Methodiek en richtlijnen voor verspreidingsonderzoek naar beekvissen

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Methodiek en richtlijnen voor verspreidingsonderzoek naar beekvissen"

Transcriptie

1 Methodiek en richtlijnen voor verspreidingsonderzoek naar beekvissen REPTIELEN AMFIBIEËN VISSEN ONDERZOEK NEDERLAND

2

3 Stichting RAVON Methodiek en richtlijnen voor verspreidingsonderzoek naar beekvissen Een rapportage van RAVON Frank Spikmans & Jan Kranenbarg. 8 juli 2008 STICHTING RAVON POSTBUS BK NIJMEGEN 2

4 Methodiek en richtlijnen voor verspreidingsonderzoek naar beekvissen Colofon 2008 Stichting RAVON, Nijmegen Tekst: Frank Spikmans & Jan Kranenbarg Foto voorzijde: Gestippelde alver - Paul van Hoof Wijze van citeren: Spikmans, F. & J. Kranenbarg, Methodiek en richtlijnen voor verspreidingsonderzoek naar beekvissen. Stichting RAVON, Nijmegen. 3

5 Stichting RAVON INHOUD 1 VERPREIDINGSONDERZOEK BEEKVISSEN DOOR VRIJWILLIGERS METHODIEK DATA-ANALYSE ANALYSE BENODIGDE INSPANNING Kroonbeek en Kendel Roer Verlorenbeek Hierdensche beek Eckeltse beek RICHTLIJNEN PER DOELSOORT Rivier- en beekdonderpad Elrits Beekprik Gestippelde alver LITERATUUR DANKWOORD

6 Methodiek en richtlijnen voor verspreidingsonderzoek naar beekvissen 1 Verspreidingsonderzoek beekvissen door vrijwilligers Verspreidingsonderzoek naar beekvissen wordt door vrijwilligers uitgevoerd met behulp van een schepnet. Behalve informatie over de aanwezigheid, is er ook een informatiebehoefte over de afwezigheid van soorten, de zogenaamde harde nulwaarneming. De inspanning die geleverd moet worden om ook over de afwezigheid van een soort enige zekerheid te hebben staat nog niet vast. De in het verleden opgestelde richtlijnen (Zollinger & Van Diepenbeek, 2005 en Spikmans & De Jong, 2006) voor het uitvoeren van verspreidingsonderzoek naar vissen waren opgesteld op basis van expert judgement. Voor het toekomstig verspreidingsonderzoek wil RAVON onderbouwde richtlijnen voor het uitvoeren van verspreidingsonderzoek opstellen. De methodiek voor verspreidingsonderzoek naar beekvissen door vrijwilligers die hier gepresenteerd wordt, is deels onderbouwd met resultaten van voorgaand verspreidingsonderzoek en berust deels nog op het oordeel van deskundigen. De centrale vraag hierbij is: Welke inspanning moet geleverd worden om met een schepnet de aan- of afwezigheid van doelsoorten beekvissen in een beek vast te stellen? De doelsoorten binnen het verspreidingsonderzoek naar vissen in beken zijn: beekdonderpad en rivierdonderpad (Cottus rhenanus en Cottus perifretum), beekprik (Lampetra planeri), elrits (Phoxinus phoxinus) en gestippelde alver (Alburnoides bipunctatus). 5

7 6 Stichting RAVON

8 Methodiek en richtlijnen voor verspreidingsonderzoek naar beekvissen 2 Methodiek data-analyse Per doelsoort is op basis van in het verleden uitgevoerd verspreidingsonderzoek vastgesteld welke inspanning nodig is geweest om de doelsoort aan te treffen. Er is gebruik gemaakt van gegevens van intensief bemonsterde beken waarbij twee typen data te onderscheiden zijn. In het ene geval betreft het gegevens die op één traject tijdens meerdere onderzoeksronden zijn verzameld. In het andere geval zijn er gegevens voorhanden van meerdere trajecten in een beek die in binnen één onderzoeksronde verzameld zijn. Uit de gegevens die op één traject over meerder onderzoeksronden zijn verzameld is de trefkans van een doelsoort als volgt berekend. De kans om de doelsoort aan te treffen (P) in een willekeurige onderzoeksronde is: P = aantal onderzoeksronden doelsoort aanwezig / totaal aantal onderzoeksronden De trefkans bij een x aantal onderzoeksronden (T) is: x T (x) = 1 (1-P) Het zelfde principe is toegepast bij de gegevens die op meerdere trajecten in een beek in een korte periode zijn verzameld. De kans om een doelsoort aan te treffen (P) op een willekeurig traject is: P = aantal trajecten doelsoort aanwezig / totaal aantal trajecten De trefkans bij bemonstering een x aantal trajecten (T) is: x T (x) = 1 (1-P) Het aantal onderzoeksronden of te bemonsteren trajecten dat nodig is om met 90% zekerheid de aan- of afwezigheid van een soort vast te stellen is per dataset per doelsoort bepaald. 7

9 8 Stichting RAVON

10 Methodiek en richtlijnen voor verspreidingsonderzoek naar beekvissen 3 Analyse benodigde onderzoeksinspanning 3.1 Kroonbeek en Kendel De Kroonbeek en Kendel zijn in de periode regelmatig met schepnetten bemonsterd. Van de doelsoorten komen in deze beken de rivierdonderpad en beekprik voor. De Kroonbeek is in deze periode negen maal bemonsterd, de Kendel elf maal. Beide beken monden uit op Niers, zijn 2-3 meter breed, 0,3-1 meter diep en hebben een zandige, deels stenige bodem. De lengte van het bemonsterde traject in de kroonbeek is 100 meter, in de Kendel varieert deze van 50 tot 650 meter. Rivierdonderpad De rivierdonderpad is in de Kroonbeek tijdens zes van de negen onderzoeksronden aangetroffen. De trefkans bij een willekeurige onderzoeksronde is 0,67. In de Kendel is de rivierdonderpad tijdens acht van elf onderzoeksronden aangetroffen. De trefkans in een willekeurige onderzoeksronde is hier 0,73. Figuur 1 laat zien dat de aanwezigheid van de rivierdonderpad met 90% zekerheid vastgesteld kan worden bij twee onderzoeksronden. Bij de uitvoering van vier onderzoeksronden is deze groter dan 98%. Belangrijke kanttekeningen die hierbij gemaakt moeten worden zijn: de bemonsteringen zijn uitgevoerd in delen van de beek met grof stenig substraat waar de rivierdonderpad verwacht wordt er is gericht gezocht naar de rivierdonderpad door tussen stenen te woelen de bemonsteringen zijn uitgevoerd door een (of meerdere) ervaren schepnetvisser(s) de dichtheid van rivierdonderpad is in de genoemde beken waarschijnlijk hoog Figuur 1. Trefkans voor rivierdonderpad en priklarven in de Kroonbeek en Kendel bij herhaalde bemonstering van hetzelfde traject. 9

11 Stichting RAVON Beekprik In het stroomgebied van de Niers komen zowel de beekprik als de rivierprik voor. Het onderscheid tussen beide soorten is in het larvale stadium niet te maken. Tijdens het onderzoek met schepnetten in de Kroonbeek en Kendel zijn hoofdzakelijk larven aangetroffen. Deze worden hier als onbepaalde priklarf beschouwd. De kans om een priklarf aan te treffen tijdens een willekeurige onderzoeksronde in de Kendel en Kroonbeek is respectievelijk 0,55 en 0,22. Om met meer dan 90% zekerheid een priklarf in deze beken aan te treffen zijn er respectievelijk drie en tien onderzoeksronden nodig (figuur 1). Belangrijke kanttekeningen die hierbij gemaakt moeten worden zijn: de bemonsteringen zijn uitgevoerd in stromingsluwe, slibrijke delen van de beek waar larven van de prik verwacht worden er is gericht gezocht naar prikken door ook in de bodem te scheppen de bemonsteringen zijn uitgevoerd door een (of meerdere) ervaren schepnetvisser(s) de dichtheid van prikken is in de Kendel veel hoger dan in de Kroonbeek 3.2 Roer Het stroomgebied van de Roer is voor vissen een van de meest soortenrijke in Nederland. Van de doelsoorten komen de rivierdonderpad, elrits en beekprik er voor. De Roer is een kleine, matig tot snelstromende rivier met een breedte van zo n 20 meter en een diepte tot 3,5 meter. Er zijn twee datasets van onderzoeken met schepnetten gebruikt voor een analyse van de trefkans van de doelsoorten. Een van de beschikbare datasets is verzameld in 2002 en is geschikt voor de analyse van de trefkans van de elrits. In dat jaar werd bekend dat deze soort in de Roer voorkomt en is er in korte tijd een inventarisatie uitgevoerd op 18 trajecten in de Roer zelf en zijn zijbeken (Van Schaik & Gubbels, 2003). De bemonsteringen zijn met schepnetten uitgevoerd, wadend door het water of vanaf de oever. Elk traject is een uur lang bemonsterd door een of twee personen in de periode oktober-december Een traject is ongeveer 50 meter lang. Er zijn in totaal 18 trajecten bemonsterd. De elrits is aangetroffen op elf trajecten. De trefkans bij bemonstering van een willekeurig traject is 0,61. Figuur 2 laat zien dat de aanwezigheid van de elrits met 90% zekerheid vastgesteld kan worden bij bemonstering van tenminste drie trajecten. Dit komt overeen met een bemonsterde trajectlengte van 150 meter. Bij bemonstering van vijf trajecten is deze kans 0,99. De rivierdonderpad is tijdens dit onderzoek op drie van de 18 trajecten aangetroffen (trefkans 0,17). Om met meer dan 90% zekerheid de aan- of afwezigheid van deze soort vast te stellen, zouden er op basis van deze data 13 trajecten bemonsterd moeten worden. Deze resultaten worden niet representatief voor deze soort geacht. Reden voor deze afwijking is zeer waarschijnlijk de hoge waterstand in de onderzoeksperiode, waardoor het geschikt habitat voor deze soort niet bereikt konden worden. Belangrijke kanttekeningen die bij dit onderzoek gemaakt moeten worden zijn: opvallend is dat de elrits de meest aangetroffen soort is in dit onderzoek. Het onderzoek was dan ook speciaal op deze soort gericht. 10

