UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT DIERGENEESKUNDE. Academiejaar MYCOPLASMA BOVIS INFECTIE BIJ JONGE KALVEREN. door. Annelies DE MEULEMEESTER

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT DIERGENEESKUNDE. Academiejaar MYCOPLASMA BOVIS INFECTIE BIJ JONGE KALVEREN. door. Annelies DE MEULEMEESTER"

Transcriptie

1 UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT DIERGENEESKUNDE Academiejaar MYCOPLASMA BOVIS INFECTIE BIJ JONGE KALVEREN door Annelies DE MEULEMEESTER Promotor: Dr. Bart Pardon Medepromotor: Prof. Dr. Piet Deprez Casusbespreking in het kader van de Masterproef

2

3 UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT DIERGENEESKUNDE Academiejaar MYCOPLASMA BOVIS INFECTIE BIJ JONGE KALVEREN door Annelies DE MEULEMEESTER Promotor: Dr. Bart Pardon Medepromotor: Prof. Dr. Piet Deprez Casusbespreking in het kader van de Masterproef

4 VRIJWARINGSCLAUSULE Universiteit Gent, haar werknemers of studenten bieden geen enkele garantie met betrekking tot de juistheid of volledigheid van de gegevens vervat in deze masterproef, noch dat de inhoud van deze masterproef geen inbreuk uitmaakt op of aanleiding kan geven tot inbreuken op de rechten van derden. Universiteit Gent, haar werknemers of studenten aanvaarden geen aansprakelijkheid of verantwoordelijkheid voor enig gebruik dat door iemand anders wordt gemaakt van de inhoud van de masterproef, noch voor enig vertrouwen dat wordt gesteld in een advies of informatie vervat in de masterproef.

5 VOORWOORD Om te beginnen zou ik graag een aantal mensen bedanken die er mede voor gezorgd hebben dat deze masterproef geworden is tot wat hij nu is. Als eerste wil ik graag mijn promotor, Dr. Bart Pardon, bedanken voor de vele raadgevingen, nuttige tips, de foto s en het feit dat ik altijd bij hem terechtkon wanneer ik vragen had. Zijn passie voor het vak en het onderwerp hebben aanstekelijk gewerkt. Daarnaast had ik ook graag Professor Dr. Piet Deprez bedankt voor het nalezen van mijn werk. Verder had ik graag mijn ouders bedankt omdat zij mij de mogelijkheid gegeven hebben om deze studies aan te vatten en zo mijn droom waarheid te maken. Dankjewel voor de steun die ik gedurende mijn studies van jullie kreeg. Pieter, bedankt voor je eindeloze geduld en steun de laatste zes jaar en gewoon om er te zijn voor mij. Als laatste wil ik mijn vrienden bedanken voor alle leuke momenten die we gedurende onze studies beleefd hebben. Zonder jullie was mijn studententijd maar half zo leuk geweest. Ook bedankt voor de bemoedigende woorden die ik van jullie kreeg wanneer het even moeilijk ging. Betere vrienden kan ik mij niet wensen.

6 INHOUDSTAFEL VRIJWARINGSCLAUSULE... VOORWOORD... INHOUDSTAFEL... SAMENVATTING... 1 INLEIDING... 2 CASUÏSTIEK Kalveren binnengebracht op kliniek Anamnese Klinisch onderzoek en symptomen Vaarskalf (5687) Stierkalf (5688) Differentiaal diagnose Bijkomend onderzoek Bronchoalveolaire lavages (BAL s) Diepe nasopharyngeale swab Echografie Mestonderzoek Diagnose Behandeling Resultaat Bedrijfssituatie Bedrijfsschets Klinisch onderzoek Bijkomend onderzoek Diepe nasopharyngeale swabs en BAL s Bacteriologie op drinkemmers en tankmelk Serologie Risicofactoren DISCUSSIE REFERENTIELIJST... 21

