdysfasie (taalontwikkelingsstoornis)? Bij leerlingen met ontwikkelingsdysfasie gaat het om een primaire taalontwikkelingsstoornis, waarbij één of meerdere aspecten van de taalontwikkeling afwijkend ontwikkelen (zoals taalbegrip, woordvinding en woordenschat, vorming van de juiste spraakklanken, correcte woord- en zinsvorming, hanteren van gepaste communicatieve vaardigheden,...). Vaak is het taalbegrip relatief beter dan het taalgebruik. Voor deze leerlingen betekent dit concreet dat het spreken soms moeilijk verstaanbaar is en taal vaak een probleem is. Er zijn leerlingen die weinig van de taal begrijpen, waardoor de omringende wereld voor hen complex overkomt. Sommigen hebben heel wat te vertellen, maar kunnen hun woorden niet vinden. Dit zorgt soms voor ontmoediging en frustraties. Anderen praten dan weer vlot en veel, maar zonder samenhang of structuur. Over het algemeen kan wel gesteld worden dat het voeren van een gesprek vaak moeizaam verloopt. Dit kan er toe leiden dat sommige leerlingen met ontwikkelingsdysfasie problemen ondervinden om vriendschappen aan te gaan. Deze leerlingen hebben, in vergelijking met leeftijdsgenoten, een verhoogd risico op het ontwikkelen van gedragsen/of sociaal-emotionele problemen. De sterke kanten van een leerling met ontwikkelingsdysfasie zijn o.a.: - (vaak) een goed visueel geheugen - sterk in non-verbale communicatie (mimiek, lichaamstaal) - kunnen doorzetten - kunnen vaak goed gezichten herkennen - goed in visuele expressie - zoeken contact - vaak goed in visueel-ruimtelijke zaken (puzzelen, knippen, knutselen, tekenen,...) 6

7 Bij ontwikkelingsdysfasie is er geen sprake van gehoorverlies, een verstandelijke handicap of emotionele stoornissen. Vaak is er wel een comorbiditeit met verbale ontwikkelingsdyspraxie, dyslexie of autismespectrumstoornis. Ontwikkelingsdysfasie kan ook voorkomen bij meertalige kinderen. Bij hen manifesteert de taalontwikkelingsstoornis zich in de verschillende talen waarin het kind wordt opgevoed. Andere naamgevingen voor ontwikkelingsdysfasie zijn SLI (Specific Language Impairment), dysfatische ontwikkeling en (primaire) taalstoornis. Hieronder worden per domein mogelijke problemen beschreven. Dit zijn de meest voorkomende kenmerken, maar iedere leerling is anders. Men zal deze kenmerken dus zelden allemaal tegelijk aantreffen. 7

8 2. Omgaan met problemen & tips Algemeen I. Problemen vanuit spraakontwikkelingsstoornissen - Sommige leerlingen zijn overgevoelig voor de textuur van bepaald voedsel. - Het komt voor dat de leerling problemen heeft met het maken van bewegingen ter hoogte van de mond met de tong, de lippen, het verhemelte en de kaak (mondmotoriek). II. Problemen vanuit ontwikkelingsdysfasie - Leerlingen met ontwikkelingsdysfasie maken opvallend veel gebruik van niet-verbale communicatie: gebaren, wijzen, aanraken, gelaatsuitdrukkingen, - Het begrijpen en onthouden van opdrachten die enkel verbaal worden gegeven is moeilijk. - Het begrijpend luisteren is een probleem. - De leerling moet nadenken over alles wat gezegd wordt en over alles wat het moet zeggen. Omdat dit heel vermoeiend is, zijn deze leerlingen soms sneller afgeleid of haken ze sneller af. - Men heeft vaak de indruk dat de leerling niet hoort wat er gezegd wordt. - De stem van de leerkracht kan moeilijk onderscheiden worden van achtergrondlawaai zoals geroezemoes in de klas. - Gelaatsuitdrukkingen en bewegingen zijn een visuele steun voor hen om beter te begrijpen. - Deze leerlingen hebben een beperkt talig geheugen. - Moeite met tijdsbesef (en woordenschat die ermee te maken heeft: straks, voor, na, later, ) - Er treden bijna altijd grote didactische achterstanden op meerdere leergebieden op: de problematiek heeft een invloed in allerlei situaties waarin taal en leren voorop staan. - Er zijn vaak problemen met innerlijke spraak/taal waardoor heel wat andere moeilijkheden kunnen worden verklaard: o Een nieuwe situatie vraagt vaak een langere aanpassingsperiode. Bovendien kunnen ze de nieuwe overweldigende en complexe indrukken heel moeilijk verwoorden. o Moeilijkheden om zichzelf mentaal talig te sturen. Ze gaan vaak praten bij opdrachten of doen opdrachten luidop of fluisterend. o Problemen met het maken van de boekentas en het terugvinden van het juiste materiaal. o Moeilijkheden met planning en organisatie. Zelfstandig werken is heel moeilijk. o Sommige leerlingen hebben sterke scheidingsangst of zijn algemeen eerder angstig. 8

9 o o o Moeilijkheden om mentaal regels te overlopen en toe te passen (spelling, wiskunde, afspraken op de speelplaats, ). Problemen om de juiste bewerkingen te selecteren en de juiste tussenstappen te nemen bij vb. vraagstukken. Moeite met het zelfstandig aanbrengen van structuur. III. Tips - Accepteer alle communicatie, ook al is het stuntelig, aanvaard ook gebaren. Spoor leerlingen aan om lichaamstaal te gebruiken en wees zelf het goede voorbeeld. - Spreek naar de leerling toe zodat hij je gelaatsuitdrukkingen en bewegingen goed kan zien, liever niet weg van hem praten. Houd de afstand (letterlijk en figuurlijk) klein en praat op ooghoogte. Maak oogcontact. - Spreek de leerling aan met zijn naam. - Versterking van de stem van de leerkracht kan helpen. - Vermijd enkel verbale instructies. Spreek alle zintuigen aan: gebruik echte voorwerpen, een foto, tekening, pictogram, voorbeeld, gebaren, geschreven tekst, gelaatsuitdrukking, kleurcodes, schema s, emotiekaarten, kalender, - Zet de leerling vooraan in de klas (minst afgeleid door medeleerlingen), niet te schuin voor het bord, bij voorkeur naast een talig sterke leerling. Betrek hem regelmatig terug bij het klasgebeuren. - Geef duidelijke en eenduidige opdrachten. Geef ook niet te veel opdrachten tegelijkertijd, herformuleer eventueel de instructie of laat de leerling in eigen woorden herhalen. - Geef voldoende tijd om te verwerken wat gezegd wordt en controleer of een boodschap overkomt. - Laat leerlingen niet luisteren en aantekeningen maken tegelijk. - Maak grapjes (leg ze indien nodig uit). - Overleg regelmatig met een logopedist. - Leerlingen met ontwikkelingsdysfasie hebben veel baat bij ritme, rijm en melodie. Zingen, gedichten, expressie zijn dus zeker zinvol. Gebruik ze en geniet ervan! - Leer slogans met ritme/rijm (vb ik leer meer als ik controleer). - Houd er rekening mee dat vanuit verschillende culturen ook anders tegen non-verbale boodschappen wordt aangekeken. - Maak foto s bij uitstappen en hang die op in de klas. 9

10 - Zorg voor een positief contact met de ouders. - Blijf geduldig. - Houd rekening met de tips die beschreven staan bij de verschillende leerdomeinen. - Wees niet te cognitief bezig: spelen is leren! - Laat lesonderdelen die moeilijk zijn omdat ze talig zijn (rekentaal, W.O., ) niet wegvallen, maar oefen ze, eventueel bij de logopedist, juist extra in of pas ze aan. - Probeer de innerlijke taal, het in taal denken, te verstevigen. o o o o Verwoord eenvoudig wat de leerling voelt (bv. Het voelt raar hé, de eerste dag weer naar school. ) Verwoord af en toe voor de leerling zijn ideeën en gedachten. Help hem bij redeneren en plannen. Probeer met hem luidop te overlopen welke stappen hij allemaal moet uitvoeren (voor-denken, luidop laten denken, halfluid, in zichzelf). Verwoord je eigen denkproces en verwoord wat je aan het doen bent. Laat stappenplannen gebruiken en tussenstappen noteren (indien dit de leerling helpt). 10

11 Sociaal-emotionele ontwikkeling I. Problemen vanuit spraakontwikkelingsstoornissen - Deze leerlingen zijn regelmatig niet of nauwelijks te verstaan door hun omgeving. Ze kunnen hierdoor onzeker worden en zich terugtrekken. Sommigen durven steeds minder te spreken ten gevolge van negatieve spreekervaringen, zeker in situaties waar meerdere mensen bij betrokken zijn. Het gevolg kan zijn dat ze steeds minder praten. - Deze leerlingen hebben de neiging om op vragen te antwoorden met weet ik niet, ook al weten ze het antwoord misschien wel! - Ook zijn er leerlingen die juist heel druk, onhandelbaar of zelfs agressief worden als reactie op negatieve spreekervaringen. Ernstige verstaanbaarheidsproblemen kunnen van grote invloed zijn op het welbevinden van de leerling en de sociaal-emotionele ontwikkeling. Een deel van deze leerlingen heeft voldoende taalbegrip, wat een positieve invloed heeft op het leren. II. Problemen vanuit ontwikkelingsdysfasie - De taalproblemen die deze leerlingen hebben, zijn vaak zo hardnekkig dat we in veel gevallen faalangst en onzekerheid zien ontstaan. Het is van groot belang goed te kijken naar wat deze leerlingen wel kunnen en waar ze zekerheid aan ontlenen en hen hier op aan te spreken zodat verdere gedragsproblemen voorkomen kunnen worden. - De ontwikkeling van sociale vaardigheden wordt gehinderd door communicatieproblemen. - Leerlingen met ontwikkelingsdysfasie hebben moeilijkheden met het voeren van een gesprek. Dit kan er toe leiden dat sommige leerlingen met ontwikkelingsdysfasie problemen ondervinden om vriendschappen aan te gaan en/of te onderhouden. - Als ze slachtoffer zijn van pesterijtjes lopen deze leerlingen weg of reageren ze met (agressief) gedrag omdat ze vaak niet leeftijdsadequaat voor zichzelf verbaal kunnen opkomen. - Er treden vaak moeilijkheden op met sociale vaardigheden als gevolg van gebrek aan zelfsturing door innerlijke spraak. - Sommige leerlingen hebben sterke scheidingsangst of zijn algemeen eerder angstig (vanuit gebrek aan innerlijke taal). - Omdat spelregels verbaal uitgelegd worden, begrijpen kinderen met ontwikkelingsdysfasie deze vaak minder goed. Vaak gebeurt het dat de rollen door de verbaal sterkere kinderen worden verdeeld. Meestal proberen ze toch mee te spelen door naar andere kinderen te kijken en hen te imiteren. Dit vraagt heel wat concentratie wat maakt dat het niet echt ontspannen spelen is. 11