12 Methodiek en richtlijnen voor verspreidingsonderzoek naar beekvissen het onderzoek is deels uitgevoerd in december wanneer de watertemperatuur laag is en vissen deels diepere delen op zoeken. waar mogelijk is er gevist in vegetatierijke, uitgespoelde oevers. Dit zijn ideale verblijfplaatsen voor kleine vissen, waaronder de elrits. de bemonsteringen zijn uitgevoerd door ervaren schepnetvissers. door zijn breedte, diepte en stroomsnelheid is de Roer in beperkte mate met een schepnet bemonsterbaar Figuur 2. Trefkans voor vissen in de Roer bij bemonstering van meerdere trajecten van 50 meter lengte. Een tweede dataset van vissen in de Roer is beschikbaar gesteld door Martijn Dorenbosch. Dit onderzoek is uitgevoerd op 9 juli 2006 en is gericht op juveniele vissen in de oeverzone van de Roer. Bemonsteringen zijn uitgevoerd met schepnetten door drie personen. Er is gestandaardiseerd gevist op 59 trajecten van 4 x 1,2 meter. Figuur 3 laat de trefkans van de aangetroffen soorten zien. De elrits is op 11 van de 59 trajecten aangetroffen (trefkans 0,19). Om met 90% zekerheid de aan- of afwezigheid van de elrits vast te kunnen stellen, dienen er tenminste 11 trajecten van vier meter lengte bemonsterd te worden. Dit komt overeen met een bemonsterde oeverlengte van 44 meter. De trefkans op een willekeurig traject is voor de rivierdonderpad 0,24. Er dienen tenminste negen trajecten van 4 meter lengte bemonsterd te worden om met 90% zekerheid de aan- of afwezigheid van deze soort vast te stellen. Dit komt overeen met een bemonsterde oeverlengte van 36 meter. Figuur 3 laat nog zien dat op basis van deze dataset er voor verspreidingsonderzoek naar de barbeel, kopvoorn en het bermpje respectievelijk slechts 8, 20 en 24 meter oeverlengte bemonsterd hoef te worden om met meer dan 90% zekerheid de aan- of afwezigheid van deze soorten vast te stellen. 11

13 Stichting RAVON Belangrijke kanttekeningen die bij dit onderzoek gemaakt moeten worden zijn: de bemonsteringen zijn uitgevoerd in zowel structuur- en vegetatierijke oevers als op ondiepe kale grindbanken. de bemonstering zijn uitgevoerd in juli, wanneer de trefkans voor juveniele vissen hoog is. Juist juveniele vissen zijn met een schepnet goed vangbaar. de bemonsteringen zijn uitgevoerd door een (of meerdere) ervaren schepnetvisser(s) de dichtheden van elrits en rivierdonderpad is in de Roer waarschijnlijk hoog Figuur 3. Trefkans voor vissen in de Roer bij bemonstering van 59 trajecten van 4 meter lengte. 12

14 Methodiek en richtlijnen voor verspreidingsonderzoek naar beekvissen 3.3 Verloren beek De Verloren beek is een sprengenbeek aan de oostzijde van de Veluwe. De beek is smal (tot 2 meter) en ondiep met helder stromend water. Er is een geïsoleerde populatie elrits aanwezig. Daarnaast is van de doelsoorten ook de rivierdonderpad in deze beek aanwezig. Vissenwerkgroep De Prik verzamelt al jarenlang verspreidingsgegevens van vissen in de sprengenbeken. Voor een analyse van de trefkans van de doelsoorten is gebruik gemaakt van gegevens uit de jaren 2005 en Er zijn in deze periode acht onderzoeksronden uitgevoerd op min of meer hetzelfde traject met een lengte van 100 meter. Figuur 4 laat de trefkans van de aangetroffen soorten zien. Figuur 4. Trefkans voor vissen in de Verloren beek bij herhaalde bemonstering van hetzelfde traject. De elrits is tijdens drie van de acht onderzoeksronden aangetroffen. De trefkans tijdens een willekeurige bemonstering is 0,38. Om met 90% zekerheid de aan- of afwezigheid vast te stellen zijn tenminste vijf onderzoeksronden nodig. Voor de beekprik is de trefkans tijdens een willekeurige bemonstering 0,50. Er dienen vier onderzoeksronden uitgevoerd te worden om met dezelfde zekerheid zijn aan- of afwezigheid vast te stellen. De rivierdonderpad komt in lage dichtheden voor in de Verloren beek (trefkans 0,13). Er zijn 17 onderzoeksronden nodig om met 90% zekerheid de aan- of afwezigheid van deze soort vast te stellen. Belangrijke kanttekeningen die bij deze dataset gemaakt moeten worden zijn: door zijn (beperkte) afmetingen is de Verloren beek met een schepnet zeer efficiënt te bemonsteren de bemonsteringen zijn uitgevoerd door een (of meerdere) ervaren schepnetvisser(s) de dichtheid van rivierdonderpad is waarschijnlijk erg laag 13

15 Stichting RAVON 3.4 Hierdensche beek De Hierdensche beek is een betrekkelijk soortenarme beek die vanaf de noordzijde van de Veluwe uitmondt op het IJsselmeer. De beek is zo n twee meter breed, ondiep en goed doorwaadbaar. Hierdoor is deze beek met een schepnet efficiënt te bemonsteren. De rivierdonderpad is de enige doelsoort die er aanwezig is. De soort komt er in hoge dichtheden voor en is in bijna elk onderzocht kilometerhok aangetroffen. Tijdens een excursie op 21 oktober 2006 is er gericht naar de rivierdonderpad gezocht met behulp van schepnetten. In alle vijf de onderzochte kilometerhokken is de soort ook aangetroffen (figuur 5). Deze resultaten wijzen erop dat één onderzoeksronde in één kilometerhok voldoende is voor het vaststellen van rivierdonderpad in de Hierdensche beek. Figuur 5. Resultaten excursie Hierdensche beek 21 oktober 2006 (zwart: bemonsterde kilometerhokken, rood: rivierdonderpad aangetroffen). 14

16 Methodiek en richtlijnen voor verspreidingsonderzoek naar beekvissen 3.5 Eckeltse beek In het kader van een onderzoek naar de rivierdonderpad zijn er in de Eckeltse beek (Noord Limburg) op zes trajecten verspreid over de beek bemonsteringen uitgevoerd in Het onderzoek is uitgevoerd met schepnet en draagbare electrovisapparatuur. De rivierdonderpad is op één traject aangetroffen. Dit traject onderscheidt zich in bodemsubstraat en stroomsnelheid van de rest van de trajecten. Door een omgevallen boom is er zeer plaatselijk een stroomversnelling, waardoor slib en zand wegspoelen en de bodem bestaat uit grind en stenen. Door deze omstandigheden is dit het enige geschikte traject voor de rivierdonderpad in deze beek. De andere trajecten die zijn bemonsterd, zijn door een lage stroomsnelheid en zandige tot modderige bodem beduidend minder geschikt. Hiermee wordt het belang geïllustreerd van de juiste keuze van een monsterplaats. 15

17 16 Stichting RAVON

18 Methodiek en richtlijnen voor verspreidingsonderzoek naar beekvissen 4 Richtlijnen per doelsoort De resultaten van de in hoofdstuk 3 beschreven analyses laten zien dat de benodigde inspanning voor een harde nul-waarneming varieert per beek. Factoren als de dichtheid van de doelsoort in de beek en de bevisbaarheid van de beek met het schepnet zullen hierbij een rol spelen. Hieronder wordt ingegaan op de factoren die een rol spelen bij de benodigde inspanning voor het vaststellen van de aan/afwezigheid van een soort. Per factor wordt vervolgens aangegeven wat het uitgangspunt geweest is bij het opstellen van de in deze notitie gepresenteerde richtlijnen voor het vaststellen van de aanwezigheid van de genoemde doelsoorten. Dichtheid van een soort de gepresenteerde richtlijn is alleen geschikt om de aan- of afwezigheid van een populatie van de doelsoort vast te stellen. De aanwezigheid van één of enkele individuen (bv. door uitspoeling) is daarmee niet uit te sluiten Monsterplaatskeuze er wordt gevist in het meest geschikte habitat dat in de beek aanwezig is voor de doelsoort waarop het onderzoek is gericht. Dit verschilt per soort en vraagt om ervaring bij de onderzoeker om dit goed in te kunnen schatten. Periode waarin het onderzoek wordt uitgevoerd het onderzoek wordt uitgevoerd op een moment dat de doelsoort aanwezig/actief is Afmetingen en stroomsnelheid van een beek een efficiënte inzet van het schepnet als vangtuig, is alleen mogelijk in ondiepe delen van beken (tot 1 meter diep) Ervaring van de onderzoeker de onderzoeker heeft ervaring met het hanteren van een schepnet en kent de ecologische achtergrond van de doelsoort Geleverde inspanning de trefkans wordt verhoogd door bemonstering van een langer traject of meerdere trajecten. Verhoging van het aantal schepnetvissers verhoogt de trefkans. Er dienen bij voorkeur minimaal twee schepnetten ingezet te worden. 4.1 Rivier- en beekdonderpad Zowel rivier- als beekdonderpad is een plaatstrouwe bodembewoner met specifieke habitateisen. De aan- of afwezigheid van deze soort is met een schepnet in beken relatief makkelijk vast te stellen. Tabel 1 geeft een overzicht van een aantal beken waar een representatief onderzoek naar de rivierdonderpad heeft plaatsgevonden. Tabel 1. Trefkans en benodigde onderzoeksinspanning voor verspreidingsonderzoek naar rivierdonderpad (toelichting per beek zie hoofdstuk 3). Beek Lengte traject (m) Trefkans Aantal bemonsteringen nodig voor 90% zekerheid aan-/afwezigheid Minimaal te bemonsteren oeverlengte Kroonbeek 100 0, Kendel , Roer 4 0,