7 SAMENVATTING In deze masterproef wordt een geval van Bovine Respiratory Disease (BRD) bij kalveren besproken. Dit multifactoriële bedrijfsprobleem wordt benaderd vanuit drie belangrijke pijlers, namelijk de omgeving, de infectieuze agentia en de weerstand van de kalveren. De typische symptomen in deze casus waren hoesten, koorts en otitis, gekenmerkt door head tilt, bij dieren tussen de twee weken en twee maanden oud. Mycoplasma bovis kon geïsoleerd worden door middel van een bronchoalveolaire lavage (BAL) bij zieke kalveren. Door middel van serologisch onderzoek werd aangetoond dat het Boviene Virale Diarree Virus (BVDV) hier ook een belangrijke rol speelde. De belangrijkste risicofactoren op dit bedrijf waren het geven van rauwe melk aan de kalveren, hetgeen de spreiding van M. bovis in de hand werkt, en het feit dat kalveren van verschillende leeftijden dicht bij elkaar gehuisvest zaten. In deze casus wordt dieper ingegaan op M. bovis als ziekteverwekker en de aanpak van een positief bedrijf. ABSTRACT This thesis reports on a case of Bovine Respiratory Disease (BRD) in calves, in which Mycoplasma bovis plays an important role. This multifactorial herd problem was approached from three important angles, i.e. the environment, the infectious agents and the immunity of the calves. The typical symptoms in this case were coughing, fever and otitis, characterized by head tilt, in animals aged between two weeks and two months. M. bovis was successfully isolated from a bronchoalveolar lavage (BAL) in sick calves. Serological investigation showed that Bovine Viral Diarrhea Virus (BVDV) played an equally important role in this herd problem. The most important risk factors found on this farm were: (i) feeding raw milk to the calves, hereby promoting the transmission of M. bovis, and (ii) the fact that calves of different ages were housed close to each other. This thesis provides a closer look at M. bovis as a pathogen and discusses on possible approaches for positive herds. Key Words: Mycoplasma bovis Respiratory Disease - Otitis Calves Bovine Viral Diarrhea 1

8 INLEIDING Bovine Respiratory Disease (BRD) is economisch gezien een heel belangrijke aandoening. Er kan aangenomen worden dat deze aandoening jaarlijks veel verliezen en handenvol geld kost, onder andere te wijten aan dierenartskosten en behandelingen, een verhoogde arbeidsduur, minder goede groei van de kalveren, een hogere mortaliteit en het vroeger moeten opruimen van dieren. De verliezen veroorzaakt door BRD in de Amerikaanse vleesvee industrie worden geschat op jaarlijks zo n 32 miljoen dollar (Maunsell en Donovan, 2009). Ook in België veroorzaakt BRD belangrijke economische schade. Zo is BRD bijvoorbeeld de hoofdoorzaak van morbiditeit en mortaliteit bij vleeskalveren en is verantwoordelijk voor grote gewichtsverliezen (Pardon et al., 2012). BRD is een multifactoriële aandoening, en daarom vaak moeilijk onder controle te krijgen. Verschillende factoren zijn van belang, zoals de verantwoordelijke pathogenen, kalffactoren in het bijzonder de immuniteit en, zeker niet te vergeten, omgevingsfactoren (Fig.1). Naast het soort pathogenen zijn ook het aantal en de virulentie van die kiemen van belang. De belangrijkste bacteriële pathogenen die verantwoordelijk zijn voor het veroorzaken van BRD behoren tot de families van de Pasteurellaceae en Mycoplasmata. Onder die Pasteurellaceae behoren kiemen als Mannheimia hemolytica, Pasteurella multocida en Histophilus somni (Griffin et al., 2010). Deze kiemen zijn allen in meerdere (M. hemolytica) of mindere (P. multocida) mate facultatieve pathogenen die bij verstoring van het heersende evenwicht tussen gastheer en bacteriën, aanleiding kunnen geven tot BRD. M. hemolytica is de kiem die het meeste kan worden geïsoleerd uit runderen met BRD (Duff en Galyean, 2007; Griffin et al., 2010). P. multocida veroorzaakt vooral bij jongere kalveren BRD (Griffin et al., 2010). Het belang van mycoplasmen, in het bijzonder M. bovis, in BRD, is de laatste jaren groter geworden. De economische verliezen veroorzaakt door de aanwezigheid van BRD bij jonge kalveren zouden namelijk voor 25% te wijten zijn aan het voorkomen van M. bovis infecties (Maunsell en Donovan, 2009). M. bovis kan dan ook beschouwd worden als een primair pathogeen (Caswell et al., 2010). Deze kiem kan veel schade aanrichten en is moeilijk te behandelen door zijn bouw en vernuftige mechanismen om aan de immuniteit te ontsnappen (Maunsell en Donovan, 2009). M. bovis heeft namelijk geen celwand, maar wel een drielagige plasmamembraan. Naast bacteriële pathogenen, kunnen ook virale pathogenen zoals Infectieuze Boviene Rhinotracheïtis (IBR), Parainfluenzavirus type 3 (PI3) en het Boviene Respiratoire Syncytieel virus (BRSV), van belang zijn in het ontstaan van BRD (Duff en Galyean, 2007). Deze zijn namelijk vaak de gangmaker voor secundaire bacteriële infecties, of verstoren het aanwezige evenwicht waardoor bacteriële pathogenen kunnen uitgroeien en ziekte kunnen veroorzaken. Een andere niet te onderschatten virale aandoening die vaak geassocieerd wordt met BRD is het Boviene Virale Diarree (BVD) virus. Door zijn immunosuppressieve werking geeft het makkelijker aanleiding tot (onder andere) infecties van de ademhalingswegen en dus tot BRD. BVDV zou ook synergistisch werken met andere virussen en 2

