25 september 2000 C F/1

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "25 september 2000 C F/1"

Transcriptie

1 25 september 2000 C F/1 Nr. C F.- PHOTO LABO EXPRESS, naamloze vennootschap, Mr. Michel Mahieu, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen EUROSTATION, naamloze vennootschap, Mr. Lucien Simont, advocaat bij het Hof van Cassatie. HET HOF, Gehoord het verslag van raadsheer Storck en op conclusie van eerste advocaat-generaal Leclercq ; Gelet op het bestreden vonnis, op 12 mei 1999 in hoger beroep gewezen door de Rechtbank van Koophandel te Brussel ; Gelet op de beschikking d.d. 30 juni 2000 van de eerste voorzitter waarbij de zaak naar de derde kamer wordt verwezen ; Over het eerste middel : schending van de artikelen 149 van de Grondwet, 537, 1712 van het Burgerlijk Wetboek, 1, 2, 3, 12 van de wet van 30 april 1951 waarbij een afdeling 2bis wordt ingevoegd in Hoofdstuk II van titel VIII van boek III van het Burgerlijk Wetboek, houdende regels betreffende de handelshuur in het bijzonder, en 1134 van het Burgerlijk Wetboek, doordat het bestreden vonnis, bij de uitspraak over de oorspronkelijke vordering van eiseres waarmee zij in hoofdzaak de nietigheid wil doen vaststellen van de opzegging met een opzeggingstermijn van drie maanden die haar op 26 januari 1998 door verweerster ter kennis was gebracht, en over de oorspronkelijke tegenvordering van verweerster waarmee zij in hoofdzaak de geldigheid van voornoemde opzegging wilde doen vaststellen, beslist

2 25 september 2000 C F/2 dat de eerste vordering niet gegrond en de tweede vordering ten dele gegrond is, en zulks met name op de volgende gronden : "dat de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen (N.M.B.S.) in een brief van 22 juni 1998 aan (verweerster) vroeg om de door (eiseres) ingenomen standplaats vrij te maken om zo een betere doorgang en oriëntatie van de reizigers in de middengang van het station mogelijk te maken ; (...) dat de litigieuze te beslechten vraag in werkelijkheid betrekking heeft op de aard van de overeenkomst die op 10 november 1995 tussen de partijen is gesloten en op de geldigheid van de opzegging die (verweerster) in haar brief van 26 januari 1998 heeft gegeven ; (dat) (verweerster), wat betreft de aard van de overeenkomst die op 10 november 1995 tussen de partijen is gesloten, staande houdt dat het een overheidsconcessie op het openbaar domein betreft ; dat (eiseres) wat haar betreft, in ondergeschikte orde, het standpunt verdedigt dat er een handelshuurovereenkomst bestaat, aangezien de litigieuze standplaats, volgens haar, op het privé-domein van de N.M.B.S. ligt en dat er daarover een beslissing tot buitengebruikstelling genomen diende te worden ; (dat) er dus moet worden nagegaan of de door (eiseres) ingenomen standplaats tot het privé-domein dan wel tot het openbaar domein van de Staat behoort, met de daaraan verbonden gevolgen ; (dat) de goederen van het openbaar domein omschreven kunnen worden als niet alleen de goederen die rechtstreeks tot eenieders gebruik worden aangewend, maar als die welke, wegens hun bestemming of hun natuurlijke ligging of wegens hun inrichting, noodzakelijkerwijs voor een openbare dienst worden aangewend en tevens als die welke voor de werking van de openbare dienst onontbeerlijk worden geacht ; (dat) in casu de door (eiseres) ingenomen standplaats in de middengang van het station Brussel Zuid ligt, ter hoogte van de zijgang die uitgeeft op de Overdekte Straat ; (dat) zij daar een stand heeft opgetrokken ; het evenwel vaststaat dat de spoorwegen en hun aanhorigheden, inclusief de stations, tot het

3 25 september 2000 C F/3 openbaar domein behoren ; (dat) niet staande kan worden gehouden dat de middengang van het station Brussel Zuid niet onontbeerlijk zou zijn voor de werking van de openbare dienst, aangezien via die gang de perrons en de H.S.T.-terminal bereikt kunnen worden en hij een verplichte doorgangszone is voor de gebruikers van de N.M.B.S. ; (dat) (eiseres) ook beweert dat de N.M.B.S. het in concessie gegeven goed uit haar openbaar domein heeft weggehaald door aan (verweerster) voor een maximale duur het alleenrecht van de commerciële exploitatie van het station en van de H.S.T.-terminal te verlenen ; (dat) zij zich beroept op een vonnis van 9 november 1995 van de Rechtbank van Eerste Aanleg te Brussel luidens hetwelk de concessie- en subconcessieovereenkomsten betreffende handelsruimten binnen het openbaar domein van het metroen pre-metronet onder toepassing van de wet van 30 april 1951 op de handelshuurovereenkomsten vallen ; (dat) die analyse in casu niet opgaat, niet alleen omdat de bevoegde overheid nooit uitdrukkelijk beslist heeft dat de door (eiseres) ingenomen standplaats aan haar oorspronkelijke bestemming werd onttrokken, maar ook omdat de N.M.B.S. nooit enige handeling heeft verricht die noodzakelijkerwijs het bestaan van een dergelijke beslissing onderstelt ; (dat) de toestemming tot het gebruik of tot het in concessie geven van het litigieuze goed geen beslissing tot buitengebruikstelling is ; dat integendeel uit het onderzoek van de algemene context van dit geschil, meer bepaald het bestaan van een algemeen project om van Brussel Zuid een station voor binnenlandse lijnen en een H.S.T.-station te maken met een speciale zone voor commerciële standplaatsen in duurzame materialen en om alle stands uit de middengang te verwijderen, blijkt dat de N.M.B.S. aldus opnieuw beklemtoond heeft dat die gang tot het openbaar domein behoort ; (dat) dus geenszins bewezen is dat er een beslissing is genomen om de door (eiseres) ingenomen standplaats buiten gebruik te stellen; (dat) het feit dat de algemene concessie aan (verweerster) is toegekend voor een eventueel in

