HANDLEIDING KLIMAAT IN MER

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "HANDLEIDING KLIMAAT IN MER"

Transcriptie

1 / Handleiding ////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////// HANDLEIDING KLIMAAT IN MER Versie 21 december 2016 //////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////

2 DIENST MER HANDLEIDING KLIMAAT IN MER STATUS DEFINITIEF STATUSDATUM : 21 december 2016 Handleiding klimaat 21 december/16 Pagina 2

3 Inhoud 1 Inleiding Doel van deze handleiding Beleid en regelgeving inzake klimaat in de milieueffectrapportage Bronnen Huidig en toekomstig regelgevend kader EU guidances Het Vlaams Klimaatbeleidsplan Beleidsvisies over de aanpak van klimaat in de milieueffectrapportage Visie in de EU-guidances Visie van de Dienst Mer Inleiding Over de EU project-m.e.r. richtlijnen Visies uit de richtlijnenboeken Over het Vlaams Klimaatsbeleidsplan Over klimaatscenario s Over wie het aspect klimaat zal behandelen in het MER Concrete aanpak van klimaat in de milieueffectrapportage Algemeen Klimaat in de richtlijnenboeken Klimaat en scoping van het onderzoek Adaptatie en klimaatreflex Mitigatie Algemene en specifieke aspecten van de methodologie Algemene aspecten Specifieke aspecten van de methodologie Microklimaat in het MER Knelpunten Timing van implementatie Handleiding klimaat 21 december/16 Pagina 1

4 1 Inleiding De Dienst MER houdt er aan de betrokkenen te informeren over haar visie over elementen uit het MER-proces. Onderhavige handleiding handelt over de invulling van het aspect en de discipline klimaat in het MER. Deze handleiding is bedoeld voor deskundigen, medewerkers van de Dienst Mer, en alle andere betrokkenen bij het MER-proces. 2 Doel van deze handleiding. Doel van deze handleiding is toe te lichten hoe wordt omgegaan met het aspect en de discipline klimaat in de milieueffectrapportage. De Dienst Mer heeft de intentie om, in antwoord op de evolutie van het Europees en het Vlaams beleid, de discipline Klimaat meer plaats te geven in de milieueffectrapportage. De Dienst Mer wenst dit geleidelijk aan te doen, in functie van het voortschrijdend beleid en het voortschrijdend inzicht. Deze handleiding is daartoe een eerste aanzet. Het is de bedoeling dat deze handleiding, in functie van de bovengenoemde voortschrijdende inzichten, beleidsvisies en kennis, mee zal evolueren. Het is dus belangrijk om steeds de laatste versie te raadplegen (zie status hierboven). De Dienst Mer engageert zich om steeds de meest recente versie op haar website te plaatsen. Gelieve dan ook steeds na te gaan of u de meest recente versie hanteert (datum en status). U kunt daarvoor terecht op 3 Beleid en regelgeving inzake klimaat in de milieueffectrapportage. 3.1 Bronnen nen De handleiding steunt op de volgende bronnen : Het huidige regelgevend kader. Het toekomstige regelgevend kader EU guidances over de aanpak rond klimaat in EIA (Environmental Impact Assessment) en SEA (Strategic Environmental Assessment). Het Vlaams Klimaatbeleidsplan Het Richtlijnenboek Stadsontwikkeling en recreatie (Dienst Mer, 2011). Handleiding klimaat 21 december/16 Pagina 2

5 Het Richtlijnenboek voor het opstellen en beoordelen van milieueffectrapporten Deel 2 : Algemene methodologische aspecten (Dienst Mer, 1997). Het MIRA Klimaatrapport 2015 (17 september 2015). 3.2 Huidig en toekomstig regelgevend kader Europees regelgevend kader: Het huidige Europese regelgevend kader omvat de EIA-richtlijn (projecten) en de SEA-richtlijn (plannen en programma s). -EIA (2011/92/EU): Bij de milieueffectbeoordeling worden de directe en indirecte effecten van een project overeenkomstig de artikelen 4 tot en met 12 per geval op passende wijze geïdentificeerd, beschreven en beoordeeld op de volgende factoren: a) mens, dier en plant; b) bodem, water, lucht, klimaat en landschap -SEA (2001/42/EG): Bijlage I: f) de mogelijke aanzienlijke milieueffecten (1), bijvoorbeeld voor de biodiversiteit, bevolking, gezondheid van de mens, fauna, flora, bodem, water, lucht, klimaatfactoren, materiële goederen, ; -het Europese Klimaat- en energiepakket 2030; zie Raadconclusies okt In 2014 werd de nieuwe Europese project-m.e.r.-richtlijn 2014/52/EU (EIA) gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie. Deze richtlijn voert wijzigingen door aan Richtlijn 2011/92/EU. In de Europese project-m.e.r.- richtlijn (2014/52/EU) wordt o.a. meer aandacht besteed aan klimaat. Daarnaast is een nieuw aspect opgenomen in de richtlijn, namelijk het risico en de impact van rampen waaronder natuurrampen waarbij het klimaat ook meespeelt: -(7) Milieuoverwegingen zoals een efficiënt en duurzaam gebruik van hulpbronnen, de bescherming van de biodiversiteit, klimaatverandering en risico's op ongevallen en rampen hebben het afgelopen decennium aan belang gewonnen bij de beleidsvorming. Deze moeten derhalve worden meegenomen als belangrijke elementen in de beoordelings- en besluitvormingsprocessen. -(13) Klimaatverandering zal schade aan het milieu blijven veroorzaken en blijft een bedreiging voor economische ontwikkeling. In dit verband is het passend de effecten van projecten op het klimaat (bijvoorbeeld de uitstoot van broeikasgassen) en hun kwetsbaarheid voor klimaatverandering te beoordelen. - (14) Na de mededeling van de Commissie van 23 februari 2009 getiteld Een communautaire aanpak van de preventie van natuurrampen en door de mens veroorzaakte rampen heeft de Raad de Commissie in zijn conclusies van 30 november 2009 opgeroepen om ervoor te zorgen dat bij de uitvoering, toetsing en de verdere ontwikkeling van de Unie-initiatieven zowel rekening wordt gehouden met vraagstukken op het gebied van rampenpreventie en -beheersing als met en het actiekader van Hyogo van de Verenigde Naties ( ) vastgesteld op 22 januari 2005, waarin wordt benadrukt dat procedures moeten worden vastgesteld voor de beoordeling van de effecten van grote infrastructuurprojecten op het risico op rampen. Handleiding klimaat 21 december/16 Pagina 3

6 - (15) Teneinde een hoog niveau van bescherming van het milieu te waarborgen, moeten er voorzorgsmaatregelen worden getroffen voor bepaalde projecten die vanwege hun kwetsbaarheid voor zware ongevallen en/of natuurrampen (bijvoorbeeld overstromingen, zeespiegelstijgingen, aardbevingen) aanzienlijke effecten op het milieu kunnen hebben. Voor dergelijke projecten is het van belang rekening te houden met de kwetsbaarheid (blootstelling en weerbaarheid) van deze projecten voor zware ongevallen en/of rampen, en met het risico dat deze zich voordoen en de consequenties daarvan voor de kans op aanzienlijke nadelige effecten op het milieu. Om overlappingen te voorkomen, moet het mogelijk zijn gebruikte maken van beschikbare relevante informatie die is verkregen via op grond van wetgeving van de Unie zoals Richtlijn 2012/18/EU van het Europees Parlement en de Raad (4) en Richtlijn 2009/71/Euratom van de Raad (5) uitgevoerde risicobeoordelingen of via op grond van nationale wetgeving uitgevoerde relevante beoordelingen, mits aan de vereisten van deze richtlijn wordt voldaan. - artikel 3 1.Bij de milieueffectbeoordeling worden de directe en indirecte aanzienlijke effecten van een project per geval op passende wijze geïdentificeerd, beschreven en beoordeeld op de volgende factoren: a) de bevolking en de menselijke gezondheid; b) de biodiversiteit, met bijzondere aandacht voor op grond van Richtlijn 92/43/EEG en Richtlijn 2009/147/EG beschermde soorten en habitats; c) land, bodem, water, lucht en klimaat; d) materiële goederen, het cultureel erfgoed en het landschap; e) de samenhang tussen de onder a) tot en met d) genoemde factoren. 2.De in lid 1 bedoelde effecten op de factoren die zijn beschreven in de eerste alinea omvatten de verwachte effecten die voortvloeien uit de kwetsbaarheid van het project voor risico's op zware ongevallen en/of rampen die relevant zijn voor het project in kwestie. -Bijlage III: De kenmerken van de projecten moeten in aanmerking worden genomen, en met name: ( ) f) het risico van zware ongevallen en/of rampen die relevant zijn voor het project in kwestie, waaronder rampen die worden veroorzaakt door klimaatverandering, in overeenstemming met wetenschappelijke kennis; - Bijlage IV 4. Een beschrijving van de in artikel 3, lid 1, uiteengezette factoren waarop het project van aanzienlijke invloed kan zijn: bevolking, menselijke gezondheid, biodiversiteit (bijvoorbeeld fauna en flora), land (bijvoorbeeld ruimtebeslag), bodem (bijvoorbeeld organisch materiaal, erosie, verdichting, afdekking), water (bijvoorbeeld hydromorfologische veranderingen, kwantiteit en kwaliteit), lucht, klimaat (bijvoorbeeld broeikasgasemissies, effecten die van belang zijn voor adaptatie), materiële goederen, cultureel erfgoed, inclusief architectonische en archeologische aspecten, en het landschap. 5. Een beschrijving van de waarschijnlijk aanzienlijke milieueffecten van het project ten gevolge van, onder meer: d) de risico's voor de menselijke gezondheid, het cultureel erfgoed of het milieu (bijvoorbeeld door ongevallen of rampen); f) het effect van het project op het klimaat (bijvoorbeeld de aard en de omvang van emissies van broeikasgassen) en de kwetsbaarheid van het project voor klimaatverandering 8. Een beschrijving van de verwachte aanzienlijke nadelige milieueffecten van het project die voortvloeien uit de kwetsbaarheid van het project voor risico's op zware ongevallen en/of rampen die relevant zijn voor het project in kwestie. Hiertoe kan gebruik worden gemaakt van beschikbare relevante informatie die is verkregen via overeenkomstig de wetgeving van de Unie zoals Richtlijn 2012/18/EU van het Europees Parlement en de Raad (*) of Richtlijn 2009/71/Euratom van de Raad (**)uitgevoerde risicobeoordelingen of overeenkomstig nationale wetgeving uitgevoerde relevante beoordelingen, mits aan de vereisten van deze richtlijn wordt voldaan. In voorkomend geval moet deze beschrijving de geplande maatregelen ter voorkoming of verzachting van de aanzienlijke nadelige milieueffecten van dergelijke gebeurtenissen omvatten, evenals details inzake paraatheid en voorgenomen reactievermogen bij dergelijke noodsituaties. Handleiding klimaat 21 december/16 Pagina 4

