EEN DAG MET WATER. Samenvatting
|
|
- Frank van Wijk
- 7 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 basisstof 1 EEN DAG MET WATER Je kunt aangeven dat water, afhankelijk van de situatie, op verschillende manieren kan worden aangeduid. Water zoals het in de natuur voorkomt: zout oppervlaktewater, bijv. zeeën en oceanen (meestal een 3% zoutoplossing); zoet oppervlaktewater, bijv. sloten, rivieren en meren; grondwater; hemelwater, bijv. wolken, regen, hagel en sneeuw. Water zoals mensen het gebruiken: drinkwater; koelwater (bij het opwekken van stroom in elektriciteitscentrales komt veel warmte vrij); afvalwater (is gebruikt in huishoudens en de industrie). Water is voor organismen een voedingsstof. Functies zijn o.a.: bouwstof; transportmiddel; afkoeling (zweet); afvalstoffen verwijderen (urine). Vloeistof: de moleculen bewegen gemakkelijker van hun plaats; de moleculen trekken elkaar iets minder sterk aan en zitten iets verder van elkaar af; is gemakkelijk van vorm te veranderen, maar is moeilijk samen te persen. Gas: de moleculen bewegen alle kanten op; de moleculen trekken elkaar nauwelijks aan en zitten ver van elkaar af; is gemakkelijk van vorm te veranderen, en is samen te persen. Doelstelling 4 Je kunt aangeven wat diffusie is. Diffusie is het gelijkmatig vermengen van stoffen als gevolg van het bewegen van moleculen. Bijvoorbeeld: in thee bewegen de moleculen met als resultaat dat overal in de oplossing de verhouding tussen de thee- en watermoleculen gelijk is. Je kunt aangeven wat wordt bedoeld met het begrip concentratie. Je kunt berekeningen uitvoeren aan de hand van het begrip concentratie. Concentratie: het aantal grammen opgeloste stof per 100 gram oplosmiddel (vaak water). Bijvoorbeeld: zeewater is een 3%-zoutoplossing = 3 gram per 100 gram = 30 gram per kilogram. Je kunt aangeven dat water in drie fasen kan voorkomen. Je kunt enkele kenmerken noemen van de drie fasen. Water kan voorkomen als: vaste stof: ijs; vloeistof: vloeibaar water; gas: waterdamp. Vaste stof: de moleculen trillen rondom een vaste plaats in een kristalstructuur; de moleculen trekken elkaar sterk aan en zitten dicht bij elkaar; is moeilijk van vorm te veranderen.
2 basisstof 2 WATERKRINGLOOP Je kunt de faseovergangen van water beschrijven. Faseovergangen van water. Smelten: van vast naar vloeibaar. IJs smelt bij een temperatuur van 0 C. Verdampen: van vloeibaar naar gas. Bij alle temperaturen tussen 0 C en 100 C. Bij 100 C kookt water. Stoom bestaat uit kleine druppeltjes vloeibaar water vermengd met lucht. Condenseren: van gasvormig naar vloeibaar. Stollen: van vloeibaar naar vast. Bij water ook wel: bevriezen (bij 0 C). Sublimeren: van vast naar gasvormig, bijv. een sneeuwpop die verdwijnt zonder dat er een plas water rondom ligt. Rijpen: van gasvormig naar vast. NB IJzel ontstaat als zeer koude regen direct bevriest op een voorwerp. Dit is géén rijpen. Energieveranderingen bij de faseovergangen: bij smelten, verdampen en sublimeren is warmte nodig; bij stollen, condenseren en rijpen komt warmte vrij. Tijdens faseovergangen blijft de temperatuur constant: tijdens het bevriezen en smelten van water blijft de temperatuur 0 C; tijdens het koken van water blijft de temperatuur 100 C. Je kunt een omschrijving geven van het begrip dichtheid en dit toepassen op water. Formule: massa dichtheid = volume Eenheid: g/cm 3 of kg/m 3. Dichtheid van vloeibaar water bij 4 C: 1 g/cm 3. Water zet uit als het kouder of warmer wordt dan 4 C. Dichtheid van ijs: 0,92 g/cm3. Bij bevriezing zet ijs uit. IJs blijft op water drijven. Je kunt aangeven wat vriespuntverlaging en kookpuntverhoging is. Door toevoeging van een opgeloste stof aan water veranderen het vriespunt en het kookpunt. Vriespuntverlaging: het vriespunt wordt door de opgeloste stof verlaagd, bijv. in koelvloeistof. Kookpuntverhoging: het kookpunt wordt door de opgeloste stof verhoogd. Doelstelling 4 Je kunt de begrippen waterkringloop en luchtvochtigheid uitleggen. Ook kun je berekeningen uitvoeren met betrekking tot luchtvochtigheid. Waterkringloop: water uit de zeeën en oceanen verdampt; gasvormig hemelwater condenseert tot vloeibaar water in wolken; vloeibaar water komt in de vorm van regen, hagel of sneeuw terug op de aarde; via rivieren stroomt het water terug naar zee. Mogelijke extra lange weg: water komt in de grond; water wordt opgenomen door de wortels van planten; de bladeren geven het water weer af aan de lucht door verdamping. Luchtvochtigheid: de hoeveelheid waterdamp in lucht (g/m 3 ). De maximale hoeveelheid waterdamp is in warme lucht groter dan in koudere lucht. Procentuele luchtvochtigheid: het deel van de maximale hoeveelheid waterdamp dat in de lucht aanwezig is. Bijvoorbeeld: in 1 m 3 lucht van 20 C kan maximaal 17,3 gram waterdamp zitten (procentuele luchtvochtigheid = 100%). Als er in 1 m3 lucht van 20 C 8,65 gram waterdamp zit, is de procentuele luchtvochtigheid 50%. Mist: als de lucht snel afkoelt condenseert het teveel aan waterdamp. Dauw: de waterdamp condenseert aan koude oppervlakten.
3 basisstof 2 Doelstelling 5 Je kunt aangeven hoe wolken ontstaan en hoe daaruit neerslag kan ontstaan. Ontstaan van wolken: de zon verwarmt het aardoppervlak op een bepaalde plaats; de lucht op deze plaats wordt warmer; er ontstaat een warme luchtbel met meer waterdamp temidden van koudere lucht met minder waterdamp; deze warme luchtbel stijgt op en koelt af; de waterdamp in de luchtbel condenseert tot vloeibaar water en kan zelfs bevriezen tot ijs; er is een wolk ontstaan. Ontstaan van neerslag: als de wolken snel stijgen, groeien de ijskristallen tot grotere kristallen; ze vallen dan als sneeuwvlokken omlaag; de temperatuur op de grond bepaalt of er regen of sneeuw op de grond valt; hagel bestaat uit extra grote, bevroren waterdruppels. Ontstaan van een front: vochtige koude lucht vanuit zee drijft over het land; front: de plaats waar de warmere lucht boven land en de koudere lucht uit zee elkaar raken; de warmere lucht stijgt op; door de afkoeling vindt er condensatie van waterdamp plaats en ontstaat er neerslag.
