Auteur(s): H. Faber Titel: De polyarticulaire buikspieren Jaargang: 16 Jaartal: 1996 Nummer: 3 Oorspronkelijke paginanummers:

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Auteur(s): H. Faber Titel: De polyarticulaire buikspieren Jaargang: 16 Jaartal: 1996 Nummer: 3 Oorspronkelijke paginanummers:"

Transcriptie

1 Auteur(s): H. Faber Titel: De polyarticulaire buikspieren Jaargang: 16 Jaartal: 1996 Nummer: 3 Oorspronkelijke paginanummers: Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij gebruikt worden voor (para-) medische, informatieve en educatieve doeleinden en ander niet-commercieel gebruik. Zonder kosten te downloaden van:

2 DE POLYARTICULAIRE BUIKSPIEREN H. Faber H. Faber, Bewegingstechnoloog, Den Haag Inleiding n dit tijdschrift is verscheidene keren aandacht besteed aan de problemen die optreden bij het stabiliseren van polyarticulaire bewegingsketens (1,2). Hiermee wordt bedoeld: het kunnen handhaven van I de bestaande hoekstanden in de gewrichten van een bewegingsketen na het aanbrengen van een externe kracht. De gewrichten worden hierbij geacht normaal te functioneren. Het gaat in dit verband dus niet om stabilisatie van gewrichten waarvan kapsel of banden bijvoorbeeld geruptureerd of anderszins beschadigd zijn. Sommige ketens van gewrichten worden niet door monoarticulaire, maar uitsluitend door polyarticulaire spieren overspannen. De vingerboog is hier een voorbeeld van. Indien de vingergewrichten alleen overspannen zouden worden door monoarticulaire flexoren, zoals in figuur 1 wordt voorgesteld, is de vraag of deze keten gestabiliseerd kan worden tamelijk eenvoudig te beantwoorden. Als ook maar één van de spieren in figuur 1 niet aanwezig zou zijn, zou deze stand, nadat een uitwendige kracht (F) wordt aangebracht, nooit gehandhaafd kunnen worden. Hieruit volgt een eenvoudige vuistregel: het aantal monoarticulaire spieren moet gelijk zijn aan het aantal vrijheidsgraden om stabilisatie bij een bepaalde belastingsituatie te garanderen. Figuur 1. Een polyarticulaire keten zoals de vinger waar een verstorende kracht (F) op wordt uitgeoefend, kan in evenwicht worden gehouden als ieder gewricht wordt overspannen door een monoarticulaire spier. Het aantal vrijheidsgraden is gelijk aan het het aantal principieel mogelijke, onderling loodrechte, rotatieassen van een gewrichtsketen. De interphalangeale gewrichten in figuur 1 bezitten beide één vrijheidsgraad: flexie/extensie (let wel: de heen èn teruggaande beweging -flexie/extensie - vormen dus slechts één vrijheidsgraad). Het metacarpophalangeale gewricht bezit 2 vrijheidsgraden: flexie/extensie en ulnair/radiaal abductie. De totale keten bezit (volgens Grübler) dus 1+1+2=4 vrijheidsgraden. Er moeten daarom minstens 4 monoarticulaire spieren actief zijn om deze keten te wapenen tegen een bepaalde belastingsituatie, bijvoorbeeld naar strekking. Met nadruk wordt hier één bepaalde belastingsituatie genoemd. Het besturen en stabiliseren van een keten naar alle (door het aantal vrijheidsgraden bepaalde), "heen en teruggaande" bewegingsrichtingen vereist meer spieren. Een nadere analyse hiervan valt echter buiten het bestek van dit artikel. De vraag van stabiliteit wordt ingewikkelder als gewrichten in plaats van door monoarticulaire uitsluitend door polyarticulaire spieren worden overspannen. Geldt dan nog steeds de regel dat het aantal spieren minstens gelijk moet zijn aan het aantal vrijheidsgraden en wat zijn de consequenties als stabilisatie niet mogelijk is? Dit zal nader geanalyseerd worden aan

3 de hand van een voorbeeld: de stabilisatie van de lumbale wervelkolom tijdens de zogenaamde "situp" oefening. De sit-up De "sit-up" wordt, als oefening, uitgevoerd met het doel de buikspieren te versterken. Er wordt begonnen in ruglig, waarna tot zit wordt gekomen, zonder hulp van de armen en terwijl de rug wordt "recht gehouden". (Indien vanuit lig eerst in de wevelkolom wordt gebogen en vervolgens tot zit wordt gekomen spreekt men van een "curl-up"). In dit artikel wordt de houding halverwege de sit-up in het sagittale vlak beschouwd. Allereerst wordt de wervelkolom, denkbeeldig, opgevat als één star lichaam dat uitsluitend kan scharnieren rond het wervelgewricht L5-S1 (figuur 2). Figuur 2. Een versimpeld model van de lumbale wervelkolom. De lumbale wervelkolom is gereduceerd tot één gewricht (L5-S1). In deze situatie kunnen de buikspieren evenwicht maken over de lumbale wervelkolom. Fra = kracht van de m.rectus abdominis Fz = zwaartekracht. De zwaartekracht "wil" de romp achterover kantelen ten opzichte van L5-S1. Dit kan gecompenseerd worden door de buikspieren aan te spannen (Fra). Omdat een wervelgewricht in het sagittale vlak één vrijheidsgraad heeft (flexie/extensie) is één monoarticulaire spier voldoende voor stabilisatie. De buikspieren voldoen in dit, denkbeeldige, voorbeeld aan die eis. De situatie wordt wat realistischer als niet alleen L5-S1, maar tegelijk L4-L5 wordt beschouwd (figuur 3). De buikspieren overspannen beide gewrichten tegelijk. Stelt u zich een situatie voor waarbij iemand alleen de m. rectus abdominis tot zijn beschikking heeft. Is het dan mogelijk de wervelkolom te stabiliseren met alleen deze spier? Het antwoord luidt: NEE! Voor het stabiliseren van L4-L5 moet de massa craniaal van L5 met de m. rectus abdominis in evenwicht worden gehouden. De kracht die deze spier moet genereren is dus afhankelijk van de massa craniaal van L5, maar ook van de momentsarm van de zwaartekracht die op deze massa werkt ten opzichte van L4-L5. Ook de momentsarm van de m. rectus abdominis bepaalt welke kracht de m. rectus abdominis moet genereren om evenwicht te maken. Figuur 3. De lumbale wervelkolom gereduceerd tot twee gewrichten. Met één buikspier is het onmogelijk beide gewrichten tegelijk in evenwicht te houden. Fra stelt de kracht van de m. rectus abdominis voor. De inwerkende zwaarte kracht is niet getekend. Er moet echter niet alleen evenwicht zijn rond L4-L5, maar ook rond L5-S1. De kracht die de m. rectus abdominis daarvoor moet leveren is afhankelijk van de massa craniaal van S1, de momentsarm van de zwaartekracht op deze massa en de momentsarm van de m. rectus abdominis over L5-S1. De momentsarmen van de m. rectus abdominis over de beide gewrichten zijn niet precies gelijk. De massa craniaal van L5 is niet gelijk aan de massa craniaal van S1. Ook de momentsarm van de zwaartekracht op de massa craniaal van L5 is niet gelijk aan de momentsarm van de zwaartekracht op de massa craniaal van S1. De te leveren spierkracht zal daarom (hoogstwaarschijnlijk) niet gelijk zijn voor beide gewrichten. ("Hoogstwaarschijnlijk" omdat alleen bij een zeer specifieke verhouding van de momentsarmen "toevallig" in één bepaalde positie evenwicht mogelijk kan zijn. We laten dit uitzonderlijke geval hier verder buiten beschouwing). Dat betekent dat de m. rectus abdominis over L4-L5 een andere kracht moet leveren dan over L5-S1. Dit is echter geheel onmogelijk: een spier (en ook de m.rectus abdominis, ondanks de intersectiones tendiniae) kan over zijn volle lengte - en dus over elk overspannen gewricht -