12 III. Tips - Geef veel complimenten. Benadruk de sterke kanten van de leerling en laat hem succes ervaren. - Leer gevoelens benoemen. - Leg aan de leerling zijn probleem uit, eventueel ook aan medeleerlingen met toestemming van de leerling zelf. Overleg met de logopedist/psycholoog over de aanpak van psycho-educatie. Het verhaal van Odi (Buyens, Dehaene & Van De Walle, 2014) is een interessant boek voor leerkrachten, begeleiders of ouders om meer over ontwikkelingsdysfasie te weten te komen. Het kan ook gebruikt worden als (hulp)middel om aan de leerling (en zijn klasgenoten) uit te leggen wat ontwikkelingsdysfasie is. - Gebruik (gevisualiseerde) regels en pictogrammen voor gewenst gedrag en omgang met elkaar. Werk eventueel met een beloningssysteem. - Als er iets gebeurt waardoor een leerling van slag is, praat dit dan uit in de klas. - Maak gebruik van een oplossingsschrift bij ruzies. - Geef de leerling de kans om in een veilige omgeving met een knuffel of een leuk kijkboekje te gaan zitten. Spelen met plasticine of klei is een activiteit die de spanning ontlaadt. - Maak gebruik van tekeningen en symbolen van begrippen om sociale interacties duidelijk te maken. - Gebruik gedrag en reacties (zowel goede als foute) van andere leerlingen om iets uit te leggen. - Stimuleer vriendschappen: koppel bewust leerlingen aan elkaar via bv. een buddysysteem. - Het kind heeft er baat bij samen gezelschapsspelletjes te leren spelen met andere kinderen thuis of op school. Ook het begeleiden van bewegings- en fantasiespelletjes in kleine groepjes is een grote hulp. 12

13 Inoefenen, studeren en evalueren I. Problemen vanuit een spraakontwikkelingsstoornis - Automatisatieproblemen komen regelmatig samen voor met spraakontwikkelingsstoornissen. - Woorden die verkeerd worden uitgesproken, worden vaak ook fout genoteerd. II. Problemen vanuit ontwikkelingsdysfasie - Ze begrijpen vaak onvoldoende wat gezegd wordt, vooral abstracte woorden en complexe opdrachten. Ook schooltaalwoorden zijn vaak niet gekend. - Deze leerlingen hebben een beperkt talig geheugen. III. Tips - Er moet samen met hen een start worden gemaakt. Ook om door te werken hebben ze begeleiding nodig. - Leer stappenplannen gebruiken (ook met zelfinstructiemethode zoals beertjes van Meichenbaum, Reflecto). - Help de leerling bij het plannen van wat gestudeerd moet worden. - Geef een studiewijzer - Beperk geheugenstof tot het essentiële, gebruik compenserende hulpmiddelen zoals letterkaart, getallenkaart, tafelkaart, klok visualiseren, breuken visualiseren. - Gebruik meerkeuzevragen - Geef bij toetsen als richtlijn aan hoeveel tijd per vraag mag gebruikt worden. - Geef extra tijd voor toetsen. - Laat bepaalde toetsen indien nodig mondeling afleggen of laat mondeling uitleg geven bij hun antwoorden. 13

14 Communicatie en taal I. Problemen vanuit een spraakontwikkelingsstoornis - De leerling is moeilijk verstaanbaar voor wie hem niet zo goed kent. - Er treden moeilijkheden op met de pittigheid en gevoeligheid van de organen rond mond en kaken. Dit heeft tot gevolg dat deze leerlingen minder duidelijk spreken, wat overkomt als slordig spreken. Ze moeten meer de nadruk leggen op de mondbewegingen om zich verstaanbaar te maken. Ook trager spreken kan dit gedeeltelijk verhelpen. - De ene keer wordt een klank of woord goed gezegd, een andere keer wordt de klank vervormd, vervangen of weggelaten. - De leerling kan bepaalde klanken niet uitspreken en gebruikt daarom alleen klanken die lukken. - Vooral bij iets oudere leerlingen kan je zoekbewegingen opmerken: ze gaan hun spraakbeweging tijdens het spreken nog corrigeren. - Als de woorden of zinnen langer worden, maken leerlingen met spraakontwikkelingsstoornissen vaak meer fouten in de uitspraak. Lopende spraak is minder duidelijk dan enkele woorden. Ook maken deze leerlingen soms fouten in de zinsbouw. - Soms verloopt bij leerlingen met een spraakontwikkelingsstoornis het vertellen van verhalen moeilijker. Omdat de motorische component meer aandacht vraagt, hebben ze niet spontaan geleerd om ordening aan te brengen in het verhaal. II. Problemen vanuit ontwikkelingsdysfasie - De taalontwikkeling komt niet of zeer laat en traag op gang. Dit zorgt voor de ontwikkeling van een beperkte woordenschat en problemen met het begrijpen en vormen van meer complexe zinnen. - Het taalprobleem is hardnekkig en didactisch resistent (taaltherapie lost het probleem niet volledig op). - Het taalbegrip is meestal beter dan de taalproductie. - Het spreken op verzoek is moeilijk. Spontaan taalgebruik is veel beter dan de dialoog. Het is voor leerlingen met ontwikkelingsdysfasie veel eenvoudiger om zinnen aan te vullen omdat dat minder op bevel is. - Woordvindingsproblemen leiden tot niet vloeiende formuleringen. Vaak kan de leerling met ontwikkelingsdysfasie wel de woordbetekenissen oproepen, maar beschikt hij niet voldoende vlot over de juiste, bijbehorende klankpatronen. Hij zegt dan dinges of vervangt woorden door een woord uit dezelfde categorie vb kat ipv konijn bijbel ipv beitel. 14

15 - Het toekennen van meerdere betekenissen aan hetzelfde woord is moeilijk. Probeer misverstanden zoveel mogelijk te voorkomen. - Ook het begrijpen van figuurlijke taal (spreekwoorden, zegswijzen, dubbelzinnig taalgebruik al dan niet in grapjes, ) is moeilijk. - Het gevolg van een beperkte woordenschat is dat het begrijpen van zinnen veel minder gemakkelijk verloopt. - Het is moeilijk verschillende ideeën in een verhaal met elkaar te verbinden. - Een kringsituatie kan lastig zijn omdat daar ook veel informatie wordt uitgewisseld. - Je kan ontwikkelingsdysfasie op volwassen niveau vergelijken met praten in een vreemde taal. Wanneer we ons proberen duidelijk te maken in een vreemde taal, kunnen we onze gevoelens ook niet zo goed uiten als in onze moedertaal. Bovendien is het veel vermoeiender om bv. een lezing te volgen in een vreemde taal, zelf als we wel het merendeel begrepen hebben. - Taalschat is moeilijk omwille van woordvindingsproblemen. - Woord- en zinsontleding vraagt innerlijke taal en kan dus voor problemen zorgen. - Begrijpend lezen is niet vanzelfsprekend voor leerlingen met ontwikkelingsdysfasie. III. Tips - Rooster extra tijd in voor mondelinge en schriftelijke taal. - Stimuleer de leerling om te vertellen en laat hem plezier beleven aan praten. Probeer op alle communicatieve intenties van de leerling in te gaan. Dwing niet tot praten! Herhaal wat je begrepen hebt. Als je er niet achter komt wat hij wil vertellen probeer het dan te begrijpen met behulp van een contactschrift, het betrekken van andere leerlingen, een tekening of door woorden te laten opschrijven. - Neem de tijd om goed te kijken en luisteren, volg de leerling en bied hulp waar nodig. - Vragen stellen is niet zo n effectieve manier om taal uit te lokken en uit te breiden bij leerlingen met ontwikkelingsdysfasie. Het wordt beter vermeden. Aanvulzinnen zijn eenvoudiger en ook via terloopse opmerkingen kan het vertellen uitgelokt worden. - Geef de leerling eventueel een handpop om voor hem te praten. - Geef de leerling genoeg tijd om mondeling op een vraag te antwoorden. Liever langer wachten dan de vraag herhalen of in andere woorden te verwoorden. Het niet antwoorden op de vraag gebeurt vaak niet omdat de vraag niet begrepen is, maar omdat het antwoord niet goed kan worden geformuleerd. Een leerling met STOS even kort laten nadenken over wat hij wil vertellen kan enorm helpen. 15

16 - Je mag wel aangeven dat de leerling duidelijker of trager moet spreken, maar verbeter niet uitdrukkelijk. - Het expliciet inoefenen van mondmotoriek is niet zinvol en zorgt enkel voor frustratie. - Gebruik klankgebaren als je terugkoppelt wat ze zeggen en om de klanken van een woord duidelijk te maken. Moedig leerlingen ook aan om zelf klankgebaren te gebruiken. - Gebruik gedrag en reacties (zowel goede als foute) van andere leerlingen om iets uit te leggen. - Herneem positief wat een leerling probeert te zeggen. - Kijk naar de ogen van de leerling, dan zie je of je het goed begrepen hebt. - Spreek zelf eerder langzaam (niet onnatuurlijk), in niet al te lange zinnen en luid genoeg. - Spreek de leerling aan op zijn niveau, niet te hoog, maar zeker ook niet te laag. Geef hem het gevoel begrepen te worden. - Oefen conversatievaardigheden. - Maak opzettelijk fouten in de communicatie om reactie uit te lokken. - Bevorder het luisteren tussen leerlingen onderling. - Leer standaardvragen stellen bij een kringgesprek. - Laat de leerling iets tastbaars meebrengen naar een kringgesprek (bv. een souvenir van de vakantie, een foto van een uitstapje, ). - Laat de leerling zijn onderwerp voor het kringgesprek vooraf aan de juffrouw vertellen. Zo kan de juffrouw het onderwerp helpen onthouden. Woordenschat en zinsbouw: - Plan voorlezen op een vast moment in je lessenrooster in. - Laat de leerlingen zelf ook veel lezen. Maak ook gebruik van daisyboeken (voorgelezen boeken die op de computer, daisyspeler, Ipad, Ipod, kunnen worden beluisterd). - Bij woordvindingsproblemen of als de leerling een fout woord gebruikt, help hem dan door: o een omschrijving te geven. o de leerling zelf het woord te laten omschrijven. Indien dit moeilijk is voor de leerling, vraag dan aan de logopedist om het expliciet te oefenen. o een aanvulzin te gebruiken. o de eerste letter of klank van het woord aan te bieden. 16

