STAT HOLLAND ZUID. Lid Gedeputeerde Staten. R.A. Janssen. Provinciale Staten. 6 januari 2015 DOS

Transcriptie

1 Lid Gedeputeerde Staten R.A. Janssen HOLLAND ZUID Provinciale Staten STAT Contact Postadres Provinciehuls Postbus LP De n Haag T Datum 6 januari 2015 Ons kenmerfc DOS LKvkenmwk BIJlaoen Onderwerp Wijziging Voordracht - Beleidsregel groepsrisicoverantwoording in inpassingsplannen - DOS Geachte Statenleden, Naar aanleiding van hun besluit van 16 december 2014 hebben Gedeputeerde Staten u een voordracht ter vaststelling van de Beleidsregel groepsrisicoverantwoording In Inpassingsplannen toegestuurd. Op verzoek van de Griffie Is deze beleidsregel geen bijlage meer, maar maakt het onderdeel uit van het besluit. Hierbij ontvangt u de gewijzigde voordracht en 5 minutenversie waarin de betreffende bijlage is verwijderd. Hoogachtend Bezoekad Zuid^tollsndplein AW Den H aag R.A. Janssen Tram 9 en de t)usiljnen en 386 stoppen dichtbij het pfovlnciehuis. Vanaf station Den Haag CS ia het tien minuten lopen. De pariceerrulmte voor auto's Is bepeiict. Bijlagen: - Gewijzigde Voordracht - Beleidsregel groepsrisicoverantwoording in inpassingsplannen - DOS Gewijzigde S-mlnutenversIe - Beleidsregel groepsrisicoverantwoording In inpassingsplannen

2 Gewijzigde voordracht aan Provinciale Staten HOLLAND ZUID van Gedeputeerde Staten Onderwerp Beleidsregel groepsrisicoverantwoording In Inpassingsplannen 1 Ontwerpbesluit Provinciale Staten van Zuid-Holland, Gelet op artikel 3.26, lid 1 van de Wet ruimtelijke ordening; Besluiten: Vast te stellen, een beleidsregel inzake de wijze van invulling van de groepsrisicoverantwoording In externe veiligheidswetge\ring (Beleidsregel groepsrisicoverantwoording In inpassingsplannen), luidende als volgt: Beleidsregel aroedsrisicoverantwoording in inpassinaspiannen Inleiding Deze beleidsregel is een beleidsregel als bedoeld in artikel 4:81 juncto artikel 1:3, vierde lid, van de Algemene wet bestuursrecht, die is vastgesteld in verband met de wijze waarop de provincie de belangen afweegt in de verantwoording van het groepsrisico zoals opgenomen in het Besluit externe veiligheid inrichtingen. Besluit exteme veiligheid buisletdingen. Besluit externe veiligheid transportroutes, wanneer dit wordt vastgesteld, en tot die tijd de Circulaire risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen. Provinciale Staten heeft beleidsvrijheid in de verantwoording van het groepsrisico. Deze beleidsregel geeft aan op welke wijze Provinciale Staten deze beleidsvrijheid invult. In de Visie ruimte en mobiliteit (9 juli 2014)^ en de Visie duurzaamheid en milieu (27 maart 2013) staat dat de provincie zich Inzet voor de bescherming van grote groepen burgers tegen ongevallen met gevaarlijke stoffen en met luchtvaart. Risicovolle activiteiten worden zo veel mogelijk geclusterd op geschikte terreinen en aan daarvoor geschikte transportassen. Om op lange termijn de knelpunten rond het spoorvervoer op te lossen, zet de provincie in op maximaal vervoer over de Betuweroute en de aanleg van een goederenlijn tussen Rotterdam en Antwerpen (Robel). Deze laatste lost met name de problemen bij Zwijndrecht en Dordrecht op. ^ Artikel 2.2 van de Wet ruimtelijke ordening Voordracht aan Provirtclale Staten - Ultvoeiir^jsprogramma exteme veiiigheki Beleidsregels groeparisica inde RO. GRbeleld rondom RThtA Pagina 1 van 7