4 maar één kracht "tegelijk" leveren. Een vergelijkbare situatie, in de vorm van een simpel model, is geschetst in figuur 4. Figuur 4. De spankracht in het touwtje is in doorsnede A precies even groot als in doorsnede B. Bij spieren geldt deze regel ook. De kracht die een spiervezel levert is over zijn gehele lengte gelijk. Een gewicht hangt in rust aan een touwtje. De span kracht in het touwtje zorgt ervoor dat het gewicht niet valt. De vraag is of de spankracht in doorsnede A verschillend kan zijn van de spankracht in doorsnede B. Het antwoord daarop luidt ontkennend. Afgezien van het eigen (verwaarloosbare) gewicht van het touwtje moet de span kracht overal gelijk zijn. Als dit niet het geval zou zijn, zou er beweging op moeten treden, wat niet het geval is. Zo is het ook bij spieren. De spierkracht is over de gehele lengte van een spiervezel en dus over de gehele lengte van de spier - inclusief de pezen constant. De conclusie is dat: één polyarticulaire spier niet in staat is een keten van meer dan één gewricht te stabiliseren. In het geval dat er, zoals eerder gezegd geheel toevalligerwijs, wel evenwicht is, bestaat er een labiel evenwicht dat bij de geringste verandering van de uitwendige kracht en/of een beweging, verstoord wordt. Wellicht dat twee polyarticulaire spieren, die beide zowel L5-S1 als L4-L5 overspannen, evenwicht over beide gewrichten tegelijk zouden kunnen maken. In het huidige voorbeeld zou de tweede spier dan de m. obliquus externus abdominis kunnen zijn. De richting waarmee de m. rectus abdominis (Fra) en de m. obliquus externus abdominis (Fea) in het sagittale vlak aan de romp trekken is duidelijk verschillend (figuur 5). Figuur 5. Met twee polyarticulaire spieren is het mogelijk twee gewrichten tegelijk in evenwicht te houden. Deze twee spieren zijn de m. rectus abdominis (Fra) en de m. obliquus externus abdominis (Fea). De inwerkende zwaartekracht is niet getekend. Beide krachten grijpen aan op hetzelfde lichaamsdeel (de romp) en daarom mogen zij opgeteld worden. Optellen van twee krachten wordt gedaan door vanuit het snijpunt van de twee krachten de "kopstaart methode" toe te passen (figuur 6). Het resultaat is een resulterende kracht (Ft1) die precies hetzelfde effect heeft als de twee vorige krachten samen, wat betekent dat hij deze twee krachten kan vervangen. Deze resulterende kracht heeft de eigenschap dat hij altijd verloopt door het snijpunt van de twee krachten waaruit hij is samengesteld. Het variëren van de grootte van de krachten Fra en Fea heeft tot gevolg dat de richting van Ft1 verandert. Hiermee kan de verhouding waarmee Ft1 momenten levert over L4-L5 en L5-S1 naar believen worden veranderd (figuur 7). Het blijkt zo mogelijk om met twee polyarticulaire spieren iedere willekeurige verhouding van momentsarmen (d1 en d2 in figuur 7) te maken rond de twee beschouwde gewrichten, zodat er altijd evenwicht gemaakt kan worden rond

5 beide gewrichten tegelijkertijd. Figuur 6. Het optellen van twee krachten tot één resultante. In het snijpunt van beide krachten wordt de kop-staart methode gebruikt. De kracht Fea wordt met zijn staart tegen de kop van kracht Fra gelegd. Het eindpunt van Fea is ook het eindpunt van de resultante kracht Ft1. Het startpunt van Ft1 is het snijpunt van Fra en Fea. De inwerkende zwaartekracht is niet getekend. Hiermee lijkt het alsof er voor polyarticulaire spieren eenzelfde regel bestaat als voor monoarticulaire spieren, namelijk dat het aantal spieren minstens gelijk moet zijn aan het aantal vrijheidsgraden. Figuur 7. Twee situaties met dezelfde richtingen voor de krachten Fra en Fea. De groottes van de krachten zijn in A en B verschillend. Hierdoor zijn de momentsarmen van de resultante kracht Ft1 over de twee wervelgewrichten in A bijna gelijk, maar is in B de momentsarm over L5-S1 groter dan over L4-L5. Het is dus mogelijk de verhouding tussen de momentsarmen te variëren door de groottes van de krachten Fra en Fea te variëren. Zou deze regel ook waar zijn voor een keten met drie gewrichten en drie polyarticulaire spieren die alle drie de gewrichten tegelijk overspannen? In het voorbeeld van de wervelkolom zou de derde spier de m. obliquus internus abdominis (Fia) kunnen zijn (figuur 8). Hiervoor werd duidelijk dat door variatie van de grootte van de twee individuele spierkrachten Fra en Fea de resultante kracht Ft1 in principe alle richtingen kan aannemen en dat zo de verhouding waarin de resulterende kracht momenten levert over de twee gewrichten vrij gekozen kan worden. De positie van deze resulterende kracht ligt vast. Deze gaat immers altijd door het snijpunt van de krachten waaruit hij is samengesteld en het snijpunt ligt vast omdat de origo en insertie van beide spieren vast liggen. Het introduceren van een derde kracht levert nog een vrijheid op in het manipuleren van de resulterende kracht. Niet alleen de richting maar ook de positie kan nu gekozen worden door variatie van de drie krachten waaruit de resultante is samengesteld. Dit werkt als volgt. Figuur 8a laat drie krachten (Fra, Fea en Fia) zien. Fra en Fea snijden elkaar in het punt s1 en kunnen net als in figuur 6 en 7 opgeteld worden met de kop-staart methode (figuur 8b). De resultante (Ft1) kan nu Fra en Fea vervangen. Daarom worden deze in figuur 8c niet meer getekend. De twee overgebleven krachten Ft1 en Fia snijden elkaar in s2 en worden opgeteld voor het verkrijgen van de resultante Ft2 (figuur 8d). De richting van Ft1 kan gevarieerd worden door het variëren van Fra en Fea. De positie van s2 kan dus ook vrijelijk gevarieerd worden. De resultante Ft2 moet altijd s2 snijden. Omdat de positie van s2 gevarieerd kan worden, kan dus ook de positie van Ft2 gevarieerd worden.

6 De resultante van drie krachten kan door het variëren van de grootte van die drie krachten alle richtingen en posities innemen die mogelijk zijn in het vlak van analyse. Figuur 8. Het optellen van drie krachten. Fea: kracht in m. obliquus externus abdominis Fra: kracht in m. rectus abdominis Fia: kracht in m. obliquus internus abdominis A: Beginsituatie, Fra en Fea snijden elkaar in het punt s1 B: Fra en Fea worden opgeteld met behulp van de kop-staart methode. De resultante kracht Ft1 is het resultaat. C: Omdat Ft1 de vervanging is van Fra en Fea worden de laatste twee weggelaten. Ft1 en Fia kunnen nu worden opgeteld met de kop-staart methode. D: Optellen van Ft1 en Fia levert de uiteindelijke resultante kracht Ft2 op. De vraag is of met een dergelijke kracht die elke gewenste grootte, positie en richting in kan nemen, evenwicht gemaakt kan worden over drie gewrichten tegelijk. Met andere woorden: kan met deze kracht een willekeurige combinatie van momentsarmen over de betrokken gewrichten gerealiseerd worden. In figuur 9 zijn drie gewrichten (G1, G2 en G3) getekend en de opdracht is dat de momentsarmen d1, d2 en d3 van de willekeurig te positioneren en te richten kracht F verhoudingen hebben ten opzichte van elkaar van respectievelijk 1:2:1. Voor d1 en d2 is dat geen probleem. Er bestaan zelfs veel krachten die voor d1:d2 een verhouding van 1:2 opleveren. Twee daarvan zijn weergegeven in figuur 9. Van al die denkbare krachten is er echter geen enkele die voor G1, G2 en G3 ook de goede verhouding van 1:2:1 oplevert. Het is dus niet voor alle situaties mogelijk een keten van drie gewrichten te stabiliseren met drie polyarticulaire spieren die over alle drie de gewrichten tegelijk lopen. Het introduceren van een vierde polyarticulaire spier zal niets uitmaken. De resultante van drie krachten kan immers al alle richtingen, groottes en posities innemen. Een extra kracht voegt hier niets aan toe. Meer dan drie gewrichten zullen dus onmogelijk gestabiliseerd kunnen worden met alleen maar polyarticulaire spieren die de gehele keten overspannen. Figuur 9. Gegeven: om evenwicht te maken rond de gewrichten G1, G2 en G3 moeten de momentsarmen d1, d2 en d3 een verhouding hebben van 1:2:1. De krachten F en F voldoen wel aan de eis dat d2 twee keer zo groot is als d1, maar niet aan de eis dat d3 even groot is als d1. Er is geen kracht te bedenken die voldoet aan de gevraagde verhouding. Deze drie gewrichten kunnen dus niet in evenwicht worden gehouden met één vrij te kiezen kracht. Discussie Na deze theoretische overwegingen lijkt het interessant te bezien wat de practische consequenties zijn voor de bij de sit-up betrokken spieren. De keten die beschouwd wordt, is Th10 t/m S1 en bestaat uit acht gewrichten. De keuze voor deze keten wordt gemaakt omdat de zwevende ribben niet geacht worden een rol van betekenis te spelen bij het overbrengen van spierkrachten. De eerste die dat wel