17 o de categorie te noemen. o te zeggen waarop het rijmt. o het woord op te schrijven. Dit komt voor de leerling vaak minder betuttelend over dan het gewoon mondeling voorzeggen. o op de foute betekenis te wijzen, het bedoelde woord en het geuite woord tegenover elkaar te stellen (overeenkomst in klanken of betekenis). o gebruik te laten maken van een woordoproepschema. (Zie bijlage 1) - Breng basiswoordenschat aan en hanteer daarbij de principes van VSCC: Voorbewerken, Semantiseren (de betekenis aanleren, verdiepen en uitbreiden), Consolideren (de betekenis vastzetten) en Controleren. (Meer uitleg zie bijlage 2) - Leer niet alleen zelfstandige naamwoorden aan, maar ook werkwoorden, bijvoeglijke naamwoorden, voorzetsels, uitdrukkingen, - Leg bij nieuwe woorden direct semantische verbanden. Leer altijd meer woorden aan uit één netwerk (bv. start finish horen bij wedstrijd). - Koppel nieuwe woorden aan belevingen/ervaringen van leerlingen zelf. - Laat leerlingen situaties naspelen. - Laat leerlingen begrippen zo veel mogelijk concreet beleven: uitbeelden, zichtbaar maken, voelen, ruiken, (als je verdampen wil uitleggen, kook dan water). - Gebruik een thematafel met concrete voorwerpen. - Maak een themawand met woorden en prenten. - Herhaal nieuwe woorden vaak in verschillende situaties. Gebruik hiervoor ook spelletjes als memory, lotto, bingo, voorwerpen raden onder een doek, pictionary, hits, woorden omschrijven en laten raden, - Maak onderscheid tussen woorden die leerlingen moeten begrijpen (passieve woordenschat) en moeten kunnen gebruiken (actieve woordenschat). - Maak gebruik van woordkaarten en mindmaps bij woordenschat van W.O. en taal. - Laat leerlingen zelf actief andere woorden bedenken aan de hand van deze woordkaarten en mindmaps. - Leg een woordenboek aan met foto s van de woorden uit de aangebrachte thema s en vul dit eventueel aan met woorden voor de leerling persoonlijk (of maak hiervoor afzonderlijke boekjes). 17

18 - Koppel aan woorden die worden ingeoefend ook meteen meervouden en verkleinwoorden, vervoegingen of verbuigingen. - Maak iets visueel naar aanleiding van een thema vb. een kwartetspel of poster: na afloop heb je dan een zichtbaar resultaat door de leerlingen zelf gemaakt. - Leg figuurlijk taalgebruik en uitdrukkingen uit. - Leer schooltaalwoorden expliciet aan. - Leer vaste zinsconstructies aan. - Gebruik vaste kleuren om de verschillende zinsdelen aan te duiden. Gebruik eventueel kaartjes met de zinsdelen in deze kleuren als ondersteuning bij zinsbouw- en schrijfoefeningen. (Afgesproken kleuren zie bijlage 3) - Zing veel met je leerlingen. - Zeer veel ideeën voor taalstimulering en woordenschatonderwijs vind je in het boek Altijd Taaltijd (Constandse-van Dijk, Elzer & Mildenburg,2008). - Bekijk moeilijke woorden (ook bv. uit de vakken W.O., taal, wiskunde, ) samen en laat ze noteren. Maak hiervan samen met de leerling (bv. bij de logopedist) eventueel een begrippenlijst. Laat de leerling indien mogelijk tekeningen maken bij moeilijke begrippen of zoek er foto s van. Of laat hem zelf trucjes zoeken om het woord te onthouden. - Houd ook bij het vak Nederlands (taalschat) rekening met eventuele woordvindingsproblemen en help de leerling op weg. Meerkeuzevragen of woorden met elkaar verbinden kan helpen. Als de leerling niet op het juiste woord kan komen, laat hem het dan (ook op toetsen) omschrijven of desnoods tekenen of geef hem de eerste letter als cue om op het woord te komen. - Visualiseer de stappen van woord- en zinsontleding en laat deze visualisatie gebruiken. - Besteed voldoende aandacht aan het begrijpen van teksten en visualiseer indien mogelijk. Ook geanimeerd voorlezen kan helpen. 18

19 Lezen I. Problemen vanuit een spraakontwikkelingsstoornis - Leerlingen met spraakontwikkelingsstoornissen hebben problemen met klank-letterbeeld koppeling. - Ook zijn er problemen met luidop lezen omdat ze het moeilijk hebben met snelle en pittige articulatie wat zorgt voor een lager leestempo. - Heel wat leerlingen hebben bij het leren lezen een verstaanbaarheidsprobleem, vooral als de oorzaak ligt in een fonologische stoornis. Daartegenover staat dat we in de praktijk ook wel vaak een verbetering van de verstaanbaarheid zien, juist gedurende het proces van leren lezen en schrijven. II. Problemen vanuit ontwikkelingsdysfasie - Meestal hebben leerlingen met ontwikkelingsdysfasie evenveel problemen in hun geschreven taal als in hun mondelinge taal. - Het gaat hier niet altijd om een tekort aan leesvaardigheid, maar veeleer heeft het te maken met het niet kunnen putten uit de voorraad woorden. Vergelijkbaar met versprekingen in het praten, zijn de paralexieën in het lezen. Een woord als rivier wordt bijvoorbeeld gelezen als vijver. Het woord vier in rivier roept blijkbaar de associatie vijf, vijver op. Een aanvankelijk correct gelezen woord als sigaar, kan een paar regels verder ineens veranderen in gitaar. Fout gelezen woorden zijn een gevolg van het niet snel genoeg kunnen vinden van het juiste woord. Het verschil met radend lezen is subtiel, maar wel principieel. - In het eerste leerjaar merken we problemen met: o aanvankelijk lezen: klank/letterkoppeling o auditieve synthese o auditieve analyse - Stillezen gaat vaak beter dan hardop lezen. - Voor dysfatische leerlingen is het moeilijk om zinnen lang genoeg juist te onthouden. Dit kan een probleem zijn als ze woorden en zinnen moeten overschrijven uit een tekst vb. bij begrijpend lezen. III. Tips - Bouw bij het beginnend lezen de letterkennis systematisch op en maak meteen zelfs vanaf 2 letters betekenisvolle woorden en zo snel mogelijk ook korte zinnetjes. Op die manier merken de kinderen dat ze ook echt kunnen lezen. Het aanspreken van alle zintuigen hierbij is zeker een hulp: luisteren, kijken, voelen van uitspraak, tactiel voelen... etc. Het is ook zinvol om tegelijkertijd te oefenen op fonologische vaardigheden. - Ondersteun aan te leren letters met klankgebaren. 19

20 - Houd bij AVI-testen rekening met een trager leestempo door uitspraakproblemen. Wees milder bij het scoren. - Verban geen strips, verminder ze eventueel. - Vermijd onverwachts individueel luidop lezen, laat de leerlingen daar zelf mee in beslissen. Als de leerling het moeilijk heeft met luidop lezen, bouw dit dan op door eerst alleen te lezen, dan in kleine groep en pas dan in de klas. - Voorlezen van de opdrachten (individueel) kan een grote hulp betekenen. Lees niet alle opdrachten tegelijk voor. Leerlingen met ontwikkelingsdysfasie zijn dan meestal vergeten wat er stond als ze bij een volgende vraag komen. Je kan eventueel ook een andere leerling inschakelen om de vragen voor te lezen (een coach of buddy aanduiden). Eventueel kan je de belangrijkste woorden in de opdrachten (laten) aanduiden. Ook het gebruik van software om opdrachten voor te lezen kan zinvol zijn (Kurzweil, Sprint, ). - Laat een tekst die de leerlingen in de klas (zelfstandig) moet lezen, thuis, bij de logopediste of de BLIO-leerkracht voorbereiden (vb. tekst begrijpend lezen, leesopdrachten voor het vak Nederlands, W.O., ). - Maak, om technisch lezen te oefenen, gebruik van verschillende leesstrategieën: voorlezen, koorlezen en om beurten lezen. - Probeer, eventueel met de hele klas voordat je een tekst begint te lezen, voorkennis op te roepen ( deze tekst gaat over ). Het is dan eenvoudiger voor een leerling met ontwikkelingsdysfasie om het juiste betekenisveld op te roepen. - Kopieer de tekst en de opdrachten van begrijpend lezen niet recto-verso, maar zorg ervoor dat de leerling de tekst en de vragen naast elkaar kan leggen om het zo beter te kunnen zoeken en overschrijven. - Lettertype Verdana met interlinie 1,5 is beter leesbaar voor leerlingen met leesproblemen. 20

21 Schrijven en spelling I. Problemen vanuit een spraakontwikkelingsstoornis - Vaak hebben leerlingen met spraakontwikkelingsproblemen moeilijkheden met het automatiseren en het toepassen van spellingregels. - Hun spellingfouten zijn vaak niet consequent: de ene keer schrijven ze fout wat de andere keer wel juist was. - Soms behalen deze leerlingen betere resultaten in dictees dan in het spontaan schrijven. - Leerlingen met spraakontwikkelingsstoornissen schrijven vaak fonetisch bij woorden waarbij woordbeelden moeten worden onthouden. - Door de veel voorkomende combinatie met motorische problemen (DCD) zien we vaak problemen met het tempo bij het overschrijven van het bord of uit een boek. Ook het vlot wisselen van kijken naar een bord en dan terug focussen op hun blad is voor veel leerlingen moeilijk. - Deze leerlingen schrijven soms (langere) woorden fout omdat ze die ook zo uitspreken. - Bij het leren schrijven hebben ze vaak hinder van hun verstaanbaarheidsprobleem, vooral als de oorzaak ligt in een fonologische stoornis. - Daartegenover staat dat we in de praktijk ook wel verbetering van de verstaanbaarheid zien, juist gedurende het proces van leren lezen en schrijven. II. Problemen vanuit ontwikkelingsdysfasie - Leerlingen met ontwikkelingsdysfasie maken vaak rare fouten in het schrijven. Omdat het moeilijk is woorden, maar ook letters op het gewenste moment op te roepen, verschijnt er soms iets anders dan de bedoeling was. Soms merken dysfatische leerlingen dit al schrijvend op en lukt het om tijdig een verbetering aan te brengen. Er wordt in hun werk dan vaak ook veel en heftig verbeterd. Deze fouten mogen niet verward worden met gewone spelfouten. - Het is voor deze leerlingen moeilijk om hun antwoord correct te noteren zoals ze het bedoelen. - Omwille van de problemen met innerlijke taal is het moeilijk om mentaal de spellingregels te overlopen en toe te passen. III. Tips - Laat leerlingen schrijven met potlood of uitwisbare balpen. - Laat gevisualiseerde spellingregels gebruiken zodat de nood aan innerlijke taal minder wordt. Zorg ervoor dat deze visualisaties gedurende de schoolcarrière zoveel mogelijk hetzelfde blijven. - Leer spellingregels identificeren (herkennen waar welke regel moet worden toegepast). Duid desnoods de spellingregel aan waarover het gaat. 21