7 Vlaams regelgevend kader : De regelgeving inzake de milieueffectrapportage wordt beschreven in titel IV van het Decreet Algemene Bepalingen inzake Milieubeleid (DABM). -DABM (artikel ): de kennisgeving bevat 5f) een beschrijving en onderbouwde beoordeling van de mogelijke aanzienlijke milieueffecten van het plan of programma en van de onderzochte redelijke alternatieven op of inzake, in voorkomend geval,, de energie- en grondstoffenvoorraden,, de klimatologische factoren, en de samenhang tussen de genoemde factoren; deze beschrijving van de milieueffecten omvat de directe, en in voorkomend geval de indirecte, secundaire, cumulatieve en synergetische effecten, permanent en tijdelijk, positief en negatief, op korte, middellange en lange termijn van het plan of programma; -DABM (artikel ): Tenzij anders bepaald in de beslissing, bedoeld in artikel 4.3.5, 1, bestaat het project-mer uit ten minste volgende onderdelen : 2 een deel betreffende de milieueffecten dat de volgende informatie bevat : b)een beschrijving en onderbouwde beoordeling van de waarschijnlijk aanzienlijke milieueffecten van het voorgenomen project en van de onderzochte alternatieven op of inzake, in voorkomend geval, de gezondheid en veiligheid van de mens, de ruimtelijke ontwikkeling, de biodiversiteit, de fauna en flora, de energie- en grondstoffenvoorraden, de bodem, het water, de atmosfeer, de klimatologische factoren, De wijzigingen aan de Europese project-m.e.r.-regelgeving n.a.v. de project-m.e.r.-richtlijn 2014/52/EU (zie hoger) zullen in Vlaamse regelgeving geïmplementeerd worden, en dit uiterlijk op 16 mei 2017 om conform te zijn met de Europese regelgeving. Deze bepalingen zullen samen met de regelgeving rond omgevingsvergunning in werking treden. Ook de inhoudelijke aanpak van projectm.e.r. zal bijgesteld worden. 3.3 EU guidances De Europese Commissie publiceerde twee praktische handleidingen voor het integreren van klimaat (en biodiversiteit) in het MER : Practical Guidance for Integrating Climate Change and Biodiversity into Environmental Impact Assessment (EIA) Procedures - October European Commission, Directorate- General for Environment. Practical Guidance for Integrating Climate Change and Biodiversity into Strategic Environmental Assessment (SEA) Procedures - October European Commission, Directorate-General for Environment. Handleiding klimaat 21 december/16 Pagina 5

8 3.4 Het Vlaams Klimaatbeleidsplan Op 28 juni 2013 werd het Vlaams Klimaatbeleidsplan goedgekeurd door de Vlaamse regering. Daarin wordt ook voor het MER een rol voorzien. Men vindt het plan op : Het Vlaams Klimaatbeleidsplan bestaat uit : een overkoepelend luik het Vlaams Mitigatieplan (VMP), om de uitstoot van broeikasgassen te verminderen, het Vlaams Adaptatieplan (VAP) om de effecten van de klimaatverandering in Vlaanderen op te vangen. In die drie deeldocumenten wordt in uiteenlopende mate ingegaan op de inpassing van klimaat in het MER: Overkoepelend luik beperkte verwijzing naar MER (klimaat zal worden opgenomen in de richtlijnenboeken). VMP beperkte verwijzing naar MER ( Via milieu-effect-rapportage (MER) zal er nagegaan worden welke mogelijkheden er zijn om de impact op broeikasgasuitstoot van MER-plichtige plannen en projecten beter in beeld te brengen en welke milderende maatregelen er genomen kunnen worden ) VAP wel verwijzing naar het MER (zie hieronder). In het Vlaams Adaptatieplan 2013 (VAP) staan de volgende verwijzingen naar milieueffectrapportage : Verankering van klimaatadaptatie in VR, MER en milieuvergunningen (p.39) : De discipline klimaat in de milieueffectrapportages (MER) wordt nu voornamelijk gebruikt om aan te geven hoeveel broeikasgassen vrij zullen komen. Hier ontbreekt de klimaatreflex waarbij de betrokkenen (de experts die MER s voorbereiden, opstellen en/of beoordelen) klimaatverandering automatisch en a priori meenemen. VAP p.77 : ( 16 Concretisering VAP leefmilieu) MER In de MER zal de klimaatverandering duidelijk behandeld worden. Hiervoor wordt de huidige actualisatie van de richtlijnenboeken gebruikt. Het aspect klimaat zal daarin meer concreet ingevuld worden. De uitwerking is richtlijnboekspecifiek en komt er in grote lijnen op neer dat de MERdossiers ook moeten worden beoordeeld in het licht van het veranderde klimaat in 2050 en op basis daarvan eventueel het ontwerp aangepast moet worden. 24 Klimaatreflex (Doorwerking VAP p.89) Een rode draad door de verschillende sectoren is de klimaatreflex waarbij het beleid gescreend wordt tegen de klimaatscenario s en, indien nodig, wordt aangepast. Ook na afronding van dit plan zal de klimaatreflex nodig blijven. Overal, dus ook binnen de Vlaamse overheid, moet het overwegen Handleiding klimaat 21 december/16 Pagina 6

9 van de klimaatverandering in nieuwe en bestaande plannen of strategieën een vanzelfsprekendheid worden. Daarom zal door de leden van de Vlaamse Taskforce Adaptatie (VTFA) continue gekeken worden naar initiatieven waarbij de klimaatreflex toegepast moet worden. Hierbij moet ervoor worden gewaakt dat er geen onnodige administratieve druk wordt gecreëerd. Vergelijkbaar met hetgeen in het Vlaams Mitigatieplan is beschreven, zal de klimaatreflex ook zo veel als mogelijk als onderdeel van al bestaande beleidsondersteunende instrumenten worden geïntegreerd. Hierbij wordt, naast de MER, bijvoorbeeld gedacht aan de maatschappelijke kosten-batenanalyses (MKBA s) en de Quick Scan Duurzame Ontwikkeling binnen de reguleringsimpact analyses. VAP, Bijlage 1, Maatregelenlijst; leefmilieu (p.97) Maatregel 2.3 Klimaatadaptatie en de bijbehorende klimaatreflex zal worden opgenomen in de MER richtlijnenboeken. 4 Beleidsvisies over de aanpak van klimaat in de milieueffectrapportage. 4.1 Visie in de EU-guidance guidances In de EU-guidances worden achtereenvolgende stappen geformuleerd die de deskundigen (en andere betrokkenen) moeten toelaten om het aspect klimaat adequaat te behandelen in milieueffectrapportages. Deze zijn grotendeels identiek voor plan-mer (SEA) en project-mer (EIA). In deze guidances wordt ook het aspect biodiversiteit meegenomen. Regelmatig komen er herhalingen voor uit een voorgaande stap. Dit zijn achtereenvolgens : Kritische knelpunten bij de aanpak van klimaat in het MER (SEA pag. 13 EIA pag. 13). Identificatie van klimaatverandering (SEA pag. 14 EIA pag. 14) Kritische knelpunten bij het effectenonderzoek (SIE pag. 15 EIA pag. 15) Kerngedachten (SIE pag. 49 EIA pag. 48) Kernboodschappen voor de identificatie van belangrijkste aspecten van klimaatsverandering en biodiversiteit onderwerpen in het plan-mer: - Identificeer de belangrijkste klimaatverandering en biodiversiteitsvraagstukken vroeg in het proces, maar blijf flexibel en houd er rekening mee dat in de loop van het proces nieuwe problemen kunnen opduiken. - Gebruik de kernvragen uit de guidances om te helpen identificeren welke aspecten van de klimaatverandering en biodiversiteit het meest relevant zijn. - Identificeer de belangrijke stakeholders en milieu-instanties, teneinde de belangrijkste problemen te identificeren. Breng vroeg in het planproces alle relevante belanghebbenden samen die inbreng kunnen hebben in de biodiversiteit / ecosystemen en klimaatsverandering gerelateerde aspecten van het plannen. - Onderzoek de onderlinge interacties van klimaatsverandering, biodiversiteit en andere milieu-aspecten en hun aanpak in het plan-mer. Onderzoek hoe maatregelen voor klimaatmitigatie en adaptatie elkaar kunnen beïnvloeden (bijvoorbeeld, dat een positief effect op de klimaatverandering tot negatieve gevolgen voor Handleiding klimaat 21 december/16 Pagina 7

10 adaptatie kan leiden). Het is belangrijk om vroeg in het proces niet enkel met de impact van het plan of project op het klimaat en klimaat verandering rekening te houden, maar ook om rekening te houden met de impact van klimaatverandering op het plan of project en zijn implementatie. Om de betrokken actoren een houvast te bieden, werden in de Guidances kernvragen inzake mitigatie en adaptatie voor plan- en project-mer, en een overzicht van de mogelijke knelpunten opgelijst. Ten behoeve van deze handleiding, werd een vertaling opgenomen van de kernvragen inzake mitigatie en adaptatie (Bijlage 1 van deze handleiding) en een overzicht van de knelpunten bij klimaat in MER (Bijlage 2 van deze handleiding). 4.2 Visie van de Dienst Mer Inleiding De Dienst Mer zal er over waken dat de Europese richtlijnen, het Vlaams klimaatbeleid, en de daaruit voortvloeiende relevante regelgeving, aan bod komen in de milieueffectrapportages over plannen en projecten. Over de concrete aanpak van klimaat in milieueffectrapportages wordt verwezen naar hoofdstuk 5 van deze handleiding. De Dienst Mer zal de verdere evoluties rond klimaat binnen het Europees beleid en de Europese regelgeving van nabij blijven opvolgen en zal haar visie er desgevallend op afstemmen. Concreet zal dit betekenen dat er in milieueffectrapportages, naast adaptatie en mitigatie, ook onderzoek zal dienen te gebeuren naar de kwetsbaarheid van het plan of project voor klimaatschommelingen en rampen. Daarnaast zal in de toekomst tevens de impact van natuurrampen op het plan of project aan bod moeten komen tijdens het onderzoek van de effecten ervan. In dit onderdeel wordt ingegaan op de visie van de Dienst Mer rond klimaat, rekening houdende met het regelgevend kader dat in hoofdstuk 3 werd voorgesteld Over de EU project-m.e.r. richtlijnen. De Dienst Mer interpreteert het bestaande Europees richtlijnenkader als volgt : Volgens de nieuwe project-m.e.r.-richtlijn 2014/52/EU (zie 3.3 hierboven) moet in een MER niet enkel de impact van het project op het klimaat onderzocht worden, maar is het ook belangrijk om na te gaan of het project in kwestie kwetsbaar is voor klimaatverandering. Daarnaast legt de nieuwe richtlijn de nadruk op de kwetsbaarheid van projecten voor zware ongevallen en rampen, rekening houdend met het risico dat ze zich kunnen voordoen en met hun mogelijke gevolgen voor het milieu. Het veranderende klimaat kan ingrijpen in de frequentie en de Handleiding klimaat 21 december/16 Pagina 8

11 intensiteit van natuurrampen. In project-mers dient daarom ook aandacht besteed te worden aan mogelijke nadelige milieueffecten die volgen uit de kwetsbaarheid van het project voor risico s op natuurrampen. Indien nodig worden milderende maatregelen gezocht en moet het MER ingaan op het reactievermogen in geval van dergelijke noodsituaties. Ook in ontheffingen en project-mer screenings moeten volgens de nieuwe project-m.e.r.-richtlijn de vermoedelijk aanzienlijke milieueffecten in aanmerking worden genomen met aandacht voor klimaat als milieufactor. De nieuwe project-m.e.r.-richtlijn geeft aan dat bij de beslissingscriteria over mogelijke aanzienlijke effecten in ontheffingen en project-mer-screenings het risico op natuurrampen die relevant zijn voor het project ook mee in rekening dient gebracht te worden. Dus dit wil zeggen dat de Dienst Mer en de vergunningverlenende overheden voor elke ontheffing en project-m.e.r. screening dienen te controleren of er een relevant risico bestaat op natuurrampen en of er daardoor een mogelijke aanzienlijke impact verwacht wordt. De huidige plan-mer richtlijn (2001/42/EG) bevat ivm de aanpak rond klimaat minder verregaande informatie dan de nieuwe project-mer richtlijn. Maar zeker op plan- en strategisch niveau stelt zich eveneens de klimaatdiscussie omwille van de middellange en lange termijnvisie van deze plannen Visies uit de richtlijnenboeken. Richtlijnenboek Algemene methodologie Milieueffectrapportage uit In het Richtlijnenboek Algemene methodologie uit 1997 werd reeds kort ingegaan op de discipline klimaat : 1.2 Discipline klimaat Omschrijving 'Klimaat' is de discipline die in het kader van de milieueffectrapportage de effecten bestudeert die zullen optreden op het globale en het regionale klimaat en op het microklimaat in de omgeving van het geplande project Reikwijdte De studie van de effecten op het globale klimaat spitst zich toe op de bijdrage van emissies tot het broeikaseffect en tot de afbraak van de ozonlaag. Daarnaast worden regionale klimaatstudies uitgevoerd in functie van de gevolgen van grootschalige vegetatiewijzigingen (b.v. be- of ontbossing), de gevolgen van het veranderen in aantal en aard van de lintvormige elementen van het landschap (b.v. bomenrijen) en de gevolgen van het ontstaan of verdwijnen van grote wateroppervlakten. Ten derde zijn er de microklimaatswijzigingen die kunnen optreden ten gevolge van emissies van licht, warmte, stralingen en stofdeeltjes, ten gevolge van het ruimtebeslag van een infrastructuur of ten gevolge van hydrologische ingrepen. Handleiding klimaat 21 december/16 Pagina 9

