De geschiedenis van de achttiende-eeuwse syntaxis
|
|
- Edith Boender
- 7 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 De geschiedenis van de achttiende-eeuwse syntaxis De geschiedenis van de achttiende-eeuwse syntaxis Gijsbert Rutten* 1 Algemene opmerkingen Deze bijdrage gaat over boek VI van Joop van der Horsts Geschiedenis van de Nederlandse syntaxis (GNS) dat handelt over de achttiende eeuw (pp ). Van der Horst heeft zich in zijn 2014 bladzijden tellende magnum opus over de geschiedenis van de Nederlandse syntaxis vooral gericht op inventarisatie van de feiten, met veel aandacht voor datering en daarbij was hij terughoudend met verklaringen, theorieën en interpretaties (p. 14). Maar feiten worden natuurlijk vaak door de theorie geproduceerd (zie ook onder 3). Afgezien daarvan verwijst hij voor de opbouw van het werk naar zijn eigen theorie over taaltekens (p. 16; vgl. Van der Horst 1995). Misschien moeten we dit gemelde gebrek aan theorie dus met een korreltje zout nemen. De overvloedige feitenverzameling valt natuurlijk zeer te waarderen. Voor het deel over de achttiende eeuw heeft Van der Horst ten minste 23 langere teksten geraadpleegd (pp ). Daarvan zijn er slechts zeven van voor 1750 en onder die zeven vinden we Van Effen, Langendijk en twee maal Weyerman. Net als in bijvoorbeeld het WNT komt de vroege achttiende eeuw er dus wat bekaaid vanaf. Anderzijds is zoveel aandacht als Van der Horst aan de achttiende eeuw schenkt (263 blz.), een grote stap voorwaarts. Sterker nog: het is mooi dat hij er überhaupt aandacht aan besteedt. Duidelijk is ook dat Van der Horst naar een enigszins gelijkmatige spreiding van tekstgenres heeft gestreefd. We vinden literair proza en poëzie, maar ook een dagboek, brieven, tijdschriften, jaarboeken en een gids voor het stemmen van het klavier. De brieven van Emilie Fijnje-Luzac en het dagboek van Willem Hendrik Teding van Berkhout zijn pas recent uitgegeven, in handschrift overgeleverde egodocumenten, dus ook die bijzondere tekstsoort komt aan bod. Prijzenswaardig is verder dat Van der Horst aan regionale spreiding heeft gedacht. Behalve teksten uit het noorden vinden we er ook uit het zuiden (o.a. drukken uit Antwerpen, Mechelen, Leuven). Ondanks die beredeneerde selectie van zo gevarieerd mogelijke bronnen blijkt bij de interpretatie van de gegevens dat er hoegenaamd geen aandacht wordt geschonken aan enige vorm van variatie. Sociale noch regionale noch genre-specifieke variatie komen Universiteit Leiden & Vrije Universiteit Brussel; g.j.rutten@hum.leidenuniv.nl. Nederlandse Taalkunde, jaargang 15,
2 Gijsbert Rutten systematisch aan bod. Dat is spijtig, omdat dialectologisch en sociolinguïstisch onderzoek hebben aangetoond dat die variatie er is. En het is alleszins aannemelijk dat ze er ook vroeger was. Niet minder spijtig is het dat de frequentie-aanduidingen steevast luiden: x komt voor, x komt vaak voor, x komt geregeld voor, komt niet meer zo veel voor, neemt toe, neemt af, etc. Over de precieze distributie van x komen we daarmee weinig te weten, en dat terwijl taalveranderingen zich vaak diffuus, per woord, per constructie, per context verspreiden. Welke problemen hieruit kunnen voortkomen, blijkt meteen bij een onderwerp als het ontbreken van onderschikkend dat (type de dokter heeft verzekerd ik niets wagten mag, vgl. p. 1549, p. 1980). Van der Horst, die hierover eerder publiceerde (1990), waagt zich nu wel degelijk aan een interpretatie, al staat die afgedrukt in het hoofdstuk over de negentiende en twintigste eeuw (zie pp ). Het fenomeen wordt geïnterpreteerd als een uit hypercorrectie ontstane schrijftaalconventie. Dat lijkt me een verrregaande conclusie op basis van wat weinig bronnen. In ieder geval zie ik niet waarom het niet juist een spreektalige constructie zou zijn. Dat zou je kunnen denken, omdat ze juist in achttiende-eeuwse egodocumenten wordt aangetroffen, waarvan wordt aangenomen dat ze meer spreektalige reflexen vertonen dan andere teksttypen; vergelijk: (1) Ik hoop u de tafel weer aan het hof hebt (Van Steensel, brief 2) (2) Ik hoop het niet waar sal wesen (Van Steensel, brief 2) Van der Horst zegt in het deel over de negentiende en de twintigste eeuw dat in de negentiende eeuw [ ] de frequentie sterkt toe[neemt] (p. 1980). In het hoofdstuk over de achttiende eeuw geeft hij geen enkel citaat, maar alleen de verwijzing naar het volgende hoofdstuk. Had hij nog wat meer achttiende-eeuwse egodocumenten geëxcerpeerd in plaats van gepubliceerde werken, dan had hij misschien helemaal geen toename vermoed. De tentatieve frequentie-aanduidingen moeten dus met enige reserve behandeld worden. 2 Enkele achttiende-eeuwse verschijnselen De GNS is een heel rijk boek, waar toch niet alles in staat. In een achttiende-eeuws egodocument vind ik de volgende zin: (3) van daar hy in de Regeering was, moest hy de zaaken van de goede party zoolang mogelijk voorstaan (in Sasse van IJsselt 1900: 236) Het onderschikkende van daar dat een causale interpretatie ( omdat ) uitlokt, vind ik niet bij Van der Horst. Nu zal er nog wel meer niet in staan, maar ik haal dit aan, omdat het teksttype hier relevant lijkt. Er gaan al jaren (decennia) stemmen op voor een historischsociolinguïstische taalkunde, die zich onderscheidt door een voorkeur voor ongepubliceerd bronnenmateriaal, omdat juist daarin is de veronderstelling minder sterk genormeerd en minder gestandaardiseerd taalgebruik gevonden kan worden. De verwachting is dat uit historisch-sociolinguïstische hoek nog wel aanvullingen op Van der Horsts werk kunnen komen. 102
3 De geschiedenis van de achttiende-eeuwse syntaxis Een ander verschijnsel is het onderschikkend voegwoord na een comparatief en in de betekenis behalve na woorden als niemand, niets, ander(s). Is dat als of dan? Het is een typische taalmeesterskwestie, die in de vroege achttiende eeuw beregeld zou zijn dankzij Huydecoper, op wie het huidige voorschrift dan te gebruiken, zou teruggaan. Van der Horst haalt Huydecoper en de normeringskwestie ook aan (pp , p. 1547). Bij lezing van een laat-achttiende-eeuwse tekst (zie Breuker 1987) tref ik variatie aan: zeven gevallen van de betekenis behalve, waarvan vier met als en drie met dan, plus nog twee keer een gewone comparatief met als. Dat intrigeert. Wend ik me dan tot de GNS voor nadere opheldering over deze variatie, dan lees ik dat in de achttiende eeuw als en dan beide voorkomen. Maar dat wist ik natuurlijk al. Wat je zou verwachten als je zo n kwestie opzoekt in een boek over de geschiedenis van de Nederlandse syntaxis maar misschien