FEDERAAL ADMINISTRATIEF OPENBAAR AMBT SECTORAAL AKKOORD

Transcriptie

1 FEDERAAL ADMINISTRATIEF OPENBAAR AMBT SECTORAAL AKKOORD Dit sectoraal akkoord is van toepassing op het federaal administratief openbaar ambt, zoals gedefinieerd in artikel 1 van de wet van 22 juli 1993 houdende bepaalde maatregelen inzake ambtenarenzaken. De federale openbare administratie maakt sinds verscheidene jaren grote herstructureringen door, zowel op het vlak van de organisatie van de diensten als op het vlak van de loopbaan van de personeelsleden. Dergelijke veranderingen kunnen op lange termijn slechts worden doorgevoerd dankzij de betrokkenheid op alle niveaus, van de personeelsleden van de overheidsdiensten, want geen enkele hervorming die hiërarchisch wordt opgelegd zonder voorafgaand overleg, heeft kans op slagen. Daarom werden de vakbondsorganisaties vanaf 2003 en zelfs vóór het sluiten van dit sectoraal akkoord, betrokken bij de ontwikkeling van nieuwe projecten binnen comité B. Zo zijn reeds verscheidene maatregelen genomen om bepaalde anomalieën in de nieuwe loopbaan van de niveaus B, C en D te verbeteren. Zo werd tevens onderhandeld over het project voor de modernisering van de loopbaan van niveau A en werd daarover een protocolakkoord gesloten met de drie vakbondsorganisaties. 1. Werkgelegenheid Over het algemeen gaan de afvaardigingen van de overheid en van de vakbondsorganisaties akkoord om via concrete stappen de statutaire werkgelegenheid meer voorrang te geven. Opdat dit principe zou worden nageleefd, is het nodig dat zowel de selectie van het contractueel als van het statutair personeel op een objectieve manier gebeurt, met oog voor de termijnen die overeenkomen met de noden van de diensten. In dit kader werden reeds specifieke maatregelen voorgesteld aan de Ministerraad. Met de goedkeuring van de voorzitters en na overleg met de vakbondsorganisaties worden definitieve maatregelen genomen tijdens het tweede semester van 2004 om de aanwerving van contractuele personeelsleden te objectiveren door voorrang van aanwerving te verlenen aan de laureaten van de wervingsselectie. Bovendien verbindt de overheid zich ertoe tegen eind 2004 het kadaster van het contractueel personeel in het federaal administratief openbaar ambt vast te leggen; aan de hand van dit kadaster zullen de permanente functies kunnen worden bepaald die exclusief moeten worden voorbehouden aan statutaire personeelsleden. Onder kadaster verstaat men ten minste een overzicht per niveau, per geslacht en per categorie (uitzonderlijke en tijdelijke behoeften, bijkomende en specifieke behoeften, vervanging, tewerkstelling in een dienst met afzonderlijk beheer, een dienst met eigen rechtspersoonlijkheid, een dienst met eigen middelen, een onderaannemende dienst, ) van het aantal personeelsleden, de uitgeoefende opdrachten, het type contract (contract van bepaalde duur/contract van onbepaalde duur en bediende/arbeider), de duur van de tewerkstelling per jaarschijf, het aantal geslaagden voor een aanwervingsselectie, de percentsgewijze verhouding met het aantal statutaire ambtenaren.