4 25 september 2000 C F/4 de tijd beperkte duur, geenszins in tegenspraak is met het feit dat het in concessie gegeven goed tot het openbaar domein behoort ; (dat) uit die analyse volgt dat de litigieuze standplaats op het openbaar domein ligt zodat ze niet kan worden verhuurd, wegens het onbeschikbaar karakter van het openbaar domein dat steeds ten dienste van het algemeen belang moet blijven ; (dat) (eiseres) vervolgens aanvoert dat (verweerster), aangezien zij een privaatrechtelijk rechtspersoon is, geen aanspraak kan maken op een regeling die afwijkt van het gemeen recht en evenmin een administratief concessiecontract kan sluiten ; (dat) in dat verband vaststaat dat de algemene concessie door de N.M.B.S., een autonoom overheidsbedrijf aan wie de wet opdrachten van openbare dienst toevertrouwt, aan (verweerster) is toegekend ; (dat) de omstandigheid dat (verweerster) een privé-persoon is die niet beschikt over het overheidsgezag niet relevant is, in zoverre de bijzondere regeling voor de litigieuze standplaats gewettigd is omdat zij tot het openbaar domein behoort ; (dat) aldus, wanneer een handelaar, die concessiehouder is van een standplaats in het openbaar domein, aan een andere handelaar tegen vergoeding het genot van die standplaats verleent, die overeenkomst, evenmin als de concessie zelf, niet als een verhuring van een onroerend goed kan worden aangemerkt, aangezien het openbaar domein niet verhuurd kan worden ; (dat) het door (eiseres) aangevoerde feit dat (verweerster) haar hoger beroep voor deze rechtbank heeft ingesteld geenszins die analyse tegenspreekt, die overigens niet alleen door de inhoud van de aanhef van de litigieuze overeenkomst en de bewoordingen in de tekst zelf van de overeenkomst, namelijk de woorden concessie en vergoeding wordt bevestigd, maar ook door het feit dat B., gedelegeerd bestuurder van (eiseres), in 1990 met de N.M.B.S. een concessieovereenkomst heeft gesloten voor een stand in het midden van de zijgang van het station Brussel Zuid, zonder dat die omschrijving ooit ter discussie stond ; (dat) overigens niet wordt betwist dat laatstgenoemde aanvaardde

5 25 september 2000 C F/5 dat de oorspronkelijke standplaats werd gewijzigd wegens de noodwendigheden van de openbare dienst van het station ten gevolge van de werken in 1992 ; (dat) gelet op het voorgaande, de litigieuze overeenkomst als een subconcessie op het openbaar domein aangemerkt moet worden en niet, zoals de eerste rechter heeft gedaan, als een handelshuurovereenkomst", terwijl, eerste onderdeel, artikel 1 van de wet van 30 april 1951 betreffende de handelshuur bepaalt dat "de bepalingen van deze afdeling van toepassing zijn op de huur van onroerende goederen of gedeelten van onroerende goederen die, (...) uitdrukkelijk of stilzwijgend vanaf de ingenottreding van de huurder, (...) door de huurder of door een onderhuurder in hoofdzaak gebruikt worden voor het uitoefenen van een kleinhandel of voor het bedrijf van een ambachtsman die rechtstreeks in contact staat met het publiek" ; artikel 2, 2, van die wet bepaalt dat "de bepalingen van deze afdeling evenwel niet van toepassing zijn op (...) de huur van onroerende goederen of gedeelten van onroerende goederen die van de grondbelasting zijn ontslagen of vrijgesteld krachtens artikel 4, 2, van de wet van 7 maart 1924, gewijzigd bij artikel 2 van de wet van 13 juli 1930" ; de in de twee laatstgenoemde wetten vervatte regels opgeheven zijn en vervangen door het Wetboek van de Inkomstenbelastingen, dat achtereenvolgens is opgenomen in de wet van 20 november 1962, de wet van 19 juli 1979 en het koninklijk besluit van 10 april 1992, bevestigd bij de wet van 12 juni 1992, en luidens artikel 253, 3, van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen 1992, "van de onroerende voorheffing vrijgesteld wordt (...) het kadastraal inkomen van onroerende goederen die de aard van nationale domeingoederen hebben, op zichzelf niets opbrengen en voor een algemene dienst of voor een dienst van algemeen nut worden gebruikt ; de vrijstelling is van de drie voorwaarden samen afhankelijk" ; daaruit volgt dat de drie net vermelde voorwaarden vervuld moesten zijn op het tijdstip waarop de overeenkomst die het genot van de li-

6 25 september 2000 C F/6 tigieuze handelsstandplaats aan eiseres verleende, werd gesloten opdat die overeenkomst niet onder de dwingende bepalingen van de wet van 30 april 1951 zou vallen ; uit de vaststellingen van het bestreden vonnis volgt dat de N.M.B.S., enerzijds, aan verweerster een concessie van het openbaar domein heeft verleend voor "het alleenrecht van de commerciële exploitatie van alle ruimten van het station Brussel Zuid" en dat het bestreden vonnis, anderzijds, vaststelt dat eiseres en verweerster op 10 november 1995 een overeenkomst voor onbepaalde duur, genaamd "Concessiecontract nr. 001", hebben gesloten die op 1 januari 1996 inging, mits een maandelijkse bijdrage van frank zonder BTW werd betaald, en dat, in de aanhef van de overeenkomst, uiteengezet wordt dat "verweerster van de N.M.B.S. de algemene exclusieve concessie heeft verkregen voor de commerciële exploitatie van het station Brussel Zuid (...) ; (dat) de N.M.B.S. haar gemachtigd heeft om jegens derden als concessieverlener op te treden, met dien verstande (dat) zij aan de voornoemde derden niet meer rechten mag verlenen dan zij er zelf heeft in het raam van een overeenkomst met de N.M.B.S." ; artikel 2 van de overeenkomst preciseert dat "ingeval tijdens de looptijd van de overeenkomst een standplaats zou worden gewijzigd ten gevolge van de werken die thans in het station Brussel Zuid aan de gang zijn, de concessieverlener zich ertoe verbindt een vervangende standplaats toe te kennen met dezelfde oppervlakte als de oorspronkelijke standplaats, met dien verstande dat de nieuwe standplaats voor het cliënteel even zichtbaar en toegankelijk moet zijn als de oorspronkelijke standplaats" ; de overeenkomst eveneens bepaalt dat de partijen ze "voortijdig" kunnen beëindigen met inachtneming van een opzeggingstermijn van drie maanden, "waarbij beide partijen afstand doen van elke vergoeding als tegenprestatie voor de voortijdige beëindiging van de overeenkomst" (artikel 5, 2 ) ; artikel 7 uitdrukkelijk de toepassing van de Handelshuurwet van 30 april 1951 uitsluit ; het bestreden vonnis aldus in feite

