Ondersteuningsplan Op weg naar een passende ondersteuning voor elke leerling in de regio

Transcriptie

1 Ondersteuningsplan Op weg naar een passende ondersteuning voor elke leerling in de regio Kenmerk U versie 9.0 Mei 2014

2 Inhoudsopgave Voorwoord 4 1 Inleiding Wet Passend Onderwijs Ondersteuningsplan 5 2 Organisatie samenwerkingsverband Algemene gegevens Beschrijving regio Overzicht van de leden SWV Helmond-Peelland PO Bestuurlijke organisatie Medezeggenschap in het SWV Relatie met jeugdzorg Relatie met cluster 1 en Samenwerking cluster Samenwerking cluster Op overeenstemming gericht overleg (OOGO) Communicatie Missie en visie Bestuurlijke koers Netwerken Projecten Kwaliteitsfonds en transitiebudget 14 3 Basisondersteuning Onderscheid basisondersteuning en extra ondersteuning Basisondersteuning: preventieve en lichte curatieve interventies Huidig niveau van basisondersteuning Vier aspecten van basisondersteuning Preventieve en licht curatieve interventies De onderwijsondersteuningsstructuur Planmatig werken Kwaliteit van de basisondersteuning De leraar in positie De lat omhoog 19 4 Extra ondersteuning Uitgangspunten Scenario voor ondersteuningstoewijzing binnen het SWV Basisondersteuning Signalering van ondersteuningsbehoeften en handelingsvragen Vaststellen van ondersteuningsbehoeften Bepalen van noodzakelijke ondersteuning en opstellen OPP Toewijzen extra ondersteuning, deskundig advies, OPP en een tlv 22 U Pagina 2 van 36

3 4.8 Aanmeldprocedures leerlingen en stroomschema s Voorwaarden aanmelding bij reguliere school Hoe stelt de school vast of extra ondersteuning nodig is? Wanneer geldt de zorgplicht? Voorwaarden voor plaatsing op een andere reguliere school Wat is een toelaatbaarheidsverklaring en wat zijn de voorwaarden? Verhuizen met een tlv Verhuizen met extra ondersteuning Wat is het ontwikkelingsperspectief (OP)? Aanmelding bij een school voor speciaal onderwijs (SO) Symbiose Toelaatbaarheidsverklaringen vanuit de zorg 26 5 De ouders als educatieve partners 27 6 Financiën Algemene kosten Vormen van ondersteuning Middelen lichte ondersteuning SBO Middelen zware ondersteuning Huidige rugzakmiddelen Ambulant deel Reservering specifieke instroom Weerstandsvermogen 31 7 Personeel 32 8 Evaluatie en monitoring Uitgangspunten Uitwerking Kengetallen 35 Bijlagen 36 U Pagina 3 van 36

4 Voorwoord Voor u ligt het (concept) ondersteuningsplan op weg naar een passende ondersteuning voor elke leerling in de regio van het samenwerkingsverband (SWV) Helmond-Peelland PO In het ondersteuningsplan staat hoe passend onderwijs is georganiseerd voor alle leerlingen in de leeftijd van 4 t/m 12 (13-14) jaar in de regio Helmond-Peelland. Samen met alle reguliere basisscholen, het speciaal basisonderwijs en het speciaal onderwijs wordt ervoor gezorgd dat iedere leerling naar school kan en passende ondersteuning kan krijgen. De scholen binnen ons SWV werken met elkaar samen om het onderwijs steeds beter aan te laten sluiten bij de grote diversiteit aan onderwijsbehoeftes van leerlingen. Vanaf 2011 zijn er verschillende bijeenkomsten geweest voor besturen, directies, intern begeleiders en (gemeenschappelijke) medezeggenschapsraden om de keuzes ten behoeve van het ondersteuningsplan via deelproducten samen te verkennen. Deze verkenningen en deelproducten hebben hun plek gekregen in onderhavig ondersteuningsplan. Hiermee behoren zorgplannen tot het verleden en neemt het ondersteuningsplan haar plaats in. Niet zomaar een verandering van terminologie. De zorg voor de leerling staat niet centraal, maar het bieden van passende ondersteuning van leerlingen met een hulpvraag voor het volgen van ons onderwijs staat centraal. Hiermee geeft het SWV invulling aan de Wet Passend Onderwijs zoals die per 1 augustus 2014 in werking treedt. Dhr. Jan van der Heijden Voorzitter SWV Helmond-Peelland PO 3008 U Pagina 4 van 36

5 1 Inleiding 1.1 Wet Passend Onderwijs De schoolbesturen in het SWV krijgen zorgplicht en daaraan gekoppeld de middelen en de verantwoordelijkheid voor de uitvoering van passend onderwijs. Zorgplicht betekent dat de scholen (lees schoolbesturen) verantwoordelijk zijn voor ieder kind dat zich bij hen aanmeld. In eerste instantie op de eigen school, maar als dat niet lukt op een andere school binnen het SWV. Het SWV is ook verantwoordelijk voor toelating tot het speciaal onderwijs. Tevens gaat de systematiek rondom de rugzakjes en de ambulante begeleiding veranderen. Die middelen gaan naar het SWV. Hierbij is sprake van een overgangsregeling. Doordat er percentages zijn vastgesteld die voor het gehele land gelijk zijn, is er sprake van een verevening. Ons SWV zit boven deze landelijke gemiddelden. Er zal dus sprake zijn van een gefaseerde vereveningsopdracht van ,-- in de komende zes jaren. 1.2 Ondersteuningsplan In het ondersteuningsplan staan de afspraken die de besturen en hun scholen in onze regio met elkaar hebben gemaakt in afstemming met de gemeenten en het voortgezet onderwijs. Het ondersteuningsplan wordt minimaal om de vier jaar volgens het wettelijk kader vastgesteld. Het ondersteuningsplan beschrijft volgens de wet: a. de wijze waarop een samenhangend geheel van voorzieningen voor extra ondersteuning wordt georganiseerd met als doel dat leerlingen een ononderbroken ontwikkelingsproces kunnen doormaken en leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben een zo passend mogelijke plaats in het onderwijs krijgen; b. de procedure en de criteria voor de verdeling, besteding en toewijzing van ondersteuningsmiddelen en ondersteuningsvoorzieningen aan de scholen, inclusief een meerjarenbegroting; c. de procedure en criteria voor de toelaatbaarheid en plaatsing van leerlingen op speciale scholen voor basisonderwijs in het samenwerkingsverband en op scholen voor speciaal onderwijs, met inbegrip van de advisering wat dat betreft; d. de procedure en het beleid met betrekking tot de terugplaatsing en overplaatsing naar het basisonderwijs van leerlingen van scholen voor speciaal onderwijs en speciaal basisonderwijs; e. de beoogde en bereikte kwalitatieve en kwantitatieve resultaten van het onderwijs aan leerlingen die extra ondersteuning behoeven en de daarmee samenhangende bekostiging; f. de wijze waarop is voorzien in informatieverstrekking aan ouders, met inbegrip van informatie over ondersteuningsvoorzieningen, de wijze waarop persoonsgegevens mogen worden gebruikt en worden verwerkt en beschermd. g. de wijze van bekostiging van het speciaal onderwijs en het speciaal basisonderwijs. Het ondersteuningsplan wordt uitgewerkt in activiteitenplannen per schooljaar waarin de doelstellingen worden geconcretiseerd en de benodigde activiteiten worden uitgeschreven. Jaarlijks wordt er een evaluatie gehouden. De uitkomsten van deze evaluatie hebben invloed op het activiteitenplan voor het volgende schooljaar. Zeker in het eerste jaar ( ) is het van belang te evalueren en ervaringen mee te nemen in de activiteitenplanning voor het jaar Hierdoor kan het SWV na het eerste jaar beter aansluiten bij eigen ervaringen en externe ontwikkelingen. Denk hierbij aan de transitie jeugdzorg. U Pagina 5 van 36

6 Met name het eerste jaarplan is van groot belang, omdat in deze eerste fase een aantal concrete uitwerkingen moeten worden opgesteld. Om de benodigde snelheid te behouden, is het eerste jaarplan een verlengd jaar en start direct na vaststelling van onderhavig ondersteuningsplan. Het eerste jaarplan loopt dus van 1 februari 2014 tot en met 1 augustus In onderhavig ondersteuningsplan zijn de visie en missie van het SWV, met daaraan gekoppeld de wijze waarop de organisatie is vormgegeven, beschreven. Vervolgens wordt ingegaan op andere zaken die ook van belang zijn zoals het dekkend netwerk, de verdeling van middelen, de relatie met het voortgezet onderwijs, de transitie jeugdzorg, het passend arrangeren en de relatie met ouders. U Pagina 6 van 36

7 2 Organisatie samenwerkingsverband 2.1 Algemene gegevens Samenwerkingsverband Helmond-Peelland PO 3008 is een vereniging die statutair is opgericht op 30 oktober Het SWV kent een algemene ledenvergadering (ALV) en een bestuur. Dit bestuur is een afspiegeling van de deelnemende besturen en bestaat uit de volgende zeven leden: - de heer J. van der Heijden (voorzitter) - mevrouw Y. de Wilde - mevrouw A. Martens (secretaris) - de heer D. Vlugt - de heer P. van de Sande (penningmeester) - de heer H. Rops - de heer S. Ghielen Het bestuur wordt ondersteund door een coördinator (vacature) die werkzaam is voor het SWV. 2.2 Beschrijving regio Het SWV bestrijkt tien gemeenten. De (deel)gemeenten Asten, Deurne, Gemert-Bakel, Helmond, Nuenen, Gerwen en Nederwetten, Boekel, Geldrop-Mierlo, Heeze-Leende, Laarbeek en Someren. De aangesloten onderwijsinstellingen c.q. de schoolbesturen zijn grotendeels gevestigd in deze regio. Ook zijn er enkele schoolbesturen (voortgezet) speciaal onderwijs - die hun vestiging buiten de regio hebben, maar wel onderwijs en ondersteuning bieden aan leerlingen afkomstig uit de regio - aangesloten. Binnen de regio maakten op 1 oktober 2012 ruim leerlingen in de leeftijd van 4 t/m 12 (13, 14) jaar gebruik van de aanwezige onderwijsvoorzieningen. 2.3 Overzicht van de leden SWV Helmond-Peelland PO Aloysiusstichting 2. Stichting De Eenbes, Stichting voor Katholiek, Protestants-Christelijk & Interconfessioneel Primair Onderwijs 3. Vereniging Maatschappij tot Nut van t Algemeen departement Geldrop 4. RK Stichting De Goede Herder 5. Stichting Emiliusschool 6. Stichting Expertisecentrum Antoon van Dijkschool 7. Stichting Speciaal Onderwijs de Zwengel 8. Stichting Islamitische Scholen Helmond e.o. 9. Stichting Kempenhaeghe / de Berkenschutse 10. Stichting voor Montessorionderwijs Zuidoost Nederland 11. Stichting Neutraal Onderwijs Wilhelmina 12. Stichting Openbare Basisscholen Helmond 13. Stichting Openbaar Onderwijs Groep 14. Stichting Pallas inzake vrije school Peelland 15. Stichting PlatOO, bestuur voor openbaar en algemeen toegankelijk onderwijs 16. Stichting Primair Onderwijs Deurne-Asten-Someren 17. Stichting QliQ Primair Onderwijs 18. Stichting De Kempen, organisatie voor openbaar en algemeen toegankelijk onderwijs 19. Stichting Scholen Parochie Heilige Bernadette 20. Stichting Speciaal Onderwijs Regio Helmond U Pagina 7 van 36

8 21. Vereniging voor Christelijk Nationaal Schoolonderwijs 22. Stichting Zicht, Stichting voor Katholiek en Protestants Christelijk Primair Onderwijs 23. Vereniging voor Bijzonder Onderwijs op Algemene Grondslag 24. Stichting Speciaal Onderwijs Eindhoven 2.4 Bestuurlijke organisatie Er is gekozen voor een verenigingsstructuur waarbij de ALV de toezichthoudende rol heeft en het bestuur een initiërende en uitvoerende rol vervuld. Door het scheiden van bestuur en toezicht wordt voldaan aan de principes van good governance. Het bestuur is verantwoordelijk voor de uitvoering van het vastgestelde ondersteuningsplan en de hierin opgenomen jaar- en activiteitenplanning. Het bestuur heeft een belangrijke rol bij de communicatie richting gemeenten en andere organisaties die betrokken zijn bij het vormgeven van de ondersteuningsstructuur van de leerlingen. Binnen de ALV wordt het ondersteuningsplan inclusief de begroting vastgesteld. Ook het vaststellen van de jaarrekening en het jaarverslag is voorbehouden aan de ALV. Tevens wordt er een toezichtkader vastgesteld, waarbij de ALV de werkwijze en de doelstellingen van het bestuur kadert en monitort. De basis hiervoor is weergegeven in hoofdstuk 8 Evaluatie en monitoring. De wijze waarop hoofdstuk 8 wordt uitgewerkt, is opgenomen in het eerste jaarplan (zie bijlage 7). De coördinator draagt zorg voor de uitvoering van taken die door het bestuur aan hem zijn opgedragen. Voor de uitvoering van een aantal taken kan hij gebruik maken van de aanwezige expertise of nog in te richten expertise binnen het SWV. Het SWV beschikt over een passende ondersteuningsstructuur (administratie & beheer) om de gewenste doelen te kunnen bewerkstelligen. OPR = ondersteuningsplanraad 2.5 Medezeggenschap in het SWV Het SWV heeft geen personeel in dienst. Er is om die reden dan ook geen medezeggenschapsraad. Wanneer er sprake is van medewerkers, die werkzaamheden voor het SWV verrichten, worden deze medewerkers bij voorkeur gedetacheerd. Dienstverbanden en personele afspraken worden gemaakt tussen de moederorganisatie en de betreffende medewerkers. Uiteraard is er wel een OPR (ondersteuningsplanraad) U Pagina 8 van 36