7 kan, is de tiende rib, zodat de keten vanaf Th10 wordt beschouwd. Spieren die een flecterend moment over deze keten leveren en dus een rol kunnen spelen bij de sit-up zijn de: m. rectus abdominis, m. obliquus externus, m. obliquus internus en m. psoas major. De m. psoas major overspant niet de gehele keten, maar bestaat in feite uit afzonderlijke spierbuiken welke aanhechten van Th12 tot en met L4. Van deze spier wordt nog wel eens gezegd dat hij de lumbale wervelkolom kan lordoseren. Uit recent onderzoek (3) blijkt dat de momentsarm van deze spier over de niveaus L1-L2, L2-L3, L3-L4 en L4-L5 verwaarloosbaar klein is. Slechts over het niveau L5-S1 levert deze spier een kyfoserend moment. Dit is weliswaar in tegenspraak met de eerder genoemde lordoserende functie, maar wel gebaseerd op nauwkeurig onderzoek met behulp van magnetic resonance imaging (MRI) (3). Met de m. psoas major kan L5-S1 dus gestabiliseerd worden. Dan blijven er zeven gewrichten over, terwijl er maar drie buikspieren zijn om deze keten te stabiliseren. Uit de theoretische beschouwing bleek al dat een keten van meer dan drie gewrichten überhaupt niet gestabiliseerd kan worden met slechts polyarticulaire spieren. Als het aantal spieren dan ook nog kleiner is dan het aantal gewrichten is het helemaal een onmogelijke opgave. Wat er bij de sit-up dan ook onvermijdelijk gebeurt, is dat een aantal gewrichten niet musculair wordt gestabiliseerd en in een eindstand terecht komt, zodat deze gewrichten door kapsel en banden gestabiliseerd worden. De meest plausibele volgorde van gebeurtenissen is nu als volgt. De buikspieren spannen precies hard genoeg aan om L5-S1 en L4-L5 te stabiliseren. De benodigde momenten voor de meer craniaal gelegen gewrichten nemen af, omdat de massa van de romp naar craniaal toe afneemt. De kracht in de buikspieren ligt vast vanwege de eis dat L5-S1 en L4-L5 worden gestabiliseerd. De momentsarm van de buikspieren over de meer craniaal gelegen gewrichten neemt waarschijnlijk niet noemenswaardig af. Er ontstaat zo een overschot aan moment over de craniaal gelegen wervelgewrichten. Deze zullen automatisch in een flexiestand terecht komen totdat de eindstanden van deze gewrichten een voldoende groot tegenwerkend (extenderend) moment leveren om evenwicht te maken. Een gedeelte van de weerstand die men bij een sit-up ondervindt wordt veroorzaakt doordat de wervelgewrichten door de buikspieren in een eindstand worden getrokken. Dit is enigszins vergelijkbaar met het trainen van de m. quadriceps door de knie proberen te strekken "door de eindstand heen". In principe is het ook mogelijk dat de rugspieren het overschot aan flecterend moment compenseren. Dit kost echter veel meer moeite, omdat een eindstand een "gratis" moment levert, terwijl een spiercontractie energie kost. Bij een andere buikspieroefening, de leg-raise, ziet men vaak dat de rug hol getrokken wordt. Bij de leg-raise ligt men op de rug en worden de benen gestrekt opgetild. De buikspieren vergrendelen hierbij het bekken aan de romp zodat de (relatief) zware benen ten opzichte van het (relatief) lichte bekken geheven kunnen worden, in plaats van dat de heupbuigers het bekken voorover kantelen ten opzichte van de benen. Het wordt meestal afgeraden om de rug daarbij hol te trekken, omdat dat slecht zou zijn. Maar waarom trekken mensen hun rug dan hol bij de leg-raise? Figuur 10. Een model van de lumbale wervelkolom. De kracht van de m. rectus abdominis (Fra) heeft over alle wervelgewrichten dezelfde momentsarm. Indien Fra precies hard genoeg trekt om L1-L2 in evenwicht te houden, zal de rest van de lumbale wervelkolom automatisch in een lordose gaan staan. De inwerkende zwaartekracht is niet getekend. Een mogelijke verklaring hiervoor kan opgesteld worden op basis van het voorgaande deel van dit artikel. Figuur 10 laat een versimpeld model zien van de lumbale wervelkolom met vijf wervels en één spier, de m. rectus abdominis. De m. rectus abdominis heeft in dit model over alle wervelgewrichten dezelfde momentsarm. De vraag is welke mogelijkheden er zijn om evenwicht te maken. Mogelijkheid één: Stelt u zich voor dat de m. rectus abdominis over L1-L2 precies hard genoeg trekt om dit gewricht in evenwicht te houden. Over L2-L3 is een groter flecterend moment nodig dan over L1-L2 vanwege de grotere massa craniaal van dit gewricht. Dat is echter niet beschikbaar, omdat al is voldaan aan de eis dat L1-L2 precies in evenwicht was. L2-L3 zal dus in extensie bewegen totdat de eindstand van dit gewricht een voldoende groot flecterend moment biedt. Dezelfde redenering kan doorgetrokken worden

8 voor de rest van de gewrichten. Alle gewrichten caudaal van L1-L2 zullen dus automatisch in extensie bewegen. Mogelijkheid twee: Bij mogelijkheid één werd aangenomen dat de m. rectus abdominis precies hard genoeg aanspande om evenwicht te maken rond L1-L2. Maar hij zou net zo goed precies hard genoeg kunnen aanspannen om evenwicht te maken over L5-S1. De benodigde kracht is dan aanzienlijk groter vanwege de grotere massa craniaal van L5-S1. In dat geval zijn de flecterende momenten die deze spier dan automatisch over de meer craniaal gelegen gewrichten levert groter dan nodig. Deze gewrichten zullen dan ook automatisch in flexie bewegen totdat hun eindstanden een voldoende groot tegenwerkend extenderend moment leveren (figuur 11). Figuur 11. Indien de m. rectus abdominis (Fra) precies hard genoeg trekt om L5-S1 in evenwicht te houden, zal de rest van de wervelkolom automatisch in een kyfose gaan staan. De inwerkende zwaartekracht is niet getekend. Evenwicht maken door middel van mogelijkheid één vraagt minder kracht van de m. rectus abdominis dan mogelijkheid twee. De massa craniaal van L1-L2 is immers een stuk kleiner en dus makkelijker in evenwicht te houden dan de massa craniaal van L5-S1. Het is dan ook niet gek dat voor mogelijkheid één gekozen wordt. Mogelijkheid één leverde een gelordoseerde wervelkolom op en dat is precies wat bij de leg-raise gebeurt. Tijdens de leg-raise met gelordoseerde wervelkolom is het niet mogelijk de rugspieren te gebruiken om een eindstand te vermijden. Er is immers sprake van een overschot aan extenderende momenten. Het aanspannen van de rugspieren zou dat alleen maar erger maken. Vaak wordt het hol trekken van de rug bij de leg-raise als "fout" bestempeld en afgeraden. Deze uitvoering van de oefening is echter noch "goed" noch "fout". Het is gewoon het slimst om het zo te doen. Een wielrenner zit ook voorover op zijn fiets omdat hij dan minder wind vangt. Een hardloper loopt vooruit en niet achteruit omdat dat makkelijker is. Dit is niet goed of fout, maar gewoon de optimale manier om de beweging uit te voeren. Bij de sit-up, uitgevoerd door iemand met zwakke buikspieren, kan een soortgelijk fenomeen optreden. Indien de buikspieren net sterk genoeg zijn om bijvoorbeeld L1-L2 te stabiliseren, doch te zwak om de steeds grotere massa daaronder (L2-L3...L5-S1) in evenwicht te houden, zullen de lagere delen van de wervelkolom eveneens onvermijdelijk in extensie (lordose) worden getrokken. (Het optrekken van de benen wordt vaak gebruikt als manier om het lordoseren tegen te gaan. Dat werkt op zich goed. Het vaak gehoorde idee hierbij is dat dit komt doordat het optrekken van de benen de m.iliopsoas "uitschakelt". Dit is echter een geheel onjuiste gedachtengang. In een latere aflevering van Theoretisch Bezien komen we hierop terug). Het voorgaande is wellicht de verklaring dat mensen met problemen in de lage rug klagen over pijn bij de uitvoering van buikspieroefeningen. De buikspieroefening op zich is echter niet verantwoordelijk voor het ontstaan van de klachten. De klachten worden opgewekt omdat al bestaande, doch in het dagelijks leven nog niet opgemerkte bewegingsproblemen (functiestoringen), door de oefening manifest worden. De klacht en worden slechts opgewekt, omdat het onmogelijk is de (functiegestoorde) wervelgewrichten te beschermen met een défense musculaire: de patiënt kan niet compenseren. De gewrichten worden in hun pijnlijke eindstand gedwongen omdat de patiënt geen mono-articulaire "buikspieren" heeft om deze pijnlijke eindstand te vermijden.