is die verwachting verkeerd is een beschrijving en een verklaring van de variatie. Van der Horst zegt zelf in de inleiding: Wat hier geboden wordt is de optelsom van wat in zo n periode allemaal bestond (p. 21). Ook benadrukt hij dat uit een citaat bij een verschijnsel alleen maar mag worden afgeleid dat het verschijnsel zich in die periode voordeed (althans minstens toch in een of enkele teksten) (p. 23). Dat is een heel bescheiden doelstelling, hoe waardevol het opsommen van verschijnselen ook is. Juist Van der Horst, die zich al zo lang zo intensief met historische syntaxis bezighoudt, had wat mij betreft meer theorie, meer interpretatie, meer verklaringen in het boek mogen stoppen. Van der Horst schrijft ook over het nevenschikkend gebruikte dan in de betekenis maar zoals in (4): (4) Dit is eene van de grootste moeijelykheden der Engelsche taal; dan, wy zullen ze trachten te ontwikkelen (in GNS, p. 1568). In de GNS lezen we over dit nevenschikkende dan: Het gebruik van dan als nevenschikkend voegwoord, begonnen in het latere Middelnederlands en de 16de eeuw, en zich uitstrekkend tot het einde van de 19de eeuw, is in de 18de eeuw tamelijk frequent (p. 1568). Hierna volgen vijf voorbeelden, waarvan vier van een en dezelfde auteur. Ook hier is de vraag: wat weet je nu? Alleen dat dan in de betekenis maar voorkomt. Maar ook dat wisten we eigenlijk al dankzij de publicaties waarnaar Van der Horst verwijst, zoals Burridge (1993) en Van Megen (2002). Ik wil juist weten: bij wie kwam dit tegenstellend dan voor, in welke frequentie, in welke teksttypen, in welke contexten, in welke constructies? Alleen op die manier kunnen we zicht krijgen op het verdwijnen ervan. Een kleine excursie in enkele egodocumenten biedt meteen aanknopingspunten: maar was waarschijnlijk de gangbare variant, die in de gesproken taal gedomineerd zal hebben, en het gebruik van de varianten doch en dan lijkt verbonden te kunnen worden met hogere stijlniveau s, zoals ook in het moderne Nederlands doch de formele variant is (vgl. Rutten 2008a). Van de twee formelere alternatieven lijkt doch het meest voorkomende met tevens de langste gebruiksgeschiedenis. Zo komen we langzaam dichter bij een verklaring van het verdwijnen van nevenschikkend, adversatief dan. De GNS biedt voor een analyse van dan dus wel aanknopingspunten, maar als je wilt weten wie welke constructie verkiest en in welke context, als je de precieze distributie wilt achterhalen en een verklaring zoekt voor het verdwijnen van adversatief dan, moet je verder zoeken (of: kun je de GNS overslaan). Voor onderzoek naar taalverandering biedt de GNS dan ook alleen het uitgangspunt: je 103
4 Gijsbert Rutten kunt vrij snel vaststellen of een fenomeen is gesignaleerd voor een bepaalde periode, wat overigens met de steeds ruimere beschikbaarheid van teksten in bijvoorbeeld de DBNL ook vrij snel kan. Je kunt dat bovendien voor opeenvolgende perioden vaststellen, waarmee de synchrone ingrediënten van de dan nog te verrichten diachrone analyse wel geleverd zijn. Toch waagt Van der Horst zich nu en dan wel degelijk aan diachrone exercities, namelijk bij kwesties waar hij zelf eerder over heeft gepubliceerd, zoals de verandering van d-vormen in w-vormen bij het relatieve bijwoord (een plaats d/waar men is) en het relatieve voornaamwoordelijke bijwoord (het geluk d/waar ik naar verlang); zie bijv. Van der Horst & Storm (1991) en Van der Horst (1993). De achttiende eeuw is in deze veranderingen misschien beslissend geweest. In de passages hierover is bepaald geen sprake van louter een inventarisatie van de feiten (vgl. boven), maar integendeel van de theoretische interpretatie van een taalverandering. En hoewel er wel kanttekeningen zijn te maken bij deze specifieke interpretatie (vgl. Rutten 2010), krijgt de GNS hierdoor wel een meerwaarde die je op andere momenten wel eens mist. De interpretatie zit overigens voor het grootste deel verstopt in het stuk over de zestiende eeuw (boek IV, pp ). Iets vergelijkbaars is er aan de hand bij de onderschikkende voegwoorden. Op p. 1541, aan het begin van de paragraaf over de achttiende-eeuwse onderschikkende voegwoorden, staat dat een samenvattend overzicht van de geschiedenis der onderschikkende voegwoorden elders te vinden is, namelijk in het deel over de zestiende eeuw. Daar besteedt Van der Horst inderdaad bijna tien bladzijden aan de ontwikkelingen in het voegwoordenbestand, vooral vanuit het perspectief van grammaticalisatie (pp ). Hoezo niet theoretisch? 3 Theorie, norm en praktijk: de casus den Theoretische interpretaties zijn er dus wel degelijk in de GNS, zij het soms wat impliciet of verstopt in de inventarisatie van feiten. Als laatste wil ik een casus behandelen waarbij de theoretische opzet van de GNS de interpretatie van sommige feiten moeilijk maakt. Het gaat me om het lidwoord den en dan vooral om die slot-n. Zoals elk boek begint Van der Horst boek VI over de achttiende eeuw met hoofdstukken over de naamvallen. Hij beschrijft het naamvallensysteem zoals dat in de contemporaine normatieve grammatica, bijvoorbeeld bij Moonen (1706), gevonden wordt. Daarbij beperkt Van der Horst zich overigens tot nominatief, genitief, datief en accusatief, terwijl Moonen zes naamvallen onderscheidt, dus ook vocatief en ablatief. Van der Horst merkt verder op: Het staat wel vast dat de verschillende casusvormen die Moonen opgeeft, niet allemaal zo meer bestonden in de gesproken taal. [ ] Moonen geeft dan ook de vormen zoals hij meent dat ze in de schrijftaal in acht genomen dienen te worden. Gesproken taal zal daar sterk van verschild hebben (p. 1352). Dat is een heel terechte opmerking. Desondanks moet worden vastgesteld dat in deze benadering van flexieverschijnselen het uitgangspunt het volledige, standaardtalige naamvallensysteem is. Vervolgens wordt gekeken in hoeverre dat systeem voorkomt in het taalgebruik en wordt er [t]wijfel bij de toepassing van het opgelegd naamvallensysteem (p. 1354) geconstateerd. Hoewel ik betwijfel of het Van der Horsts bedoeling is geweest, zadelt deze benadering ons toch op met een verdeling van de sociolinguïstische ruimte in standaard en niet- standaard, 104