19 Stichting RAVON Cruciaal is dat de bemonstering wordt uitgevoerd op een traject waar geschikt habitat aanwezig is. Het is mogelijk dat het geschikte habitat in zeer beperkte mate aanwezig is, zoals in de Eckeltse beek ( 3.5). Voorafgaand aan de bemonstering dient er goed gezocht te worden naar het geschikte habitat. Daarnaast is de wijze waarop er gevist wordt met het schepnet van grote invloed op de trefkans. Er dient gewoeld te worden tussen stenen, takken en stronken om de rivier- of beekdonderpad uit zijn schuilplaats te drijven. Een succesvolle methode is het neerzetten van schepnet(ten) terwijl men bovenstrooms stenen, takken, boomstronken e.d. optilt (bv. met de neus van de laars). Op deze manier spoelen rivier- of beekdonderpadden die zich onder dergelijke objecten verschuilen met de stroming mee het net in. Ook voor een soort als het bermpje werkt deze methodiek goed. Voor het vaststellen van aan- of afwezigheid van de rivier- of beekdonderpad op een traject met geschikt habitat dient er minimaal 200 meter bemonsterd te worden. Deze inspanning kan verdeeld worden over tijd en ruimte. Dat wil zeggen dat een éénmalige bemonstering over 200 meter een even grote zekerheid over de aan- of afwezigheid oplevert als een viervoudige bemonstering van een traject van 50 meter, zolang de totale bemonsterde lengte maar 200 meter bedraagt en het traject geschikt habitat voor de soort bevat. Om een goed beeld te krijgen van de verspreiding in de gehele beek, dient er in elke strekkende kilometer van een beek 200 meter geschikt habitat bemonsterd te worden. Hoewel een rivier- of beekdonderpad waarschijnlijk jaarrond op dezelfde plaats te vinden zal zijn, wordt aanbevolen de bemonstering in het voorjaar (april-mei) en/of het najaar (september-november) uit te voeren. Zeker in de zomermaanden moeten vissen zo snel mogelijk worden teruggezet omdat ze dan door de hogere watertemperatuur kwetsbaarder zijn. Richtlijnen voor verspreidingsonderzoek naar rivier- en beekdonderpad Monsterplaatskeuze Zoek eerst naar het geschikte habitat. Dit bestaat in beken uit ondiepe, snelstromende trajecten met een bodem van grind en/of stenen. Wijze hanteren Plaats het schepnet 0,5 tot 1 meter stroomafwaarts van een potentiële schepnet schuilplaats. Woel met voeten of handen tussen stenen/takken/stronken Te leveren inspanning om de rivier- of beekdonderpad in het net te drijven. 200 meter in elke strekkende kilometer van de beek. Naar keuze verdeeld over tijd en ruimte: Lengte beviste trajecten x Aantal onderzoeksronden 200 meter. Aantal personen Bij voorkeur minimaal 2. Periode Soort hele jaar vangbaar. Voorkeursperiode april-mei & septembernovember. Materiaal Groot schepnet (model RAVON), gestrekte maaswijdte 3 mm. Waadpak (of lieslaarzen). Sinds kort worden er twee soorten van het geslacht Cottus onderscheiden in Nederland: beekdonderpad (Cottus rhenanus) en rivierdonderpad (Cottus perifretum). De aanbevolen methodiek is voor beide soorten gelijk. Behalve in beken komt de rivierdonderpad ook voor in rivieren, kanalen en meren. Hier leeft de soort vaak in stortstenen oevers. Op deze locaties is het schepnet geen geschikt vangtuig. Electrovisserij met draagbare apparatuur of een boot en aggregaat dienen ingezet te worden om de soort hier te vangen. Aangezien de hier gepresenteerde methodiek zich richt op onderzoek uitgevoerd door vrijwilligers, is hiervan geen uitwerking gemaakt. Door vrijwilligers is de soort in deze biotopen wel waarneembaar door s nachts met een zaklamp te zoeken. 18

20 Methodiek en richtlijnen voor verspreidingsonderzoek naar beekvissen 4.2 Elrits De elrits is in Nederland een zeer zeldzame beekvis. De soort houdt zich door het jaar heen op verschillende plaatsen in een beek op. Wanneer op het juiste moment, op de juiste plek met een schepnet bemonsterd wordt, is de aan- of afwezigheid van de elrits relatief makkelijk vast te stellen. Tabel 2 geeft een overzicht van een aantal beken waar een representatief onderzoek naar de elrits heeft plaatsgevonden. Tabel 2. Trefkans en benodigde onderzoeksinspanning voor verspreidingsonderzoek naar elrits (toelichting per beek zie x.1). Beek Trefkans Lengte traject (m) Aantal bemonsteringen nodig voor 90% zekerheid aan-/afwezigheid Minimaal te bemonsteren oeverlengte Roer 50 0, Roer 4 0, Verloren beek 100 0, Volwassen elrits concentreert zich in de voortplantingstijd (april-juli) in ondiepe, snelstromende delen van een beek met een bodem van grind. In de rest van het jaar is de soort meer verspreid over de beek aanwezig. Juveniele elrits is in het najaar te vinden in meer stromingsluwe oevers. In de winter worden diepere delen van de beek opgezocht. Het schepnet kan wadend door het water of gaand en staand vanaf de oever door het water gehaald worden. In snelstromende water dient er stroomopwaarts gevist te worden. Zie de handleiding Het waarnemen van zoetwatervissen (Spikmans & De Jong, 2006) voor een uitgebreide beschrijving van de wijze waarop een schepnet gehanteerd dient te worden. Voor het vaststellen van aan- of afwezigheid van de elrits op een traject met geschikte habitats dient er binnen dit traject minimaal 200 meter bemonsterd te worden. Deze inspanning kan verdeeld worden over tijd en ruimte. Dat wil zeggen dat een éénmalige bemonstering over 200 meter een even grote zekerheid over de aan- of afwezigheid oplevert als een viervoudige bemonstering van een traject van 50 meter, zolang de totale bemonsterde lengte maar 200 meter bedraagt en het traject geschikt habitat voor de soort bevat. Om een goed beeld te krijgen van de verspreiding in de gehele beek, dient er in elke strekkende kilometer van een beek 200 meter bemonsterd te worden. Er wordt aanbevolen de bemonstering in het voorjaar (april-mei) en/of het najaar (september-november) uit te voeren. In de zomermaanden zijn door hogere watertemperatuur met name juveniele vissen kwetsbaar. In de winter leeft de elrits verscholen en is de trefkans laag. Richtlijnen voor verspreidingsonderzoek naar elrits Monsterplaatskeuze Zoek eerst naar het geschikte habitat. Voorjaar: ondiepe, snelstromende trajecten met een bodem van grind. Najaar: ook stromingsluwe delen van de beek. Wijze hanteren schepnet Zie Het waarnemen van zoetwatervissen (Spikmans & De Jong, 2006) Te leveren inspanning 200 meter in elke strekkende kilometer van de beek. Naar keuze verdeeld over tijd en ruimte: Lengte beviste trajecten x Aantal onderzoeksronden 200 meter. Aantal personen Bij voorkeur minimaal 2 Periode Soort hele jaar vangbaar. Voorkeursperiode april-mei & septembernovember. Materiaal Groot schepnet (model RAVON), gestrekte maaswijdte 3 mm Waadpak (of lieslaarzen) 19

21 Stichting RAVON 4.3 Beekprik De beekprik is in Nederland een zeldzame beekvis. De soort heeft een typische levenscyclus met een langdurig larvaal stadium en een korte voortplantingsperiode. Door de zeer sterke gelijkenis zijn larven en pas gemetamorfoseerde exemplaren van de beek- en rivierprik niet van elkaar te onderscheiden. Om dit onderscheid met zekerheid te kunnen maken dienen volwassen dieren waargenomen te worden. Volwassen beekprikken kunnen gezien worden vanaf de oever tijdens de paai, of worden gevangen met schepnet of aangepaste fuiken. Zichtwaarnemingen in de paaiperiode zijn in kleine beken en sprengen een goede methode. Nader onderzoek is nodig om deze methodieken te standaardiseren. Hier wordt een methodiek gepresenteerd voor het bemonsteren van priklarven met een schepnet. Tabel 3 geeft een overzicht van een aantal beken waar een representatief onderzoek met een schepnet naar priklarven heeft plaatsgevonden. Tabel 3. Trefkans en benodigde onderzoeksinspanning voor verspreidingsonderzoek naar priklarven (toelichting per beek zie x.1). Beek Lengte traject (m) Trefkans Aantal bemonsteringen nodig voor 90% zekerheid aan-/afwezigheid Minimaal te bemonsteren oeverlengte Kroonbeek 100 0, Kendel , Voor het vaststellen van aan- of afwezigheid van de priklarven op een traject met geschikt habitat dient er in een jaar binnen dit traject minimaal 500 meter bemonsterd te worden. Deze inspanning kan verdeeld worden over tijd en ruimte. Dat wil zeggen dat een éénmalige bemonstering over 500 meter een even grote zekerheid over de aan- of afwezigheid oplevert als een tienvoudige bemonstering van een traject van 50 meter, zolang de totale bemonsterde lengte maar 500 meter bedraagt en het traject geschikt habitat voor de larven bevat. Om een goed beeld te krijgen van de verspreiding in de gehele beek, dient er in elke strekkende kilometer van een beek 500 meter bemonsterd te worden. Bij onderzoek naar larven dient er geschept te worden in stromingsluwe delen van een beek, met een bodem van modder en detritus (blad- en takkenafval). Daarbij dient ook deels door de bodem geschept te worden. Hoewel een beekprik waarschijnlijk jaarrond op dezelfde plaats te vinden zal zijn, wordt aanbevolen de bemonstering in het voorjaar (april-mei) en/of het najaar (septembernovember) uit te voeren. Het omwoelen van de bodem kan een flinke verstoring van zijn habitat veroorzaken. Indien er in een beek in beperkte mate geschikt leefgebied aanwezig is en dit korte traject meerdere malen in een jaar bemonsterd moet worden, zal dit een flinke verstoring veroorzaken. Zeker in de zomermaanden moeten vissen zo snel mogelijk worden teruggezet omdat ze dan door de hogere watertemperatuur kwetsbaarder zijn. Zichtwaarnemingen paaiende prikken Minder verstorend is het om paaiende beekprik te zoeken op zicht vanaf de oever. Belangrijk voordeel hierbij is dat er met zekerheid een soortdeterminatie gemaakt kan worden. Deze methodiek heeft echter enkele belangrijke beperkingen, waardoor het vaststellen van een harde nul-waarneming moeilijk is. De efficiëntie is afhankelijk van het zicht (helderheid en diepte van het water). De paai vind plaats in de periode februari-april, maar kan locaal binnen enkele weken voltrokken zijn. Om de paaiplaatsen te vinden dienen 20

