BOMENBELEIDSPLAN GEMEENTE MEIJEL DEEL 1. toetsing aanvragen omgang klachten

Transcriptie

1 BOMENBELEIDSPLAN GEMEENTE MEIJEL DEEL 1 toetsing aanvragen omgang klachten MAART 2007

2 Voorwoord Gemeenten hebben een grote vrijheid om zelf invulling te geven aan hun beleid voor bomen. Door deze vrijheid is er een grote diversiteit in het bomenbeleid tussen de gemeenten onderling. Er bestaat geen standaard waarop een gemeente haar bomenbeleid kan baseren. Bomenbeleid kent zeer veel aspecten en een gemeente heeft diverse mogelijkheden om bomen te beschermen en te beheren. Door de grote verschillen in landschap en sociale en politieke factoren is het voor iedere gemeente zoeken naar de beste oplossing. Daarnaast is het van groot belang om, vanuit zoveel mogelijk hoeken, draagvlak voor het beleid te creëren. Door het ontbreken van een duidelijk beleid inzake de problematiek rondom het rooien van bomen in het algemeen en lindebomen in het bijzonder is op verzoek van het bestuur van Meijel een aanzet gemaakt voor het opstellen van een nieuw beleid in deze. Inmiddels is dit beleid naar aanleiding van evaluaties diverse malen aangepast.

3 Inhoudsopgave blz Hoofdstuk 1 Wat is bomenbeleid Redenen voor bomenbeleid 5 Hoofdstuk 2 Visie Uitgangspunten 6 Hoofdstuk 3 Beleid Consequenties en randvoorwaarden n.a.v. uitgangspunten 7 -ad voldoen aan de bepalingen van de rijks of provinciale overheid 7 -ad eenduidigheid betreffende rechtsbescherming van bomen (kapverordening) 7 -ad eenduidigheid betreffende omgang klachten en meldingen betreffende bomen 7 -overlast wortels 8 -overlast takken 8 -overlast vruchten 9 -overlast blad of bloesem 9 -overlast door belemmering uitzicht 9 -overlast door schaduw 9 -overlast van vocht cq. droogte door bomen 9 -overlast door ziektes/aantastingen in en aan de bomen 10 -overlast luizen 10 -overlast door allergie 11 -overlast aan zendmasten en schotels e.d. 11 -bomen en bereikbaarheid voor hulpdiensten bij calamiteiten 11 -bomen en bouwen 11 -bomen en inritten 11 -ad Uitzonderingen betreffende omgang klachten en meldingen betreffende bomen 11 -bomen bij particulieren 11 -beplantingen in het kader van Project Erven en Natuur 12 -bomen in het weidevogelgebied 12 -bomen nabij langbouwgronden 12 -bomen in het concentratiegebied glastuinbouw 13 -bomen en vervangingsplannen 13 -bomen en Boswet 13 -de kosten voor het rooien van bomen 13 -bomen en afstanden tot (hoofd)bebouwing 14 -bomen en werkzaamheden 14 -bomen en verplanten 14 -ad registratie bijzonder waardevolle bomen en structuurbepalende bomen(rijen) 14 Hoofdstuk 4 Financiële consequenties 15

4 Hoofdstuk 5 Evaluatie Momenten van evaluaties 15 Hoofdstuk 6 Actiepunten 15 Bijlagen Bijlage 1: Bijlage 2: Lijst bijzonder waardevolle bomen in Meijel Overzicht structuurbepalende bomen in Meijel