9 bacteriën, zoals M. bovis, die aanleiding geven tot BRD waardoor de symptomen die optreden erger zijn (Richer et al., 1988; Shahriar et al., 2002). Naast het soort, aantal en de virulentie van de pathogenen zijn ook kalffactoren belangrijk. Zo moet de immuniteit van het kalf op punt staan (Fig. 1), en daarin is de opname van colostrum een essentieel onderdeel. Er moet tijdens de eerste levensuren van het kalf snel en genoeg colostrum opgenomen worden van goede kwaliteit zodat het kalf direct over een goede set antistoffen beschikt (Duff en Galyean, 2007). Daarnaast moeten aandoeningen die de immuniteit verstoren, zoals infectie met het BVD virus, absoluut vermeden (en dus bestreden) worden. Kalveren kunnen ook gevaccineerd worden tegen bepaalde ademhalingsaandoeningen (bijvoorbeeld tegen BRSV e.d.), al moet men hierbij wel opletten dat de vaccinatie niet te vroeg gebeurt, namelijk wanneer het kalf nog over maternale antistoffen beschikt. Vaccinatie zal dan op dat moment niet zorgen voor een weerstandsopbouw tegen de pathogenen waartegen gevaccineerd wordt waardoor de kalveren later alsnog geïnfecteerd en ziek kunnen worden (Duff en Galyean, 2007). Daarnaast werd ook vastgesteld dat BRD vaker voorkomt bij stierkalveren dan vaarskalveren. Dit heeft echter te maken met de stress die ontstaat tijdens het castreren van stierkalveren (Snowder et al., 2006). Ook door het onthoornen van kalveren ontstaat er stress, waardoor de immuniteit van de kalveren daalt en sneller geleden wordt aan BRD (Lorenz et al., 2011). Daarnaast zijn tal van omgevingsfactoren van belang. Zo wordt de immuniteit onderdrukt bij het ontstaan van stress, bijvoorbeeld wanneer de dieren getransporteerd worden (Duff en Galyean, 2007; Taylor et al., 2010). Ook het hergroeperen van dieren, wat stress impliceert, zorgt voor een hogere incidentie van BRD gevallen (Duff en Galyean, 2007; Taylor et al., 2010). Wanneer kalveren dens contact hebben met elkaar, worden ook meer gevallen van BRD gezien. De kalveren individueel huisvesten, in bijvoorbeeld iglo s, is dan ook een goede maatregel in het proberen voorkomen van BRD (Lorenz et al., 2011). Er moet ook gelet worden op het soort bedding en de temperaturen waarbij de kalveren zijn gehuisvest. Om de kalveren niet teveel warmte te laten verliezen, is een dikke laag stro de beste ondergrond (Lorenz et al., 2011). Ook de ventilatie in de stal is van belang. Bij onvoldoende ventilatie en een hogere relatieve luchtvochtigheid kunnen pathogenen die via de lucht verspreid worden, zich makkelijker verspreiden en meer ziekte veroorzaken in de groep (Lorenz et al., 2011). In deze casus wordt een geval besproken van BRD, waarin M. bovis een centrale rol speelt. 3