12 De belangrijkste overlappingen zijn deze met de disciplines 'licht, warmte en stralingen', 'lucht' en 'water' (i.v.m. de neerslag). De gegevensoverdracht van deze disciplines naar de discipline 'klimaat' toe dient dan ook goed gecoördineerd te verlopen. Ten gevolge van interacties is tevens een vlotte doorstroming van gegevens nodig : - van en naar de discipline 'fauna en flora' betreffende de regionale beïnvloeding van vegetaties op het klimaat; - vanuit de studie van de factor landschap betreffende de invloed van de topografie en de lintvormige elementen op regionaal- en microklimaat; - vanuit de discipline 'bodem' wat betreft de invloed van de chemische samenstelling van de bovenste bodemlagen op de warmte-uitwisselingscapaciteit en dus op micro-en regionaal klimaat; - i.v.m. de invloed van de waterhuishouding van een bodem op het microklimaat; - i.v.m. de discipline 'water', betreffende de invloed van grote wateroppervlakten op micro- en regionaal klimaat; - naar de discipline 'mens' i.v.m. langetermijneffecten op de volksgezondheid; - eventueel naar de factoren 'monumenten en materiële goederen' toe (i.v.m. de invloed van het microklimaat op het behoud van monumenten e.a. materiële goederen). Het richtlijnenboek uit 1997 is sedert 2015 niet meer van kracht. Het was wel nog geldig toen deze handleiding in opmaak was. De teksten uit het richtlijnenboek uit 1997 zijn daarbij mede richtinggevend geweest voor de opbouw van de methodologie van deze handleiding. Het nieuwe richtlijnenboek bevat geen vergelijkbare passages meer over disciplinegebonden methodologie. Onderhavige handleiding kan dan ook gezien worden als de opvolger van het relevante hoofdstuk in het Richtlijnenboek uit Het Richtlijnenboek Lucht (versie 2012). Het RLB Lucht omvat slechts een summiere lijst acties mbt broeikasgassen, in het hoofdstuk 8. Het bevat geen significantie- of toetsingskaders. Daarnaast is er nog de [Vlaamse Emissierechten]-verplichting voor BKG-inrichtingen, Besluit van 04/02/2005, waarbij emissierechten toegekend worden. Het decreet legt de juridische basis voor de omzetting in het Vlaamse Gewest van de Europese richtlijn voor het opzetten van een Europees systeem van emissiehandel met betrekking tot de uitstoot van broeikasgassen. Deze Europese richtlijn bepaalt dat grote verbrandingsinstallaties en grote andere industriële installaties in bepaalde energie-intensieve sectoren vanaf 1 januari 2005 over een emissievergunning moeten beschikken. Deze BKG-inrichtingen moeten een monitoring protocol opstellen, jaarlijkse rapportage doen van de CO2-emissies en jaarlijks de vereiste emissierechten inleveren. In het projectmer dienen echter wel een aantal minimumdata weergegeven te worden : In een MER worden steeds de hoeveelheid verbruikte brandstof op jaarbasis per brandstoftype vermeld. In een MER wordt steeds de uitgestoten hoeveelheid broeikasgassen berekend. De berekeningsmethode dient bij voorkeur gebaseerd te zijn op de methodologie die gehanteerd dient te worden in het kader van de Vlaamse CO2-emissiehandel. Hierbij kan gebruik gemaakt worden van de algemene IPPC-emissiefactoren voor conventionele brandstoffen (zie paragraaf ). Een analyse van de energie-efficiëntie van het project is niet vereist. Voor energie-intensieve Handleiding klimaat 21 december/16 Pagina 10

13 projecten dient deze informatie immers in een afzonderlijke energiestudie of afzonderlijk energieplan opgenomen te worden. BBT-evaluaties en mogelijke milderende maatregelen (specifiek ter reductie van de CO2-emissies van het project) dienen bijgevolg ook niet in het MER besproken te worden. De CO2-emissies van nieuwe projecten dienen in functie van de CO2-emissiereserve in het Vlaamse allocatieplan gekaderd te worden. Bij een meer doorgedreven behandeling van de discipline klimaat in het MER, zal het belangrijk zijn dat er een consequente visie zal worden gehanteerd voor alle betrokken plannen en projecten. Het Richtlijnenboek Stadsontwikkeling en recreatie (2011) vermeldt in daarover het volgende: Om de effecten van een plan of project op het klimaat of de specifieke kwetsbaarheid van een plan of project ten aanzien van klimaatswijzigingen te kunnen inschatten in een MER, is het van belang eerst een overzicht te geven van de verwachte klimaatveranderingen op hoofdlijnen. Alle Vlaamse klimaatscenario s wijzen eenduidig op een stijging van de omgevingstemperatuur(bijvoorbeeld met 1,5 C à 4,4 C voor de winter en met 2,4 C à 7,2 C voor de zomer), op een hogere verdamping tijdens de winter en de zomer, en ten slotte op meer neerslag tijdens de winter tegen Het zeeniveau aan de Vlaamse kust kan deze eeuw nog stijgen met 20 à 200 cm. De meeste klimaatscenario s tonen een daling van de gemiddelde zomerneerslag voor Vlaanderen. In combinatie met de hogere verdamping doet dit de laagste rivierdebieten tijdens droge zomers met meer dan 50 % dalen tegen het einde van de 21e eeuw. Daardoor stijgen de kansen op ernstig watertekort. Ondanks een daling van de zomerneerslag, valt er in Vlaanderen een toename van het aantal extreme zomeronweders te verwachten. Daardoor stijgen de overstromingskansen voor riolen. Het risico op economische schade door overstromingen ligt ver uit elkaar voor de verschillende klimaatscenario s voor Vlaanderen: van een daling met 56 % tot een stijging met 33 %. Vlaanderen ligt tussen Noord-Frankrijk, waar de klimaatverandering de evolutie naar verdroging versterkt, en Nederland, waar men eerder een toename van het aantal overstromingen verwacht. Waterbeheerders in Vlaanderen moeten bij het opvangen van de gevolgen van de klimaatverandering (adaptatie) daarom zoeken naar ingrepen die vlot bij te sturen zijn en onder verschillende omstandigheden nuttig zijn. Zowel om het overstromingsrisico te beperken, als om watertekorten te voorkomen en op te vangen. Het genoemde richtlijnenboek vraagt ook aandacht voor effecten op microklimaat in stedelijke omgevingen (bv. Negatieve effecten van verhardingen en emissies, positieve effect van de aanleg van waterpartijen en groenzones, veranderingen in luchtstromingen (wind) ten gevolge van de aanleg van een hoog gebouw, ) Over het Vlaams Klimaatsbeleidsplan Het algemeen luik van het VKP Handleiding klimaat 21 december/16 Pagina 11

14 Gevolg gevend aan de aanbevelingen uit het Vlaams Klimaatbeleidsplan , zal de opname van het klimaataspect in de mer-procedure verder geconcretiseerd worden via actualisatie van de richtlijnenboeken. Verscheidene richtlijnenboeken dateren nog van voor het jaar Het klimaataspect werd daarin amper, of meestal niet, in behandeld. Ook in een aantal recent herziene richtlijnenboeken wordt het aspect klimaat amper behandeld, of wordt er (in de activiteit-specifieke RLB) gesteld dat de discipline klimaat weinig relevant is. Het richtlijnenboek waarin het aspect klimaat het ruimst aan bod komt (begin 2016), is dat van Stadsontwikkeling en recreatie (2011), te raadplegen op de website van de Dienst Mer ( 20stadsontwikkeling20en20recreatie.pdf). De Dienst Mer zal dus bij toekomstige actualisaties, en bij nieuwe RLB, ook de discipline klimaat ruimere aandacht geven. Zij zal de betrokkenen daarover ook informeren. De laatste versies van de richtlijnenboeken zijn te consulteren op Aangezien de herziening en de opmaak van een richtlijnenboek een periode van jaren in beslag kan nemen, zal de Dienst Mer intussen wel actie ondernemen om inmiddels het aspect klimaat een voldoende plaats te geven in de lopende en de nieuwe dossiers. Deze handleiding is bedoeld om dit proces te begeleiden. Plannen en projecten zullen in de MER-dossiers ook moeten worden beoordeeld in het licht van het veranderde klimaat tegen 2050 en de lage koolstofeconomie die het beleid tegen dan wil realiseren. Op basis daarvan zal eventueel het ontwerp van het plan of het project aangepast moet worden. In Hoofdstuk 5 wordt verder ingegaan op deze aanpak. Onderhavige handleiding zal mee evolueren met het klimaatbeleid en de visievorming daarover met betrekking tot milieueffectrapportage. De toekomst zal uitwijzen of er noodzaak zal zijn aan een richtlijnenboek klimaat, dan wel of het onderscheid tussen handleiding en richtlijnenboek eerder een kwestie van naamgeving (en omvang van het document) zal zijn. Het VMP : mitigatie Het onderzoek van het aspect mitigatie zal vooral de geplande uitstoot van broeikasgassen door uitvoering van een plan of project in beeld brengen. Emissies van één plan of project zullen allicht geen meetbare impact hebben op het klimaat, aangezien dat een globaal probleem is. Voor de behandeling van het mitigatieaspect in het MER, tenminste voor wat de uitstoot van broeikasgassen betreft, zal het beleid moeten nagaan of er een bindende of richtinggevende normering nodig is, die als significantiekader zal fungeren. Het is aan het beleid om een dergelijk kader op te maken, bijvoorbeeld op basis van eenzijdige engagementen, of door internationale verdragen overeengekomen quota of emissiedoelstellingen. Mogelijk kan de conclusie zijn dat het opleggen van zo n significantiekader moeilijk haalbaar is. Verder zal hierbij ook het onderscheid gemaakt worden tussen de bedrijfstakken (ijzer en staal, elektriciteitsproductie, chemie, raffinaderijen, keramische industrie, ) die onder de regeling voor Europese emissiehandel (ETS) vallen en de overige, niet-ets, sectoren. Indien geen significantiekader wordt vastgelegd, zorgt een MER voornamelijk voor het aanleveren van informatie over de omvang van de broeikasgasemissies. Daarnaast kan, indien relevant, een MER informatie aanleveren over een vergelijking van de broeikasgasemissies door de Handleiding klimaat 21 december/16 Pagina 12