7 25 september 2000 C F/7 vaststelt dat die overeenkomst eiseres, tegen betaling, het genot verleent van een voor haar cliënteel toegankelijk gedeelte van een onroerend goed, en aldus vaststelt dat voldaan is aan de voorwaarden van artikel 1 van de wet van 30 april 1951 om van de overeenkomst een handelshuurovereenkomst te maken, zonder dat de partijen daaraan iets kunnen doen ; het bestreden vonnis, anderzijds, vaststelt dat het gedeelte van het onroerend goed waarvan het genot aan eiseres was toegekend, op het tijdstip van de overeenkomst de haar ten laste gelegde inkomsten opleverde en dus wel degelijk iets opbracht, en dat genoemd gedeelte van het onroerend goed, doordat het ter beschikking van eiseres was gesteld voor haar handelsactiviteit, niet voor een algemene dienst of voor een dienst van openbaar belang werd aangewend ; daaruit volgt dat het bestreden vonnis, door louter op grond dat het onroerend goed waarop de overeenkomst betrekking had ten tijde van de overeenkomst tot het openbaar domein behoorde, te beslissen dat de litigieuze overeenkomst niet onderworpen was aan de Handelshuurwet van 30 april 1951, zonder vast te stellen dat voldaan was aan de twee overige voorwaarden die vereist zijn door artikel 2, 2, van de wet van 30 april 1951 dat refereert aan de fiscale bepalingen die thans vervat zijn in artikel 253, 3, van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen 1992, die wetsbepaling schendt ; tweede onderdeel, enerzijds, de artikelen 537 en 1712 van het Burgerlijk Wetboek, luidens welke goederen die tot het openbaar domein behoren, aan bijzondere reglementen onderworpen zijn, niet beletten dat de concessiehouder, wanneer die goederen tot een overheidsconcessie behoren, m.b.t. die goederen huurovereenkomsten sluit die onder de regeling vallen van de artikelen 1712 en volgende van het Burgerlijk Wetboek betreffende de huur van goederen, meer bepaald van de Handelshuurwet van 30 april 1951, met als enige uitzondering dat het bij overeenkomst aan de huurder toegekende genot beëindigd wordt om redenen van

8 25 september 2000 C F/8 algemeen belang die door de bevoegde openbare overheid, in casu de oorspronkelijke concessieverlener, worden beoordeeld ; anderzijds, artikel 1 van de bij de wet van 29 juni 1955 gewijzigde Handelshuurwet van 30 april 1951, dat een dwingende bepaling is zodat daarvan afwijkende overeenkomsten nietig zijn, bepaalt dat "de bepalingen van deze afdeling van toepassing zijn op de huur van onroerende goederen of gedeelten van onroerende goederen die uitdrukkelijk of stilzwijgend vanaf de ingenottreding van de huurder, (...) door de huurder of door een onderhuurder in hoofdzaak gebruikt worden voor het uitoefenen van een kleinhandel of voor het bedrijf van een ambachtsman die rechtstreeks in contact staat met het publiek" ; artikel 2 van dezelfde wet een beperkende opsomming geeft van de soorten huur die niet onder de bepalingen van de voornoemde afdeling vallen ; artikel 3 van die wet bepaalt dat de duur van de huur niet korter mag zijn dan negen jaren en artikel 12 bepaalt dat vervroegde beëindiging alleen mogelijk is in de door dat artikel bedoelde omstandigheden ; het bestreden vonnis, enerzijds, vaststelt dat de N.M.B.S. aan verweerster een concessie van openbaar domein heeft toegestaan die betrekking heeft op "het alleenrecht van de commerciële exploitatie van alle ruimten van het station Brussel Zuid" ; het bestreden vonnis, anderzijds, vaststelt dat eiseres en verweerster op 10 november 1995 een overeenkomst voor onbepaalde duur, genaamd "Concessiecontract nr. 001", hebben gesloten die op 1 januari 1996 inging, mits een maandelijkse bijdrage van frank zonder BTW werd betaald ; in de aanhef van de overeenkomst uiteengezet wordt dat "verweerster van de N.M.B.S. de algemene exclusieve concessie heeft verkregen voor de commerciële exploitatie van het station Brussel Zuid (...) ; de N.M.B.S. (haar) gemachtigd heeft om jegens derden als concessieverlener op te treden, met dien verstande dat (zij) aan de voornoemde derden niet meer rechten mag verlenen dan zij er zelf heeft in het raam van een overeenkomst met de N.M.B.S." ; artikel

9 25 september 2000 C F/9 2 van de overeenkomst preciseert dat "ingeval tijdens de looptijd van de overeenkomst een standplaats zou worden gewijzigd ten gevolge van de werken die thans in het station Brussel Zuid aan de gang zijn, de concessieverlener zich ertoe verbindt een vervangende standplaats toe te kennen met dezelfde oppervlakte als de oorspronkelijke standplaats, met dien verstande dat de nieuwe standplaats voor het cliënteel even zichtbaar en toegankelijk moet zijn als de oorspronkelijke standplaats" ; de overeenkomst eveneens bepaalt dat de partijen ze "voortijdig" kunnen beëindigen met inachtneming van een opzeggingstermijn van drie maanden, "waarbij beide partijen afstand doen van elke vergoeding als tegenprestatie voor de voortijdige beëindiging van de overeenkomst" (artikel 5, 2 ) en artikel 7 uitdrukkelijk de toepassing van de Handelshuurwet van 30 april 1951 uitsluit ; het bestreden vonnis aldus in feite vaststelt dat die overeenkomst eiseres, tegen betaling, het genot verleent van een voor haar cliënteel toegankelijk gedeelte van een onroerend goed, en aldus vaststelt dat voldaan is aan de voorwaarden van artikel 1 van de wet van 30 april 1951 om van de overeenkomst een handelshuurovereenkomst te maken, zonder dat de partijen daaraan iets kunnen doen ; de omstandigheid dat het aldus verhuurde goed tot het openbaar domein behoort weliswaar kan rechtvaardigen dat, in zoverre het algemeen belang zulks vereist, wordt afgeweken van de duur van de handelshuur, die in artikel 3, eerste lid, van de wet van 30 april 1951 vastgesteld wordt op negen jaar, maar niet dat die wet voor het overige niet wordt toegepast ; het bestreden vonnis niet vaststelt dat de N.M.B.S., concessiehouder (lees : concessiegever), bij een uitdrukkelijke, aan de opzegging voorafgaande, akte verweerster zou gemeld hebben dat eiseres, in het algemeen belang, de standplaats die haar bij overeenkomst was toegekend, niet langer mocht innemen, zodat verweerster op haar beurt en ter uitvoering van de eerdere wilsuiting, verplicht zou zijn geweest die standplaats vrij te maken en dus de handelshuurovereenkomst