4 basisstof 3 GEEN LEVEN ZONDER WATER Je kunt het belang van water voor het leven van de mens aangeven. Water is een belangrijke bouwstof van het lichaam. Het lichaam bestaat voor ongeveer 60% uit water. Veel water zit opgeslagen in het cytoplasma van de cellen. Water is een belangrijk transportmiddel. Bloed: 1/13 deel van het lichaam (gemiddeld vijf tot zes liter). Bloed: 45% bloedcellen en 55% bloedplasma. Bloedplasma: 91% water, 7% plasma-eiwitten en 2% opgeloste stoffen (bijv. voedingsstoffen, zuurstof, koolstofdioxide en andere afvalstoffen). In de weefsels worden zuurstof en voedingsstoffen aan de cellen afgegeven en worden koolstofdioxide en andere afvalstoffen in het bloed opgenomen. Vruchtwater beschermt een ongeboren kind tegen: stoten; uitdroging; wisseling van de temperatuur. Water verlaat het lichaam: via de longen: samen met koolstofdioxide bij het uitademen; via de nieren: de overige afvalstoffen als urine; ook zit water in zweet, ontlasting, snot en tranen. Om vochtverlies aan te vullen moet je per dag minstens 1½ liter water drinken. Water zorgt voor de stevigheid van een plant: waterdruk is een kracht die wordt uitgeoefend op de celwanden; een stengel heeft waterdruk nodig om de zwaartekracht te kunnen weerstaan; een plantaardige cel heeft meestal een grote vacuole (een blaasje, gevuld met vacuolevocht); de vacuole drukt tegen de stevige celwand aan en houdt deze op spanning. Je kent uitleggen wat de wet van Archimedes inhoudt en enkele gevolgen hiervan uitleggen. Wet van Archimedes: een voorwerp in een vloeistof ondervindt van die vloeistof een opwaartse kracht die gelijk is aan het gewicht van de vloeistof die door het voorwerp verplaatst wordt. Een schip is hol en voor een groot deel gevuld met lucht. De opwaartse kracht is daardoor groter dan het gewicht van het schip. Het schip blijft daardoor drijven. Waterplanten worden overeind gehouden door de opwaartse kracht van het water. Waterplanten zijn daardoor meestal minder stevig dan landplanten. Je kunt het belang van water voor planten aangeven. Water is een transportmiddel. Een plant neemt met zijn wortels water en voedingsstoffen op uit de grond. Een klein deel van het water komt terecht in de eetbare delen van de plant. Water is een bouwstof.
5 basisstof 4 AANPASSINGEN AAN HET LEVEN IN WATER Je kunt het begrip aanpassing aan het milieu uitleggen, met name aan het milieu water. Milieu: de leefomgeving van een plant of dier. Planten en dieren bezitten aanpassingen die het mogelijk maken in een bepaald milieu te leven. Aanpassing aan het milieu water: bij planten: vooral de samenstelling van het vacuolevocht; bij dieren: vooral de samenstelling van het bloedplasma en de vloeistof in de weefsels; het gaat om de hoeveelheid water en om de hoeveelheid opgeloste stoffen, bijvoorbeeld zouten. Je kunt aan de hand van enkele voorbeelden aangeven hoe organismen zich beschermen tegen uitdroging en ervoor zorgen dat ze de juiste hoeveelheid zouten in hun lichaam hebben. Planten en dieren op het land beschermen zich tegen uitdrogen, bijvoorbeeld door: een waslaagje aan de buitenkant (landplanten); een hoornlaag op de huid (reptielen, vogels en zoogdieren); een pantser (insecten). Planten en dieren in zoet water lopen geen gevaar uit te drogen. Zeewater bevat veel zouten (3%). Water gaat van een oplossing met een laag zoutgehalte naar een oplossing met een hoog zoutgehalte. Planten en dieren in zout water dreigen veel water te verliezen. Veel planten in een zoute omgeving bevatten meer zouten dan hun omgeving. Zeekraal houdt zout vast in de wortels. De bladeren hebben een dikke waslaag en er zit water in opgeslagen. Aan het eind van de zomer heeft de plant zoveel zout in de wortels opgeslagen, dat hij doodgaat. Lamsoor scheidt actief het teveel opgenomen zout uit via de bladeren. De bladeren zijn viltig en witachtig. Stekelbaarzen en palingen leven deels in zoet water en deels in zout water. Palingen worden geboren in het zoute water van de oceaan. Jonge palingen trekken naar het zoete water van rivieren. Stekelbaarzen worden geboren in zoet water. Zij leven in het voorjaar en de zomer in sloten en in de herfst trekken ze naar zee. In zout water verliest een paling water. Daarom drinkt hij zeewater. Het teveel aan zout dat hij binnenkrijgt, scheidt hij actief uit door de kieuwen en nieren. In zoet water drinkt een paling niet, maar neemt hij actief zouten op door zijn kieuwen en scheidt hij veel verdunde urine uit. Bij stekelbaarzen gebeurt ongeveer hetzelfde. Je kunt uitleggen waardoor ademhalen in water moeilijker is dan op het land. Je kunt enkele manieren beschrijven waarop planten en dieren in het water zuurstof opnemen. In lucht zit ongeveer 25 keer zoveel zuurstof als in water. In één liter lucht zit ongeveer 0,25 gram zuurstof (zuurstofgehalte: 21%). In één liter water kan bij 20 C maximaal 0,045 gram zuurstof zitten. In werkelijkheid zit er ongeveer 0,01 gram zuurstof in. Aanpassingen van waterplanten: waterlelie: de meeste bladeren drijven op het water en de stengels zijn slap en hol; waterpest: een slappe stengel en heel dunne blaadjes onder water; blaaswier (een zeewier): met lucht gevulde blaasjes houden de bladeren drijvende. Aanpassingen van waterdieren: vissen: kieuwen (kieuwplaatjes met een dunne huid en een groot gezamenlijk oppervlak) in een kieuwholte onder de kieuwdeksels; ee n vis hapt water in en perst het water bi het sluiten van de bek langs de kieuwen naar buiten; larven van een libelle: kieuwen, als drie dunne uitsteeksels aan het achterlijf, die op en neer worden bewogen; kikkers en slakken: een dunne huid zonder hoornlaag waardoor ze zuurstof opnemen;
6 basisstof 4 poelslakken: nemen van het wateroppervlak lucht mee in hun huisje; waterkevers: nemen van het wateroppervlak een luchtbel mee onder hun dekschilden; zeehonden en walvissen: halen voor elke duik een paar keer diep adem met hun longen. Doelstelling 4 Je kunt uitleggen waardoor voortbewegen in water moeilijker is dan op het land. Je kunt enkele manieren beschrijven waarop dieren in het water zicht voortbewegen. De weerstand van water is veel groter dan de weerstand van lucht. De weerstand wordt verkleind door een gestroomlijnd lichaam: de kop, de romp en de staart gaan geleidelijk in elkaar over; uitstekende delen, zoals vinnen en poten, zijn relatief klein. Oppervlaktespanning: waterdeeltjes trekken elkaar aan en vormen een soort vliesje aan de oppervlakte. Waterslakken: schuiven ondersteboven met hun onderkant langs het wateroppervlak. Schaatsenrijders: lopen op het wateroppervlak. Doelstelling 5 Je kunt enkele manieren beschrijven waarop dieren in het water zicht voortbewegen. In water kunnen dieren leven zonder een skelet, bijv. kwallen. Door de opwaartse kracht van het water zijn ze lichter. Door de druk van het water in hun lichaam zijn ze stevig. Grote zoogdieren sterven op het land, bijv. walvissen. Door het ontbreken van de opwaartse kracht van het water, wordt het gewicht van het lichaam te groot. Doelstelling 6 Je kunt het verschil aangeven tussen voorplanting in het water en voortplanting op het land. Waterdieren planten zich voort met uitwendige bevruchting. Ze laten hun zaadcellen en eicellen in grote aantallen los in het water. De nakomelingen ontwikkelen zich in het water. Bij landdieren vindt de bevruchting inwendig plaats, in het lichaam van de moeder. Om de eieren van reptielen en vogels ontstaat een schaal. Binnen de schaal is voldoende water. De nakomelingen van zoogdieren ontwikkelen zich binnen het lichaam van de moeder. Doelstelling 7 Je kunt de levenscyclus van een kikker beschrijven. Amfibieën: een larve leeft in het water, een volwassen kikker leeft op het land en in het water. Kikkerdril: een verzameling van wel 3000 eieren. De eitjes zitten in een geleiachtig omhulsel. De larve heet kikkervisje. Een jong kikkervisje haalt adem met uitwendige kieuwen en door de huid van de staart. Een iets ouder kikkervisje haalt adem met inwendige kieuwen en door de huid van de staart. Eerst ontstaan de achterpoten, daarna de voorpoten. De staart verdwijnt. Een volwassen kikker haalt adem door longen en door de huid.