22 Methodiek en richtlijnen voor verspreidingsonderzoek naar beekvissen alle geschikte delen van de beek regelmatig afgezocht te worden in deze periode. Dit dient uitgevoerd te worden op zonnige dagen en gebruik makend van een polariserende zonnebril, voor optimaal zicht. Er zijn onvoldoende data om de benodigde inspanning voor een nul-waarneming middels deze methodiek vast te stellen. Richtlijnen voor verspreidingsonderzoek naar beekprik Monsterplaatskeuze Zoek eerst naar het geschikte habitat. Voor larven: stromingsluwe delen met een bodem van modder en detritus. Voor gemetamorfoseerde en paaiende prikken: ondiepe, snelstromende trajecten met een bodem van grind. Wijze hanteren Larven: schep door de bodem in stromingsluwe delen en oevers. schepnet Zie toelichting en Het waarnemen van zoetwatervissen (Spikmans & De Te leveren inspanning Jong, 2006) 500 meter in elke strekkende kilometer van de beek. Naar keuze verdeeld over tijd en ruimte: Lengte beviste trajecten x Aantal onderzoeksronden 500 meter. Aantal personen Bij voorkeur minimaal 2 Periode Voor larven: hele jaar vangbaar, voorkeursperiode april-mei & septembernovember Voor paaiende prikken: februari-april Materiaal Voor larven: Groot schepnet (model RAVON), gestrekte maaswijdte 3 mm en een waadpak (of lieslaarzen) Voor zichtwaarneming paaiende prikken: polariserende zonnebril 21

23 Stichting RAVON 4.4 Gestippelde alver De gestippelde alver is in Nederland een zeer zeldzame soort. De enige bekende populatie bevindt zich in de Geul. Er zijn onvoldoende data beschikbaar van onderzoek met schepnetten om een analyse van de trefkans te maken. In tabel 4 wordt voor een aantal soorten met gelijk veronderstelde vangkans, waarmee de gestippelde alver in de Geul samen voorkomt (Crombaghs et al., 2000) de trefkans en de benodigde inspanning gegeven. Tabel 4. Trefkans en benodigde onderzoeksinspanning voor verspreidingsonderzoek naar begeleidende soorten van de gestippelde alver (toelichting zie x.1.3). Soort Beek Lengte traject (m) Trefkans Aantal bemonsteringen nodig voor 90% zekerheid aan- /afwezigheid Minimaal te bemonsteren oeverlengte Kopvoorn Roer 50 0, Kopvoorn Roer 4 0, Riviergrondel Roer 50 0, Riviergrondel Roer 4 0, Elrits Roer 50 0, Elrits Roer 4 0, Volwassen gestippelde alvers houden zich graag op in de randzone van snelstromende trajecten, maar ook wel in de stroming zelf. Volwassen gestippelde alvers houden zich vaak op nabij de bodem in diepere delen van de beek, terwijl jonge exemplaren te vinden zijn in ondiepere, zwakstromende delen (Crombaghs et al., 2000). De trefkans wordt beïnvloed door de grote aantalschommelingen van een populatie. Voor het vaststellen van aan- of afwezigheid van de gestippelde alver wordt dezelfde methodiek als bij de elrits voorgeschreven. In een jaar dient er op een traject waarbinnen het geschikte habitat aanwezig is minimaal 200 meter bemonsterd te worden. Deze inspanning kan verdeeld worden over tijd en ruimte. Dat wil zeggen dat een éénmalige bemonstering over 200 meter een even grote zekerheid over de aan- of afwezigheid oplevert als een viervoudige bemonstering van een traject van 50 meter, zolang de totale bemonsterde lengte maar 200 meter bedraagt en het traject geschikt habitat voor de soort bevat. Om een goed beeld te krijgen van de verspreiding in de gehele beek, dient er in elke strekkende kilometer van een beek 200 meter bemonsterd te worden. Het schepnet kan wadend door het water of gaand en staand vanaf de oever door het water gehaald worden. In snelstromende water dient er stroomopwaarts gevist te worden. Zie de handleiding Het waarnemen van zoetwatervissen (Spikmans & De Jong, 2006) voor een uitgebreide beschrijving van de wijze waarop een schepnet gehanteerd dient te worden. Er wordt aanbevolen de bemonstering in het voorjaar (april-mei) en/of het najaar (september-november) uit te voeren. In de zomermaanden zijn door hogere watertemperatuur met name juveniele vissen kwetsbaar. In de winter worden diepere delen opgezocht en is de trefkans laag. 22

24 Methodiek en richtlijnen voor verspreidingsonderzoek naar beekvissen Richtlijnen voor verspreidingsonderzoek naar gestippelde alver Monsterplaatskeuze Zoek eerst naar het geschikte habitat. Dit zijn zowel ondiepe, snelstromende trajecten met een bodem van zand en grind als de meer stromingsluwe ondiepe delen van de beek. Wijze hanteren Zie Het waarnemen van zoetwatervissen (Spikmans & De Jong, 2006) schepnet Te leveren 200 meter in elke strekkende kilometer van de beek. Naar keuze verdeeld inspanning over tijd en ruimte: Lengte beviste trajecten x Aantal onderzoeksronden 200 meter. Aantal personen Bij voorkeur minimaal 2 Periode Soort hele jaar vangbaar. Voorkeursperiode april-mei & septembernovember. Materiaal Groot schepnet (model RAVON), gestrekte maaswijdte 3 mm Waadpak (of lieslaarzen) 23

25 Stichting RAVON 5 Literatuur Crombaghs, B.H.J.M., R.W. Akkermans, R.E.M.B. Gubbels & G. Hoogerwerf, Vissen in Limburgse beken. De verspreiding en ecologie van vissen in stromende wateren in Limburg. Stichting Natuurpublicaties Limburg, Maastricht. Schaik, V. van & R. Gubbels, De elrits in het stroomgebied van de Roer. Perspectieven voor een nieuwe populatie in Nederland? Natuurhistorisch Maandblad 92: Spikmans, F. & T. de Jong, Het waarnemen van zoetwatervissen. Stichting RAVON, Nijmegen 24

26 Methodiek en richtlijnen voor verspreidingsonderzoek naar beekvissen 25

27 Stichting RAVON 6 Dankwoord Martijn Dorenbosch heeft een dataset van de Roer ter beschikking gesteld. Romeo Neuteboom Spijker (RAVON werkgroep De Prik) wordt bedankt voor zijn bijdrage over de elrits in de Verloren beek. 26

NETWERK ECOLOGISCHE MONITORING Handleiding NEM-Meetnet Beek- en Poldervissen

NETWERK ECOLOGISCHE MONITORING Handleiding NEM-Meetnet Beek- en Poldervissen NETWERK ECOLOGISCHE MONITORING Handleiding NEM-Meetnet Beek- en Poldervissen REPTIELEN AMFIBIEËN VISSEN ONDERZOEK NEDERLAND NETWERK ECOLOGISCHE MONITORING Handleiding NEM-Meetnet Beek- en Poldervissen

Nadere informatie

Werkprotocol visbemonsteringen FF-wet

Werkprotocol visbemonsteringen FF-wet Visserij Service Nederland sterk in viswerk Werkprotocol visbemonsteringen FF-wet Bemonstering, vaststellen ecologisch effect, aanvragen ontheffing Opgesteld: Januari 2012 Update februari 2014 Visserij

Nadere informatie

Steeknet & Hengelvangstregistratie

Steeknet & Hengelvangstregistratie Steeknet & Hengelvangstregistratie Schepnetvissers & hengelaars gezamenlijk op pad? Jan Kranenbarg & Toine Aarts Opbouw presentatie 1. Hengelaars & schepnetters bekeken 2. Wat wordt er zoal gevangen? 3.

Nadere informatie

Nevengeulen als kraamkamer voor vis Onderzoeksresultaten

Nevengeulen als kraamkamer voor vis Onderzoeksresultaten Nevengeulen als kraamkamer voor vis Onderzoeksresultaten 2000-2010 Martijn Schiphouwer (i.p.v. Jan Kranenbarg) Vreugderijkerwaard, 18-10-2012 Opbouw presentatie 1. ON-onderzoek 2009: nevengeulen & uiterwaardwateren

Nadere informatie

Rode Lijst Zoetwatervissen 2010: veranderingen ten opzichte van Frank Spikmans 42 ste bijeenkomst vissennetwerk Zwolle, 5 juni 2014

Rode Lijst Zoetwatervissen 2010: veranderingen ten opzichte van Frank Spikmans 42 ste bijeenkomst vissennetwerk Zwolle, 5 juni 2014 Rode Lijst Zoetwatervissen 2010: veranderingen ten opzichte van 1998 Frank Spikmans 42 ste bijeenkomst vissennetwerk Zwolle, 5 juni 2014 Inhoud Historie Rode Lijst Zoetwatervissen Aanpak Rode Lijst analyses

Nadere informatie

Methodiek en richtlijnen voor verspreidingsonderzoek. en grote modderkruiper REPTIELEN AMFIBIEËN VISSEN ONDERZOEK NEDERLAND

Methodiek en richtlijnen voor verspreidingsonderzoek. en grote modderkruiper REPTIELEN AMFIBIEËN VISSEN ONDERZOEK NEDERLAND naar bittervoorn, kleine modderkruiper en grote modderkruiper REPTIELEN AMFIBIEËN VISSEN ONDERZOEK NEDERLAND Methodiek en richtlijnen voor verspreidingsonderzoek naar bittervoorn, kleine modderkruiper

Nadere informatie

Resultaten veldwerk t.b.v. de ontwikkeling van kansenkaarten voor beschermde vissoorten in Flevoland

Resultaten veldwerk t.b.v. de ontwikkeling van kansenkaarten voor beschermde vissoorten in Flevoland Resultaten veldwerk t.b.v. de ontwikkeling van kansenkaarten voor beschermde vissoorten in Flevoland REPTIELEN AMFIBIEËN VISSEN ONDERZOEK NEDERLAND Resultaten veldwerk t.b.v. de ontwikkeling van kansenkaarten

Nadere informatie

Verspreidingsonderzoek vissen 2008 REPTIELEN AMFIBIEËN VISSEN ONDERZOEK NEDERLAND

Verspreidingsonderzoek vissen 2008 REPTIELEN AMFIBIEËN VISSEN ONDERZOEK NEDERLAND Verspreidingsonderzoek vissen 2008 REPTIELEN AMFIBIEËN VISSEN ONDERZOEK NEDERLAND Verspreidingsonderzoek vissen 2008 Een rapportage van RAVON In opdracht van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