9 LITERATUUR 1. Faber, H. Efficiënte besturing van vrijheidsgraden. Versus, tijdschrift voor fysiotherapie, 1996, Vol. 14, No. 5: Riezebos, C., Lagerberg, A., Faber, H. Polyarticulaire spieren: stabilisatie van vingers en schouder. Versus, tijdschrift voor fysiotherapie, 1994, Vol. 12, No. 4: Santaguida, P.L., McGill, S.M. The psoas major muscle: a three-dimensional geometric study. J. Biomechanics, 1995, Vol. 28, No. 3:

Auteur(s): H. Faber, D. Kistemaker, A. Hof Titel: Reactie op: Overeenkomsten en verschillen in de functies van mono- en biarticulaire

Auteur(s): H. Faber, D. Kistemaker, A. Hof Titel: Reactie op: Overeenkomsten en verschillen in de functies van mono- en biarticulaire Auteur(s): H. Faber, D. Kistemaker, A. Hof Titel: Reactie op: Overeenkomsten en verschillen in de functies van mono- en biarticulaire spieren Jaargang: 22 Jaartal: 2004 Nummer: 6 Oorspronkelijke paginanummers:

Nadere informatie

RUGOEFENINGEN MOBILISEREND

RUGOEFENINGEN MOBILISEREND RUGOEFENINGEN MOBILISEREND Knieën zijwaarts Been uitstrekken - Beweeg de knieën tegelijk naar links en vervolgens naar rechts. Variatie: strek het bovenste been in uiterste positie over het andere been

Nadere informatie

Auteur(s): H. Oonk Titel: Belast en onbelast Jaargang: 1 Jaartal: 1983 Nummer: 3 Oorspronkelijke paginanummers:

Auteur(s): H. Oonk Titel: Belast en onbelast Jaargang: 1 Jaartal: 1983 Nummer: 3 Oorspronkelijke paginanummers: Auteur(s): H. Oonk Titel: Belast en onbelast Jaargang: 1 Jaartal: 1983 Nummer: 3 Oorspronkelijke paginanummers: 134-149 Dit artikel is oorspronkelijk verschenen in Haags Tijdschrift voor Fysiotherapie,

Nadere informatie

Auteur(s): H. Faber Titel: Reactie op: Het klappende van de schaats Jaargang: 16 Jaartal: 1998 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers:

Auteur(s): H. Faber Titel: Reactie op: Het klappende van de schaats Jaargang: 16 Jaartal: 1998 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers: Auteur(s): H. Faber Titel: Reactie op: Het klappende van de schaats Jaargang: 16 Jaartal: 1998 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers: 147-155 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding,

Nadere informatie

Auteur(s): W. Ignatio, M. Zonneveld Titel: De zwaartekrachtgoniometer Jaargang: 4 Jaartal: 1986 Nummer: 6 Oorspronkelijke paginanummers:

Auteur(s): W. Ignatio, M. Zonneveld Titel: De zwaartekrachtgoniometer Jaargang: 4 Jaartal: 1986 Nummer: 6 Oorspronkelijke paginanummers: Auteur(s): W. Ignatio, M. Zonneveld Titel: De zwaartekrachtgoniometer Jaargang: 4 Jaartal: 1986 Nummer: 6 orspronkelijke paginanummers: 269-277 Dit artikel is oorspronkelijk verschenen in Haags Tijdschrift

Nadere informatie

core stability training

core stability training core stability training Inleiding: Het strekken van de heup en de onderrug Het strekken van de heup veroorzaakt bij dansers vaak overbelasting van de onderrug. De verkorte stijve heupbuigers zorgen er

Nadere informatie

Auteur(s): H. Faber Titel: De belaste discus Jaargang: 14 Jaartal: 1996 Nummer: 1 Oorspronkelijke paginanummers: 42-53

Auteur(s): H. Faber Titel: De belaste discus Jaargang: 14 Jaartal: 1996 Nummer: 1 Oorspronkelijke paginanummers: 42-53 Auteur(s): H. Faber Titel: De belaste discus Jaargang: 14 Jaartal: 1996 Nummer: 1 Oorspronkelijke paginanummers: 42-53 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij gebruikt worden voor

Nadere informatie

1. m. Rectus Abdominis (rechte buikspier) A. Origo en insertie: van 5-7de rib naar schaambeen. C. Indeling en functie van de spier:

1. m. Rectus Abdominis (rechte buikspier) A. Origo en insertie: van 5-7de rib naar schaambeen. C. Indeling en functie van de spier: 1. m. Rectus Abdominis (rechte buikspier) A. Origo en insertie: B. Overspanning van: C. Indeling en functie van de spier: D. Bijzonderheden: E. Voorbeelden van oefeningen: van 5-7de rib naar schaambeen

Nadere informatie

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 7e jrg 1989, no. 2 (pp )

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 7e jrg 1989, no. 2 (pp ) Auteur(s): A. Lagerberg, F. Krijgsman, C. Riezebos Titel: Lengtespanningstesten van polyarticulaire spieren Jaargang: 7 Jaartal: 1989 Nummer: 2 Oorspronkelijke paginanummers: 92-108 Deze online uitgave

Nadere informatie

Auteur(s): A. Lagerberg Titel: Zitten en beenkruisen Jaargang: 16 Jaartal: 1998 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers:

Auteur(s): A. Lagerberg Titel: Zitten en beenkruisen Jaargang: 16 Jaartal: 1998 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers: Auteur(s): A. Lagerberg Titel: Zitten en beenkruisen Jaargang: 16 Jaartal: 1998 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers: 165-175 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij gebruikt

Nadere informatie

Auteur(s): E. Koes Titel: De scheve wervel Jaargang: 13 Jaartal: 1995 Nummer: 5 Oorspronkelijke paginanummers:

Auteur(s): E. Koes Titel: De scheve wervel Jaargang: 13 Jaartal: 1995 Nummer: 5 Oorspronkelijke paginanummers: Auteur(s): E. Koes Titel: De scheve wervel Jaargang: 13 Jaartal: 1995 Nummer: 5 Oorspronkelijke paginanummers: 299-307 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij gebruikt worden voor

Nadere informatie

I. B E W E G I G E E A S S E S T E L S E L S

I. B E W E G I G E E A S S E S T E L S E L S I. B E W E G I G E E A S S E S T E L S E L S Beweging is relatief. Beweging is een positieverandering van "iets" ten opzichte van "iets anders". Voor "iets" kan van alles worden ingevuld: een punt, een

Nadere informatie

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 21 e jrg 2003, no.6 (pp. 313-321)

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 21 e jrg 2003, no.6 (pp. 313-321) Auteur(s): F. Roelants, P. van Kempen Titel: Rugspieractiviteit tijdens het schaatsen Jaargang: 21 Jaartal: 2003 Nummer: 6 Oorspronkelijke paginanummers: 313-321 Deze online uitgave mag, onder duidelijke

Nadere informatie

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie,19e jrg 2001, no.6 (pp. 315 322)

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie,19e jrg 2001, no.6 (pp. 315 322) Auteur(s): Titel: A. Lagerberg De beperkte schouder. Functie-analyse van het art. humeri met behulp van een röntgenfoto Jaargang: 19 Jaartal: 2001 Nummer: 6 Oorspronkelijke paginanummers: 315-322 Deze

Nadere informatie

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 19e jrg 2001, no. 4 (pp )

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 19e jrg 2001, no. 4 (pp ) Auteur(s): P. van der Meer, H. van Holstein Titel: Meten van de heupadductie Jaargang: 19 Jaartal: 2001 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers: 206-216 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding,

Nadere informatie

1 Buikplank (2 benen) Oefentherapie bekken en romp Pagina 1 van 5

1 Buikplank (2 benen) Oefentherapie bekken en romp Pagina 1 van 5 Pagina 1 van 5 Welke spieren zijn van belang bij deze oefentherapie? De spieren rondom het bekken en de romp kunnen grofweg worden verdeeld in 2 groepen: de globale en de lokale spieren. De globale spieren

Nadere informatie

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 15e jrg 1997, no. 3 (pp )

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 15e jrg 1997, no. 3 (pp ) Auteur(s): F. van de Beld Titel: De validiteit van de m. rectus femoris lengtetest Jaargang: 15 Jaartal: 1997 Nummer: 3 Oorspronkelijke paginanummers: 146-157 Deze online uitgave mag, onder duidelijke

Nadere informatie

Auteur(s): K. Bunnig, A. Hendriks Titel: Springen en spierrekken Jaargang: 7 Jaartal: 1989 Nummer: 5 Oorspronkelijke paginanummers:

Auteur(s): K. Bunnig, A. Hendriks Titel: Springen en spierrekken Jaargang: 7 Jaartal: 1989 Nummer: 5 Oorspronkelijke paginanummers: Auteur(s): K. Bunnig, A. Hendriks Titel: Springen en spierrekken Jaargang: 7 Jaartal: 1989 Nummer: 5 Oorspronkelijke paginanummers: 238-256 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij

Nadere informatie

TRAININGSPLAN STABILITEIT

TRAININGSPLAN STABILITEIT TRAININGSPLAN STABILITEIT Stabiliteitstraining Om goed te kunnen bewegen en/of te kunnen sporten is een sterke romp noodzakelijk. In een rechtop staande houding moet de romp het lichaam te allen tijde

Nadere informatie

23-Oct-14. 6) Waardoor wordt hyperextensie van het kniegewricht vooral beperkt? A) Banden B) Bot C) Menisci D) Spieren

23-Oct-14. 6) Waardoor wordt hyperextensie van het kniegewricht vooral beperkt? A) Banden B) Bot C) Menisci D) Spieren Vlak As Beweging Gym Frontaal Sagitale Ab-adductie Radslag Latero flexie Ulnair-radiaal deviatie Elevatie-depressie Sagitaal Frontale Flexie-extensie Salto Transversale Ante-retro flexie Dorsaal flexie

Nadere informatie

Oefeningen voor thuis en op het werk.