10 25 september 2000 C F/10 te ontbinden zonder inachtneming van de duur van negen jaar, bedoeld in artikel 3, eerste lid, van de wet van 30 april 1951 ; het bestreden vonnis integendeel vaststelt dat die wilsuiting pas van 22 juni 1998 dateert, dus na de opzegging van 26 januari 1998 ; het bestreden vonnis derhalve, daar het beslist dat over de standplaats waarvan het genot bij overeenkomst aan eiseres is toegekend, geen huurovereenkomst, met name geen handelshuurovereenkomst kon worden gesloten, omdat ze tot het openbaar domein behoort, en daar het op die grond beslist dat de voortijdige opzegging door verweerster geldig is hoewel die opzegging strijdig is met de dwingende bepaling van artikel 3 van de Handelshuurwet, de in het middel aangewezen wetsbepalingen met uitzondering van artikel 149 van de Grondwet, schendt en met name de verbindende kracht van de overeenkomst miskent (artikel 1134 van het Burgerlijk Wetboek) ; derde onderdeel, eiseres in haar samenvattende conclusie die regelmatig voor de appèlrechters is neergelegd, het volgende had vermeld : "De N.M.B.S. heeft (verweerster) bepaalde rechten in concessie gegeven en laatstgenoemde wijst erop dat zij aan derden niet meer rechten mag toekennen dan zij zelf heeft. (Eiseres) vraagt niet aan (verweerster) om haar meer rechten toe te kennen dan zij heeft, maar vraagt dat (verweerster) geen misbruik zou maken van haar toestand als zogenaamde concessiehouder om de precaire toestand van de zogenaamde ondergeschikte concessiehouders te benadrukken en te verzwaren door het toevoegen van gronden tot beëindiging die volledig losstaan van de beslissingen van de N.M.B.S. en dus van de vereisten van de openbare dienst. De beëindiging van de concessie van (eiseres) is niet het gevolg van een door de N.M.B.S. opgelegde beslissing, maar is enkel gebeurd omdat (verweerster) voor een fotolaboratorium een andere plaats in het winkelcentrum wilde vinden. Het gemeen verbintenissenrecht volgens hetwelk de kwestieuze overeenkomst een handelshuur is, moet dus worden toegepast. Niets belet (ver-

11 25 september 2000 C F/11 weerster) in haar huurovereenkomst te vermelden dat de handelshuurovereenkomst tussen privé-partijen, nu verweerster niet meer rechten mag toekennen dan zij zelf bezit, een ontbindend beding bevat m.b.t. de voortijdige, door de N.M.B.S. besliste, beëindiging van de concessie. Het beroepen vonnis past die beginselen exact toe : Dat aldus, hoewel het openbaar domein, volgens verweerster, niet mag worden verhuurd, die bewering enkel opgaat in zoverre de openbare dienst die dat openbaar domein exploiteert, ernstig in zijn handelingen zou worden belemmerd (...). Derhalve is de wetgeving op de handelshuur hier van toepassing en die toepassing kan enkel beperkt worden ingeval de openbare dienst, die het betrokken domein (in de veronderstelling dat het openbaar is - wat niet het geval is) exploiteert, in zijn optreden wordt belemmerd. In elk geval mag (verweerster), aangezien zij geen openbare dienst uitoefent, niet op eigen initiatief afwijken van de Handelshuurwet. Een privaatrechtelijk rechtspersoon mag immers niet, voor zijn eigen voordeel en door eigen redenen aan te voeren een precaire toestand scheppen die exclusief voorbehouden is aan openbare diensten. Anders kent men uitzonderlijke voordelen toe aan een privaatrechtelijk rechtspersoon die in een louter commerciële en private context handelt" ; het bestreden vonnis, in de bovenstaande motivering, enkel vaststelt dat er, volgens verweerster, uit de vereisten van de openbare dienst afgeleide redenen zouden bestaan die verantwoorden dat eiseres niet langer de standplaats mag innemen waarvan het genot haar bij overeenkomst was toegekend, en voorts vaststelt dat de N.M.B.S. voor het eerst op 22 juni 1998, verweerster uitdrukkelijk gevraagd heeft dat zij de standplaats van eiseres zou vrijmaken om een vlotte doorgang van de reizigers mogelijk te maken ; het bestreden vonnis aldus niet antwoordt op de conclusie van eiseres ten betoge dat de opzegging van 26 januari 1998 niet ingegeven was door de vorige beslissing die alleen de N.M.B.S. kon nemen, om wegens redenen van algemeen belang een einde te maken aan de

12 25 september 2000 C F/12 litigieuze inneming van de standplaats ; daaruit volgt dat het bestreden vonnis, aangezien het weigert de litigieuze overeenkomst als een handelshuur te omschrijven zonder te antwoorden op de conclusie van eiseres die, op grond van de hierboven uiteengezette motivering, staande hield dat de overeenkomst een handelshuurovereenkomst was die enkel op grond van een voorafgaande beslissing van de concessiegevende overheid voortijdig mocht worden beëindigd, de conclusie van eiseres onbeantwoord laat en het bestreden vonnis, aangezien dat gebrek aan antwoord gelijkstaat met een gebrek aan redengeving, artikel 149 van de Grondwet schendt : Wat het derde onderdeel betreft : Overwegende dat het bestreden vonnis bevestigt dat "de litigieuze standplaats op het openbaar domein ligt zodat ze niet kan worden verhuurd, wegens het onbeschikbaar karakter van het openbaar domein dat steeds ten dienste van het algemeen belang moet blijven" en vervolgens vermeldt dat "de omstandigheid dat (verweerster) een privé-persoon is die niet beschikt over het overheidsgezag niet relevant is, in zoverre de bijzondere regeling voor d(ie) standplaats gewettigd is omdat zij tot het openbaar domein behoort ; (dat) aldus, wanneer een handelaar, die concessiehouder is van een standplaats in het openbaar domein, aan een andere handelaar tegen vergoeding het genot van die standplaats verleent, die overeenkomst, evenmin als de concessie zelf, niet als een verhuring van een onroerend goed kan worden aangemerkt (...) ; (dat) de litigieuze overeenkomst als een subconcessie op het openbaar domein aangemerkt moet worden en niet als een handelshuurovereenkomst" ; Dat het aldus de in dit onderdeel weergegeven conclusie van eiseres beantwoordt door ze tegen te spreken ; Dat het onderdeel feitelijke grondslag mist ;

13 25 september 2000 C F/13 Wat het eerste en tweede onderdeel betreft : Overwegende dat het bestreden vonnis, zonder dienaangaande bekritiseerd te worden, beslist dat de standplaats waarover de partijen een overeenkomst hebben gesloten, tot het openbaar domein behoort ; Overwegende dat goederen van het openbaar domein, aangezien ze tot eenieders gebruik bestemd zijn, buiten de handel vallen en niemand, bij overeenkomst of door usucapio op die goederen een privaat recht kan verwerven dat genoemd gebruik zou kunnen belemmeren en afbreuk doen aan het recht van de openbare overheid om het te allen tijde volgens de behoeften en het belang van alle burgers te regelen en te wijzigen ; Dat die goederen derhalve niet in huur kunnen worden gegeven en derhalve niet voor handelshuur in aanmerking komen ; Overwegende dat, enerzijds, artikel 2, 2, van de Handelshuurwet van 30 april 1951 enkel beoogt de daarin omschreven onroerende goederen buiten de toepassing van die wet te doen vallen, maar geen afbreuk doet aan de regel dat goederen die tot het openbaar domein behoren, niet in huur kunnen worden gegeven ; Dat anderzijds, het verbod om die goederen in huur te geven, omdat ze voor openbaar gebruik bestemd zijn, blijft bestaan wanneer ze het voorwerp zijn van een overheidsconcessie en door de concessiehouder in acht moet worden genomen ; Overwegende dat het bestreden vonnis dat, met de in het antwoord op het derde onderdeel weergegeven motivering, die beginselen exact toepast, geen enkele van de aangevoerde wetsbepalingen schendt ; Dat die onderdelen falen naar recht ; (...) OM DIE REDENEN, Verwerpt de voorziening ;

14 25 september 2000 C F/14 Veroordeelt eiseres in de kosten. Aldus door het Hof van Cassatie, derde kamer, te Brussel, in openbare terechtzitting van vijfentwintig september tweeduizend uitgesproken.