9 2.6 Relatie met jeugdzorg In de memorie van toelichting bij het conceptwetsvoorstel Jeugdwet d.d. 18 juli 2012 is duidelijk omschreven welke taken en verantwoordelijkheden de rijksoverheid, als systeemverantwoordelijke, neerlegt bij gemeenten. Deze nieuwe Jeugdwet gaat in op 1 januari De veronderstelde organisatorische en inhoudelijke beweging is dat zoveel mogelijk zorg zo dicht mogelijk bij de vraag wordt uitgevoerd. Samenwerking is het credo en het onderwijs wordt door gemeenten gezien als een van de belangrijkste partners van gemeenten in dit toekomstige stelsel. Deze visie van thuisnabij organiseren sluit aan bij de werkwijze van het SWV. De meerwaarde van een goede samenwerking, liever nog verbinding, tussen onderwijs en jeugdzorg is voor alle betrokkenen duidelijk en komt ten goede aan de kinderen. Deze constatering biedt ruimte en schept verplichtingen en is een goede basis voor verdere verkenning van samenwerkingsmogelijkheden. In de periode tot 1 januari 2015 zal het SWV zich nadrukkelijk inzetten om de samenwerking met de beoogde doelen vorm te geven. Uiteraard zal na 1 januari 2015 actief worden meegewerkt aan de uitrol van het afgesproken beleid. 2.7 Relatie met cluster 1 en Samenwerking cluster 1 Voor het SWV is Visio de partner voor cluster 1. Voor alle leerlingen met visuele beperkingen verzorgt Visio in deze regio specialistische onderwijskundige begeleiding op reguliere scholen en andere scholen voor speciaal onderwijs. Op deze manier kunnen 75% van alle leerlingen die blind of slechtziend zijn deelnemen aan thuisnabij onderwijs. Visio biedt in de vorm van ambulante onderwijskundige begeleiding een professionele gesprekspartner om in dialoog met ouders en school maatwerk arrangementen op te stellen. Wanneer de schoolinterne zorg ontoereikend is en vragen rondom een vermoeden van cluster 1 problematiek niet beantwoord kunnen worden, kan contact worden opgenomen met Visio via het cliënt servicebureau of voor ambulante onderwijskundige begeleiding via de website Van hieruit wordt ondersteuning geboden om de juiste ondersteuning te organiseren. Deze ondersteuning kan variëren van ondersteuning in de reguliere setting, ondersteuning in andere vormen van onderwijs (SBO en SO niet zijnde cluster 1) tot en met plaatsing in een onderwijsvoorziening voor cluster Samenwerking cluster 2 Voor het SWV is De Taalbrug (SSOE) de partner voor cluster 2. De Taalbrug (Eindhoven) en Mgr.Hanssenschool (Hoensbroek) vormen samen een Instelling voor onderwijs en begeleiding cluster 2. Voor alle leerlingen met een auditieve en/of communicatieve beperking - doof, slechthorend en/of ernstige spraaktaalmoeilijkheden (esm) - wil de instelling voor cluster 2 aansluiten bij het zorgniveau van de reguliere scholen binnen het SWV. Indien de onderwijsbehoefte van deze leerlingen op het gebied van communicatie de mogelijkheden van de zorgplicht van de scholen binnen het SWV overstijgt, wil de instelling voor cluster 2, in dialoog met school en ouders, maatwerk bieden in de vorm van een passend onderwijs arrangement. Basisondersteuning Wanneer de schoolinterne zorg ontoereikend is en vragen rondom een vermoeden van cluster 2 problematiek niet beantwoord kunnen worden, kan een aanvraag worden gedaan voor een traject Consultatie en Advies. Het traject wordt bekostigd door cluster 2. U Pagina 9 van 36

10 Het invullen van een signaleringsinstrument door de reguliere school ten aanzien van de vermoede cluster 2-problematiek gaat hier aan vooraf. Extra onderwijsondersteuning Wanneer in de schoolinterne zorgstructuur en - indien van toepassing - in de schoolnabije zorgstructuur van het samenwerkingsverband vastgesteld wordt dat de school en/of het SWV niet volledig aan haar zorgplicht kan voldoen vanwege de auditieve of communicatieve beperkingen van de leerling, kan een toeleidingstraject naar extra onderwijsondersteuning aangevraagd worden bij het aanmeldpunt van de instelling. Verwijzing / plaatsing cluster 2 SO/VSO Wanneer in de schoolinterne zorgstructuur en - indien van toepassing - in de schoolnabije zorgstructuur van het SWV geconcludeerd wordt dat de school en/of het samenwerkingsverband niet volledig aan haar zorgplicht kan voldoen, kan een toeleidingstraject naar plaatsing op een cluster 2 lesplaats (SO / VSO school) aangevraagd worden bij een aanmeldpunt van de instelling. Expertise-overdracht De doelstelling is de scholen binnen het SWV van dienst te zijn bij het vergroten van de cluster 2-expertise. De scholen kunnen daarvoor gebruik maken van het begeleidings- en scholingsaanbod op maat. De kosten van deze dienstverlening worden in overleg en op basis van een offerte vastgesteld. 2.8 Op overeenstemming gericht overleg (OOGO) Samenwerkingsverbanden zijn bij wet verplicht OOGO te voeren met enerzijds het SWV VO en anderzijds met de gemeenten die binnen het SWV vallen. Het doel van het overleg is om de juiste afstemming te verkrijgen en te behouden ten aanzien van het ondersteuningsplan. De Ambtelijke Regiowerkgroep Passend Onderwijs (ARPO) speelt hierbij een belangrijke rol. Samen met vertegenwoordigers van het SWV VO en de gemeenten wordt het OOGO voorbereid. Thema s die in het overleg aan bod komen zijn (onder andere): onderwijshuisvesting, leerlingenvervoer, leerplicht en jeugdzorg. Om dit proces goed te kunnen organiseren, is de oplegger notitie passend onderwijs regio 3008 Helmond Peelland in maart 2013 door de betrokken gemeenten opgesteld. Vertegenwoordigers vanuit het primair en voortgezet onderwijs zijn hierbij betrokken geweest. In deze oplegger is ook een modelprocedure OOGO en reglement geschillencommissie OOGO opgenomen (zie bijlage 8 met de reactie van het bestuur) De voorgestelde werkwijze wordt in het voorjaar van 2014 geëvalueerd. Tevens wordt de genoemde notitie op actualiteit bijgesteld en binnen het SWV vastgesteld zodat deze per 1 augustus 2014 nauw aansluit bij dit ondersteuningsplan. Belangrijk uitgangspunt in deze oplegger (en belangrijk uitgangspunt voor het beleid binnen het SWV) is: zoveel mogelijk lokaal wat kan en regionaal dat moet. 2.9 Communicatie De ALV komt ten minste twee keer per jaar bij elkaar. Het bestuur vergadert gemiddeld elke vier weken. De coördinator zorgt voor de agenda en het verslag en voor de uitvoering van de bestuurlijke besluiten. De coördinator heeft ook een signalerende en regisserende taak. Signalen en verzoeken vanuit het veld brengt hij in bij het bestuurlijk overleg. Binnen het SWV zijn veel groepen waarmee op goede wijze gecommuniceerd moet worden. Door de diversiteit van de groepen (onder andere ouders, personeel, ondersteuningsplanraad, gemeenten) wordt om een adaptieve aanpak gevraagd. Een belangrijke partner bij passend onderwijs is natuurlijk het voortgezet onderwijs. U Pagina 10 van 36

11 Onderstaande afbeelding geeft weer op welke wijze het overleg tussen primair en voortgezet onderwijs verloopt. Het platform waarin de doorgaande lijn PO-SO-VO wordt besproken is het POSVO. PO Afstemmingsoverleg VO Strategisch - Besluitvorming Bestuur Samenwerkingsverband Bestuurlijk overleg samenwerkingsverbanden Tactisch - Beleidsontwikkeling Bestuur Samenwerkingsverband Coördinator PO Regionaal Platform POSVO Coördinator VO (Netwerk Begeleiding en Zorg) (PCL-VO) Netwerken intern begeleiders Scholen voor PO Operationeel - Uitvoering (sub)regionale werkgroepen Netwerk zorgcoördinatoren Scholen voor VO 2.10 Missie en visie De missie: Voor iedere leerling een passend, thuisnabij, integraal en handelingsgericht onderwijsondersteunings- en zorgaanbod. Uit de missie wordt de visie afgeleid: 1. Passend Regulier waar het kan, speciaal waar het moet. De gezamenlijke schoolbesturen zijn verantwoordelijk voor een dekkend aanbod waarbij rechtsgelijkheid (uitgangspunt: gelijke gevallen dienen gelijk te worden behandeld) binnen het hele verband gegarandeerd is. 2. Thuisnabij (school, wijk, dorp, gemeente en SWV) De uitgangspunten voor thuisnabij zijn als volgt: - Er is sprake van opschaling, zoals hierboven genoemd, als de gewenste ondersteuning niet kan worden geboden. - De ondersteuning/oplossing gaat zoveel mogelijk naar het kind in plaats van het kind naar de ondersteuning/oplossing. 3. Integraal Een kind, een gezin, een plan. Hierover moeten, in het kader van de transitie jeugdzorg, afspraken gemaakt worden met onder andere de gemeente. Het gaat dan om onderwijsoverstijgende problemen. U Pagina 11 van 36

12 4. Handelingsgericht Wat heeft dit kind met deze ondersteuningsbehoefte, met deze ouders, met deze leerkracht en met deze klas nodig? Hoe geven we hier zo direct mogelijk vorm aan met inachtneming van alle aandachtspunten uit de missie en visie. 5. Onderwijsondersteunings- en zorgaanbod De gezamenlijke besturen van het SWV dragen zorg voor het ondersteunings- en zorgaanbod waarbij het belang van het kind centraal staat. Het onderwijs- en ondersteuningsaanbod moet zo preventief, licht, kort en thuisnabij mogelijk zijn, oftewel een zo effectief mogelijk aanbod op de meest efficiënte plek. Naast de bovenstaande missie en visie is het van belang ook de bestuurlijke koers scherp te hebben Bestuurlijke koers De bestuurlijke koers, zoals die binnen het SWV is afgesproken, luidt als volgt: 1. Er is een gedeelde verantwoordelijkheid in de zorg voor alle kinderen binnen het SWV op basis van solidariteit. 2. Elkaar vinden op die terreinen waarbinnen de spankracht van het reguliere aanbod niet groot genoeg is. 3. Een hoog niveau van deskundigheid van de leerkrachten met name in de omgang met en de opvang van leerlingen met extra ondersteuningsbehoeften om zoveel mogelijk leerlingen binnen een reguliere setting te kunnen opvangen. 4. Expertise dient beschikbaar te zijn bij voorkeur binnen het verband voor leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben in specialistische settingen. 5. Het SWV gaat over het WAT en gaat ervan uit dat het HOE op een lager niveau binnen de gestelde kaders georganiseerd wordt met respect en ruimte voor verschillen in uitvoering (mits deze verschillen het gezamenlijke proces niet verstoren). 6. De besturen spreken elkaar aan en leggen verantwoording aan elkaar af over de uitvoering van afspraken die zijn vastgelegd in het ondersteuningsplan. 7. Alle processen worden zo eenvoudig mogelijk georganiseerd met zo min mogelijk bureaucratie. 8. Op het niveau van het SWV wordt bepaald dat: - zoveel mogelijk middelen worden ingezet op de werkvloer, gebaseerd op afspraken over basisondersteuning en extra ondersteuning; - de toewijzing van middelen en de toegankelijkheid van de extra ondersteuning transparant georganiseerd wordt. 9. Het SWV wil effectief en efficiënt samenwerken met partners: gemeenten, voortgezet onderwijs, ketenpartners etc. Deze samenwerking wordt zoveel mogelijk op het niveau van het SWV geregeld. 10. Het SWV richt zich met name op kinderen van (3) 4 t/m 12 (13, 14) jaar. Het SWV stelt zich proactief op richting de voor- en vroegschoolse periode en het V(S)O. 11. Besturen spreken uit dat individuele besturen zelf de keuze kunnen maken om het SBO als voorziening in stand te houden, maar dat het aan de (overige) individuele besturen zelf is om te bepalen of zij van dit aanbod gebruik willen (gaan) maken. 12. Besturen zetten de deuren van de scholen open voor alle kinderen die toelaatbaar zijn. U Pagina 12 van 36

13 Om dit alles waar te kunnen maken, wordt van de deelnemende schoolbesturen een houding gevraagd om vanuit eigen kracht (of beperking) samen te werken. Binnen het SWV spreken wij uit dit niet via protocollen ( indiceren ) te regelen, maar via een gedragslijn en de route van een lerende organisatie ( arrangeren ). Deze gedragslijn luidt als volgt: - Wat je zelf goed kunt doen, doe je zelf. - Wat beter is om samen te doen, doe je samen. - Wat je zelf niet kunt of wat een ander beter kan, laat je een ander doen. Dit leidt tot de volgende zes ambitie-doelstellingen voor het SWV: 1. Ondersteunen en faciliteren van goed onderwijs op de scholen. 2. Goede samenwerking met de zorgpartners realiseren om onderwijs overstijgende ondersteuningsvragen te kunnen beantwoorden. 3. Een dekkend ondersteuningsaanbod voor alle leerlingen. 4. Betrokkenen zelf passend laten arrangeren naar specifieke onderwijsvoorzieningen. 5. Optimale ondersteuning vanuit educatief partnerschap bij het passend arrangeren. 6. De financiële beheersbaarheid en de financiële transparantie bewaken. Dit alles vindt plaats binnen de door de landelijke overheid vastgestelde financiële kaders en binnen de randvoorwaarden zoals die voor het traject passend onderwijs zijn vastgesteld. Bovenstaande ambitie-doelstellingen worden omgezet in zichtbaar gedrag en in meetbare resultaten in de eerste opzet van een monitor. In het jaarplan is de opzet van een monitor opgenomen als een activiteit. Dit is van belang om goed kwaliteitsbeleid te kunnen opzetten en via de PDCA cyclus systematisch aan te werken Netwerken Tot 1 augustus 2014 zijn binnen het SWV een aantal netwerken actief. Deze netwerken zijn gestart vanuit initiatieven binnen de oude vier WSNS verbanden. Het nieuwe SWV heeft er voor gekozen zo decentraal mogelijk relevante interventies mogelijk te maken. Om dit ook te kunnen regisseren en te kunnen faciliteren, zijn de middelen voor ondersteuning doorgezet naar de besturen. Hierdoor is het mogelijk dat besturen individueel of in samenwerking met anderen ook goedlopende initiatieven kunnen continueren en hiervoor facilitering kunnen vrijmaken. De bestaande netwerken voor intern begeleiders zijn een voorbeeld hiervan. In de komende maanden zal duidelijk worden welke bestaande initiatieven door zullen lopen. Het SWV onderzoekt in de komende maanden welke initiatieven er zijn en onderzoekt de waarde hiervan. Een waarde, die uiteraard bepaald wordt door de betrokken schoolbesturen zelf. Waar initiatieven waardevol zijn om te continueren, zal het SWV de realisatie (organisatie) ondersteunen. Echter niet in de financiering van het initiatief zelf (eigen verantwoordelijkheid van betrokken besturen). U Pagina 13 van 36