3 In het onderliggende Programma ruimte Is als doel vastgelegd om knelpunten op te lossen en te voorkomen. Knelpunten kunnen ontstaan als gevolg van de combinatie van listcovolle activiteiten en aanwezigheid van grote groepen burgers. Het beschermen van grote groepen burgers tegen ongevallen met gevaarlijke stoffen is een doel. Onder andere onderstaande risicobronnen kunnen in geval van een ongeval of andere calamiteit gevolgen hebben voor grote groepen burgers: bedrijven waar op- en overslag, productie, gebruik, opslag- en of ven;verking van gevaarlijke stoffen plaatsvindt transportassen (weg, water, spoor en buis) waar vervoer van gevaarlijke stoffen plaatsvindt luchthavens kerncentrales Om het ontstaan van nieuwe knelpunten rond deze risicobronnen te voorkomen, vraagt de provincie de gemeenten om aannemelijk te maken dat op termijn aan de oriëntatiewaa^e wordt voldaan, wanneer het groepsrisico als gevolg van een ruimtelijke ontwikkeling toeneemt en het berekende groepsrisico boven de oriëntatiewaarde ligt. De provincie vraagt In dat geval aan te tonen dat een maximale inspanning is geleverd om de gevolgen van een ongeval tot een minimum te beperken. Indien in bovengenoemde situatie het aantal blootgestelden toeneemt, dan vraagt de provincie maatregelen te nemen ter voorkoming of mitlgatle van de gevolgen. Deze beleidsregel geeft aan hoe de provincie hier in haar eigen besluiten invulling aan geeft. Toepassingsbereik Op basis van artikel 13 van het Besluit exteme veiligheid inrichtingen, artikel 12 van het Besluit exteme veiligheid buisleidingen en tot artikelen 6 en 7 van het Conceptbesluit exteme veiligheid transportroutes zijn vastgesteld, ook op basis van paragraaf 3.3 jo van de Circulaire risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen, moet het groepsrisico verantwoord worden in de in deze artikelen genoemde besluiten^. Aangezien voor luchthavens het groepsrisico op een andere manier en niet op basis van het Besluit exteme veiligheid inrichtingen wordt verantwoord is hiervoor groepsrisicobeieid vanwege luchtvaart in de omgeving van Rotterdam The Hague Airport vastgesteld. BIJ vaststelling van provinciale ruimtelijke besluiten: 1) Ongeacht de hoogte en ontwikkeling van het groepsrisico, moet worden voldaan aan de verplichtingen van de groepsrisicoverantwoording zoals opgenomen in het Besluit exteme veiligheid inrichtingen, Besluit exteme veiligheid buisleidingen, Besluit exteme veiligheid transportroutes, wanneer deze wordt vastgesteld, en tot die tijd de Circulaire risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen. 2) Wanneer het bepaalde groepsrisico lager is dan of gelijk is aan de oriëntatiewaarde, maar hoger is dan 0,1 maal de oriëntatiewaarde: a. wordt in relatie tot de hoogte en ontwikkeling van het groepsrisico redelijkerwijs gekozen voor een alternatief met een zo laag mogelijk groepsrisico. Zie de Toelichting Toepassingsbereik Voordracht aan Provindalê Statan - Uitvoaringsprografnma exteme veiligheid 201&-2016, Beleidsregels groepsrisico in de RO, GRbeleld rondom RTHA Pagina 2 van 7

4 b. worden in relatie tot de hoogte en ontwikkeling van het groepsrisico redelijkerwijs alte door de veiligheidsregio geadviseerde maatregelen op het gebied van hulpverlening, zelfredzaamheid en bestrijdbaarheld uitgevoerd en gewaarborgd. c. worden in relatie tot de hoogte en ontwikkeling van het groepsrisico redelijkenvijs alle mogelijke maatregelen die het risico aan de bron reduceren uitgevoerd gewaarborgd. 3) Wanneer het bepaalde groepsrisico hoger is dan de oriëntatiewaarde: a. wordt in relatie tot de hoogte en ontwikkeling van het groepsrisico redelijkerwijs gekozen voor een alternatief met een zo laag mogelijk groepsrisico. b. worden In relatie tot de hoogte en ontwikkeling van het groepsrisico redelijkerwijs alle door de veiligheidsregio geadviseerde maatregelen op het gebied van hulpverlening, zelfredzaamheid en bestrijdbaarheid uitgevoerd en gewaarborgd. 0. worden In relatie tot de hoogte en ontwikkeling van het groepsrisico redelijkerwijs alle mogelijke maab'egelen die het risico aan de bron reduceren uitgevoerd en gewaarborgd. d. kunnen ruimtelijke besluiten alleen worden vastgesteld indien (i) zo kwantitatief mogelijk, edoch minimaal kwalitatief voldoende aannemelijk wordt gemaakt dat mede met de uitvoering en waarborging van de hierboven bedoelde maatregelen op termijn wordt voldaan aan de oriëntatiewaarde, of (il). indien in de autonome situatie de oriëntatiewaarde al wordt overschreden, zo kwantitatief mogelijk, edoch minimaal kwalitatief voldoende aannemelijk wordt gemaakt dat mede met de uitvoering van de hierboven bedoelde maatregelen op termijn wordt teruggebracht naar de hoogte van het bepaalde groepsrisico in de autonome situatie. Toelichting bii de beleidsregel Algemeen In het kader van de nieuwe Wet ruimtelijke ordening is sinds 2 juli 2010 In de Provinciale Structuurvisie en de Visie Ruimte en Mobiliteit het beschermen van grote groepen mensen tegen ongevallen met gevaarlijke stoffen benoemd als ambitie. De provincie voert sinds de invoering van het risicobeleid, in 1989 in het tweede nationale milieubeleidsplan, groepsrisicobeleid. Vanaf 2003 is het groepsrisicobeleid CHAMP vastgesteld (GS 4 februari 2003). Dit beleid, samengevat als CHAMP, Communicatie, Horizon, Anticipatie, Motivatie en Preparatie, richt zich met name op de verantwoording van het groepsrisico. Het beleid is daama in het Beleidsplan Groen, Water en Milieu (PS 28 juni 2006, besluitnummer 5708) vastgelegd en daama in de Nota risico's in balans uit 2006 (GS 27 juni 2006) en het Beleidsplan exteme veiligheid (besluit 6259 PS 10 november 2010) geactualiseerd. Dit Beleidsplan is In maart 2013 vervangen door de Visie Duurzaamheid en Milieu CHAMP is op 16 december 2014 ingetrokken. Voordracht aan Provinciale Staten - Uitvoeringsprogramma exteme veiligheid B, Beleidsregels groepsrisico in de RO, GRbeleid rondom RTHA Pagina 3 van 7