5 1. Wat is bomenbeleid Bomenbeleid kan beschreven worden als het beleid van een gemeente gericht op bomen, in dit geval met uitzondering van bossen en natuurterreinen. Het richt zich op bomen in de openbare ruimte, langs straten en wegen, in parken en particuliere tuinen, binnen en buiten de bebouwde kom Redenen voor bomenbeleid In de bebouwde omgeving zijn bomen vaak de belangrijkste groenelementen. Ze hebben uiteenlopende functies voor ruimtelijke ordening en microklimaat. Een boom is een ecosysteem op zich en biedt voedsel en beschutting aan tal van vogels, vleermuizen, insecten, mossen, schimmels en planten. Er is bomenbeleid nodig om de bomen en boomstructuren te realiseren en te behouden. Het duurt lang voordat een boom een boom geworden is. Bomen zijn gebonden aan hun standplaats en hebben belang bij rust en continuïteit. Als een gemeente wil dat een boom de gelegenheid krijgt om oud te worden, dan zal hier een bomenbeleid gericht op de lange termijn aan ter grondslag moeten liggen. Een boom in de bewoonde omgeving staat namelijk bloot aan veel verschillende bedreigingen op verschillende momenten in zijn leven. Enkele voorbeelden hiervan zijn te weinig ruimte voor een goede ontwikkeling van het wortelstelsel en/of kroon, gebrek aan of foutief onderhoud, aanrijschade en ziekten, schimmels of plagen en het leggen van kabels en leidingen. Het bomenbeleid is nodig om deze bedreigingen te voorkomen of tot een minimum te beperken. Daarnaast moet bomenbeleid politieke en personeelswisselingen overstijgen. Voor de burgers dient het bomenbeleid zodanig te zijn dat er uniformiteit en duidelijkheid is omtrent bomenzaken. Daarnaast dient er een snelle afdoening van de vragen plaats te vinden. De gemeente heeft de verantwoordelijkheid voor de kwaliteit van het openbaar groen. Behalve het belang van de boom zal de gemeente ook de belangen van onder andere bewoners, agrariërs, middenstand, politiek en milieu moeten behartigen. Een evenwichtige afweging van al deze belangen vraagt om een evenwichtig bomenbeleid. Op 10 maart 2003 heeft de Raad van de gemeente Meijel het gemeente Meijel vastgesteld. Op 22 maart 2004 en op 19 december 2005 zijn hierop enkele aanpassingen aangebracht. Op 26 maart 2007 is, mede vanuit de politieke wens voor deregulering, het beleid aangepast. In Meijel is tot op heden geen duidelijk beleid inzake bomen opgesteld. Op de specifiek voor de lindebomen opgestelde nota lindebomenproblematiek (1997) na, ontbreekt het in Meijel van een duidelijk beleid. Daarnaast zijn er de laatste tijd kritische uitlatingen op deze nota. Dit heeft geleid tot vaststelling van een bestuursopdracht om te komen tot een uniforme omgang betreffende kapvergunningaanvragen, klachten en meldingen (opstellen bomenbeleid). 5

6 2.0 Visie Om een goed bomenbeleid op te kunnen stellen is visie een vereiste. Hieronder wordt verstaan de grondhouding, de motivatie van waaruit het beleid voortkomt. De visie geeft aan wat wij als gemeente belangrijk vinden voor bomen. De visie van de gemeente Meijel is als volgt: Een in alle opzichten uniforme behandeling bij de omgang van bomen en het creëren van extra mogelijkheden voor het handhaven van voor Meijel bijzonder waardevolle bomen en bomenrijen. Daarnaast dient zowel de kwaliteit als kwantiteit van het bomenbestand minimaal gelijk te blijven aan de huidige situatie. 2.1 Uitgangspunten De volgende uitgangspunten dienen verder te worden uitgewerkt. De volgende uitgangspunten zijn hiervoor uitgewerkt voldoen aan de bepalingen en het beleid van de rijks- of provinciale overheid eenduidigheid betreffende rechtsbescherming van bomen (APV) eenduidigheid betreffende omgang klachten en meldingen betreffende bomen uitzonderingen betreffende omgang klachten en meldingen betreffende bomen structuurbepalende bomen(rijen) en bijzonder waardevolle bomen dienen geregistreerd te worden eenduidige voorwaarden betreffende ontwerp en aanleg bij gemeentelijke bomen eenduidigheid betreffende het beheer en onderhoud van gemeentelijke en particuliere bomen. Om tot een volledig bomenbeleid te komen, is het noodzakelijk ook onderstaande punten verder uit te werken de huidige kwaliteit van het bomenbestand dient in de toekomst minstens gelijk te blijven en indien mogelijk verbeterd te worden de huidige kwantiteit van het bomenbestand dient in de toekomst minstens gelijk te blijven en indien mogelijk uitgebreid te worden goede afstemming tussen diverse sectoren binnen de gemeentelijke organisatie afstemming met andere beleidsstukken. Conform de bestuursopdracht vindt een uitwerking plaats om te komen tot een uniforme behandeling bij kapvergunningaanvragen en een uniforme afhandeling van klachten en meldingen betreffende bomen ( t/m ). Echter om te komen tot een volledig bomenbeleidsplan (en in de toekomst wellicht een volledig groenbeleidsplan waarin het bomenbeleidsplan wordt geïntegreerd) is het uitwerken van alle punten als hierboven aangegeven noodzakelijk. 6