10 Fig. 1. Factoren die een invloed hebben op de immuniteit van het kalf (Duff en Galyean, 2007) 4

11 CASUÏSTIEK 1. Kalveren binnengebracht op kliniek 1.1. Anamnese Op 23 juli 2012 werden in de faculteit Diergeneeskunde in Merelbeke twee jonge BWB kalveren binnengebracht. Het vaarsje (nummer 5687) was 11 dagen oud, de leeftijd van het stierkalf (nummer 5688) was niet exact geweten, maar het stiertje was ongeveer even oud als het vaarsje. Tijdens het afnemen van de anamnese werd duidelijk dat deze zieke kalveren niet de enige ziektegevallen waren die de eigenaars op het bedrijf de laatste maanden hadden gehad. Verschillende andere kalveren hadden dezelfde symptomen vertoond. De eigenaars wisten te vertellen dat er sinds langere tijd op het bedrijf problemen waren met hoesten bij de kalveren en dat de kalveren vaak een scheve kop (head tilt) hadden, waarbij een otitis werd vastgesteld. Dit was bij deze kalveren ook weer het geval. Na behandeling van de kalveren op het bedrijf werd echter steeds een slecht resultaat bekomen en daardoor was er op het bedrijf ook een te hoge mortaliteit. Er waren op een korte periode namelijk drie van de 15 aanwezige kalveren gestorven na chronische ziekte. Omdat de behandeling niet aansloeg, werden de kalveren naar een andere stal verhuisd en werd de oorspronkelijke stal grondig gereinigd en gedesinfecteerd. Daarna volgde echter een tweede episode van ziektegevallen, waarbij twee van de 15 aanwezige kalveren ziek werden. Om uit te zoeken wat hier aan de hand was, werden deze twee kalveren binnengebracht op kliniek Klinisch onderzoek en symptomen Vaarskalf (5687) Het kalf lag matig depressief in de trailer. Er was een head tilt te zien naar links, en aan de linkerzijde van de kop hing het oor ook af, net als het bovenste linkerooglid en er was epiphora te zien links (Fig. 2A en 2B). Hieruit kon besloten worden dat het dier links aan een facialisparalyse leed. Het kalf had een regelmatige pols van 80 slagen per minuut en had 39,8 C koorts. De capillaire vullingstijd was normaal (dit wil zeggen minder dan twee seconden), net als de auscultatie van het hart. De mucosae en huidturgor waren normaal. Verder was er wat neusvloei waar te nemen, maar aan de neusmucosae waren geen erosies te zien. De permeabiliteit van de neusgangen links en rechts was normaal en de submandibulaire en retropharyngeale lymfeknopen waren niet opgezet. De larynx vertoonde een intermediaire gevoeligheid. De tracheareflex daarentegen was duidelijk positief waardoor hoesten kon worden opgewekt. Op de longen was een versterkt vesiculaire ademhaling te horen. De mestconsistentie was slap. De spanning op de buikwand was goed en de lendenreflex was positief. 5

12 A B Fig. 2. Symptomen bij aankomst van het kalf. A. Het kalf vertoonde een duidelijke head tilt, het linkeroor hing af en het linkerooglid vertoonde ptosis. B. Linkeroor hing af, er was ptosis van het linker ooglid en er was duidelijke tranenvloei te zien uit het linkeroog Stierkalf (5688) Dit kalf liet een depressieve indruk na en lag neer in de trailer. Hier was geen head tilt te zien. Beide oren en bovenste oogleden hingen echter wel af. Ook hier was dus een facialisparalyse aanwezig, zij het dan wel beiderzijds. Op stap mankte het kalf en was het slap in de achterhand. De pols was 120 slagen per minuut en was regelmatig. De huidturgor en capillaire vullingstijd waren normaal (minder dan twee seconden). Auscultatie van het hart was ook normaal. Het kalf had een versnelde ademhaling van 60 keer per minuut, en bij auscultatie van de longen was zowel links als rechts een versterkte vesiculaire ademhaling te horen. Het kalf had ook 40.2 C koorts. De larynx was niet gevoelig, de tracheareflex was wel duidelijk positief. De mestconsistentie was slap en geel en het dier vertoonde tenesmus zonder dat er mest afkwam. De buikspanning was normaal en de lendenreflex was positief. Fig. 3. Symptomen van het kalf bij aankomst. Het kalf was depressief, vertoonde afhangende oren en oogleden. 6