5 Beleidskader Groepsrisico en oriöntatiewaarde Onder 'groepsrisico' wordt verstaan de kans dat een groep van 10 of meer personen tegelijk overlijdt als gevolg van een ongeval met gevaarlijke stoffen. Voor het groepsrisico geldt een 'oriëntatiewaarde', die aangeeft in hoeverre het groepsrisico toelaatbaar Is. Het Instrument om grote groepen mensen te beschermen tegen ongevallen met gevaarlijke stoffen, zijn de maatregelen in de verantwoording van het groepsrisico. Kwantitatief, edoch minimaal kwalitatief Onder 'kwantitatief, edoch minimaal kwalltatier wordt verstaan dat de bijdrage van maatregelen aan het groepsrisico zoveel als mogelijk in een kwantitatieve risicoanalyse kan worden onderbouwd. Omdat dit niet altijd mogelijk is, dient deze bijdrage minimaal kwalitatief te worden omschreven. Waart>orging Onder 'waarborging' wordt verstaan dat bij vaststeliing van een ruimtelijk besluit tevens voldoende vaststaat dat de maatregelen binnen een redelijke termijn worden uitgevoerd. Vast moet staan wie wanneer de maatregelen uitvoert. Niet alle maatregelen die nodig zijn om het groepsrisico verantwoord te achten, kunnen In het bestemmingsplan opgenomen worden. Wanneer deze maatregelen nodig zijn, moet daarvoor een apart besluit genomen worden naast het vaststellen van het bestemmingsplan. Dit besluit moet zodanig geformuleerd zijn dat uitvoering gegarandeerd is. Zijn deze maatregelen noodzakelijk om het groepsrisico verantwoord te achten en ontbreekt de besluitvorming, dan wordt in feite het groepsrisico niet verantwoord geacht. Zo laag mogelijk of lager groepsrisico Onder een alternatief met 'een zo laag mogelijk of lager groepsrisico' wordt verstaan een alternatief waarbij uit een berekening blijkt dat het alternatief het laagste, dan wel een lager groepsrisico heeft in vergelijking tot andere alternatieven. Wanneer het ruimtelijk besluit de bouw of vestiging van zeer kwetsbare objecten toelaat, dient naast rekening te worden gehouden met een zo laag mogelijk of lager groepsrisico ook rekening te worden gehouden met een zo min mogelijke dan wel mindere bijdrage van zeer kwetsbare objecten aan het groepsrisico. Dit kan betekenen dat het alternatief met een zo laag mogelijk of lager groepsrisico niet gelijk is aan het alternatief met het rekenkundig laagste of een lager groepsrisico. Zeer kwetsbare objecten Onder 'zeer kwetsbare objecten' worden de volgende objecten verstaan: objecten waarbinnen doorgaans verminderd zelfredzame personen aanwezig zijn. zoals scholen, kinderdagverblijven en allerlei zorginstellingen (waaronder verzorgings- en ziekenhuizen); objecten waarbinnen doorgaans zeer grote groepen mensen gedurende een langere periode of met grote regelmaat tegelijk aanwezig zijn (waaronder woonflats, grote kantoren(complexen), winkelcentra, grote hotels, evenementengebouwen / -terreinen, stadions). Voordracht aan Provinciale Staten - LHtvoeringsprogramma externe veiligheid , Beieldsregels groepsrisico in de RO, GRbeieid rondom RTHA Patina 4 van 7