Nadere informatie

Inventarisatie beschermde vissoorten Vreeland

Inventarisatie beschermde vissoorten Vreeland Inventarisatie beschermde vissoorten Vreeland Rapport: VA2008_11 Opgesteld in opdracht van: Tijhuis Ingenieurs BV Maart, 2008 door: R. Caldenhoven Statuspagina Statuspagina Titel: Inventarisatie beschermde

Nadere informatie

Verspreidingsonderzoek vissen 2009

Verspreidingsonderzoek vissen 2009 Verspreidingsonderzoek vissen 2009 REPTIELEN AMFIBIEËN VISSEN ONDERZOEK NEDERLAND Verspreidingsonderzoek vissen 2009 Een rapportage van RAVON In opdracht van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

Nadere informatie

Eindrapport VISONDERZOEK TER PLAATSE VAN EN DIRECT ROND HET HATTEMS DEEL VAN BEDRIJVENTERREIN H2O

Eindrapport VISONDERZOEK TER PLAATSE VAN EN DIRECT ROND HET HATTEMS DEEL VAN BEDRIJVENTERREIN H2O Eindrapport VISONDERZOEK TER PLAATSE VAN EN DIRECT ROND HET HATTEMS DEEL VAN BEDRIJVENTERREIN H2O Eindrapport VISONDERZOEK TER PLAATSE VAN EN DIRECT ROND HET HATTEMS DEEL VAN BEDRIJVENTERREIN H2O rapportnr.

Nadere informatie

Environmental DNA Ontwikkelingen en mogelijkheden

Environmental DNA Ontwikkelingen en mogelijkheden Environmental DNA Ontwikkelingen en mogelijkheden Jelger Herder Nijmegen, 21 maart 2013 Veel soorten zijn lastig te vinden Grote modderkruiper Verlandende vegetaties Verstopt zich bij gevaar in de modder

Nadere informatie

VOORKOMEN VAN RIVIER- EN BEEKDONDERPAD IN NEDERLAND

VOORKOMEN VAN RIVIER- EN BEEKDONDERPAD IN NEDERLAND VOORKOMEN VAN RIVIER- EN BEEKDONDERPAD IN NEDERLAND VOORKOMEN VAN RIVIER- EN BEEKDONDERPAD IN NEDERLAND M. Dorenbosch N. van Kessel F. Spikmans J. Kranenbarg B. Crombaghs In opdracht van: Ministerie van

Nadere informatie

Veldinventarisatie ringslang en levendbarende hagedis A37, omgeving Zwartemeer

Veldinventarisatie ringslang en levendbarende hagedis A37, omgeving Zwartemeer Veldinventarisatie ringslang en levendbarende hagedis A37, omgeving Zwartemeer Veldinventarisatie in opdracht van Advies- en Ingenieursbureau Oranjewoud Opgesteld door Stichting RAVON R.P.J.H. Struijk

Nadere informatie

Provinciaal Centrum voor Milieuonderzoek. Visstandsonderzoek van de monding van de Terkleppebeek te Geraardsbergen

Provinciaal Centrum voor Milieuonderzoek. Visstandsonderzoek van de monding van de Terkleppebeek te Geraardsbergen Provinciaal Centrum voor Milieuonderzoek Visstandsonderzoek van de monding van de Terkleppebeek te Geraardsbergen 1 Wijze van citeren: Boets P., Dillen A., Malfroid D., Poelman E. (2017). Visstandsonderzoek

Nadere informatie

RAVON midzomer vissenweekend

RAVON midzomer vissenweekend RAVON midzomer vissenweekend 2010 Overijssel REPTIELEN AMFIBIEËN VISSEN ONDERZOEK NEDERLAND RAVON Midzomer Vissenweekend 2010 Overijssel RAVON Midzomer Vissenweekend 2010 Overijssel Karin Didderen Juli

Nadere informatie

Bijlage 3: Notitie Aanvullend onderzoek vissen wijzigingsplannen N359, knooppunten Winsum, Húns-Leons en Hilaard

Bijlage 3: Notitie Aanvullend onderzoek vissen wijzigingsplannen N359, knooppunten Winsum, Húns-Leons en Hilaard Bijlage 3: Notitie Aanvullend onderzoek vissen wijzigingsplannen N359, knooppunten Winsum, Húns-Leons en Hilaard Notitie aanvullend onderzoek vissen - aanpassingen kruisingen N359 De provincie Fryslân

Nadere informatie

Onderzoek naar kamsalamander, grote modderkruiper, kleine modderkruiper en bittervoorn in de Oeverlanden langs de Linge

Onderzoek naar kamsalamander, grote modderkruiper, kleine modderkruiper en bittervoorn in de Oeverlanden langs de Linge Onderzoek naar kamsalamander, grote modderkruiper, kleine modderkruiper en bittervoorn in de Oeverlanden langs de Linge REPTIELEN AMFIBIEËN VISSEN ONDERZOEK NEDERLAND Onderzoek naar kamsalamander, grote

Nadere informatie

Flora- en faunabemonstering Capreton en Linge

Flora- en faunabemonstering Capreton en Linge Flora- en faunabemonstering Capreton en Linge Rapport: VA 2010_06 Opgesteld in opdracht van: Tijhuis Ingenieurs BV Juni, 2010 door: I.L.Y. Spierts Statuspagina Statuspagina Titel: Flora- en faunabemonstering

Nadere informatie

Viskartering van de Haarlemmermeer. Habitatkartering voor beschermde vissoorten in de Haarlemmermeerpolder

Viskartering van de Haarlemmermeer. Habitatkartering voor beschermde vissoorten in de Haarlemmermeerpolder Viskartering van de Haarlemmermeer Habitatkartering voor beschermde vissoorten in de Haarlemmermeerpolder Habitatkartering beschermde vissoorten Haarlemmermeer Opdrachtgever: Uitvoering: Samenstelling:

Nadere informatie

Inventarisatie beleidsrelevante vissen in het beheersgebied van Waterschap Zuiderzeeland

Inventarisatie beleidsrelevante vissen in het beheersgebied van Waterschap Zuiderzeeland Inventarisatie beleidsrelevante vissen in het beheersgebied van Waterschap Zuiderzeeland REPTIELEN AMFIBIEËN VISSEN ONDERZOEK NEDERLAND Inventarisatie beleidsrelevante vissen in het beheersgebied van Waterschap

Nadere informatie

Nader onderzoek vissen polder t Hoekje

Nader onderzoek vissen polder t Hoekje Nader onderzoek vissen polder t Hoekje Auteur: Ir. T.F. Kroon Opdrachtgever: Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier Datum: 25-07-2013 Autorisator: Drs. E. Nat Status: Eindrapport Registratienummer:

Nadere informatie

Notitie resultaten Aanvullend onderzoek kleine modderkruiper Plangebied: Wetenschappersbuurt, Schiedam

Notitie resultaten Aanvullend onderzoek kleine modderkruiper Plangebied: Wetenschappersbuurt, Schiedam Notitie resultaten Aanvullend onderzoek kleine modderkruiper Plangebied: Wetenschappersbuurt, Schiedam Aan: Van: Kopie: M. de Visser (Kubiek Ruimtelijke Plannen) F.A. van Meurs (Ecoresult) L. Boon (Ecoresult)

Nadere informatie

Vistoets Opsterlandse Compagnonsvaart

Vistoets Opsterlandse Compagnonsvaart Vistoets Opsterlandse Compagnonsvaart Rapport: VA2012_36 Opgesteld in opdracht van: Tijhuis Ingenieurs BV 22 november 2012 door: Q.A.A. de Bruijn Statuspagina Statuspagina Titel: Vistoets Opsterlandse

Nadere informatie

Visonderzoek Gamerensche Plas

Visonderzoek Gamerensche Plas Visonderzoek Gamerensche Plas Eerste inventarisatie na uitvoering van 85% van de verondiepingsmaatregelen REPTIELEN AMFIBIEËN VISSEN ONDERZOEK NEDERLAND Visonderzoek Gamerensche Plas Eerste inventarisatie

Nadere informatie

Migratie door een temporele nevengeul en habitatgebruik door vissen in de Itterbeek. Arthur de Bruin

Migratie door een temporele nevengeul en habitatgebruik door vissen in de Itterbeek. Arthur de Bruin Migratie door een temporele nevengeul en habitatgebruik door vissen in de Itterbeek Arthur de Bruin Deelonderzoeken 1. Migratie temporele nevengeul 2. Habitatgebruik vissen Itterbeek Itterbeek Schouwsmolen

Nadere informatie

Nieuwsbrief 20 van RAVON Afdeling Utrecht Maart 2016

Nieuwsbrief 20 van RAVON Afdeling Utrecht Maart 2016 Nieuwsbrief 20 van RAVON Afdeling Utrecht Maart 2016 Contactpersoon RAVON Utrecht Wim de Wild wim.de.wild@ziggo.nl tel. 030-6963771 RAVON Utrecht verstuurt onregelmatig een nieuwsbrief naar de RAVON waarnemers

Nadere informatie

Amfibieën in de verbindingszone Kaaistoep - Drijflanen in. Tilburg Frank Spikmans & Arnold van Rijsewijk

Amfibieën in de verbindingszone Kaaistoep - Drijflanen in. Tilburg Frank Spikmans & Arnold van Rijsewijk Amfibieën in de verbindingszone Kaaistoep - Drijflanen in Tilburg 2015 Frank Spikmans & Arnold van Rijsewijk Amfibieën in de verbindingszone Kaaistoep Drijflanen in Tilburg 2015 Frank Spikmans & Arnold van

Nadere informatie

Nieuwsbrief 18 van RAVON Afdeling Utrecht Maart 2015

Nieuwsbrief 18 van RAVON Afdeling Utrecht Maart 2015 Nieuwsbrief 18 van RAVON Afdeling Utrecht Maart 2015 Contactpersoon RAVON Utrecht Wim de Wild wim.de.wild@ziggo.nl tel. 030-6963771 RAVON Utrecht verstuurt onregelmatig een nieuwsbrief naar de RAVON waarnemers

Nadere informatie

RAVON Vissenweekend 2006 Gelderland - Achterhoek

RAVON Vissenweekend 2006 Gelderland - Achterhoek RAVON Vissenweekend 2006 Gelderland - Achterhoek Een rapportage van RAVON J.E. Herder & M. de Vos September 2007 m.m.v. J. Kranenbarg & J. Janse STICHTING RAVON POSTBUS 1413 6501 BK NIJMEGEN www.ravon.nl

Nadere informatie

Rivierdonderpad (Cottus gobio) 2 H Status: 2. Kenschets. 3. Ecologische vereisten. Habitatrichtlijn Bijlage II (inwerkingtreding 1994).