Oefeningen voor thuis en op het werk. Oefeningen voor thuis en op het werk. Adviezen over wat je wel en beter niet kan doen. In Nederland is in de laatste twintig jaar veel onderzoek gedaan naar de invloed van oefeningen op het bewegingsapparaat.

Nadere informatie

Stabiliteit training. Wat, waarom en hoe?

Stabiliteit training. Wat, waarom en hoe? Stabiliteit training. Wat, waarom en hoe? Ik heb dit boek geschreven omdat core stability de laatste tijd een hot item is geworden. En dat is ook logisch. Ik ben er heilig van overtuigd dat als mensen

Nadere informatie

Theorie-examen anatomie 25 januari 2008

Theorie-examen anatomie 25 januari 2008 Theorie-examen anatomie 25 januari 2008 1. Welke van de volgende spieren is eenkoppig? A. De m. biceps brachii. B. De m. coracobrachialis. C. De m. gastrocnemius. 2. Welke van de volgende spieren geeft

Nadere informatie

Train your Core Stability with energy lab

Train your Core Stability with energy lab Aandachtspunten bij stabiliteitstraining Om effectief de houdingsspieren in de romp te trainen wordt wordt er op krachtuithouding gewerkt. Dit betekent dat er nooit met zware gewichten en korte herhalingen

Nadere informatie

Oefeningen. Uitademen als u kracht zet, inademen als u ontspant.

Oefeningen. Uitademen als u kracht zet, inademen als u ontspant. Oefeningen Sterke en geoefende buikspieren zijn belangrijk. Omdat ongetrainde en slappe buik- en rugspieren kunnen zorgen voor een slechte houding en rugklachten. Bouw het oefenen van de buikspieren langzaam

Nadere informatie

Hernia met een radiculair syndroom in de lage rug Adviezen & oefeningen. Afdeling Fysiotherapie IJsselland Ziekenhuis

Hernia met een radiculair syndroom in de lage rug Adviezen & oefeningen. Afdeling Fysiotherapie IJsselland Ziekenhuis Hernia met een radiculair syndroom in de lage rug Adviezen & oefeningen Afdeling Fysiotherapie IJsselland Ziekenhuis Inleiding U bent patiënt op de afdeling neurologie van het IJsselland Ziekenhuis. Er

Nadere informatie

Lage rugpijn. Voor meer informatie over onze organisatie kijkt u op: www.fydee.nl

Lage rugpijn. Voor meer informatie over onze organisatie kijkt u op: www.fydee.nl Lage rugpijn Voor meer informatie over onze organisatie kijkt u op: www.fydee.nl Inleiding Lage rugpijn Rugklachten komen veel voor. 4 van de 5 mensen heeft weleens te maken met rugpijn. In veel gevallen

Nadere informatie

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 18e jrg 2000, no. 4 (pp )

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 18e jrg 2000, no. 4 (pp ) Auteur(s): D. Kistemaker Titel: Evenwicht in het gewricht in de close-packed position Jaargang: 18 Jaartal: 2000 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers: 198-207 Deze online uitgave mag, onder duidelijke

Nadere informatie

Auteur(s): Faber H. Titel: Diafragma en ribheffing Jaargang: 12 Jaartal: 1994 Nummer: 6 Oorspronkelijke paginanummers:

Auteur(s): Faber H. Titel: Diafragma en ribheffing Jaargang: 12 Jaartal: 1994 Nummer: 6 Oorspronkelijke paginanummers: Auteur(s): Faber H. Titel: Diafragma en ribheffing Jaargang: 12 Jaartal: 1994 Nummer: 6 Oorspronkelijke paginanummers: 302-312 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij gebruikt worden

Nadere informatie

Auteur(s): A. Lagerberg, H. Faber Titel: Fitness, kracht en lenigheid Jaargang: 14 Jaartal: 1996 Nummer: 2 Oorspronkelijke paginanummers: 79-91

Auteur(s): A. Lagerberg, H. Faber Titel: Fitness, kracht en lenigheid Jaargang: 14 Jaartal: 1996 Nummer: 2 Oorspronkelijke paginanummers: 79-91 Auteur(s): A. Lagerberg, H. Faber Titel: Fitness, kracht en lenigheid Jaargang: 14 Jaartal: 1996 Nummer: 2 Oorspronkelijke paginanummers: 79-91 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding,

Nadere informatie

ASPECIFIEKE, HOUDINGSGEBONDEN LAGE

ASPECIFIEKE, HOUDINGSGEBONDEN LAGE ASPECIFIEKE, HOUDINGSGEBONDEN LAGE RUGPIJN: OEFENTHERAPIE Aspecifieke lage rugpijn bestaat uit klachten waarvoor geen lichamelijke afwijking kan gevonden worden die deze klachten veroorzaakt. Het probleem

Nadere informatie

Auteur(s): Lagerberg A, Riezebos C. Titel: Het paradoxale kiepfenomeen Jaargang: 14 Jaartal: 1996 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers:

Auteur(s): Lagerberg A, Riezebos C. Titel: Het paradoxale kiepfenomeen Jaargang: 14 Jaartal: 1996 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers: Auteur(s): Lagerberg A, Riezebos C. Titel: Het paradoxale kiepfenomeen Jaargang: 14 Jaartal: 1996 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers: 194-211 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding,

Nadere informatie

gerelateerde aandoeningen

gerelateerde aandoeningen Naam: Datum: Maatschap voor Sport-Fysiotherapie Manuele Therapie Medische Trainings Therapie en Echografie Stadtlohnallee 2 7595 BP WEERSELO Telefoon 0541-661590 Molemansstraat 52 7561 BE DEURNINGEN Telefoon

Nadere informatie

Theorie-examen Anatomie 13 januari 2006.

Theorie-examen Anatomie 13 januari 2006. Theorie-examen Anatomie 13 januari 2006. 1. Wat is de diafyse van een pijpbeen? A. Het uiteinde van een pijpbeen. B. Het middenstuk van een pijpbeen. C. De groeischijf. 2. Waar bevindt zich de pink, ten

Nadere informatie

Bekkenkanteling: maak afwisselend een bolle- en holle rug, waarbij romp en hoofd stil blijven liggen op de onderlaag.

Bekkenkanteling: maak afwisselend een bolle- en holle rug, waarbij romp en hoofd stil blijven liggen op de onderlaag. www.gezondbewegen.nl Rugoefeningen Algemene adviezen: Creëer een vaste plaats en een vast tijdstip en voer de oefeningen twee keer per dag uit Realiseer u, indien de klachten verminderd of verdwenen zijn,

Nadere informatie

Ga op de rug liggen. Buig de knieën en zet de voeten plat op de grond. Klap beide knieën naar één kant.

Ga op de rug liggen. Buig de knieën en zet de voeten plat op de grond. Klap beide knieën naar één kant. BUIKSPIEREN Klap beide knieën naar één kant. Beweeg de kin naar de borst en kom met de romp een klein stukje recht omhoog. Houd 4 tellen vast en ga langzaam weer terug. Bij nekklachten, nek ondersteunen

Nadere informatie

GRONDOEFENINGEN LIFE STYLE CLINIC: ALGEMENE SPIERVERSTEVIGING

GRONDOEFENINGEN LIFE STYLE CLINIC: ALGEMENE SPIERVERSTEVIGING GRONDOEFENINGEN LIFE STYLE CLINIC: ALGEMENE SPIERVERSTEVIGING SPIERVERSTEVIGENDE OEFENINGEN Start voor alle oefeningen met de rug in neutrale positie (lage rug lichtjes hol) + basisspanning corset spieren

Nadere informatie

Auteur(s): J. Vuurmans Titel: Hoe stijf is een stijve rug? Jaargang: 12 Jaartal: 1994 Nummer: 1 Oorspronkelijke paginanummers: 5-15

Auteur(s): J. Vuurmans Titel: Hoe stijf is een stijve rug? Jaargang: 12 Jaartal: 1994 Nummer: 1 Oorspronkelijke paginanummers: 5-15 Auteur(s): J. Vuurmans Titel: Hoe stijf is een stijve rug? Jaargang: 12 Jaartal: 1994 Nummer: 1 Oorspronkelijke paginanummers: 5-15 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij gebruikt

Nadere informatie

Oefeningen. voor de lage rug

Oefeningen. voor de lage rug Oefeningen voor de lage rug Stretching Alle stretchingsoefeningen worden aan elke zijde 2x herhaald. De oefeningen worden 30 seconden aangehouden. 1. Stretching M. Gastrocnemius (kuitspier) Neem een voor-

Nadere informatie

Fysio Bruggeman RUGKLACHTEN DOOR LOPEN, STAAN EN LIGGEN ALS DE SCHOKDEMPER DEFECT EN STERK VERSMALD IS

Fysio Bruggeman RUGKLACHTEN DOOR LOPEN, STAAN EN LIGGEN ALS DE SCHOKDEMPER DEFECT EN STERK VERSMALD IS Fysio Bruggeman RUGKLACHTEN DOOR LOPEN, STAAN EN LIGGEN ALS DE SCHOKDEMPER DEFECT EN STERK VERSMALD IS RUGKLACHTEN DOOR LOPEN, STAAN EN LIGGEN 1.1 ALS DE SCHOKDEMPER DEFECT EN STERK VERSMALD IS Bij de