13 1.3. Differentiaal diagnose De belangrijkste symptomen van deze kalveren waren hoest, neusvloei, epiphora en head tilt. Deze symptomen wijzen op een respiratoire infectie, mogelijks een pneumonie en een otitis media of interna. De verantwoordelijke kiemen van deze aandoeningen kunnen zijn: In de eerste plaats M. bovis (Walz et al.1997; Griffin et al., 2010). Gezien de otitis is de betrokkenheid van M. bovis waarschijnlijk, maar daarnaast kan otitis ook veroorzaakt worden door een infectie met Pasteurellaceae zoals H. somni (Duarte en Hamdan, 2003; Griffin et al., 2010) en P. multocida (Duarte en Hamdan, 2004). Naast deze bacteriën komen ook andere bacteriën in aanmerking zoals Acinetobacter spp., Escherichia coli, Pseudomonas aeruginosa en Trueperella pyogenes (Duarte en Hamdan, 2004) en M. hemolytica (Griffin et al., 2010). Initieel kunnen ook virussen betrokken zijn zoals BRSV (Brodersen, 2010), PI3 en Adenovirus (Montgomery, 2009). Wegens de maternale immuniteit is de kans op een virale infectie echter klein. Daarnaast is een zeer belangrijke speler BVDV, die door een onderdrukking van de immuniteit aanleiding kan geven tot secundaire infecties (Montgomery, 2009; Ridpath, 2010). De meest waarschijnlijke diagnose is M. bovis. Om deze diagnose te bevestigen en eventueel andere pathogenen te identificeren, moest bijkomend onderzoek gebeuren Bijkomend onderzoek Bronchoalveolaire lavages (BAL s) Bij een BAL wordt een sonde ingebracht via de ventrale neusgang naar de longen en wordt fysiologische vloeistof ingespoten, waarna deze terug gecollecteerd wordt door aspiratie. Hier kan vervolgens bacteriologisch, virologisch of cytologisch onderzoek op gedaan worden. Bij de twee kalveren uit deze casus werd een BAL uitgevoerd die door Diergezondheidszorg Vlaanderen (DGZ) werd opgehaald en geanalyseerd. Isolatie voor M. bovis gebeurt op een Pleuropneumonia-like organism (PPLO) agar (Difco Laboratories, Detroit, MI, USA). Bij het vaarskalf (5687) kon M. bovis worden geïsoleerd, de BAL van het stierkalf (5688) was hiervoor echter negatief. Bij het stiertje was er echter wel een sterk positief resultaat voor P. aeruginosa. Naast de gewone cultuur werd hier ook gebruik gemaakt van de polymerase kettingreactie (PCR) om BVD-, BRSV-, en PI3- antigen op te sporen. Beide kalveren waren negatief voor deze virussen Diepe nasopharyngeale swab Naast het uitvoeren van een BAL werd bij deze twee dieren ook een commercieel beschikbare diepe nasopharyngeale swab (DNS) (Venturi, Transsystem, Copan, Brescia, Italië) genomen. Om geen contaminatie met kiemen op het oppervlak van de neusspiegel en neusgaten te krijgen, moeten deze 7

14 eerst worden ontsmet met een ethanoloplossing van 96%. Bij het inbrengen van de swab mogen de neusspiegel en de neusgaten niet worden aangeraakt. De swab wordt ingebracht tot in de nasopharynx omdat de agentia die pneumonie veroorzaken hier zeer frequent aanwezig zijn. De swab wordt ingebracht in een Amies transportmedium waarna bacteriële isolatie gebeurt volgens een standaardprotocol beschreven door Catry et al. (2007). Deze techniek is zeer eenvoudig, gaat snel en geeft ook zeer goede resultaten bij een acute uitbraak van BRD. Het kan zelfs, op groepsniveau, ter vervanging van een BAL gebruikt worden (Godinho K.S. et al., 2007) Echografie Ter hoogte van de thorax waren komeetstralen, maar geen consolidaties te zien, wat suggestief is voor een acute pneumonie Mestonderzoek Op 24 juli werd mest genomen en opgestuurd naar DGZ om een infectie met Salmonella uit te sluiten. Beide dieren hadden namelijk platte mest. Ze bleken Salmonella negatief te zijn Diagnose Zoals eerder vermeld kon M. bovis geïsoleerd worden uit het vaarskalf. De kalveren waren beiden negatief voor BVDV, BRSV en PI3. Als diagnose kon dus M. bovis gesteld worden Behandeling Bij de behandeling van Mycoplasma bovis moet met een aantal zaken rekening worden gehouden. Door het ontbreken van een celwand is de kiem namelijk ongevoelig aan alle β-lactam antibiotica aangezien deze klasse van antibiotica inwerkt op de celwand. Daarnaast zijn de kiemen ook ongevoelig aan sulfonamiden (Maunsell en Donovan, 2009). De kalveren werden de eerste drie dagen, gezien hun conditie op dat moment, behandeld met 6 cc enrofloxacine aan een dosis van 5 mg/kg/dag IV (Floxadil 50 mg/ml, Emdoka, Meer, België). Ook werd eenmalig IV behandeld met een niet-steroïdale ontstekingsremmer, nl. 1,5 cc flunixine (meglumine) aan een dosis van 1,2 mg/kg/dag (Emdofluxin 50, Emdoka, Meer, België), wat de koorts van de kalveren deed zakken. Vanaf dag 1 kregen de kalveren ook 1,2 g doxycycline aan een dosis van 10 mg/kg/dag (Doxyveto 50% Pulvis, VMD, Arendonk, België) in de melk toegediend, verdeeld over twee voederbeurten. De doxycycline werd gedurende bijna het ganse verblijf op kliniek (13 dagen) op dezelfde manier toegediend. 8