14 2.13 Projecten In de periode april juli 2014 en in het schooljaar moet een aantal projecten gestart worden om de centrale doelstelling van het SWV (en dus van passend onderwijs) te kunnen behalen. Projectthema s hierbij zijn (onder andere) de aansluiting PO-VO, de kwalitatieve en kwantitatieve monitoring, inrichting control-cyclus met betrekking tot de financiën, planmatig werken aan de lat verhogen, samenwerking met gemeenten in het kader van passend onderwijs en de transitie jeugdzorg en de primaire procesbeschrijving van de afgesproken werkwijze (met heldere criteria) binnen het SWV. Na vaststelling van het ondersteuningsplan worden voor bovengenoemde thema s projectplannen ontwikkeld. Zie hiervoor ook het jaarplan (bijlage 7). Naast het in beeld brengen van de relevante netwerken (2.12) wordt ook een inventarisatie gemaakt van good practices zoals die op dit moment binnen de vier WSNS samenwerkingsverbanden aanwezig zijn. Good practices in de meest brede zin van het woord. Deze good practices worden gebundeld in een soort bronnenboek en zijn wellicht bruikbaar voor alle besturen in het SWV. Wanneer schoolbesturen good practices willen behouden, kunnen zijn vanuit het SWV ondersteuning krijgen bij het organiseren van deze good practices binnen de nieuwe kaders passend onderwijs zoals afgesproken in dit ondersteuningsplan Kwaliteitsfonds en transitiebudget Om de bovengenoemde projecten (2.13) en netwerken (2.12) te kunnen opstarten en vorm te kunnen geven is in het budget organisatiekosten ,-- gereserveerd voor de periode van het eerste jaarplan; nader te beschrijven in het zogenoemde kwaliteitsfonds. Afhankelijk van de doelstellingen en de werkwijze van het kwaliteitsfonds wordt hier een nader vast te stellen budget aangekoppeld. Tevens is er een transitiebudget voor de schooljaren ( ,--) en ( ,--) vastgesteld om de transitie/overgang van het huidige WSNS naar passend onderwijs op goede wijze te kunnen faciliteren. U Pagina 14 van 36

15 3 Basisondersteuning Een van de belangrijke aspecten van passend onderwijs is de (wettelijke) plicht om voor elke leerling een passend ondersteuningsaanbod te hebben binnen het SWV. Dit betekent dat er aantoonbaar een dekkend netwerk van arrangementen moet zijn. Arrangementen die ervoor zorgen dat elke leerling de ondersteuning kan krijgen die nodig is. Deze ondersteuning kan zeer divers van aard zijn. Van bijvoorbeeld een extra training voor een leerkracht, een fysieke aanpassing van het gebouw tot en met plaatsing in het speciaal onderwijs (SO). Om dit binnen een SWV op orde te krijgen, moet duidelijk zijn wat van de scholen verwacht kan worden. Basisondersteuning wordt door het SWV omschreven als het afgesproken geheel van preventieve en lichte curatieve interventies die binnen de onderwijsondersteuningsstructuur van de school planmatig en op een overeengekomen kwaliteitsniveau, eventueel in samenwerking met ketenpartners, worden uitgevoerd. 3.1 Onderscheid basisondersteuning en extra ondersteuning De basisondersteuning beschrijft dus het niveau dat van alle scholen uit het SWV wordt verwacht. De afspraken over de invulling van de basisondersteuning worden op het niveau van het SWV vastgesteld en gelden voor alle 122 scholen. De extra ondersteuning beschrijft de ondersteuningsmogelijkheden die verder gaan dan de afspraken die gemaakt zijn over de basisondersteuning. Deze extra ondersteuning wordt georganiseerd in de vorm van arrangementen. Vooralsnog wordt bij het samenstellen van deze arrangementen uitgegaan van de vijf velden zoals benoemd in Het organisatiemodel IVO Passend Onderwijs (uitgave van de M&O groep, zie voor een downloadversie Binnen het SWV is ervoor gekozen om te investeren in de basisondersteuning en het geleidelijk aan omhoog brengen van het niveau van deze ondersteuning. Een hoog niveau van basisondersteuning laat onverlet dat een deel van de kinderen extra ondersteuning en/of jeugdzorg nodig heeft. Zij kunnen gebruik maken van onderwijs-, ondersteunings- en zorgarrangementen. Voor alle vormen van onderwijsondersteuning, die de basisondersteuning overstijgen, wordt het begrip extra ondersteuning gehanteerd. 3.2 Basisondersteuning: preventieve en lichte curatieve interventies Onder preventie wordt de basisondersteuning voor alle leerlingen verstaan. Preventie is er op gericht om tijdig leerproblemen en opgroei- en opvoedproblemen te signaleren. Vroegtijdige signalering vereist de aanwezigheid van diagnostische expertise en kan al dan niet in samenwerking met ketenpartners worden georganiseerd. Ook de zorg voor een veilig schoolklimaat (zowel voor leerlingen als medewerkers) maakt deel uit van de basisondersteuning. Samenvattend wordt onder basisondersteuning een door het SWV afgesproken preventieve en licht curatieve interventie verstaan die: - eenduidig geldend is voor het gehele samenwerkingsverband; - binnen de ondersteuningsstructuur van de school valt; - onder regie en verantwoordelijkheid van de school wordt uitgevoerd; - waar nodig met inzet van expertise van andere scholen wordt uitgevoerd; - soms met inzet van ketenpartners plaatsvindt; - op het overeengekomen kwaliteitsniveau wordt ingevuld; - planmatig wordt uitgevoerd. U Pagina 15 van 36

16 3.3 Huidig niveau van basisondersteuning Uit het dashboard van Q3, dat door alle scholen gebruikt is om het schoolondersteuningsprofiel te beschrijven, blijkt dat 44% van de scholen de basisondersteuning met het predicaat goed beoordeelt. 45% oordeelt voldoende, 8% zwak en 2% onvoldoende. Met ingang van 1 augustus 2014 wordt gestreefd naar een 100%-score op de beoordelingen goed en voldoende. Vanaf 1 augustus 2015 wordt uitgegaan van een 100%-score op de beoordelingen goed en voldoende. Dat betekent tevens dat SWV Helmond-Peelland PO 3008 vanaf dat moment geen zwakke scholen kent. Het realiseren van dit doel wordt als een eigen bestuurlijke verantwoordelijkheid gezien. Het SWV monitort in hoeverre besturen aan de gemaakte afspraken voldoen en men spreekt elkaar aan op de (niet) behaalde resultaten. Per 1 augustus 2019 is de veronderstelling dat álle scholen de basisondersteuning met goed beoordelen. Een jaar later, 1 augustus 2020, is de verevening afgerond en dient de basisondersteuning bij alle scholen goed te zijn. De indicatoren die gebruikt zijn in het instrument van Q3 zijn onderdeel van de indicatoren basisondersteuning die gebruikt zijn om het niveau van basisondersteuning in het SWV Helmond-Peelland Primair Onderwijs 3008 te beschrijven. Een groot aantal scholen heeft al eerder kennis gemaakt met deze indicatoren in het instrument ijkpunten voor basiszorg in het primair onderwijs (Cor Hoffmans). Veel scholen werken momenteel nog met niveaus van leerlingenzorg (cascademodel). Dit cascademodel wordt vervangen door het beschreven niveau van basisondersteuning. 3.4 Vier aspecten van basisondersteuning Het referentiekader Passend Onderwijs onderscheidt vier aspecten van basisondersteuning: 1. preventieve en licht curatieve interventies; 2. onderwijsondersteuningsstructuur; 3. planmatig werken; 4. kwaliteit van de basisondersteuning. Basisondersteuning is dan ook meer dan basiskwaliteit. Met bovengenoemde vier aspecten van basisondersteuning (uit het referentiekader Passend Onderwijs) als uitgangspunt volgt hieronder een beschrijving van wat er concreet bedoeld en verwacht wordt Preventieve en licht curatieve interventies Dit aspect van de basisondersteuning is gericht op de ondersteuningsmogelijkheden die de school biedt, al dan niet in samenwerking met de partners. Het referentiekader gaat ervan uit dat in de beschrijving van de basisondersteuning ten minste afspraken worden vastgelegd over onderstaande preventieve en licht curatieve interventies. Feitelijk gaat het hier vaak om voorwaarden, bijvoorbeeld in de sfeer van protocollen. Onder preventie wordt de basisondersteuning voor alle leerlingen verstaan die er op is gericht om tijdig leerproblemen en opgroei- en opvoedproblemen te signaleren. Vroegtijdige signalering vereist de aanwezigheid van diagnostische expertise en kan al dan niet in samenwerking met ketenpartners worden georganiseerd. Ook de zorg voor een veilig schoolklimaat (zowel voor leerlingen als medewerkers) maakt deel uit van de basisondersteuning. U Pagina 16 van 36

17 In de beschrijving van de basisondersteuning worden vervolgens afspraken vastgelegd over licht curatieve interventies. Denk hierbij aan: - een aanbod voor leerlingen met dyslexie of dyscalculie (conform de protocollen); - onderwijsprogramma s en leerlijnen die zijn afgestemd op leerlingen met een meer of minder dan gemiddelde intelligentie. De begrenzing van ondersteuning voor leerlingen op basis van IQ alleen wordt vermeden; - fysieke toegankelijkheid van schoolgebouwen, aangepaste werk- en instructieruimtes en de beschikbaarheid van hulpmiddelen voor leerlingen die dit nodig hebben; - (ortho)pedagogische en/of orthodidactische programma s en methodieken die gericht zijn op sociale veiligheid (welbevinden) en het voorkomen en aanpakken van gedragsproblemen. - een protocol voor medische handelingen; - de curatieve zorg en ondersteuning die de school samen met ketenpartners kan bieden. Bovengenoemde interventies zijn structureel beschikbaar voor en/of binnen de school en moeten de continuïteit in de schoolloopbaan van een leerling ondersteunen. Voor alle genoemde interventies geldt dat een diagnose behulpzaam is voor het inzetten van een handelingsgerichte aanpak. Er wordt geen indicatie afgegeven die recht geeft op extra (leerlinggebonden) financiering. In bijlage 6 zijn tabellen opgenomen waarin wordt aangegeven welke afspraken zijn gemaakt in het kader van de basisondersteuning en de begrenzing van de basisondersteuning De onderwijsondersteuningsstructuur Het tweede aspect van basisondersteuning is de inrichting van de ondersteuningsstructuur. In het schoolondersteuningsprofiel (SOP) is aangegeven: - welke expertise (deskundigheid en voorzieningen) de school kan bieden; - hoe de inzet van deze expertise op de school georganiseerd wordt; - hoe de specifieke expertise van samenwerkende scholen wordt benut; - met welke ketenpartners wordt samengewerkt; - welke afspraken er zijn gemaakt met de gemeente over de uitvoering van jeugdgerelateerde zaken. Telkens wanneer het SOP wordt bijgesteld wordt dit onderdeel geactualiseerd Planmatig werken Het derde aspect van basisondersteuning is planmatig werken. De indicatoren zorg en begeleiding, zoals die door de onderwijsinspectie in het toezichtkader voor het primair en voortgezet onderwijs zijn vastgelegd, vormen hiervoor het uitgangspunt. In aanvulling op de standaarden uit het toezichtkader van de inspectie is een aantal standaarden voor handelingsgericht werken (zie bijlage 6) maatgevend, geheel in lijn met de intenties van passend onderwijs. Op deze standaarden zullen de scholen in het SWV minimaal voldoende moeten scoren. Hierbij wordt gebruik gemaakt van een vijfpuntsschaal om per indicator het minimaal na te streven niveau vast te leggen. Elke school dient daarbij minstens een 3 te scoren op alle onderdelen. De vijfpuntsschaal is als volgt ingedeeld: 1. = slecht 2. = onvoldoende 3. = voldoende 4. = goed 5. = niet te beoordelen U Pagina 17 van 36