Nadere informatie

Voorbeelden krachtoefeningen voor niet lopende sporters met CP

Voorbeelden krachtoefeningen voor niet lopende sporters met CP Voorbeelden krachtoefeningen voor niet lopende sporters met CP Oefening 1: Armen horizontaal (schouders, m. Deltoidius en m. Biceps) Werkwijze Endo- en exorotatie van de schouders gelijkmatig trainen Materiaal

Nadere informatie

Auteur(s): H. Faber Titel: Afzetten en hielspoor Jaargang: 17 Jaartal: 1999 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers: 175-184

Auteur(s): H. Faber Titel: Afzetten en hielspoor Jaargang: 17 Jaartal: 1999 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers: 175-184 Auteur(s): H. Faber Titel: Afzetten en hielspoor Jaargang: 17 Jaartal: 1999 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers: 175-184 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij gebruikt worden

Nadere informatie

MOVING WITH SPONDYLARTHROPATHY. Dr C. Hindryckx. Fysische Geneeskunde en Revalidatie

MOVING WITH SPONDYLARTHROPATHY. Dr C. Hindryckx. Fysische Geneeskunde en Revalidatie MOVING WITH SPONDYLARTHROPATHY Dr C. Hindryckx Fysische Geneeskunde en Revalidatie Kan fysiotherapie het ziektebeeld positief beïnvloeden? Relatief aandeel in behandeling? Welke signs & symptoms beïnvloedbaar?

Nadere informatie

Auteur(s): Lagerberg A, Riezebos C Titel: Ganganalyse van een poliopatiënt Jaargang: 15 Jaartal: 1997 Nummer: 1 Oorspronkelijke paginanummers: 6-15

Auteur(s): Lagerberg A, Riezebos C Titel: Ganganalyse van een poliopatiënt Jaargang: 15 Jaartal: 1997 Nummer: 1 Oorspronkelijke paginanummers: 6-15 Auteur(s): Lagerberg A, Riezebos C Titel: Ganganalyse van een poliopatiënt Jaargang: 15 Jaartal: 1997 Nummer: 1 Oorspronkelijke paginanummers: 6-15 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding,

Nadere informatie

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 22 e jrg 2004, no. 2 (pp )

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 22 e jrg 2004, no. 2 (pp ) Auteur(s): F. van de Beld Titel: De excentrische crank Jaargang: 22 Jaartal: 2004 Nummer: 2 Oorspronkelijke paginanummers: 79-89 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij gebruikt

Nadere informatie

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 12 jrg 1994, no. 4 (pp. 171-205)

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 12 jrg 1994, no. 4 (pp. 171-205) Auteur(s): C. Riezebos, A. Lagerberg, H. Faber Titel: Poly-articulaire spieren: stabilisatie van vingers en schouder Jaargang: 12 Jaartal: 1994 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers: 171-205 Deze online

Nadere informatie

Trainingsprogramma Spierkrachtversterking

Trainingsprogramma Spierkrachtversterking Trainingsprogramma Spierkrachtversterking Ook zonder blessures kun je bepaalde spieren of spiergroepen te versterken. Als spierversterkende oefeningen deel uitmaken van een trainingsprogramma met als einddoel

Nadere informatie

Oefeningen na een onderbeenamputatie

Oefeningen na een onderbeenamputatie Oefeningen na een onderbeenamputatie Bij het leren lopen met een prothese zijn mobiliteit, lenigheid en spierkracht belangrijk. Een bewegingsbeperking beïnvloedt de kwaliteit van het staan of lopen negatief.

Nadere informatie

K. Olsa Brakel Jeugdwerking BLESSUREPREVENTIE. Moeilijkheidsgraad B -B B - B - C - C B - B - C - C - D. Maand 1 2 x 5sec 2 x 10sec 2 x 15sec

K. Olsa Brakel Jeugdwerking BLESSUREPREVENTIE. Moeilijkheidsgraad B -B B - B - C - C B - B - C - C - D. Maand 1 2 x 5sec 2 x 10sec 2 x 15sec BLESSUREPREVENTIE Specifiek trainingsprogramma per leeftijdscategorie: Leeftijdscategorie Aantal oefeningen per training U7 U8 U9-U10 U11 U12 U13 U14 U15 U16 U17 B- kern 3 4 5 Moeilijkheidsgraad B -B B

Nadere informatie

Auteur(s): H. Faber Titel: Scoliose: een instabiele wervelkolom Jaargang: 16 Jaartal: 1998 Nummer: 6 Oorspronkelijke paginanummers:

Auteur(s): H. Faber Titel: Scoliose: een instabiele wervelkolom Jaargang: 16 Jaartal: 1998 Nummer: 6 Oorspronkelijke paginanummers: Auteur(s): H. Faber Titel: Scoliose: een instabiele wervelkolom Jaargang: 16 Jaartal: 1998 Nummer: 6 Oorspronkelijke paginanummers: 251-260 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij

Nadere informatie

1. De Fiets De zijkant van de buikspieren worden nog wel eens vergeten bij workouts. Met deze oefening richt je je juist op deze groep spieren.

1. De Fiets De zijkant van de buikspieren worden nog wel eens vergeten bij workouts. Met deze oefening richt je je juist op deze groep spieren. 1. De Fiets De zijkant van de buikspieren worden nog wel eens vergeten bij workouts. Met deze oefening richt je je juist op deze groep spieren. Ga op je rug op de vloer liggen met je handen achter je hoofd.

Nadere informatie

1- Stretchen Flexie - Sets:3 / Vasthouden:10sec / Rust:10sec. 2- Passieve ROM Extensie - Sets:3 / Vasthouden:10sec / Rust:10sec.

1- Stretchen Flexie - Sets:3 / Vasthouden:10sec / Rust:10sec. 2- Passieve ROM Extensie - Sets:3 / Vasthouden:10sec / Rust:10sec. Notities: 1- Stretchen Flexie - Sets:3 / Vasthouden:10sec / Rust:10sec Ga op handen en knieën liggen (vierpuntspositie) met je knieën recht onder je heupen en je handen recht onder je schouders. Je rug

Nadere informatie

Lenigheidtrainingsschema - niveau 1

Lenigheidtrainingsschema - niveau 1 Lenigheidtrainingsschema - niveau 1 Oefening 1 - back cat Aandachtsgebied: onderste en bovenste rugspier Ga op uw knieën zitten. Zorg dat deze onder uw heupen staan. Uw tenen wijzen naar achteren. Plaats

Nadere informatie

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 11e jrg 1993, no. 5 (pp. 266-294)

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 11e jrg 1993, no. 5 (pp. 266-294) Auteur(s): A. Lagerberg, C. Riezebos Titel: Buikspieren, houding en oefening Jaargang: 11 Jaartal:1993 Nummer: 5 Oorspronkelijke paginanummers: 266-294 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding,

Nadere informatie

TIPS EN OEFENINGEN OM UW RUG STERK EN FIT TE MAKEN

TIPS EN OEFENINGEN OM UW RUG STERK EN FIT TE MAKEN TIPS EN OEFENINGEN OM UW RUG STERK EN FIT TE MAKEN Maximale ontspanning voor uw rug De rug is zo maximaal ontspannen. De armen liggen langs het lichaam. De knieën zijn 90 graden gebogen en liggen op een

Nadere informatie

Een acuut letsel is een blessure die plots op treed (bvb een enkel verzwikking, een spierscheur, )

Een acuut letsel is een blessure die plots op treed (bvb een enkel verzwikking, een spierscheur, ) Sporten is hoe dan ook gezond, maar brengt ook een verhoogd risico op bepaalde letsels met zich mee. Er zijn echter enkele aandachtspunten en preventie oefeningen die dit risico sterk kunnen verlagen.

Nadere informatie

FYSIOTHERAPIE en het behandelen van patiënten met LAGE RUGPIJN.

FYSIOTHERAPIE en het behandelen van patiënten met LAGE RUGPIJN. FYSIOTHERAPIE en het behandelen van patiënten met LAGE RUGPIJN. RugNetwerk Twente Januari 2016, blok 5, Gerard Koel. Klachten (LRP) Disfuncties / stoornissen Beperkte activiteiten - WAT ZIJN DE RELATIES?