22 - Laat de leerling toe om teksten te schrijven, huiswerk te maken en dictees af te leggen met de computer. - Laat een lijn open tussen elke zin om correcties gemakkelijker mogelijk te maken. - Laat de leerlingen niet extra schrijven, maar zorg dat ze begrijpen wat ze fout gedaan hebben. - Reduceer indien nodig het aantal opdrachten omdat de leerling meer tijd nodig heeft om een opdracht op te lossen. - Geef de leerling indien nodig (van bepaalde vakken) correctiesleutels of kopies van correcte notities om van te studeren of kijk zijn notities grondig na. - Geef opdrachten en taken op een kopie in plaats van de leerling het te laten overschrijven van het bord. Of noteer zelf de opdracht op zijn blad of in zijn agenda. Dit voorkomt het overnemen van fouten. - Laat schriftelijke toetsen indien nodig mondeling toelichten. - Indien zich ernstige spellingproblemen voordoen, kunnen volgende STICORDI-maatregelen (= STImuleren COmpenseren Remediëren DIspenseren) overwogen worden: o o o o Het kan zinvol zijn om de leerling te leren typen. Dit hoeft niet per se met typcursussen en tijdsdruk moet vermeden worden. Het is belangrijk om niet té veel gewicht te geven aan het leren typen, want niet elke leerling slaagt erin. De typcursus Typ 10 is vaak geschikt voor deze leerlingen. Leer de leerling werken met de spellingscontrole van de computer. Bij dictees kan je eventueel een eerste versie, zonder spellingchecker afdrukken (maar hecht hier niet te veel belang aan) en daarna met de spellingchecker laten verbeteren. Laat bij zinnendictees alleen sleutelwoorden schrijven of typen in een vooraf geschreven of getypte tekst. Pas de quotering aan: Verdeel de te verdienen punten in punten voor spellingregels en vb. punten voor moeilijke woorden. Trek geen punten af voor spelling bij andere vakken. Trek bij dictee eventueel punten af per soort fout. o Op Smartschool vind je reeds uitgewerkte lijsten met STICORDI-maatregelen voor problemen als dysfasie, dyslexie, dyscalculie, dyspraxie, AD(H)D en autisme. 22

23 Wiskunde I. Problemen vanuit een spraakontwikkelingsstoornis - Veel leerlingen met spraakontwikkelingsproblemen hebben moeilijkheden met automatisatie! Dit heeft een grote invloed op het leren van splitsingen en maal- en deeltafels. - Ook bij wiskundige termen kan het zo zijn dat de leerling ze fout uitspreekt en daardoor ook fout onthoudt. II. Problemen vanuit ontwikkelingsdysfasie - Rekenmoeilijkheden omdat leerlingen met ontwikkelingsdysfasie de gangbare rekentermen niet begrijpen (vb. quotiënt, vermenigvuldigen, teler, deeltal, ). - Door een beperkt taalbegrip is het moeilijk om vraagstukken juist te begrijpen. - Door problemen met innerlijke taal (tegen zichzelf in stilte zeggen wat hij moet doen), is het voor leerlingen met ontwikkelingsdysfasie moeilijk om de juiste bewerkingen te selecteren en de juiste tussenstappen te nemen bij bv. vraagstukken. - Mogelijk zijn er problemen met klok lezen (begrippen voor, na, over, ). - Problemen met begrijpend luisteren en mondeling gegeven opdrachten. III. Tips - Laat de leerling een tafelkaart gebruiken om vermenigvuldigingen en delingen op te zoeken. - Geef de opdrachten op een kopie. Zo vermijd je overschrijffouten en dus ook foute oplossingen. - Geef de leerling meer tijd, want door problemen met automatisatie, innerlijke taal en het onthouden van wiskundige begrippen heeft hij dat (misschien) nodig. Leg ook geen tijdsdruk op bij maal- en deeltafels en schrijf de opdracht op i.p.v. mondeling te ondervragen. - Reduceer indien nodig het aantal opdrachten omdat de leerling meer tijd nodig heeft om een opdracht op te lossen. - Laat de leerling toe om de cijfers in getallen in fonetische volgorde, maar op de juiste plaats te schrijven vb. 346, eerst de 3, dan de 6 na een spatie en tussenin de 4 als dat voor hem gemakkelijker is. - Laat tussenstappen noteren bij wiskunde (als het moeilijker wordt), zo vermijd je dat de leerling met ontwikkelingsdysfasie te veel innerlijke taal nodig heeft. - Gebruik bij klok lezen in de hele school (en indien mogelijk ook thuis) dezelfde bewoording: niet bij de ene na en bij de andere over. - De wijzerklok aanleren is vaak gemakkelijker dan de digitale klok. - Leer samen met de leerling de rekentaal in vraagstukken visueel te verduidelijken. 23

24 W.O. I. Problemen vanuit een spraakontwikkelingsstoornis - Omdat veel leerlingen langere en moeilijkere woorden niet zo goed kunnen uitspreken, is het ook moeilijk om ze correct te onthouden en te gebruiken. II. Problemen vanuit ontwikkelingsdysfasie - Door een beperkt taalbegrip gaat een deel van wat verteld wordt tijdens de lessen W.O. verloren. Let erop dat de leerling alles correct begrijpt van wat er verteld wordt. Tijdsbegrippen en moeilijke woorden verdienen extra aandacht. - Problemen met het begrijpen en het uit het hoofd leren van moeilijke woorden bij W.O. - Woordvindingsproblemen maken het moeilijk om bepaalde termen op het juiste moment op te roepen. III. Tips - Laat moeilijke woorden noteren en controleer of hij het juist heeft opgeschreven. Verdeel het woord desnoods visueel in klankgroepen of duid klanken aan die de leerling weglaat. Dit kan de articulatie bevorderen en helpt ook om het woord correct te onthouden. - Vertel indien mogelijk de lessen zo geanimeerd mogelijk, met ritme en actie. Speel zelfs toneel. Het zal eenvoudiger zijn om het te begrijpen en te onthouden. Ondersteun de lessen zo veel mogelijk visueel: met prenten, foto s, tekeningen, staakwoorden, tijdlijn, veel op het bord schrijven, structuur aanbieden, (bord)schema's, Of laat de leerling waar het kan zelf een tekening maken bij de les. - Besteed extra aandacht aan de woordenschat die aan bod komt bij W.O. Oefen die nog eens extra in. Veel herhaling is belangrijk. Besteed ook aandacht aan de ruime betekenis van woorden. Koppel woordenschattraining (in de klas en/of bij de logopedist) zo veel mogelijk aan het W.O.-thema van de klas. Selecteer hierbij wel woordenschat die voor de leerling relevant is. 24

25 Zelfredzaamheid en organisatie I. Problemen vanuit een spraakontwikkelingsstoornis - Als de spraakontwikkelingsstoornissen gecombineerd zijn met DCD komen vaak problemen voor met zelfredzaamheid en organisatie. II. Problemen vanuit ontwikkelingsdysfasie - Leerlingen met ontwikkelingsdysfasie hebben nood aan structuur. Ze kunnen die vaak niet zelf aanbrengen door hun gebrek aan innerlijke taal. - Deze leerlingen hebben vaak problemen met het maken van hun boekentas en terugvinden van het juiste materiaal (vraagt ook innerlijke taal). - Problemen met innerlijke taal wat leidt tot moeilijkheden met planning en organisatie, zelfstandig werken is dan ook heel moeilijk. III. Tips - Visualiseer het dagverloop. Gebruik met de hele school zoveel mogelijk dezelfde (soort) pictogrammen. - Gebruik vaste plaatsen voor visualisaties in de klas. - Geef materiaal een vaste plaats in de klas. - Controleer of alles correct en op de juiste plaats in de agenda genoteerd is. - Houd een beetje toezicht op de orde in de bank en boekentas van leerlingen met STOS. Om dit georganiseerd te krijgen, is immers heel wat innerlijke taal nodig. Boeken en schriften van éénzelfde vak in éénzelfde kleur kaften (of met gekleurde band erover) kan ook helpen om structuur te brengen. - Zorg voor rust in de groep en stel duidelijke regels. - Zorg voor een ordelijke werkomgeving met uitdagend materiaal. - Gebruik een bord met pictogrammen voor zelfstandig werken. - Kondig verandering aan, eventueel met een pictogram. 25

26 Logopedische therapie 26

27 3. Geraadpleegde bronnen Buurman, H., Gerritsen, B., & Hinkema, A. (2013). Vijf op een rij: praktisch handboek voor iedereen die werkt met leerlingen met een taalontwikkelingsstoornis (TOS) [elektronisch versie]. Afgehaald via Buyens, H., Dehaene, G., & Van De Walle, B. (2014). Het verhaal van Odi. Leren omgaan met dysfasie. SIG VZW vormingsdienst. Coenen, J., & Heijdenrijk, M. (2013). Zien is snappen. Rotterdam: Bazalt Educatieve Uitgaven. Constandse-van Dijk, C., Elzer, M., & Mildenburg, M. (2008). Altijd taaltijd. Utrecht: Agiel. De Bruyn, T. (2007). Brochure voor ouders [brochure]. Kasterlinden. Dysphasie & Asphasie, geraadpleegd op 1 juni 2015 via Dyspraxis (2012). Zorg? Zorg- & werkkader voor kleuters, kinderen en jongeren met DCD in de klas. [elektronische versie]. Afgehaald via Zelfhulpgroep Dysfasie (2008). Folder dysfasie. [elektronische versie]. Afgehaald via Grauwels, R. & de Nooij, G. (2010). Omgaan met een dysfatisch kind: draaiboek. Antwerpen: Maklu Uitgeverij. Triangel (Persoonlijke communicatie, 2010) 27

28 4. Bijlage Bijlage I: Woordoproepschema Bijlage II: VSCC-schema Bijlage III: kleur- en vormpatronen 28

29 de kleur Bijlage I: woordoproepschema het materiaal De kleur is Ik ben het woord vergeten. Ik zeg iets over Het is gemaakt van de vorm de categorie de functie De vorm is Het behoort tot de groep Je kan ermee 29

30 Bijlage II: VSCC-schema (Uit Altijd Taaltijd (katern 4, p.9-10), 2008) Woordenschatonderwijs voorbewerken semantiseren consolideren controleren Voorbewerken In deze fase wordt er een gunstige beginsituatie gecreëerd. De voorkennis van de leerlingen wordt geactiveerd en leerlingen worden actief betrokken bij het onderwerp. Voorbewerken vraagt een grondige voorbereiding met voldoende aandacht voor de concepten achter het woord die al verworven zijn. Door vooraf over een begrip te praten heeft het kind al enige ervaring opgedaan met het denken over het woord en de betekenis ervan. Tekeningen maken, voorwerpen meenemen of de kinderen dingen laten doen zijn manieren om de voorkennis te activeren. Ook preteaching door de logopedist kan helpen. Semantiseren In deze fase wordt de betekenis van het te leren woord uitgebeeld, uitgelegd en uitgebreid. Dit kan door definities te geven, over de betekenis van een woord te vertellen, een voorbeeld te geven of een hulpmiddel te gebruiken. Een andere manier om de betekenis van een woord te achterhalen is reflectie. Maak de leerling bewust van de rol die het woord in een zin speelt. Vraag bijvoorbeeld aan de leerling de betekenis van het woord te achterhalen uit de context waarin het gebruikt wordt. Consolideren Als de betekenis van een woord duidelijk is, moet het woord met de betekenis nog worden ingeoefend en ingeprent in het geheugen. Woorden moeten regelmatig in allerlei contexten terugkomen opdat de verschillende betekenisaspecten van het woord geleerd worden. Door frequente herhaling krijgen de woorden een plekje in het geheugen. Woorden die slechts één keer behandeld zijn, worden zo weer vergeten. Leerlingen moeten dus de kans krijgen om veel te kunnen oefenen met de woorden. 30