5 De geschiedenis van de achttiende-eeuwse syntaxis waarbij een volledig naamvallensysteem de eigenlijke schrijftaalstandaard is, waar sommige auteurs dan van afwijken. Die afwijking kan vanuit het perspectief van de auteur of de scribent echter alleen als afwijking geïnterpreteerd worden, indien hij weet had van de naamvallenparadigmata en bovendien daar een normatieve werking van vond uitgaan. Zo ontstaat de interpretatie van geschreven taal als gestuurd door de normatieve grammatica, waarbij we per scribent kunnen meten in hoeverre hij erin slaagt te voldoen aan de regels. Maar het is natuurlijk helemaal niet gezegd dat scribenten op de hoogte zijn van de schrijfstandaard die Moonen c.s. voor de hoogste stijlniveaus propageerden. Daar komt nog bij dat de historisch-taalkundige inkadering, waarbij deflexie centraal staat, vanuit het perspectief van de taalgebruiker natuurlijk irrelevant is. Zomin als elke scribent zich positioneert ten opzichte van de normatieve grammatica, zomin zal hij zich positioneren ergens op het continuüm van een volledig naamvallensysteem (zoals in Middelnederlandse teksten) naar een beperkt pronominaal naamvallensysteem (zoals in het moderne Standaardnederlands). Als een taalgebruiker dus nu en dan verbogen vormen produceert, zijn dat geen restanten van een historisch systeem noch verdwijnende vormen en al evenmin gemankeerde pogingen tot een volledige flexie, maar moeten we op zoek naar de synchrone condities waaronder ze zich voordoen. Zoals gezegd, ik betwijfel of het Van der Horsts bedoeling was, maar een opzet waarin eerst Moonen en de naamvallen aan de orde komen en dan de feiten om te bezien in hoeverre de naamvallen nog voorkomen, nodigt wat mij betreft te sterk uit tot een interpretatie waarin vooral interessant wordt gevonden wat afwijkt van de toenmalige typische schrijftaal, de contemporaine standaard. En voorzover er dan alleen gesignaleerd wordt in welke mate de naamvallen nog voorkomen, worden de feiten door de aanpak, en dus door de theorie geproduceerd. Een andere optie zou zijn te vertrekken vanuit de data, bij de schrijfpraktijk van individuen als bijvoorbeeld de boven al aangehaalde Van Steensel (zie (1) en (2)), een middenklassefiguur uit Zuid-Holland. Zij hanteert niet Moonens volledige naamvallensysteem (zie verderop), maar schrijft ook geen Hollands dialect getuige frasen als: (5) Waarde en Tederbeminde, Ik heb u aangenaame van den 18 deser zeer wel o ntvange en met vreugt verstaan dat mijn lieve Malherbe nog welvarent is (brief 6). Voor dit soort taalgebruik, dat we in al die brieven, dagboeken en andere documenten from below tegenkomen, is het concept van de geïntendeerde standaard ontwikkeld (Mihm 1998, Rutten 2008b), dat duidt op het verschijnsel dat de formele kenmerken van de contemporaine standaard ten minste gedeeltelijk ontbreken, zoals een volledig vier- dan wel zes-naamvallensysteem, terwijl tegelijk regionale kenmerken onderdrukt worden. Het supraregionale karakter van het taalgebruik wordt bijvoorbeeld veroorzaakt vanwege administratieve of prestige-redenen (vgl. Vandenbussche 2002), maar hangt ook samen met het feit dat schrijven aangeleerd gedrag is en dat bij schrijfonderwijs expliciete aandacht wordt besteed aan supraregionale normen en praktijken (vgl. Van der Wal 2006). Dat is precies de reden dat we haast geen dialectteksten hebben, behalve dan geconstrueerd door literatoren. Zo is de schrijfpraktijk van de meeste scribenten noch dialectisch noch standaardtalig (Austin 1994, Pounder 2007, Rutten 2008a), maar een eigenstandige grootheid waarin zowel typische dialect- als schrijftaalkenmerken kunnen opduiken, als ook geheel onverwachte variatieverschijnselen (Elspaß 2005). 105
6 Gijsbert Rutten Hoe zit het nu met den bij Van Steensel? Wanneer we haar taalgebruik analyseren vanuit het perspectief van de GNS, dan is het iets als een sterk gedeflecteerd standaard -Nederlands, met grammaticaal onjuiste, aan kennelijke twijfel ontsproten naamvalsrestanten. Zo zien we den opduiken bij mannelijke substantieven in onderwerpspositie (den dokter heeft) en bij vrouwelijke substantieven (den heijning). Ze heeft dus een niet-standaardtalige, niet-moonense distributie in brieven die vol staan met standaardachtige, soms zelfs formeel aandoende frasen (vgl. (5)). Diachroon gezien personifieert Van Steensel de voortgaande deflexie. Inventariseren we nu de synchrone feiten, dan blijkt den, los van genus en casus, voor te komen voor vocalen en voor h, b en d (bijvoorbeeld den avond, den boel, den huys, den dag). Die fonologisch geconditioneerde distributie wordt nu nog in veel zuidelijke dialecten gevonden (incl. voor t) en ook op Oud-Beijerland en meer naar het oosten en zuiden van Zuid-Holland (Van Bree 2004: 79-80), maar niet meer in Delft, waar Van Steensel werd geboren, of in Den Haag, waar ze lang heeft gewoond. In haar geïntendeerde standaard is den voor vocalen en h, b en d kennelijk acceptabel, ongeacht het genus of de casus van het substantief, en ongeacht de standaardisering van de in de nominatief. Toch lijkt den niet eenvoudig een dialectkenmerk te zijn dat Van Steensel consequent overneemt in haar geschreven Nederlands. Ze gebruikt ook de apteeker, de baron, de heere, de dag. Dit type intra-speaker-variatie kan een licht werpen op de complexe verhouding tussen dialect, regiolect en schrijfpraktijken, en op de variabele transitie van gesproken naar geschreven taal thema s die in de GNS niet aangesneden worden. Nog problematischer wordt de interpretatie van den wanneer Van der Horst over het zuidelijke Nederlands spreekt. In het hoofdstuk over de accusativus in de achttiende eeuw (pp ) merkt hij op dat den bij mannelijke woorden [ ] algemeen [is] geworden met een verwijzing naar de grammatica van Des Roches (1761). Hij citeert meteen ook Des Roches terzijde dat veel auteurs, onder wie Vondel, de prefereren in de nominatief. Later schrijft Van der Horst dat den in subjectsfunctie in de 18 de en 19 de eeuw steeds minder voor[komt] in verzorgd taalgebruik, terwijl het vooral in zuidelijke dialecten springlevend [is] tot op de huidige dag (p. 1631). Dat laatste is volkomen juist, maar den in subjectsfunctie is heel normaal in geschreven achttiende-eeuws uit het zuiden, en bovendien de enig voorkomende norm in het verzorgde taalgebruik van zuidelijke, achttiende-eeuwse grammatici en schoolmeesters (Rutten & Vosters, ingediend). Meer aandacht voor synchrone variatie binnen het taalgebied en voor variabele normen, naast de grote diachrone lijnen (deflexie, standaardisatie), was misschien welkom geweest. 4 Slot De GNS is een goed boek, en buitengewoon handig, vooral om snel vast te stellen of een fenomeen geattesteerd is in een bepaalde periode. Het biedt daarmee een voortreffelijk uitgangspunt voor verder onderzoek naar de geschiedenis van de Nederlandse syntaxis. De bescheiden doelstelling ( vooral gericht op inventarisatie van de feiten ) valt wel te betreuren, omdat Van der Horst bij uitstek geëquipeerd lijkt om verder te kijken, gezien de grote hoeveelheid vormen, functies, patronen, constructies die besproken wordt. Het boek is een waardevolle bijdrage die getuigt van een grote bekendheid met historisch taalmateriaal. Soms kijkt Van der Horst gelukkig wel verder en geeft hij interpretaties en 106