Rivierdonderpad (Cottus gobio) 2 H Status: 2. Kenschets. 3. Ecologische vereisten. Habitatrichtlijn Bijlage II (inwerkingtreding 1994). Dit profiel dient gelezen, geïnterpreteerd en gebruikt te worden in combinatie met de leeswijzer, waarin de noodzakelijke uitleg van de verschillende paragrafen vermeld is. Rivierdonderpad (Cottus gobio)

Nadere informatie

Flora- en faunawetbemonstering Hoorn-Enkhuizen

Flora- en faunawetbemonstering Hoorn-Enkhuizen Flora- en faunawetbemonstering Hoorn-Enkhuizen Rapport: VA2009_32 Opgesteld in opdracht van: Tijhuis Ingenieurs Juni, 2009 door: Martin Kroes & Robin Blokhuizen Statuspagina Titel: Flora- en faunawetbemonstering

Nadere informatie

Met DNA visstand monitoren op de grote rivieren

Met DNA visstand monitoren op de grote rivieren Met DNA visstand monitoren op de grote rivieren Wouter Patberg (Koeman en Bijkerk), Jan Warmink (Sylphium molecular ecology), Hans Ruiter (Rijkswaterstaat), Bart Wullings, Edwin Kardinaal (KWR Watercycle

Nadere informatie

Plaag/risico analyses en habitatgebruik van exoten in de grote rivier

Plaag/risico analyses en habitatgebruik van exoten in de grote rivier Aantal soorten Inhoud presentatie Plaag/risico analyses en habitatgebruik van exoten in de grote rivier Habitatgebruik & trendontwikkeling in de grote Actuele verspreiding & Ecologie Risico s voor inheemse

Nadere informatie

Eindrapport. Rugstreeppad en kleine modderkruiper ter plaatse van en direct rond de Hoefweg noord en zuid te Lansingerland

Eindrapport. Rugstreeppad en kleine modderkruiper ter plaatse van en direct rond de Hoefweg noord en zuid te Lansingerland Eindrapport Rugstreeppad en kleine modderkruiper ter plaatse van en direct rond de Hoefweg noord en zuid te Lansingerland Eindrapport Rugstreeppad en kleine modderkruiper ter plaatse van en direct rond

Nadere informatie

Plaag/risico analyses en habitatgebruik van exoten in de grote rivier

Plaag/risico analyses en habitatgebruik van exoten in de grote rivier Plaag/risico analyses en habitatgebruik van exoten in de grote rivier Frank Spikmans RAVON I.s.m: Nils van Kessel - Natuurbalans Inhoud presentatie Exotische vissen in Nederland Habitatgebruik & trendontwikkeling

Nadere informatie

RAVON Hemelvaartweekend

RAVON Hemelvaartweekend RAVON Hemelvaartweekend Gelderland, Limburg en Noord-Brabant 2007 REPTIELEN AMFIBIEËN VISSEN ONDERZOEK NEDERLAND RAVON Hemelvaartweekend Gelderland, Limburg en Noord-Brabant 2007 Een rapportage van RAVON

Nadere informatie

Visonderzoek Mangelbeek: 12 en 19 september

Visonderzoek Mangelbeek: 12 en 19 september Visonderzoek Mangelbeek: 12 en 19 september Locatie 1 1.A 1.B 2 3 4 5 6 7 Het heeft lang geduurd. Maar zaterdag 12 september was het zover. De eerste bemonstering van de LIKONA-Vissenwerkgroep was een

Nadere informatie

Rapportage biotoopinschatting en veldonderzoek in verband met de dijkversterking bij Schoonhoven

Rapportage biotoopinschatting en veldonderzoek in verband met de dijkversterking bij Schoonhoven Rapportage biotoopinschatting en veldonderzoek in verband met de dijkversterking bij Schoonhoven Opdrachtgever Referentie Waterschap Rivierenland Meijer, K. 2014. Rapportage biotoopinschatting en veldonderzoek

Nadere informatie

MONITORING VAN VISMIGRATIEVOORZIENINGEN VOORJAAR 2012

MONITORING VAN VISMIGRATIEVOORZIENINGEN VOORJAAR 2012 MONITORING VAN VISMIGRATIEVOORZIENINGEN VOORJAAR 2012 WATERSCHAP AA EN MAAS 20 september 2012 076534150:0.7 - Definitief C01012.100177.0100 5 Waterschap Aa en Maas Hevelpassage Kaweise Loop 5.1 KAWEISE

Nadere informatie

Prikken in het Niersstroomgebied

Prikken in het Niersstroomgebied 6 tijdschrift Prikken in het Niersstroomgebied Frank Spikmans Prikken zijn een evolutionaire bijzonderheid met een eigenaardige levenswijze. Ze bestaan al 500 miljoen jaar en zwommen dus al rond toen de

Nadere informatie

Recente inzichten kwabaal herintroductieproject in Vlaanderen. Lore Vandamme, Inne Vught, Johan Auwerx, Ine Pauwels & Johan Coeck

Recente inzichten kwabaal herintroductieproject in Vlaanderen. Lore Vandamme, Inne Vught, Johan Auwerx, Ine Pauwels & Johan Coeck Recente inzichten kwabaal herintroductieproject in Vlaanderen Lore Vandamme, Inne Vught, Johan Auwerx, Ine Pauwels & Johan Coeck Vissennetwerk 7 september 2017 Indeling Levenscyclus Situatie in Vlaanderen

Nadere informatie

Nationaal natuurbeleid voor vissen: signalering, stimulerend beleid en wettelijke bescherming

Nationaal natuurbeleid voor vissen: signalering, stimulerend beleid en wettelijke bescherming Nationaal natuurbeleid voor vissen: signalering, stimulerend beleid en wettelijke bescherming Dick Bal, Ministerie van LNV (senior beleidsmedewerker Natuur, Directie Kennis) 1 Nationaal natuurbeleid voor

Nadere informatie

Vismonitoring in grote rivieren

Vismonitoring in grote rivieren Optrekmogelijkheden en habitatgebruik van de rivierprik in Nederland Vismonitoring in grote rivieren Erwin Winter & Ben Griffioen Erwin Winter Nederlands Instituut voor Visserijonderzoek IMARES, Wageningen

Nadere informatie

RAVON Vissenweekend 2011 Limburg

RAVON Vissenweekend 2011 Limburg RAVON Vissenweekend 2011 Limburg REPTIELEN AMFIBIEËN VISSEN ONDERZOEK NEDERLAND RAVON Vissenweekend 2011 Limburg Arthur de Bruin & Frank Spikmans November 2011 STICHTING RAVON POSTBUS 1413 6501 BK NIJMEGEN

Nadere informatie

Aanvullend onderzoek beekprik

Aanvullend onderzoek beekprik Aanvullend onderzoek beekprik Eerbeekse Beek Opdrachtgever Hofmeijer Civiel- & Cultuurtechniek Kleine Enkweg 1a 7383 DB Voorst Datum 27 juni 2018 Status Definitief Kerkstraat 52 6996 AJ DREMPT tel. 06-11428182

Nadere informatie

Inhaalslag verspreidingsonderzoek

Inhaalslag verspreidingsonderzoek 19 7(1) 2005 1 Inhaalslag verspreidingsonderzoek Voor de tweede achtereenvolgende keer verschijnt RAVON in de vorm van een themanummer, waarbij een bepaald onderwerp volop in de schijnwerpers wordt gezet.

Nadere informatie

Dinsdag 25 april 2017 inventarisatie beekprikken Munsterbeek.

Dinsdag 25 april 2017 inventarisatie beekprikken Munsterbeek. Dinsdag 25 april 2017 inventarisatie beekprikken Munsterbeek. Samenkomst om 10.00u op de parking van de Delhaize van Munsterbilzen. Op de afspraak waren Henry Leynen, Rigo Ceelen, Luc Steegmans, Dirk Eerdekens,

Nadere informatie

Onderzoek naar de waarde van een ponyweide aan de Nemelerbergweg 17a (Zwolle) voor de knoflookpad.

Onderzoek naar de waarde van een ponyweide aan de Nemelerbergweg 17a (Zwolle) voor de knoflookpad. Onderzoek naar de waarde van een ponyweide aan de Nemelerbergweg 17a (Zwolle) voor de knoflookpad. REPTIELEN AMFIBIEËN VISSEN ONDERZOEK NEDERLAND Onderzoek naar de waarde van een ponyweide aan de Nemelerbergweg

Nadere informatie

Controleonderzoek van de visstand van een aantal beken gelegen in de Vlaamse Ardennen

Controleonderzoek van de visstand van een aantal beken gelegen in de Vlaamse Ardennen Provinciaal Centrum voor Milieuonderzoek Controleonderzoek van de visstand van een aantal beken gelegen in de Vlaamse Ardennen 5 juni 2015 Pieter Boets en Alain Dillen Contacpersonen: Pieter Boets Provinciaal

Nadere informatie

VISSEN IN GELDERSE NATURA 2000. Voorkomen en status van doelsoorten langs rivieren in Gelderland

VISSEN IN GELDERSE NATURA 2000. Voorkomen en status van doelsoorten langs rivieren in Gelderland VISSEN IN GELDERSE NATURA 2000 Voorkomen en status van doelsoorten langs rivieren in Gelderland N. van Kessel M. Dorenbosch F. Spikmans 23 februari 2009 In opdracht van: Provincie Gelderland NATUURBALANS

Nadere informatie

Rotonde Oosthuizerweg te Edam Volendam

Rotonde Oosthuizerweg te Edam Volendam Rotonde Oosthuizerweg te Edam Volendam Inventarisatie naar beschermde vissoorten M. van Straaten 2013 Opdrachtgever Gemeente Edam Volendam G&G advies 2013 Versie Datum Concept 19 4 2013 Eindrapport 3 6