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum Instelling Hof van Cassatie Onderwerp Huur. Bestemming tot handelsactiviteit. Plaatsing lichtreclame Datum 8 november 2013 Copyright and disclaimer De inhoud van dit document kan onderworpen zijn aan rechten

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 11 DECEMBER 2014 C.13.0475.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.13.0475.F HANKAR INVEST nv, Mr. Paul Alain Foriers, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen L ARDENNE PRÉVOYANTE nv, Mr. Jacqueline

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 18 JUNI 2007 C.06.0061.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.06.0061.F 1. V. L., 2. V. J., Mr. Michel Mahieu, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen 1. GEMEENTE GEDINNE, vertegenwoordigd door

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 21 NOVEMBER 2011 C.10.0673.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.10.0673.F BRASSERIE DUBUISSON FRÈRES bvba, Mr. Michel Mahieu, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen D. S., Mr. Jacqueline Oosterbosch,

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 10 NOVEMBER 2016 C.16.0142.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.16.0142.F W. D., Mr. Michèle Grégoire, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen 1. I. H., Mr. Jacqueline Oosterbosch, advocaat bij

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 5 MEI 2008 C.05.0223.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.05.0223.F AXA BELGIUM, naamloze vennootschap, Mr. Michel Mahieu, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen 1. B. P., 2. AXA BELGIUM, naamloze

Nadere informatie

O. T., eiser tot cassatie van een arrest, op 5 juni 1998 gewezen. vertegenwoordigd door mr. Adolf Houtekier, advocaat bij het Hof

O. T., eiser tot cassatie van een arrest, op 5 juni 1998 gewezen. vertegenwoordigd door mr. Adolf Houtekier, advocaat bij het Hof 27 OKTOBER 2000 C.98.0554.N/1 C.98.0554.N O. T., eiser tot cassatie van een arrest, op 5 juni 1998 gewezen door het Hof van Beroep te Gent, vertegenwoordigd door mr. Adolf Houtekier, advocaat bij het Hof

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 12 OKTOBER 2009 C.08.0524.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.08.0524.F U. M., Mr. Michel Mahieu, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen M. M.. I. RECHTSPLEGING VOOR HET HOF Het cassatieberoep

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 28 MEI 2010 C.09.0233.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.09.0233.F ASSOCIATION DES COPROPRIETAIRES DE LA RESIDENCE JEAN VIVES III, Mr. Isabelle Heenen, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 27 JANUARI 2006 C.04.0201.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.04.0201.N V. A., Mr. Cécile Draps, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen D. P. I. RECHTSPLEGING VOOR HET HOF Het cassatieberoep

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 21 DECEMBER 2009 C.08.0499.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.08.0499.F HANCIAUX, nv, Mr. Jacqueline Oosterbosch, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen C. R., I. RECHTSPLEGING VOOR HET HOF

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 24 SEPTEMBER 2007 C.05.0246.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.05.0246.F AFAS BELGIUM, naamloze vennootschap, Mr. Johan Verbist, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen BODYCOTE BELGIUM, naamloze

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 29 NOVEMBER 2013 C.12.0418.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.12.0418.F 1. A.-F. P., 2. O. H., Mr. Caroline De Baets, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen 1. J.-F. R., Mr. Antoine De Bruyn,

Nadere informatie

VLAAMS GEWEST, vertegenwoordigd door de Vlaamse Regering, in. de persoon van de Minister-President, met kabinet gevestigd te

VLAAMS GEWEST, vertegenwoordigd door de Vlaamse Regering, in. de persoon van de Minister-President, met kabinet gevestigd te 29 MEI 2000 C.96.0188.N/1 Nr. C.96.0188.N.- VLAAMS GEWEST, vertegenwoordigd door de Vlaamse Regering, in de persoon van de Minister-President, met kabinet gevestigd te 1000 Brussel, Martelaarsplein, 19,

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 6 JUNI 2013 F.12.0005.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. F.12.0005.F BELGISCHE STAAT, vertegenwoordigd door de minister van Financiën, Mr. François T Kint, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 29 april 2002 S.01.0035.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. S.01.0035.F.- RIJKSDIENST VOOR PENSIOENEN, Mr. Philippe Gérard, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen A. L. M., Mr. Cécile Draps, advocaat

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 12 OKTOBER 2009 C.08.0533.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.08.0533.F P. G., Mr. Caroline De Baets, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen Y. V.. I. RECHTSPLEGING VOOR HET HOF Het cassatieberoep

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 13 FEBRUARI 2006 C.04.0454.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.04.0454.F M. M., Mr. Isabelle Heenen, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen T. M. I. RECHTSPLEGING VOOR HET HOF Het cassatieberoep

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 5 MAART 2015 C.13.0358.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.13.0358.F MAATSCHAPPIJ VOOR HET INTERCOMMUNAAL VERVOER TE BRUSSEL, Mr. Paul Wouters, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen M. S.,

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 9 DECEMBER 2010 C.07.0113.F /1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.07.0113.F L., eiseres, Mr. Michel Mahieu, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen OPENBAAR CENTRUM VOOR MAATSCHAPPELIJK WELZIJN

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 18 NOVEMBER 2013 C.12.0442.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.12.0442.F G. V., Mr. Kirkpatrick, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen 1. M. D. e.a. I. RECHTSPLEGING VOOR HET HOF Het cassatieberoep

Nadere informatie

Instantie. Onderwerp. Datum

Instantie. Onderwerp. Datum Instantie Hof van Cassatie Onderwerp Feitelijke scheiding. Vermoeden van toerekenbaarheid. Omkering Datum 22 december 2008 Copyright and disclaimer Gelieve er nota van te nemen dat de inhoud van dit document

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 3 SEPTEMBER 2010 C.08.0554.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.08.0554.N AXA BELGIUM, naamloze vennootschap, met kantoor te 1170 Watermaal- Bosvoorde, Vorstlaan 25, eiseres, vertegenwoordigd door

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 3 MEI 2012 C.11.0340.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.11.0340.N H D M, als curator van het faillissement van Ryckaert-Neyt bvba, eiser, vertegenwoordigd door mr. Johan Verbist, advocaat bij