7 De geschiedenis van de achttiende-eeuwse syntaxis verklaringen. Een meer expliciete theoretische benadering had hem bovendien kunnen behoeden voor de bezwaren die ik in paragraaf 3 heb geuit. Maar het zou te ver gaan de auteur de genoemde beperkingen al te zwaar aan te rekenen. Dat hij in de inleiding al vooruitloopt op eventuele tekortkomingen en lezers aanmoedigt ze hem te melden, is natuurlijk retorisch handig, maar geeft ook blijk van realiteitszin: de geschiedenis van de Nederlandse syntaxis schrijven, kan natuurlijk niet. Bibliografie Austin, F. (1994). The effect of exposure to standard English: The language of William Clift. In: D. Stein & I. Tieken-Boon van Ostade (red.), Towards a Standard English Berlijn & New York: De Gruyter, Bree, C. van (2004). Zuid-Hollands. Hollands tussen IJ en Haringvliet. Den Haag: Sdu. Breuker, Ph.H. (1987). Septimber 1787: twa egodokuminten. In: W. Bergsma, C. B oschma, M.G. Buist & H. Spanninga (red.), For uwz lân, wyv en bern. De patriottentijd in Friesland. Leeuwarden: Fryske Akademy, Burridge, K. (1993). Syntactic Change in Germanic. Amsterdam & Philadelphia: Benjamins. Elspaß, S. (2005). Sprachgeschichte von unten. Untersuchungen zum geschriebenen Alltagsdeutsch im 19. Jahrhundert. Tübingen: Niemeyer. Horst, J.M. van der (1990). Is weglating van het voegwoord dat typisch voor 19 de -eeuwse vrouwen?. In: J.B. den Besten (red.), Vragende wijs. Vragen over tekst, taal en taalgeschiedenis. Amsterdam: Rodopi, Horst, J.M. van der & R. Storm (1991). Over de geschiedenis van het betrekkelijk voornaamwoordelijk bijwoord. Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde 107, Horst, J.M. van der (1993). Voornaamwoordelijke bijwoorden in 16 de -eeuws Nederlands. Spektator 22, Horst, J.M. van der (1995). Analytische taalkunde. Groningen: Nijhoff. Horst, J.M. van der (2008). Geschiedenis van de Nederlandse syntaxis. Leuven: Universitaire Pers. Megen, N. van (2002). Dan en want: hun functie en betekenis in zeventiende-eeuws taalgebruik. neerlandistiek.nl Mihm, A. (1998). Arbeitersprache und gesprochene Sprache im. 19. Jahrhundert. In: D. Cherubim, S. Grosse & K.J. Mattheier (red.), Sprache und bürgerliche Nation. Beiträge zur deutschen und europäischen Sprachgeschichte des 19. Jahrhunderts. Berlijn & New York: De Gruyter, Moonen, A. (1706). Nederduitsche spraekkunst. Amsterdam: François Halma. Pounder, A. (2007). Norm consciousness and corpus constitution in the study of Earlier Modern Germanic Languages. In: S. Elspaß, N. Langer, J. Scharloth & W. Vandenbussche (red.), Germanic Language Histories from Below ( ). Berlijn & New York: De Gruyter, Roches, J. Des (2007 [1761]). Nieuwe Nederduytsche spraek-konst. Ed. J.M. van der Horst & J. Smeyers. Amsterdam: Stichting Neerlandistiek VU & Münster: Nodus. 107
8 Elma Blom en Siebe de Korte Rutten, G. (2008a). Norms for style and grammar in eighteenth-century Dutch prose, and the effect of education and of writing experience. Historical Sociolinguistics and Sociohistorical Linguistics (HSL/SHL) 8. Zie Rutten.htm. Rutten, G. (2008b). Standaardvariatie in de achttiende eeuw: historisch-sociolinguïstische verkenningen. Nederlandse Taalkunde 13, Rutten, G. (2010). Vroegmoderne relativa: naar een diachrone constructiegrammatica. Nederlandse Taalkunde, deze aflevering. Rutten, G. & R. Vosters (in druk). As many norms as there were scribes? Language history, norms and usage in the Southern Netherlands in the nineteenth century. In: Langer, N., S. Davies & W. Vandenbussche (red.), Language and History - Linguistics and Historiography. Berlijn & New York: De Gruyter. Steensel, C. van (1994 [ ]). Het is of ik met mijn lieve sprak. De briefwisseling tussen Jean Malherbe en Christina van Steensel, Ed. by A. Dik & D. Helmers. Hilversum: Verloren. Sasse van IJsselt, A.F.O. van (1900). Eenige bladzijden uit de geschiedenis van den patriottentijd te s Hertogenbosch. Taxandria VII, Vandenbussche, W. (2002). Dutch orthography in lower, middle and upper class documents in 19th-century Flanders. In: A.R. Linn & N. McLelland (red.), Standardization. Studies from the Germanic languages. Amsterdam & Philadelphia: Benjamins, Wal, M. van der (2006). Onvoltooid verleden tijd. Witte vlekken in de taalgeschiedenis. Amsterdam: KNAW. 108
Boekbesprekingen. Rik Vosters
Boekbesprekingen Judith Nobels. (Extra)Ordinary letters. A view from below on seventeenth-century Dutch. Utrecht: LOT, 2013. IV + 319 blz. ISBN 978-94-6093-111-6. EUR 23,69 Rik Vosters In de zeventiende
Nederlandse Filologie
Nederlandse Filologie Seminarie Oude Brieven Rik Vosters Centrum voor Linguïstiek 01/14/2008 Herhaling titel van presentatie 1 Herhaling: opdrachten Seminariewerk 3 opdrachten voor thuis: één transcriptie
Daar en waar staan relatief niet ver van elkaar. Relatieve bijwoorden en relatieve voornaamwoordelijke bijwoorden in de achttiende en negentiende eeuw
Daar en waar staan relatief niet ver van elkaar Relatieve bijwoorden en relatieve voornaamwoordelijke bijwoorden in de achttiende en negentiende eeuw MA-scriptie Naam: B.M.E. Assendelft Collegekaartnummer:
Semantic Versus Lexical Gender M. Kraaikamp
Semantic Versus Lexical Gender M. Kraaikamp Samenvatting Semantisch versus lexicaal geslacht: synchrone en diachrone variatie in Germaanse geslachtscongruentie De meeste Germaanse talen, waaronder het
Cover Page. Author: Simons, Tanja Title: Ongekend 18e-eeuws Nederlands taalvariatie in persoonlijke brieven Issue Date:
Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/22290 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Simons, Tanja Title: Ongekend 18e-eeuws Nederlands taalvariatie in persoonlijke
Een brede kijk op standaardisering
van de uniforme normtaal in Nederland, omdat het de eigenschappen mist die het klassieke ABN voor jongeren onacceptabel maakten: het is juist niet stijf, niet bekakt en niet vormelijk (p. 222). Als spreekster
Waar Bepaal ten slotte zo nauwkeurig mogelijk waar het onderwerp zich afspeelt. Gaat het om één plek of spelen meer plaatsen/gebieden een rol?
Hoe word ik beter in geschiedenis? Als je beter wilt worden in geschiedenis moet je weten wat er bij het vak geschiedenis van je wordt gevraagd, wat je bij een onderwerp precies moet kennen en kunnen.