6 Redelijkerwijs /n relab'e tot de hoogte en ontwikkeling van het groepsrisico Afhankelijk van de hoogte en ontwikkeling van het groepsrisico dienen ten behoeve van de vaststelling van ruimtelijke besluiten redelijkerwijs alle te nemen maatregelen op het gebied van hulpverlening, zelfredzaamheid en bestrijdbaarheld en alle mogelijke maatregelen die het groepsrisico aan de bron reduceren, te worden uitgevoerd en gewaarborgd. Onder 'redelijkerwijs' wordt verstaan dat er een afwegingsruimte is om maatregelen al dan niet uit te voeren en te waarborgen. In de afweging moet minimaal aandacht worden besteed aan: de hoogte en ontwikkeling van het groepsrisico als gevolg van het ruimtelijk besluit; de bijdrage, zo kwantitatief mogelijk, edoch minimaal kwalitatief, van maatregelen aan het reduceren van het groepsrisico; de noodzakelijkheid van maatregelen, met name bij maatregelen ten aanzien van hulpverlening, zelfredzaamheid en bestrijdbaarheld die de door de veiligheidsregio wonden geadviseerd; de uitvoerbaarheid van maatregelen; de kosten die met de uitvoering van maatregelen zijn gemoeid; de consequenties, financieel en anderszins (bijvoorbeeld stedenbouwkurklig, sociaaleconomisch), voor de uitvoering van het ruimtelijk besluit. De volgende aspecten dienen, mede op basis van een advies van de veiligheidsregio, minimaal op orde te ^jn, om daarmee correct het conform de rekenvoorschriften bepaalde groepsrisico te kunnen verantwoorden: De bereikbaarheid voor hulpverleningsdiensten van de risicobron; De bluswaten/oorziening nabij de risicobron; - De bereikbaarheid voor hulpverleningsdiensten van het plangebied; - De vluchtwegen tot buiten het invloedsgebied van de risicobron; - De mogelijkheden om te schuilen. Bijzondere aandacht is vereist ten aanzien van zeer kwetsbare objecten. Bij een overschrijding van de oriëntatiewaarde dienen in principe alle maatregelen te worden uitgevoerd en gewaarborgd die ertoe bijdragen dat op termijn wordt voldaan aan de oriëntatiewaarde, of, indien in de autonome situatie de oriëntatiewaarde wordt overschreden, het bepaalde groepsrisico in de autonome situatie. Toepassingsbereik Inrichtingen Artikel 13 Besluit externe veiligheid inrichtingen: besluiten als bedoeld In artikel 3.1, eerste tot en met derde lid, 3.26, eerste lid, of 3.28, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening of een omgevingsvergunning verleent waarbij met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2 of 3^, of tweede lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht van het bestemmingsplan of de beheersverordening wordt afgeweken dan wel krachtens artikel 11 van de Woningwet van de bouwverordening wordt afgeweken, op grond waarvan de bouw of vestiging van kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten wordt toegelaten. Voordracht aan ProvirKiale Staten - Uitvoeringsprogramma externe veiligheid Betektsregels groepsrisico in de RO, GRbeleid rondom RTHA Pagina 5 van 7

7 Buisleidingen Artikel 12 Besluit externe veiligheid buisleidingen: bestemmingsplan, op grond waarvan de aanleg van een buisleiding of de aanleg, bouw of vestiging van een kwetsbaar of een beperkt kwetsbaar object wordt toegelaten. Transpwtmutes (weg, water en spoor) Artikel 6 concept Besluit externe veiligheid transportroutes: een bestemmingsplan of projectbesluit, voor zover het gebied waarop dat plan of besluit betrekking heeft binnen het Invloedsgebied van een transportroute ligt. Artikel 7 concept Besluit externe veiligheid transportroutes: een bestemmingsplan of projectbesluit. voor zover het gebied waarop dat plan of besluit betrekking heeft op een gebied dat geheel of gedeeltelijk gelegen is binnen 200 meter van een transport route. Paragraaf 3.3 Circulaire risiconoimering vervoer gevaarlijke stoffen: De in paragraaf in de onderdelen a tot en met c zijn genoemde besluiten. Dit laat uiteraard onverlet dat bij de voorbereiding van de aldaar in de onderdelen d tot en met h genoemde besluiten moet worden voldaan aan de eisen van een zorgvuldige (ruimtelijke) besluitvorming. Indien het besluit daartoe aanleiding geeft, zal het bestuursorgaan dat het besluit vaststelt derhalve in de motivering moeten ingaan op de mogeiijke gevolgen van dat besluit voor het groepsrisico. Deze Circuiaire vervait zodra het Besluit exteme veiligheid transportroutes in werking is getreden. Den Haag, 28 januari 2015 Provinciale Staten van Zuid-Holland, griffier, voorzitter, Voordracht aan Provinciale Staten - Ultvoeiingsprogramma exteme veuigheld , Beleidsregels groepsrisico In de RO, GRbeleid rondom RTHA Pagina 6 van 7