2 In de loop van het eerste halfjaar van 2005 zal een werkgroep tevens de mogelijkheden bestuderen om de toegang tot de statutaire werkgelegenheid te bevorderen voor het huidige contractuele personeelsbestand. Op grond van de analyse van de resultaten van deze werkgroep zullen concrete voorstellen geformuleerd worden die opgenomen moeten worden in het sectoraal akkoord Het personeel van de onderhoudsdiensten en de restaurants De verhuizing van verscheidene diensten heeft geleid tot een reorganisatie van het aanbod inzake restaurants die toegankelijk zijn voor het personeel van de federale overheidsdiensten. Deze reorganisatie moet zodanig worden opgevat dat ze het best beantwoordt aan de noden van de diensten, de personeelsleden en het personeel van deze restaurants. Het moet een gelegenheid zijn om het personeel de best mogelijke nieuwe functie te bieden door eventueel nieuwe tewerkstellingsmogelijkheden te zoeken. In dat kader zal de overheid toezien op een behoud van werkgelegenheid, ook door de affectatie van de personeelsleden in andere functies. Uitgaande van de bestaande diensten, zal via een studie nagegaan worden hoe de diensten gediversifieerd moeten worden om zo een betere dienst aan te bieden aan meer personeelsleden die in dienst zijn, en gepensioneerden. Voor de schoonmaakdiensten zal tegen eind 2004 een stand van zaken opgemaakt worden over het werkvolume, het betrokken personeel en de uitgevoerde taken teneinde passende maatregelen te nemen om het onzekere karakter van dit type banen aan te pakken. 3. De sociale diensten De organisatie van de sociale diensten gebeurt op dit moment gedecentraliseerd door elke overheidsdienst, wat leidt tot een verschillend aanbod voor de personeelsleden, in functie van de dienst waar ze werken. Met het oog op een grotere samenhang en op een identiek minimumaanbod van diensten voor iedereen, zal tegen eind 2004 een studie worden uitgevoerd om de gemeenschappelijke criteria te bepalen die van toepassing zijn op alle sociale diensten. In dat kader zal vanaf het sectoraal akkoord voorrang gegeven worden aan de harmonisering van de hospitalisatieverzekering. Deze studie zal de basis zijn voor een gemeenschappelijk minimumplatform met het oog op de geleidelijke harmonisatie van de taken van de sociale diensten, vanaf De verloven, afwezigheden en loopbaanonderbrekingen De overheid verbindt zich ertoe vóór eind 2004 de volgende maatregelen te nemen met het oog op de harmonisatie van bepaalde modaliteiten inzake verloven en afwezigheden : Afwezigheden wegens ziekte zullen volledig in rekening gebracht worden bij de berekening van het recht op jaarlijkse vakantie. In geval van een vroegtijdige beëindiging van de arbeidsrelatie, zal een vergoeding uitbetaald worden die overeenstemt met het aantal niet opgenomen vakantiedagen. Met deze twee wijzigingen, die gelden voor zowel de statutaire als voor de contractuele ambtenaren, wordt tegemoet gekomen aan de eisen van Conventie nr. 132 van de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO).

3 De reglementering zal worden verduidelijkt om de situatie te regelen van de personeelsleden die het openbaar ambt verlaten hebben vóór de verplichte compensatieperiode tussen Kerstmis en Nieuwjaar. De verschillen in reglementeringen die de openbare en de privé-sector toepassen voor wat betreft de vergoeding van de verschillende soorten loopbaanonderbreking, zullen worden geanalyseerd om te komen tot een grotere harmonisatie. 5. Het syndicaal statuut De intersectorale sociale programmatie Tweede luik zal worden uitgevoerd wat betreft de terugbetaling van de eventuele verplaatsingskosten van de vakbondsafgevaardigden voor hun deelname aan de verscheidene overleg en onderhandelingscomités. De uren die de afgevaardigden tijdens vakbondsonderhandelingen en -overleg presteren, moeten beschouwd worden als deel uitmakend van de arbeidstijd van de personeelsleden. De toepassingsmodaliteiten zullen bepaald worden door iedere betrokken eenheid die permanente diensten organiseert. 6. De arbeidsomstandigheden de loopbanen de andere statutaire bepalingen Parallel met de toepassing van de teksten van de loopbaan A heeft de overheid zich ertoe verbonden de vakbondsorganisaties te betrekken bij de weging van de functies, alsook bij de organisatie van de gecertificeerde opleidingen om de transparantie bij de invoering van de nieuwe loopbanen in hun geheel te waarborgen. Er moeten overigens verbeteringen aangebracht worden aan de loopbanen van de niveaus B,C en D. Hiertoe is een gestructureerde aanpak nodig, waarbij men rekening houdt met de grootste discriminatiefactoren. Zo zal er voorrang worden gegeven aan de 3 loopbanen van niveau D. Het principe van de gecertificeerde opleiding zal in overweging genomen worden voor de nieuwe loopbaan van niveau D. Daarbij komt dat de test die de voorwaarden stelt voor de ambtenaren van het vroegere niveau 4 voor de overgang van de 1 ste naar de 2 de weddenschaal in niveau D, zal afgeschaft worden, rekening houdend met de regelgeving betreffende de anciënniteit. Vervolgens zullen de loopbanen van de niveaus B en C op hun beurt worden aangepast, daar waar verbeteringen noodzakelijk blijken. Ten einde de inspanningen, geleverd door de geslaagden voor de selectie voor overgang naar het hogere niveau, te valoriseren met het oog op het waarborgen van een bevordering voor deze ambtenaren, zullen specifieke maatregelen worden geconcretiseerd in de reglementaire teksten, in het meer algemeen kader van de personeelsplannen en van de inhoud van de selectieproeven voor de overgang.