7 basisstof 5 DRIJVEN, ZINKEN EN ZWEVEN Je kunt uitleggen waardoor voorwerpen drijven, zinken of zweven. Dichtheid: de verhouding tussen de massa van een stof en het volume van die stof. De formule in woorden: massa dichtheid = volume De formule in symbolen: m = V þ is een Griekse letter, spreek uit: rho. De eenheid voor dichtheid kan bijvoorbeeld zijn: g/cm 3, kg/m 3 of g/l. 1 liter = 1000 cm 3. 1 milliliter = 1 ml = 1 cm 3. De formule voor het uitrekenen van de massa in symbolen: m = V De formule voor het uitrekenen van het volume in symbolen: V = m De dichtheid van zuiver water bij 4 C is precies gelijk aan 1 g/cm3. De dichtheid van zout water is groter dan die van zuiver water. De gemiddelde dichtheid van een voorwerp bepaalt of het voorwerp in water drijft, zinkt of zweeft: een voorwerp drijft op water: de dichtheid van het voorwerp is kleiner dan die van water; een voorwerp zinkt in water: de dichtheid van het voorwerp is groter dan die van water; een voorwerp zweeft in water: de dichtheid van het voorwerp is gelijk aan die van water. Je kunt beschrijven welke krachten een rol spelen bij het zwemmen. Je kunt voorbeelden geven van hoe mensen en dieren zwemmen. Krachten bij roeien: met spierkracht trek je de roeispannen naar je toe; met de roeispanen duw je het water naar achteren; door hun vorm ondervinden de roeispanen veel weerstand: de voortstuwende kracht; door zijn bouw ondervindt de boot weinig weerstand; de voortstuwende kracht is groter dan de weerstand die de boot ondervindt: de boot beweegt naar voren. Vissen wekken een voortstuwende kracht op door met de grote staartvin heen en weer te wrikken. Door hun stroomlijn ondervinden zij weinig weerstand van het water. Veel watervogels hebben zwemvliezen tussen de tenen in. Mensen gebruiken armen en benen om een voortstuwende kracht op te wekken. Een effectiever zwembeweging ontstaat door flippers aan de voeten. Zeeschildpadden hebben grote voorpoten. Inktvissen gebruiken een soort straalaandrijving. Door een ruime opening (de mantelspleet) stroomt water de mantelholte binnen. Door een nauwe opening (de trechter) wordt het water de mantelholte uitgeperst. Bij gevaar: trechter. Het resultaat is een zwarte wolk met inkt een eventuele vijand in verwarring brengt.
8 basisstof 5 Je kunt uitleggen wat er bij duiken gebeurt. De dichtheid van water neemt toe met de diepte. Uittrimmen: de dichtheid van een voorwerp wordt actief aangepast aan de dichtheid van het water. Duikboot: de ballasttanks kunnen water en/of lucht bevatten. Ballasttanks geheel gevuld met lucht: de duikboot drijft op het water. Ballasttanks gedeeltelijk gevuld met water en met lucht: de duikboot zweeft, als de gemiddelde dichtheid van de duikboot gelijk is aan die van het water op die diepte. Ballasttanks geheel gevuld met water: de duikboot zinkt tot op de bodem. Mensen: een trimvest kan water en/of lucht bevatten. In een duikfles zit perslucht om te ademen en om te trimmen. Het trimvest werkt op dezelfde manier als de ballasttanks van een duikboot. Vissen: kunnen zichzelf uittrimmen met behulp van een zwemblaas. Door de spieren van de wand samen te knijpen wordt het volume kleiner. Er stroomt lucht uit de zwemblaas. De gemiddelde dichtheid van de vis wordt groter dan de dichtheid van het water: de vis zinkt. Door de spieren van de wand samen te ontspannen wordt het volume groter. Er stroomt lucht in de zwemblaas. De gemiddelde dichtheid van de vis wordt kleiner dan de dichtheid van het water: de vis stijgt.
9 basisstof 6 SCHOON WATER Je kunt uitleggen hoe drinkwater gemaakt wordt. Bereiding van drinkwater uit oppervlaktewater. Water uit de rivieren wordt vaak opgeslagen in spaarbekkens. Vanuit de grote rivieren of vanuit het spaarbekken komt het water bij een waterleidingbedrijf. Het water wordt gefiltreerd: het filtraat (de vloeistof) wordt gescheiden van het residu (wat achterblijft op de filter). Hulpstoffen kunnen verontreinigingen samen laten klonteren tot vlokken, die gemakkelijk op de filters achterblijven. Via chemische processen worden opgeloste verontreinigingen er uitgehaald. De meeste bacteriën worden gedood door ultraviolette straling. Vieze geurtjes en smaken worden verwijderd door adsorptie aan actieve koolstoffilters. Het schone drinkwater wordt opgeslagen in reinwaterkelders. Bereiding van drinkwater uit grondwater. Grondwater (vooral duinwater) is vrij schoon door bacteriën die er leven en doordat de verschillende zandlagen als een soort zeef de vaste deeltjes tegenhouden. Het wordt eerst gefilterd. Er wordt lucht in het water gebracht om stoffen die uit de bodem zijn opgenomen, bijv. ijzerhoudende stoffen en bepaalde gassen, te verwijderen. Het water wordt minder zuur gemaakt om te voorkomen dat schadelijke metalen uit de waterleidingen in het water oplossen. Het schone drinkwater wordt opgeslagen in reinwaterkelders. Door het oppompen van te veel grondwater kunnen gebieden verdrogen. De kwaliteit van het ingenomen water wordt gecontroleerd met behulp van vissen. Je kunt uitleggen hoe een rioolwaterzuiveringsinstallatie werkt. Processen in een rioolwaterzuiveringsinstallatie: het water wordt gezeefd; in de voorbezinkbak zakken grove deeltjes naar de bodem; in de beluchtingsbak wordt het water door bacteriën gereinigd (vooral stoffen uit uitwerpselen); in de nabezinkbak zakken de fijnste vuildeeltjes naar de bodem (rioolslib); het rioolslib wordt gedroogd en verbrand. Zelfreinigend vermogen van het water: vervuild water kan weer schoon worden door de werking van bacteriën. Het zeewater wordt aan de kook gebracht. De waterdamp wordt gekoeld en condenseert tot water destillaat. Residu: het zout dat achterblijft. Destillatie kost veel energie. Een nieuwe techniek maakt gebruik van speciale membranen. Dit kost veel minder energie.
10 basisstof 7 DE REINIGENDE KRACHT VAN WATER Je kunt uitleggen waarom lichaamshygiëne hygiëne belangrijk is voor je gezondheid en wat de rol van zeep hierbij is. Je huid wordt vuil door zweet, talg en dode huidcellen. Talg is vettig, houdt je huid soepel en geeft je haar glans. Talg remt de bacteriegroei op je huid. Het lost niet op in water. Vieze handen kunnen ziektekiemen overbrengen naar je eten. Zeep bestaat uit: olie of vet, loog, zout, geurstoffen, kleurstoffen, waterontharders en conserveermiddelen. Loog kan gewonnen worden uit de as van verbrand hout. Zeep verandert de zuurgraad van je huid (het tast het laagje talg op je huid aan). Een neutrale zeep (met een zuurgraad die gelijk is aan die van je huid) is het beste; daarmee was je de talglaag niet weg. Je haar wordt vies van stof, uitlaatgassen en dampen; het wordt ook vettig door de talg die je hoofdhuid soepel houdt. Je verzorgt je haren goed door ze een of twee keer per week met shampoo te wassen. In alle shampoos zitten bepaalde zouten die onder invloed van (warm) water een ontvettende werking hebben. Glazuur (het beschermende laagje om de kroon) kan worden afgebroken door de zuren die door bacteriën zijn gevormd uit suiker. Je houdt je tanden en je mond schoon door te poetsen met tandpasta en koud water. Fluoride zorgt ervoor dat het glazuur beter bestand is tegen zuren. Fosfaten houden je tanden gezond en sterk. Je kunt uitleggen waarom het schoonhouden van een huis belangrijk is en hoe je hierbij verschillende schoonmaakproducten kunt gebruiken. Het schoonhouden van de woning is belangrijk voor een goede hygiëne. Het ruikt in woon- en slaapvertrekken frisser en er is minder stof en ongedierte. In de keuken, wc en badkamer wordt de kans kleiner dat ziekteverwekkers die zorgen voor besmettelijke infectieziekten, worden doorgegeven aan huisgenoten. Verschillende schoonmaakartikelen: afwasmiddelen voor het wassen van de vaat; schuurmiddelen voor het schoonmaken van het gasfornuis en het aanrecht; vloeibare zeep voor het ontvetten en reinigen van vloeren; bleekmiddelen voor het ontsmetten van de wc; combinaties van middelen die in de badkamer kalk- en zeepresten verwijderen; allesreinigers die eigenlijk voor alle bovenstaande doeleinden geschikt zijn. Een schoonmaakmiddel is een geconcentreerde zeepoplossing. Voor gebruik moet je het verdunnen met water. De dosering staat op de fles: een aantal dopjes in een aantal liters water. Voor iets dat heel erg vuil is, gebruik je een hogere dosering. Voor erg hardnekkig vuil giet je een paar druppels direct op het schoon te maken oppervlak. De zeepconcentratie is gelijk aan die in de fles. Je kunt uitleggen waarom het goed is je kleren te wassen en waarop je kunt letten bij het wassen. Redenen om je kleren te wassen: voor een goede lichaamshygiëne; je ziet er verzorgder uit. Twee etiketten: samenstellingsetiket: geeft aan van welke vezelsoort een kledingstuk is gemaakt; niet alle kledingstukken van wol en zijde kun je in de wasmachine stoppen; onderhoudsetiket: met behandelingssymbolen staat aangegeven hoe je een kledingstuk moet behandelen; maximale wastemperatuur: bij een hogere temperatuur kan het kledingstuk krimpen.