15 verschillende redelijke alternatieven ten opzichte van de broeikasgasemissies door het basisplan of - project. Het VAP en de klimaatreflex aanpak in m.e.r. In het luik adaptatie van het Vlaams Klimaatbeleidsplan , wordt het begrip klimaatreflex ingevoerd. Dit houdt in dat plannen of projecten gescreend moeten worden tegenover de mogelijke scenario s van klimaatverandering. De klimaatreflex zal ook worden toegepast in het MER. De methodologische inpassing van de klimaatreflex in milieueffectrapportages is dan ook een belangrijk aandachtspunt voor de volgende jaren. Dit wordt verder toegelicht in Hoofdstuk 5 van deze handleiding. De milieueffectrapportage zal in de toekomst rekening houden met evoluties binnen het Vlaams klimaat- en adaptatiebeleid. Het is echter niet de bedoeling om te wachten op verdere ontwikkelingen maar om de klimaatreflex in milieueffectrapportages nu reeds vorm te geven Over klimaatscenario s. Het MINA-klimaatrapport 2015 geeft een overzicht van waargenomen klimaattrends (vooral voor Ukkel) en mogelijke globale klimaatprognoses, in de veronderstelling van een opwarming onder invloed van een verstrekt broeikaseffect, als gevolg van CO 2 emissies door menselijke activiteit. Pagina 7 van het rapport bevat drie mogelijke scenario s (laag, midden en hoog), voor een periode van de komende 30, 50 en 100 jaar. Pagina 11 van het rapport bespreekt de onzekerheden op deze prognoses. Er wordt echter benadrukt dat voor elk van deze klimaatscenario s, sommige mogelijke gevolgen wel kunnen worden berekend. Het omgaan met klimaatscenario s in het MER, zal een compromis moeten zijn tussen een orthodoxe toepassing ervan, en de grote onzekerheidsmarges, inherent aan klimaatvoorspelling. Bovenop deze verwachte scenario s is er bijvoorbeeld het probleem van de natuurlijke evolutie van het klimaat, die volgens sommige wetenschappelijke studies eerder op een trend van globale afkoeling lijkt te wijzen, ten gevolge van astronomische processen en cycliciteit in de warmtehuishouding van de klimaatmachinerie. Zullen deze processen compenserend werken, of cumulatief, of het spectrum van mogelijke effecten verbreden? Het zullen vragen zijn die steeds op de achtergrond zullen spelen. Over het algemeen wordt ervan uitgegaan dat de schaal van de mer-plichtige plannen en projecten niet van die aard zal zijn dat er binnen het MER-onderzoek zelf aan klimaatmodellering op regionale, laat staan op globale schaal zal moeten worden gedaan. Uitzondering daarop zijn plannen en projecten die als effect in het studiegebied een microklimaat kunnen creëren (bijvoorbeeld hitteeiland effecten in verstedelijkte gebieden, zoals ook aangegeven werd in het MIRA klimaatrapport). In dat geval dient deze lokale klimaatprognose mee te worden genomen in het onderzoek. Handleiding klimaat 21 december/16 Pagina 13

16 4.2.6 Over wie het aspect klimaat zal behandelen in het MER. Klimaat is een multidisciplinair gebeuren. Informatie moet doorheen verschillende disciplines verzameld worden (zie ook verder onder 5.2): - Mitigatie: In een MER zal de uitstoot van broeikasgassen begroot moeten worden. Dit zal logischerwijze een taak moeten voor een deskundige lucht. De deskundige lucht zal conclusies moeten trekken en aanbevelingen formuleren in verband met broeikasgasemissies, bij voorkeur op basis van toetsing aan een normenkader. Concretere aanbevelingen kunnen allicht passen in specifieke gevallen waar er ook impact zou zijn op het microklimaat (zie RLB Stadsontwikkeling en recreatie). - Adaptatie: Dit is een eerder multidisciplinaire materie. Relevante disciplines zijn water, bodem, mens (ruimtelijk, sociaal-organisatorisch en gezondheid), fauna en flora en in sommige gevallen landschap. De discipline klimaat (adaptatie en klimaatreflex) in een MER kan worden uitgewerkt door, ofwel : - De coördinator? - Een erkend deskundige klimaat? - De deskundigen samen (vooral Water, Bodem F&F, M&L, Lucht, Mens (ruimtelijk, sociaalorganisatorisch en gezondheid)), met synthese door de coördinator? Het Vlaams Klimaatbeleidsplan geeft aan dat het aspect klimaat zal worden opgenomen in de milieueffectrapportage via de richtlijnenboeken en daarbij behandeld zal worden door (sic) de experts. De vertaling van deze beleidskeuze bestaat er in dat het aspect klimaat in eerste instantie behandeld zal worden door de verschillende leden van het team van erkende deskundigen dat het MER opstelt. Dit volgt ook de geest van de klimaatreflex, die er eigenlijk op neerkomt dat tijdens het planningsproces iedereen geacht wordt na te denken over alles aangaande klimaat. Ook volgens het MIRA-klimaatrapport 2015 ligt de uitvoering van het klimaatbeleid op het niveau van de verschillende beleidsdisciplines. De voorkeursaanpak naar de toekomst toe, bestaat er dus in dat enerzijds de richtlijnenboeken worden aangepast en anderzijds dat de deskundigen van de verschillende disciplines zich gaan inwerken in het klimaataspect van hun respectievelijke discipline. De beleidsvisies, geformuleerd in het Vlaams Klimaatbeleidsplan zijn duidelijk : klimaat in het MER zal worden opgenomen in de richtlijnenboeken (meervoud!) en behandeld worden door de experts (meervoud!). Discipline klimaat zal worden behandeld in het MER als individuele discipline, door de voor die disciplines erkende deskundigen, die zullen steunen op de voor hun discipline geldende richtlijnenboeken. Handleiding klimaat 21 december/16 Pagina 14

17 5 Concrete aanpak a anpak van klimaat in de milieueffectrapportage 5.1 Algemeen. Standaard dient het Vlaams Klimaatbeleidsplan te worden opgenomen in de tabel met de juridische en beleidsmatige randvoorwaarden, met vermelding van de relevantie ervan voor het betrokken MER-onderzoek. Tevens dienen in voorkomend geval regionale of lokale (stedelijke) klimaatbeleidsplannen te worden opgenomen in deze tabel. Er moet steeds minstens een uitspraak gebeuren over klimaat in de conclusie van een MER of ontheffing, ook al is een volwaardige uitwerking van deze discipline door de schaal of reikwijdte van het plan of project niet aan de orde in het betrokken dossier. De relevante te behandelen aspecten rond klimaat zijn, naast effecten van de projecten en plannen op het klimaat (bijvoorbeeld emissie van broeikasgassen en mitigatie), ook het onderzoek naar de kwetsbaarheid van de plannen of projecten ten aanzien van klimaatveranderingen en hiermee samenhangend de adaptatie. Omdat bepaalde natuurrampen klimaatgerelateerd zijn, is het ook belangrijk om de plannen en projecten te screenen naar relevante risico s voor natuurrampen en zal de mogelijke impact van natuurrampen aan bod komen. Deze aanpak geldt voor project- en plan-mers en ontheffingen en in theorie ook voor project-m.e.r. screenings, al zal de uitwerking in project-m.e.r.-screenings in de praktijk zelden relevant zijn. 5.2 Klimaat in de richtlijnenboeken. Het algemeen luik van het Vlaams Klimaatbeleidsplan , voorziet dat de opname van het klimaataspect in de mer-procedure geconcretiseerd zal worden in actualisatie van de richtlijnenboeken. De Dienst Mer zal daarom bij de opmaak van toekomstige nieuwe richtlijnenboeken en bij de actualisatie van de bestaande richtlijnenboeken, ook (de discipline) klimaat ruimere aandacht geven. Zij zal de betrokkenen daarover ook informeren en raadplegen. 5.3 Klimaat en scoping van het onderzoek. Afhankelijk van de aard van het plan of project dient er bij de scoping tijdens de MER-procedure voor elke discipline bekeken te worden hoe grondig klimaat best behandeld wordt in het onderzoek. Maatwerk is hier de regel. De relevante te behandelen aspecten zijn naast mitigatie en adaptatie. Onder adaptatie valt ook het onderzoek van de kwetsbaarheid van het plan of project ten aanzien van klimaatveranderingen, en Handleiding klimaat 21 december/16 Pagina 15

18 de impact van natuurrampen op het plan of project, voor zover deze mogelijk klimaat gerelateerd zijn. De nadruk zal liggen op het onderzoek van het klimaataspect per discipline (zie 4.2.6). In de meeste gevallen zal het volstaan om alle disciplines aan de klimaatreflex te onderwerpen. Een diepgaander onderzoek zal nodig zijn wanneer (geval per geval te bepalen) : Er manifeste onzekerheden over klimaatverandering te verwachten zijn, die op aanzienlijke wijze de implementatie van het plan of project kunnen beïnvloeden (zeldzaam en allicht bij grote en lange termijn plannen) Er klimaatevoluties te verwachten zijn die buiten de bandbreedte van de algemeen gehanteerde klimaatscenario s zouden liggen, of waar aspecten aan bod zouden kunnen komen die in deze algemene prognoses verwaarloosd zouden zijn. Dit zal heel zeldzaam zijn, en allicht pas op middellange termijn noodzakelijk (extreem en allicht onwaarschijnlijk voorbeeld : nav de uitbarsting van een supervulkaan, ). Er effecten te verwachten zijn op het microklimaat (dit kan couranter voorkomen, bijvoorbeeld in stedelijke projecten). Indien de scoping uitwijst dat klimaat best diepgaand onderzocht wordt, zullen de erkende deskundigen gezamenlijk zorgen voor de uitwerking ervan, vanuit hun discipline. Deze onderzoeksresultaten worden dan samengevat bij de bespreking van de discipline klimaat. De erkende deskundigen worden geacht op de hoogte te zijn, en zich op de hoogte te houden van de verwachte impact van klimaatverandering op hun discipline in het algemeen en op de elementen binnen het plan of project in het bijzonder. 5.4 Adaptatie en klimaatreflex. Klimaatreflex. Indien klimaat niet als een aparte discipline wordt behandeld, wordt bij de bespreking van de ontwikkelingsscenario s een aanzet tot klimaatreflex opgenomen, waarbij de noodzaak tot het al of niet onderzoeken van dit klimaatreflex-ontwikkelingsscenario zal gemotiveerd worden. De opsteller van het MER zal initieel nagaan of de schaal, reikwijdte en tijdshorizont van het plan of project zich lenen tot een toetsing aan een dergelijk scenario. Indien deze noodzaak zich niet zou stellen wordt zulks onderbouwd in een gemotiveerde uitspraak. Indien anderzijds blijkt dat een toetsing relevant is, dient dit ontwikkelingsscenario m.b.t. de klimaatreflex bij de relevante disciplines aan bod te komen. Klimaatreflex is een analyse die eigenlijk op alles moet worden uitgevoerd. Anderzijds dient deze uiteraard op een gestructureerde wijze te worden uitgevoerd in het MER, en dient er van meet af aan te worden getrieerd op wat voor het plan of project relevant is. Deze triage zal worden uitgevoerd bij het opmaken van de ingreep-effect matrix, waar er steeds een kolom klimaatreflex zal worden toegevoegd, die per discipline zal worden ingevuld. Uit de ingreep-effectmatrix zal ook moeten blijken of klimaat binnen één of meer disciplines grondiger zal moeten worden onderzocht. Handleiding klimaat 21 december/16 Pagina 16

19 Kernvragen en nuttige aspecten uit verschillende disciplines voor de behandeling van adaptatie. Voor de concrete aanpak van de discipline klimaat of de uitwerking van de klimaatreflex als ontwikkelingsscenario verwijzen we naar de kernvragen uit de EU-Guidances (zie Bijlage 1 en 2 van deze handleiding). Het is niet de bedoeling dat deze kernvragen letterlijk zullen worden overgenomen en stuk voor stuk worden beantwoord in de Mer-rapporten. Ze dienen eerder als denkkader om aan af te toetsen bij het onderzoek. Tevens kan worden verwezen naar Hoofdstuk uit het Richtlijnenboek Stadsontwikkeling en recreatie, waarin onder meer richtlijnen staan voor de aanpak van adaptatie (en ook van mitigatie). Deze richtlijnen zullen uiteraard van toepassing zijn op plannen en projecten uit de betrokken sector. Voorlopig kunnen zij ook gebruikt worden als inspiratie voor plannen en projecten uit andere activiteitengroepen. Indien maatregelen nodig zijn om de mogelijke impact van de klimaatverandering te milderen of te voorkomen, dienen deze voorgesteld te worden. De nieuwe project-m.e.r.-richtlijn stelt dat indien noodsituaties bij natuurrampen zich kunnen voordoen, details inzake paraatheid en voorgenomen reactievermogen besproken moeten worden. Indien er een reële kans is op natuurrampen en er rampenplannen bestaan, wordt er een verwijzing naar opgenomen en dienen de relevante elementen meegenomen te worden in het MER. Wijzigingen in het Vlaams en Europees beleid en regelgeving, kunnen de modaliteiten van de aanpak van klimaat in het MER beïnvloeden. De Dienst Mer zal dan de richtlijnen terzake aanpassen. Nuttige informatie uit de relevante disciplines (niet limitatief): - Discipline lucht: deze discipline is vooral relevant bij mitigatie (zie 5.4), maar er kunnen ook uitspraken worden gedaan over mogelijk schadelijke ozonconcentraties. - Discipline water: Adaptatie dient aan bod te komen ingeval van bijvoorbeeld wateroverlast. Mogelijk kan de ligging of de omvang van een project of plan in vraag gesteld worden omwille van deze wateroverlastproblematiek op lange termijn. In de toekomst dienen met de omzetting van de nieuwe Europese project-mer richtlijn ook natuurrampen in project-mers en ontheffingen aan bod te komen. Bij de discipline water dienen, indien relevant, de kwetsbaarheid voor natuurrampen en de impact van onder meer overstromingen, zware regenval,, besproken te worden. Indien nodig dienen milderende maatregelen gezocht te worden en dient het MER in te gaan op het reactievermogen in geval van dergelijke noodsituaties. Naast het aspect wateroverlast kan ook de problematiek van droogte relevant zijn. Het MIRA Klimaatrapport 2015 spreekt zich niet eenduidig uit over de gevolgen van klimaatverandering op grondwater. - Discipline Bodem: wijzigingen in het bodemvochtregime zijn mogelijk. Ook de impact van vernatting of verdroging op het gevaar voor grondverzakkingen en hellingerosie is een aandachtspunt. Indien omwille van natuurrampen en erosieproblematiek modderstromen mogelijk zijn en een impact kunnen hebben, dienen deze aspecten aan bod te komen. Handleiding klimaat 21 december/16 Pagina 17