31 Bijlage II: VSCC-schema (Uit Altijd Taaltijd (katern 4, p.9-10), 2008) Kinderen met STOS, die minder incidenteel leren, moeten bewust vaker en via diverse gelegenheden op woorden attent gemaakt worden. Als leerkracht kan je hier extra aandacht aan geven door vooraf te bedenken op welke willekeurige momenten van de dag je de nieuwe woordenschat terug kan laten komen. Je kan ze nog eens aanbieden tijdens het voorlezen, raadspelletjes, het leergesprek, wanneer je meespeelt met de kinderen maar ook tijdens logopedie. Controleren Controleren is nagaan of de woorden en de betekenissen verworven zijn. Hierbij moet de leerkracht zich afvragen hoe en wanneer hij de geleerde woorden wil opvragen. Dit kan door de leerlingen woorden en hun betekenis te laten leren als huiswerk of door te kijken of ze X kunnen aanwijzen op een plaatje. Controleren moet gebeuren over een welbepaalde tijdsperiode. Na een uur? Na een dag? Vaak is het nodig om op lange termijn nog eens te kijken of het woord goed onthouden is. 31

32 Bijlage III: kleur- en vormpatronen Kleur- en/of vormpatronen Dit komt uit het BOEK: Zien is snappen (Coenen-Heijdenrijk / Bazalt) Deze kleuren worden ook gebruikt in de zinsbouwoefeningen van Taaltrapeze. kleur Vorm het onderwerp geel cirkel (wie/wat) de werkwoordgroep rood zeshoek het lijdend voorwerp (wie/wat) de bepaling van plaats (waar) de bepaling van tijd (wanneer) de bepaling van wijze (hoe) EXTRA: het meewerkend voorwerp (aan/voor wie, aan/voor wat) de bepaling van middel (waarmee) bruin paars oranje groen roos grijs rechthoek halve cirkel driehoek wolkje driehoek 32

Draaiboek voor de begeleiding van leerlingen met DYSORTHOGRAFIE of SPELLINGSproblemen en dyslexie (schrijven)

Draaiboek voor de begeleiding van leerlingen met DYSORTHOGRAFIE of SPELLINGSproblemen en dyslexie (schrijven) Draaiboek voor de begeleiding van leerlingen met DYSORTHOGRAFIE of SPELLINGSproblemen en dyslexie (schrijven) Naam leerling: Klas:.. Wat is het? DYSORTHOGRAFIE Moeizame automatisatie aan de klank-tekenkoppeling.

Nadere informatie

Hoofdstuk 18 - Tips om voorleessoftware in te zetten in de klas

Hoofdstuk 18 - Tips om voorleessoftware in te zetten in de klas Hoofdstuk 18 - Tips om voorleessoftware in te zetten in de klas 18.1. Voorleessoftware compenserend inzetten voor leerlingen met een ernstige beperking 235 18.2. Voorleessoftware leerondersteunend inzetten

Nadere informatie

Nieuwe woorden correct kunnen schrijven, kunnen vertalen van N-F en van F-N en kunnen gebruiken in mondelinge en schriftelijke zinnen.

Nieuwe woorden correct kunnen schrijven, kunnen vertalen van N-F en van F-N en kunnen gebruiken in mondelinge en schriftelijke zinnen. Vaktips Frans 1. D O E L S T E L L I N G E N De Franse taal leren verstaan, lezen, spreken en schrijven. Om dit te bereiken, moet je: Nieuwe woorden correct kunnen schrijven, kunnen vertalen van N-F en

Nadere informatie

betrokkenen? klasleerkracht logopediste ZOCO ouders leerling door diagnose: diagnose dyslexie aanvullen en, indien nodig, aanvullen maatregelen.

betrokkenen? klasleerkracht logopediste ZOCO ouders leerling door diagnose: diagnose dyslexie aanvullen en, indien nodig, aanvullen maatregelen. Naam:. Geboortedatum: GEEN diagnose dyslexie STI-(CO) diagnose dyslexie STI-CO-R-DI Diagnose dyslexie: door wie (naam + functie)? wanneer (datum + klas)? Invoer STICORDI-maatregelen: wanneer? betrokkenen?

Nadere informatie

houd altijd de specifieke leerling met zijn individuele hulpvraag in het achterhoofd

houd altijd de specifieke leerling met zijn individuele hulpvraag in het achterhoofd Sleutelwoord is structuur De school is een uitgelezen plaats om de leerling met het Syndroom van Asperger te leren omgaan met leeftijdgenoten. Goede begeleiding is dan van belang. Docent kunnen veel voor

Nadere informatie

Dyslexie. "een hardnekkig probleem met het aanleren en het accuraat en/of vlot toepassen van het lezen en/of spellen op woordniveau"

Dyslexie. een hardnekkig probleem met het aanleren en het accuraat en/of vlot toepassen van het lezen en/of spellen op woordniveau Dyslexie Dyslexie betekent letterlijk niet kunnen lezen. Bij dyslexie kunnen zowel lees- als spellingsproblemen voorkomen, maar deze komen ook los van elkaar voor. "een hardnekkig probleem met het aanleren

Nadere informatie

STIMULEREN EN BEGELEIDEN 1

STIMULEREN EN BEGELEIDEN 1 Naam: Geboortedatum: Diagnose dyslexie gesteld door: Diagnose dyslexie gesteld op: Begeleidingsplan voor leerling met dyslexie ACCEPTEREN 1 Kind te kennen geven dat je weet en begrijpt dat hij dyslexie

Nadere informatie

Het ABC van de leerstoornissen

Het ABC van de leerstoornissen Het ABC van de leerstoornissen 23 oktober 2012 K.A. Redingenhof Leuven Nadia Gielen Onderzoekseenheid Gezins- en Orthopedagogiek PraxisP Inhoud Leerstoornissen, dyslexie, dyscalculie een beknopt overzicht

Nadere informatie

INFOBROCHURE BASISAANBOD ONDERBOUW. Schooljaar Geldenaaksebaan Heverlee tel: 016/

INFOBROCHURE BASISAANBOD ONDERBOUW. Schooljaar Geldenaaksebaan Heverlee tel: 016/ BASISAANBOD ONDERBOUW INFOBROCHURE Schooljaar 2018-2019 Geldenaaksebaan 18 3001 Heverlee tel: 016/23.58.93 email: parkschool@leuven.be website: www.parkschoolleuven.be WAT BIEDT BASISAANBOD ONDERBOUW?

Nadere informatie

Inhoud Inleiding Hoofdstuk 1 Normale taalontwikkeling Hoofdstuk 2 Ontwikkelingsdysfasie

Inhoud Inleiding Hoofdstuk 1 Normale taalontwikkeling Hoofdstuk 2 Ontwikkelingsdysfasie Inhoud Inleiding 11 Hoofdstuk 1 Normale taalontwikkeling 15 1.1 Taalontwikkeling: een multidimensioneel gebeuren 16 1.2 Componenten van de taalontwikkeling 18 1.3 Fasen in de taalontwikkeling 21 1.4 Besluit

Nadere informatie

van delen tot het geheel. Hij kan bijvoorbeeld zijn kleding binnenstebuiten aantrekken, of zijn kopje naast de tafel zetten.

van delen tot het geheel. Hij kan bijvoorbeeld zijn kleding binnenstebuiten aantrekken, of zijn kopje naast de tafel zetten. Afasie Als iemand een beroerte krijgt gebeurt dat bijna altijd plotseling. De schok is groot. Men heeft zich niet kunnen voorbereiden en men weet niet wat hen overkomt. Het dagelijkse leven wordt verstoord.

Nadere informatie

BEHANDELINGSADVIEZEN BIJ LAGERE SCHOOL KINDEREN L U T S C H E L P E OPBOUW

BEHANDELINGSADVIEZEN BIJ LAGERE SCHOOL KINDEREN L U T S C H E L P E OPBOUW BEHANDELINGSADVIEZEN BIJ LAGERE SCHOOL KINDEREN L U T S C H E L P E OPBOUW Belang van het bekijken van de taalontwikkeling bij de aanvang van therapie De therapie zelf Beroep doen op het metalinguïstisch

Nadere informatie

Dyspraxie - DCD. DCD = Developmental Coördination Disorder

Dyspraxie - DCD. DCD = Developmental Coördination Disorder Dyspraxie - DCD DCD = Developmental Coördination Disorder DCD = ONTWIKKELINGSSTOORNIS is niet verworven, maar aanwezig vanaf de geboorte verandert voortdurend tijdens de ontwikkeling, er duiken leeftijdsgebonden

Nadere informatie

A. Cooreman. 4 CIJ Deel 1 Cijferen met natuurlijke getallen

A. Cooreman. 4 CIJ Deel 1 Cijferen met natuurlijke getallen A. Cooreman x ijke xe mp la ar CIJ Deel Cijferen met natuurlijke getallen Ink + Leerjaar kk Groep Remediëring 0 0 0 7 digitaal Naam: i.s.m Klas: Legende iconen Leer dit vanbuiten. Werk schriftelijk en

Nadere informatie

Blauwe stenen leer je zo

Blauwe stenen leer je zo Handleiding groep 3-8 Blauwe stenen leer je zo Wijzers Jeelo heeft gele wijzers om samen met leerlingen te verkennen hoe je een steen van Jeelo leert. Voor groep 3-4 wijzer 2009 Zo leer je blauwe stenen

Nadere informatie

Oranje stappers maak je zo

Oranje stappers maak je zo Handleiding groep 3-8 Oranje stappers maak je zo Wijzers Jeelo heeft gele wijzers om samen met leerlingen te verkennen hoe je een oranje stapper van Jeelo maakt. Voor groep 3-4 wijzer 2008 Zo maak je oranje

Nadere informatie

Beoordelingsinstrument Digitale Leermiddelen Taalonderwijs

Beoordelingsinstrument Digitale Leermiddelen Taalonderwijs kennisnet.nl Beoordelingsinstrument Digitale Leermiddelen Taalonderwijs Op de volgende pagina s treft u het beoordelingsinstrument Digitale Leermiddelen Taalonderwijs. Het instrument is ingedeeld in acht

Nadere informatie

EHBM. Eerste hulp bij moeilijkheden DCD

EHBM. Eerste hulp bij moeilijkheden DCD EHBM Eerste hulp bij moeilijkheden DCD 1 WAT IS DCD? DCD = Developmental Coördination Disorder (vroeger dyspraxie genoemd) 2 DCD = ONTWIKKELINGSSTOORNIS is niet verworven, maar aanwezig vanaf de geboorte

Nadere informatie

Taal. Informatie over logopedie

Taal. Informatie over logopedie Taal Taal is... Het geheel van de door de spraakorganen, op basis van het taalvermogen voortgebrachte tekens waarvan de mens gebruik maakt om zijn gedachten te articuleren, zijn wereld te ordenen en te

Nadere informatie

Hoe help je meertalige kinderen bij het leren van een tweede taal? Tips voor leerkrachten

Hoe help je meertalige kinderen bij het leren van een tweede taal? Tips voor leerkrachten Hoe help je meertalige kinderen bij het leren van een tweede taal? Tips voor leerkrachten Enkele tips 1. Goed begonnen is half gewonnen! Zorg van bij het begin voor een zo open en positief mogelijke klassfeer

Nadere informatie

Afasie (taalstoornis)

Afasie (taalstoornis) Afasie (taalstoornis) Deze informatiefolder wordt u aangeboden, omdat u afasie heeft opgelopen als gevolg van een beschadiging in de hersenen. De informatie is behalve voor u ook bedoeld voor uw partner

Nadere informatie

Begeleidingswijzer Dyslexie

Begeleidingswijzer Dyslexie Begeleidingswijzer Dyslexie Dyslexie Ongeveer 5% van de studenten in het mbo heeft dyslexie. Dit is één op de twintig studenten. Iedereen die bij Rijn IJssel werkt, kan dus te maken krijgen met studenten

Nadere informatie

TAAL IS LEUK. Adviezen om de taalontwikkeling te stimuleren

TAAL IS LEUK. Adviezen om de taalontwikkeling te stimuleren TAAL IS LEUK Adviezen om de taalontwikkeling te stimuleren 1 Inhoudsopgave Pagina Besteed extra aandacht aan de taal van uw kind 4 Adviezen die u kunt toepassen tijdens een gesprekje met uw kind 5 Maak

Nadere informatie

Wat te doen met zwakke begrijpend lezers?