11 basisstof 7 Op de waskaart staat de uitleg van de behandelingssymbolen. wassen droogtrommel chemisch reinigen strijken bleken Sorteren: witte was scheiden van gekleurde was; dezelfde maximale wastemperatuur. Voorwasprogramma: als de was erg vuil is. Een juiste dosering van het wasmiddel is belangrijk. Te weinig wasmiddel: je kleren worden niet schoon. Te veel wasmiddel: dat is slecht voor het milieu. De dosering staat op de verpakking. De dosering van een wasmiddel is afhankelijk van de waterhardheid. Waterhardheid heeft vooral te maken met de hoeveelheid kalkzouten en met de hoeveelheid magnesiumzouten in het water. Kalk en magnesium zijn belangrijk voor de opbouw van je botten. Een veel gebruikte maat: de Duitse hardheidsgraad (D ). Gemiddelde hardheid van water: tussen de 8 D en 12 D. Zacht water: kleinere hardheid dan 8 D. Hard water: grotere hardheid dan 12 D. Kalkzeep: kalkaanslag, bijvoorbeeld in een wasmachine (kalk en zeep). Ketelsteen: kalkaanslag, bijvoorbeeld in een fluitketel (alleen kalk en geen zeep). Waterontharders binden de kalkzouten in het water. Sommige waterontharders zijn schadelijk voor het milieu. Daarom: alleen gebruiken als het nodig is. Bij de waterleidingmaatschappij kun je navragen wat de hardheid van het water in jouw woonplaats is. Doelstelling 4 Je kunt de werking van een wasmiddel beschrijven. Soorten wasmiddelen: voor het wassen bij een bepaalde temperatuur (temperatuurafhankelijk); poedervormig, vloeibaar of samengeperst in een wastablet. Vijf stappen van het wasproces: de wasactieve stoffen dringen tot in de textielvezels van een kledingsstuk door; de wasactieve stoffen vormen een laagje om de vuildeeltjes heen; de vuildeeltjes worden losgemaakt doordat in de wasmachine de kleren langs elkaar en langs de wastrommel worden gewreven; de wasactieve stof ervoor zorgt dat het vuil opgelost blijft in het water; de wasactieve stof en het vuil worden bij het uitspoelen door de afvoer weggevoerd. Doelstelling 5 Je kunt aangeven op welke manieren een katoenen T-shirt bijdraagt aan de vervuiling van het water. Bij de teelt van katoen worden bestrijdingsmiddelen gebruikt die in het water terecht kunnen komen. Katoenen stoffen worden vaak gebleekt en geverfd. De bleekmiddelen en verfstoffen kunnen in het water komen. Door het wassen van een T-shirt kunnen wasmiddelen en verfstoffen in het water komen. Als je een T-shirt weggooit kunnen verfresten in het water komen.
Allemaal water Oppervlakte water: Water in sloten, rivieren, meren, zeeën en oceanen.
Module 5: Basisstof 1: Een dag met water Allemaal water Oppervlakte water: Water in sloten, rivieren, meren, zeeën en oceanen. Grondwater: water diep in de grond. Zoet: Oppervlakte water zoet. Zout: Oppervlakte
Nadere informatieWATER. station 1. com. N Werkblad
WATER station 1 Je hebt nodig: een emmer gevuld met water en de verschillende materialen uit de lijst. Leg de voorwerpen individueel in het water en controleer of ze aan het oppervlak drijven of onder
Nadere informatieNaam: WATER. pagina 1 van 8
Naam: WATER Geen leven zonder water Zonder water kun je niet leven. Als je niet genoeg drinkt, krijgt je dorst. Als je dorst hebt, heeft je lichaam water tekort. Je raakt dit water vooral kwijt door te
Nadere informatieEilandkrant 1.3 Dorst
WATER EN ONS LICHAAM Waar water is, is leven en zonder water kunnen mensen, dieren en planten niet overleven. Alle levende wezens zitten boordevol water. Doorheen de dag verliezen we veel vocht uit ons
Nadere informatieEen schoonheidsspecialist houdt zich bezig met het verfraaien en het verzorgen van het uiterlijk.
Samenvatting door een scholier 1125 woorden 25 januari 2005 6,3 98 keer beoordeeld Vak Scheikunde Hoofdstuk 4; Schoonmaken; 4.1 a; Vuil Reinigende cosmetica; om jezelf schoon te maken Versierende cosmetica;
Nadere informatieWater is een heel bekend begrip. De bekende molecuul formule voor water is uiteraard H2O, de stof heeft
Werkstuk door een scholier 996 woorden 14 mei 2003 5 152 keer beoordeeld Vak Scheikunde Inhoudsopgave Wat is waterstof? Wat is water? Wat is filtreren? Wat is destilleren? Drie fasen van water. Wat is
Nadere informatieinhoud blz. 1. Water is niet gewoon 2. Water, ijs en wolken 3. Een kring 4. Drinken 5. Water in de zee 6. Olie en water 7. Vuil water wordt schoon
Water inhoud blz. 1. Water is niet gewoon 3 2. Water, ijs en wolken 4 3. Een kring 6 4. Drinken 7 5. Water in de zee 9 6. Olie en water 10 7. Vuil water wordt schoon 11 8. Wassen 13 9. Filmpjes 14 Pluskaarten
Nadere informatieWater kan ook veranderen is waterdamp. Het wordt dan een gas. Maar heter als 100 graden kan water niet worden. Dit is het kookpunt van water.
Water Zonder water kun niet Zonder water kun je niet leven. Als je niet genoeg drinkt, krijgt je dorst. Als je dorst hebt, heeft je lichaam water tekort. Je raakt dit water vooral kwijt door te plassen
Nadere informatieOok het lichaam van de schaatsenrijder heeft zo n waterafstotend waslaagje.