18 In tegenstelling tot de indicatoren uit het toezichtkader met betrekking tot de basiskwaliteit (zie 3.4) ontbreken bij deze indicatoren overigens vastgestelde criteria om een exacte score te kunnen bepalen Kwaliteit van de basisondersteuning Kwaliteit is het vierde aspect van basisondersteuning. Het criterium hiervoor is het landelijk vastgestelde toezichtkader van de onderwijsinspectie waarin een minimumnorm voor basiskwaliteit wordt genoemd: de leerprestaties (po) en opbrengsten (vo) van de school zijn ten minste voldoende en daarnaast voldoen het onderwijsleerproces en de zorg en begeleiding aan de gestelde norm. De indicatoren uit het toezichtkader van de inspectie hebben betrekking op de ondersteuning van leerlingen. Voor een deel hebben deze indicatoren tevens betrekking op het aspect planmatig werken. Op deze standaarden moeten de scholen in het SWV minimaal voldoende scoren. De indicatoren uit het toezichtkader zijn gelegd naast een vijfpuntsschaal om per indicator het minimaal na te streven niveau vast te leggen. Uitgaande van de onderstaande indeling moet elke school daarbij minstens een 3 scoren op alle onderdelen (hoewel de inspectie ruimte laat om op subonderdelen een onvoldoende te halen, mits die op andere onderdelen worden gecompenseerd). De vijfpuntsschaal is opnieuw als volgt ingedeeld: 1 = slecht 2 = onvoldoende 3 = voldoende 4 = goed 5 = niet te beoordelen 1 augustus 2014: - Geen zwakke scholen in SWV Passend Onderwijs Helmond Peelland PO. - Minimaal score voldoende op indicatoren zelfevaluatie instrument Q3 of een plan. 1 augustus 2019: - Streven naar minimaal score 3 op alle indicatoren van het toezichtkader van de inspectie. - Streven naar score goed op indicatoren zelfevaluatie instrument Q3 of een plan. In bijlage 6 is het toezichtkader nader uitgewerkt. 3.5 De leraar in positie Elke leerling verdient een kans om zich optimaal te ontwikkelen. Dat is de essentie van passend onderwijs. Daarbij draait het om het realiseren van goede didactische en pedagogische voorwaarden, zodat leraren deze uitdaging met de ouders en leerlingen aan kunnen gaan. Pedagogische en didactische voorwaarden zijn beschreven als bekwaamheidseisen in de Wet BIO. Besturen worden geacht hierop hun HRM-beleid af te stemmen. Specifiek wordt aandacht gevraagd van scholen en besturen voor de positie van startende leraren (van startbekwaam naar vakbekwaam). U Pagina 18 van 36

19 Voldoende vaardigheden op het gebied van klassenmanagement, instructie en differentiatie gelden als randvoorwaarden, maar daarmee zijn we er niet. De leraar is belangrijk, maar kan het niet alleen. Om alle leerlingen (individueel) te kunnen bedienen, moet de leraar kunnen terugvallen op de (interne) ondersteuningsstructuur en specifieke expertise. 3.6 De lat omhoog Schoolbesturen zijn ervoor verantwoordelijk dat de basisondersteuning op alle scholen op orde is vóór 1 augustus In tweede instantie wordt gestreefd naar een verbreding/ophoging van deze basis. De samenwerkende schoolbesturen zetten de komende jaren in op een maximale beweging van curatieve naar preventieve onderwijsondersteuning, van indiceren naar arrangeren op basis van handelingsgerichte diagnostiek en van sectoraal naar integraal denken en werken. Dit vereist een hoogwaardige basisondersteuning binnen de scholen van het SWV die terug te zien is in het schoolondersteuningsprofiel. U Pagina 19 van 36

20 4 Extra ondersteuning In hoofdstuk 3 staat beschreven op welke wijze de basisondersteuning is opgezet. Binnen deze basisondersteuning vinden preventieve en licht curatieve interventies plaats. Door het vaststellen van schoolondersteuningsprofielen is een helder beeld van de basisondersteuning binnen het SWV ontstaan. Voor een overzicht van de profielen verwijzen wij u naar bijlage 3. In dit hoofdstuk beschrijven we de extra ondersteuning. 4.1 Uitgangspunten Scholen verkeren in verschillende ontwikkelingsfasen. Terecht kan de vraag gesteld worden of alle scholen en de daarachter liggende besturen op 1 augustus 2014 wel aan de gewenste kwaliteit kunnen voldoen. In het hoofdstuk 8 Evaluatie en monitoring wordt ingezoomd op de wijze waarop de scholen de gewenste basisondersteuning moeten (gaan) bieden; in veel gevallen betekent dat de lat omhoog leggen. Los van de verschillen in ontwikkeling van scholen moet een transparante systematiek worden afgesproken om vanuit een goede basisondersteuning ook de soms noodzakelijke extra ondersteuning te kunnen bieden. Wat wordt dan verstaan onder passend arrangeren? Met arrangeren wordt het proces bedoeld waarin de onderwijs- en ondersteuningsbehoefte van het kind (en de leerkracht) gematcht worden met een daarbij passend onderwijs- en ondersteuningsaanbod. Een arrangement is de aanpak die de school en de ouders (en het kind) samen hebben afgesproken en vastgelegd. Uitgangspunten: - Het denken vanuit de onderwijsbehoefte is de basis voor goed onderwijs. - Van curatief naar preventief. - Van indiceren naar arrangeren. - Van sectoraal naar integraal. - Zo dichtbij, zo licht en zo kort als mogelijk. - Eén kind, één gezin, één wijk, één plan en regie. De onderwijsbehoeften van een leerling worden in kaart gebracht binnen de eerder genoemde vijf velden (zie 3.1): 1. aandacht en tijd 2. onderwijsmateriaal 3. ruimtelijke omgeving 4. benodigde expertise 5. samenwerking met andere instanties In hoofdstuk 3 is uitvoerig stilgestaan bij de basisondersteuning. Binnen deze basisondersteuning wordt ook tegemoet gekomen aan verschillende ondersteuningsbehoeften van kinderen, maar op een bepaald moment signaleert bijvoorbeeld de leerkracht of de ouder dat meer ondersteuning nodig is dan de school op dat moment kan bieden. We spreken dan over extra ondersteuning. Deze extra ondersteuning wordt verdeeld in lichte (extra) ondersteuning en zware (extra) ondersteuning. U Pagina 20 van 36

21 Lichte (extra) ondersteuning wordt beschreven in benodigde expertise en voorzieningen (zie de vijf velden) die nodig zijn om tegemoet te komen aan de onderwijs- en ondersteuningsbehoeften van de leerling (en daaraan gekoppeld de hulpvraag van de leerkracht). Deze vorm van extra ondersteuning wordt zoveel mogelijk op de eigen reguliere school onder verantwoordelijkheid van het eigen schoolbestuur georganiseerd en vanuit de aan het schoolbestuur toegekende middelen gefinancierd. Er zijn diverse arrangementen mogelijk waarbij geprobeerd wordt het arrangement zo passend mogelijk te maken bij de ondersteuningsbehoefte van de leerling. De arrangementen kunnen uiteenlopen van kortdurende ondersteuning tot en met een plaatsing op een school voor Speciaal Basisonderwijs (SBO). Om de ondersteuning zo efficiënt, effectief en zo thuisnabij mogelijk te realiseren werken schoolbesturen samen. Voor deze vorm van extra ondersteuning dient vooraf een ontwikkelingsperspectief (OPP) opgesteld te worden. Bij plaatsing op een school voor SBO dient (tevens) een toelaatbaarheidsverklaring aangevraagd te worden bij het SWV. Zware (extra) ondersteuning betreft de verwijzing naar een school voor speciaal onderwijs (SO); categorie 1, 2 of 3. Hiervoor dient een toelaatbaarheidsverklaring aangevraagd te worden bij het SWV. 4.2 Scenario voor ondersteuningstoewijzing binnen het SWV 3008 Binnen het scenario van ondersteuningstoewijzing zijn zeven aspecten cruciaal: 1. De basisondersteuning 2. De signalering van ondersteunings- en handelingsvragen 3. Het vaststellen van ondersteuningsbehoeften 4. Het bepalen van noodzakelijke ondersteuning en opstellen OPP 5. Het toewijzen van extra ondersteuning, deskundig advies, OPP en een tlv (toelaatbaarheidsverklaring) 6. Het bieden van extra ondersteuning 7. Volgen, monitoren en evalueren 4.3 Basisondersteuning Binnen de visie van het samenwerkingsverband wordt ervan uitgegaan dat de scholen de lat hoog (gaan) leggen (zie ook hoofdstuk 3). De schoolbesturen hebben hierover concrete doelen afgesproken. Op 1 augustus 2015 hebben de scholen de basiskwaliteit, conform de eisen van de inspectie, op orde. Afgesproken is om de jaren daarna de lat verder omhoog te leggen. Op 1 augustus 2019 is de basisondersteuning van voldoende niveau zoals vastgesteld binnen het SWV. De verantwoordelijkheid voor het op orde brengen van de basisondersteuning ligt bij de schoolbesturen. Zoals in de basisondersteuning omschreven, worden hieronder ook de lichte- en curatieve interventies verstaan. Vanuit het SWV wordt gemonitord of scholen/besturen de gemaakte afspraken (het wat ) nakomen (zie hoofdstuk 8 Evaluatie en monitoring ). 4.4 Signalering van ondersteuningsbehoeften en handelingsvragen De leerkracht signaleert een ondersteuningsbehoefte bij een leerling en/of ervaart handelingsverlegenheid bij zichzelf. Hierover wordt een gesprek gevoerd met de ouder(s) en afhankelijk van de concrete invulling binnen de school en het bestuur wordt het gesprek eventueel ook in aanwezigheid van derden (intern begeleider of directeur) gevoerd. Wanneer de school hier behoefte aan heeft, kan de school met betrekking tot de signalering en het in kaart brengen van de ondersteuningsbehoeften een beroep doen op de aanwezige expertise op bestuursniveau of hulp vragen aan andere scholen in het SWV. U Pagina 21 van 36

22 4.5 Vaststellen van ondersteuningsbehoeften Ouders en (het zorgteam van de) school stellen samen de ondersteuningsbehoefte van de leerling vast. Afhankelijk van leeftijd en mogelijkheden van de leerling wordt hij/zij wel of niet betrokken. Bij het vaststellen van deze ondersteuningsbehoefte worden de eerder genoemde vijf velden als uitganspunten gebruikt. Ook bij het vaststellen van de ondersteuningsbehoefte kan gebruik gemaakt worden van de aanwezige expertise op bestuursniveau of de aanwezige expertise in het SWV. 4.6 Bepalen van noodzakelijke ondersteuning en opstellen OPP Wanneer de ondersteuningsbehoefte is vastgesteld, moet vervolgens bepaald worden welk aanbod het beste past. Wanneer een leerling meer nodig heeft dan hetgeen in de basisondersteuning geboden kan worden, dient er een ontwikkelingsperspectief om in aanmerking te komen voor extra ondersteuning opgesteld te worden. Bij die extra ondersteuning wordt onderscheid gemaakt tussen lichte (extra) ondersteuning en zware (extra) ondersteuning. De directeur is voor het proces van arrangeren verantwoordelijk en heeft dit proces ook ingericht (met bijvoorbeeld een IB er of een zorgteam). Bij het bepalen van de noodzakelijke extra ondersteuning wordt gebruik gemaakt van de expertise op schoolniveau, op bestuursniveau en/of wordt gebruik gemaakt van de aanwezige expertise in het SWV. Wanneer er sprake is van een verwijzing naar een school voor SBO of SO dient een triade georganiseerd te worden. De triade bestaat uit de verwijzende school, de ouders en de ontvangende school. Indien nodig/wenselijk kan een advies ingewonnen worden bij een onafhankelijk deskundige. 4.7 Toewijzen extra ondersteuning, deskundig advies, OPP en een tlv Het toewijzen van lichte (extra) ondersteuning is een verantwoordelijkheid van de eigen school/het schoolbestuur en wordt bekostigd vanuit de aan het schoolbestuur toegekende middelen. Daarbij kan gebruik gemaakt worden van de expertise op school-, bestuurs-, wijk- of samenwerkingsverbandniveau (SBO en SO). 4.8 Aanmeldprocedures leerlingen en stroomschema s Voorwaarden aanmelding bij reguliere school De aanmeldingsprocedure van de school is leidend. Natuurlijk kunnen ouders voor de inschrijving het schoolondersteuningsprofiel in de schoolgids raadplegen. Nadat de ouders hun kind schriftelijk hebben aangemeld, kan de zorgplicht ingaan. Hiervoor moet wel aan onderstaande voorwaarden zijn voldaan: - Er is plaatsruimte op de school van aanmelding (de school is niet vol). - Ouders respecteren de grondslag van de school. - Aanmelden kan vanaf de leeftijd van 3 jaar. Kinderen die jonger zijn kunnen op een wachtlijst ( lijst van vooraanmeldingen ) worden geplaatst. - Het gaat om een leerling die extra ondersteuning nodig heeft. - Ouders moeten bij de aanmelding aangeven dat ze vermoeden dat hun kind extra ondersteuning nodig heeft. - Bij aanmelding op meerdere scholen moeten ouders doorgeven bij welke school hun kind nog meer is aangemeld. De scholen vragen, eventueel via het SWV, aan de ouders welke school hun voorkeur heeft. Deze school krijgt (indien nodig) de zorgplicht. - Als ouders bij scholen van verschillende samenwerkingsverbanden aanmelden, kan na overleg met de ouders 1 school worden aangewezen die (indien nodig) zorgplicht krijgt. U Pagina 22 van 36