7 3.0 Beleid 3.1. Consequenties en randvoorwaarden n.a.v. uitgangspunten ad voldoen aan de bepalingen van de rijks- of provinciale overheid. -Het bomenbeleidsplan is ondergeschikt aan de bepalingen en het beleid van de rijks- of provinciale overheid als onderstaand aangegeven: -Burgerlijk Wetboek (BW) -Boswet -Algemene Wet Bestuursrecht (AWB) -Ecologische Hoofdstructuur (EHS) (beleid) ad eenduidigheid betreffende rechtsbescherming van bomen (kapverordening). -De huidige kapverordening, als aangegeven in de APV Algemene Plaatselijke Verordening (APV), blijft van kracht. Naar aanleiding van het gewijzigde beleid, worden er bij de eerstvolgende aanpassing van de APV, enkele wijzigingen aangebracht waardoor meer bomen kapvergunningvrij worden. Een en ander is reeds besproken met en goed bevonden door het Groenplatform. Wellicht kunnen in de toekomst enige aanpassingen hierin plaatsvinden waardoor meer bomen vergunningvrij worden. Dit betreft dan met name bomen waarvoor momenteel altijd kapvergunning verleend wordt. E.e.a. zal zeer kritisch bekeken moeten worden, mede in overleg met diverse belanghebbenden (o.a. Groenplatform). ad eenduidigheid betreffende omgang klachten en meldingen betreffende bomen. De bepalingen van de rijks- of provinciale overheid gaan boven het hier omschreven beleid. Onderstaand beleid is van toepassing op alle bomen in Meijel, inclusief landschappelijke beplantingen (ook van particulier eigendom) en exclusief de bos- en natuurgebieden zoals aangegeven in het Bestemmingsplan buitengebied 1992 en Onder de landschappelijke beplantingen wordt hier verstaan onder andere erfbeplantingen (soms via projecten waarvoor gedeeltelijk onderlinge overeenkomsten gelden) en beplanting ten behoeve van de inpassing van bedrijven en/of gebouwen. Bomen in zomerhuisparken en/of recreatievoorzieningen vallen tevens onder dit beleid. Overige bomen van particulier eigendom zijn (conform de geplande aanpassing in de APV) kapvergunningvrij tenzij deze zijn aangewezen als bijzonder waardevol en/of structuurbepalend (zie lijst in bomenbeleidsplan gemeente Meijel deel 1 ). Voor beplantingen aangelegd in het kader van het Project Erven en Natuur (voorheen Erfbeplantingsproject) gelden de onderling overeengekomen voorwaarden als aangegeven in het convenant erfbeplanting. Onderstaand beleid is van toepassing op alle bomen in Meijel, ongeacht het eigendom, exclusief de bos- en natuurgebieden zoals aangegeven in het Bestemmingsplan buitengebied 1992 en 1999). Tenzij bij andere beleidspunten in het bomenbeleidsplan anders is aangegeven, geldt voor bijzonder waardevolle bomen en structuurbepalende bomen dat, indien de raad positief adviseert, het college de kapvergunning verleent. Bij een unanieme advisering in de functionele commissie wordt het voorstel niet doorgeleid naar de raad en verleent het college onmiddellijk de kapvergunning. Daar waar het beleid niet in voorziet, beslist het college van B&W van Meijel. 7