Startmoment: Observatie van het leven in de vijver en op het wateroppervlak. Vaststelling: Sommige diertjes kunnen op het water lopen en wij niet. Probleemstelling: Hoe kan dit ligt het aan de diertjes
Nadere informatieSamenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk en
Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 1.1 1.2 en 4.1 4.2 Samenvatting door een scholier 1402 woorden 5 december 2017 7 21 keer beoordeeld Vak Methode Aardrijkskunde Humboldt Aardrijkskunde toetsweek 1
Nadere informatieThema 2 Materiaal uit de natuur
Naut samenvatting groep 6 Mijn Malmberg Thema 2 Materiaal uit de natuur Samenvatting Drie maal water Water kan veranderen van ijs in waterdamp. En waterdamp en ijs kunnen weer veranderen in water. Water
Nadere informatieSamenvatting NaSk Hoofdstuk 6: Stoffen en Moleculen
Samenvatting NaSk Hoofdstuk 6: Stoffen en Mol Samenvatting door een scholier 1296 woorden 9 november 2017 7,6 34 keer beoordeeld Vak Methode NaSk Natuur/scheikunde overal Paragraaf 6.1: stoffen herkennen
Nadere informatieUitwerkingen Basischemie hoofdstuk 1
Uitwerkingen Basischemie hoofdstuk 1 Opgave 1.1 Opgave 1.2 Opgave 1.3 Opgave 1.4 Stofeigenschappen en zintuigen Noem 4 stofeigenschappen die je met je zintuigen kunt waarnemen? Fysische constanten a. Methaan
Nadere informatieSamenvatting Scheikunde Hoofdstuk 2
Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 2 Samenvatting door S. 580 woorden 27 januari 2014 5,5 3 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Chemie overal Samenvatting Rep Hfst. 2 Water is bijzonder, dat komt door
Nadere informatieDe massadichtheid, dichtheid of soortelijke massa van een stof is de massa die aanwezig is in een bepaald
Hieronder wordt uitgelegd wat massadichtheid betekent. De massadichtheid, dichtheid of soortelijke massa van een stof is de massa die aanwezig is in een bepaald volume. De massadichtheid is dus bijvoorbeeld
Nadere informatiemens & natuur module 5 water je leeft met water handboek vmbo-bk
mens & natuur module 5 water je leeft met water handboek vmbo-bk MENS & NATUUR handboek vmbo-bk MODULE 5 WATER JE LEEFT MET WATER Auteurs en Eindredactie Florina Blokland Geert Loonen Peter van Hoeflaken
Nadere informatieWater en drinkwater (waterhardheid en ontkalken)
Water en drinkwater (waterhardheid en ontkalken) Ik vertel jullie in mijn spreekbeurt meer over water en drinkwater. Eerst vertel ik wat water is, waarom water het allerbelangrijkste is voor leven, en
Nadere informatieH7 werken met stoffen
H7 werken met stoffen Stofeigenschappen Faseovergangen Veilig werken met stoffen Chemische reacties Stoffen Zuivere stoffen mengsels legeringen één soort moleculen opgebouwd uit een aantal verschillende
Nadere informatieSamenvatting Chemie Overal 3 havo
Samenvatting Chemie Overal 3 havo Hoofdstuk 2: Water 2.1 Watervoorziening Hoeveelheid water De totale hoeveelheid water op aarde wordt geschat op 1,4 miljard kubieke kilometer (14 met twintig nullen liter!).
Nadere informatieFasen: de die toestanden waarin je water (en veel andere stoffen) kunt tegenkomen.
Samenvatting door een scholier 873 woorden 2 maart 2016 7,6 37 keer beoordeeld Vak Methode NaSk Nova Hoofdstuk 3 1. fasen en fase-overgangen Water komt voor als: - vaste stof (ijs) - vloeistof (vloeibaar
Nadere informatieWater? Hoezo water? Water! Hoezo water? Donderdag 24 mei 2018 WILDLANDS Adventure Zoo Emmen
Hoezo water? Disclosure Relatie Organisatie Financiële bijdrage : Geen Raden van Advies : Geen Overige : Geen 2 Inhoud Water? Algemene eigenschappen Chemische eigenschappen Fysische eigenschappen Water?
Nadere informatieNaam:_ KIKKERS. pagina 1 van 6
Naam:_ KIKKERS _ De kikker is een amfibie. Er zijn veel soorten kikkers op de wereld. In Nederland zie je de bruine en de groene kikker het meest. De groene kikkers zijn graag veel in het water, de bruine
Nadere informatieSamenvatting NaSk Hoofdstuk 3 en 4
Samenvatting NaSk Hoofdstuk 3 en 4 Samenvatting door een scholier 1712 woorden 7 februari 2012 5,3 38 keer beoordeeld Vak Methode NaSk Nova 1 Kristalstructuur is een vorm die een vaste stof heft zoals:
Nadere informatieSamenvatting Chemie Overal 3 vwo. Hoofdstuk 2: Water. 2.1 Watervoorziening
Samenvatting Chemie Overal 3 vwo Hoofdstuk 2: Water 2.1 Watervoorziening Hoeveelheid water De totale hoeveelheid water op aarde wordt geschat op 1,4 miljard kubieke kilometer (14 met twintig nullen liter!).
Nadere informatieVan de regen in de drup
Doelen Kerndoel 43: De leerlingen leren hoe je weer en klimaat kunt beschrijven met behulp van temperatuur, neerslag en wind. De leerlingen leren de waterkringloop. Kerndoel 47: De leerlingen leren de
Nadere informatieProductinformatie: Water. Waar gaat deze kaart over? Waar gebruik je water voor in de keuken? Wat wordt er van jou verwacht? Geen leven zonder water
Waar gaat deze kaart over? In de keuken (en de bakkerij) gebruiken we water met verschillende redenen. Deze kaart gaat over verschillende soorten water. We vertellen je ook waar je water in de keuken voor
Nadere informatie8.1. Antwoorden door een scholier 1081 woorden 3 maart keer beoordeeld. Scheikunde 2.1 AFVAL
Antwoorden door een scholier 1081 woorden 3 maart 2005 8.1 128 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Pulsar chemie 2.1 AFVAL 1. a. metaal, papier, plastic, hout b. GFT en papierbak 2. bron 1 3. a. het
Nadere informatieinhoud 1. Inleiding 2. Water is een wonder. 3. De kringloop van het water 4. Zoet, zout of brak 5. Drinkwater 6. Liter na liter
Water inhoud 1. Inleiding 3 2. Water is een wonder. 4 3. De kringloop van het water 5 4. Zoet, zout of brak 6 5. Drinkwater 7 6. Liter na liter 9 7. Water in de wereld 10 8. Zuinig met water 11 9. Water
Nadere informatieInleiding. Afvalwater. Afvalwaterzuivering
Inleiding Je poetst je tanden en spoelt je mond. Hup, doorspoelen! Vieze handen? Flink wat zeep en de kraan open: hup, ook maar doorspoelen! Elke dag spoel jij vele liters schoon drinkwater door de wastafel,
Nadere informatieWoordenschat Taal Actief groep 4 Thema 8 Les 1
Woordenschat Taal Actief groep 4 Thema 8 Les 1 branden Iets dat door vuur kapot en op gaat. de brandweer Een plek waar mensen werken die branden blussen. Ze dragen dikke pakken en rijden in rode brandweerauto
Nadere informatieSamenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 3
Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 3 Samenvatting door een scholier 2821 woorden 5 februari 2011 6,3 57 keer beoordeeld Vak Methode Natuurkunde Nova Samenvatting hoofdstuk 3 1 t/m 5 + 7 1 - Water komt
Nadere informatieinh oud 1. Leven onder water 3 2. Dieren en planten 3. Vissen 4. Kwallen 5. Zoogdieren 6. Schaaldieren 7. Stekelhuidigen 8. Zeewier 9.
Leven onder water inhoud 1. Leven onder water 3 2. Dieren en planten 4 3. Vissen 5 4. Kwallen 7 5. Zoogdieren 8 6. Schaaldieren 9 7. Stekelhuidigen 10 8. Zeewier 11 9. Weekdieren 12 10. Filmpje 13 Pluskaarten
Nadere informatieTheorievragen. Oplosbaarheid en temperatuur. Drinkwaterzuivering
1 De waterzuivering Theorievragen Paragraaf 1 Etra 1 Paragraaf 2 Etra 2 Paragraaf 3 Etra 3 Paragraaf 4 Etra 4 514062_01.indd 5 Water Oplosbaarheid en temperatuur Scheidingsmethoden Etraheren Drinkwaterzuivering
Nadere informatieDE BLAUWE AARDE. College 1 Water als leven brengend molecuul
DE BLAUWE AARDE College 1 Water als leven brengend molecuul BLAUWE AARDE Uw docent Kees Boele PROGRAMMA 1. Water als leven brengend molecuul 2. Leven in zee 3. Leven in sloot en plas 4. Water in een rugzak,
Nadere informatie5.7. Boekverslag door S woorden 26 oktober keer beoordeeld. Scheikunde
Boekverslag door S. 1928 woorden 26 oktober 2009 5.7 45 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Nova Scheikunde H1: 1.1 OUDE MATERIALEN: Natuurlijke materialen: materialen die je in de omgeving/ in de natuur
Nadere informatieH4 weer totaal.notebook. December 13, 2013. dec 4 20:10. dec 12 10:50. dec 12 11:03. dec 15 15:01. Luchtdruk. Het Weer (hoofdstuk 4)
Het Weer (hoofdstuk 4) Luchtdruk Om te begrijpen wat voor weer het is en ook wat voor weer er komt zijn een paar dingen belangrijk Luchtdruk windsnelheid en windrichting temperatuur luchtvochtigheid dec
Nadere informatieIn de ecologie bestudeert men de relatie tussen de organismen en het milieu waar ze voorkomen.