23 De termijn om een passende plek voor een leerling te vinden, gaat in vanaf het moment dat de school de aanmelding heeft ontvangen. Dat is op de datum dat de ouders het aanmeldingsformulier hebben ingevuld. De school geeft dit in een ontvangstbevestiging aan. Vervolgens heeft de school zes weken de tijd om een passende plek te vinden. Dit zijn gewone weken, geen schoolweken. Eventueel kan deze termijn met vier weken worden verlengd Hoe stelt de school vast of extra ondersteuning nodig is? De school schat op basis van de door de ouders aangeleverde informatie in of de leerling extra ondersteuning nodig heeft. Dit doet een school op basis van eigen ervaring en kennis. De school maakt een inschatting op basis van de beschikbare informatie; ook als die beperkt is. Als de school vindt dat de informatie daar aanleiding voor geeft, kan de school nader onderzoeken of de leerling extra ondersteuning nodig heeft. Om te onderzoeken of een leerling extra ondersteuning nodig heeft, gebruikt de school de informatie van ouders, eventueel aangevuld met informatie van het kinderdagverblijf of de peuterspeelzaal. Als het kind al op een school zit, vormt de informatie van die school ook een belangrijke bron voor de school waar het kind is aangemeld. Heeft de school onvoldoende informatie voor een goede beoordeling, dan kan de school extra informatie vragen aan de ouders. Wil de school dat een psycholoog of een orthopedagoog aanvullend onderzoek doet, dan moeten de ouders daar toestemming voor geven. Ook als de school informatie over de leerling bij andere instanties wil opvragen, moeten de ouders toestemming geven. Wanneer deze aanvullende informatie niet beschikbaar is of komt, moet de school werken met de informatie die er wel is. Ook als ouders aangeven dat ze geen informatie willen leveren of willen laten opvragen, moet de school het onderzoek uitvoeren met de informatie die wel beschikbaar is. De school kan de extra ondersteuning aan leerlingen op veel manieren vormgeven. Afhankelijk van de ondersteuningsbehoefte van de leerling en de mogelijkheden van de school, zet de school de extra ondersteuning in. De ondersteuning is er altijd op gericht om de leerling verder te helpen in zijn onderwijsontwikkeling Wanneer geldt de zorgplicht? De zorgplicht gaat in als blijkt dat een leerling extra ondersteuning nodig heeft om het onderwijs goed te kunnen doorlopen. Voordat de zorgplicht ingaat, moet voldaan zijn aan de aanmeldingsvoorwaarden en moet de school hebben vastgesteld dat de leerling extra ondersteuning nodig heeft. De zorgplicht geldt juridisch gezien voor het bevoegd gezag: het schoolbestuur. In de praktijk vult de school waar de leerling is aangemeld de zorgplicht in Voorwaarden voor plaatsing op een andere reguliere school Als een reguliere school constateert dat een leerling extra ondersteuning nodig heeft en de school kan die ondersteuning zelf niet bieden, gaat de school in overleg met de andere scholen binnen de betreffende gemeente en gaat na of daar de passende ondersteuning wel geboden kan worden. Bij een negatieve uitkomst gaat de school na of er buiten de gemeente wel een school is die de gevraagde ondersteuning kan bieden. U Pagina 23 van 36

24 Naar aanleiding van de uitkomst van dit overleg gaat de school in gesprek met de ouders. In dat gesprek geeft de school aan of er een reguliere school is die wel een passend programma kan bieden en zo ja, welke school dit is. Dit kan een school binnen het eigen samenwerkingsverband zijn, maar dat is niet verplicht. De school heeft hiermee nog niet aan de volledige zorgplicht voldaan. De school van aanmelding moet op basis van het gesprek met de ouders een voorstel doen voor plaatsing op een andere reguliere school of een school voor speciaal onderwijs. Deze school moet plek hebben en bereid zijn om de leerling toe te laten. Het is dan aan de ouders om hun kind vervolgens op die school in te schrijven. Pas op dat moment gaat de zorgplicht over naar de nieuwe school. Zijn ouders het niet eens met het voorgestelde aanbod, dan kunnen zij bezwaar aantekenen bij het bevoegd gezag van de (eerste) school of de tijdelijke geschillencommissie toelating en verwijdering om een oordeel vragen. Of ze kunnen besluiten om hun kind bij een andere school aan te melden. Deze nieuwe school krijgt dan de zorgplicht Wat is een toelaatbaarheidsverklaring en wat zijn de voorwaarden? Een voorwaarde voor plaatsing in het speciaal basisonderwijs (SBO) of speciaal onderwijs (SO) is dat het SWV een toelaatbaarheidsverklaring (tlv) afgeeft. Om te beoordelen of een leerling een tlv krijgt, is (conform de afspraken binnen het SWV) in elk geval advies van deskundigen gevraagd. Bij een positief besluit geeft het SWV een tlv af. Daarop staat het nummer van het samenwerkingsverband, van de toelaatbaarheidsverklaring, de start- en einddatum en het bekostigingsniveau (categorie 1, 2 of 3). Verder gelden de volgende voorwaarden: - Het bevoegd gezag van de school van aanmelding vraagt de tlv aan. Dit is dus niet de verantwoordelijkheid van de ouders. - De school en ouders kunnen bij het SWV bezwaar aantekenen tegen het besluit van het SWV. Het SWV moet zich dan door de bezwaaradviescommissie van het SWV laten adviseren. - Als het SWV geen tlv afgeeft, moet de school waar de leerling is aangemeld of geplaatst op zoek naar een andere passende plek voor de leerling. De zorgplicht blijft dan bij de aanmeldingsschool of bij de school waar de leerling al zit Verhuizen met een tlv Bij de eerste inschrijving is het SWV van de woonplaats van de leerling verantwoordelijk voor het afgeven en betalen van de tlv. Ook als de leerling verhuist. Na afloop van de termijn moet hetzelfde samenwerkingsverband, indien nodig, een nieuwe tlv afgeven. Wordt een leerling verwezen vanuit het regulier onderwijs naar het SO, dan geeft het SWV van de verwijzende school de tlv af en betaalt voor plaatsing in het SO. Dit SWV beoordeelt ook of de leerling nog steeds in aanmerking komt voor een tlv. Ouders kunnen alleen bij dit SWV bezwaar maken tegen deze beslissing. Bij de overgang van het primair onderwijs naar het voortgezet onderwijs is sprake van een eerste inschrijving. Het SWV van de nieuwe woonplaats van de leerling is dan aan zet. U Pagina 24 van 36

25 Voorbeeld: een leerling verhuist van SWV A naar SWV B en de tlv is nog geldig. De leerling kan dan direct worden ingeschreven bij een SO-school in SWV B. SWV A blijft betalen. Na afloop van de termijn moet SWV A bepalen of plaatsing in het (V)SO nog steeds aan de orde is en moet het SWV A eventueel een nieuwe tlv afgeven. De ouders kunnen alleen bij dit samenwerkingsverband bezwaar maken Verhuizen met extra ondersteuning Een leerling functioneert goed met extra ondersteuning in het regulier onderwijs. Hij verhuist naar een andere woonplaats en wil daar ook graag extra ondersteuning op een reguliere school ontvangen. De ouders melden de leerling dan aan op deze nieuwe school en de school schat op basis van de ontvangen informatie (bijvoorbeeld het ontwikkelingsperspectief van de oude school) in of de leerling ook op de nieuwe school extra ondersteuning nodig heeft. Maar het verschilt per school hoe die extra ondersteuning is ingericht. Het is mogelijk dat de nieuwe school op een andere manier extra ondersteuning biedt. Elke school maakt zelf opnieuw de inschatting of de leerling inderdaad extra ondersteuning nodig heeft en hoe de school dit het beste kan invullen Wat is het ontwikkelingsperspectief (OP)? De school stelt een het wettelijke verplichte ontwikkelingsperspectief op voor leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben. Ook staat in het ontwikkelingsperspectief welke ondersteuning en begeleiding de leerling krijgt om dit uitstroomniveau te halen. De school voert op overeenstemming gericht overleg met de ouders over het ontwikkelingsperspectief Aanmelding bij een school voor speciaal onderwijs (SO) De aanmelding bij het SO gebeurt altijd schriftelijk. Nadat de leerling schriftelijk is aangemeld, kan de zorgplicht ingaan. Hiervoor moet wel aan onderstaande voorwaarden zijn voldaan: - Er is plaatsruimte op de school van aanmelding (de school is niet vol). - Ouders respecteren de grondslag van de school. - Speciaal basisonderwijs: aanmelden kan vanaf de leeftijd van 3 jaar. - Bij aanmelding op meerdere scholen moeten ouders doorgeven bij welke school hun kind nog meer is aangemeld. Dan is het aan de scholen of het samenwerkingsverband om aan te geven hoe ze hiermee omgaan. - Bij aanmelding op meerdere scholen moeten ouders doorgeven bij welke school hun kind nog meer is aangemeld. De scholen vragen, eventueel via het samenwerkingsverband, aan de ouders welke school hun voorkeur heeft. Deze school krijgt de zorgplicht. - Als ouders hun kind(eren) bij scholen van verschillende samenwerkingsverbanden aanmelden, kan na overleg met de ouders 1 school worden aangewezen die de zorgplicht krijgt. - De zorgplicht geldt ook als er voor een leerling (nog) geen toelaatbaarheidsverklaring (tlv) is afgegeven. De aanmeldingsschool moet voor deze leerling op zoek naar een andere passende plek. De stroomschema s zijn, zoals die door OC&W beschikbaar zijn gesteld, als bijlage 4 toegevoegd. U Pagina 25 van 36

26 Symbiose De wettelijke regeling van symbiose maakt het voor leerlingen op het SO mogelijk om een deel van het onderwijs op een regulier school of een school voor speciaal basisonderwijs (SBO) te volgen. Regulier en SO maken onderling afspraken over het programma en de bekostiging en leggen dit vast in een symbioseovereenkomst. Er zijn geen voorwaarden voor de minimale lengte en het minimale aantal uren. Deze flexibilisering maakt het voor scholen gemakkelijk om een onderwijsarrangement te bieden dat past bij de mogelijkheden van de leerling. De afspraken die worden gemaakt, worden opgenomen in het ontwikkelingsperspectief (OP) van de leerling. Pas wanneer een leerling 60% of meer van de onderwijstijd doorbrengt op SO of SBO is een tlv vereist Toelaatbaarheidsverklaringen vanuit de zorg Bij de start van het onderwijs is de beschreven triade met de basisschool nog niet aanwezig. De ouders vragen een tlv aan bij het SWV samen met de daarvoor geselecteerde hulpverleners. Het samenwerkingsverband maakt afspraken met de instanties die in een vroeg stadium de ouders en het kind, waarvan bekend is dat het ook op school extra ondersteuning nodig heeft, begeleiden. Het gaat hier onder andere om JGZ, MEE, Herlaerhof, MKD. De hulpverlenende instantie zoekt samen met ouders een school naar keuze en kan vervolgens, samen met die school, een tlv aanvragen bij het SWV. Dit is ook van toepassing voor leerlingen die met een medische indicatie op een later tijdstip geplaatst worden in een residentiele instelling. Terugplaatsing vanuit een residentiele instelling naar een andere onderwijsinstelling vindt plaats na overleg met het beoogde bestuur. Wanneer op basis van vrijwilligheid geen plaatsing geregeld kan worden, bemiddelt het SWV. Het uitgangspunt is dat passende oplossingen het beste bedacht kunnen worden door de triade van ouders, zorginstelling en school. Ook hier geldt de regeling met betrekking tot de advisering door deskundigen. Het SWV wil een bureaucratische indicatiestelling voorkomen. De betreffende leerlingen zijn al bekend bij de zorgverleners. Het oordeel van de triade wordt serieus genomen en is voor de aanvraag van een tlv voldoende. Het SWV monitort het aantal leerlingen met een dergelijke tlv en de uitkomsten hiervan vormen het uitgangspunt voor een jaarlijks evaluatieoverleg met de zorginstellingen. Het SWV zal, zoals al aangegeven, in het eerste jaarplan de systematiek en de organisatie rondom het passend arrangeren verder uitwerken. U Pagina 26 van 36

27 5 De ouders als educatieve partners Ouders (verzorgers) en school hebben elkaar nodig bij het vormgeven van passend onderwijs. De betrokkenheid thuis levert een bijdrage aan het succes op school. Het SWV ziet ouders als gelijkwaardige partners. Ouders hebben een belangrijke stem bij het kiezen van een passend onderwijsaanbod. Op deze wijze zijn zowel school als ouders eigenaar van de oplossing en voelen zij zich verantwoordelijk voor het te behalen resultaat. Dit past ook bij de inrichtingsfilosofie van het SWV. Zo decentraal mogelijk de juiste accenten leggen. Binnen het SWV gaan we er vanuit dat de besturen samen met hun scholen invulling geven aan het educatief partnerschap gericht op het vormgeven van een passend ondersteuningsaanbod. Ouders/verzorgers zijn de eerstverantwoordelijken voor de opvoeding van hun kinderen. Als eerstverantwoordelijken willen zij invloed uit kunnen oefenen op het beleid en de werkwijze van de school waarop hun kind is geplaatst. De leerkracht is de onderwijsprofessional en is eerstverantwoordelijk voor het bieden van goed onderwijs aan de leerlingen. Denk hierbij aan een gezond pedagogisch klimaat, de didactiek en de klassenorganisatie. Van wezenlijk belang is dat ouders en school enerzijds deze gescheiden verantwoordelijkheden (h)erkennen, maar anderzijds continu met elkaar in dialoog blijven. Op die manier kunnen zij profiteren van elkaars kennis bij het zoeken naar de juiste ondersteuning en oplossingen. Het in continue dialoog vinden van oplossingen noemen we educatief partnerschap. Maar om ouders ook de gelijkwaardige partner te kunnen laten zijn, is het van belang dat ouders ook zelf informatie kunnen vergaren over de (on)mogelijkheden binnen passend onderwijs en binnen ons SWV. Hiertoe zal in eerste instantie een website worden ingericht. Ouders vinden op deze website algemene informatie over passend onderwijs en worden geïnformeerd over de mogelijkheden van begeleiding op de basisscholen, de route naar het speciaal onderwijs, het speciaal basisonderwijs en krijgen een overzicht van de relaties met andere instellingen die een specifieke zorg of deskundigheid bieden. De website is erop gericht om ouders te informeren en niet om te adviseren. Via de ondersteuningsplanraad zijn ouders betrokken bij de beleidsontwikkeling binnen het SWV. De ondersteuningsplanraad moet instemming verlenen aan het ondersteuningsplan van het SWV. Op de website staat op welke wijze contact opgenomen kan worden met de leden van de ondersteuningsplanraad. In de aanloopfase naar 1 augustus 2014 organiseert het SWV informatieavonden voor ouders gericht op een transparante invoering van passend onderwijs per 1 augustus De reeds genoemde website wordt een belangrijk communicatiemiddel. In de schoolgidsen van de scholen wordt een paragraaf met informatie over het SWV opgenomen. U Pagina 27 van 36