8 2 Toelichting Bij de vaststelling van een inpassingsplan in het Invloedsgebied van een risicobron moet een groepsrisicoverantwoording geschreven worden (artikel 13 Besluit externe veiligheid inrichtingen, artikel 1. tweede lid jo artikel 12 Besluit externe veiligheid bulsleidingen en na vastetelling artikel 1. tweede lid jo paragraaf 3 Besluit externe veiligheid transportroutes). Met deze beleidsregel wordt invulling gegeven aan de beleidsvrijheid die de wet het bevoegd gezag biedt. Gedeputeerde Staten hebben in dezelfde lijn een beleidsregel vastgesteld voor het gebruik maken van de overige ruimtelijke bevoegdheden (zoals het indienen van een zienswrijze en het geven van een reactieve aanwijzing). Wat willen we bereiken? Nieuwe externe velllgheidsknelpunten voorkomen. Wat gaan we daarvoor doen? Wanneer Provinciale Staten een Inpassingsplan vaststellen waarin een groepsrisicoverantwoording moet worden opgenomen wordt dat volgens de beleidsregel gedaan. Wat mag het kosten? Aan dit besluit zijn geen kosten verboden. Den Haag. 6 januari 2015 Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, secretaris, voorzitter. mw. drs. J.A.M. Hilgersom drs. J. Smit Voordracht aan ProvirKiale Staten - Ultvoeringsprogramma externe veiligheid Beleidsregels groepsrisicc In de RO. GRbeleid rondom RTHA ^Ina 7 van 7

9 Gewijzigde 5 -minuten versie voor Provinciale Staten Directie DRM Afdeling Mobiliteit en Milieu provincie TJ/^T T A XTT^ Registfatienummer Registratienummer ry nullajnu PZH (DOS Z/UID ) Datum vergadering Gedeputeerde Staten Verarxtdatun Geheim 6 Januari 2015 Nee Portefeuillehouder ParaifProvtnclesecretarls TwmIJn Janssen, RA 1 februari 2015 Onderwerp Externe veiligheid: Beleidsregel groepsrislcoverantwoording In Inpassingsplannen (ter vaststelling), Uitvoeringsprogramma externe veiligheid , de Evaluatie externe veiligheldst^leid: terugkijken en vooruitzien, Groepsrisicobeleld vanwege luchtvaart in de omgeving van Rotterdam The Hague Airport en Beleidsregel groepsrisico en ruimtelijke ordening (ter kennisname) Bijlager Beleidsregel groepsrisico en ruimtelijke ordening Urtvoeringsprogramma externe veiligheid Evaluatie externe veiligheidsbeleid: terugkijken en vooruitzien Groepsrisicobeleld vanvirege luchtvaart in de omgeving van Rotterdam The Hague Airport Voordracht - Beleidsregel groepsrislcoverantwoording in inpassingsptannen - DOS Voorstel van GS aan PS: vaststellen van de Beleidsregel groepsiisiccverantwoording in inpassingsplannen en kennisnemen van de overige bijgaande stukken op basis van de actieve informatieplicht 1. Onderwerp In kort bestek Beleidsregel groepsrislcoverantwoording In Inpassingsplannen (PS, ter vaststelling) De provincie Zuid-Holland voert vanuit de integrale verantwoordelijkheid voor een goede ruimtelijke ordening en de rol als bevoegd gezag voor de Wet milieubeheer beleid ter bescherming van grote groepen mensen tegen ongevallen met gevaarlijke stoffen. In de Visie Ruimte en Mobiliteit en het Programma Ruimte heeft de provincie hiertoe gekozen voor een duidelijk doel, namelijk om op termijn te voldoen aan de oriêntatiewaarde voor het groepsrisico. Hiermee ontstaat een voor de provincie acceptabel veiligheidsniveau en worden nieuwe knelpunten zo veel mogelijk voorkomen. In de Visie Ruimte en Mobiliteiten de Beleidsvisie Duurzaamheid en Milieu heeft de provincie haar doelen op het gebied van groepsrisico verwoord. Met deze beleidsregel wordt aangegeven dat de mate waarin de formele vereisten van de groepsrislcoverantwoording worden Ingevuld afhankelijk Is van de hoogte en ontwikkeling van het groepsrisico. Naarmate de hoogte en ontwikkeling van het groepsrisico toenemen, wordt eerder besloten tot het treffen van risico beheersende en -reducerende maatregelen. Beleidsregel groepsrisico en ruimtelijke ordening (GS, ter kennisname) Door middel van deze beleidsregel wordt duidelijkheid gegeven aan de gemeenten in Zuid- Holland en aan andere belanghebbenden wanneer en op welke wijze Gedeputeerde Staten van hun oiimtelijke bevoegdheden gebruik zullen maken om grote groepen burgem te beschermen tegen ongevallen met gevaarlijke stoffen. Het doel om grote groepen burgers 1/6