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België F.11.0114.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. F.11.0106.F BELGISCHE STAAT, minister van Financiën, tegen LA CHARMILLE vzw, Mr. Hugues Michel, advocaat bij de balie van Charleroi. Nr. F.11.0114.F

Nadere informatie

Gelet op het bestreden arrest, op 21 februari 1997 op verwijzing gewezen door het Hof van Beroep te Gent;

Gelet op het bestreden arrest, op 21 februari 1997 op verwijzing gewezen door het Hof van Beroep te Gent; HET HOF, Gelet op het bestreden arrest, op 21 februari 1997 op verwijzing gewezen door het Hof van Beroep te Gent; Gelet op het arrest van dit Hof van 15 januari 1988; Over het eerste middel, gesteld als

Nadere informatie

DE IDEALE WONING, coöperatieve vennootschap, arrondissement. Antwerpen, met maatschappelijke zetel te 2600 Berchem,

DE IDEALE WONING, coöperatieve vennootschap, arrondissement. Antwerpen, met maatschappelijke zetel te 2600 Berchem, 8 FEBRUARI 2001 C.98.0470.N/1 C.98.0470.N DE IDEALE WONING, coöperatieve vennootschap, arrondissement Antwerpen, met maatschappelijke zetel te 2600 Berchem, Diksmuidelaan 276, ingeschreven in het handelsregister

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 18 SEPTEMBER 2008 C.07.0098.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.07.0098.F 1. D. J., 2. D. S., 3. D. L., Mr. Cécile Draps, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen BROUWERIJEN ALKEN-MAES, naamloze

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 30 september 2005 C.04.0513.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.04.0513.F.- GB RETAIL ASSOCIATES, naamloze vennootschap, Mr. Ludovic De Gryse, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen G. J.-M.,

Nadere informatie

SOFIMO, naamloze vennootschap, met maatschappijke zetel te Roeselare, Noordstraat 4, ingeschreven in het handelsregister te

SOFIMO, naamloze vennootschap, met maatschappijke zetel te Roeselare, Noordstraat 4, ingeschreven in het handelsregister te 30 MAART 2001 C.00.0062.N/1 Nr. C.00.0062.N SOFIMO, naamloze vennootschap, met maatschappijke zetel te 8800 Roeselare, Noordstraat 4, ingeschreven in het handelsregister te Kortrijk, nummer 75.143, eiseres

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 4 JUNI 2010 C.09.0285.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.09.0285.F MONS EXPO, naamloze vennootschap, Mr. Thierry Afschrift, advocaat bij de balie te Brussel, tegen BELGISCHE STAAT, minister van

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 22 APRIL 2015 P.14.1882.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.14.1882.F I. ETHIAS nv, Mr. Jacqueline Oosterbosch, advocaat bij het Hof van Cassatie, II. J. C., cassatieberoepen I en II tegen P.

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 18 DECEMBER 2008 C.07.0018.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.07.0018.F 1. B. J., 2. N. L., Mr. John Kirkpatrick, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen WAALS GEWEST, Mr. Lucien Simont, advocaat

Nadere informatie

2. Wat is de duur van een handelshuurovereenkomst?

2. Wat is de duur van een handelshuurovereenkomst? A C C O U N T A N T S B E L A S T I N G C O N S U L E N T E N De handelshuurovereenkomst Wie een pand huurt om er handel te drijven, heeft behoefte aan een zekere duurzaamheid, zekerheid, stabiliteit.

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België F.11.0086.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. F.10.0073.F COLLECTIONS ET PATRIMOINES vzw, Mr. John Kirkpatrick, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen BELGISCHE STAAT, vertegenwoordigd door de

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 28 FEBRUARI 2013 C.12.0066.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.12.0066.F M. H., Mr. Jacqueline Oosterbosch, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen C. B., Mr. Michel Mahieu, advocaat bij het

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 8 JUNI 2012 C.11.0735.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.11.0735.N BELGISCHE STAAT, minister van Binnenlandse Zaken, Mr. Michel Mahieu, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen A. D. I. RECHTSPLEGING

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 29 JANUARI 2015 C.14.0195.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.14.0195.F 1. S. D., 2. R. D., 3. J. D., Mr. Paul Alain Foriers, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen BROUWERIJ HAACHT nv, Mr.

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 17 MAART 2011 C.08.0477.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.08.0477.F WAALS GEWEST, Mr. Paul Alain Foriers, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen 1. a) Roland PARYS, en, b) Jos MOMBAERS Jos,

Nadere informatie

Instantie. Onderwerp. Datum

Instantie. Onderwerp. Datum Instantie Hof van Cassatie Onderwerp Overeenkomst - Bestanddelen - Toestemming - Gebrek - Geweld - Morele dwang - Gebrekkige wil - Voorwaarde - Artt. 1109 en 1112, BW Datum 23 maart 1998 Copyright and

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 2 JANUARI 2017 C.11.0724.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.11.0724.F 1. BELGOLAISE nv, 2. BANQUE CENTRALE DU CONGO, Mr. Pierre Van Ommeslaghe, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen MEL ZAÏRE,

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 21 DECEMBER 2007 C.06.0457.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.06.0457.F 1. GARAGE HERBOSCH-LA LOUVIERE, naamloze vennootschap, 2. HERBOSCH SAINT-GHISLAIN TOURNAI, naamloze vennootschap, Mr. Philippe

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 26 MEI 2011 C.10.0407.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.10.0407.F A. T., Mr. Simone Nudelholc, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen AXA BELGIUM nv, Mr. Paul Wouters, advocaat bij het Hof

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 30 JANUARI 2014 C.12.0305.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.12.0305.N VERENIGING VAN MEDE-EIGENAARS VAN DE RESIDENTIE EGO, met zetel te 8400 Oostende, Léon Spilliaertstraat 13, met als syndicus

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 20 DECEMBER 2007 C.07.0161.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.07.0161.N M.J., eiseres, vertegenwoordigd door mr. Huguette Geinger, advocaat bij het Hof van Cassatie, kantoor houdende te 1000

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 3 MAART 2011 F.10.0061.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. F.10.0061.F MEUBELEN ASTRID, nv, Mr. Johan Speecke, advocaat bij de balie van Kortrijk tegen GEMEENTE BOUSSU, Mr. Dominique Lambot, advocaat

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 25 OKTOBER 2012 C.11.0496.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.11.0496.F KERKFABRIEK SAINT-HADELIN DE LAMINE, Mr. John Kirkpatrick, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen GEMEENTE REMICOURT,

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 20 JANUARI 2012 C.10.0135.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.10.0135.F BELGISCHE STAAT, minister van Landsverdediging, Mr. Michel Mahieu, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen ENTREPRISE ANDRE

Nadere informatie

15 januari 2001 S F/1

15 januari 2001 S F/1 15 januari 2001 S.99.0074.F/1 Nr. S.99.0074.F.- RIJKSDIENST VOOR MAATSCHAPPELIJKE ZEKERHEID, Mr. Antoine De Bruyn, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen OPUS MARBLE BELGIUM, naamloze vennootschap, Mr.