Nadere informatie

Buikspieroefeningen (basis)

Buikspieroefeningen (basis) Buikspieroefeningen (basis) Crunch Stap 1: Ga plat op de grond liggen met de knieën gebogen. Vouw je handen achter het hoofd, achter de oren (sla de handen dus NIET achter je hoofd in elkaar). Stap 2:

Nadere informatie

De Top 5: Beste Oefeningen Tegen Rugpijn

De Top 5: Beste Oefeningen Tegen Rugpijn De Top 5: Beste Oefeningen Tegen Rugpijn 5 DOELTREFFENDE OEFENINGEN TEGEN LAGE RUGPIJN, THUIS UIT TE VOEREN Door Peter Arentsen Voorwoord Gefeliciteerd met het aanvragen van dit e-book waarmee je de basis

Nadere informatie

Versus, Tijdschrift voor Fysiotherapie, 7e jrg 1989, no. 4 (pp )

Versus, Tijdschrift voor Fysiotherapie, 7e jrg 1989, no. 4 (pp ) Auteur(s): C. Riezebos, F. Krijgsman, A. Lagerberg Titel: De effektiviteit van borst- en buikademhaling Jaargang: 7 Jaartal: 1989 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers: 202-215 Deze online uitgave mag,

Nadere informatie

SCOREFORMULIER SCOREFORMULIER. Oef. Score 1 Score 2 Letter Oplossing

SCOREFORMULIER SCOREFORMULIER. Oef. Score 1 Score 2 Letter Oplossing SCOREFORMULIER Oef. Score 1 Score 2 Letter 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 Oplossing SCOREFORMULIER Oef. Score 1 Score 2 Letter 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 Oplossing OEFENING 1 OPDRUKKEN IN DE RINGEN

Nadere informatie

Auteur(s): Lagerberg A. Titel: Voetreactiekrachten op de statafel Jaargang: 8 Jaartal: 1990 Nummer: 1 Oorspronkelijke paginanummers: 8-21

Auteur(s): Lagerberg A. Titel: Voetreactiekrachten op de statafel Jaargang: 8 Jaartal: 1990 Nummer: 1 Oorspronkelijke paginanummers: 8-21 Auteur(s): Lagerberg A. Titel: Voetreactiekrachten op de statafel Jaargang: 8 Jaartal: 1990 Nummer: 1 Oorspronkelijke paginanummers: 8-21 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij

Nadere informatie

HAVO. Inhoud. Momenten... 2 Stappenplan... 6 Opgaven... 8 Opgave: Balanceren... 8 Opgave: Bowlen... 10. Momenten R.H.M.

HAVO. Inhoud. Momenten... 2 Stappenplan... 6 Opgaven... 8 Opgave: Balanceren... 8 Opgave: Bowlen... 10. Momenten R.H.M. Inhoud... 2 Stappenplan... 6 Opgaven... 8 Opgave: Balanceren... 8 Opgave: Bowlen... 10 1/10 HAVO In de modules Beweging en Krachten hebben we vooral naar rechtlijnige bewegingen gekeken. In de praktijk

Nadere informatie

Oefeningen bij bekkenklachten

Oefeningen bij bekkenklachten FYSIOTHERAPIE Oefeningen bij bekkenklachten ADVIES Oefeningen bij bekkenklachten De oefeningen die in deze folder beschreven staan, hebben als doel uw bekken beter te stabiliseren, uw spierkracht te vergroten

Nadere informatie

Stabiliteitstraining van de lage rug

Stabiliteitstraining van de lage rug Stabiliteitstraining van de lage rug De sleutel tot succes bij stabiliseren is het doelgericht trainen van de juiste spieren. Buik- en rugspieroefeningen worden veelvuldig toegepast in de behandeling bij

Nadere informatie

Auteur(s): Frank van de Beld Titel: Fietsen met een knieflexiebeperking Jaargang: 13 Jaartal: 1995 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers:

Auteur(s): Frank van de Beld Titel: Fietsen met een knieflexiebeperking Jaargang: 13 Jaartal: 1995 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers: Auteur(s): Frank van de Beld Titel: Fietsen met een knieflexiebeperking Jaargang: 13 Jaartal: 1995 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers: 203-217 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding,

Nadere informatie

SAI SEI KAN. JKA Shotokan Karateclub Oudenaarde 4051 Lid van de Vlaamse Federatie v.z.w. Lid van de v.z.w. JKA Vlaanderen Sinds 1994.

SAI SEI KAN. JKA Shotokan Karateclub Oudenaarde 4051 Lid van de Vlaamse Federatie v.z.w. Lid van de v.z.w. JKA Vlaanderen Sinds 1994. SAI SEI KAN JKA Shotokan Karateclub Oudenaarde 4051 Lid van de Vlaamse Federatie v.z.w. Lid van de v.z.w. JKA Vlaanderen Sinds 1994 Buikspieren Auteur: Maarten Vermeersch Inhoudsopgave Inleiding... 3 1

Nadere informatie

Auteur(s): Frank van de Beld Titel: Iliumkanteling tijdens het gaan Jaargang: 2001 Jaartal: 19 Nummer: 3 Oorspronkelijke paginanummers:

Auteur(s): Frank van de Beld Titel: Iliumkanteling tijdens het gaan Jaargang: 2001 Jaartal: 19 Nummer: 3 Oorspronkelijke paginanummers: Auteur(s): Frank van de Beld Titel: Iliumkanteling tijdens het gaan Jaargang: 2001 Jaartal: 19 Nummer: 3 Oorspronkelijke paginanummers: 149-160 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding,

Nadere informatie

KNZB applicatie MOZ landtraining

KNZB applicatie MOZ landtraining KNZB applicatie MOZ landtraining Praktijk oefeningen Stahouding Ingezakte houding Actieve stahouding Squathouding Foute squathouding Juiste squathouding Controle transversus Neutraal, geen aanspanning

Nadere informatie

Trainingsrichtlijn Core Stability -Basics-

Trainingsrichtlijn Core Stability -Basics- Trainingsrichtlijn Core Stability -Basics- Uitleg voor de patiënt Oefening 1 en 2 zijn gericht op het activeren van de musculus tranversus abdominis (TVA). Middels het bewust en gecontroleerd aanspannen

Nadere informatie

Kracht en stabilisatie

Kracht en stabilisatie Kracht en stabilisatie 1. Frontbridge Steunen op onderarmen en tenen, zorg voor één rechte lijn van schouders, ruggenwervels, heup, knieën en hakken. 2. Frontbridge one leg lift Steunen op onderarmen en

Nadere informatie

Uitgangshouding Uitvoering Aandachtspunten Ruglig, benen opgetrokken Eén hand in lordose van de lage rug

Uitgangshouding Uitvoering Aandachtspunten Ruglig, benen opgetrokken Eén hand in lordose van de lage rug Houding Low load o o o Ruglig, benen opgetrokken Eén hand in lordose van de lage rug Kantel je bekken naar achter en vlak hierdoor je rug af Kantel je bekken naar voor en maak hierdoor je rug hol Enkel

Nadere informatie

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 25e jrg 2007, no. 6 (pp )

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 25e jrg 2007, no. 6 (pp ) Auteur(s): H. Faber Titel: Immobilisatie en contracturen: stijve gewrichten, een slap verhaal Jaargang: 25 Jaartal: 2007 Nummer: 6 Oorspronkelijke paginanummers: 287-292 Deze online uitgave mag, onder

Nadere informatie

Functionele krachttraining 2.0 voor hardlopers

Functionele krachttraining 2.0 voor hardlopers Functionele krachttraining 2.0 voor hardlopers Chantal Berga Inspiratiedag voor hardlooptrainers 14 april 2019 Even voorstellen Chantal Berga Manueel therapeut/ sportfysiotherapeut Triathlete met lopen

Nadere informatie

Programma Core Stability met accent op Side Bridge

Programma Core Stability met accent op Side Bridge Programma Core Stability met accent op Side Bridge 1. Algemene richtlijnen De oefeningen mogen niet pijnlijk zijn. Het aantal herhalingen en oefeningen wordt progressief opgebouwd. Ademhaling dient correct

Nadere informatie

SI- gewrichtsklachten

SI- gewrichtsklachten SI- gewrichtsklachten De sacro-iliacaalgewrichten (SI-gewrichten), ook wel heiligbeengewrichten genoemd, vormen de verbinding tussen het heiligbeen (sacrum) en het bekken en daarmee tussen de rug en de

Nadere informatie

Oefenprogramma Core Stability

Oefenprogramma Core Stability Oefenprogramma Core Stability Een woordje uitleg Wat wordt er eigenlijk bedoeld met Core? Dit is in feite het gebied van de rug, de buik en het bekken. De romp is het centrum van de functionele bewegingsketen

Nadere informatie

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie,14e jrg 1996, no.5 (pp )

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie,14e jrg 1996, no.5 (pp ) Auteur(s): Lagerberg A, Riezebos C. Titel: Heupmobiliteit, Beenlengte en Lichaamshouding Jaargang: 14 Jaartal: 1996 Nummer: 5 Oorspronkelijke paginanummers: 250-264 Deze online uitgave mag, onder duidelijke

Nadere informatie

Wat is patello-femoraal pijnsyndroom?