20 - Discipline Fauna en flora: impact op soorten en habitats omwille van wateroverlast, natuurrampen, droogte, temperatuurstijging, - Discipline Mens: indien het plan/project kwetsbaar is voor droogte, hittegolven, hevige neerslag, overstromingen dient bekeken te worden of er bij deze discipline een impact verwacht kan worden (bijvoorbeeld op landbouw). Vooral hitte-effecten en ook effecten door schadelijke ozonconcentraties kunnen belangrijke onderzoekspunten zijn. - Discipline landschap, bouwkundig erfgoed en archeologie: mogelijk is er een beïnvloeding van de topografie op lange termijn omwille van veranderende weerscondities. - Energievraag : Algemeen zal klimaatverandering mee aanleiding geven tot een verschuiving van de energievraag, verder valt dit eerder onder mitigatie (zie 5.5); - Milderende maatregelen (adaptatie, mitigatie) en eventuele noodplannen bij natuurrampen. 5.5 Mitigatie De rechtstreekse impact van een plan of project op het globale klimaat is doorgaans moeilijk in te schatten, omwille van het immense schaalverschil. Het effect kan wel in relatieve termen worden aangepakt, namelijk ten opzichte van een kwantitatieve bulkdoelstelling uit een beleidsplan (gewestelijk, stedelijk, ) Wegens de verwevenheid met emissietechnologie, wordt dit best behandeld in de discipline lucht, door een deskundige lucht, en laat men de resultaten doorwerken naar een einduitspraak over klimaat (of naar de discipline klimaat), en/of naar de andere relevante disciplines. Indien er bijvoorbeeld meer dan een vastgesteld percentage aan uitstoot van BKG zou veroorzaakt worden ten opzichte van het niveau van de referentiesituatie, zouden er milderende maatregelen opgelegd kunnen worden, of alternatieven moeten worden onderzocht. Deze problematiek moet dan worden behandeld door het integrale team van deskundigen, meerbepaald bij het effectenonderzoek van de voorgestelde alternatieven, bijvoorbeeld aangaande de beschikbare gebruiksruimte, de ruimtelijke inname, of de effecten van de alternatieve bron zelf. Het meer specifieke beleidskader voor mitigatie, en de bijhorende significantiekaders zijn nog in ontwikkeling door de bevoegde instanties, en zullen waar relevant worden toegevoegd aan deze handleiding, van zodra ze beschikbaar zijn. 5.6 Algemene en specifieke aspecten van de methodologie Algemene aspecten. Achtergrondinformatie voor elke deskundige. MOGELIJKE GEVOLGEN VAN KLIMAATVERANDERINGEN (bron : EU Guidance) Veranderingen in temperatuur; algemeen en extremen: koude- of hittegolven. Handleiding klimaat 21 december/16 Pagina 18

HANDLEIDING. Overzicht van de procedurele en inhoudelijke wijzigingen n.a.v. de omzetting van de Europese projectm.e.r.- richtlijn (2014/52/EU)

HANDLEIDING. Overzicht van de procedurele en inhoudelijke wijzigingen n.a.v. de omzetting van de Europese projectm.e.r.- richtlijn (2014/52/EU) Vlaamse overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid Dienst Mer Koning Albert II-laan 20 bus 8 1000 BRUSSEL Tel: 02/553.80.79 e-mail: mer@vlaanderen.be

Nadere informatie

VISIEDOCUMENT. Wijziging van de discipline Fauna en Flora naar de discipline Biodiversiteit in project- en planmilieueffectrapportages

VISIEDOCUMENT. Wijziging van de discipline Fauna en Flora naar de discipline Biodiversiteit in project- en planmilieueffectrapportages Vlaamse overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid Dienst Mer Koning Albert II-laan 20 bus 8 1000 BRUSSEL Tel: 02/553.80.79 e-mail: mer@vlaanderen.be

Nadere informatie

HANDLEIDING EXTERNE VEILIGHEID IN MER

HANDLEIDING EXTERNE VEILIGHEID IN MER Vlaamse overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid Dienst Mer Koning Albert II-laan 20 bus 8 1000 BRUSSEL Tel: 02/553.80.79 e-mail: mer@vlaanderen.be

Nadere informatie

Vormen van milieueffectrapportage in Vlaanderen

Vormen van milieueffectrapportage in Vlaanderen Vormen van milieueffectrapportage in Vlaanderen Pascal Van Ghelue Geograaf - Diensthoofd Dienst Begeleiding Gebiedsgerichte Planprocessen Inhoud 1. Doel milieueffectrapportage 2. Regelgeving 3. Rapportagevormen

Nadere informatie

Vormen van milieueffectrapportage in Vlaanderen. Pascal Van Ghelue Geograaf Dienst Begeleiding Gebiedsgerichte Planprocessen

Vormen van milieueffectrapportage in Vlaanderen. Pascal Van Ghelue Geograaf Dienst Begeleiding Gebiedsgerichte Planprocessen Vormen van milieueffectrapportage in Vlaanderen Pascal Van Ghelue Geograaf Dienst Begeleiding Gebiedsgerichte Planprocessen Inhoud 1. Doel milieueffectrapportage 2. Regelgeving 3. Rapportagevormen (4)

Nadere informatie

Goedkeuringsverslag milieueffectrapport

Goedkeuringsverslag milieueffectrapport Vlaamse overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid Koning Albert II-laan 20, bus 8 1000 BRUSSEL tel: 02/553.80.79 fax: 02/553.80.75 Goedkeuringsverslag

Nadere informatie

Het Vlaams adaptatiebeleid, naar Griet Verstraeten Departement Omgeving. Symposium Ecosysteemdiensten in Vlaanderen 4 februari 2019

Het Vlaams adaptatiebeleid, naar Griet Verstraeten Departement Omgeving. Symposium Ecosysteemdiensten in Vlaanderen 4 februari 2019 Het Vlaams adaptatiebeleid, naar 2030 Griet Verstraeten Departement Omgeving Symposium Ecosysteemdiensten in Vlaanderen 4 februari 2019 Leiegardens 2014, Your Estate Solution Vlaams Adaptatieplan 2021-2030

Nadere informatie

Klimaateffectschetsboek West-en Oost-Vlaanderen NATHALIE ERBOUT ZWEVEGEM, 5 DECEMBER 2014

Klimaateffectschetsboek West-en Oost-Vlaanderen NATHALIE ERBOUT ZWEVEGEM, 5 DECEMBER 2014 Klimaateffectschetsboek West-en Oost-Vlaanderen NATHALIE ERBOUT ZWEVEGEM, 5 DECEMBER 2014 Klimaateffectschetsboek Scheldemondraad: Actieplan Grensoverschrijdende klimaatbeleid, 11 september 2009 Interregproject

Nadere informatie

Tekst aangenomen door de plenaire vergadering. van het ontwerp van decreet

Tekst aangenomen door de plenaire vergadering. van het ontwerp van decreet ingediend op 965 (2016-2017) Nr. 3 14 december 2016 (2016-2017) Tekst aangenomen door de plenaire vergadering van het ontwerp van decreet tot wijziging van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene

Nadere informatie

DE VLAAMSE REGERING, Op voorstel van de Vlaamse minister van Omgeving, Natuur en Landbouw; BESLUIT:

DE VLAAMSE REGERING, Op voorstel van de Vlaamse minister van Omgeving, Natuur en Landbouw; BESLUIT: Ontwerp van decreet tot wijziging van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, het decreet van 27 oktober 2006 betreffende de bodemsanering en de bodembescherming,

Nadere informatie

Adviescomité SEA. Brussel, 11 april 2008

Adviescomité SEA. Brussel, 11 april 2008 Directoraat-generaal: Leefmilieu EUROSTATION Blok II 2 de verdieping Victor Hortaplein, 40 bus 10 B 1060 BRUSSEL www.environment.fgov.be Secretariaat van het SEA Adviescomité : Sabine WALLENS t : + 32

Nadere informatie

Scopingsadvies Project-MER Uitbreiding van een veeteeltbedrijf : De Lindehoeve/Carrebrouck Koen te Diksmuide

Scopingsadvies Project-MER Uitbreiding van een veeteeltbedrijf : De Lindehoeve/Carrebrouck Koen te Diksmuide Vlaamse Overheid Departement Omgeving Afdeling Gebiedsontwikkeling, Omgevingsplanning en projecten Milieueffectrapportage Koning Albert II-laan 20 bus 8 1000 Brussel T 02/553 80 79 mer@vlaanderen.be www.omgevingvlaanderen.be

Nadere informatie

Besluit van de Vlaamse Regering betreffende nadere regels voor de milieueffectrapportage over projecten en voor de omgevingsveiligheidsrapportage

Besluit van de Vlaamse Regering betreffende nadere regels voor de milieueffectrapportage over projecten en voor de omgevingsveiligheidsrapportage Besluit van de Vlaamse Regering betreffende nadere regels voor de milieueffectrapportage over projecten en voor de omgevingsveiligheidsrapportage DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 5 april 1995

Nadere informatie

Aanbevelingen voor het opstellen van een kennisgevingsdossier. MER-forum 10 juni 2004

Aanbevelingen voor het opstellen van een kennisgevingsdossier. MER-forum 10 juni 2004 Aanbevelingen voor het opstellen van een kennisgevingsdossier MER-forum 10 juni 2004 Inleiding MER-forum 10 juni 2004 Aanbevelingen voor het opstellen van een kennisgeving (project-m.e.r.) Inhoud van de

Nadere informatie

b i j d e b e o o r d e l i n g v a n d e p l a n n e n en p r o g r a m m a s o p f e d e r a a l v l a k Scopingsdocument

b i j d e b e o o r d e l i n g v a n d e p l a n n e n en p r o g r a m m a s o p f e d e r a a l v l a k Scopingsdocument Begeleidingsinstrument b i j d e b e o o r d e l i n g v a n d e milieueffecten v a n b e p a a l d e p l a n n e n en p r o g r a m m a s o p f e d e r a a l v l a k Scopingsdocument Inhoud 1. Inleiding...3

Nadere informatie

Klimaatscenario s voor Vlaanderen, en impact op de waterhuishouding

Klimaatscenario s voor Vlaanderen, en impact op de waterhuishouding Vlaamse Klimaatconferentie: Adaptatie, 26.5.2011, Antwerpen Klimaatscenario s voor Vlaanderen, en impact op de waterhuishouding Johan Brouwers Dienst Milieurapportering - MIRA, Vlaamse Milieumaatschappij