8 -overlast wortels -opdrukkende wortels Bij opdrukkende wortels onder straatwerk wordt, in gevallen van duidelijke overlast, in overleg met betrokkenen gekozen voor het vergroten van de boomspiegel of onder begeleiding van een deskundige het gedeeltelijk wegkappen van boomwortels. Opdrukkende wortels zijn geen reden om bomen te rooien tenzij deze zeer veel schade veroorzaken en dat door het wegkappen van de wortels de stabiliteit van de bomen zodanig verminderd dat er een onveilige situatie ontstaat. -onttrekking vocht door wortels Voor onttrekking van vocht in de nabijheid van de boom door wortels zie overlast vocht/droogte. -doorgeschoten wortels op erf van de buur Voor doorgeschoten wortels op het erf van de buur geldt het BW. -wortels en funderingen of muren Bij schade aan funderingen of muren door wortelgroei wordt in overleg met betrokkenen, onder begeleiding van een deskundige indien mogelijk de wortel weggekapt. De boom wordt niet gerooid tenzij dat door het wegkappen van de wortel de stabiliteit van de boom zodanig verminderd dat er een onveilige situatie ontstaat. -overlast takken -vallende takken Overlast door uitvallende of uitwaaiende takken kan voorkomen worden door de boom tijdig te snoeien. Vallende takken zijn dan ook geen reden om bomen te rooien, tenzij duidelijk is dat de vitaliteit van de boom zodanig is dat deze ten dode is opgeschreven of de overlast via snoei niet meer te beperken is waardoor onveilige situaties kunnen ontstaan. -laaghangende takken Overlast door laaghangende takken van gemeentelijke bomen kan voorkomen worden door bomen op te kronen. Opkronen geschiedt alleen in gevallen waarin het noodzakelijk is om overlast te voorkomen, te verminderen of te verhelpen zoals bij situaties waarbij de verkeersveiligheid in het gedrang komt en bij bomen op grasvelden die geregeld gemaaid worden. In zeer bijzondere gevallen kan ook beperking van het zicht vanuit de woning/tuin een reden zijn bomen op te kronen. Met name bij bomen in parken en grasvelden is deze noodzaak zelden aanwezig. -overhangende takken Voor overhangende takken op andermans eigendom geldt het BW. Het knotten of candelaberen van bomen wordt in principe niet toegepast aangezien dit een aantasting van de kroon is. Bij enkele soorten bomen (o.a. haagbeuk, plataan, linde) kan in uitzonderingsgevallen geknot/gecandelaberd worden om de bomen te behouden. 8

9 -overlast vruchten -vallende vruchten Bij overlast door zachte vruchten op verharding en parkeerplaatsen wordt desgewenst kapvergunning verleend. Bij gemeentelijke bomen worden deze vervangen door andere, meer geschikte bomen. Overlast van kleine, harde vruchten is geen reden bomen te rooien, tenzij hieronder parkeervoorzieningen zijn en aantoonbaar is dat door de vruchten beschadigingen aan auto s ontstaan en er geen of minimale mogelijkheden zijn de auto elders te parkeren. -overlast blad of bloesem -vallende bladeren/bloesem Vallende bladeren of bloesem zijn geen aanleiding tot rooien of vervangen van bomen. Wel wordt binnen de bebouwde kom beperkt de mogelijkheid geboden het blad afkomstig van gemeentebomen in speciaal hiervoor geplaatste bladcontainers te deponeren. Nabij woningen waar hoofdzakelijk oudere en/of gehandicapte mensen (zullen) wonen, die niet of nauwelijks in staat zijn om het blad of bloesem van bomen op te ruimen, kan in verband met de veiligheid (gladheid irt vallen) kapvergunning verleend worden als de blad- en bloesemval zodanig is dat het gevaar oplevert voor de bewoners. -overlast door belemmering uitzicht -belemmerd uitzicht mbt het verkeer Indien bomen een belemmerd uitzicht veroorzaken mbt het verkeer dient in overleg met betrokkenen gezocht te worden naar een oplossing door een aanpassing van de verkeerssituatie, het snoeien of, indien de andere aanpassingen niet haalbaar, reëel of toereikend zijn, het rooien van de bomen. -belemmerd uitzicht algemeen Een belemmerd uitzicht door bomen waarbij de verkeersveiligheid niet in het geding is, is geen aanleiding deze te rooien. In extreme situaties kan lichte snoei toegepast worden waarbij de vorm en grootte van de boom behouden blijft. -overlast door schaduw Overlast door het veroorzaken van schaduw van de boom is geen aanleiding deze te rooien. In extreme situaties kan lichte snoei toegepast worden waarbij de vorm en grootte van de boom behouden blijft. -overlast van vocht cq. droogte door bomen Overlast van vocht (bijv. niet drogende (rieten) daken) en droogte (planten onder bomen groeien niet of slecht door onttrekking vocht door de bomen) zijn geen aanleiding de bomen te rooien. In extreme situaties kan lichte (wortel)snoei toegepast worden waarbij de vorm en grootte van de boom behouden blijven. 9