Wat is patello-femoraal pijnsyndroom? Wat is patello-femoraal pijnsyndroom? Patellofemorale pijnklachten zijn klachten die waargenomen worden in en rond de knieschijf. Patella betekent knieschijf. Het komt op alle leeftijden voor, maar vooral

Nadere informatie

MASSAGECENTRUM DE KRACHTBRON RUGSPIEROEFENINGEN

MASSAGECENTRUM DE KRACHTBRON RUGSPIEROEFENINGEN Dendermondsesteenweg 29 9270 LAARNE-KALKEN 0474 30 85 84 www.dekrachtbron.be info@dekrachtbron.be MASSAGECENTRUM DE KRACHTBRON RUGSPIEROEFENINGEN LAGE RUGPIJN Lage rugpijn komt vaak voor bij acht op tien

Nadere informatie

Gesloten vragen Functionele Anatomie II

Gesloten vragen Functionele Anatomie II Gesloten vragen Functionele Anatomie II 2013-2014 1. Ab- en adductie vindt plaats om een longitudinale as 2. In de anatomische houding is, in het sagittale vlak van de wervelkolom, lumbaal een lordose

Nadere informatie

Auteur(s): H. Faber Titel: Functionele vrijheidsgraden Jaargang: 22 Jaartal: 2004 Nummer: 1 Oorspronkelijke paginanummers: 13-24

Auteur(s): H. Faber Titel: Functionele vrijheidsgraden Jaargang: 22 Jaartal: 2004 Nummer: 1 Oorspronkelijke paginanummers: 13-24 Auteur(s): H. Faber Titel: Functionele vrijheidsgraden Jaargang: 22 Jaartal: 2004 Nummer: 1 Oorspronkelijke paginanummers: 13-24 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij gebruikt

Nadere informatie

GEZOND & DUURZAAM INZETBAAR JE BLIJFT VOORLICHTING RUGKLACHTEN DOOR LOPEN, STAAN EN LIGGEN MET DE STEP GEWICHTHEFFERSTECHNIEKEN

GEZOND & DUURZAAM INZETBAAR JE BLIJFT VOORLICHTING RUGKLACHTEN DOOR LOPEN, STAAN EN LIGGEN MET DE STEP GEWICHTHEFFERSTECHNIEKEN VOORLICHTING RUGKLACHTEN DOOR LOPEN, STAAN EN LIGGEN N S TE R K V E E T C E F E D R E P M E D K O H ALS DE SC R S M A L D IS Bij de staande houding is er bij een intacte schokdemper genoeg ruimte voor

Nadere informatie

Volgorde. Het moeras in.

Volgorde. Het moeras in. Trekken, Duwen en Tillen 1 Volgorde. Over tillen is (en wordt nog steeds) zeer veel geschreven en gezegd. Duwen en trekken daarentegen hangt er meestal maar een beetje bij. Dat is jammer. Want bij tillen

Nadere informatie

Cursus Ontspanningsmassage. Bijlage spieren. Trapezius

Cursus Ontspanningsmassage. Bijlage spieren. Trapezius Cursus Ontspanningsmassage Bijlage spieren. Trapezius De trapezius (monnikskapspier) is een ruitvormige spier boven aan de achterkant van het lichaam. De trapezius loopt van de schedelbasis tot aan het

Nadere informatie

2. De V-Beweging De V-Beweging of V-sit is een oefening waarmee je vrijwel alle buikspieren goed kunt trainen.

2. De V-Beweging De V-Beweging of V-sit is een oefening waarmee je vrijwel alle buikspieren goed kunt trainen. 1. De Halve Banaan De halve banaan is een van de meest populaire buikspieroefeningen. Het is voor beginners een prima oefening om uit te voeren. Hierbij kun je er zelf voor kiezen hoever je bovenlichaam

Nadere informatie

Auteur(s): Faber H, Lagerberg A Titel: Tillen en buikspieren Jaargang: 13 Jaartal: 1995 Nummer: 2 Oorspronkelijke paginanummers:

Auteur(s): Faber H, Lagerberg A Titel: Tillen en buikspieren Jaargang: 13 Jaartal: 1995 Nummer: 2 Oorspronkelijke paginanummers: Auteur(s): Faber H, Lagerberg A Titel: Tillen en buikspieren Jaargang: 13 Jaartal: 1995 Nummer: 2 Oorspronkelijke paginanummers: 82-100 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij gebruikt

Nadere informatie

Bij deze oefening worden de lage rugspieren gerekt en worden de buik- en bilspieren versterkt.

Bij deze oefening worden de lage rugspieren gerekt en worden de buik- en bilspieren versterkt. Bij acute rug- of nekpijn zijn oefeningen meestal niet aangewezen. Vaak zijn ze ook niet mogelijk omdat elke beweging te veel pijn doet. Maar als de eerste pijn wat verminderd is, kunnen ze helpen om de

Nadere informatie

Haags Tijdschrift voor Fysiotherapie, 3e jrg 1985, no. 1 (pp. 7 21)

Haags Tijdschrift voor Fysiotherapie, 3e jrg 1985, no. 1 (pp. 7 21) Auteur(s): Titel: H. Oonk Funktionele aanpassingsmechanismen rond het sacro-iliacale gewricht tijdens zwangerschap Jaargang: 3 Jaartal: 1985 Nummer: 1 Oorspronkelijke paginanummers: 7-21 Dit artikel is

Nadere informatie

Fysiotherapie na een operatie aan een hernia of stenose in de lage rug. Afdeling Fysiotherapie IJsselland Ziekenhuis

Fysiotherapie na een operatie aan een hernia of stenose in de lage rug. Afdeling Fysiotherapie IJsselland Ziekenhuis Fysiotherapie na een operatie aan een hernia of stenose in de lage rug Afdeling Fysiotherapie IJsselland Ziekenhuis Inhoudsopgave 1. Inleiding 2 2. Algemene informatie rug en hernia 2 2.1 Bouw van de wervelkolom

Nadere informatie

G E S E L E C T E E R D D O O R A U D I O F Y S I O. N L TOP 5 OEFENINGEN TEGEN RUGPIJN DOOR: PETER ARENTSEN

G E S E L E C T E E R D D O O R A U D I O F Y S I O. N L TOP 5 OEFENINGEN TEGEN RUGPIJN DOOR: PETER ARENTSEN G E S E L E C T E E R D D O O R A U D I O F Y S I O. N L TOP 5 OEFENINGEN TEGEN RUGPIJN DOOR: PETER ARENTSEN 5 EFFECTIEVE OEFENINGEN TEGEN LAGE RUGPIJN THUIS UIT TE VOEREN WWW.AUDIOFYSIO.NL V O O R W O

Nadere informatie

andere been wordt gebogen opzij gelegd. Met de romp en de handen ter hoogte van het onderbeen, de enkel of de tip van

andere been wordt gebogen opzij gelegd. Met de romp en de handen ter hoogte van het onderbeen, de enkel of de tip van 1) Zit, bekken voorwaarts gekanteld, 1 been gestrekt, het andere been wordt gebogen opzij gelegd. Met de romp en de armen reikt men voorwaarts op het gestrekte been, de handen ter hoogte van het onderbeen,

Nadere informatie

Waarom de meeste hardlopers klachten krijgen!

Waarom de meeste hardlopers klachten krijgen! Waarom de meeste hardlopers klachten krijgen! Waarom de meeste hardlopers klachten krijgen! In nederland hebben hebben we ongeveer 1,2 miljoen mensen die hardlopen. Hiervan komen er ongeveer 720.000 per

Nadere informatie

Zomerfit Pagina 1 van 5

Zomerfit Pagina 1 van 5 Zomerfit Pagina 1 van 5 1. Brug in ruglig met calf raises Neem plaats in ruglig met de kniëen gebogen, waarbij de voeten plat op de mat staan. Til het bekken op tot een brugpositie en ga op de tenen staan.

Nadere informatie

Core Stability - serie 1

Core Stability - serie 1 Inleiding Schaatsers zijn vaak zeer eenzijdig ontwikkeld, omdat veel trainingen die we voor het schaatsen doen, vooral gericht zijn op het verbeteren van de beenspieren. Met Core Stability train je je

Nadere informatie

Het doorbewegen bij een dwarslaesie. Paraplegie

Het doorbewegen bij een dwarslaesie. Paraplegie Het doorbewegen bij een dwarslaesie Paraplegie Inhoud Inleiding 3 Algemene opmerkingen 3 Zelfstandig doorbewegen 5 Doorbewegen door een hulppersoon 11 Colofon 20 Inleiding In deze brochure laten we de

Nadere informatie

MEDIPREVENTIECENTRUM

MEDIPREVENTIECENTRUM Instructies en oefeningen voor het gebruik van de Body-Band oefenband theraband voor Fitness-Training 1 Geachte klant, Gefeliciteerd met uw aanschaf van de Body-Band oefenband, theraband, fitnessband van

Nadere informatie

Over de arm en hand wrijven

Over de arm en hand wrijven Over de arm en hand wrijven Doel: stimuleren van aangedane hand en arm, aandacht op de arm. 1 Leg de niet-aangedane hand op de aangedane arm. Kijk naar uw arm. 2 Wrijf met hand over de arm tot aan de schouder

Nadere informatie

Fitnessbal training. Kern training / Core stability

Fitnessbal training. Kern training / Core stability Fitnessbal training Kern training / Core stability De spieren van je buik, billen en onderrug vormen de 'kern'. Deze zone is verantwoordelijk voor alle acties waarbij je draait, reikt en buigt en is het

Nadere informatie