Nadere informatie

Klimaatverandering en klimaatscenario s in Nederland

Klimaatverandering en klimaatscenario s in Nederland Page 1 of 6 Klimaatverandering en klimaatscenario s in Nederland Hoe voorspeld? Klimaatscenario's voor Nederland (samengevat) DOWNLOAD HIER DE WORD VERSIE In dit informatieblad wordt in het kort klimaatverandering

Nadere informatie

Scopingsadvies Project-MER Modernisering van het Albertkanaal tussen de Noorderlaanbrug en de sluis van Wijnegem

Scopingsadvies Project-MER Modernisering van het Albertkanaal tussen de Noorderlaanbrug en de sluis van Wijnegem Vlaamse Overheid Departement Omgeving Afdeling Gebiedsontwikkeling, Omgevingsplanning en projecten Milieueffectrapportage Koning Albert II-laan 20 bus 8 1000 Brussel T 02/553 80 79 mer@vlaanderen.be www.omgevingvlaanderen.be

Nadere informatie

Stand van zaken van het adaptatiebeleid in Vlaanderen. Johan Bogaert

Stand van zaken van het adaptatiebeleid in Vlaanderen. Johan Bogaert Stand van zaken van het adaptatiebeleid in Vlaanderen Johan Bogaert Oplossing Ten gronde aanpakken : wereldbevolking Brand blussen : mitigatie Verder leven : adaptatie 4 Europese strategie Be A Plan FAP

Nadere informatie

Scopingsadvies Project-MER Hervergunning en uitbreiding van een varkenshouderij : Messely Klaas te Kortrijk

Scopingsadvies Project-MER Hervergunning en uitbreiding van een varkenshouderij : Messely Klaas te Kortrijk Vlaamse Overheid Afdeling Gebiedsontwikkeling, Omgevingsplanning en projecten Milieueffectrapportage Koning Albert II-laan 20 bus 8 1000 Brussel T 02/553 80 79 mer@vlaanderen.be www.omgevingvlaanderen.be

Nadere informatie

Bouwstenen om te komen tot een coherent en efficiënt adaptatieplan voor Vlaanderen

Bouwstenen om te komen tot een coherent en efficiënt adaptatieplan voor Vlaanderen 2. BOUWSTENEN VOOR EEN ADAPTATIEPLAN Deze bouwstenen zijn gericht op de uitwerking van een adaptatieplan vanuit een Vlaams beleidsdepartement of beleidsveld. Het globale proces kan eveneens door een ander

Nadere informatie

PROVINCIE ANTWERPEN STAD HERENTALS GEMEENTE GROBBENDONK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN HAZENPAD VERZOEK TOT RAADPLEGING BIJLAGE BUNDELING ADVIEZEN

PROVINCIE ANTWERPEN STAD HERENTALS GEMEENTE GROBBENDONK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN HAZENPAD VERZOEK TOT RAADPLEGING BIJLAGE BUNDELING ADVIEZEN PROVINCIE ANTWERPEN STAD HERENTALS GEMEENTE GROBBENDONK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN HAZENPAD VERZOEK TOT RAADPLEGING BIJLAGE BUNDELING ADVIEZEN bvba Advies Ruimtelijke Kwaliteit (bvba ARK) Augustijnenlaan

Nadere informatie

Scopingsadvies Project-MER Uitbreiding en vroegtijdige hernieuwing milieuvergunning van een slachtkuikenbedrijf. Aerts Kristof te Beerse

Scopingsadvies Project-MER Uitbreiding en vroegtijdige hernieuwing milieuvergunning van een slachtkuikenbedrijf. Aerts Kristof te Beerse Vlaamse Overheid Afdeling Gebiedsontwikkeling, Omgevingsplanning en projecten Milieueffectrapportage Koning Albert II-laan 20 bus 8 1000 Brussel T 02/553 80 79 mer@vlaanderen.be www.omgevingvlaanderen.be

Nadere informatie

Wettelijk kader voor adaptatiemaatregelen

Wettelijk kader voor adaptatiemaatregelen Wettelijk kader voor adaptatiemaatregelen bij kustverdediging Workshop Kustverdediging, visserij en toerisme : klimaatadaptatie warm aanbevolen?, Bredene 25 mei 2011 Overzicht 1. Internationaal adaptatiebeleid

Nadere informatie

MER in de omgevingsvergunning

MER in de omgevingsvergunning MER in de omgevingsvergunning Inhoud Wat zijn de grote veranderingen? Wat is er nieuw in het algemeen? Welke wetgeving is er? Toelichting over de project-mer-procedure Handleiding voor INI/deskundigen

Nadere informatie

Klimaatverandering, waterhuishouding en adaptatienoden in Vlaanderen

Klimaatverandering, waterhuishouding en adaptatienoden in Vlaanderen Klimaatverandering, waterhuishouding en adaptatienoden in Vlaanderen enkele aanvullende beschouwingen prof. dr. ir. Patrick Willems K.U.Leuven Afdeling Hydraulica Toekomstig klimaat? huidig klimaat: gematigd

Nadere informatie

Milieueffectrapport voor het uitbreiden van een varkensbedrijf

Milieueffectrapport voor het uitbreiden van een varkensbedrijf Vlaamse overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid Dienst Mer Koning Albert II-laan 20, bus 8 1000 BRUSSEL tel: 02/553.80.79 fax: 02/553.80.75 Project-MER-Verslag

Nadere informatie

Klimaatverandering. Opzet presentatie

Klimaatverandering. Opzet presentatie Klimaatverandering Wat kunnen we in Nederland verwachten? J. Bessembinder e.v.a. Opzet presentatie Wat is klimaat(verandering) en het broeikaseffect? Waargenomen klimaatverandering KNMI 06 klimaatscenario

Nadere informatie

Scopingsadvies Project-MER Uitbreiding en vroegtijdige hernieuwing milieuvergunning van slachtkuikenbedrijf Pollo NV te Oud-Turnhout

Scopingsadvies Project-MER Uitbreiding en vroegtijdige hernieuwing milieuvergunning van slachtkuikenbedrijf Pollo NV te Oud-Turnhout Vlaamse Overheid Departement Omgeving Afdeling Gebiedsontwikkeling, Omgevingsplanning en projecten Milieueffectrapportage Koning Albert II-laan 20 bus 8 1000 Brussel T 02/553 80 79 mer@vlaanderen.be www.omgevingvlaanderen.be

Nadere informatie

Omgevingsvergunning. Hoe wordt de MER/VR-procedure geïntegreerd? DEPARTEMENT RUIMTE VLAANDEREN DEPARTEMENT LEEFMILIEU, NATUUR & ENERGIE

Omgevingsvergunning. Hoe wordt de MER/VR-procedure geïntegreerd? DEPARTEMENT RUIMTE VLAANDEREN DEPARTEMENT LEEFMILIEU, NATUUR & ENERGIE Omgevingsvergunning Hoe wordt de MER/VR-procedure geïntegreerd? DEPARTEMENT LEEFMILIEU, NATUUR & ENERGIE DEPARTEMENT RUIMTE VLAANDEREN Inhoud 1. De MER-procedure 2. De VR-procedure 3. Overgangsregeling

Nadere informatie

Invloed van klimaatverandering op hydrologische extremen (hoog- en laagwater langs rivieren in het Vlaamse binnenland)

Invloed van klimaatverandering op hydrologische extremen (hoog- en laagwater langs rivieren in het Vlaamse binnenland) 1 Invloed van klimaatverandering op hydrologische extremen (hoog- en laagwater langs rivieren in het Vlaamse binnenland) Op 26 augustus 2008 heeft Omar Boukhris een doctoraatsstudie verdedigd aan de K.U.Leuven

Nadere informatie

BETREFT: plan MER screening

BETREFT: plan MER screening Vlaamse overheid Adviezen en Vergunningen Antwerpen Lange Kievitstraat 111-113 bus 63 2018 ANTWERPEN T 03 224 63 14 aves.ant.anb@lne.vlaanderen.be Stad Antwerpen Bedrijfseenheid Stadsontwikkeling Francis

Nadere informatie

Actieplan reductie uitstoot van F- gassen Studiedag reductie F-gassen bij koeling 7 juli 2016

Actieplan reductie uitstoot van F- gassen Studiedag reductie F-gassen bij koeling 7 juli 2016 Actieplan reductie uitstoot van F- gassen 2015-2020 Studiedag reductie F-gassen bij koeling 7 juli 2016 Aanleiding voor actie het Vlaams Klimaatbeleidsplan (VKP) 2013-2020) bestaat uit een overkoepelend

Nadere informatie

452 ( ) Nr juli 2015 ( ) ingediend op. Ontwerp van decreet

452 ( ) Nr juli 2015 ( ) ingediend op. Ontwerp van decreet ingediend op 452 (2014-2015) Nr. 1 30 juli 2015 (2014-2015) Ontwerp van decreet houdende instemming met de Overeenkomst tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en IJsland, anderzijds, betreffende

Nadere informatie

Richtlijnen voor het Project-MER Oiltanking AGT

Richtlijnen voor het Project-MER Oiltanking AGT Vlaamse overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid Dienst Mer Koning Albert II-laan 20 bus 8 1000 BRUSSEL Tel: 02/553.80.79 e-mail: mer@vlaanderen.be

Nadere informatie

De landbouwsector als essentieel onderdeel van het Vlaams- en Europees klimaatbeleid

De landbouwsector als essentieel onderdeel van het Vlaams- en Europees klimaatbeleid De landbouwsector als essentieel onderdeel van het Vlaams- en Europees klimaatbeleid Rondetafel Transport en Klimaat Julien Matheys Afdeling Lucht Dienst Klimaat Tania Van Mierlo Afdeling Lucht, Hinder,

Nadere informatie

Bezwaarschrift aanvraag pluimveehouderij Yvan Moonen, Kriekelswarande zn Diest

Bezwaarschrift aanvraag pluimveehouderij Yvan Moonen, Kriekelswarande zn Diest Bezwaarschrift aanvraag pluimveehouderij Yvan Moonen, Kriekelswarande zn Diest Middels dit bezwaarschrift wens ik bezwaar in te dienen tegen de voormelde milieuvergunningsaanvraag op gronde van volgende

Nadere informatie

STUDIE OVER DE PERSPECTIEVEN VAN ELEKTRICITEITSBEVOORRADING Verklaring naar aanleiding van de beoordeling van de gevolgen voor het milieu

STUDIE OVER DE PERSPECTIEVEN VAN ELEKTRICITEITSBEVOORRADING Verklaring naar aanleiding van de beoordeling van de gevolgen voor het milieu STUDIE OVER DE PERSPECTIEVEN VAN ELEKTRICITEITSBEVOORRADING 2008-2017 Verklaring naar aanleiding van de beoordeling van de gevolgen voor het milieu De voorwaarden scheppen voor een competitieve, duurzame

Nadere informatie

Klimaatverandering Wat kunnen we verwachten?