Samenvatting Thema 3: Ecologie Basisstof 1 In de ecologie bestudeert men de relatie tussen de organismen en het milieu waar ze voorkomen. Waarom leeft het ene dier hier en het andere dier daar? Alle organismen
Nadere informatieSamenvatting NaSk H3 water en lucht + H4 warmte
Samenvatting NaSk H3 war en lucht + H4 warm Samenvatting door een scholier 1059 woorden 30 mei 2017 9,6 2 keer beoordeeld Vak NaSk H3 war en lucht + H4 warm H3 1. Fasen en faseovergangen De faseovergangen
Nadere informatieAantekeningen Hoofdstuk 2: Planten, dieren, mensen BBL. 2.1 Namen 1 Hoe komen planten en dieren aan hun naam? De naam van een plant of een dier kan: *
Aantekeningen Hoofdstuk 2: Planten, dieren, mensen BBL 2.1 Namen 1 Hoe komen planten en dieren aan hun naam? De naam van een plant of een dier kan: * * * 2 Hoe kun je de naam van een organisme opzoeken?
Nadere informatieSamenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 + 2
Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 + 2 Samenvatting door K. 1077 woorden 22 maart 2016 6,1 9 keer beoordeeld Vak Scheikunde Impact 3 vwo Scheikunde hoofdstuk 1 + 2 Paragraaf 1: Stoffen bijv. Glas en hout,
Nadere informatieEindexamen vmbo gl/tl nask2 2011 - I
Beoordelingsmodel Aan het juiste antwoord op een meerkeuzevraag wordt één scorepunt toegekend. Chemische geesten 1 B 2 maximumscore 1 zoutzuur Wanneer het antwoord 'waterstofchloride-oplossing' is gegeven,
Nadere informatieOpgave 1 Een ideaal gas is een gas waarvan de moleculen elkaar niet aantrekken en bovendien als puntmassa s opgevat kunnen worden.
Uitwerkingen Een ideaal gas is een gas waarvan de moleculen elkaar niet aantrekken en bovendien als puntmassa s opgevat kunnen worden. Opmerking: in een ideaal gas hebben de moleculen wel een massa. Alleen
Nadere informatie1. Biotische factoren (zijn afkomstig van andere organismen) - voedsel - soortgenoten - ziekteverwekkers - vijanden
Ecologie De wetenschap die bestudeert waarom bepaalde planten en dieren ergens in een bepaalde leefomgeving (milieu) voorkomen en wat de relaties zijn tussen organisme en hun milieu 1. Biotische factoren
Nadere informatiebasisstof 1 gaswisseling bij dieren om te onthouden
1 gaswisseling bij dieren Ademhaling: opnemen van zuurstof en afgeven van koolstofdioxide. Een ander woord voor ademhaling is gaswisseling. Zuurstof is nodig voor de verbranding. Koolstofdioxide komt bij
Nadere informatieEen glas water uit de ijskast en met ijsklontjes wordt op tafel gezet. De buitenkant wordt nat. Waarom?
Docentversie (24/05/2012) Natte Glazen Benodigdheden -glazen -ijsklontjes -koud water in kan of thermos of plastic flessen -maatbeker -weegschaal Een glas water uit de ijskast en met ijsklontjes wordt
Nadere informatieProef door J woorden 29 oktober keer beoordeeld. Scheikunde. Voor afbeeldingen en verdere uitleg zie bijgevoegde bijlage!
Proef door J. 2696 woorden 29 oktober 2014 5 22 keer beoordeeld Vak Scheikunde Voor afbeeldingen en verdere uitleg zie bijgevoegde bijlage! Inleiding Dit verslag gaat over ons water project. Wij hebben
Nadere informatieWater. -voetafdruk van dit drukwerk is berekend met ClimateCalc en gecompenseerd bij: treesforall.nl. De CO 2
Water De CO 2 -voetafdruk van dit drukwerk is berekend met ClimateCalc en gecompenseerd bij: treesforall.nl www.climatecalc.eu Cert. no. CC-000057/NL Water WEGWIJZER Deze module bestaat uit drie hoofdstukken.
Nadere informatie7.1 Het deeltjesmodel
Samenvatting door Mira 1711 woorden 24 juni 2017 10 3 keer beoordeeld Vak NaSk 7.1 Het deeltjesmodel Een model van een stof Elke stof heeft zijn eigen soort moleculen. Aangezien je niet kunt zien hoe een
Nadere informatieWerkblad slootdiertjes
Werkblad slootdiertjes Hoe groot is het dier? Hoeveel poten heeft het dier? Hoe ziet de achterkant van het dier eruit? Zit er bij de kop rode franje? Heeft het dier een schelp? Hoe heet het dier? 0, 4,
Nadere informatieONDERZOEK NAAR DE WATERKWALITEIT
ONDERZOEK NAAR DE WATERKWALITEIT Naam: Klas: Datum: 1 Situering van het biotoop Plaats: Type water: vijver / meer / ven / moeras/ rivier / kanaal / poel / beek / sloot / bron Omgeving: woonkern / landbouwgebied
Nadere informatiein de s sloten & plassen
tad in de s sloten & plassen 2 De kringloop van het water Ü Een regendruppel vertelt: 3 Sloten De Bourgoyen-Ossemeersen zijn een meersengebied met vele sloten. Deze werden lang geleden gegraven om het
Nadere informatieb Dikke shampoo komt moeilijk uit het flesje en verspreidt zich niet goed in je haar.
2 Voor de spiegel Activiteiten 2A 1 a Als het zout oplost, verdwijnt de vaste stof en ontstaat een (heldere) oplossing. b Dikke shampoo komt moeilijk uit het flesje en verspreidt zich niet goed in je haar.
Nadere informatieligt. Druppelen: als ergens druppels vanaf vallen. Je haar druppelt bijvoorbeeld als je net uit het zwembad komt. Gieten: heel hard regenen.