28 6 Financiën Binnen het SWV 3008 is een gedeeld beeld over de positionering van de scholen, de besturen en het SWV. Uitgangspunt is het zogenoemde bestuursmodel : verdeling/ toewijzing van de middelen zo laag mogelijk in de organisaties en waar samenwerking een meerwaarde heeft middelen omhoog brengen richting het zogenoemde expertisemodel. Het voorgaande is de basis voor de verdelings-systematiek binnen het SWV: - Zoveel mogelijk middelen naar de besturen/scholen. - Arrangementen worden van onderop vormgegeven en bekostigd (door individuele besturen dan wel door samenwerking tussen individuele besturen). - Het SWV PO 3008 gaat over het wat. - De besturen gaan over het hoe. - De doelmatigheid van de besteding van de middelen wordt jaarlijks gemonitord door het SWV PO Plaatsing op S(B)O wordt gezien als intensief arrangement en in de bekostiging zal daar ook op deze manier mee worden omgegaan. In dit hoofdstuk worden de algemene uitgangspunten geschetst. Voor een concrete uitwerking verwijzen we naar bijlage Algemene kosten Het SWV heeft als uitgangspunt dat er geen uitgebreide centrale voorzieningen gerealiseerd gaan worden. Een aantal vaste lasten van het SWV dienen wel bekostigd te worden. Hiertoe kan men rekenen: - bestuurskosten - kosten coördinatie - kosten arrangeren/deskundigenadvies (waar dit niet het schoolbestuur betreft) - kosten bezwaarprocedures - kosten administratie/financieel beheer - kosten secretariaat/ huisvesting - kosten kwaliteitsfonds - reservering specifieke instroom - communicatiekosten Op basis van ervaringsgegevens van de oude WSNS verbanden is er voor gekozen om de hoogte van deze post vast te stellen op 8% van de totale begroting. 6.2 Vormen van ondersteuning Basisondersteuning Het niveau van de basisondersteuning is vastgesteld door het SWV PO De kosten van arrangementen die binnen de basisondersteuning vormgegeven worden, zijn voor rekening van het betreffende bestuur en worden geput uit de reguliere lumpsum en/of middelen lichte ondersteuning. (Basisbekostiging per leerling conform reguliere bekostiging.) U Pagina 28 van 36

29 Extra ondersteuning Alle arrangementen die het niveau van de basisondersteuning overstijgen, vallen onder de extra-ondersteuning. De uitvoering van de extra ondersteuning wordt bekostigd uit de middelen die de besturen ontvangen van het SWV. Er wordt een onderscheid gemaakt in middelen voor lichte ondersteuning en middelen voor zware ondersteuning. Aandachtspunt daarbij is dat de middelen voor lichte ondersteuning niet ingezet mogen worden ten behoeve van de zware ondersteuning. Andersom mag dit wel. 6.3 Middelen lichte ondersteuning Deze middelen worden rechtstreeks naar de besturen doorgesluisd op basis van het aantal leerlingen dat regulier onderwijs volgt. De besturen gaan over de inzet van deze middelen en leggen daar ieder jaar verantwoording over af aan het SWV. Deze verantwoording wordt opgenomen in het bestuursverslag en inzichtelijk gemaakt in de jaarrekening SBO Het SWV kiest ervoor om dit arrangement te laten bekostigen door de individuele besturen. Er is gekozen voor een overgangsregeling voor die leerlingen die onder het huidige regime geplaatst zijn op een SBO-school. De hiervoor gekozen systematiek is uitgewerkt in bijlage Middelen zware ondersteuning Het SWV ontvangt deze middelen op basis van het aantal leerlingen regulier en SBO. Door OCW/DUO zal ieder jaar vastgesteld worden hoeveel leerlingen een tlv zware ondersteuning ontvangen hebben en zal de bijbehorende ondersteuningsbedragen vooraf in mindering brengen op de uitkering aan het SWV. OCW/DUO betaalt deze bedragen rechtstreeks uit aan de SO scholen. (Voor het overgangsjaar geldt nog de oude systematiek en ontvangt het SWV de volledige bekostiging van het aantal LGF- en SO leerlingen op basis van de teldatum ) Ook voor het dan resterende bedrag kiest het SWV ervoor om de middelen zoveel mogelijk door te sluizen naar de besturen PO. De schoolbesturen die een kind verwijzen naar het SO krijgen hiervoor een rekening van het SWV. Het SWV beperkt deze bijdrage tot leerlingen die een tlv krijgen met betrekking tot ondersteuningscategorie 1. Voor de leerlingen die een tlv krijgen met betrekking tot categorie 2 en 3 gaan we uit van het solidariteitsprincipe. Dit wordt dus betaald door het SWV. Bij verwijzing wordt een bedrag in rekening gebracht ter hoogte van de zorgbekostiging van een SBO leerling (± 4.200,-) of een SO leerling (± 8.400,-). Hier wordt voor gekozen om geen ongewenste prikkel in te bouwen met betrekking tot verwijzingen naar een te licht arrangement. Om de scholen niet onevenredig te belasten in de begroting wordt ook hier de t-1 systematiek gehanteerd. Dat wil zeggen dat scholen bij verwijzing het volgende schooljaar de rekening krijgen doorbelast. Bij deze systematiek kunnen, bij specifieke U Pagina 29 van 36

30 situaties, kinderen en/of schoolbesturen bij het mogelijkerwijs onthouden van de gewenste ondersteuning vanwege financiële beperkingen in de knel komen. Het SWV wil dat te allen tijde voorkomen. Er wordt een speciale reservering opgenomen om in uitzonderlijke situaties te kunnen bijspringen. Om hiervoor in aanmerking te komen, wordt een procedure opgesteld Huidige rugzakmiddelen Het SWV ontvangt voor het schooljaar het schooldeel van de voormalige rugzakgelden cluster 3 en 4 van alle PO scholen in het SWV, zoals op zijn geregistreerd. Voor de hieronder staande afspraak wordt als ijkdatum gehanteerd. In ontvangen de schoolbesturen 100% van dit schooldeel. Over het schooljaar is dit 75 % en voor het schooljaar %. Met deze afspraak zijn de financiële middelen gelieerd aan de rugzakken in een soort lumpsum vastgelegd. Hiermee is voor schoolbesturen en SWV helderheid over de hoogte van bedragen, welke hiermee gemoeid zijn Ambulant deel De middelen voor ambulante begeleiding vanuit het REC/SO zijn voor de schooljaren en geborgd. Het eerste jaar ( ) krijgen de SO scholen deze middelen rechtstreeks uitgekeerd. In het tweede jaar ( ) gaan deze middelen naar het SWV PO 3008, maar bestaat er wel een bestedingsverplichting bij het SO. Daarna gaan de middelen naar het SWV PO 3008 zonder oormerk. Het SWV PO 3008 zal in overleg met de besturen de inzet van de ambulante begeleiding en de inzet in de jaren daarna definiëren. 6.5 Reservering specifieke instroom Onderinstroom Uit ervaringsgegevens blijkt dat er een (beperkt) aantal leerlingen rechtstreeks instroomt vanuit PSZ of MKD. Het SWV is van mening dat de bekostiging van deze leerlingen niet toegerekend kan worden naar een individueel bestuur. Hiervoor wordt dan ook een reservering gemaakt in de begroting, gebaseerd op 10% van de instroom van het aantal leerlingen SBO en SO (op basis van ervaringsgegevens). De hoogte van dit percentage wordt jaarlijks geëvalueerd. Instroom leerlingen met een onduidelijk ondersteuningsprofiel Er zijn situaties waarin niet duidelijk is welke ondersteuning een leerling nodig heeft. Om te voorkomen dat leerlingen tussen wal en schip raken (denk aan vluchtelingen, verhuizingen, onvolledige dossiers van leerlingen in verband met achterhouden informatie door ouders of anderen) wordt op korte termijn een procedure opgesteld en vastgesteld. In essentie is het mogelijk om binnen 3 maanden na inschrijving van de leerling zonder kosten voor het betreffende schoolbestuur deze leerling te plaatsen op een school die de passende ondersteuning kan bieden. Afhankelijk van de herkomst van deze leerling wordt bepaald wie voor de bekostiging zorgdraagt. U Pagina 30 van 36

31 6.6 Weerstandsvermogen Het is nog niet goed mogelijk om de risico s die het nieuwe SWV gaat lopen effectief in te schatten. Bij het ontbreken aan personele verplichtingen laat het zich aanzien dat de risico s in ieder geval niet groot zullen zijn. Het SWV kiest voor een weerstandsvermogen (op termijn) van 5% van de totale begroting. De opbouw van deze reserve vindt gefaseerd plaats. Ieder jaar wordt een bedrag, ten hoogte van 1% van de totale begroting, toegevoegd aan het weerstandsvermogen. Op die manier is binnen 5 jaar deze reserve op peil gebracht. Tevens zal worden gemonitord of het weerstandsvermogen in relatie tot de risico s van voldoende omvang is. U Pagina 31 van 36

32 7 Personeel Het werkkapitaal zijn de medewerkers die werkzaam zijn binnen het SWV. Met de invoering van passend onderwijs worden geldstromen in meer of mindere mate verlegd. Aan deze gelden zijn voor het grootste gedeelte personele verplichtingen gekoppeld. Passend onderwijs is ook het herschikken van taken en functies. Het bestuur van het SWV ziet het als haar plicht om de bestaande expertise, zoals in personen vaak aanwezig is, niet te laten opdrogen. Het SWV is zich er van bewust dat schoolbesturen ook gezien de inrichtingsvisie van het SWV hier een eigen verantwoordelijkheid in hebben. Initiatieven zullen worden genomen om binnen de inrichtingsvisie van het SWV zoveel mogelijk werkgelegenheid te behouden. Hierbij wordt aangesloten bij de intenties zoals vermeld in de zogenoemde tripartiete overeenkomst tussen het ministerie van OCW, de vakcentrales en de PO-raad. Twee belangrijke en belemmerende factoren komen hierbij om de hoek kijken, namelijk de vereveningsopdracht van 1,3 miljoen en de regionale krimp van ongeveer 550 leerlingen per jaar. Zoals aangegeven is binnen het SWV een belangrijke rol weggelegd voor de deelnemende schoolbesturen. Zeker ook voor het hoofdstuk personeel. Via scholings- en ontwikkelingsinterventies op bestuursniveau worden de medewerkers ondersteund om de lat hoger te gaan leggen (zie hoofdstuk 3). Waar zinvol en logisch worden tussen besturen allianties georganiseerd om ontwikkelagenda s te koppelen. U Pagina 32 van 36

33 8 Evaluatie en monitoring De gehanteerde uitgangspunten bij de inrichting van het SWV in relatie tot bestuurlijke verantwoordelijkheid voor een efficiënte inzet van de middelen, maken het noodzakelijk om de afspraken en uitgangspunten die de besturen met elkaar vastgelegd hebben regelmatig te evalueren en, waar nodig, te monitoren. Er is een gedeelde verantwoordelijkheid voor de wijze waarop de ondersteuning is vormgegeven. Doordat binnen dit SWV middelen zoveel mogelijk decentraal worden neergelegd, via het zogenoemde bestuursmodel, is het absoluut noodzakelijk de inzet van de middelen te monitoren om indien nodig via interventies vroegtijdig te kunnen sturen. Dit om te voorkomen dat het SWV niet achteraf geconfronteerd wordt met overschrijdingen en dus tekorten welke achteraf aangevuld moeten worden. Dit hoofdstuk is dus een zeer belangrijk onderdeel van het ondersteuningsplan. Daarom is ervoor gekozen om de uitgangspunten nog eens te benoemen en er een uitwerking aan te koppelen. 8.1 Uitgangspunten De schoolbesturen in het SWV krijgen zorgplicht en daaraan gekoppeld de middelen en de verantwoordelijkheid voor de uitvoering van passend onderwijs. De zorgplicht betekent dat de scholen verantwoordelijk zijn voor ieder kind dat zich bij hen aansluit. In eerste instantie op de eigen school, maar als dat niet lukt op een andere school binnen het SWV. Het SWV draagt de verantwoordelijkheid voor een dekkend ondersteuningsaanbod voor alle leerlingen en dient zich daarover ook te verantwoorden. Besturen worden hierbij in positie gebracht door de beschikbare ondersteuningsmiddelen aan hen ter beschikking te stellen. Passend arrangeren, zo laag mogelijk in de organisaties is hierdoor goed mogelijk. Het ondersteuningsplan wordt uitgewerkt in activiteitenplannen per schooljaar, waarin de doelstellingen worden geconcretiseerd en de benodigde activiteiten worden uitgeschreven. Jaarlijks wordt er een evaluatie gehouden. De uitkomsten van deze evaluatie hebben invloed op het activiteitenplan voor het volgende schooljaar. Zeker in het eerste jaar is het van belang om te evalueren en ervaringen mee te nemen in de activiteitenplanning voor het jaar Hierdoor kan het SWV na het eerste jaar beter aansluiten bij de eigen ervaringen binnen het SWV en de externe ontwikkelingen. Denk hierbij aan de transitie jeugdzorg. Daarnaast heeft het SWV, in casu de coördinator, een signalerende taak. Signalen en verzoeken vanuit het veld worden door de coördinator ingebracht bij het bestuurlijk overleg. 8.2 Uitwerking De genoemde uitgangspunten behoeven een meer concrete uitwerking en planning. Daarbij gaat het om twee componenten: 1. Inzicht in de doelmatigheid van de besteding van de toegekende middelen. 2. Inhoudelijke uitwisseling tussen besturen en SWV over de uitvoeringsaspecten van passend onderwijs. U Pagina 33 van 36

