HOOFDSTUK 2. Vorderingen op ten hoogste één jaar

Transcriptie

1 HOOFSTUK 2 Vorderingen op ten hoogste één jaar Blz. 393 tot 403 ATIVA BALANS per --/--/-- PASSIVA I. OPRIHTINGSKOSTEN 20 I. KAPITAAL 10 II. IMMATERIËLE VASTE ATIVA 21 A. Geplaatst kapitaal 100 III. MATERIËLE VASTE ATIVA B. Niet-Opgevraagd kapitaal (-) 101 A. Terreinen en gebouwen 22 II. UITGIFTEPREMIES 11 B. Installaties, machines en uitrusting 23 III. HERWAARERINGS- MEERWAAREN 12. Meubilair en rollend materieel 24 IV. RESERVES 13. Leasing en soortgelijke A. Wettelijke reserves 130 rechten 25 B. Onbeschikbare reserves 131 E. Overige MVA voor eigen aandelen 1310 F. Activa in aanbouw en 2. andere 1311 vooruitbetalingen 27. Belastingsvrije reserves 132 IV. FINANIËLE VASTE ATIVA 28. Beschikbare reserves 133 A. Verbonden ondernemingen V. OVERGERAGEN WINST eelnemingen 280 VERLIES 2. Vorderingen 281 VI. KAPITAALSUBSIIES 15 B. Onderneming waarmee een deelnemingsverhouding bestaat 1. eelnemingen 282 VII.A. VOORZIENINGEN VOOR RISIO S EN KOSTEN Vorderingen 283 A. Pens. en soortgel. verpl Andere FVA B. Belastingen Aandelen 284. Grote herst. en onderh Vorderingen en borgtochten. Ov. risico s en kosten 163/165 in contanten 285 B. UITGESTELE BELAST

2 ATIVA BALANS per --/--/-- PASSIVA V. VORERINGEN OP > 1 JAAR 29 A. Handelsvorderingen 290 B. Overige vorderingen 291 VI. VOORRAEN EN BIU A. Voorraden 1. Grond- en hulpstoffen Goederen in bewerking Gereed product Handelsgoederen O.G. bestemd vr. verkoop Vooruitbetalingen 36 B. Bestellingen in uitvoering 37 VII. Vorderingen op < 1 jaar A. Handelsvorderingen 40 B. Overige vorderingen 41 VIII. SHULEN OP > 1 JAAR 17 A. Financiële schulden 170/4 1. Achtergestelde leningen Niet-achtergestelde leningen Leasingschulden en soortgelijke schulden Kredietinstellingen Overige leningen 174 B. Handelsschulden Leveranciers Te betalen wissels Ontvangen vooruitbetalingen op bestellingen 176. Overige schulden 178/9 IX. SHULEN OP < 1 JAAR 42/48 A. Schulden op méér dan één jaar die binnen het jaar vervallen 42 VORERINGEN OP MÉÉR AN ÉÉN JAAR: dubieuze debiteuren Zie eveneens boek 1 Zodra de inning van een vordering dubieus wordt zal de schuldeiser het vermoedelijke verlies schatten. it kan op verschillende wijzen: individuele schatting: elke openstaande vordering wordt kritisch onderzocht op het risico van niet-betaling en in functie hiervan past men een waardevermindering toe. eze methode zal toegepast worden op (een beperkt aantal) vorderingen met een belangrijk saldo globale benadering: op basis van ervaring; zal toegepast worden wanneer er zeer veel vorderingen zijn met een geringe waarde methode 1: voorbeeld: Jaar Werkelijk verlies Totale verkoop 20N0 100, ,00 20N1 150, ,00 20N2 180, ,00 20N3 200, ,00 20N4 200, ,00 - aan te leggen percentage: som vd. werkelijk geleden verliezen/som van de totale verkopen 830,00/61 500,00 = 1,35% - stel dat in 20N5 de totale verkoop ,00 EUR is, dan zal de totale aan te leggen waardevermindering 202,50 EUR bedragen 2