4 Wat de eventuele invoering betreft van algemene principes inzake telearbeid in de federale overheidsdiensten, verbindt de overheid zich ertoe deze vooraf te bespreken met de vakbondsorganisaties. Op basis van de proefprojecten die worden gevoerd binnen het federaal administratief openbaar ambt en uitgaande van de Europese Conventie die in 2002 met de sociale partners werd gesloten, zal een oriëntatienota inzake de organisatie van telearbeid in de federale sector worden voorgelegd aan het Comité B vóór een eventuele wettelijke of reglementaire concretisering. De overheid zal bovendien de reglementering bestuderen inzake de bescherming van de personeelsleden om de tenlasteneming door de overheid van de bijstandkosten voor justitie te uniformeren, wanneer het personeel wordt gedagvaard voor feiten die zijn gebeurd bij de uitoefening van de functie. De reglementering zal ook worden aangepast om de schade te vergoeden aan goederen die het personeel gebruikt bij de uitoefening van zijn functie. Er zal tevens een studie worden uitgevoerd over de werkingsregels van de verscheidene Raden van Beroep die bestaan binnen het openbaar ambt om de mogelijke harmoniseringen en de aanpassing aan de nieuwe filosofie van de loopbanen te evalueren. 7. Het welzijn op het werk De overheid zal een stand van zaken opmaken van de manier waarop de wet inzake het welzijn op het werk wordt toegepast in het federaal administratief openbaar ambt om striktere concrete voorstellen te kunnen formuleren met het oog op de naleving van de reglementering terzake. Hieraan zullen de verschillende FOD s, ION s en wetenschappelijke instellingen herinnerd worden en er zullen voorstellen worden gedaan voor de verbetering van de voorzieningen. Vanaf nu zal de overheid in het kader van een betere aanpassing van de administratieve structuur aan de wet over het welzijn op het werk overeenkomstig de bepalingen de functie van preventieadviseur organiseren, bij voorkeur in het kader van de nieuwe loopbaan van niveau A. Bovendien zullen duidelijke en uniforme maatregelen algemeen worden toegepast om de arbeidsomstandigheden te regelen bij extreme temperaturen. 8. Geldelijke aspecten In het kader van de bevordering van het gebruik van het openbaar vervoer, wil de overheid het principe van het gratis openbaar vervoer veralgemenen voor de personeelsleden van het federaal Openbaar Ambt. Dit principe is nu reeds van toepassing op de abonnementen van de NMBS en de gecombineerde abonnementen MIVB NMBS. Dit proces zal op een geleidelijke en coherente wijze worden voortgezet. De overheid verbindt zich ertoe de afschaffing van de carenzdag reglementair uit te voeren in de gevallen die worden opgelegd aan de contractuele personeelsleden, bedienden en arbeiders, en de betaling ervan te waarborgen.

5 9. De opleiding De opleiding van de personeelsleden is essentieel om de kwaliteit van de overheidsdiensten te verbeteren door de ambtenaren de kans te geven hun competenties te ontwikkelen en mee te gaan met de technologische en maatschappelijke evoluties. In het verlengde van de beslissingen die genomen werden in het Comité A, zal opleiding een centrale plaats innemen in de nieuwe loopbaan van de ambtenaren. Het opleidingsprogramma voor de personeelsleden zal uitgewerkt worden via gecertificeerde opleidingen. De loopbaan van niveau D zal ook worden toegespitst op gecertificeerde opleidingen, terwijl voor de niveaus C en B een geleidelijk overgangsprogramma van de competentiemetingen naar gecertificeerde opleidingen zal worden doorgevoerd vanaf eind Timing Gelet op het feit dat dit document afgerond zal worden in september 2004, zal dit sectoraal akkoord meer specifiek betrekking hebben op het laatste trimester van Het gaat hier om een minimumakkoord, gesloten in naleving van het vakbondsstatuut, waarin voorzien is in een conventie voor de periode