Woordenschat blok 8 gr 4 Les:1 De regendruppel: een bolletje water dat uit de lucht naar beneden valt. Drassig: een grasveld is drassig als het erg nat wordt, waardoor het modderig wordt. Droog: als ergens
Nadere informatie6. Luchtvochtigheid. rol bij het A g g r e g a t i e t o e s t a n d e n v a n w a t e r. 6.1 inleiding. 6.2 Aggregatietoestanden
6. Luchtvochtigheid 6.1 inleiding Vocht heeft een grote invloed op het weer zoals wij dat ervaren. Zaken als zicht, luchtvochtigheid, bewolking en neerslag worden er direct door bepaald. Afkoeling kan
Nadere informatieLeren voor de biologietoets. Groep 8 Hoofdstuk 5
Leren voor de biologietoets Groep 8 Hoofdstuk 5 Weer of geen weer 1 Het weerbericht Het weer kan in Nederland elke dag anders zijn. Daarom luisteren en kijken wij vaak naar weerberichten op de radio en
Nadere informatieWaterkringloop vmbo-kgt34. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie. https://maken.wikiwijs.nl/82660
Auteur VO-content Laatst gewijzigd 16 november 2016 Licentie CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie Webadres https://maken.wikiwijs.nl/82660 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs
Nadere informatieBasisscheikunde voor het hbo ISBN e druk Uitgeverij Syntax media Hoofdstuk 1 Stoffen bladzijde 1
Hoofdstuk 1 Stoffen bladzijde 1 Opgave 1 Hoe groot zijn de smelt- en kookpunten van onderstaande stoffen (zoek op)? smeltpunt kookpunt (sublimatiepunt) a 195 K (-78 O C); 240 K (-33 O C) b 159 K (-114
Nadere informatieDieren ademen hv12. banner. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie. https://maken.wikiwijs.nl/62522
banner Auteur Laatst gewijzigd Licentie Webadres VO-content 14 juni 2017 CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie https://maken.wikiwijs.nl/62522 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs van
Nadere informatieSamenvattingen. Samenvatting Thema 1: Stofwisseling. Basisstof 1. Organische stoffen:
Samenvatting Thema 1: Stofwisseling Basisstof 1 Organische stoffen: - Komen af van organismen of zitten in producten van organismen - Bevatten veel energie (verbranding) - Voorbeelden: koolhydraten, vetten,
Nadere informatieNatuurscheikunde H1 Par1 nieuwe stoffen nieuwe materialen
Samenvatting door een scholier 1368 woorden 3 november 2004 6 217 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Nova Natuurscheikunde H1 Par1 nieuwe stoffen nieuwe materialen Natuurlijke materialen: Hout (bak)steen
Nadere informatieOrdening. Planten Dieren Bacteriën Schimmels
Ordening Planten Dieren Bacteriën Schimmels Indeling plantenrijk Indeling dierenrijk Planten Kenmerken plantencellen: celwanden celkernen bladgroenkorrels Wieren Sporenplanten Zaadplanten Wieren / Algen
Nadere informatieSPREEKBEURT SLUIERSTAARTGOUDVIS
l a n d e l i j k i n f o r m a t i e c e n t r u m g e z e l s c h a p s d i e r e n SPREEKBEURT SLUIERSTAARTGOUDVIS VISSEN OVER HOUDEN VAN HUISDIEREN WE HEBBEN DE BELANGRIJKSTE INFORMATIE OVER DE SLUIERSTAARTGOUDVIS
Nadere informatieLoop naar bordje 5 bij de bijenhal
16 17 Loop naar bordje 5 bij de bijenhal Blauwe planeet De aarde wordt ook wel eens de blauwe planeet genoemd. Dat is omdat het aardoppervlak maar voor 29% uit land bestaat, de rest is water. Genoeg water
Nadere informatieFYSICA DM THEORIE SAMENVATTING
FYSICA DM THEORIE SAMENVATTING Elementen - Elementen kunnen op 3 manieren voorkomen: - Vast - Vloeibaar - Gasvormig Water & Warmte - Warmte overdracht op 3 manieren - Geleiding direct contact / toepassing
Nadere informatieChemisch wateronderzoek 1. klimaatstad. water leeft 2. Abio. klimaatstad
Chemisch wateronderzoek 1 water leeft 2 Abio Chemisch wateronderzoek 2 Chemisch wateronderzoek 3 WATER LEEFT Chemisch wateronderzoek Een goede waterkwaliteit is van groot belang voor het leven van waterdieren
Nadere informatieHerfstwerkboekje van
Herfstwerkboekje van Herfst werkboekje groep 5 1 De bladeren aan de bomen worden bruin en rood en vallen naar beneden, het is weer herfst! September wordt herfstmaand genoemd, dit omdat op 22 september
Nadere informatieWATER. Een waterwandeling door Natuurtuin t Loo voor kinderen van groep 6 t/m 8.
2 WATER Een waterwandeling door Natuurtuin t Loo voor kinderen van groep 6 t/m 8. 3 4 Een tocht over het Dreuzelpad door Natuurtuin t Loo voor kinderen van groep 6 t/m 8, met als thema: WATER. Lees deze
Nadere informatieWaterkringloop hv123. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.
Auteur VO-content Laatst gewijzigd Licentie Webadres 16 December 2016 CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie http://maken.wikiwijs.nl/52481 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs Maken
Nadere informatieHoofdstuk 1. Scheikunde is overal. J.A.W. Faes (2019)
Hoofdstuk 1 Scheikunde is overal J.A.W. Faes (2019) Hoofdstuk 1 Scheikunde is overal Paragrafen 1.1 Stofeigenschappen 1.2 Veiligheid 1.3 Faseveranderingen Practica Experiment 1 Hoe werkt de gasbrander?
Nadere informatiel a n d e l i j k i n f o r m a t i e c e n t r u m g e z e l s c h a p s d i e r e n SPREEKBEURT AXOLOTL AMFIBIEËN OVER HOUDEN VAN HUISDIEREN
l a n d e l i j k i n f o r m a t i e c e n t r u m g e z e l s c h a p s d i e r e n SPREEKBEURT AXOLOTL AMFIBIEËN OVER HOUDEN VAN HUISDIEREN WE HEBBEN DE BELANGRIJKSTE INFORMATIE OVER DE AXOLOTL BIJ
Nadere informatieEen persoon raakt opgewonden en begint te hyperventileren. Om de hyperventilatie te stoppen, pakt hij een plastic zak.
Examentrainer Vragen Hyperventilatie Het overmatig snel verversen van de lucht in de longen wordt hyperventilatie genoemd. Door bewust of onbewust snel in en uit te ademen, daalt de concentratie van CO
Nadere informatie1 Warmteleer. 3 Om m kg water T 0 C op te warmen heb je m T 4180 J nodig. 4180 4 Het symbool staat voor verandering.
1 Warmteleer. 1 De soortelijke warmte is de warmte die je moet toevoeren om 1 kg van een stof 1 0 C op te warmen. Deze warmte moet je ook weer afvoeren om 1 kg van die stof 1 0 C af te koelen. 2 Om 2 kg
Nadere informatieLEERLINGENBLAD VAN:... NAAR DE HAAIEN! DOE-HET-ZELF LES BASISONDERWIJS GROEP 7 & 8 EEN WERELD VOL WATER
LEERLINGENBLAD VAN:...... DOE-HET-ZELF LES BASISONDERWIJS GROEP 7 & 8 EEN WERELD VOL WATER 2 EEN WERELD VOL WATER Als je vanuit de ruimte naar de aarde kijkt zie je heel veel blauw. Dat komt omdat onze
Nadere informatieThema 3 Voeding en je lichaam
Naut samenvatting groep 7 Mijn Malmberg Thema 3 Voeding en je lichaam Samenvatting Voeding en je lichaam Je lichaam heeft voedingsstoffen nodig. Die zitten in ons eten en drinken. Voedsel en vocht zijn
Nadere informatieCellen aan de basis.
Cellen aan de basis. Cellen aan de basis In het thema cellen aan de basis vinden we twee belangrijke thema s uit biologie voor jou terug. 1. Organen en cellen (thema 1 leerjaar 3) 2. Stofwisseling (thema
Nadere informatieHoeveel percent water zit in het bloed van de mens? Het lichaam van de mens bevat veel water. Hoeveel percent water is dat?
Hoeveel percent water zit in het bloed van de mens? a) 50 % b) 70% c) 90% antwoord c is juist d) 99% Het lichaam van de mens bevat veel water. Hoeveel percent water is dat? a) 30% b) 60% antwoord b is
Nadere informatieSamenvatting Thema 5 Planten Brugklas Nectar
Samenvatting Thema 5 Planten Brugklas Nectar 5.1 4 organen van de plant: Wortels o Opnemen water met voedingsstoffen (mineralen) o Stevigheid o Opslag van reservestoffen Stengel o o Transport van water
Nadere informatieOpgave 2 Het volume van een voorwerp geeft aan hoeveel ruimte dit voorwerp inneemt.