3 VORERINGEN OP MÉÉR AN ÉÉN JAAR: dubieuze debiteuren methode 2: vertrekt van de veronderstelling dat hoe langer een vordering buiten vervaldag is, hoe hoger het risico van niet-betaling. voorbeeld: Vervallen schuldvorderingen Totaal Niet-vervallen > 90 dagen 3 082,00 900,00 650,00 820,00 530,00 182,00 risicograad: 1% 2% 5% 10% 50% Aan te leggen waardevermindering: (900,00 x 0,01) + (650,00 x 0,02) + (820,00 x 0,05) + (530,00 x 0,1) + (182,00 x 0,5) = 207,00 EUR VORERINGEN OP MÉÉR AN ÉÉN JAAR: dubieuze debiteuren Voorbeeld: Een vordering met een waarde van ,00 EUR blijkt op vervaldag niet betaald te zijn. Na contact met de klant beslist de onderneming een waardevermindering van 60% aan te leggen handelsdebit dubieuze debit , , handelsvorderingen: geboekte WV(-) WV op handelsvord. op < 1 jaar: toevoeging Opmerking: voor het aanleggen van de waardevermindering houden we geen rekening met de aangerekende BTW. Bij niet-inning van de vordering kan de BTW van de administratie gerecupereerd worden (zie ook boek 1) 3

4 VORERINGEN OP MÉÉR AN ÉÉN JAAR: dubieuze debiteuren e afwikkeling van de dubieuze vordering ziet er als volgt uit: 2 gevallen: 1) inning bij sluiting faillissement 8 470,00 EUR 2) inning bij sluiting faillissement 3 630,00 EUR e werkelijke situatie ziet er als volgt uit: eerste geval tweede geval N.W. BTW N.W. BTW Oorspronkelijke vordering , , , ,00 efinitief geïnd 7 000, , ,00 630,00 Verlies 3 000, ,00 - Te corrigeren BTW 630, ,00 Reeds geboekte waardevermindering - - Winst bij realisatie 3 000,00 Verlies bij realisatie 1 000,00 VORERINGEN OP MÉÉR AN ÉÉN JAAR: dubieuze debiteuren ubieuze debiteuren KI:R/ , , , ,00 (1) Meerwaarden op Regul. versch. BTW de realisatie van HV andere dan N s 3 000,00 630, ,00 (1) 1 geval (2) 2 geval (2) Minderwaarden op HV: geboekte de realisatie van HV waardeverminderingen (-) 1 000,00 4

5 VORERINGEN OP MÉÉR AN ÉÉN JAAR: factoring efinitie: Factoring = techniek waarbij de handelaar de zorg voor de inning van zijn vorderingen op klanten aan een gespecialiseerde onderneming overlaat (= de factor) Verschillende modaliteiten: - factor eist dat de onderneming alle of een groot deel van haar vorderingen via hem laat innen - factor kan als verzekeraar optreden (waarborg bij slechte afloop van de vordering) - factor geeft nodige statistieken ivm. debiteurenadministratie aan de onderneming - factor kan als kredietverlener optreden (wordt altijd gekoppeld aan kredietverzekering) - in geval de factor geen krediet verleent, betaalt hij de onderneming op vervaldag, ongeacht de werkelijke situatie tussen de factor en de klant. VORERINGEN OP MÉÉR AN ÉÉN JAAR: factor Voorbeeld: (1) In het kader van een factoringscontract wordt een vordering afgegeven ter waarde van ,00 EUR. (2) e vorderingen worden op de vervaldag door de factor voldaan, na afhouding van het factorloon (10,00 EUR + 21% BTW) en het kredietverzekeringsloon ad 20,00 EUR verkopen klanten (factor) KI: R/ , , , , Versch. BTW bij verkopen (1) (2) Vergoedingen aan derden 2 100,00 30, TV BTW bij aankopen 2,10 5