Nadere informatie

Nr. S F.- FONDS VOOR ARBEIDSONGEVALLEN Mr. René Bützler, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen 1. S.A., 2. D.K., 3. AXA BELGIUM.

Nr. S F.- FONDS VOOR ARBEIDSONGEVALLEN Mr. René Bützler, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen 1. S.A., 2. D.K., 3. AXA BELGIUM. 8 oktober 2001 S.00.0074.F/1 Nr. S.00.0074.F.- FONDS VOOR ARBEIDSONGEVALLEN Mr. René Bützler, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen 1. S.A., 2. D.K., 3. AXA BELGIUM. HET HOF, Gehoord het verslag van

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 22 NOVEMBER 2013 F.12.0103.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. F.12.0103.F ATRADIUS CREDIT INSURANCE, vennootschap naar Nederlands recht, Mr. John Kirkpatrick, advocaat bij het Hof van Cassatie,

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 22 APRIL 2005 C.04.0194.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.04.0194.N V.D., eiser, vertegenwoordigd door Mr. Adolf Houtekier, advocaat bij het Hof van Cassatie, kantoor houdende te 2800 Mechelen,

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 14 juni 2002 F.00.0054.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. F.00.0054.F.- W. S., en M. J., Mr. John Kirkpatrick, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen BELGISCHE STAAT, Mr. François T Kint, advocaat

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 25 MAART 2010 C.09.0542.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.09.0542.N RICHEMONT INTERNATIONAL, vennootschap naar Zwitsers recht, met zetel te 1752 Villars-sur-Glane, Fribourg, Zwitserland, Route

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België C.11.0673.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.11.0595.F IMMOBILIÈRE CHRISTIAENS nv, Mr. Paul Alain Foriers, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen C. B. Nr. C.11.0673.F IMMOBILIÈRE CHRISTIAENS

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 28 april 2003 S.01.0184.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. S.01.0184.F.- CORA, Mr. Cécile Draps, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen M.C. I. Bestreden beslissing Het cassatieberoep is gericht

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 3 FEBRUARI 2014 S.12.0077.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. S.12.0077.F MASQUELIER nv, Mr. Michèle Grégoire, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen G.M., Mr. François T Kint, advocaat bij het

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 12 FEBRUARI 2015 C.15.0017.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.15.0017.F P. S. E., Mr. François Sabakunzi, advocaat bij de balie te Brussel, verzoeker tot wraking in de zaak die onder nummer 3/13

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 26 FEBRUARI 2015 C.13.0324.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.13.0324.F 1. M. C., 2. N. L., Mr. Paul Lefèbvre, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen 1. J.-P. D. W., 2. B. D. W., 3. C. D. W.,

Nadere informatie

88, tweede lid, van de wet van 25 juni 1992 op de landverzekeringsovereenkomst

88, tweede lid, van de wet van 25 juni 1992 op de landverzekeringsovereenkomst 12 oktober 2000 C.99.0219.F/1 Nr. C.99.0219.F.- AACHENER UND MUNCHENER VERSICHERUNG AG, vennootschap naar Duits recht, Mr. Antoine De Bruyn, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen O. F., HET HOF, Gehoord

Nadere informatie

Hof van Cassatie 14/11/ Nr. C N

Hof van Cassatie 14/11/ Nr. C N Hof van Cassatie 14/11/2008 - Nr. C.07.0417.N (bron: http://jure.juridat.just.fgov.be/ ) H. A., eiser, vertegenwoordigd door mr. Michel Mahieu, advocaat bij het Hof van Cassatie, kantoor houdende te 1050

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 22 NOVEMBER 2013 C.12.0405.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.12.0405.F C. B., Mr. Caroline De Baets, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen 1. X. D. en, 2. V. B, Mr. Michèle Gregoire, advocaat

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 16 APRIL 2015 C.14.0466.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.14.0466.F R. T., Mr. Paul Alain Foriers, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen P. R. I. RECHTSPLEGING VOOR HET HOF Het cassatieberoep

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 12 FEBRUARI 2014 P.13.1304.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.13.1304.F BELFIUS, voorheen genaamd DEXIA INSURANCE BELGIUM nv, Mr. Johan Verbist, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen 1. E.

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 12 SEPTEMBER 2014 C.13.0232.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.13.0232.N SYRAL BELGIUM nv, met zetel te 9300 Aalst, Burchtstraat 10, eiseres, vertegenwoordigd door mr. Caroline De Baets, advocaat

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 25 OKTOBER 2013 F.12.0198.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. F.12.0198.F SUPER MARCHÉ SOVET nv, Mr. Michel Mahieu, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen BELGISCHE STAAT, vertegenwoordigd door

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 22 APRIL 2013 C.12.0285.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.12.0285.F M. L. Mr. John Kirkpatrick, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen M. H. Mr. François T Kint, advocaat bij het Hof van Cassatie.

Nadere informatie

Instantie. Onderwerp. Datum

Instantie. Onderwerp. Datum Instantie Hof van Cassatie Onderwerp Arbeidsovereenkomst Aard van de wet. Toepassingssfeer - Dringende reden. - Termijnen. - Dwingende wet. - Art. 35, derde en vierde lid, Arbeidsovereenkomstenwet Datum

Nadere informatie

ANTWERPS BEROEPSKREDIET, coöperatieve vennootschap met. beperkte aansprakelijkheid, met zetel gevestigd te 2000 Antwerpen,

ANTWERPS BEROEPSKREDIET, coöperatieve vennootschap met. beperkte aansprakelijkheid, met zetel gevestigd te 2000 Antwerpen, 18 SEPTEMBER 2000 S.00.0031.N/1 Nr. S.00.0031.N.- ANTWERPS BEROEPSKREDIET, coöperatieve vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, met zetel gevestigd te 2000 Antwerpen, Frankrijklei 136, ingeschreven

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 29 NOVEMBER 2010 S.09.0062.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. S.09.0062.F REPUBLIEK ZUID-AFRIKA, eiseres, Mr. Huguette Geinger, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen G. N., verweerster. I. RECHTSPLEGING

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 21 MAART 2014 C.13.0477.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.13.0477.F J. B., Mr. Antoine De Bruyn, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen G. B., Mr. Simone Nudelholc, advocaat bij het Hof van

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 25 APRIL 2013 C.12.0394.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.12.0394.F 1. J. A., 2. N. E. K., Mr. Michel Mahieu, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen APOTHEEK PHARMACIE DEWEVER bvba. I. RECHTSPLEGING

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 30 JUNI 2011 C.10.0490.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.10.0490.F STAD LA LOUVIÈRE, Mr. Paul Wouters, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen B.M., I. RECHTSPLEGING VOOR HET HOF Het cassatieberoep