34 Inzicht in de doelmatigheid van de besteding van de toegekende middelen Uitgangspunt is dat er zoveel mogelijk middelen naar de besturen/scholen toegaan. Het SWV gaat over het wat en de besturen gaan over het hoe. Uiteraard binnen de kaders en afspraken die in dit ondersteuningsplan met elkaar zijn afgesproken. Jaarlijks, in januari, ontvangen de besturen een verantwoordingsformulier van het SWV voor de besteding van de middelen. Hiervoor wordt een format ontwikkeld. Daarin komen de volgende vragen aan de orde: - Kunt u aangeven welk deel van de ontvangen middelen op bestuursniveau zijn aangewend ter versterking van de ondersteuningsstructuur en kunt u aangeven aan welke activiteiten? - Kunt u aangeven welk deel van de ontvangen middelen op schoolniveau zijn aangewend ter versterking van de ondersteuningsstructuur en kunt u aangeven aan welke activiteiten? - Kunt u aangeven welk deel van de ontvangen middelen zijn aangewend om concrete arrangementen te realiseren? - Kunt u aangeven of, en zo ja, welke frictie er eventueel bestaat tussen de door uw organisatie ontvangen ondersteuningsgelden en de door uw organisatie uit te voeren ondersteuningstaken? De financiële en inhoudelijke kengetallen worden door het SWV verzameld, geordend en samengevat weergegeven in de jaarrekening en, als onderdeel daarvan, in het bestuursverslag van het SWV opgenomen. De jaarrekening wordt door het bestuur van het SWV aangeboden aan de ALV en daar besproken. Inhoudelijke uitwisseling tussen besturen en SWV over de uitvoeringsaspecten van passend onderwijs Voor alle betrokkenen is het concept passend onderwijs nieuw. Daarom is er ook gekozen voor een systeem van jaarlijkse activiteitenplannen, waarin aanpassingen doorgevoerd kunnen worden met betrekking tot het te voeren beleid en de gestelde kaders. Het bestuur van het SWV, of indien daartoe gemandateerd de coördinator, voert jaarlijks in september/oktober een evaluatiegesprek met ieder bestuur afzonderlijk aan de hand van een nog op te stellen gesprekswijzer. Van elk overleg wordt een verslag gemaakt. Het verslag moet door het betrokken bestuur vastgesteld worden. Het SWV is verantwoordelijk voor de bundeling van de opbrengsten, de analyse daarvan en de formulering van de aandachtspunten. Deze worden besproken in de ALV en de uitkomst daarvan wordt verwerkt in het jaarlijkse activiteitenplan, dat vervolgens weer besproken wordt binnen de OPR en de ALV. U Pagina 34 van 36

35 8.3 Kengetallen Het SWV houdt de onderstaande kengetallen per jaar bij om de doelstellingen en het beleid hier op af te stemmen. Financiële kengetallen: - rentabiliteit: resultaat gedeeld door de totale baten - kapitalisatiefactor: activazijde gedeeld door de totale baten (omzet) - eigen vermogen - weerstandsvermogen: het eigen vermogen minus de materiele vaste activa uitgedrukt in een percentage van de rijksbijdrage OCW - solvabiliteit: eigen vermogen en voorzieningen gedeeld door het totale vermogen - minimale en maximale ondersteuningsbudget per leerlingen en de spreiding Inhoudelijke kengetallen: - aantal leerlingen in het regulier onderwijs - aantal leerlingen in het speciaal basisonderwijs - aantal leerlingen in het speciaal onderwijs (per categorie/ per school) - aantal scholen met aangepast toezicht binnen het SWV - aantal afgegeven tlv s vanuit de zorg - aantal verwijzingen en terugplaatsingen, uitgesplitst per school - aantal aangepaste onderwijsprofielen - ingezette individuele ondersteuning vanuit het SWV: periode, mate van ondersteuning, school en uitstroom - aantal thuiszitters: meldingen van scholen en thuiszitters volgens de landelijke definitie - aantal mediationtrajecten: aantal meldingen bij de landelijke geschillencommissie U Pagina 35 van 36

36 Bijlagen Een aantal bijlagen is aan verandering onderhevig. Om te voorkomen dat het ondersteuningsplan steeds opnieuw moet worden besproken en eventueel weer opnieuw moet worden vastgesteld, zijn deze bijlagen separaat toegevoegd. 1. Contactgegevens 2. Deelnemende scholen 3. Schoolondersteuningsprofielen en het dekkend aanbod van het SWV 4. Stroomschema s passend onderwijs 5. Financiële uitwerking 6. Tabellen basisondersteuning, indicatoren handelingsgericht werken en toezichtkader 7. Jaarplan maart 2014 juli Oplegger OOGO en reactie bestuur SWV U Pagina 36 van 36

37 Bijlage 1: contactgegevens samenwerkingsverband passend onderwijs PO Helmond-Peelland Bestuur Voorzitter: de heer Jan van der Heijden Vicevoorzitter: mevrouw Annemie Martens Secretaris/penningmeester: de heer Peter van de Sande Sjaak Ghielen Harry Rops Daniël Vlugt Ivon de Wilde Secretariaat: Karin Steenbakkers Adres bestuur: Postadres: postbus 47, 5490 AA Sint-Oedenrode Telefoon: of

38 Bijlage 2 In het samenwerkingsverband participeren de navolgende schoolbesturen: Stg. Openbaar Onderwijsgroep Postbus AA Veghel Stichting QliQ Primair Nieuwveld 61 Onderwijs 5702 HW Helmond Stichting Islamtische Scholen Postbus 395 Helmond e.o AJ Helmond ZICHT PO Postbus AA Gemert Vereniging CNS Helmond Koekoekstraat PM Helmond Stichting Neutraal Onderwijs Bachlaan 9 Wilhelmina 5707 RM Helmond Het Nut Geldrop Postbus AA Geldrop Eenbes Postbus AD Geldrop Aloysiusstichting; Gulberg Sectorbureau Zuid 5674 TE Nuenen Stg. Montessori-onderwijs Schoutlaan 11A Zuidoost Nederland 6002 EA Weert Stichting Primair Onderwijs Postbus 3 Deurne-Asten-Someren 5720 AA Asten Stichting Pallas Helmondselaan NM Helmond Postbus AN Zeist Stichting Openbare Postbus 877 Basisscholen Helmond 5700 AW Helmond Stichting De Kempen, Provincialeweg 74 Organisatie voor Openbaar en 5503 HJ Veldhoven Algemeen Toegankelijk Onderwijs Stichting PlatOO bestuur voor openbaar en algemeen toegankelijk onderwijs Weth van Nunenstraat 12 a 5706 TK Helmond Stichting Scholen in de Parochie H. Bernadette Dahliastraat ET Helmond Stichting Speciaal Onderwijs Weegschaalstraat 3 Eindhoven 5632 CW Eindhoven RK Stichting De Goede Herder Montgolfierstraat EB Helmond Stichting Kempenhaeghe Sterkselseweg VE Heeze Stichting Speciaal Onderwijs Postbus 47 Regio Helmond 5490 AA Sint-Oedenrode Stichting Expertisecentrum Berkveld 19 Antoon van Dijkschool 5709 AE Helmond Ver. voor bijzonder onderwijs St.-Michaelstraat 30 op algemene grondslag 5421 NK Gemert Stichting Emiliusschool Nieuwstraat AE Son info@stichtingoog.nl info@qliqprimair.nl salahedd@xs4all.nl info@zichtpo.nl info@rankhelmond.nl info@wilhelminaschool.nl bestuurskantoor@nutgeldrop.nl secretariaat@eenbes.nl sectorbureauzuid@aloysiusstichting.nl bestuursbureau@mozon.nl info@prodas.nl info@vrijeschoolpeelland.nl info@obshelmond.nl info@rbobdekempen.nl info@platoo.nl admin@silvester-bernadette.nl secretariaat@ssoe.nl info@bs-goedeherder.nl informatie@berkenschutse.nl k.steenbakkers@osgmetrium.nl info@depandelaar.nl administratie@emiliusschool.nl Stg. Speciaal Onderwijs De Zwengel Postbus CE Vught zwengel@rvagroep.nl

39 Onder deze stichtingen ressorteren de volgende scholen: Stichting Openbaar Onderwijs Groep 23TP OBS Uilenspiegel Parkweg AL Boekel Stichting QliQ Primair Onderwijs 03UL De Korenaar Rector Heuvelsstraat AN Helmond 06MF De Vlier Maaslaan LD Helmond 06OF Sint Trudo Sint Trudostraat GL Helmond 07UU Westwijzer Cortenbachstraat TJ Helmond 08LC De Vuurvogel Prins Karelstraat VL Helmond 10FM Mozaïek Wethouder Ebbenlaan AG Helmond 10IU De Zevensprong Theo Driessenhof BA Helmond 11XN Den Bongerd Betuwehof KP Helmond 18JH Het Baken Dolfijnlaan BT Helmond 18MK St Odulfus Slegersstraat 2A 5706AX Helmond 18NR St Joris Mahoniehoutstraat VS Helmond 25KH Dierdonk Nijendaldreef RK Helmond 27JN De Vendelier Schutsboom KH Helmond 30AZ Mondomijn Laan door de Veste ZZ Helmond Stichting Islamitische scholen Helmond e.o. 23VF Salah Eddin El Ayyoubi Venuslaan GA Helmond Zicht PO 02RT SBO Petrus Donders De Stroom HB Gemert 04LM De Klimboom Meester Hertsigstraat PR De Rips 04SB De Kastanjelaar Elsenstraat AP Milheeze 06RW ST Willibrordusschool Schoolstraat BV Bakel 08JD Ds Swildens (tot ) Valeriusstraat TR Gemert 09KQ Het Venster Churchill-laan HA Gemert 10NY De Regenboog Kennedystraat CH Boekel 10WW Michaelschool Pastoor Attendorenstraat SN Gemert 11KO Kleinerf Lochterweg VZ De Mortel 11PT Octopus Parkweg AL Boekel 11WC Mr Iven-School St.-Janstraat TS Elsendorp 12AQ St Cornelius Sint Josephplein GL Venhorst 12FR De Havelt Johannes Keijzershof TX Handel 12OT Berglarenschool Groeskuilenstraat HW Gemert Vereniging voor Christelijk Nationaal Schoolonderwijs 07LW De Rank Koekoekstraat PM Helmond Stichting Neutraal Onderwijs Wilhelmina 04QP Wilhelmina Bachlaan RM Helmond Nut Geldrop 04RI Beneden Beekloop Beneden Beekloop HM Geldrop 07ML De Regenboog John Davisstraat GC Geldrop 08WD De Ganzebloem Saruman SK Geldrop

40 Eenbes basisonderwijs 03PP Bernadetteschool Mariastraat AH Mariahout 03SK De Branding Beringstraat GX Geldrop 04JV St Jozef Papenvoort AH Geldrop 05GT SBO Burg vd Putt Parallelweg AC Geldrop 05GU t Vyfblad Linze AH Geldrop 06HL De Wentelwiek Jacobushoek HZ Nuenen 06LC De Windroos Sint Jozefplein RL Geldrop 06WD De Fontein De Klumper AZ Lieshout 07NU De Heindert Schoolstraat CG Aarle-Rixtel 07PW t Klokhuis Hazelaar VE Geldrop 08KX Heuvelrijk Heuvel RR Nuenen 08QV Mariaschool De Wieken JA Lieshout 08WZ Brukelum Broekelingstraat HC Aarle-Rixtel 08XS Dommeldal Beneden Beekloop HK Geldrop 08ZG t Otterke Beverstraat KW Beek en Donk 08ZW Merlebos De Spinner NG Heeze 09KL Sint Jozef De Koppel NW Nuenen 09XA De Parel Pastoor Gastlaan BM Heeze 10PE De Raagten Lage Heesweg BK Beek En Donk 10PM Dirk Heziusschool Schoolstraat HK Heeze 10WU De Dassenburcht Jacob Catsstraat VP Nuenen 11EF De Muldershof Molenweg NA Beek En Donk 11KM Insp J. Cryns Heikampen ST Nuenen 11XU Sint Lucia Santheuvel Oost MA Mierlo 12FO Nieuwe Linde Vrouwkensakker PE Nuenen 12PS De Kersentuin Wersakker KE Mierlo 12XD Loeswijk Biss van Mierlostraat GH Mierlo Aloysiusstichting 19ES De Hilt SO en VSO Azalealaan CM Helmond Stichting MOZON 15SY Montessorischool Dinkelstraat GK Helmond Stichting PRODAS 03UQ De Wegwijzer Galileistraat AW Vlierden 03UR Zeilberg Margrietstraat AH Deurne 03VG St Gerardus Klingerveld AK Deurne 05DJ St Jozef Kerkendijk ET Someren 06DR De Viersprong Singel HL Someren 06IC SBO De Brigantijn Kanaalstraat 38 Hogeweg EJ/ 5751KX Someren Deurne 06ME De Zonnebloem het Hofke BB Liessel 06VX St Antonius Pastoor Arnoldstraat AN Heusden 06XD t Rendal Offermansstraat AM Lierop 07SM Lambertus Van Gijselstraat HE Someren 08NM St Willibrordus Romboutsstraat BW Deurne 08NN St Willibrordusschool Dorpsstraat AM Neerkant 08YV Mariaschool Laan ten Roode GC Someren 09KU St Bonifatius Kruiskensweg KD Asten 09MJ Heiakker Patrijs DJ Deurne 09MK De Peelparel Oude Peelstraat PC Helenaveen 10EW De Diamant Doctor Eijnattenlaan AW Someren 10FW Voordeldonk Bergweg JD Asten 10HE De Piramide Hoendiep VC Deurne 10WZ St Lambertus Zonnehof AZ Asten