15 Op de tweede dag van de behandeling werden de kalveren eenmalig subcutaan behandeld met 5 cc Vit.E en Se aan een dosis van 1 cc/10kg (Etosol-Se, Eurovet, Heusden-Zolder, België), om myocarddegeneratie door Vit.E- en Se- tekort in combinatie met doxycycline te voorkomen. Om de kalveren algemeen te ondersteunen werd na drie dagen gedurende drie dagen lang Vit. B1 gegeven. Bij het vaarskalf werd initieel 1 g Vit. B1 (Vitamine B Complex Kela, Kela Laboratoria, Hoogstraten, België) traag IV ingespoten, het stierkalf kreeg 2 g Vit. B1 in de melk toegediend. De twee volgende dagen werd aan beide kalveren telkens 2 g Vit. B1 gegeven in de melk. Daarna had het vaarskalf opnieuw koorts (39,4 C) waardoor opnieuw 2 cc flunixine (meglumine) werd toegediend. Enkele dagen later werden de kalveren, naast hun behandeling met 1,2 g doxycycline in de melk, nogmaals behandeld met 5 cc Vit.E en Se. Na 13 dagen werd doxycycline vervangen door 4 cc florfenicol aan een dosis van 20 mg/kg (Nuflor injectable solution 300 mg/ml, Intervet, Brussel, België). Dit werd twee keer IM toegediend, met 48 uur tussen. Daarna waren de kalveren fit genoeg om naar huis te gaan Resultaat Beide kalveren werden na twee weken naar huis gestuurd. De symptomen (koorts en hoest) waren verdwenen, de kalveren zagen er fitter uit en het stierkalf stond niet meer wankel op de benen. Bij navraag anderhalve maand later bleek echter dat beide dieren toch nog waren gestorven. 2. Bedrijfssituatie Nadat de twee kalveren terug naar huis mochten, werd besloten om een bedrijfsbezoek te doen, in samenwerking met de firma Pfizer Animal Health Bedrijfsschets Het bedrijf bezit ongeveer 220 runderen, waarvan de helft (ongeveer 110) Belgisch Witblauwe koeien. De kalveren die geboren worden, worden na de geboorte direct individueel gehuisvest, waar ze gedurende twee tot drie maanden verblijven (Fig.4A). Na twee tot drie maanden worden ze in groepjes van vijf tot tien kalveren gehuisvest. Deze groepsboxen bevinden zich in dezelfde ruimte tegenover de individuele hokjes waar de jongste dieren gehuisvest zijn, met een relatief smalle gang tussen de individuele hokjes en de groepsboxen (Fig. 4B). De dieren in de groepsboxen kunnen direct contact met elkaar maken. Na een paar maanden worden de dieren van de groepsboxen verhuisd naar een andere, grotere stal (in een ander gebouw), waar ze ook weer per leeftijd opgedeeld worden in verschillende groepen waarbij telkens minder dan tien dieren in een box zitten. 9