Standaardtalen in beweging Standaardisatie en destandaardisatie in Nederland, Vlaanderen en Zuid-Afrika
Standaardtalen in beweging Standaardisatie en destandaardisatie in Nederland, Vlaanderen en Zuid-Afrika Marijke van der Wal Summary During the last decades of the twentieth century, research on standardization
2 Правописание Spelling 11 Hoofdletters en kleine letters 11 Klinkers na de sisklanken ж, ч, ш, щ / г, к, х / ц 12 Interpunctie 12
Inhoudsopgave 1 Русский алфавит Het Russische alfabet 10 2 Правописание Spelling 11 Hoofdletters en kleine letters 11 Klinkers na de sisklanken ж, ч, ш, щ / г, к, х / ц 12 Interpunctie 12 3 Фонетика Fonetiek
Transparency in Language: A Typological Study S.C. Leufkens
Transparency in Language: A Typological Study S.C. Leufkens Transparency in language. A typological study Sterre Leufkens Een taal kun je zien als een verzameling vormen (woorden, zinnen, klanken, regels),
Ongekend 18 e -eeuws Nederlands Taalvariatie in persoonlijke brieven
Ongekend 18 e -eeuws Nederlands Taalvariatie in persoonlijke brieven Gepubliceerd door LOT phone: +31 30 253 6111 Trans 10 3512 JK Utrecht e-mail: lot@uu.nl Nederland http://www.lotschool.nl Illustratie
Het effect van sociale klasse en gesprekssituatie op het gebruik van connectieven in mondeling en schriftelijk taalgebruik
Het effect van sociale klasse en gesprekssituatie op het gebruik van connectieven in mondeling en schriftelijk taalgebruik CAREL VAN WIJK EN GERARD KEMPEN Samenvatting Van den Broeck (1977, 1980) heeft
REGELING BACHELOR SCRIPTIE (specialisatie Geschiedenis LAS)
Latijns-Amerika Studies (LAS) BA programma REGELING BACHELOR SCRIPTIE (specialisatie Geschiedenis LAS) De Bacheloropleiding Latijns-Amerika Studies (specialisatie geschiedenis) wordt in het tweede semester
Taalkunde in het schoolvak Nederlands: wat hebben methodes ons te bieden?
VIERENTWINTIGSTE CONFERENTIE HET SCHOOLVAK NEDERLANDS Ronde 5 Maria van der Aalsvoort ILS, Radboud Universiteit Nijmegen Contact: m.vanderaalsvoort@ils.ru.nl Taalkunde in het schoolvak Nederlands: wat
De kaartenbank.indd Sander Pinkse Boekproductie / 15:06 Pag. 47. Kaart 17. Ik heb de band lek, getekend door C. van Bree in 1991.
De kaartenbank.indd Sander Pinkse Boekproductie 07-11-13 / 15:06 Pag. 47 47 Kaart 17. Ik heb de band lek, getekend door C. van Bree in 1991. De kaartenbank.indd Sander Pinkse Boekproductie 07-11-13 / 15:06
Lexicografie. Inhoudsopgave. Tom Ruette. 1 Inleiding 2. 2 Opnamecriteria 3 2.1 Van Dale Groot Woordenboek... 3 2.2 Redactie... 5
Lexicografie Tom Ruette 2007 Inhoudsopgave 1 Inleiding 2 2 Opnamecriteria 3 2.1 Van Dale Groot Woordenboek.................. 3 2.2 Redactie.............................. 5 3 Descriptieve aanpak 6 4 Case-study:
Nederland in ideeën. 101 denkers over inzichten en innovaties die ons land verander(d)en. Onder redactie van Mark Geels en Tim van OpUnen
Nederland in ideeën 101 denkers over inzichten en innovaties die ons land verander(d)en Onder redactie van Mark Geels en Tim van OpUnen De digitalisering van het Nederlandstalige erfgoed NICOLINE VAN DER
KLASSIEKE STUDIËN LATIJN GRIEKS
KLASSIEKE STUDIËN LATIJN GRIEKS EERSTE GRAAD PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS VVKSO BRUSSEL Vlaams Verbond van het Katholiek Secundair Onderwijs Guimardstraat 1, 1040 Brussel
53. Anders ga je met pensioen!
53. Anders ga je met pensioen! Alex Reuneker, Universiteit Leiden 1 Het bijwoord anders kent volgens Smessaert en Van Belle (2010) drie typen gebruik, als in (1)-(3). (1) Ze zullen zich morgen anders gedragen
Onderwerpen voor werkcolleges taalverandering
Onderwerpen voor werkcolleges taalverandering I. Algemeen: - uitgangspunt voor de opdrachten is het verkrijgen van inzicht in wat taalverandering is en hoe gevarieerd die is. M.a.w. het aspect taalverandering
Samenvatting Nederlands Module 9
Samenvatting Nederlands Module 9 Samenvatting door een scholier 1519 woorden 26 juni 2004 7,5 55 keer beoordeeld Vak Methode Nederlands Kiliaan Module 9: A3 Tekstsoorten A4 Structuur van de boodschap C4
Onderwijs- en examenregeling
Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 september 2016 Opleidingsspecifiek deel: Bacheloropleiding: Engelse taal en cultuur Deze Onderwijs- en examenregeling is opgesteld overeenkomstig artikel 7.13
Op het einde van de negentiende eeuw werd het Nederlands een van de officiële talen in België. Maar welk Nederlands? Er waren twee kampen.
1 Op het einde van de negentiende eeuw werd het Nederlands een van de officiële talen in België. Maar welk Nederlands? Er waren twee kampen. De particularisten pleitten voor een eigen Nederlands pleitten,
Schrijfster zijn in de negentiende eeuw
LESPAKKET Schrijfster zijn in de negentiende eeuw literatuurmuseum.nl / verhalen / schrijfster-zijn-in-de-19e-eeuw OPDRACHTEN BIJ HET VERHAAL OVER SCHRIJFSTER ZIJN IN DE NEGENTIENDE EEUW INLEIDING Schrijfster
Nederlandse Filologie
Nederlandse Filologie Seminarie Oude Brieven Rik Vosters Centrum voor Linguïstiek 01/14/2008 Herhaling titel van presentatie 1 Herhaling: opdrachten Seminariewerk 25% van het examencijfer Vorige seminarieles(sen)
Op reis door het rijk der Letteren en der Godgeleerdheid
History Christiane Simone Stadie Op reis door het rijk der Letteren en der Godgeleerdheid Herinneringen van mijne academiereis in 1843 (Abraham Des Amorie van der Hoeven Jr.) Seminar paper Christiane
Hoofdstuk 2: Kritisch reflecteren 2.1. Kritisch reflecteren: definitie Definitie: Kritisch reflecteren verwijst naar een geheel van activiteiten die
Hoofdstuk 2: Kritisch reflecteren 2.1. Kritisch reflecteren: definitie Definitie: Kritisch reflecteren verwijst naar een geheel van activiteiten die worden uitgevoerd om uit het gevonden bronnenmateriaal
SOCIALE PSYCHOLOGIE VANUIT HET ONBEWUSTE? INLEIDING
SOCIALE PSYCHOLOGIE VANUIT HET ONBEWUSTE? INLEIDING Lieven Jonckheere HET VERLANGEN VAN FREUD IN VERBAND MET ORGANISATIES 1. waarom Freud zich lang beperkte tot het individu 'politieke remming' Freud om
Recente ontwikkelingen in de historiografie van het Nederlands
ROLAND WILLEMYNS (Flandern, Brüssel) Recente ontwikkelingen in de historiografie van het Nederlands 1. Ik heb, samen met Nicoline van der Sijs, vorig jaar Het verhaal van het Nederlands gepubliceerd (Van
Standaardvariatie in de achttiende eeuw
Helena Taelman, Evelyn Martens & Steven Gillis Standaardvariatie in de achttiende eeuw Historischsociolinguïstische verkenningen Gijsbert Rutten* Abstract Histories of Dutch tend to sketch a linear picture
Dr. Geert Driessen Radboud Universiteit Nijmegen
Dr. Radboud Universiteit Nijmegen g.driessen@its.ru.nl www.geertdriessen.nl Grote verschillen in uitkomsten qua vitaliteit Fries, streektalen en dialecten Uiteenlopende oorzaken: peiljaar demografische
Griekse taalleer. Vormleer van het Attisch dialect. Sint-Jan Berchmanscollege. Antwerpen
Griekse taalleer Vormleer van het Attisch dialect Sint-Jan Berchmanscollege. Antwerpen 1998 Hoofdstuk 1 Het Naamwoord 1 De verbuiging van het naamwoord [1-9] 2 De eerste klasse van substantieven en adjectieven
Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten
Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten Afdeling openbaarheid van bestuur 7 mei 2018 ADVIES 2018-41 met betrekking tot de toegang tot informatie die in een databank aanwezig
Dit artikel uit Netherlands Journal of Legal Philosophy is gepubliceerd door Boom juridisch en is bestemd voor anonieme bezoeker
Sanne Taekema (Tilburg) Sanne Taekema, The concept of ideals in legal theory (diss. Tilburg), Tilburg: Schoordijk Instituut 2000, vii + 226 p.; Den Haag: Kluwer Law International 2002, ix + 249 p. Idealen
BLOK 1 05-09-2011 t/m 28-10-2011 = week 1 t/m week 8. Colleges: 12-09-2011 t/m 22-10-2011 = 6 weken LEIDENS ONTZET: geen college op ma 3 okt.