Uitwerkingen 1 Opgave 1 De massa van een voorwerp geeft aan hoe zwaar dit voorwerp is. Opgave 2 Het volume van een voorwerp geeft aan hoeveel ruimte dit voorwerp inneemt. Opgave De dichtheid van een stof
Nadere informatieSamenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 Scheikunde 3 havo
Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 Scheikunde 3 havo Samenvatting door een scholier 1366 woorden 12 november 2012 6,2 17 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Chemie overal 1.1 Bij scheikunde hou je
Nadere informatieAntwoorden Biologie Deel 2: 10.1 en 10.2
Antwoorden Biologie Deel 2: 10.1 en 10.2 Antwoorden door een scholier 1826 woorden 13 maart 2011 7,2 46 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Nectar 10 Dieren en planten 10.1 Eten 10.1 Paragraaf 2 a planteneters
Nadere informatieSamenvatting Biologie Hoofdstuk 1
Samenvatting door een scholier 1499 woorden 22 december 2004 6,4 120 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Samenvatting Biologie Hoofdstuk 1 Organismen zijn: planten, dieren en mensen
Nadere informatieHet milieu is rechtstreeks verantwoordelijk voor onze gezondheid (zuivere lucht, zuiver water zijn nodig om te overleven.)
Samenvatting door een scholier 988 woorden 20 mei 2015 0 keer beoordeeld Vak Biologie Welke soorten verontreiniging van het milieu kennen we? Lucht verontreiniging Water verontreiniging Bodem verontreiniging
Nadere informatie1 Wij maken veelvuldig gebruik van water. Geef telkens 3 voorbeelden: Voorbeeld 1 Voorbeeld 2 Voorbeeld 3. zwemmen douchen sauna. wassen poetsen koken
Antwoorden bij hoofdstuk 1 kringlopen 1 Wij maken veelvuldig gebruik van water. Geef telkens 3 voorbeelden: Voorbeeld 1 Voorbeeld 2 Voorbeeld 3 om ons te ontspannen voor het huishouden zwemmen douchen
Nadere informatieReflectiekaart. Vooraf: Wat moeten ze kunnen: Wat moeten ze kennen: Omschrijf wat kinderen volgens jou moeten kennen en kunnen
Reflectiekaart 3.2.3.09 Dieren uit de hele wereld met elkaar vergelijken en classificeren: ongewervelde dieren (insecten) / gewervelde dieren(vissen, amfibieën, reptielen, vogels, zoogdieren). Omschrijf
Nadere informatie7.9. Werkstuk door een scholier 1925 woorden 8 september keer beoordeeld
Werkstuk door een scholier 1925 woorden 8 september 2010 7.9 13 keer beoordeeld Vak ANW Water Drinkwater Drinkwater ( H2O ) is nodig voor het in leven houden van de mensen. Zonder water/ drinkwater krijgen
Nadere informatie1 Stoffen worden omgezet. Stofwisseling is het vormen van nieuwe stoffen en het vrijmaken van energie. Kortom alle processen in organismen.
THEMA 1 1 Stoffen worden omgezet 2 Fotosynthese 3 Glucose als grondstof 4 Verbranding 5 Fotosynthese en verbranding 1 Stoffen worden omgezet. Stofwisseling is het vormen van nieuwe stoffen en het vrijmaken
Nadere informatieHet begin van de winter
WINTER 21 december WINTER 2 Het begin van de winter Vanaf 21 juni worden de dagen weer langzaam korter. De zomer duurt tot 22 of 23 september. Dan zijn de dag en de nacht overal even lang. Met andere woorden:
Nadere informatieNaam: Klas: Versie A REPETITIE GASSEN EN DAMPEN 3 VWO
Naam: Klas: Versie A REPETITIE GASSEN EN DAMPEN 3 VWO Bij deze toets hoort een blad met enige gegevens van stoffen. OPGAVE 1 Twee Maagdenburger halve bollen zijn tegen elkaar gezet en de lucht tussen de
Nadere informatieInhoud inhoud blz. 1. Alles over ijs 2. Het water bevriest 3. IJspegels en ijsbloemen 4. Neerslag 5, Kunstijs 6. De polen 7.
IJs Inhoud inhoud blz. 1. Alles over ijs 3 2. Het water bevriest 4 3. IJspegels en ijsbloemen 5 4. Neerslag 6 5, Kunstijs 7 6. De polen 8 7. De gletsjer 9 8. De ijsberg 10 9. Sporten op ijs 11 10. IJsweetjes
Nadere informatieSamenvatting Scheikunde Scheikunde Chemie overal H1 3 vwo
Samenvatting Scheikunde Scheikunde Chemie overal H1 3 vwo Samenvatting door een scholier 1193 woorden 30 oktober 2012 5,8 23 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Chemie overal Samenvatting Scheikunde
Nadere informatieHoofdstuk 3: Water, zuren en basen
Hoofdstuk 3: Water, zuren en basen NaSk II Vmbo 2011/2012 www.lyceo.nl Hoofdstuk 3: Water, zuren en basen NaSk II 1. Bouw van materie 2. Verbranding 3. Water, zuren en basen 4. Basis chemie voor beroep
Nadere informatieVragen bij de activiteiten A 1 a Als het zout oplost, verdwijnt de vaste stof en ontstaat een heldere oplossing.
Antwoorden door een scholier 1883 woorden 17 juni 2010 7,5 27 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Pulsar chemie 2 Voor de spiegel Vragen bij de activiteiten A 1 a Als het zout oplost, verdwijnt de vaste
Nadere informatieInhoud 1. De zee is groot 2. Zonder zee geen leven 3. Golven 4. De zee is zout 5. De zee en rivieren 6. De kleur van de zee
De zee Inhoud. 1. De zee is groot 3 2. Zonder zee geen leven 4 3. Golven 5 4. De zee is zout 6 5. De zee en rivieren 7 6. De kleur van de zee 8 7. De kust en de branding 9 8. Sporten op zee 10 9. Werken
Nadere informatieAQUAPAS. Mijn gids voor de watervoetafdruk
AQUAPAS www.aquapath-project.eu Mijn gids voor de watervoetafdruk Dit project is gefinancierd met steun van de Europese Commissie. Deze publicatie geeft alleen de visie van de auteur weer en de Commissie
Nadere informatieBiologie ( havo vwo )
Tussendoelen Biologie ( havo vwo ) Biologie havo/vwo = Basis Biologische eenheid Levenskenmerk Uitleggen hoe bouw en werking van onderdelen van een organisme bijdragen aan de functies voeding, verdediging
Nadere informatieWeg met dat vieze water! Alles wat je moet weten over afvalwater
Weg met dat vieze water! Alles wat je moet weten over afvalwater Nederland is een land van water. Met veel beken, sloten en rivieren. Het water dat door deze beken, sloten en rivieren stroomt noemen we
Nadere informatieproject 107 Educatief programma voor de groepen 7 en 8 van het basisonderwijs 21 september t/m 11 december 2015
project 107 Educatief programma voor de groepen 7 en 8 van het basisonderwijs 21 september t/m 11 december 2015 Projectvoorbereidende werkgroep Mevr. G.W.H. Boland-Kolenbrander namens Natuurvereniging
Nadere informatieInformatie: zoetwaterdiertjes
Informatie: zoetwaterdiertjes In het zoete water wonen heel veel diertjes. Ze zien er best schattig uit, maar pas op! Leven in een sloot is heerl gevaarlijk. Kijk maar eens naar dit diertje. Het is de
Nadere informatieMultifunctioneel Milieuvriendelijk Zachtvoorhetlichaam Goedvooruwportemonnee Ruimtebesparend NUOOKINNEDERLANDVOORDELIGVERKRIJGBAAR
Multifunctioneel Milieuvriendelijk Zachtvoorhetlichaam Goedvooruwportemonnee Ruimtebesparend NUOOKINNEDERLANDVOORDELIGVERKRIJGBAAR Schoonmaken Welke stoffen zitten er in schoonmaakmiddelen? De meest gebruikte
Nadere informatieAfdrukken pagina 2-23 dubbelzijdig formaat A4 naar behoefte kunnen lege A4-pagina s worden tussengevoegd
Gebruiksaanwijzing leerdagboek Exempel Schoon water Afdrukken pagina 2-23 dubbelzijdig formaat A4 naar behoefte kunnen lege A4-pagina s worden tussengevoegd Aanwijzingen Schrijf- en tekenruimte in leerdagboek
Nadere informatie