Hoofdstuk 6 De Perm tijd

Transcriptie

1 Hoofdstuk 6 De Perm tijd

2 1 Paleotektoniek Stephaniaan- Autuniaan - West Europa boven de zeespiegel - nieuwe rift bekkens - vulkanisme

3 Permo-Carboon Paleotektonische eenheden in West-Europa

4 2. Perm Stratigrafie NW Europa

5 3.1. Paleogeografie factoren riftsystemen en vertikale subsidentie, aried klimaat o.i.v. plaatverschuiving, algemene opwarming en zeespiegelstijging

6 3.2 Facies

7 Paleogeografisch model van het gebied tussen ons land en SPB

8 Evolutie van de Perm paleogeografie in de tijd :transgressie, cycliciteit, zout, Betekenis voor de HC-play van het Noord Nederland gasgebied.

9 4. Perm afzettingen in België Kempen - in de steenkoolboringen van de Kempen - Zechstein ouderdom - iets dikker buiten de toekomstige slenk dan erin (dus slenk niet actief)

10

11 Malmédy slenk -Rode conglomeraten - kalksteenkeien (Warche zone) -post Asturisch/pre Trias -Glaciale trog? -Pull-apart bekken - na de belangrijkste erosie van de plooigordel (meer dan 5 km )

12 Perm afzettingen ten zuiden van België Fléchin Wittlich Saar-Nahe

13 Hoofdstuk 7 De Trias tijd

14 1. Tektonische situatie Perm rifting zet zich verder en Rijn en Noordzee slenken ontstaan

15 De belangrijke Trias tektonische eenheden in het Noordzee gebied.

16 2. Chronostratigrafie van het Trias

17 3. Trias lagen in de Kempen Trias

18 Gebaseerd op de vooral lithologische gegevens van de steenkoolboringen

19 Erosie van Trias dat het BM overdekte

20 4. Trias lagen in Lotharingen - De kustlijn verliep ongeveer NS en transgredeerde gedurende de Trias tijd over een deel van de Ardennen. - De tracés op de geologische kaart van GH Luxemburg zijn ten dele bepaald door paleogeografie en door latere differentiële vertikale bewegingen

21

22

23

24

25 Pas vanaf de Keuper tijd subsideert het gebied ten zuiden van de Belgische Ardennen waardoor de oudste Trias lagen, die in het GH Luxemburg Bundsandstein zijn, in Belgisch Lotharingen Keuper lagen zijn.

26 Hoofdstuk 8 De Jura tijd

27 1. Chronostratigrafische nomenclatuur

28 2. Paleogeografie LIAS Toarciaan schiefers zijn source rock voor Parijs Bekken en zuidelijke Noordzee

29 2. Paleogeografie DOGGER Midden Cimmerische opheffingsfase in het centrale en noordelijke Noordzee gebied Carbonaatplatform in het zuiden Vanaf Calloviaan is er terug een verbinding tussen het Arctische en het Tethys gebied.

30 2. Paleogeografie MALM Centrale Noordzee slenk Laat Cimmerische opheffing LBM-RM-BohM Transtensie met NNW randslenken

31 Ook reeds oude Solvay! boring Subsidentie, geen breukranden LIAS in de KEMPEN

32 Mesozoïcum van Belgisch Lotharingen KEUPER LIAS BAJOCIAAN

33 W E

34 Cuesta landschap in Lotharingen

35 Zandstenen van Virton

36 Mesozoïcum in het GH Luxemburg Subsidentie tijdens het Trias, transgressie tijdens het Lias, diachrone zandsteen van Luxemburg

37 Oesling Gutland In GH Luxemburg een bijkomende cuesta in het Trias.

38 Minette ijzerertsafzettingen (Aaleniaan) zijn het afbraakpuin van de ijzerkorstverweringen (cuirasse) op de Ardennen en de Eifel

39 De Midden Malm Kimmeridge klei is de belangrijkste source rock van de Noordzee olie. Organisch materiaal gehalte kan lopen op tot 20% Het komt voor in cylci. Factoren die de OM pieken bepalen: -bekken stagnatie (geen oxidatie) -hoge zeespiegel ( meer nutriënten aanvoer) -klimaatsoptimum dat de productiviteit doet stijgen

40

41 Fission-track uplift history Apatiet met U sporen, porfier van Quenast Tijd sinds de afkoeling beneden 105 C Conclusie: T beneden dewelke sporen bewaard blijven m bovenop BM in Lias