Klimaatverandering Wat kunnen we verwachten? Klimaatverandering Wat kunnen we verwachten? Yorick de Wijs (KNMI) Veenendaal - 09 05 2019 Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut 1 Klimaatverandering Oorzaken en risico s wereldwijd Trends en

Nadere informatie

Besluit van de Vlaamse Regering betreffende nadere regels voor de milieueffectrapportage over projecten en voor de omgevingsveiligheidsrapportage

Besluit van de Vlaamse Regering betreffende nadere regels voor de milieueffectrapportage over projecten en voor de omgevingsveiligheidsrapportage Besluit van de Vlaamse Regering betreffende nadere regels voor de milieueffectrapportage over projecten en voor de omgevingsveiligheidsrapportage DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus

Nadere informatie

KNMI 06 klimaatscenario s

KNMI 06 klimaatscenario s KNMI 06 klimaatscenario s Hoe verandert ons klimaat? J. Bessembinder e.v.a. Opzet presentatie Wat is klimaat(verandering)? Het broeikaseffect Waargenomen klimaatverandering Klimaatscenario s Mogelijke

Nadere informatie

Scopingsadvies Project-MER Hervergunning en verandering van pluimveehouderij Bart Bax LV in Weelde

Scopingsadvies Project-MER Hervergunning en verandering van pluimveehouderij Bart Bax LV in Weelde Vlaamse Overheid Departement Omgeving Afdeling Gebiedsontwikkeling, Omgevingsplanning en projecten Milieueffectrapportage Koning Albert II-laan 20 bus 8 1000 Brussel T 02/553 80 79 mer@vlaanderen.be www.omgevingvlaanderen.be

Nadere informatie

Verzoek tot ontheffing van het opstellen van een project-mer: Ontheffingsbeslissing. Project:

Verzoek tot ontheffing van het opstellen van een project-mer: Ontheffingsbeslissing. Project: Vlaamse overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Dienst Mer Koning Albert II-laan 20 bus 8, 1000 BRUSSEL Tel. (02)553 80 79 - Fax (02)553 80 75 www.mervlaanderen.be Verzoek tot ontheffing van

Nadere informatie

Scopingsadvies Project-MER Aanleg infrastructuur industrieterreinontwikkeling Kluizendok te Gent

Scopingsadvies Project-MER Aanleg infrastructuur industrieterreinontwikkeling Kluizendok te Gent Vlaamse Overheid Departement Omgeving Afdeling Gebiedsontwikkeling, Omgevingsplanning en projecten Milieueffectrapportage Koning Albert II-laan 20 bus 8 1000 Brussel T 02/553 80 79 mer@vlaanderen.be www.omgevingvlaanderen.be

Nadere informatie

Toelichting bij de procedure voor de bouw van een 2 de kerncentrale te Borssele (Nederland)

Toelichting bij de procedure voor de bouw van een 2 de kerncentrale te Borssele (Nederland) 21 september 2009 Toelichting bij de procedure voor de bouw van een 2 de kerncentrale te Borssele (Nederland) Inleiding In een gezamenlijke brief van 17 september 2008 aan de Nederlandse Tweede Kamer hebben

Nadere informatie

Adviescomité SEA. Is er al dan niet een strategische milieubeoordeling (SEA) vereist voor het ontwerp beleidsplannen mariene beschermde gebieden?

Adviescomité SEA. Is er al dan niet een strategische milieubeoordeling (SEA) vereist voor het ontwerp beleidsplannen mariene beschermde gebieden? Directoraat-generaal Leefmilieu EUROSTATION Blok II 2 e verdieping Victor Hortaplein 40, bus 10 B 1060 BRUSSEL www.environment.fgov.be Secretariaat van het Adviescomité SEA: Sabine WALLENS t: + 32 2 524

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 23 november 2006 (OR. en) 12131/6/06 REV 6 ADD 1. Interinstitutioneel Dossier: 2006/0005 (COD) ENV 429 CODEC 826

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 23 november 2006 (OR. en) 12131/6/06 REV 6 ADD 1. Interinstitutioneel Dossier: 2006/0005 (COD) ENV 429 CODEC 826 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 23 november 2006 (OR. en) Interinstitutioneel Dossier: 2006/0005 (COD) 12131/6/06 REV 6 ADD 1 ENV 429 CODEC 826 MOTIVERING VAN DE RAAD Betreft: Gemeenschappelijk standpunt

Nadere informatie

economische mogelijkheden sociale omgeving ecologisch kapitaal verborgen kansen

economische mogelijkheden sociale omgeving ecologisch kapitaal verborgen kansen economische mogelijkheden sociale omgeving ecologisch kapitaal verborgen kansen REDD+ een campagne voor bewustwording van suriname over haar grootste kapitaal Wat is duurzaam gebruik van het bos: Duurzaam

Nadere informatie

E R K E N N I N G M E R - D E S K U N D I G E A A N V R A A G F O R M U L I E R

E R K E N N I N G M E R - D E S K U N D I G E A A N V R A A G F O R M U L I E R Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap Departement Leefmilieu en Infrastructuur Administratie Milieu-, Natuur-, Land- en Waterbeheer Afdeling Algemeen Milieu- en Natuurbeleid, Milieueffectrapportage Graaf

Nadere informatie

VR MED.0081/1

VR MED.0081/1 VR 2017 1702 MED.0081/1 DE VLAAMSE MINISTER VAN OMGEVING, NATUUR EN LANDBOUW MEDEDELING AAN DE LEDEN VAN VLAAMSE REGERING Betreft: Voortgangsrapport van Vlaams mitigatieplan 2013-2020 met Broeikasgasinventaris

Nadere informatie

Scopingsadvies Project-MER Uitbreiding, wijziging en hernieuwing van het gemengd veeteeltbedrijf Danny Delcroix

Scopingsadvies Project-MER Uitbreiding, wijziging en hernieuwing van het gemengd veeteeltbedrijf Danny Delcroix Vlaamse Overheid Departement Omgeving Afdeling Gebiedsontwikkeling, Omgevingsplanning en projecten Milieueffectrapportage Koning Albert II-laan 20 bus 8 1000 Brussel T 02/553 80 79 mer@vlaanderen.be www.omgevingvlaanderen.be

Nadere informatie

Plan-MER-Verslag. Plan: Initiatiefnemer:

Plan-MER-Verslag. Plan: Initiatiefnemer: Vlaamse overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Graaf de Ferrarisgebouw Koning Albert II-laan 20, bus 8 1000 BRUSSEL tel: 02/553.80.79 fax: 02/553.80.75 Plan-MER-Verslag Goedkeuring milieueffectrapport

Nadere informatie

Scopingsadvies Project-MER Productie en bewerking van glas AGC Glass Europe NV in Mol Hervergunning en uitbreiding/wijziging

Scopingsadvies Project-MER Productie en bewerking van glas AGC Glass Europe NV in Mol Hervergunning en uitbreiding/wijziging Vlaamse Overheid Departement Omgeving Afdeling Gebiedsontwikkeling, Omgevingsplanning en projecten Milieueffectrapportage Koning Albert II-laan 20 bus 8 1000 Brussel T 02/553 80 79 mer@vlaanderen.be www.omgevingvlaanderen.be

Nadere informatie

Enkele concrete richtlijnen omtrent milderende maatregelen

Enkele concrete richtlijnen omtrent milderende maatregelen Enkele concrete richtlijnen omtrent milderende maatregelen In de handleiding Milderende maatregelen binnen het MER, met het oog op een verduidelijking en betere doorwerking ervan worden algemene richtlijnen

Nadere informatie

VR DOC.0335/3

VR DOC.0335/3 VR 2016 1504 DOC.0335/3 Ontwerp van decreet tot wijziging van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, het decreet van 27 oktober 2006 betreffende de bodemsanering

Nadere informatie

Invloed van klimaatverandering op hoog- en laagwater in Vlaanderen

Invloed van klimaatverandering op hoog- en laagwater in Vlaanderen 1 Invloed van klimaatverandering op hoog- en laagwater in Vlaanderen KU Leuven onderzocht voor het Waterbouwkundig Laboratorium van de Vlaamse Overheid en de Vlaamse Milieumaatschappij de invloed van de

Nadere informatie

KNMI 06 klimaatscenario s

KNMI 06 klimaatscenario s KNMI 06 klimaatscenario s Stof tot nadenken? Opzet presentatie Klimaatverandering en het (versterkte) broeikaseffect Waargenomen klimaatverandering De nieuwe KNMI-klimaatscenario s Mogelijke effecten 1

Nadere informatie

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 19.12.2017 COM(2017) 769 final 2017/0347 (COD) Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot intrekking van Verordening (EU) nr. 256/2014 van het Europees

Nadere informatie

klimaatverandering en zeespiegelstijging Klimaatverandering en klimaatscenario s Achtergronden Prof Dr Bart van den Hurk

klimaatverandering en zeespiegelstijging Klimaatverandering en klimaatscenario s Achtergronden Prof Dr Bart van den Hurk Achtergronden Klimaatverandering en klimaatscenario s Prof Dr Bart van den Hurk Watis 06 hetmondiale klimaatprobleem? Klimaatverandering is van alle tijden Natuurlijke invloeden: Interne schommelingen

Nadere informatie

Broeikasgasemissies Landbouw en Visserij: cijfers en beleid

Broeikasgasemissies Landbouw en Visserij: cijfers en beleid Broeikasgasemissies Landbouw en Visserij: cijfers en beleid Rondetafel Klimaat, 20/06/2016 Departement Landbouw en Visserij Inhoud (1) Waar wil Europa naartoe? (2) Waar staat Vlaanderen? Landbouw en visserij?

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 2.3.2016 COM(2016) 62 final 2016/0036 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende de ondertekening, namens de Europese Unie, van de Overeenkomst van Parijs, die

Nadere informatie

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 13.6.2013 COM(2013) 418 final 2013/0192 (COD) C7-0176/13 Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot wijziging van bepaalde richtlijnen op het gebied

Nadere informatie

Ontheffing tot het opstellen van een MER. Ontheffingsbeslissing. Project: Gemengd Regionaal Bedrijventerrein Veedijk te Turnhout.

Ontheffing tot het opstellen van een MER. Ontheffingsbeslissing. Project: Gemengd Regionaal Bedrijventerrein Veedijk te Turnhout. Vlaamse Overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Graaf de Ferrarisgebouw Koning Albert II-laan 20, bus 8 1000 BRUSSEL tel: 02/553.80.79 fax: 02/553.80.75 Ontheffing tot het opstellen van een

Nadere informatie

De kustpolders: Hoe behoud een essentiële stap is richting duurzame ontwikkeling

De kustpolders: Hoe behoud een essentiële stap is richting duurzame ontwikkeling De kustpolders: Hoe behoud een essentiële stap is richting duurzame ontwikkeling Prof. dr. Patrick Meire Universiteit Antwerpen Ecosystem management research group De polders, tussen de kust en zandig/zandlemig

Nadere informatie

BRIEFADVIES. van 20 oktober over het voorbereidingstraject derde Vlaams Klimaatbeleidsplan

BRIEFADVIES. van 20 oktober over het voorbereidingstraject derde Vlaams Klimaatbeleidsplan BRIEFADVIES van 20 oktober 2011 over het voorbereidingstraject derde Vlaams Klimaatbeleidsplan 11 62 Mevrouw Joke Schauvliege Vlaams minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur Koolstraat 35 bus 5 1000

Nadere informatie

Courtesy Vertaling. Onafhankelijk onderzoek naar de rapportageprocedure van het IPCC. Taakomschrijving

Courtesy Vertaling. Onafhankelijk onderzoek naar de rapportageprocedure van het IPCC. Taakomschrijving Courtesy Vertaling Onafhankelijk onderzoek naar de rapportageprocedure van het IPCC Taakomschrijving Achtergrond Tegen het begin van de jaren tachtig van de vorige eeuw werd de wereldwijde opwarming van

Nadere informatie

Richtlijnen voor het Project-MER Belgoprocess bouw gebouw 167X opslag vaten

Richtlijnen voor het Project-MER Belgoprocess bouw gebouw 167X opslag vaten Vlaamse overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid Dienst Mer Koning Albert II-laan 20 bus 8 1000 BRUSSEL Tel: 02/553.80.79 e-mail: mer@vlaanderen.be

Nadere informatie

(Wetgevingshandelingen) RICHTLIJNEN

(Wetgevingshandelingen) RICHTLIJNEN 25.4.2014 L 124/1 I (Wetgevingshandelingen) RICHTLIJNEN RICHTLIJN 2014/52/EU VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 16 april 2014 tot wijziging van Richtlijn 2011/92/EU betreffende de milieueffectbeoordeling

Nadere informatie

ZONOVERGOTEN VLAANDEREN KLIMAAT EN PUBLIEKE RUIMTE

ZONOVERGOTEN VLAANDEREN KLIMAAT EN PUBLIEKE RUIMTE ZONOVERGOTEN VLAANDEREN KLIMAAT EN PUBLIEKE RUIMTE GRIET VERSTRAETEN BARBARA LEGIEST KLIMAATVERANDERING IN VLAANDEREN - Toename temperatuur - Drogere zomers - Hevige onweders - Nattere winters - Stijging