41 11KR Deken van Hout Asterstraat EE Asten 11NH De Vonder Willem Alexanderlaan CA Someren 11WG Het Lover Biggekruid RB Asten 12FV Sint Pieter Dionysiusstraat AC Ommel 16UM Tijl Uilenspiegel Schutsboom JB Deurne 16UU D n Bogerd Keltenstraat GN Deurne 24AN De Ratelaar Aaltje Reddingiusstraat HK Deurne Stichting Pallas inzake Vrije School Peelland 06UK Vrije School Peelland Helmondselaan NM Helmond Stichting Openbare Basisscholen Helmond 09GM 't Hout Mahoniehoutstraat VS Helmond 10CH De Bundertjes Basstraat SM Helmond 10UB De Straap Twentehof KG Helmond 11IF De Rakt Baroniehof HD Helmond 11TY De Stroom Rijnlaan HZ Helmond 22KK De Lindt Sprengersstraat EV Helmond 27JP Brandevoort de Plaetse ZJ Helmond Stichting De Kempen organisatie voor openbaar en algemeen toegankelijk onderwijs 03BV De Trumakkers De Spinner NG Heeze PlatOO openbaar en algemeen toegankelijk onderwijs 07FL De Horizon Jan van der Diesduncstr VM Asten 07GU De Bron Spaarne WJ Deurne 08DM 't Schrijverke Heer van Grevenbroeckweg EK Mierlo 08JE De Mijlpaal Brabantring EE Nuenen 20OW t Einder Wetering AN Gemert 21DA De Kleine Kapitein Bernhardstraat 2A 5761BJ Bakel 21MV De Hasselbraam Torteltuin HA Deurne 23BW De Rietpluim Van Duynhovenlaan AP Nuenen 23TN Ranonkel Dommel KT Someren 23ZM De Driehoek Jan van Rixtelstraat GA Aarle-Rixtel 24AB Het Klokhuis Wijnkelderweg 3A 5741ND Beek en Donk 24DV Het Toverkruid Dalkruid RR Asten Stichting Scholen in de Parochie H.Bernadette 05BO Silvester Bernadette Dahliastraat ET Helmond Stichting Speciaal Onderwijs Eindhoven 16SO Mytylschool Toledolaan CC Eindhoven RK Stichting De Goede Herder 09PD De Goede Herder Montgolfierstraat EB Helmond Stichting Kempenhaeghe 05HJ De Berkenschutse Sterkselseweg VE Heeze Stichting Speciaal Onderwijs Regio Helmond 02SG SBO De Toermalijn Hortensialaan WL Helmond Stichting Expertisecentrum Antoon van Dijkschool 14VL Antoon van Dykschool Deurneseweg AH Helmond

42 75688 Vereniging voor Bijzonder Onderwijs op Algemene Grondslag 06XW De Pandelaar St.-Michaelstraat NK Gemert Stichting Emiliusschool 01PA Emiliusschool Nieuwstraat AE Son Stichting Speciaal Onderwijs De Zwengel 23XK De Zwengel Brevierpad AD Helmond

43 Bijlage 3: schoolondersteuningsprofielen en het dekkend aanbod van het SWV Helmond- Peelland PO Voor iedere school in het funderend onderwijs brengt de wet passend onderwijs de verplichting mee om het schoolondersteuningsprofiel vast te stellen. In dit ondersteuningsprofiel beschrijft de school welke ondersteuning zij de leerlingen biedt. Deze ondersteuning valt uiteen in de basisondersteuning, kort gezegd de ondersteuning voor alle leerlingen, en extra ondersteuning voor leerlingen waarvan is vastgesteld dat zij daar behoefte aan hebben. Alle scholen binnen het SWV Helmond-Peelland PO hebben hun profiel in kaart gebracht met behulp van Q3. Een onderzoek dat zicht geeft op de volgende vragen: - Welke ondersteuning biedt u en wat is de kwaliteit ervan? - Welke deskundigheid hebt u in huis en welke voorzieningen voor ondersteuning biedt u aan? - En wat zijn uw ambities? Het SWV Helmond- Peelland PO heeft op basis van de inventarisatie vanuit Q3 een dekkend onderwijsaanbod en is dus in staat om aan iedere vraag om extra ondersteuning tegemoet te komen. Alle scholen hebben met behulp van Q3 het schoolondersteuningsprofiel opgesteld. Dit is gebeurd in het schooljaar Uit de eerste analyses blijkt dat het invullen van een zelfevaluatie (met behulp van een instrument zoals Q3), leidt tot vragen binnen het SWV. Scholen konden bij de evaluatie min of meer zelf bepalen welke kwaliteit wordt toegekend aan het eigen ondersteuningsaanbod. Dat maakt een diepgaande vergelijking binnen het SWV op dit moment moeilijk. Aan de andere kant geeft het totaaloverzicht van alle scholen via Q3 een geruststellend beeld, namelijk dat er een dekkend netwerk wordt aangetoond. In deze bijlage is een overzicht bijgevoegd. Met dit overzicht voldoet het SWV aan de verplichting om het dekkende ondersteuningsaanbod te kunnen aantonen. In het overzicht is zichtbaar dat er binnen het SWV een dekkend aanbod is. In het schooljaar wil het SWV het aangetoonde dekkende netwerk niet alleen kwantitatief in kaart brengen, maar ook kwalitatief kunnen verantwoorden. Dat betekent dat in het najaar van 2014 de scholen worden gevraagd het schoolondersteuningsprofiel nader te beschouwen. Hiervoor wordt wederom het Q3 instrument gebruikt. In het voorjaar van 2015 worden de gegevens van de scholen geanalyseerd en afgezet tegen de inhoud van het ondersteuningsplan. Het is dan mogelijk om het dekkende aanbod niet alleen vanuit kwantitatieve kant, maar ook vanuit kwalitatieve kant te belichten en hier vervolgens indien nodig acties aan te koppelen. Hieronder twee tabellen waarin de totaalscores van het SWV worden weergegeven op het gebied van de basisondersteuning. Tabel 1 gaat in op de deskundigheid zoals die op de individuele scholen aanwezig is. De expertise kan in huis zijn (intern) of van buiten naar binnen worden gehaald (extern). Tabel 2 gaat in op de meer beleidsmatige aspecten die het verschil maken bij het leveren van de benodigde kwaliteit bij passend onderwijs.

44

45 In een update van deze bijlage (3) voor het schooljaar zal nader ingegaan worden op de ondersteuningsprofielen per school en op de betekenis daarvan voor het SWV. Extra ondersteuning De extra ondersteuning beschrijft de ondersteuningsmogelijkheden die verder gaan dan de afspraken die gemaakt zijn voor de basisondersteuning. Deze extra ondersteuning wordt georganiseerd in de vorm van arrangementen. Het samenwerkingsverband kiest er voor om deze arrangementen niet gestandaardiseerd te beschrijven. Ieder kind is immers anders en de ondersteuningsbehoefte zal nooit identiek zijn. Ook het ondersteuningsaanbod van de SBO- en SO-scholen binnen het SWV wordt gezien als een arrangement. Door de beschrijving van de ondersteuningsvraag aan de hand van de vijf velden (IVO) wordt duidelijk welk ondersteuningsaanbod een leerling nodig heeft. Het (tijdelijk!) verwijzen van kinderen naar een school voor S(B)O wordt gezien als het inkopen van expertise. De flexibele manier waarop het SWV omgaat met de extra ondersteuning (= maatwerk) staat garant voor een aanbod voor alle leerlingen. Immers, wanneer een arrangement voor een leerling wordt vastgesteld wordt er tevens een plek gezocht waar dit arrangement het beste uitgevoerd kan worden. Dit zou op een reguliere basisschool kunnen zijn maar ook op een school voor S(B)O. Ook voor de leerlingen die aangewezen zijn op een voorziening, vallende onder de clusters 1 en 2, maakt het SWV afspraken met de betreffende instituten. Hoewel de verantwoordelijkheid voor de ondersteuning van deze leerlingen formeel niet onder het SWV valt. In hoofdstuk 2.7 van het ondersteuningsplan wordt de relatie met cluster 1 en 2 verder toegelicht. Thuiszitters Een indicator voor de toereikendheid van het dekkend aanbod is natuurlijk het aantal zogenaamde thuiszitters. Binnen het OOGO met de gemeenten is dit punt benoemd. In de zogenoemde bestuurlijke opdracht, die tussen de gemeentes en besturen SWV is overeengekomen, wordt hier handen en voeten aan gegeven. Het SWV zal zich inspannen om te komen tot een heldere definitie (aard van het verzuim, onderwijsaanbod, relatie leerplicht, etc.) Verder wordt, samen met de gemeenten, de registratie van eventuele thuiszitters opgepakt.

46 passend onderwijs Zorgplicht aanmelding bij reguliere po-school Stroomschema 1 START Legenda Keuze / actiepunt <10 wk wk Beschikbare tijd (in weken) Termijn telt niet door Leerling staat nog niet ingeschreven op een po-school en ouders melden de leerling aan 1 OP Ontwikkelingsperspectief Toelichting In ontwikkeling Toelating volgens reguliere aanmeldingsprocedure NEE Inschatting: heeft de leerling extra ondersteuning nodig? Mogelijk geschil Meer informatie over mogelijk geschil: NEE JA Extra ondersteuning nodig vanuit cluster 1 of 2? School onderzoekt of extra ondersteuning nodig is 2 6 wk Termijn verstreken? Commissie van Onderzoek Start onderzoekstermijn Directe plaatsing op cluster 1 of 2 instelling voor bepaalde periode Arrangement: begeleiding van cluster 1 of 2 instelling in het regulier of speciaal onderwijs JA Extra gegevens van ouders nodig? JA JA Verlenging nodig? 4 wk Ouders leveren extra gegevens aan Tijdelijke plaatsing op aanmeldschool (onderzoek loopt door) NEE School heeft zorgplicht 3 Toelaatbaarheid sbao of so NEE Kunnen we de ondersteuning zelf bieden? NEE Zoeken naar andere reguliere school Plaatsing op andere reguliere school 4 OP 7 Zorgplicht gaat over naar nieuwe school JA Swv beslist JA Afgeven tlv en school bereid toe te laten 5 6 Plaatsing op aanmeldschool Plaatsing op OPDC 7 OP Ouders schrijven in op sbao of so Inschrijving en zorgplicht bij aanmeldschool Zorgplicht gaat over naar nieuwe school Extra ondersteuning binnen SOP en/of met extra middelen swv OP 7 Extra ondersteuning nodig, maar tijdelijk niet mogelijk op de eigen school Oktober 2013

47 passend onderwijs Zorgplicht aanmelding bij sbao of (v)so-school Stroomschema 3 START Legenda Keuze / actiepunt <10 wk wk Beschikbare tijd (in weken) Termijn telt niet door Leerling staat nog niet ingeschreven en meldt zich aan bij sbao of (v)so-school 1 OP Ontwikkelingsperspectief Toelichting Onder In ontwikkeling constructie Ouders melden leerling aan bij reguliere school NEE Inschatting: heeft de leerling extra ondersteuning nodig? Mogelijk geschil Meer informatie over mogelijk geschil: Meer informatie over mogelijk geschil: NEE JA Extra Ondersteuning nodig vanuit cluster 1/2? School onderzoekt of extra ondersteuning nodig is 2 6 wk Termijn verstreken? NEE Commissie van Onderzoek Start onderzoekstermijn Directe plaatsing op cluster 1 of 2 instelling voor bepaalde periode Arrangement: begeleiding van cluster 1 of 2 instelling in het regulier of speciaal onderwijs JA Extra gegevens van ouders nodig? JA JA Verlenging nodig? 4 wk Ouders leveren extra gegevens aan Tijdelijke plaatsing op aanmeldschool (onderzoek loopt door) NEE School heeft zorgplicht 3 Toelaatbaarheid sbao of so NEE Kunnen we de ondersteuning zelf bieden? NEE Zoeken naar een andere passende plek in het reguliere onderwijs Plaatsing op andere school 4 OP 7 JA Zorgplicht gaat over naar nieuwe school Swv beslist JA Toelaatbaarheid sbao of (v)so NEE Afgeven tlv en school bereid toe te laten 5 6 Swv beslist Ouders schrijven in op sbao of so JA Zorgplicht gaat over naar nieuwe school Afgeven tlv en school bereid toe te laten 5 6 Ouders schrijven in op sbao of (v)so Zorgplicht gaat over naar nieuwe school Oktober 2013

48 passend onderwijs Zorgplicht als leerling al op school zit (voor po en vo) Stroomschema 4 START Legenda Keuze / actiepunt wk Beschikbare tijd (in weken) Leerling zit op reguliere school en school of ouders constateren dat misschien extra ondersteuning nodig is OP Termijn telt niet door Ontwikkelingsperspectief Toelichting In ontwikkeling Toelating volgens reguliere aanmeldingsprocedure NEE Inschatting: heeft de leerling extra ondersteuning nodig? Mogelijk geschil Meer informatie over mogelijk geschil: NEE JA Extra Ondersteuning nodig vanuit cluster 1/2? School onderzoekt of extra ondersteuning nodig is Extra gegevens van ouders nodig? JA Ouders leveren extra gegevens aan Commissie van Onderzoek JA Directe plaatsing op cluster 1 of 2 instelling voor bepaalde periode Arrangement: begeleiding van cluster 1 of 2 instelling in het regulier of speciaal onderwijs NEE School heeft zorgplicht 3 Toelaatbaarheid vso NEE Kunnen we de ondersteuning zelf bieden? NEE Zoeken naar andere reguliere school Swv beslist JA JA Plaatsing op aanmeldschool Plaatsing op lwoo/pro tot via RvC via Regionale Verwijzingscommissie (RvC) Plaatsing op andere reguliere school. 4 Zorgplicht gaat over naar nieuwe school OP 7 Afgeven tlv en school bereid toe te laten Plaatsing op OPDC Ouders schrijven in op vso Zorgplicht gaat over naar nieuwe school Extra ondersteuning binnen SOP en/of met extra middelen swv OP 7 Indien aanwezig: ondersteuning binnen lwoo Extra ondersteuning nodig, maar tijdelijk niet mogelijk op de eigen school Inschrijving en zorgplicht bij aanmeldschool OP Oktober 2013

49 Passend Onderwijs SWV PO Financiële uitwerking FZPP