Nadere informatie

edna vismonitoring van grote modderkruiper naar soortsamenstelling (KRW)

edna vismonitoring van grote modderkruiper naar soortsamenstelling (KRW) edna vismonitoring van grote modderkruiper naar soortsamenstelling (KRW) Jelger Herder Utrecht, 9 april 2015 Sommige soorten zijn lastig te monitoren Grote modderkruiper (Misgurnus fossilis) Vrijwilligers

Nadere informatie

AMFIBIEËN EN REPTIELEN IN HET PLANGEBIED EN OMGEVING VAN DE UITBREIDINGSLOCATIE RENDAC TE SON

AMFIBIEËN EN REPTIELEN IN HET PLANGEBIED EN OMGEVING VAN DE UITBREIDINGSLOCATIE RENDAC TE SON AMFIBIEËN EN REPTIELEN IN HET PLANGEBIED EN OMGEVING VAN DE UITBREIDINGSLOCATIE RENDAC TE SON AMFIBIEËN EN REPTIELEN IN HET PLANGEBIED EN OMGEVING VAN DE UITBREIDINGSLOCATIE RENDAC TE SON juni 2007 In

Nadere informatie

Visstandopname in duikpak. Wouter Lengkeek Bureau Waardenburg

Visstandopname in duikpak. Wouter Lengkeek Bureau Waardenburg Visstandopname in duikpak Wouter Lengkeek Bureau Waardenburg Duikend / snorkelend vissen inventariseren Algemeen geaccepteerde methode (internationale wetenschap): Monitoring rifvissen Ook in niet tropische

Nadere informatie

Verspreiding van exotische vissoorten, bedreigingen en beheersmaatregelen

Verspreiding van exotische vissoorten, bedreigingen en beheersmaatregelen Verspreiding van exotische vissoorten, bedreigingen en beheersmaatregelen Jan Kranenbarg & Frank Spikmans In samenwerking met: Natuurbalans/Limes Divergens, Stichting Bargerveen, Radboud universiteit Nijmegen

Nadere informatie

RAVON Vissenweekend 2007 Biesbosch

RAVON Vissenweekend 2007 Biesbosch RAVON Vissenweekend 2007 Biesbosch REPTIELEN AMFIBIEËN VISSEN ONDERZOEK NEDERLAND RAVON Vissenweekend 2007 Biesbosch Frank Spikmans en Rombout van Eekelen oktober 2008 STICHTING RAVON POSTBUS 1413 6501

Nadere informatie

edna als alternatief voor de Passieve Vismonitoring

edna als alternatief voor de Passieve Vismonitoring edna als alternatief voor de Passieve Vismonitoring De toepassing van de edna methode in stromend water Wouter Patberg - 9 april 2015 - Vissennetwerk Inleiding edna de edna methode in een notendop e staat

Nadere informatie

Vissenweekend Overijssel 2013

Vissenweekend Overijssel 2013 Vissenweekend Overijssel 2013 REPTIELEN AMFIBIEËN VISSEN ONDERZOEK NEDERLAND Vissenweekend Overijssel 2013 Een rapportage van RAVON M.E. Schiphouwer & A. de Bruin December 2013 STICHTING RAVON POSTBUS

Nadere informatie

Ecologische monitoring; standaardisatie?

Ecologische monitoring; standaardisatie? Ecologische monitoring; standaardisatie? Auteur: H.E. Keizer-Vlek Methode zou moeten afhangen van het doel Maar data worden vaak voor meerdere doeleinden gebruikt: vaststellen ecologische toestand detecteren

Nadere informatie

Pilotstudie bruikbaarheid edna voor onderzoek naar kwabaal

Pilotstudie bruikbaarheid edna voor onderzoek naar kwabaal Pilotstudie bruikbaarheid edna voor onderzoek naar kwabaal REPTIELEN AMFIBIEËN VISSEN ONDERZOEK NEDERLAND Stichting RAVON Pilotstudie bruikbaarheid edna voor onderzoek naar kwabaal Een rapportage van

Nadere informatie

Herinrichting Boven Slinge. Eerste inzichten na een jaar meten. Inleiding

Herinrichting Boven Slinge. Eerste inzichten na een jaar meten. Inleiding Herinrichting Boven Slinge Eerste inzichten na een jaar meten Inleiding Aanleiding De Boven Slinge is een bijzondere beek, niet alleen voor de Achterhoek, maar zelfs op landelijke schaal. Er zijn in ons

Nadere informatie

RAVON Vissenweekend 2010 Utrecht

RAVON Vissenweekend 2010 Utrecht RAVON Vissenweekend 2010 Utrecht RAVON Vissenweekend 2010 Utrecht Rémon ter Harmsel Maart 2010 STICHTING RAVON POSTBUS 1413 6501 BK NIJMEGEN www.ravon.nl Stichting RAVON Colofon 2011 Stichting RAVON, Nijmegen

Nadere informatie

Meetnet Vissen Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer

Meetnet Vissen Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer Meetnet Vissen Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer Handleiding beleidsmonitoring voor bittervoorn, kleine en grote modderkruiper en beekprik ANLb-team RAVON Versie 1.0 (juni 2016) Handleiding meetnet

Nadere informatie

Jan de Brouwer, Piet Verdonschot en Anna Besse

Jan de Brouwer, Piet Verdonschot en Anna Besse Beekdalbreed hermeanderen Technieken om dood hout in te brengen Jan de Brouwer, Piet Verdonschot en Anna Besse Jan.debrouwer@wur.nl Piet.verdonschot@wur.nl nl Anna.besse@wur.nl team zoetwaterecologie Piet

Nadere informatie

Inventarisatie beschermde vissen met behulp van vrijwilligers in het beheersgebied van Waterschap Zuiderzeeland 2008

Inventarisatie beschermde vissen met behulp van vrijwilligers in het beheersgebied van Waterschap Zuiderzeeland 2008 Inventarisatie beschermde vissen met behulp van vrijwilligers in het beheersgebied van Waterschap Zuiderzeeland 2008 REPTIELEN AMFIBIEËN VISSEN ONDERZOEK NEDERLAND Inventarisatie beschermde vissen met

Nadere informatie

Vissen in de Palmerswaard, met advies voor toekomstige inrichting

Vissen in de Palmerswaard, met advies voor toekomstige inrichting Vissen in de Palmerswaard, met advies voor toekomstige inrichting REPTIELEN AMFIBIEËN VISSEN ONDERZOEK NEDERLAND Stichting RAVON Vissen in de Palmerswaard, met advies voor toekomstige inrichting Een rapportage

Nadere informatie

Vissen met een potje water edna metabarcoding

Vissen met een potje water edna metabarcoding Vissen met een potje water edna metabarcoding Jelger Herder, Mark Scheepens en Marco Beers Den Bosch, 3 November 2016 Environmental DNA (edna) Hoe werkt het? Alle soorten in het water laten DNA sporen

Nadere informatie

Zuidrand te Delfland

Zuidrand te Delfland Inventarisatie beschermde vissen 2010 V. Nederpel 2010 Opdrachtgever KNNV afdeling Delfland Van der Goes en Groot ecologisch onderzoeks- en adviesbureau Bovendijk 35-G Hazenkoog 35A 2295 RV Kwintsheul

Nadere informatie

Prikken, ammocoeten en ander gespuis Beekprikken in de Winterswijkse beken; verspreiding en beheer

Prikken, ammocoeten en ander gespuis Beekprikken in de Winterswijkse beken; verspreiding en beheer Prikken, ammocoeten en ander gespuis Beekprikken in de Winterswijkse beken; verspreiding en beheer Hans Kroodsma & Matthijs de Vos Het landschap rond Winterswijk is een bijzonder gevarieerd stukje Nederland.

Nadere informatie

Maandag 9 oktober 2017 de Voer en mondingen van zijbeken.

Maandag 9 oktober 2017 de Voer en mondingen van zijbeken. Maandag 9 oktober 2017 de Voer en mondingen van zijbeken. Naar de Voerstreek afzakken is altijd een beetje vakantie. Met zijn mooie dorpskernen, glooiende weilanden en bossen, met kronkelende beekjes is

Nadere informatie

Eindrapportage. Een rapportage van RAVON in opdracht van Ministerie EL&I (bij aanvang LNV) Juli 2011

Eindrapportage. Een rapportage van RAVON in opdracht van Ministerie EL&I (bij aanvang LNV) Juli 2011 Motivering Natura 2000 besluiten voor poldervissen (grote modderkruiper, bittervoorn, kleine modderkruiper), beekvissen (beekprik, rivierdonderpad, beekdonderpad), rivierprik, zeeprik, kamsalamander en

Nadere informatie

Faunaonderzoek met de fotoval op 11 kerkterreinen van de Stichting Oude Groninger Kerken

Faunaonderzoek met de fotoval op 11 kerkterreinen van de Stichting Oude Groninger Kerken Faunaonderzoek met de fotoval op 11 kerkterreinen van de Stichting Oude Groninger Kerken Albert-Erik de Winter Oktober 2012 Dankwoord Dank gaat uit naar de Stichting Oude Groninger Kerken voor toestemming

Nadere informatie

Vismonitoring Aqualan Grou 2012 A&W-rapport 1828

Vismonitoring Aqualan Grou 2012 A&W-rapport 1828 Vismonitoring Aqualan Grou 2012 A&W-rapport 1828 in opdracht van Vismonitoring Aqualan Grou 2012 A&W-rapport 1828 M. Koopmans Foto Voorplaat Overzicht paaivijver, M. Koopmans M. Koopmans 2012 Vismonitoring

Nadere informatie

Provinciaal Centrum voor Milieuonderzoek. Visstandsonderzoek van enkele beken gelegen in het stroomgebied van de Maarkebeek

Provinciaal Centrum voor Milieuonderzoek. Visstandsonderzoek van enkele beken gelegen in het stroomgebied van de Maarkebeek Provinciaal Centrum voor Milieuonderzoek Visstandsonderzoek van enkele beken gelegen in het stroomgebied van de Maarkebeek 1 Wijze van citeren: Boets P., Dillen A., Poelman E. (217). Visstandsonderzoek

Nadere informatie

PUBLIEKE PARTICIPATIE BIJ VISMONITORING RAPPORT

PUBLIEKE PARTICIPATIE BIJ VISMONITORING RAPPORT PUBLIEKE PARTICIPATIE BIJ VISMONITORING RAPPORT 2009 04 Publieke participatie bij vismonitoring Toepassing van schepnet- en hengelgegevens bij de ecologische beoordeling van de visfauna in Nederlandse