Nadere informatie

Klimaat in de 21 e eeuw

Klimaat in de 21 e eeuw Klimaat in de 21 e eeuw Hoe verandert ons klimaat? J. Bessembinder e.v.a. Opzet presentatie Wat is klimaat(verandering)? Waargenomen klimaatverandering Wat verwachten we wereldwijd en voor Nederland Mogelijke

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 2.2.2017 COM(2017) 51 final 2017/0016 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende de sluiting van de in Kigali goedgekeurde overeenkomst tot wijziging van het Protocol

Nadere informatie

De evaluatie van het instrument watertoets Filip Raymaekers Voorzitter CIW Werkgroep Watertoets

De evaluatie van het instrument watertoets Filip Raymaekers Voorzitter CIW Werkgroep Watertoets De evaluatie van het instrument watertoets Filip Raymaekers Voorzitter CIW Werkgroep Watertoets De evaluatie van het instrument watertoets 1. Situering van de watertoets 2. Eerste evaluatie in 2010 en

Nadere informatie

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 1.8.2018 COM(2018) 567 final 2018/0298 (COD) Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot wijziging van Verordening (EG) nr. 391/2009 wat betreft

Nadere informatie

De beleidsnota Omgeving

De beleidsnota Omgeving Briefadvies De beleidsnota Omgeving 2014-2019 Briefadvies over de beleidsnota Omgeving 2014-2019 Datum van goedkeuring 9 december 2014 Volgnummer 2014 039 Coördinator + e-mailadres Sandra Sliwa, sandra.sliwa@minaraad.be

Nadere informatie

Besluit van de Deputatie

Besluit van de Deputatie directie Ruimte dienst Ruimtelijke Planning vergadering van 23 februari 2017 aanwezig Briers Jan, gouverneur-voorzitter Vercamer Alexander Versnick Geert Hertog Peter Dauwe Jozef Bruggeman Hilde Couckuyt

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 30.10.2017 COM(2017) 628 final 2017/0277 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende het standpunt dat op de zevenendertigste vergadering van het Permanent Comité

Nadere informatie

De kost van adaptatie aan de klimaatverandering in de Brugse poort. Johan Bogaert

De kost van adaptatie aan de klimaatverandering in de Brugse poort. Johan Bogaert De kost van adaptatie aan de klimaatverandering in de Brugse poort 1. Het Vlaams Klimaatplan. 2. De studie: Adaptatie aan klimaatverandering: globale kosten en praktische voorbeelden Literatuurstudie

Nadere informatie

Nieuwe KNMIklimaatscenario s. Janette Bessembinder e.v.a.

Nieuwe KNMIklimaatscenario s. Janette Bessembinder e.v.a. Nieuwe KNMI klimaatscenario s Nieuwe KNMIklimaatscenario s 2006 2006 Janette Bessembinder e.v.a. Opzet presentatie Klimaatverandering Waargenomen veranderingen Wat zijn klimaatscenario s? Huidige en nieuwe

Nadere informatie

Belgisch Biodiversiteits Platforum

Belgisch Biodiversiteits Platforum Belgisch Biodiversiteits Platforum Sonia Vanderhoeven Etienne Branquart [HET HARMONIA INFORMATIESYSTEEM EN HET ISEIA PROTOCOL] Verklarend document voor het Life + Project AlterIAS Oktober 2010 Algemene

Nadere informatie

voor de vaststelling van ruimtelijke uitvoeringsplannen, vermeld in artikel 3, de toepasselijke procedureregels van de Vlaamse Codex Ruimtelijke

voor de vaststelling van ruimtelijke uitvoeringsplannen, vermeld in artikel 3, de toepasselijke procedureregels van de Vlaamse Codex Ruimtelijke 25 APRIL 2014. - Decreet houdende het rechtsherstel van ruimtelijke uitvoeringsplannen waarvan de planmilieueffectrapportage werd opgesteld met toepassing van het besluit van de Vlaamse Regering van 18

Nadere informatie

Gevolgen van klimaatverandering voor Nederland

Gevolgen van klimaatverandering voor Nederland Gastcollege door Sander Brinkman Haagse Hogeschool Climate & Environment 4 september 2008 Introductie Studie Bodem, Water en Atmosfeer, Wageningen Universiteit Beroepsvoorbereidendblok UNFCCC CoP 6, Den

Nadere informatie

Handreiking voor het uitvoeren van studies naar het effect van aardbevingen voor bedrijven in de industriegebieden in Groningen

Handreiking voor het uitvoeren van studies naar het effect van aardbevingen voor bedrijven in de industriegebieden in Groningen Handreiking voor het uitvoeren van studies naar het effect van aardbevingen voor bedrijven in de industriegebieden in Groningen Opzet van de studie naar de effecten van een aardbeving Fase 1: kwalitatieve

Nadere informatie

Hervergunning en verandering van een attractiepark

Hervergunning en verandering van een attractiepark Vlaamse overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid Dienst Milieueffectrapportagebeheer Graaf de Ferrarisgebouw Koning Albert II-laan 20, bus 8, 1000 BRUSSEL

Nadere informatie

13395/2/01 REV 2 ADD 1 gys/hb/dm 1 DG I

13395/2/01 REV 2 ADD 1 gys/hb/dm 1 DG I RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 14 december 2001 (08.01) (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2000/0227 (COD) 13395/2/01 REV 2 ADD 1 ENV 528 CODEC 1098 Betreft: Gemeenschappelijk standpunt van de Raad

Nadere informatie

Varkensbedrijf Kodeva te Torhout

Varkensbedrijf Kodeva te Torhout Vlaamse overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid Dienst Mer Koning Albert II-laan 20, bus 8 1000 BRUSSEL tel: 02/553.80.79 fax: 02/553.80.75 Project-MER-Verslag

Nadere informatie

Vlaamse overheid Departement Economie, Wetenschap en Innovatie Afdeling Strategie en Coördinatie Koning Albert II-laan 35, bus 10 1030 Brussel

Vlaamse overheid Departement Economie, Wetenschap en Innovatie Afdeling Strategie en Coördinatie Koning Albert II-laan 35, bus 10 1030 Brussel Evaluatie van beleid en beleidsinstrumenten Protocol tussen de entiteit 1 verantwoordelijk voor de (aansturing van de) evaluatie en (de instelling verantwoordelijk voor) het beleidsinstrument Vlaamse overheid

Nadere informatie

Adviescomité SEA. Betreft:

Adviescomité SEA. Betreft: ervice public fédéral f \.!, : NTE PUBLIQUE, SECURITE DE LA CHAINE ALIMENTAIRE ET ENVIRONNEMENT Directoraat-generaal Leefmilieu EUROSTATION- Blok Il - 2 d verdieping Victor Hortaplein, 40 bus 10 B - 1060

Nadere informatie

HOE REAGEREN OP DE KENNISGEVING VAN EEN PLAN- MILIEUEFFECTRAPPORT?

HOE REAGEREN OP DE KENNISGEVING VAN EEN PLAN- MILIEUEFFECTRAPPORT? HOE REAGEREN OP DE KENNISGEVING VAN EEN PLAN- MILIEUEFFECTRAPPORT? 1. Wat is een milieueffectrapport? Er wordt een bepaald project of plan opgevat in uw gemeente. De uitvoering daarvan zal mogelijk effecten

Nadere informatie

Passende beoordeling Voortoets. Carl De Schepper De Europese natuurdoelen in vraag en antwoord 09 september 2014

Passende beoordeling Voortoets. Carl De Schepper De Europese natuurdoelen in vraag en antwoord 09 september 2014 Passende beoordeling Voortoets Carl De Schepper De Europese natuurdoelen in vraag en antwoord 09 september 2014 1 1. Sinds of vanaf wanneer moet er een passende beoordeling gemaakt worden? 2. Is het resultaat

Nadere informatie

ONTWERPVERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL 2013/2174(INI)

ONTWERPVERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL 2013/2174(INI) EUROPEES PARLEMENT 2009-2014 Commissie economische en monetaire zaken 25.9.2013 2013/2174(INI) ONTWERPVERSLAG over de verzekering tegen natuurlijke en door de mens veroorzaakte rampen (2013/2174(INI))

Nadere informatie

bron : Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen PB C381 van 16/12/97

bron : Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen PB C381 van 16/12/97 bron : Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen PB C381 van 16/12/97 Uitnodiging tot het indienen van voorstellen voor OTO-werkzaamheden (geavanceerde opleidingscursussen) in het kader van het specifieke

Nadere informatie

- Decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid (afgekort DABM ) 3

- Decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid (afgekort DABM ) 3 1.1. WETGEVING 1.1.1. INLEIDING I Een overzicht geven van alle wetgeving in verband met milieu is haast onbegonnen werk. Hieronder wordt de belangrijkste milieuwetgeving per thema weergegeven. In voorkomend

Nadere informatie

Klimaatverandering. Opzet presentatie

Klimaatverandering. Opzet presentatie Klimaatverandering Welke extremen kunnen we in de toekomst verwachten? J. Bessembinder e.v.a. Opzet presentatie Wat is klimaat(verandering)? Het broeikaseffect Waargenomen klimaatverandering Klimaatscenario

Nadere informatie

Conferentie Kennis voor Klimaat. WORKSHOP Afwegingskader voor het klimaatbestendig inrichten van Nederland

Conferentie Kennis voor Klimaat. WORKSHOP Afwegingskader voor het klimaatbestendig inrichten van Nederland Conferentie Kennis voor Klimaat WORKSHOP Afwegingskader voor het klimaatbestendig inrichten van Nederland Vz: Cees Moons Organisatie: Aad Sedee & Aalt Leusink 27 november 2008 Context Adaptatieprogramma

Nadere informatie

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving advies 65.461/1 van 18 maart 2019 over een ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van de bijlagen van titel II van het besluit van de Vlaamse Regering

Nadere informatie

BIJLAGE I. EMEA/CVMP/495339/2007-NL november 2007 1/10

BIJLAGE I. EMEA/CVMP/495339/2007-NL november 2007 1/10 BIJLAGE I NAAM, FARMACEUTISCHE VORM, STERKTE VAN DE GENEESMIDDELEN, DIERSOORTEN, TOEDIENINGSWEGEN EN HOUDER/AANVRAGER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN EMEA/CVMP/495339/2007-NL november

Nadere informatie

De ambitie van het Bestuursplan voor overstromingsrisico's (PGRI): het verminderen van de menselijke en economische gevolgen van overstromingen

De ambitie van het Bestuursplan voor overstromingsrisico's (PGRI): het verminderen van de menselijke en economische gevolgen van overstromingen De ambitie van het Bestuursplan voor overstromingsrisico's (PGRI): het verminderen van de menselijke en economische gevolgen van overstromingen Het PGRI is voor Frankrijk het concreet maken van de implementatie

Nadere informatie

Toelichting Klimaatadaptatie

Toelichting Klimaatadaptatie Toelichting Klimaatadaptatie Provinciale Klimaatdag 13 oktober Resi Pansaerts 1-10/18/2016 Proces Ondertekenen Europese convenant okt 2014 Opdracht studiebureau nov 2015 Interne werkgroep Milieu Natuur

Nadere informatie

Curaçao Carbon Footprint 2015

Curaçao Carbon Footprint 2015 Willemstad, March 2017 Inhoudsopgave Inleiding 2 Methode 2 Dataverzameling 3 Uitstoot CO2 in 2010 3 Uitstoot CO2 in 2015 4 Vergelijking met andere landen 5 Central Bureau of Statistics Curaçao 1 Inleiding

Nadere informatie

A ESR. Aanvrager. Minister Fremault Aanvraag ontvangen op 12 mei 2016 Aanvraag behandeld door

A ESR. Aanvrager. Minister Fremault Aanvraag ontvangen op 12 mei 2016 Aanvraag behandeld door ADVIES Voorontwerp van besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende wijziging van meerdere uitvoeringsbesluiten van de ordonnantie van 2 mei 2013 houdende het Brussels Wetboek van Lucht,

Nadere informatie