10 -overlast door ziektes/aantastingen in en aan de bomen -Overlast luizen Zie apart punt overlast luizen -Overlast dierlijke aantastingen Indien het aantastingen betreft in de vorm van plagen is dit geen aanleiding bomen te rooien. Deze aantastingen zijn tijdelijk, seizoensgebonden en vaak lokaal. Meestal is er geen effectieve behandelingsmethode. De meeste aantastingen die als hinderlijk worden ervaren zijn onschadelijk, hiertegen worden dan ook geen maatregelen genomen. Bij aantastingen die wel schadelijk zijn voor de volksgezondheid worden waar mogelijk maatregelen genomen (bijv. bestrijding van eikeprocessierups). Bij particuliere bomen kan bij jaarlijks terugkerende overlast of in extreme situaties besloten worden de boom te rooien. -Overlast plantenziekten Ingeval van plantenziekten aan bomen en heesters worden, indien deze ziekte niet schadelijk is voor de volksgezondheid of de bomen, geen maatregelen genomen. Indien de ziekte wel schadelijk is voor de volksgezondheid of de bomen worden waar mogelijk maatregelen genomen om de overlast te verminderen of te verhelpen. Voor bepaalde ziekten/aantastingen kunnen geboden van het BW of de A.P.V. gelden (bijv. bij iepeziekte en bacterievuur). Bij particuliere bomen kan bij jaarlijks terugkerende overlast of in extreme situaties besloten worden de boom te rooien. -overlast luizen Met name essen, esdoorns en vooral lindebomen zijn vatbaar voor luizen. Deze luizen veroorzaken vaak veel overlast in de vorm van honingdauw en de daarop af komende vliegen. In Meijel staan van oudsher verschillende lindebomen, vaak op beeldbepalende of structuurbepalende plaatsen. Lindebomen kunnen goed verharding verdragen, zijn goed bestand tegen onnatuurlijke omstandigheden en kunnen oud worden. Het toepassen, handhaven en verwijderen van lindebomen in Meijel vraagt dan ook om een duidelijk beleid. -Beleid bij bestaande lindebomen Zie afzonderlijk rapport: Beleid betreffende de overlast van lindeluizen, oktober Beleid bij nieuwe lindebomen Er worden geen lindebomen geplant boven verhardingen zoals trottoirs, parkeerplaatsen en terrassen, tenzij het locaties betreft die geen directe overlast veroorzaken zoals pleintjes bij monumenten e.d. Indien hier lindebomen geplant worden wordt een keuze gemaakt tussen krim- of zilverlinden aangezien deze bomen minder gevoelig zijn voor luis. Nieuwe, voor luis gevoelige, lindebomen worden alleen nog geplant op brede groenbermen, parken en andere plaatsen waar het druipen geen overlast voor burgers (woningen, tuinen, auto s) veroorzaakt. 10

11 -Overlast door allergie Allergieklachten veroorzaakt door bomen zijn periodiek van aard. De grootste overlast vindt plaats van maart/april tot in juni en kan veroorzaakt worden door meerdere soorten bomen. Gezien het grote verspreidingsgebied (wordt vaak ver meegenomen door de wind) kan de overlast afkomstig zijn van bomen ver uit de omgeving, vandaar dat overlast door allergie geen aanleiding is bomen te rooien. -Overlast aan zendmasten en schotels e.d. Overlast als slecht ontvangst op zendmasten en schotels e.d. door bomen is geen reden de bomen te rooien. In extreme situaties kan lichte snoei toegepast worden waarbij de vorm en grootte van de boom behouden blijft. Vanwege het uit de lucht halen van de analoge antenne, kan daar waar geen kabel-tv mogelijk of reëel is, kapvergunning verleend worden als de betreffende boom grote overlast veroorzaakt voor de schotel qua ontvangst en dat een andere locatie van de schotel niet mogelijk of reëel is. -Bomen en bereikbaarheid door hulpdiensten bij calamiteiten Bij verzoeken van hulpdiensten om bomen te rooien i.v.m. veiligheid en bereikbaarheid wordt kapvergunning verleend, tenzij er andere, reële oplossingen zijn. -Bomen en bouwen Bij bouwvergunningaanvragen wordt ook de cultuurtechnisch medewerker de bouwtekening getoond. Deze beoordeelt of er vanwege de voorgenomen bouw of bouwwerkzaamheden bomen gerooid dienen te worden. Tevens wordt hierbij rekening gehouden met toekomstige inritten. In principe wordt kapvergunning verleend, tenzij de boom is aangemerkt als bijzonder waardevol of structuurbepalend. Voor het plaatsen van tuinhuisjes en andere kleine bouwwerken wordt geen kapvergunning verleend als het mogelijk is het bouwwerk op een andere locatie te plaatsen. -Bomen en inritten Als door aanleg van inritten bomen gerooid moeten worden wordt vergunning verleend als het om de 1 e inrit gaat, tenzij de boom als bijzonder waardevol of structuurbepalend is aangemerkt. Dan wordt alleen vergunning verleend als geen andere plaats van de inrit mogelijk is. Voor 2 e inritten geldt dat er geen kapvergunning verleend wordt. Aan bedrijven wordt, indien bedrijfsmatig noodzakelijk, voor 2 e inritten een vergunning verleend voor het kappen van een boom als er geen andere mogelijkheid is om een 2 e inrit te realiseren. ad Uitzonderingen betreffende omgang klachten en meldingen betreffende bomen. -Bomen bij particulieren Zoals aangegeven in de APV zijn bomen van particulieren in een aantal gevallen kapvergunningvrij (voor uitzonderingen zie toelichting onder ad eenduidigheid betreffende omgang klachten en meldingen betreffende bomen ), tenzij deze zijn aangewezen als bijzonder waardevol en/of structuurbepalend. Voor de als zodanig aangewezen bomen geldt het beleid van het bomenbeleidsplan. Bij verzoeken tot het rooien van particuliere bomen kan in bepaalde gevallen vergunning verleend worden: -Herplant voor particuliere bomen 11