Wat te doen met zwakke begrijpend lezers? Wat te doen met zwakke begrijpend lezers? Cor Aarnoutse Wat doe je met kinderen die moeite hebben met begrijpend lezen? In dit artikel zullen we antwoord geven op deze vraag. Voor meer informatie verwijzen

Nadere informatie

Model om schoolse taalvaardigheden te observeren en te reflecteren

Model om schoolse taalvaardigheden te observeren en te reflecteren 1 Bijlage 1: Model om schoolse taalvaardigheden te observeren en te reflecteren Als een leraar op zoek is naar een mogelijk instrument om schoolse taalvaardigheid bij zijn leerlingen te observeren, dan

Nadere informatie

INFOBROCHURE BASISAANBOD MIDDENBOUW. Schooljaar Geldenaaksebaan Heverlee tel: 016/

INFOBROCHURE BASISAANBOD MIDDENBOUW. Schooljaar Geldenaaksebaan Heverlee tel: 016/ BASISAANBOD MIDDENBOUW INFOBROCHURE Schooljaar 2018-2019 Geldenaaksebaan 18 3001 Heverlee tel: 016/23.58.93 email: parkschool@leuven.be website: www.parkschoolleuven.be WAT BIEDT BASISAANBOD MIDDENBOUW?

Nadere informatie

U kunt zich voorstellen dat plotseling wakker worden in Frankrijk iets minder grote problemen veroorzaakt voor het

U kunt zich voorstellen dat plotseling wakker worden in Frankrijk iets minder grote problemen veroorzaakt voor het Afasie Inleiding Als gevolg van een hersenbeschadiging kan een patiënt te maken krijgen met communicatieproblemen. Deze beperken hem/haar in het uitwisselen van gedachten, wensen en gevoelens. Op de afdeling

Nadere informatie

Mijn kind heeft een LVB

Mijn kind heeft een LVB Mijn kind heeft een LVB Wat betekent een licht verstandelijke beperking nu precies? Informatie voor ouders van kinderen en jongeren met een licht verstandelijke beperking in de leeftijd van 6 tot 23 jaar

Nadere informatie

*Eureka* Onderwijs, Diestsesteenweg 722, 3010 Kessel-Lo E-mail: eurekaonderwijs@gmail.com - Website: www.eurekaonderwijs.be

*Eureka* Onderwijs, Diestsesteenweg 722, 3010 Kessel-Lo E-mail: eurekaonderwijs@gmail.com - Website: www.eurekaonderwijs.be Deze tekst is auteursrechterlijk beschermd Artikel: Auteur: Checklist dyslexie en vreemde talen Anny Cooreman *Eureka* Onderwijs, Diestsesteenweg 722, 3010 Kessel-Lo E-mail: eurekaonderwijs@gmail.com -

Nadere informatie

Kinderen met dyslexie vertonen opvallende en blijvende moeilijkheden met lezen en spelling en dit vooral op vlak van:

Kinderen met dyslexie vertonen opvallende en blijvende moeilijkheden met lezen en spelling en dit vooral op vlak van: Dyslexie Kinderen met dyslexie vertonen opvallende en blijvende moeilijkheden met lezen en spelling en dit vooral op vlak van: Aandacht en concentratie. ze zijn vergeetachtig en lijken of zijn verstrooid,

Nadere informatie

Zandakkerlaan 17 9070 Heusden Tel.: 09 230 03 48 E-mail: zorgco@sportbasisschool.be. Sticordi-maatregelen

Zandakkerlaan 17 9070 Heusden Tel.: 09 230 03 48 E-mail: zorgco@sportbasisschool.be. Sticordi-maatregelen Zandakkerlaan 17 9070 Heusden Tel.: 09 230 03 48 Email: zorgco@sportbasisschool.be Sticordimaatregelen Doel van de invoering van sticordimaatregelen Het team een leidraad bezorgen met verschillende toepasbare

Nadere informatie

Kan-beschrijvingen ERK A2

Kan-beschrijvingen ERK A2 Kan-beschrijvingen ERK A2 Lezen Ik kan zeer korte, eenvoudige teksten lezen. Ik kan specifieke voorspelbare informatie vinden in eenvoudige, alledaagse teksten zoals advertenties, folders, menu's en dienstregelingen

Nadere informatie

Hoofdstuk 16 - Vreemde talen ondersteunen

Hoofdstuk 16 - Vreemde talen ondersteunen Hoofdstuk 16 - Vreemde talen ondersteunen 16.1. Inleiding 215 16.2. Woorden, zinnen, in een vreemde taal laten voorlezen 217 16.3. Uitspraak van woorden leren en controleren 219 16.4. Woorden vertalen

Nadere informatie

Logopedie op SBO de Evenaar

Logopedie op SBO de Evenaar Logopedie op SBO de Evenaar Schooljaar 2010-2011 Presentatie van: Corine Brouwer en Olga van Schaik Inhoud De visie afgezet tegen de behandelcriteria voor logopedie Verdeling logopedie schooljaar 2010-2011

Nadere informatie

Zorg om je toekomst. Wat is. dyslexie?

Zorg om je toekomst. Wat is. dyslexie? Zorg om je toekomst Wat is dyslexie? 2 Inleiding Dyslexie is een complex probleem. Dyslectische leerlingen zijn niet dom of lui, hun falen is geen onwil. Deze leerlingen doen vaak extra hun best, besteden

Nadere informatie

ZEG HET MAAR HET PRATEN VAN UW KIND

ZEG HET MAAR HET PRATEN VAN UW KIND ZEG HET MAAR HET PRATEN VAN UW KIND vanaf 4 jaar ZEG HET MAAR Het leren praten van uw kind gaat vaak bijna vanzelf. Soms gaat het niet zo vlot met leren praten. Eén op de vijf kinderen op de basisschool

Nadere informatie

Hoofdstuk 14 - Sneller en beter een tekst schrijven

Hoofdstuk 14 - Sneller en beter een tekst schrijven Hoofdstuk 14 - Sneller en beter een tekst schrijven 14.1. Inleiding 199 14.2. Sneller typen met woordvoorspelling 201 14.3. Beter spellen en schrijven zonder typen 203 Deel 4 - ICT als brug tussen capaciteit

Nadere informatie

INFOBROCHURE BASISAANBOD BOVENBOUW. Schooljaar Geldenaaksebaan Heverlee tel: 016/

INFOBROCHURE BASISAANBOD BOVENBOUW. Schooljaar Geldenaaksebaan Heverlee tel: 016/ BASISAANBOD BOVENBOUW INFOBROCHURE Schooljaar 2018-2019 Geldenaaksebaan 18 3001 Heverlee tel: 016/23.58.93 email: parkschool@leuven.be website: www.parkschoolleuven.be WAT BIEDT BASISAANBOD BOVENBOUW?

Nadere informatie

Hoofdstuk 15 - Spellingfouten voorkomen

Hoofdstuk 15 - Spellingfouten voorkomen Hoofdstuk 15 - Spellingfouten voorkomen 15.1. Inleiding 205 15.2. Hoorfouten opsporen met voorleessoftware 207 15.3. Gelijkende woorden controleren met de homofonenfunctie 209 Deel 4 - ICT als brug tussen

Nadere informatie

LEZE L1 L2 L3 L4 L5 L6

LEZE L1 L2 L3 L4 L5 L6 Schoolloopbaanrooster Overzicht sticordi-maatregelen voor leerlingen met (een vermoeden van) dyslexie Vrije Basisschool Zandvoorde Handelingsplan: Ondersteunende maatregelen voor.. (naam leerling) 0 vermoeden

Nadere informatie

Spreken Wat is een dysartrie?

Spreken Wat is een dysartrie? Dysartrie 2 Dysartrie is de algemene term voor een motorische spraakstoornis als gevolg van neurologische problematiek. Deze folder is bedoeld voor patiënten met een dysartrie en hun omgeving. Er staat

Nadere informatie

A. Creëer een positief, veilig en rijk leerklimaat door

A. Creëer een positief, veilig en rijk leerklimaat door A. Creëer een positief, veilig en rijk leerklimaat door elk kind zich thuis te laten voelen in de klas. Geef de leerlingen de kans om spontaan te vertellen over iets dat ze leuk vinden en laat andere kinderen

Nadere informatie

1. ONDERZOEK. Voorwaarden bij onderzoek:

1. ONDERZOEK. Voorwaarden bij onderzoek: Charter voor onderzoek en behandeling van spraak-, taal- en communicatieproblemen bij de ziekte van Huntington Versie voor zorgmedewerkers, mantelzorgers en patiënten 1. ONDERZOEK Voorwaarden bij onderzoek:

Nadere informatie

Informatiebrochure Apraxie

Informatiebrochure Apraxie Informatiebrochure Apraxie UZ Leuven 2 Beste familie, deze informatiebrochure bieden wij u aan naar aanleiding van de spraak-, taal - en/of slikproblemen die uw familielid momenteel ondervindt. In deze

Nadere informatie

Tips voor Taal Hoe stimuleer je de taalontwikkeling van je kind?