10 HOLLAND hiertegen te beschermen Is (^)9en(^en In de Visie Ruimte en Mobiliteit en de Beleidsvisie Duurzaamheid en Milieu. Uitvoeringsprogramma externe veiligheid en de Evaiuatie externe veiligheldst)eleid: terugkijken en vooruitden (ter kennisname) Dit Is het nieuwe uitvoeringsprogramma exteme veiligheid voor de pen'ode van Het beleid waar dit programma op gebaseerd is, staat In de Visie Duurzaamheid en Milieu en de Visie Ruimte en Mobiliteit. Het vorige programma liep van Exteme veiligheid gaat over risico's voor de omgeving door productie, opslag en transport (inclusief buisleidingen) van gevaarlijke stoffen en luchtvaart Hoofddoel is een veiliger Zuid- Holland door de kans te minimaliseren dat grote groepen mensen slachtoffer worden van ongevallen met gevaarlijke stoffen of een neerstortende vliegtuigen. Om dit te bereiken richt de provincie zich op de volgende operationele doelen: 1. clusteren van risicovolle activiteiten; Vaststellen en implementatie veiligheidscontouren 2. verantwoord combineren van risicovolle activiteiten; Uitvoeren t>eleidsregel groepsrisi(x> en ruimtelijke ordening 3. reduceren van risico's aan de bron; Toezicht op uitvoering Nota vergunningverlening, toezicht en handhaving 4. nemen van maatregelen in de omgeving van een risicovolte activiteit; Stimuleren adequate advisering veiligheidsregio's aan gemeenten 5. verhogen van de kwaliteit van uitvoering van exteme veiligheidstaken; Stimuleren van kennisuitwisseling 6. risicokaart. Coördinatie van de provinciale risicokaart (waaronder het technisch beheer). Er is door een extem bureau een evaluatie uitgevoerd van het vorige programma. Deze evaiuatie heeft ertoe geleid dat in het uitvoeringsprogramma; dat doelstellingen duidelijker zijn gesteld en dat ook heider is omschreven welke rol en positie de provincie heeft als het gaat om het t>ehalen van een doelstelling. Ook zijn scherpere keuzes gemaakt op welke doelstellingen met name wordt ingezet, waarbij de nadruk meer verschuift van clustering van risicovoile activiteiten (het aanzetten tot verplaatsing van bedrijven) naar vergunningverlening, toezicht, handhaving en het concreet oplossen van knelpunten. Groepsn'sicobeleid vanwege iuchtvaart in de omgeving van Rotterdam The Hague Airport (ter kennisname) In deze notitie actualiseert de provincie Zuld-Holiand een deel van het beleidskader voorde verantwoording van het groepsrisico bij ruimtelijke ontwikkelingen in de omgeving van Rotterdam The Hague Airport. Deze notitie bevat geen nieuw beleid, maar primair een actualisatie van de juridische en technische uitgangspunten en is in lijn gebracht met de bovengenoemde Beleidsregel groepsrisico en ruimtelijke ordening (GS). 2/6