Collegerooster Nederlands 2011-2012 1 e semester week maandag colleges tentamens 1 05/9 2 12/9 3 19/9 4 26/9 5 03/10 6 10/10 7 17/10 8 24/10 9 31/10 10 07/11 11 14/11 12 21/11 13 28/11 14 05/12 15 12/12
Person Markers in Spoken Spontaneous Israeli Hebrew. A Systematic Description and Analysis S. Cohen
Person Markers in Spoken Spontaneous Israeli Hebrew. A Systematic Description and Analysis S. Cohen Persoonsmarkeerders in het Spontaan Gesproken Israelisch Hebreeuws (Samenvatting) Het corpus-gebaseerde
Van nae des Conings doot tot het milieu der musicalfanaten. De ontwikkeling van de genitief in het Nederlands en in het Duits
hoe zit het met de lezers die net als de auteur van het boek (al dan niet eeuwige) studenten zijn van het Nederlands als tweede taal? Dankzij de duidelijke en dubbel en dwars toegelichte marginale en daardoor
Marijke van der Wal en Eep Francken, reds Standaardtalen in beweging
Review 107 Marijke van der Wal en Eep Francken, reds Standaardtalen in beweging Amsterdam: Stichting Neerlandistiek VU. 2010. 217 pp. ISBN 978-3-89323-763-0 De titel van het boek Standaardtalen in beweging,
Taalverandering. 19. Taalverandering. Opdracht 19.1
19. Taalverandering Opdracht 19.1 Vraag: Noem twee voorbeelden van varianten in het Nederlands (of in een andere taal) die steeds meer gebruikt lijken te gaan worden. Geef een lexicale en een andere variant.
Leerlijn historisch denken havo
Leerlijn historisch denken havo Albert van der Kaap vwo Tijd en chronologie klas 1 klas 2 klas 3 vwo 6 gebeurtenissen uit zijn eigen leven alsmede verschijnselen, gebeurtenissen en personen uit de geschiedenis
TUSSEN SOCIALE EN REGIONALE VARIATIE:
MARIJKE VAN DER WAL & TANJA SIMONS TUSSEN SOCIALE EN REGIONALE VARIATIE: N-DELETIE BIJ 18 DE -EEUWSE BRIEFSCHRIJFSTERS IN HET BRIEVEN ALS BUIT-CORPUS The language history from below approach aims at revealing
Inleiding: Combinaties
Zinnen 1 Inleiding: Combinaties Combinaties op verschillende niveaus: Lettergrepen als combinaties van fonemen. Woorden als combinaties van morfemen. Zinnen als combinaties van woorden en woordgroepen.
2014 Advies Commissie Wetenschappelijke Integriteit Universiteit Maastricht
2014 Advies Commissie Wetenschappelijke Integriteit Universiteit Maastricht Aanleiding De Commissie Wetenschappelijke Integriteit UM heeft op (..) 2014 een door (..) (klager) ingediende klacht ontvangen.
- Communicatie- en informatiewetenschappen
Bijlage bij OER domein Taal en Communicatie Overzicht majoren en onderwijsonderdelen Opleidingen (met de bijbehorende e major(en)) die binnen Taal en Communicatie vallen: - Communicatie- en informatiewetenschappen
The Value of Deliberate Metaphor W.G. Reijnierse
The Value of Deliberate Metaphor W.G. Reijnierse Samenvatting De waarde van opzettelijke metaforiek Proefschrift W. Gudrun Reijnierse In de afgelopen dertig jaar zijn metaforen voornamelijk bestudeerd
Reactie op SEO-studie naar welvaartseffecten van splitsing energiebedrijven
CPB Notitie Datum : 6 juli 2006 Aan : Ministerie van Economische Zaken Reactie op SEO-studie naar welvaartseffecten van splitsing energiebedrijven 1 Inleiding Op 5 juli 2006 heeft SEO, in opdracht van
RUBRIC VERKLAREN. Toelichting
RUBRIC VERKLAREN Toelichting Deze rubric is ontwikkeld in het kader van het project Bevorderen van genrespecifieke teksten schrijven in de Mens- & Maatschappijvakken 1. Er zijn rubrics ontwikkeld voor
The Impact of the ECHR on Private International Law: An Analysis of Strasbourg and Selected National Case Law L.R. Kiestra
The Impact of the ECHR on Private International Law: An Analysis of Strasbourg and Selected National Case Law L.R. Kiestra Samenvatting Dit onderzoek heeft als onderwerp de invloed van het Europees Verdrag
Inhoud. 1 Spelling 10
Inhoud 1 Spelling 10 1 geschiedenis van de friese spelling (stavering) in het kort 10 2 spellingregels 12 Hulpmiddelen 12 Klinkers en medeklinkers 12 Lettergrepen 13 Stemhebbend en stemloos 13 Basisregels
Hoe oefen je grammatica? Liesbeth Schenk Sonja van Boxtel TUDelft, ITAV Nederlands voor buitenlanders
Hoe oefen je grammatica? Liesbeth Schenk Sonja van Boxtel TUDelft, ITAV Nederlands voor buitenlanders 1 Programma Aanleiding + Twee typen leerders Theorie: Expliciet vs. impliciet Focus on Form: hoe? Processing
BOEKBESPREKINGEN. Note
Boekbesprekingen Judith Nobels (2013): (Extra)Ordinary letters. A view from below on seventeenthcentury Dutch. Utrecht: LOT. Available online: http://www.lotpublications.nl/publish/articles/004661/bookpart.pdf
Inhoud. Woord vooraf 15
Inhoud Woord vooraf 15 1 Taalverandering en de geschiedenis van het Nederlands 1.1 Talen veranderen 17 1.2 Verandering op verschillende taalniveaus 18 1.3 Illustratie 19 1.4 Taalverandering en taalwetenschap
De kaartenbank.indd Sander Pinkse Boekproductie / 15:06 Pag. 27
De kaartenbank.indd Sander Pinkse Boekproductie 07-11-13 / 15:06 Pag. 27 Kaart 7. Toon wast zich, uit Syntactische Atlas van de Nederlandse Dialecten, deel 1 (68b). Kaart 8. Eduard kent zichzelf goed,
De effectiviteit van de schrijftaalregeling Historisch-sociolinguïstisch onderzoek naar taalbeleid en taalgebruik in de achttiende en negentiende eeuw
De effectiviteit van de schrijftaalregeling Historisch-sociolinguïstisch onderzoek naar taalbeleid en taalgebruik in de achttiende en negentiende eeuw Andreas Krogull IN 56 (1): 23 42 DOI: 10.5117/IN2018.1.KROG
Rapport. Datum: 23 juni 2004 Rapportnummer: 2004/248
Rapport Datum: 23 juni 2004 Rapportnummer: 2004/248 2 Klacht Verzoekster klaagt erover dat de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) in haar brief aan verzoekster van 25 februari 2000 heeft
Onderwijs- en examenregeling
Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 september 2016 Opleidingsspecifiek deel: Bacheloropleiding: Duitse taal en cultuur Deze Onderwijs- en examenregeling is opgesteld overeenkomstig artikel 7.13
Ge G sc s h c i h edeni n s s v an a n he h t Ned e er e l r a l n a d n s d Stand n a d ardi d satie
Geschiedenis van het Nederlands Standaardisatie A.Inleiding standaardisatie & deelprocessen (theorie) STANDAARDISATIE = Guy Janssens en Ann Marynissen, Het Nederlands vroeger en nu. Leuven/Voorburg (2005)²,
Woordsoorten. Nederlands. Aanwijzend voornaamwoord. Onderschikkend voegwoord. Persoonlijk voornaamwoord. Betrekkelijk voornaamwoord
Woordsoorten Nederlands Aanwijzend voornaamwoord Betrekkelijk voornaamwoord Bezittelijk voornaamwoord Bijvoeglijk gebruikt werkwoord Bijvoeglijk naamwoord Bijwoord Bijzin Hoofdzin Hulpwerkwoord Koppelwerkwoord
huisstijl provincie antwerpen TAALGEBRUIK
TAALGEBRUIK provincie Antwerpen Richtlijnen voor in Een persoonlijkheid uit zich in daden, maar natuurlijk ook in woorden. De taal die je spreekt, verraadt je karakter en onthult de waarden die je aanhangt.