Tips voor Taal Hoe stimuleer je de taalontwikkeling van je kind? Tips voor Taal Hoe stimuleer je de taalontwikkeling van je kind? Tips voor Taal Hoe stimuleer je de taalontwikkeling van je kind? Ga op ooghoogte met je kind zitten Door op ooghoogte te gaan zitten tijdens

Nadere informatie

Informatie over het werkgeheugen

Informatie over het werkgeheugen Informatie over het werkgeheugen Wat is het Werkgeheugen? De mogelijkheid om informatie van verschillende aard vast te houden en deze informatie te gebruiken in een denkproces waarbij nieuwe en reeds aanwezige

Nadere informatie

Vroegtijdige herkenning van taalontwikkelingsstoornissen (TOS)

Vroegtijdige herkenning van taalontwikkelingsstoornissen (TOS) Vroegtijdige herkenning van taalontwikkelingsstoornissen (TOS) Joyce Rompelberg (Logopedist, Spraak- taalpatholoog) Linda Berben (Pedagogisch Behandelaar, Taalcoach, Relatiebeheer) David https://www.youtube.com/watch?v=1hortdwhtyw

Nadere informatie

ZEG HET MAAR HET PRATEN VAN UW KIND. Leeftijd vanaf 4 jaar

ZEG HET MAAR HET PRATEN VAN UW KIND. Leeftijd vanaf 4 jaar ZEG HET MAAR HET PRATEN VAN UW KIND Leeftijd vanaf 4 jaar Het leren praten van uw kind gaat vaak bijna vanzelf. Toch is er heel wat voor nodig voordat uw kind goed praat. Soms gaat het niet zo vlot met

Nadere informatie

Afasie en logopedie informatie voor naasten/familie

Afasie en logopedie informatie voor naasten/familie Afasie en logopedie informatie voor naasten/familie Inhoud Afasie, wat is dat en hoe kunt u er mee om gaan? 5 Taalproblemen 6 Hoe ervaren afasiepatiënten de moeilijkheden zelf? 7 Hoe kunt u het beste omgaan

Nadere informatie

Afasie. Neem altijd uw verzekeringsgegevens en identiteitsbewijs mee!

Afasie. Neem altijd uw verzekeringsgegevens en identiteitsbewijs mee! Afasie Afasie is een taalstoornis ontstaan door hersenletsel. Iemand met afasie heeft moeite met het uiten en het begrijpen van de taal. In deze brochure leest u wat afasie inhoudt en vindt u een aantal

Nadere informatie

Accent op verhaal. Aan al deze doelen wordt gewerkt, toch duidt u best aan welke u in de verf wil zetten.

Accent op verhaal. Aan al deze doelen wordt gewerkt, toch duidt u best aan welke u in de verf wil zetten. onderdeel: dialoog Titel les/thema Toneel spelen Graad: 1 Accent op verhaal Aan al deze doelen wordt gewerkt, toch duidt u best aan welke u in de verf wil zetten. Leerplandoelnummer Leerplandoel uitgeschreven

Nadere informatie

DYSLEXIEPROTOCOL Sneek, januari 2018

DYSLEXIEPROTOCOL Sneek, januari 2018 DYSLEXIEPROTOCOL Sneek, januari 2018 1- Wat is dyslexie 2- Signalen 3- Planmatig handelen 4- Handelingsplan 5- Remediëring. compensatie en dispensatie 6- Didactische principes/ aandachtspunten 1.Wat is

Nadere informatie

Drie maal taal. Taal beschouwen in realistische situaties

Drie maal taal. Taal beschouwen in realistische situaties Ronde 3 Joost Hillewaere Eekhoutcentrum Contact: joost.hillewaere@kuleuven-kulak.be Drie maal taal. Taal beschouwen in realistische situaties 1. Inleiding Waarom leren kinderen taal op school? Taal heeft

Nadere informatie

Aanvullende informatie ter voorbereiding op de TGN A1. Inleiding. Hoe maakt u de TGN?

Aanvullende informatie ter voorbereiding op de TGN A1. Inleiding. Hoe maakt u de TGN? Aanvullende informatie ter voorbereiding op de TGN A1 Inleiding Dit is informatie over de Toets Gesproken Nederlands (of TGN) 1. De TGN maakt deel uit van het inburgeringsexamen buitenland. Moet u de TGN

Nadere informatie

3.1 Tips voor leerkrachten in het middelbaar beroepsonderwijs Met dank aan Heleen Schoots, KPC-groep

3.1 Tips voor leerkrachten in het middelbaar beroepsonderwijs Met dank aan Heleen Schoots, KPC-groep 3.1 Tips voor leerkrachten in het middelbaar beroepsonderwijs Met dank aan Heleen Schoots, KPC-groep Leerproces Onderwijs aan kinderen met een aan autisme verwante stoornis, vraagt om een ongewone aanpak

Nadere informatie

Overzicht vakgebieden ZML SO en subdoelen & koppeling leerlijnen SO & VSO

Overzicht vakgebieden ZML SO en subdoelen & koppeling leerlijnen SO & VSO Overzicht vakgebieden ZML SO en subdoelen & koppeling leerlijnen SO & VSO 1.1. Communicatieve voorwaarden 1.1. Communicatieve voorwaarden 1.2. Zinsbouw 3.5. Zinsbouw 1.3. Woordvorming 3.6. Woordvorming

Nadere informatie

Begeleidingsplan voor een leerling met dyslexie 1 2 3 4 5 6 + : van toepassing - : nog niet aan bod

Begeleidingsplan voor een leerling met dyslexie 1 2 3 4 5 6 + : van toepassing - : nog niet aan bod Naam: Geboortedatum: Diagnose dyslexie gesteld op: Diagnose dyslexie gesteld door: Begeleidingsplan voor een leerling met dyslexie 1 2 3 4 5 6 + : van toepassing - : nog niet aan bod Accepteren 1 De leerling

Nadere informatie

TAALSTOORNIS KINDEREN: PROBLEMEN MET DE PRODUCTIE VAN SPRAAKKLANKEN

TAALSTOORNIS KINDEREN: PROBLEMEN MET DE PRODUCTIE VAN SPRAAKKLANKEN INFORMATIE VOOR OUDERS/VERZORGERS TAALSTOORNIS KINDEREN: PROBLEMEN MET DE PRODUCTIE VAN SPRAAKKLANKEN Meertaligheid en fonologische stoornis TAALSTOORNIS KINDEREN: PROBLEMEN MET DE PRODUCTIE VAN SPRAAKKLANKEN

Nadere informatie

Vakonderdeel: MONDELING TAALGEBRUIK: SPREKEN EN LUISTEREN

Vakonderdeel: MONDELING TAALGEBRUIK: SPREKEN EN LUISTEREN Vakonderdeel: MONDELING TAALGEBRUIK: SPREKEN EN LUISTEREN Doelen Oordelen of een woord al of niet klankzuiver is. Taalhandelingen ontwikkelen: reageren in gesprekken met eenvoudige, maar relevante vragen

Nadere informatie

A. Creëer een positief, veilig en rijk leerklimaat door

A. Creëer een positief, veilig en rijk leerklimaat door A. Creëer een positief, veilig en rijk leerklimaat door elk kind zich thuis te laten voelen in de klas. Respecteer de stille periode van kinderen. Geef kinderen die het nodig hebben, meer tijd om een luisteropdracht

Nadere informatie

Omgaan met een taalstoornis bij hersenbeschadiging

Omgaan met een taalstoornis bij hersenbeschadiging Logopedie Omgaan met een taalstoornis bij hersenbeschadiging www.catharinaziekenhuis.nl Patiëntenvoorlichting: patienten.voorlichting@catharinaziekenhuis.nl LOG007 / Omgaan met een taalstoornis bij hersenbeschadiging

Nadere informatie

Communicatieproblemen door een beschadiging in de rechter hersenhelft

Communicatieproblemen door een beschadiging in de rechter hersenhelft Logopedie Communicatieproblemen door een beschadiging in de rechter hersenhelft www.catharinaziekenhuis.nl Patiëntenvoorlichting: patienten.voorlichting@catharinaziekenhuis.nl LOG002 / Communicatieproblemen

Nadere informatie

Afasie Informatie voor familieleden. Ziekenhuis Gelderse Vallei

Afasie Informatie voor familieleden. Ziekenhuis Gelderse Vallei Afasie Informatie voor familieleden Ziekenhuis Gelderse Vallei Een van uw naasten is in de afgelopen periode opgenomen in Ziekenhuis Gelderse Vallei. Er is door de logopedist een afasie geconstateerd.

Nadere informatie

HOUT EN BOUW. Activerende werkvormen? De leraar doet er toe.

HOUT EN BOUW. Activerende werkvormen? De leraar doet er toe. HOUT EN BOUW Activerende werkvormen? Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat we na 14 dagen gemiddeld slechts 10 % hebben onthouden van datgene wat we gelezen hebben en 20 % van wat we hebben gehoord.

Nadere informatie

Gesprekskaarten pedagogisch handelen

Gesprekskaarten pedagogisch handelen Gesprekskaarten pedagogisch handelen Samenwerkingsproject Samen Opleiden tussen Peel en Maas en Dommel en Aa Themagroep Pedagogisch Handelen kaarten.indd 1 28-01-17 19:17 kaarten.indd 2 28-01-17 19:17

Nadere informatie

Jong geleerd. Beatrijs Brand en Saskia Snikkers

Jong geleerd. Beatrijs Brand en Saskia Snikkers Jong geleerd. Beatrijs Brand en Saskia Snikkers Programma Kennismaken Presentatie Jong geleerd Warming-up Pauze Praktische oefening Afsluiting Jong geleerd over het belang van actieve stimulering van ontluikende

Nadere informatie

leerlingbrochure nld Door: Jolanthe Jansen

leerlingbrochure nld Door: Jolanthe Jansen leerlingbrochure nld Door: Jolanthe Jansen Dit is een brochure, gemaakt voor leerlingen met NLD. Naast deze brochure is er ook: - een brochure met informatie voor ouders van kinderen met NLD en - een brochure

Nadere informatie

Wat is TOS? Waarom deze communicatiekaarten?

Wat is TOS? Waarom deze communicatiekaarten? Wat is TOS? Een taalontwikkelingsstoornis (TOS) is een neurocognitieve ontwikkelingsstoornis. Leerlingen met TOS hebben grote moeite met het spreken en begrijpen van taal, en ondervinden daardoor grote

Nadere informatie

Uitgeschreven interviews van groep tien

Uitgeschreven interviews van groep tien Uitgeschreven interviews van groep tien Dejonghe Lisa Lannoye Eva Van Damme Sieglinde Interview voor leerling Marie : Schrijfleven van een leerling Ben jij iemand die graag schrijft? Zoja, wat schrijf

Nadere informatie

PEUTERS MET TOS. Vroeg, 23 mei 2019, Utrecht. Marthe Wijs - van Lonkhuijzen

PEUTERS MET TOS. Vroeg, 23 mei 2019, Utrecht. Marthe Wijs - van Lonkhuijzen PEUTERS MET TOS Vroeg, 23 mei 2019, Utrecht Marthe Wijs - van Lonkhuijzen 1 KENNISMAKEN 2 INTRODUCTIE - TEKENING Pen en papier, teken wat ik beschrijf Wat ervaart de tekenaar? Hoe probeerde de spreker

Nadere informatie

Mensen met afasie hebben moeite met taal, maar zij zijn niet gek!