11 provincie JJQLLAND ZUID Het beleid doet het volgende: 1) Actualiseren van het beleidskader waarmee beter inzicht wordt gegeven in de toename van het groepsrisico ten gevolge van ruimtelijke ontwikkeling. Tevens biedt het een rekenprogramma waarmee keuzes in de planvormingsfase snel en op kaart inzichtelijk gemaakt kunnen worden. 2) Het bieden van een actueel inzicht in wettelijk kader, bevoegdheden en beleid, zodat daarmee in een vroeg stadium van planvorming rekening kan worden gehouden. 3) Het bieden van een actueel inzicht in het huidige groepsrisico rondom Rotterdam The Hague Airport en in de technische uitgangspunten voor het berekenen van het groepsrisico. 2. Afbakening van (wettelijk) kader en partijen a. Europees/nationaal/provinciaal wettelijk en beleidskader Beleidsregel groepsrisicoverantwoordirtg in inpassingsplannen (PS, ter vaststelling) De Beleidsregel is een beleidsregel als bedoeld in artikel 4:81 juncto artikel 1:3, vierde lid, van de Algemene wet bestuursrecht. Het heeft betrekking op de wijze waarop de provincie (PS) de belangen afweegt in de verantwoording van het groepsrisico zoals opgenomen in het Besluit externe veiligheid inrichtingen, Besluit exteme veiligheid buisleidingen en het Besluit exteme veiligheid transportroutes, wanneer dit wordt vastgesteld, en tot die tijd de Circulaire risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen. Beleidsregel groepsrisico en ruimtelijke orden/ng (GS, ter kennisname) De Beleidsregel is een beleidsregel als bedoeld in artikel 4:81 juncto artikel 1:3, vierde lid. van de Algemene wet bestuursrecht. Het heeft betrelddng op de wijze waarop de provincie (GS) de belangen afweegt bij de inzet van de ruimtelijke bevoegdheden op basis van de Wet ruimtelijke ordening (zoals het indienen van een zienswijze en een reactieve aanwijzing). Uitvoeringsprogramma ext&oe veiligheid (ter kennisname) Dit programma geeft uitvoering aan de Beleidsvisie Duurzaamheid en Milieu zoals dat door Provinciale Staten op 27 maart 2013 is vastgesteld en de Visie Ruimte en Mobiliteit van 9 juli Landelijke Impuls omgevingsveiligheid (ter kennisname) Op landelijk niveau Is in het bestuurlijk omgevingsberaad (IPG, VNG, Rijk) van juni 2014 overeenstemming bereikt over de Impuls omgevingsveiligheid In deze Impuls worden op landelijk niveau de prioriteiten en activiteiten op het gebied van exteme veiligheid benoemd zoals deze met name door de decentrale overheden (omgevingsdiensten en veiligheidsregio's) worden uitgevoerd. Dit biedt mogelijkheden noodzaak om binnen de provincie extra aandacht te besteden aan exteme veiligheid. Groepsrisicobeleid vanwege luchtvaeal in de omgeving van Rotterdam The Hague Airport (ter kennisname)

12 HOLLAND Het groepsrisicobeleid rond de luchthaven Is in paragraaf van de Memorie van toelichting op de wijziging van de Wet luchtvaart (Kamerstuk nr. 3) aan de provincies overgelaten: 'In het kader van dit wetsvoorstel wordt geen groepsrislconorm voorgeschreven. Wel zal op grond van het Besluit burgerluchthavens binnen de 10"^ PR-contour een nleuwt>ouwverbod gelden, waarmee ook de vestiging van arbeidsintensieve bedrijvigheid wordt beperkt. De wettelijke systematiek biedt provincies de mogelijkheid In de een of andere vorm verdergaand groepsrisicobeleid te voeren.' Sinds 2001 geldt voor de beoordeling van ruimtelijke plannen In de nabijheid van Rotterdam The Hague Airport, het Interim-Toetsingskader Rotterdam Airport. Het Interim-Toetsingskader Rotterdam Airport houdt onder meer in dat voor nieuwe bouw- en bestemmingsplannen een motivatieplicht geldt als hierdoor het groepsrisico van de luchthaven toeneemt. Het Interim-Toetsingskader was om de hierboven genoemde redenen van juridische en technische aard aan herziening toe. Dat is in dit document gedaan. In de Beleidsvisie Duurzaamheid en Milieu en en het Beleidsplan Regionale Luchtvaart is deze actualisatie aangekondigd. Dit Beleidsplan Regionale Luchtvaart Is afgelopen juli opgegaan in de Visie Ruimte en Mobiliteit. b. Relatie andere interne beleidsterreinen Beleidsregel groepsrisicoverantwoording in inpassingsplannen (PS, ter vaststelling) en Beleidsregel groepsrisico en ruimtelijke ordening (GS, ter kennisname) Deze beleidsregels geven uitvoering aan de Beleidsvisie duurzaamheid en milieu en de \risie Ruimte en Mobiliteit. Er bestaat een sterke relatie met het beleidsterrein ruimtelijke ordening. Uitvoeringsprogramma externe veiligheid (ter kennisname) Het externe veiligheid beleid heeft een relatie met ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer, vergunning verlening en handhaving, en economie. Deze beleidsvelden zijn geconsulteerd bij het opstellen van het programma. Groepsnsicobeleid vanwege luchtvaart in de omgeving van Rotterdam The Hague Airport (ter kennisname) Dit beleid is ook met het beleidsveld ruimtelijke ordening en mobiliteit afgestemd. c. Relatie externe partijen Beleidsregel groepsrisicoverantwoording in inpassingsplannen (PS, ter vaststelling) en Beleidsregel groepsrisico en ruimtelijke ordening (GS, ter kennisname) Bij het opstellen van de beleidsregel zijn verschillende gemeenten, alle veiligheidsregio's en alle regionale uitvoeringsdiensten betrokken. Uitvoeringsprogramma externe veiligheid (ter kennisname) 4/e