Gekaapte brieven vanuit historisch-sociolinguïstisch perspectief. Methoden, problemen en resultaten
Gekaapte brieven vanuit historisch-sociolinguïstisch perspectief. Methoden, problemen en resultaten Abstract This contribution focuses on the international discipline of historical sociolinguistics and
RUBRIC VERGELIJKEN. Toelichting
RUBRIC VERGELIJKEN Toelichting Deze rubric is ontwikkeld in het kader van het project Bevorderen van genrespecifieke teksten schrijven in de Mens- & Maatschappijvakken 1. Er zijn rubrics ontwikkeld voor
KENNIS OF VAARDIGHEDEN, EEN SCHIJNDISCUSSIE
KENNIS OF VAARDIGHEDEN, EEN SCHIJNDISCUSSIE J.M. Praamsma Universiteit Utrecht 2000 In Geografie Educatief eerste kwartaal van dit jaar is een oude discussie nieuw leven ingeblazen: moet de aardrijkskundeles
Samenvatting in het Nederlands
Samenvatting in het Nederlands Congruentie is het verschijnsel in natuurlijke taal dat de vorm van het ene woord afhangt van de kenmerken van een ander woord. Zo hangt in het Nederlands de vorm van het
DE TECHNIEKEN VAN DE KLASSIEKE FILOLOGIE
DE TECHNIEKEN VAN DE KLASSIEKE FILOLOGIE I. Tekstkritiek 1. Inleiding Definitie Noodzaak a. (bijna) geen autografen b. (bijna) geen directe apografen c. Tussenstadia d. Constitutio textus Heuristiek Recensio
Een hele eenvoudige benadering van de oplossing van dit probleem die men wel voorgesteld heeft, is de volgende regel:
Accent op voorzetsels en partikels Het tweede probleem dat ik wil gebruiken ter illustratie is een probleem dat meer van belang is voor de spraaktechnologie. Een van de technologieën die spraaktechnologen
Cover Page. Author: Simons, Tanja Title: Ongekend 18e-eeuws Nederlands taalvariatie in persoonlijke brieven Issue Date:
Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/22290 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Simons, Tanja Title: Ongekend 18e-eeuws Nederlands taalvariatie in persoonlijke
RUBRIC ARGUMENTEREN. Toelichting
RUBRIC ARGUMENTEREN Toelichting Deze rubric is ontwikkeld in het kader van het project Bevorderen van genrespecifieke teksten schrijven in de Mens- & Maatschappijvakken 1. Er zijn rubrics ontwikkeld voor
Educatief Professioneel (EDUP) - C1
Educatief Professioneel (EDUP) - C1 Voor wie? Voor hogeropgeleide volwassenen (18+) die willen functioneren in een uitdagende kennis- of communicatiegerichte functie: in het hoger onderwijs, als docent
Bronnen en bronvermelding
Bronnen en bronvermelding Bronnen gebruiken Wie een zakelijke tekst schrijft (een essay, een boekbespreking ), zal vaak gebruik maken van bronnen: boeken, artikelen en websites waarop meer informatie te
Literatuur: zoeken en verwijzen
Literatuur: zoeken en verwijzen Steven Wepster Departement Wiskunde Universiteit Utrecht 5 maart 2019 Soorten literatuur primair: originele werken, evt in vertaling secundair: artikelen etc over originele
Jan Bransen Het Schrijven van een Filosofisch Essay
Jan Bransen Het Schrijven van een Filosofisch Essay Onderstaande tekst schreef ik jaren geleden om studenten wat richtlijnen te geven bij het ontwikkelen van een voor filosofen cruciale vaardigheid: het
Vaksubkernen Inhouden vwo kerndoelen onderbouw. De leerling kan zijn Latijnse woordenschat inzetten bij het tekstbegrip
Tussendoelen Latijn ( vwo ) Latijn havo/vwo onderbouw K = gericht op voorbereiding op deze vakken in bovenbouw (Turquoise) KGV= gericht op algemene gymnasiale vorming (Zilver) = K = Kgv Taalsysteem Vocabulaire
Programma Publiekssymposium 15 juni 2013
Programma Publiekssymposium 15 juni 2013 Leiden University Centre for Linguistics Universiteit Leiden Programma Publiekssymposium Prescriptivisme Wie is de baas over de taal? 15 juni 2013 Welkom bij ons
Cover Page. Author: Simons, Tanja Title: Ongekend 18e-eeuws Nederlands taalvariatie in persoonlijke brieven Issue Date:
Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/22290 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Simons, Tanja Title: Ongekend 18e-eeuws Nederlands taalvariatie in persoonlijke
Woordenboekencomponent van de Geïntegreerde Taalbank (GTB): het WNT en VMNW met andere databestanden geïntegreerd in 1 zoeksysteem demo gtb.inl.
Woordenboekencomponent van de Geïntegreerde Taalbank (GTB): het WNT en VMNW met andere databestanden geïntegreerd in 1 zoeksysteem demo gtb.inl.nl: basiszoeken en uitgebreid zoeken links vanuit een artikel
Een kritische terugblik op honderd jaar taalzorg en taaladvisering in Vlaanderen. En wat brengt de toekomst?
Ronde 8 Peter Debrabandere Katholieke Hogeschool VIVES Contact: peter.debrabandere@vives.be Een kritische terugblik op honderd jaar taalzorg en taaladvisering in Vlaanderen. En wat brengt de toekomst?