Mensen met afasie hebben moeite met taal, maar zij zijn niet gek! Afasie Logopedie Afasie is een taalstoornis die ontstaat door schade aan de hersenen, bijvoorbeeld na een beroerte of CVA (hersenbloeding, herseninfarct). In deze folder leest u hoe afasie ontstaat en

Nadere informatie

Rapport Lotje H. Naam Lotje H. Geboortedatum School/Locatie Boogschutter 0-7. Schooljaar Aanmaakdatum

Rapport Lotje H. Naam Lotje H. Geboortedatum School/Locatie Boogschutter 0-7. Schooljaar Aanmaakdatum Naam Geboortedatum 2-5-2012 School/Locatie Boogschutter 0-7 Schooljaar 2017-2018 Aanmaakdatum 9-10-2017 Groep Beren 2 Leraar Lieve van W. Bazalt Basisbehoeften Basiskenmerken Een kind dat lekker in zijn

Nadere informatie

De Viertakt van Verhallen

De Viertakt van Verhallen De Viertakt van Verhallen Waarom werken met de Viertakt van Verhallen? Vooral in groep 3 leren de kinderen veel nieuwe woorden. Niet alleen tijdens het lezen, maar ook gewoon tijdens de lessen. Het is

Nadere informatie

Huistaken in Vrije Basisschool DE KIEVIT Een zorg van de school, de ouders en de kinderen Versie 04.02.2012

Huistaken in Vrije Basisschool DE KIEVIT Een zorg van de school, de ouders en de kinderen Versie 04.02.2012 Huistaken in Vrije Basisschool DE KIEVIT Een zorg van de school, de ouders en de kinderen Versie 04.02.2012 Waarom vinden wij huistaken zinvol? Wanneer krijgen ouders toelichting bij het huistaakbeleid?

Nadere informatie

kalender 2012 Kant-en-klare tips voor klare taal

kalender 2012 Kant-en-klare tips voor klare taal kalender 2012 Kant-en-klare tips voor klare taal Schakel niet te snel over op een andere taal. Wees geduldig. Laat blijken dat je de inspanning van de anderstalige apprecieert. Geef oefenkansen. Een anderstalige

Nadere informatie

Dubbeldiagnose dyslexie en dysfatische ontwikkeling. Parallelsessie C: Dubbeldiagnoses: dubbele zorg? Januari 2012 Petra van de Ree

Dubbeldiagnose dyslexie en dysfatische ontwikkeling. Parallelsessie C: Dubbeldiagnoses: dubbele zorg? Januari 2012 Petra van de Ree Dubbeldiagnose dyslexie en dysfatische ontwikkeling Parallelsessie C: Dubbeldiagnoses: dubbele zorg? Januari 2012 Petra van de Ree Definitie spraaktaalstoornis Dysfatische ontwikkeling (DO) Specific Language

Nadere informatie

kt! 2 Leren lezen en spellen, een aanpak periode in groep 3 en de hogere

kt! 2 Leren lezen en spellen, een aanpak periode in groep 3 en de hogere Leren lezen en spellen, een aanpak kt! 2 In het vorige artikel- Instructie werkt! (r), opgenomen in Praxis~ bulletin, nummer 7 - zijn een " aantal algemene tips beschreven én speciale tips voor de klankzuiuere

Nadere informatie

Tussendoelen ontwikkeling van de geletterdheid

Tussendoelen ontwikkeling van de geletterdheid Tussendoelen ontwikkeling van de geletterdheid 3;6 4 4;6 5 5;6 6 6,6 7 1. Beleeft zichtbaar plezier aan voorlezen, boeken en rijmpjes. 1. Beleeft zichtbaar plezier aan voorlezen, boeken en rijmpjes door

Nadere informatie

Leven met Multipele Sclerose uitgave 19. MS en spraakproblemen ...! EEN UITGAVE VAN HET NATIONAAL MS FONDS

Leven met Multipele Sclerose uitgave 19. MS en spraakproblemen ...! EEN UITGAVE VAN HET NATIONAAL MS FONDS Leven met Multipele Sclerose uitgave 19 MS en spraakproblemen...! EEN UITGAVE VAN HET NATIONAAL MS FONDS Inleiding Sommige mensen met MS krijgen last van spraakproblemen. Vaak gebeurt dat heel geleidelijk.

Nadere informatie

Dysartrie. Neem altijd uw verzekeringsgegevens en identiteitsbewijs mee!

Dysartrie. Neem altijd uw verzekeringsgegevens en identiteitsbewijs mee! Dysartrie Dysartrie is een spraakstoornis ten gevolge van een neurologische aandoening. Iemand met een dysartrie heeft moeite om verstaanbaar te spreken. In deze folder leest u wat dysartrie inhoudt en

Nadere informatie

1. LEZEN Inleiding: doel en structuur Gebaren lezen

1. LEZEN Inleiding: doel en structuur Gebaren lezen 1. LEZEN Inleiding: doel en structuur De doorloopklok wordt gezet, zodat de leerlingen weten tot wanneer er wordt gewerkt. De leerkracht vertelt welke lesonderdelen aan bod zullen komen en vertelt ook

Nadere informatie

Hieronder volgt een beknopte uitleg van de begrippen die u in het rapport zult tegenkomen.

Hieronder volgt een beknopte uitleg van de begrippen die u in het rapport zult tegenkomen. Onderbouwrapport In het onderbouwrapport waarderen wij alle genoemde aspecten ten opzichte van de leeftijd. Een waardering wordt uitgedrukt in een cijfer. U kunt via de beknopte omschrijvingen in het rapport

Nadere informatie

Vragenlijst leergeschiedenis lees- en spellingvaardigheid bestemd voor school / groepsleerkracht en interne leerlingenbegeleider

Vragenlijst leergeschiedenis lees- en spellingvaardigheid bestemd voor school / groepsleerkracht en interne leerlingenbegeleider Vragenlijst leergeschiedenis lees- en spellingvaardigheid bestemd voor school / groepsleerkracht en interne leerlingenbegeleider Gegevens leerling Naam leerling :.. 0 jongen 0 meisje Geboortedatum Groep

Nadere informatie

HUISWERKBELEID in MAATJES

HUISWERKBELEID in MAATJES HUISWERKBELEID in MAATJES Huiswerk ligt in het verlengde van het leerproces wat in de klas is gestart. Het vormt de brug tussen de school en de ouders. Via ons huiswerkbeleid willen we spanningen en conflicten

Nadere informatie

Dyscalculie een werkwoord

Dyscalculie een werkwoord Dyscalculie een werkwoord Annemie Desoete 1.03.2010 Ugent, Arteveldehogeschool & Sig Inhoud lezing Inleiding : DC, hoe vaak? Begrippen/ oorzaken Varianten DC - angst : STICORDI Conclusies 3 perspectieven

Nadere informatie

1. Ziet de kleine verschillen. tussen letters/cijfers. 2. Herkent hetzelfde woord in een. 5. Kent en kan de namen van

1. Ziet de kleine verschillen. tussen letters/cijfers. 2. Herkent hetzelfde woord in een. 5. Kent en kan de namen van Tussendoelen van het domein TAAL Tussendoelen Visuele Waarneming 3;6 4 4;6 5 5;6 6 6,6 1. Kan aantal details aanwijzen op een plaat. 1. Kan meerdere (10) details aanwijzen op een plaat. 1. Ziet de kleine

Nadere informatie

Tussendoelen Taal: Spraak- Taalontwikkeling

Tussendoelen Taal: Spraak- Taalontwikkeling Tussendoelen Taal: Spraak- Taalontwikkeling 0 1;6 2 2;6 3 3,6 4 4;6 1. Praat in één-woordzinnen ( bal? betekent bijvoorbeeld: ik wil de bal hebben). 2. Kent de betekenis van ongeveer 70 3. Kan woorden

Nadere informatie

Signaleringslijst voor Kleuters 2.0 1)

Signaleringslijst voor Kleuters 2.0 1) Spreken en luisteren Beheerst het Nederlandse klanksysteem Spreekt vrijuit Neemt actief deel aan gesprekken in kleine groepen Neemt actief deel aan gesprekken in grote groepen Kan op eigen initiatief een

Nadere informatie

Auditief geheugen Begrippen Cijfers Dans en beweging

Auditief geheugen Begrippen Cijfers Dans en beweging Auditief geheugen Lessen met als doel het oefenen van het auditief geheugen zijn bedoeld om leerlingen te helpen, informatie die ze horen goed op te slaan. Het geven van enkelvoudige (pak de bal) en meervoudige

Nadere informatie

leerlijnenpakket VSO 2012

leerlijnenpakket VSO 2012 leerlijnenpakket VSO 2012 Hoofdleergebied Leergebied Leerlijn Bewegen en Sport Culturele oriëntatie en creatieve expressie Engels uitstroom arbeid Leergebied overstijgend leren Bewegen en sport Culturele

Nadere informatie

Informatie en advies voor de praktijkbegeleider SPECIALE AANDACHT GEVRAAGD VOOR EEN STAGIAIRE MET NLD IN DE WERKSITUATIE

Informatie en advies voor de praktijkbegeleider SPECIALE AANDACHT GEVRAAGD VOOR EEN STAGIAIRE MET NLD IN DE WERKSITUATIE Informatie en advies voor de praktijkbegeleider SPECIALE AANDACHT GEVRAAGD VOOR EEN STAGIAIRE MET NLD IN DE WERKSITUATIE Inzicht, herkennen, handelen Gemiddeld één op de twaalf deelnemers op een ROC heeft

Nadere informatie

Verbale en bucco-faciale apraxie

Verbale en bucco-faciale apraxie Verbale en bucco-faciale apraxie Inleiding De logopedist heeft bij u een verbale- of bucco-faciale apraxie geconstateerd (spraakstoornis). Spreken is bij gezonde mensen een activiteit die automatisch verloopt:

Nadere informatie

Audit WoordenSchatuitbreiding.

Audit WoordenSchatuitbreiding. Naam: Groep: Audit WoordenSchatuitbreiding. Invoeringsfase: Opmerkingen (knelpunten afspraken): Datum: Tijd: 1. Doelen: a. b. c. 2. Discussie en/of reflectie: 3. Klassenbezoek / feedback: Werkwijze: Observatiepunten

Nadere informatie

Aanvulling Woordenschat NT2

Aanvulling Woordenschat NT2 Aanvulling Woordenschat NT2 Woordenschat Kinderen die net beginnen met Nederlands leren, moeten meteen aan de slag met het leren van woorden. Een Nederlandstalig kind begrijpt in groep 1 minimaal 2000

Nadere informatie

1. Inleiding Definitie dyslexie volgens de Stichting Dyslexie Nederland (SDN) herziene versie 2003:

1. Inleiding Definitie dyslexie volgens de Stichting Dyslexie Nederland (SDN) herziene versie 2003: Dyslexiebeleid op de SSGN (versie januari 2015) 1. Inleiding Definitie dyslexie volgens de Stichting Dyslexie Nederland (SDN) herziene versie 2003: "Dyslexie is een stoornis die gekenmerkt wordt door een

Nadere informatie

Symposium Autisme door Steven Degrieck OlmenEs 13 sept 2018

Symposium Autisme door Steven Degrieck OlmenEs 13 sept 2018 Symposium Autisme door Steven Degrieck OlmenEs 13 sept 2018 Steven Degrieck is verbonden aan het AUTISME CENTRAAL Expertisecentrum in België. Tijdens het symposium waren folders en boeken aanwezig, kijk

Nadere informatie