Nadere informatie

Ecologische monitoring

Ecologische monitoring Ecologische monitoring Op dit deel van de website staan de monitoringsgegevens die Eco-Niche heeft verzameld voor de jaarlijkse ecologische monitoring van de Meeslouwerplas. Gegevens over vissen, vogels,

Nadere informatie

Ecologisch herstel van twee nieuwe beektrajecten in de bovenlopen van de Kleine Nete

Ecologisch herstel van twee nieuwe beektrajecten in de bovenlopen van de Kleine Nete Ecologisch herstel van twee nieuwe beektrajecten in de bovenlopen van de Kleine Nete Alain De Vocht Centrum voor Milieukunde, Universiteit Hasselt, Agoralaan, Geb. D, 3590 Diepenbeek, Belgium alain.devocht@uhasselt.be

Nadere informatie

Briefrapport. aanleiding en methode. SAB Arnhem B.V. datum: 30 januari betreft: Quick scan Flora en Fauna, Bloksteegweg 1

Briefrapport. aanleiding en methode. SAB Arnhem B.V. datum: 30 januari betreft: Quick scan Flora en Fauna, Bloksteegweg 1 Briefrapport van: ons kenmerk: SAB Arnhem B.V. KUEN/80685 datum: 30 januari 2009 betreft: Quick scan Flora en Fauna, Bloksteegweg 1 aanleiding en methode Aan de Bloksteegweg 1, te Borne (gemeente Borne)

Nadere informatie

RAVON JAARVERSLAG 2007

RAVON JAARVERSLAG 2007 RAVON JAARVERSLAG 2007 reptielen amfibieën vissen onderzoek Nederland Gelderse vissers s nachts in actie Foto: Maaike Pouwels Voorkant: rivierdonderpad (Cottus perifretum) Foto: Paul van Hoof RAVON heeft

Nadere informatie

Visbestandopnames in het Netebekken 2011-Bemonsteringsverslag

Visbestandopnames in het Netebekken 2011-Bemonsteringsverslag Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek-Duboislaan 14 B-1560 Groenendaal-www.inbo.be Visbestandopnames in het Netebekken 2011-Bemonsteringsverslag Rode Loop Gerlinde Van Thuyne en Yves Maes INBO.IR.2012.24

Nadere informatie

Witteveen+Bos B.V. t.a.v. R. ter Harmsel MSc Ecologie Postbus 233 7400 AE Deventer

Witteveen+Bos B.V. t.a.v. R. ter Harmsel MSc Ecologie Postbus 233 7400 AE Deventer Witteveen+Bos B.V. t.a.v. R. ter Harmsel MSc Ecologie Postbus 233 7400 AE Deventer Uw kenmerk: ****** Ons kenmerk: WBMU1310 Datum: 03-12-2013 Projectgebied: Gemaallocatie Monnickendam Onderwerp: Inventarisatie

Nadere informatie

Ecologisch werkprotocol

Ecologisch werkprotocol Ecologisch werkprotocol Lommerrijk 23 Lelystad Locatie en werkzaamheden Lommerrijk 23 ligt aan de noordwestzijde van Lelystad, in de gemeente Lelystad en de provincie Flevoland. Het plangebied is aangegeven

Nadere informatie

Er zit (weer) beekprik in de Hierdense Beek

Er zit (weer) beekprik in de Hierdense Beek 30 tijdschrift RAVON 48 juni 2013 jaargang 15 nummer 2 Er zit (weer) beekprik in de Hierdense Beek Peter van Beers, Ienke Bogerd-Spijkerboer, Ykelien Damstra & Jochem Hop Van oudsher komen er beekprikken

Nadere informatie

TREKVISSEN IN HET MEER EN DE POLDERS VAN UBBERGEN EN BEEK. onderzoek aan vier vispassages

TREKVISSEN IN HET MEER EN DE POLDERS VAN UBBERGEN EN BEEK. onderzoek aan vier vispassages TREKVISSEN IN HET MEER EN DE POLDERS VAN UBBERGEN EN BEEK onderzoek aan vier vispassages De waterhuishouding aan de voet van de stuwwal vanaf Ubbergen tot en met Beek is de laatste jaren aanzienlijk verbeterd.

Nadere informatie

Opdrachtgever: Gemeente Bodegraven projectnummer:

Opdrachtgever: Gemeente Bodegraven projectnummer: Memo Opdrachtgever: Gemeente Bodegraven projectnummer: 035.00.03.00.00 Aan: Gemeente Bodegraven Van: Mevrouw drs. A.A. Schwab Onderwerp: Actualisatie natuurwaardenonderzoek Bodegraven-Oost Datum: 13-11-2013

Nadere informatie

Aanvullend visonderzoek inrichting BBL-percelen Winterswijk Oost. rapportnummer 1324

Aanvullend visonderzoek inrichting BBL-percelen Winterswijk Oost. rapportnummer 1324 Aanvullend visonderzoek inrichting BBL-percelen Winterswijk Oost rapportnummer 1324 Opdrachtgever Dienst Landelijk Gebied Postbus 9079, 6800 ED Contactpersoon: Dhr. T. Paternotte Opdrachtnemer Stichting

Nadere informatie

Ecologische doelstelling

Ecologische doelstelling Nevengeulen langs de grote rivieren Leren van de praktijk Margriet Schoor Oost Nederland Platform beek- en rivierherstel Vreugderijkerwaard, oktober 2009 14 december 2011 Waarom nevengeulen? Hoofdgeul

Nadere informatie

DECEMBER 1999 JAARGANG 88

DECEMBER 1999 JAARGANG 88 293 VISSEN OP DE MEINWEG Reinier Akkermans, Wilhelminalaan 47, 6042 EL Roermond Het nationaal park de Meinweg wordt zowel aan de noord- als aan de zuidkant begrensd door een beek: de Boschbeek respectievelijk

Nadere informatie

Verplaatsen van de beekprik binnen de Keersop

Verplaatsen van de beekprik binnen de Keersop 36 12(2) 2010 21 Verplaatsen van de beekprik binnen de Keersop Jinze Noordijk, Theo de Jong & Jochem van Gooswilligen Aan de Keersop in Noord-Brabant worden werkzaamheden uitgevoerd om de beek en het beekdal

Nadere informatie

Invoerportaal Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer

Invoerportaal Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer Invoerportaal Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer Handleiding Thijs Schippers Versie 1.0 (juni 2016) Colofon Datum: Juni 2016 Titel: Handleiding invoermodule Subtitel: Meetnet Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer

Nadere informatie

VISPASSAGES IN HET BEHEERSGEBIED VAN WATERSCHAP REGGE EN DINKEL

VISPASSAGES IN HET BEHEERSGEBIED VAN WATERSCHAP REGGE EN DINKEL VISPASSAGES IN HET BEHEERSGEBIED VAN WATERSCHAP REGGE EN DINKEL TYPEN, LOCATIES EN MONITORING VAN DE VISOPTREK VISPASSAGE OVERWATER Gertie Schmidt Waterschap Regge en Dinkel, afd. BOA oktober VISPASSAGES

Nadere informatie

Onzichtbaar maar wel aanwezig! Soorten in kaart brengen met Environmental DNA

Onzichtbaar maar wel aanwezig! Soorten in kaart brengen met Environmental DNA Onzichtbaar maar wel aanwezig! Soorten in kaart brengen met Environmental DNA STOWA Gentechnieken-dag Presentatie is eigendom van RAVON en SPYGEN Enkel voor eigen gebruik deelnemers. Niks uit deze presentatie

Nadere informatie

Trekvissen in Natura2000 gebieden. Vissennetwerk 11 maart 2010 Martin Kroes

Trekvissen in Natura2000 gebieden. Vissennetwerk 11 maart 2010 Martin Kroes Trekvissen in Natura2000 gebieden Vissennetwerk 11 maart 2010 Martin Kroes martin.kroes@tauw.nl Inhoud Achtergrond Natura2000 Bijlage IV HR Relatie met Flora- en Faunawet Bijlage V HR Relatie met Visserijwet

Nadere informatie

Soortenlijst zoete wateren en FAME-indeling voor gilden

Soortenlijst zoete wateren en FAME-indeling voor gilden BIJLAGE Soortenlijst zoete wateren en FAME-indeling voor gilden Nederlandse naam Wetenschappelijke naam Stromingsgilde Aal Anguilla anguilla EURY Alver Alburnus alburnus EURY Baars Perca fluviatilis EURY

Nadere informatie

DE ELRITS IN HET STROOMGEBIED VAN DE ROER

DE ELRITS IN HET STROOMGEBIED VAN DE ROER AUGUSTUS 2003 JAARGANG 92 201 DE ELRITS IN HET STROOMGEBIED VAN DE ROER PERSPECTIEVEN VOOR EEN NIEUWE POPULATIE IN NEDERLAND? V.A. van Schaik, van der Renneweg 26, 6075 EJ Herkenbosch R.E.M.B. Gubbels,

Nadere informatie

4.5 Riviervis. Erwin Winter en Joep de Leeuw, RIVO

4.5 Riviervis. Erwin Winter en Joep de Leeuw, RIVO 4.5 Erwin Winter en Joep de Leeuw, RIVO (erwin.winter@wur.nl) De toestand van veel riviervissen is verbeterd sinds het dieptepunt in de jaren zeventig, maar de visstand is nog ver verwijderd van de situatie

Nadere informatie

Vismigratie onder het kanaal

Vismigratie onder het kanaal Vismigratie onder het kanaal Is de langste en diepste onderleider van Nederland vispasseerbaar? Door Hendry Vis VisAdvies B.V. Monitoring vispassages in Nederland Compilatie monitoringsresultaten door

Nadere informatie

Notitie. Referentienummer Datum Kenmerk november Betreft Notitie actualisatie natuuronderzoek Willevenstraat te Schaijk

Notitie. Referentienummer Datum Kenmerk november Betreft Notitie actualisatie natuuronderzoek Willevenstraat te Schaijk Notitie Referentienummer Datum Kenmerk 254564 13 november 2014 254564 Betreft Notitie actualisatie natuuronderzoek Willevenstraat te Schaijk 1 Aanleiding en doel De ontwikkelingsmaatschappij Ruimte voor

Nadere informatie

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is a publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/266/598

Nadere informatie