Nederlands havo 2019-II
Tekst 3 De onderstaande tekst is een column op Neerlandistiek, een online tijdschrift voor taal- en letterkundig onderzoek. WhatsAppachtig taalgebruik (1) Onlangs kreeg ik een mailtje doorgestuurd waarin
JAARGANG 8 / NUMMER 6 FEBRUARI Mede mogelijk dankzij:
JAARGANG 8 / NUMMER 6 FEBRUARI 2014 Partners: Mede mogelijk dankzij: VRAAG 1 Tattas be like De afgelopen maand was de Facebook-pagina Tattas be like erg populair, een pagina waarop de draak wordt gestoken
Verandering in de frequentie van het gemengde huwelijk
Verandering in de frequentie van het gemengde huwelijk G. Dekker Aan het kerkelijk gemengde huwelijk wordt vanuit de sociale wetenschappen niet zo bijzonder veel aandacht geschonken. De belangstelling
Theorie en Empirisch Onderzoek. Werkcollege 4.1 Kwalitatief onderzoek: Yazilitas et al.
Theorie en Empirisch Onderzoek Werkcollege 4.1 Kwalitatief onderzoek: Yazilitas et al. Grounded theory Het onderzoek van Yazilitas et al. volgt een grounded theory approach: Geen theoretische veronderstellingen
De einduitslag van deze test geeft aan in welke mate je de nieuwe alerteerregels kent én begrijpt.
Alerteertoets De einduitslag van deze test geeft aan in welke mate je de nieuwe alerteerregels kent én begrijpt. Vraag 1 1SA pas 2 * pas 2 pas pas pas West alerteerde oosts 2, en legde uit dat 2 een transfer
Zo verklaaren wy ons te stellen gelyk wy doen mits deezen tot Borgen
Zo verklaaren wy ons te stellen gelyk wy doen mits deezen tot Borgen Een historisch-sociolinguïstisch onderzoek naar de uniformiteit in laat 18 e -eeuwse borgbrieven uit Noord-Brabant Masterscriptie Neerlandistiek:
De leerling leert strategieën te gebruiken voor het uitbreiden van zijn Duitse woordenschat.
A. LEER EN TOETSPLAN DUITS Onderwerp: Leesvaardigheid De leerling leert strategieën te gebruiken voor het uitbreiden van zijn Duitse woordenschat. De leerling leert strategieën te gebruiken bij het verwerven
Vaak vervult de inleiding verschillende functies tegelijk. Welke vind je terug in deze tekst? Verklaar ook hoe je ze terugvindt. /2 Functie a: zin 1 b
Naam: Klas: Nr.: Datum: /20 Leesexamen: Spreken de sterren Deze leesoefening kunt u pas geven nadat 3.3 en 3.5 behandeld en getoetst zijn. Daardoor is deze leesoefening geschikt als examen in juni. Als
Afwijzen bijzondere bijstand Sociale Dienst Amsterdam, regio Nieuw West
Rapport Gemeentelijke Ombudsman Afwijzen bijzondere bijstand Sociale Dienst Amsterdam, regio Nieuw West 2 augustus 2004 RA0409390 Samenvatting Verzoeksters schuldhulpbureau (shb) neemt op 19 juni 2003
Boekbesprekingen. Nederlandse Taalkunde, jaargang 17, 2012-1
Jan-Wouter Zwart. The Syntax of Dutch. Cambridge: Cambridge University Press, 2011, viii + 402 blz. ISBN 978 0 521 87128 0 (HB). GBP 65,00. The Syntax of Dutch van Jan-Wouter Zwart is verschenen als elfde
Programma van Inhoud en Toetsing
Onderdeel: Grammatica zinsdelen (RTTI) Lesperiode: 1 Hoofdstuk: 1, 2,3 & 5 Theorie blz 28, 68, 108, 188, 189 De leerling moet de volgende zinsdelen kennen: persoonsvorm onderwerp werkwoordelijk gezegde
Basisbegrippen van de taalwetenschap: Variatielinguïstiek
Basisbegrippen van de taalwetenschap: Variatielinguïstiek Marc van Oostendorp M.van.Oostendorp@umail.LeidenUniv.NL 29 november 2004 Variatielinguïstiek Wat is variatielinguïstiek? De studie van taalvariatie
Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation
Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/25845 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Henstra, F.H. Title: Horace Walpole and his correspondents : social network analysis
Vergaderen. Auteur: Mark van der Lee. Plaats: Delft. Datum: 17 januari 2014. Organisatie: Haagsche Hogeschool Delft
Vergaderen Auteur: Mark van der Lee Plaats: Delft Datum: 17 januari 2014 Organisatie: Haagsche Hogeschool Delft Binnen projecten is het erg belangrijk dat er communicatie is. Dit kan op verschillende manieren
Grammatica op school
Grammatica op school Jan-Wouter Zwart Minisymposium Wat moeten wij met de grammatica? Nijmegen, 8 mei 2009 2/25 Wat moeten wij met de grammatica? Uitgangspunt: niets 3/25 Waarom wèl?! Omdat het leuk is.!
Leven met angst voor ernstige ziektes
Leven met angst voor ernstige ziektes Van A tot ggz De boeken in de reeks Van A tot ggz beschrijven niet alleen oorzaak, verloop en behandeling van de onderhavige problemen, maar geven ook antwoord op
Haags Gemeentearchief CURSUSSEN + WORKSHOPS 2014-2015
19 Haags Gemeentearchief CURSUSSEN + WORKSHOPS 2014-2015 32015 22 1843 2014 971 1840 Inhoudsopgave Algemene informatie 4 Lezingen 5 Workshops 6 Cursussen Cursus paleografie voor beginners 8 Inleiding Ook
Evaluatie cursus onderzoekbegeleiding. Inhoudsopgave. 1 Algemeen...1
Inhoudsopgave 1...1 2 00Hoofdsectie...2 1 De onderstaande stellingen gaan in op verschillende aspecten rond de cursus. Bij elke stelling heb je de mogelijkheid je antwoord te kiezen op een schaal van 1
VERSLAGEN EN MEDEDELINGEN
ISSN 0770-786X 1983 Aflevering 1 VERSLAGEN EN MEDEDELINGEN VAN DE KONINKLIJKE ACADEMIE VOOR NEDERLANDSE TAAL- EN LETTERKUNDE NIEUWE REEKS voot2 ne0eulan0s, mm i i^^ n mm rrrn ^ "ningsst2aat Ge,; 1983 SECRETARIAAT
Bachelor Europese Studies overgang naar 8 8 4. Propedeuse. Oude programma tot en met 2011/12 Nieuwe programma 8 8 4 vanaf 2012/13.
1 Bachelor Europese Studies overgang naar 8 8 4 Propedeuse Naam Studentnummer Oude programma tot en met 2011/12 Nieuwe programma 8 8 4 vanaf 2012/13 Propedeuse Europese studies (35 EC) Culturele vormgeving
Samenvatting Dautzenberg H8
Samenvatting Dautzenberg H8 Paragraaf 56 Elk boek kun je in drieën verdelen: voorwerk, eigenlijke tekst, nawerk. Onder voorwerk verstaan we alles wat voorafgaat aan het eerste hoofdstuk: omslag, titel,
SAMENVATTING Het doel van dit proefschrift is drieledig. Ten eerste wordt inzicht verschaft in het gebruik van directe-rede-constructies (bijvoorbeeld Marie zei: Kom, we gaan! ) door sprekers met afasie.
Onderwijs- en examenregeling
Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 september 2016 Opleidingsspecifiek deel: Bacheloropleiding: Midden-Oostenstudies Deze Onderwijs- en examenregeling is opgesteld overeenkomstig artikel 7.13 van