12 Indien de boom weinig waarde heeft qua leeftijd, vorm, soort, standplaats en habitus, kan kapvergunning verleend worden als er herplant plaats vindt door een andere, geschikte boom. Deze voorwaarde wordt opgenomen in de vergunning. -Verhouding maat boom en oppervlakte tuin Indien de maat van de boom niet meer in verhouding staat met de oppervlakte van de tuin, kan bij grote overlast kapvergunning worden verleend zonder herplant van een andere boom. -Beplantingen in het kader van Project Erven en Natuur (voorheen Erfbeplantingsproject) Het beleid inzake het al dan niet verlenen van kapvergunning geldt niet voor beplantingen aangelegd in het kader van het Project Erven en Natuur (voorheen Erfbeplantingsproject). De onderling overeengekomen voorwaarden als aangegeven in het convenant erfbeplanting gelden hier. -Bomen in het weidevogelgebied Vanwege de gewenste openheid in weidevogelgebieden is het noodzakelijk voor deze gebieden een afzonderlijk beleid te voeren. Dit beleid geldt alleen voor de in het bestemmingsplan als weidevogelgebieden opgenomen gebieden. Het beleid is afgeleid van het uitvoeringsplan weidevogelgebied Schiepersbergpeelke, opgesteld in juni 2002 in overleg met betrokkenen en het Groenplatform. Het beleid zal pas van kracht worden nadat andere in het uitvoeringsplan genoemde maatregelen van de 1 e fase zijn uitgevoerd. Tot op dat moment geldt het algemene beleid. -Beleid bij bestaande bomen (tenzij deze zijn aangemerkt als structuurbepalend of bijzonder waardevol, dan wordt een afzonderlijke afweging gemaakt). Solitaire bomen in het gebied indien mogelijk zo spoedig mogelijk rooien, tenzij deze op een zodanige afstand van andere obstakels staan dat dit weinig of niets ten goede komt van de openheid van het gebied. Indien bomen eigendom van particulieren zijn, deze benaderen en verzoeken de bomen te rooien. Bossen en laanbeplantingen blijven vooralsnog gehandhaafd (afhankelijk van evaluatie uitvoeringsplan weidevogels Schiepersbergpeelke). -Beleid bij nieuwe bomen Geen aanplant van bomen in het open gebied. Jonge opslag van bomen in open gebieden geregeld afzetten zodat er geen nieuwe grote solitaire bomen ontstaan. Bossen en laanbeplantingen blijven vooralsnog gehandhaafd (afhankelijk van evaluatie uitvoeringsplan weidevogels Schiepersbergpeelke) en zullen bij uitval van bomen weer worden aangevuld. -Bomen nabij landbouwgronden -Beleid bij bestaande bomen Door de steeds groter wordende machines kunnen laanbomen problemen opleveren voor het indraaien van de weg naar het erf. Indien er geen alternatieven zijn (bijv. andere toegang) en de beschikbare ruimte zodanig is dat het indraaien voor machines tot grote problemen leidt, wordt indien gewenst kapvergunning verleend, ook als de bomen zijn opgenomen als bijzonder waardevol en/of structuurbepalend. Vanwege het belang van bomen in het buitengebied (verkeersbegeleiding, visuele versmalling van de 12