Nadere informatie

Trefwoord(en) Cassatie I-> INKOMSTENBELASTINGEN-> VENNOOTSCHAPSBELASTING-> Vaststelling van het belastbaar nettoinkomen->

Trefwoord(en) Cassatie I-> INKOMSTENBELASTINGEN-> VENNOOTSCHAPSBELASTING-> Vaststelling van het belastbaar nettoinkomen-> Details Justel Nummer: N-19970220-13 Rolnummer: F950097F Instantie: Hof van Cassatie, België Datum : 20/02/1997 Type van beslissing: Arrest Samenvatting Wanneer een vennootschap anders dan per kalenderjaar

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 2 OKTOBER 2009 C.08.0200.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.08.0200.F FORTIS INSURANCE BELGIUM, Mr. Antoine De Bruyn, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen P. D. I. RECHTSPLEGING VOOR HET

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 2 MAART 2006 C.05.0061.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.05.0061.N V.S. in zijn hoedanigheid van curator van het faillissement BVBA A.A. Renovatiewerken, eiser, vertegenwoordigd door mr. Johan

Nadere informatie

EUROPABANK, naamloze vennootschap, met maatschappelijke zetel. gevestigd te 9000 Gent, Burgstraat 170, ingeschreven in het

EUROPABANK, naamloze vennootschap, met maatschappelijke zetel. gevestigd te 9000 Gent, Burgstraat 170, ingeschreven in het 29 OKTOBER 2001 C.99.0148.N/1 Nr. C.99.0148.N.- EUROPABANK, naamloze vennootschap, met maatschappelijke zetel gevestigd te 9000 Gent, Burgstraat 170, ingeschreven in het handelsregister te Gent nummer

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 16 JUNI 2014 C.13.0527.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.13.0527.F A. M., Mr. Paul Alain Foriers, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen 1. M. T., 2. Y. T., Mr. Simone Nudelholc, advocaat

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 11 FEBRUARI 2015 P.14.1011.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.14.1011.F H. M., Mr. Philippe Vanlangendonck, advocaat bij de balie te Brussel, tegen F. L. I. RECHTSPLEGING VOOR HET HOF Het cassatieberoep

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 23 OKTOBER 2003 C.01.0365.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.01.0365.N M.T. eiser, vertegenwoordigd door Mr. Adolf Houtekier, advocaat bij het Hof van Cassatie, kantoor houdende te 2800 Mechelen,

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 29 MEI 2015 C.13.0615.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.13.0615.N Ch. V., eiseres, vertegenwoordigd door mr. Johan Verbist, advocaat bij het Hof van Cassatie, met kantoor te 2000 Antwerpen,

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 5 MEI 2011 C.10.0175.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.10.0175.F G. V., Mr. Jacqueline Oosterbosch, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen D. B.. I. RECHTSPLEGING VOOR HET HOF Het cassatieberoep

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 20 JUNI 2008 C.06.0210.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.06.0210.F AXA BELGIUM, naamloze vennootschap, tegen ETABLISSEMENTS LELOUP, naamloze vennootschap, I. RECHTSPLEGING VOOR HET HOF Het cassatieberoep

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 17 januari 2005 S.04.0101.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. S.04.0101.F.- R. P., Mr. Michel Mahieu, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen FORTIS BANK, naamloze vennootschap, Mr. Pierre Van

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 4 OKTOBER 2013 C.12.0614.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.12.0614.F INTERNATIONAL HOTELS WORLDWIDE Inc., vennootschap naar het recht van de Britse Maagdeneilanden, Mr. Paul Alain Foriers, advocaat

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 19 maart 2004 C.03.0037.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.03.0037.F.- BELGISCHE STAAT, minister van Landsverdediging, Mr. Antoine De Bruyn, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen L. K., Mr.

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 5 OKTOBER 2009 S.08.0075.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. S.08.0075.N ZENITEL, naamloze vennootschap, met zetel te 1731 Zellik, Pontbeek 63, eiseres, vertegenwoordigd door mr. Michel Mahieu,

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 26 JUNI 2015 C.14.0463.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.14.0463.N M.M., eiseres, vertegenwoordigd door mr. Bruno Maes, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen F.D., verweerder, vertegenwoordigd

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 24 FEBRUARI 2012 C.11.0463.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.11.0463.F BELGISCHE STAAT, minister van Financiën, Mr. François T Kint, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen 1. C. G., 2. F.S.,

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 14 FEBRUARI 2003 C.00.0354.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.00.0354.N R.J. eiseres, vertegenwoordigd door mr. Philippe Gérard, advocaat bij het Hof van Cassatie, kantoor houdende te 1050 Brussel,

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België C.09.0590.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.08.0323.F 1. A. B. en, 2. H. K., Mr. Paul Alain Foriers, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen 1. J. T. en, 2. N. Z, Mr. Michel Mahieu, advocaat

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 21 april 2005 F.03.0065.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. F.03.0065.F.- 1. D. A. en 2. C. H., vertegenwoordigd door Mr. Thierry Afschrift, advocaat bij de balie te Brussel, tegen BELGISCHE STAAT,

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 13 MAART 2015 C.14.0380.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.14.0380.N 1. Y.E. STEFI bvba, met zetel te 2000 Antwerpen, Falconplein 21, 2. T. R. S., eisers, vertegenwoordigd door mr. Johan Verbist,

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 30 NOVEMBER 2006 F.05.0066.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. F.05.0066.F 1. G. R. en 2. V. G., Mr. John Kirkpatrick, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen BELGISCHE STAAT, Minister van Financiën,

Nadere informatie

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum Instelling hof van cassatie Onderwerp Verborgen gebreken. Actio aestimatoria. Teruggave van een gedeelte van de koopprijs. Wijze van vaststelling Datum 10 maart 2011 Copyright and disclaimer De inhoud

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 25 SEPTEMBER 2008 C.07.0207.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.07.0207.F MAATSCHAPPIJ VOOR INTERCOMMUNAAL VERVOER VAN BRUSSEL, Mr. Bruno Maes, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen B. X. I.

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 14 SEPTEMBER 2007 F.06.0035.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. F.06.0035.F BELGISCHE STAAT, minister van Financiën, Mr. François T Kint, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen GROUPE SUCRIER,

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 13 OKTOBER 2015 P.14.0355.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.14.0355.N I H nv, vertegenwoordigd door de lasthebber ad hoc Filip Mertens, met kantoor te 9000 Gent, Coupure 373, eiseres, met als

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 20 SEPTEMBER 2010 S.09.0039.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. S.09.0039.N D.A., eiser, vertegenwoordigd door mr. Bruno Maes, advocaat bij het Hof van Cassatie, kantoor houdende te 1000 Brussel,

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 17 FEBRUARI 2011 C.09.0548.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.09.0548.F R. T., Mr. Michel Mahieu, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen B. C., Mr. Pierre Van Ommeslaghe, advocaat bij het Hof

Nadere informatie