Traject Tijdelijke Werkervaring wordt op de sporen gezet

Transcriptie

1 Traject Tijdelijke Werkervaring wordt op de sporen gezet Met de goedkeuring van het decreet Tijdelijke Werkervaring en de agendering van de eerste uitvoeringsbesluiten op de Vlaamse Regering, worden de eerste stappen gezet om het traject tijdelijke werkervaring en de werkervaringsovereenkomst vanaf mogelijk te maken. Net voor de zomer keurde de Vlaamse Regering het ontwerpdecreet tijdelijke werkervaring (TWE) goed. Hoewel dit bij de regeringsvorming aangekondigd werd als één van de paradepaardjes van minister Muyters duurde het toch nog enige tijd voor één en ander duidelijker (?) werd. In haar regeerakkoord kondigde de Vlaamse Regering tijdelijke werkervaring aan als een maatregel, waarmee alles ging veranderd en anders worden inzake beleid rond (langdurige) werkloosheid. Werkzoekenden met een overbrugbare afstand tot de arbeidsmarkt, waaronder langdurig werkzoekenden, die beschikken over voldoende leervermogen en ontwikkelpotentieel kunnen instromen in het traject tijdelijke werkervaring zodoende dat zij hun competenties verwerven en/of versterken in reële situaties zo stelde de conceptnota (oktober 2015) en het ontwerpdecreet (juli 2016). Met dat traject tijdelijke werkervaring, waarbinnen werkzoekenden, vooraleer toegeleid te worden naar het NEC (Normaal Economisch Circuit), via verschillende werkplekleervormen in reële werksituaties werkervaring zouden moeten kunnen opdoen, maakte het kabinet Muyters een einde aan -het systeem WEP plus (waar werkzoekenden, mét arbeidscontract, in bedrijven en of leerwerkbedrijven werkervaring (en zgn generieke competenties ) opdeden; -het bestaand artikel 60 OCMW, dat opgenomen wordt binnen dit TWE stelsel, maar dat nog altijd voorziet in een arbeidscontract, gezien in artikel 60 enkel leefloners (en vluchtelingen) opgenomen worden die geen of onvolledige SZ rechten hebben. Over dit systeem TWE is al veel gediscussieerd op tal van vergaderingen en is al veel inkt gevloeid. Onze belangrijkste bekommernissen en bezwaren zijn terug te vinden in een gemeenschappelijk SERV advies [klik hier] een artikel dat gepubliceerd werd in de Gids op Maatschappelijk Gebied [klik hier] In deze bijdrage overlopen we kor de belangrijkste elementen rond TWE.

2 1. Tijdelijke werkervaring, belangrijke elementen 1.1. Onderscheid TWE-WZ en TWE-OCMW Doorheen het besluit wordt een onderscheid gemaakt tussen 2 groepen van werkzoekenden: De werkzoekenden die bij aanvang van het traject leefloongerechtigd zijn (TWE-OCMW) Alle andere werkzoekenden (TWE-WZ) De reden hiervoor is de inzet en het gebruik van de maatregel Artikel 60 binnen TWE. Het is immers zo dat enkel de OCMW s bevoegd zijn om van dit instrument gebruik te maken. Dit instrument is bedoeld om de leefloongerechtigden sociale rechten te laten opbouwen. Voor de andere werkzoekenden, die nooit in aanraking kunnen komen met het instrument van artikel 60, stelt dit probleem zich niet. Zij hoeven dus niet door een OCMW begeleid te worden, maar kunnen ook naar een andere partner toegeleid worden. Voor TWE-OCMW wordt gewerkt met een subsidie. Voor TWE-WZ wordt gewerkt met een overheidsopdracht (tender) Werkervaringsovereenkomst De werkervaringsovereenkomst is de overkoepelende overeenkomst die het volledige traject tijdelijke werkervaring dekt. Uiterlijk bij de start van het traject TWE wordt de werkervaringsovereenkomst afgesloten. Dit kan gebeuren door het OCMW (TWE-OCMW) of door de VDAB (TWEWZ), aangezien zij elk autonoom beslissen over de toeleiding van hun doelgroep. De werkervaringsovereenkomst omvat ten minste: De identiteit van de werkzoekende en de begeleider (OCMW of partner) De start- en vermoedelijke einddatum van het traject Een inhoudelijke weergave van hoe het traject zal verlopen (wat niet wil zeggen dat een latere bijsturing onmogelijk is) De rechten en de plichten van de partijen, ook op vlak van de beschikbaarheid (vrijstellingen) De trajectbegeleider (van het OCMW of de partner) bepaalt de vermoedelijke duur van het traject tijdelijke werkervaring op basis van de noden en competenties van de werkzoekende, met een maximum van vierentwintig maanden. De trajectbegeleider waakt er over dat dit traject niet langer duurt dan noodzakelijk om de doelstelling (doorstroom naar het NEC) te bereiken, zodat de werkzoekende niet nodeloos lang in dit traject blijft. Indien het om een traject gaat dat artikel 60 omvat, duurt de werkervaringsovereenkomst zo lang als nodig om de ex-leefloner te verzekeren van een volledige opbouw van sociale rechten. Deze werkervaringsovereenkomst zal een bijzondere vorm van opleidingsovereenkomst worden. De werkzoekende die uitkeringen geniet, zal een vrijstelling van beschikbaarheid krijgen voor de duurtijd van deze werkervaringsovereenkomst. Er wordt gevraagd aan de RVA welke gevolgen het afsluiten van deze overeenkomst heeft op het verloop van de degressiviteit van de werkloosheids- of inschakelingsuitkeringen.