42 Patijn (1963) model voor het Luikse bekken, geldig voor het ganse BM?

43 Ontstaan van de Noordzee

44

45 De slenken, randslenken met vooral Jura sedimentatie in de Noordzee

46 E-W Profielen doorheen de Noordzee Slenkstructuren van Jura ouderdom, zijn de plaatsen waar olie gevormd kon worden. Tijdens de Cimmerische fasen start ook de voornaamste zoutremobilisatie

47 Pb-Zn mineralisatie in Oost-België In breukrichtingen NW-SE, dwz in Jura breuken (quasi loodrecht op de Varisische richting) Vormingstemperaturen < 50 C

48 Hoofdstuk 9 Het Krijt

49 1. Chronostratigrafische nomenclatuur 65 Ma 131 Ma

50 2. Paleogeografie Neocomian (Vroeg Krijt) Noordzee gebied en Parijsbekken-Alpiene gebied van elkaar gescheiden door landmassa Weald facies

51 2. Paleogeografie Aptiaan-Albiaan (Late Onder Krijt) Pennine blok wordt overspoeld en er ontstaat een Noordzee- Alpiene verbinding (tektoniek en stijgende zeespiegel). Eerste afzettingen in het zakkende Mons bekken, als appendix van het Parijs bekken.

52 2. Paleogeografie Senoon-Daniaan (late Krijt en overgang Cenozoïcum) Hoogste zeespiegelstand en afgevlakt reliëf

53 3. Het Mons bekken

54 99 Ma Turoon lagen zijn de eerste continue lagen in het gebied.

55 Weald facies aan de rand van het bekken Dikste lagen in het bekken zijn schrijfkrijt Ook Paleocene en Eocene lagen (Tertiair)

56

57 + silex

58 SILEX HG HG

59 De verschillende krijtpakketten zijn door hiaten gescheiden.

60 4. Verschillende generaties breuken vast te stellen in de oude fosfaat mijngangen

61 5. De as Brabant Massief - Ardennen

62

63

64 6. Santoon-Campaan ten noorden van de as BM-Ardennen Boven het verweerde Boven Carboon (kaolinietrijk) in het Land van Herve bevinden zich Santoon kustvlakte afzettingen (lagune kleien -smectiet rijk, estuarium zanden..)

65 Santoniaan afzettingen vormden zich in een trog tussen een opgeheven oostelijk blok (inversie van de Roerdal slenk en een zeer laag gelegen Kempen (marien Santoon in Knokke boring)

66 De vroegste Campaan afzettingen zijn een fijn kalkhoudend glauconietzand dat lateraal naar het westen overgaat in een smectietrijke klei (Herve Formatie)

67 Boven deze afzettingen komt het schrijfkrijt van de Formatie van Gulpen voor en daarboven de kalkarenieten (tuffeau) van Maastricht; dit laatste facies is nauwelijks te onderscheiden van kalkarenieten van Daniaan ouderdom (Houthem Formatie). In de Antwerpse Kempen ligt de klei van Herve rechtstreeks op het steenkoolterrein.

68 Er treedt een faciesverandering op, meer glauconiet en kwarts bijmenging, in de krijten van de Formatie van Gulpen naar het inversieblok in het oosten, te wijten aan erosieproducten die van dat blok afkomen. Bemerk de verschillende gebruiken van Formatie van Maastricht en Maastrichtiaan. Tijdens de afzetting van de kalkarenieten van Maastricht is de inversie blijkbaar voorbij.

69 Paleogeografie tijdens de afzetting van de Formatie van Gulpen.

70 De detailstratigrafie van de krijtafzettingen gebeurt op basis van lithologie (Fm), hard grounds (cycli precessie), vuurstenen..

71 7. De inversie van de Roer Valley Graben tijdens het Krijt is zichtbaar door de dikte van het Krijt in en buiten de slenk.

72

73 8. De Turoon-Campaniaan eustatische hoge zeespiegelstand. Wordt die ook teruggevonden in de afzettingen van ons land?

74

75 Welke is de bijdrage van de differentiële vertikale tektoniek (kanteling) en van de eustatische zeespiegelstijging?

76 ?? Breuk herwerking

77 9. Krijt-Paleoceen grens Enkel op de Geulhemmerberg klei en Iranomalie teruggevonden van de K/T impact.