13 weg, natuur- en recreatiewaarde) worden verder geen bomen gerooid vanwege de overlast voor landbouwgronden. -Beleid bij nieuwe bomen Bij aanplant van bomen wordt, indien mogelijk, rekening gehouden met de overlast bij landbouwgronden. Eenzijdige aanplant wordt, indien mogelijk, gerealiseerd aan die zijde waardoor er zo min mogelijk schaduwwerking op de landbouwgronden is. Ook kan in bepaalde gevallen gekozen worden voor lagere (knot)bomen. -Bomen in het concentratiegebied glastuinbouw Voor het concentratiegebied glastuinbouw geldt apart beleid als beschreven in de notitie Gezamenlijk op weg naar een landschappelijke gebiedsvisie Platveld, vastgesteld op 2 mei 2006, waarbij de in de notitie geadviseerde bouwstenen worden aangehouden ter compensatie. Glastuinbouwbedrijven zijn voor hun oogst en dus inkomen onder andere afhankelijk van het licht dat via het glas in de kas terechtkomt. Bomen nabij kassen kunnen nadelige invloeden hebben op de lichtinval. Daarnaast kunnen bomen, met name bij open teelten, overlast veroorzaken door blad dat via de ventilatieramen de kas in waait. Gezien de belangen voor de tuinbouwers is voor het concentratiegebied glastuinbouw een afwijkend beleid noodzakelijk. -Momenteel vindt een onderzoek plaats door de Grontmij in samenwerking met de klankbordgroep glastuinbouwers voor de optimalisering van het glastuinbouwgebied. Hieruit zal onder andere een visie betreffende het landschap rondom het gebied voortkomen. Waarschijnlijk zullen de richtlijnen zoals aangegeven in het bestaande landschapbeleidsplan de visie vormen. We stellen voor deze visie af te wachten, waarna in overleg met betrokkenen bekeken kan worden of deze voor het vastgesteld kan worden. -Bomen en vervangingsplannen Bij verzoeken tot het rooien van bomen kan, in tegenstelling tot bovengenoemde punten, in bepaalde gevallen vergunning verleend worden als er een goed vervangingsplan tegenover staat. Het vervangingsplan dient door het College van Burgemeester & Wethouders van de gemeente goedgekeurd te worden en binnen een vast te stellen termijn uitgevoerd te zijn. In de kapvergunning dient een verwijzing te staan naar het vervangingsplan en de termijn van uitvoering. Plannen opgesteld in het kader van het project Erven en Natuur worden ook als geschikt vervangingsplan aangemerkt. -Bomen en Boswet Bij door de Provincie Dienst Regelingen van het LNV opgelegde herplantplicht verleent gemeente vergunning, tenzij het bijzonder waardevolle of structuurbepalende bomen betreft. Als er geen of gedeeltelijke herplantplicht wordt opgelegd, wordt de aanvraag getoetst aan het bomenbeleidsplan. -De kosten voor het rooien van bomen De kosten voor het rooien van bomen wordt bij de aanvrager in rekening gebracht, ongeacht het eigendom ervan. Als het een verzoek tot rooien betreft vanwege de veiligheid voor de omgeving (bijvoorbeeld ten behoeve van de verkeersveiligheid of vitaliteit van de boom), dan zijn de kosten voor de eigenaar van de boom. De kosten bestaan uit de legeskosten, het rooien van de boom, het afvoeren van het snoeiafval en, 13