3 1.3. Instrumenten Tijdens het traject tijdelijke werkervaring kan de trajectbegeleider in overeenstemming met het opleidingsplan verschillende instrumenten inzetten. Deze instrumenten worden limitatief opgesomd: (Korte) beroepsopleiding Opleidingsstage Artikel 60, enkel voor OCMW Beroepsverkennende stage Werkervaringsstage IBO De principes die zullen gehanteerd worden zijn de volgende: Oriënterende instrumenten worden ingezet in het begin van het traject Aandacht voor groeiende competenties en groeiende financiële incentives (uitz. Art 60) Minstens 2 instrumenten per jaar (uitz. Art 60): er moet progressie zijn Werkplekken in de sociale economie enkel tijdens de eerste 12 maanden van het traject, het einddoel is immers werk in het NEC Instrumenten dienen zo goed mogelijk op elkaar aan te sluiten Bekommernis rond operationalisering TWE/beslissingen rond keuze werkplekleervormen en opeenvolging ervan Het is superbelangrijk dat inschattingsinstrumenten en beoordelingscriteria ifv de keuze van welke leerwerkplekinstrumenten in welk TWE voor welke duur en in welke opeenvolging worden ingezet goed worden afgesproken. Want nu moeten naar onze smaak bemiddelaars té veel blindvaren. We hebben scenario s gevraagd waarin profielen van wekzoekenden gekoppeld worden aan mogelijke werkplekleervormen. Momenteel hebben we enkel scenario s waarin een aantal mogelijke werkplekleervormen achter elkaar zijn gezet als mogelijke invulling van een traject. Met OCMW wordt momenteel de wijze waarop zij aan intake/inschatting doen afgestemd en uitgewisseld. We gaan daar verder nog toelichting rond krijgen. Het is belangrijk dat dit goed in een handleiding wordt neergezet en uitgewisseld. En ook aan onze mensen die werkzoekenden begeleiden gecommuniceerd wordt. Want anders gaat er grote ongerustheid ontstaan.

4 2. Werkervaringsstage. Belangrijke elementen De werkervaringsstage moet een antwoord bieden voor werkzoekenden waar de afstand tot de arbeidsmarkt vooral te wijten is aan een gebrek aan recente (relevante) werkervaring en een gebrek aan generieke competenties. Generieke competenties verschillen van technische competenties in die zin dat het competenties zijn die van elke werknemer verwacht worden, los van de functie die iemand zal opnemen en los van de werkgever / werkvloer waar men uiteindelijk aan de slag gaat. Generieke competenties worden vaak gerelateerd aan soft skills en arbeidsattitudes. Belangrijk is dat de werkzoekende de gelegenheid krijgt om deze werkervaring en generieke competenties te verwerven door middel van een stage op een reële werkvloer en binnen een realistische werkomgeving in het NEC. Gezien de doelgroep en de doelstelling van de werkervaringsstage is deze werkplekleervorm één van de belangrijkste om in te zetten ikv Tijdelijke Werkervaring (TWE). In de lopende tender Intensief Werkplekleren (TIW) wordt een dergelijke werkplekleervorm gemist door de partners. Hoewel de inzet van een WES buiten TWE en de TIW een meerwaarde kan bieden binnen een traject naar werk, opteert VDAB er evenwel voor om in 2017 eerst binnen het kader van TWE en de TIW ervaring op te bouwen met deze werkplekleervorm. Een evaluatie van de inzet van de WES en monitoring van het gebruik van de WES wordt voorzien 2.1. Algemene principes De duur van de WES hangt af van de nood die de werkzoekende heeftaan het opbouwen van relevante werkervaring op een reële werkvloer en de duurtijd die nodig is om de generieke competenties te verwerven, maar kan nooit langer dan 6 maanden zijn. Een opleidingsplan met de aan te leren competenties en vermelding van de methodiek waarop deze worden aangeleerd is een vereiste. Evaluaties zullen plaatsvinden door de bemiddelaar op vaste momenten en op vraag van de werkzoekenden en/of werkgever. De verworven competenties worden gescoord in MLB. De werkgever die de stageplek aanbiedt, staat in voor de ondersteuning van de werkzoekende /stagiair op de werkvloer. VDAB of partnerorganisatie is contactpersoon voor zowel de stagiair als de werkgever. Dit houdt o.a. in dat er concrete afspraken gemaakt worden over de inhoud van de stage, voorziene begeleiding, opvolging gedurende de stage. VDAB of partnerorganisatie voorziet in intensieve opvolging, waar nodig. Er wordt niet voorzien in een voortdurende aanwezigheid van een begeleider op de werkvloer, gezien het niet om doelgroepmedewerkers (zoals in sociale economie) gaat. De WES kadert in een traject naar werk, bijgevolg is er tijdens de WES begeleiding van werkzoekende en werkgever voorzien door VDAB of partnerorganisatie.

5 2.2. Incentives Voor de werkzoekende: Een WES is kosteloos voor de werkzoekende. De in het VDAB-besluit voorziene cursistenvergoedingen (verplaatsingskosten, terugbetaling kinderopvangkosten, arbeidsongevallenverzekering) bij opleiding zijn van toepassing op werkzoekenden die een WES volgen. Een forfaitaire premie van 200 /maand (à rato berekend bij deeltijds stage) wordt voorzien voor de werkzoekende. Deze premie wordt betaald door VDAB en is dus niet voor rekening van de werkgever die een stageplek aanbiedt. Voor de werkgever: Er is geen aanwervingsverplichting voor de werkgever. De WES hoeft dus niet gekoppeld aan een concrete openstaande vacature bij de werkgever Duurtijd Tijdens de WES is de werkzoekende minimum 20 uur/week aanwezig op de werkvloer / stagevloer. Een WES heeft een maximale duurtijd van 6 maanden. Een WES kan slechts 1 maal plaatsvinden bij dezelfde werkgever op dezelfde werkplek voor dezelfde functie.