13 HOLLAND Bij het opstellen van dit programma zijn externe partijen betrokken. AHe omgevingsdiensten en veiligheidsregio's alsmede een aantal gemeenten die vooral met de problematiek van externe veiligheid te maken hebben, zoals Rotterdam en Dordrecht. Groepsrisfcobeleid vanwege luchtvaart in de omgeving van Rotterdam The Hague Airport (ter kennisname) Bij het actualiseren is samengewerkt met de betreffende gemeenten, omgevingsdiensten en de veiligheidsregio's. 3. Procesbeschrijving en rol Staten a. Voorgeschiedenis Beleidsregel groep^sico}^rantwx)rdlng in Inpassingsplannen (PS, ter vaststelling) en Beleidsregel groepsrisico en ruimtelijke ordening (GS. ter kennisname) Sinds 2001 heeft Gedeputeerde Staten voor de toetsing van de groepsrisicoverantwoording in ruimtelijke besluiten van derden, de CHAMP-methodiek gehanteerd. Sinds de Wro worden geen bestemmingsplannen meer goedgekeurd (inclusief wet-en regelgeving), maar beoordeeld of ze aan het provinciaal belang voldoen. Het werd noodzakdijk om de manier waarop de provincie haar exteme veiligheidsbelang in de ruimtelijke ordening behartigt opnieuw te formuleren. Dit is op visieniveau gebeurd in de Provinciale ruimtelijke structuurvisie sinds 2010 en de daaropvolgende Visie Ruimte en Mobiliteit In beide visies is deze beleidsregel (werkwijze) aar^ekondigd. Binnen en buiten de provinciale organisatie bestaat behoefte aan duidelijkheid over de wijze waarop Invulling aan deze visie gegeven wordt. Daar is deze beleidsregel het resultaat van. De CHAMP-methodiek is op basis van bovenstaande op 16 december 2014 door Gedeputeerde Staten ingetrokken. Uitvoenngsprogramma externe veiligheid {ter kennisname) Het vorige Uitvoeringsprogramma exteme veiligheid liep van Provinciale Staten hebben inmiddels de Beleidsvisie Duurzaamheid en Milieu in maart 2013 vastgesteld waarin het exteme veiligheidsbeleid is verwoord. De inhoudelijke uitgangspunten van het vorige programma zijn hierdoor niet gewijzigd. Dit uitvoeringsprogramma is daarmee vooral een actualisatie en cork^-etiserlng van het vorige programma; de operationele doelen zijn hetzelfde gebleven. Groepsrisicotjeleid vanwege luchtvaart in de omgeving van Rotterdam The Hague Airport (ter kennisname) Provinciale Staten hebben in 2001 het Interim-Toetsingskader Rotterdam Airport vastgesteld. In de Beleidsvisie Duurzaamheid en Milieu (maart 2013) en het Beleidsplan Regionale Luchtvaart (december 2008) hebben Provinciale Staten aangekondigd dat dit kader geactualiseerd wordt. Het Beleidsplan Regionale Luchtvaart is opgegaan In de Visie Ruimte en Mobiliteit. In het Programma ruimte staat dat er voor exteme veiligheid aanvullend ruimtelijk beleid wordt gevoerd rond Rotterdam The Hague Airport. b. Waar staan we nu? s/6

14 HOLLAND Het Uitvoeringsprogramma externe veiligheid 201&-2018, de Beleidsregel groepsrislco en ruimtelijke ordening en de actualisatie Groepsrisicobeieid vanwege luchtvaart in de omgeving van Rotterdam The Hague Airport zijn op 16 december 2014 door Gedeputeerde Staten vastgesteld. De fese van visie/strategiebepaling De besluitvormingsfase. c. Vervolgprocedure Er zal een kennisgeving van de vaststelling van de Beleidsregel groepsrisicoverantwoording in inpassingsplannen en de Beleidsregel groepsrisicoverantwoording en ruimtelijke ordening in het Provinciaal Blad worden gepubliceerd. 4. Financiële aspecten (dekking en risico's) Er zijn geen financiële consequenties. Technische & proces vragen en informatie bij ArnWenaar Telefioon PA van der Goot Kamer 6/6