14 indien nodig, het stobbenfrezen en eventuele herplant. Bij aanleg van een 1 e inrit voor een woning of bedrijf zijn de kosten voor het eventueel rooien van een boom van gemeente-eigendom voor rekening van de gemeente. -Bomen en afstanden tot (hoofd)bebouwing -Bomen van gemeente eigendom Voor bomen, eigendom van de gemeente, op een afstand binnen 3 meter van de hoofdbouw (woongedeelte) wordt op verzoek van de eigenaar van de bebouwing kapvergunning verleend, tenzij deze zijn aangemerkt als bijzonder waardevol of structuurbepalend of als er vanwege de beperkte ruimte reeds gekozen is voor klein blijvende bomen (bomen van de 3 e grootte). Bij zomerhuisparken of recreatievoorzieningen geldt een afstand van minder dan 1 meter tot recreatieve objecten die niet verplaatsbaar zijn. -Particuliere bomen Voor bomen, eigendom van particulieren, die minder dan 3 meter van de woning staan, geldt dat kapvergunning wordt verleend, tenzij deze zijn aangemerkt als bijzonder waardevol of structuurbepalend. Bij zomerhuisparken of recreatievoorzieningen geldt een afstand van minder dan 1 meter tot recreatieve objecten die niet verplaatsbaar zijn. -Bomen en werkzaamheden Indien het ten behoeve van de uitvoering van door het College of de Raad goedgekeurde werkzaamheden noodzakelijk is bomen te rooien, kan voor deze bomen kapvergunning worden verleend, ook als deze bomen als bijzonder waardevol of structuurbepalend zijn aangemerkt. -Bomen en verplanten Voor het verplanten van bomen wordt gezien het streven de boom voor de toekomst te behouden, kapvergunning verleend als aangetoond kan worden dat de verplanting op een verantwoorde wijze wordt uitgevoerd en dat er een grote kans van slagen is voor het voortbestaan van de boom. Indien de boom door het verplanten dood gaat, wordt een geschikte boom herplant. ad registratie bijzonder waardevolle bomen en structuurbepalende bomen(rijen). Bijzonder waardevolle bomen en structuurbepalende bomen(rijen) die we in onze gemeente rijk zijn dienen een speciale bescherming te krijgen. Deze bomen zijn aangegeven in de bijlagen 1 en 2. De gebruikte criteria bij de vaststelling van deze bomen zijn boomsoort, leeftijd, standplaats, vitaliteit, habitus. Zo dienen de bomen een meerwaarde te hebben voor Meijel vanwege minimaal één van deze kenmerken. Het is moeilijk een duidelijke grens aan te geven wanneer een boom al dan niet als bijzonder waardevol of structuurbepalend kan worden aangemerkt. Vandaar dat er een inventarisatie is gemaakt waarbij de vanuit ambtelijk oogpunt bedoelde bomen zijn aangegeven. Deze lijst is met het Groenplatform van Meijel besproken en voor akkoord bevonden. Volgens de Boswet en de APV zijn er een aantal groepen houtopstanden waarvoor provinciale staten en de gemeenteraad niet bevoegd zijn tot het stellen van regels. De houtopstanden die hieronder vallen kunnen dan ook niet opgenomen worden in de lijst bijzonder waardevolle bomen of structuurbepalende bomen. (Op 18 oktober 2002 geldt dit voor: -wegbeplantingen en eenrijige beplantingen op of langs landbouwgronden, beide voor zover bestaande uit populieren en/of wilgen, tenzij deze zijn geknot, 14

15 -vruchtbomen en windschermen om boomgaarden, -fijnsparren, niet ouder dan twaalf jaren, bestemd om te dienen als kerstbomen en geteeld op daarvoor in het bijzonder bestemde terreinen, -kweekgoed). Om te bezien welke houtopstanden hieronder vallen, zie APV Artikel Kapverbod, lid 2 en Financiële consequenties De financiële consequenties zijn worden opgenomen in het afdelingsplan Evaluatie De praktijk zal ons moeten leren of het opgezette bomenbeleidsplan functioneel is. Vandaar ook dat het noodzakelijk is alle vragen en verzoeken met betrekking tot bomen te noteren en na te gaan of een en ander aan dit beleidsplan getoetst kan worden. Hiervoor zullen geregeld evaluaties plaats dienen te vinden Momenten van evaluaties Het eerste deel van het bomenbeleidsplan is vastgesteld in de Raadsvergadering van 10 maart In januari 2004 is het plan geëvalueerd. Tevens is in januari 2004 het bomenbeleidsplan deel 2 opgesteld. Deze plannen zijn in juni 2005 geëvalueerd (september/oktober cie/raad). De volgende evaluatie zal plaatsvinden omstreeks augustus/september Op dat tijdstip wordt tevens een nieuwe evaluatie gepland. Vanwege de vastgestelde wijzigingen in maart 2007, stellen we voor de eerstvolgende geplande evaluatie van augustus/september 2007 te verzetten naar het 3 e kwartaal van We hebben dan ruim 1 jaar ervaring met het kapvergunningvrij maken van een aantal bomen in eigendom van particulieren. De evaluatie wordt ook besproken met het Groenplatform Actiepunten De volgende punten worden nog uitgevoerd cq. bijgehouden. -Bijhouden lijst uitgevallen bijzonder waardevolle of structuurbepalende bomen. -Bijhouden lijst gebreken, op- en aanmerkingen over het bomenbeleidsplan t.b.v. de evaluatie. -In het 3 e kwartaal van 2008 het bomenbeleidsplan deel 1 en deel 2 evalueren. 15