16 A B Fig. 4. Huisvesting van de jonge kalveren. A. De individuele huisvesting van de kalveren tot twee-drie maanden ouderdom. B. Overzicht van de kalverstal met links de groepsboxen met telkens vijf tot tien kalveren en rechts de individuele hokjes. Naast de vleeskoeien beschikt het bedrijf ook over een groot aandeel melkkoeien, die apart gehuisvest staan en tweemaal per dag gemolken worden. Uit de anamnese die bij het binnenkomen van de twee kalveren op kliniek was afgenomen, bleek dat de twee aangevoerde dieren niet de enige dieren waren met problemen. Het bedrijf had namelijk al langer last van hoestende dieren en een chronische mortaliteit onder de kalveren. In een eerste episode van problemen waren namelijk drie van de 15 aanwezige kalveren klinisch ziek geworden en waren er van die drie kalveren twee gestorven. Na deze episode werden de kalveren verhuisd van stal en werd de oorspronkelijke stal gedesinfecteerd, waarna de kalveren wederom hier werden gehuisvest. Niet veel later brak echter een tweede episode van ziektegevallen uit, waarbij nog eens twee kalveren stierven. In het verleden waren er BVDV positieve dieren gedetecteerd en werd er gevaccineerd tegen BVDV. Vanaf 2002 werd hier echter niet meer tegen gevaccineerd. Volgens de eigenaars was het bedrijf vrij van BVD. Het bedrijf bezit het IBR-statuut I2. Dit houdt in dat alle dieren van het beslag verplicht gevaccineerd worden volgens een standaard vaccinatieprotocol. De vaccinatie moet geregistreerd worden. 10

17 2.2. Klinisch onderzoek Bij 11 aanwezige jonge kalveren werd een klinisch onderzoek uitgevoerd. De pols was normaal bij alle dieren en ook de temperatuur bleek bij alle 11 de kalveren binnen de normen (38-39,3 C) te liggen. Een van de kalveren had een temperatuur van 39,3 C, wat nog net binnen de norm is. De dieren hoestten op het moment van het bedrijfsbezoek niet. De mucosae van de dieren waren roze. Bij de kalveren konden op het moment van het bedrijfsbezoek dus geen duidelijke klinische symptomen van BRD worden waargenomen. Een van de dieren bleek een opgezette tarsus te hebben en vertoonde manken. Enkele kalveren vertoonden ook een lichte vorm van head tilt Bijkomend onderzoek Diepe nasopharyngeale swabs en BAL s Als bijkomende onderzoeken werden DNS s genomen en BAL s uitgevoerd bij elk van de 11 jonge kalveren. Deze werden vervolgens bacteriologisch onderzocht. Bij vier van de kalveren (36%) kon M. bovis geïsoleerd worden uit de DNS en/of de BAL, ondanks dat de dieren op het moment van bezoek geen duidelijke klinische symptomen van BRD vertoonden. P. multocida kon bij drie dieren geïsoleerd worden uit de DNS. Naast het bacteriologisch onderzoek werd ook een virologisch onderzoek uitgevoerd door middel van PCR. Daaruit bleek dat op dit bedrijf de dieren negatief waren voor zowel PI3, BRSV als BVDV. Dit wil zeggen dat op het moment van de staalname geen enkel dier een virale infectie vertoonde Bacteriologie op drinkemmers en tankmelk Uit één drinkemmer kon M. bovis worden geïsoleerd. M. bovis kon echter niet worden aangetoond in een tankmelkstaal Serologie Op dit bedrijf werd serologisch onderzoek uitgevoerd op verschillende dieren. Dit gebeurde met behulp van een commerciële antistof ELISA (ELISA Respiratory Kit (BHV1, BVDV, BRSV, PI3, Mycoplasma bovis), Bio-X Diagnostics, Jemelle, België). De resultaten hiervan zijn te zien in figuur 5. 11

18 Seroprevalentie (%) <2 (n=17) 2 tot 4 (n=4) 4 tot 8 (n=5) 8 tot 12 (n=3) Leeftijdscategorie (maanden) 12 tot 24 (n=4) >24 (n=2) BHV-1 BVDV BRSV PI3 M. bovis Fig. 5. Seroprevalentie van respiratoire pathogenen in verschillende leeftijdscategorieën Bij dieren die jonger zijn dan twee maanden is de seroprevalentie van M. bovis relatief laag (zo n 23%), maar wanneer de kalveren twee maand ouder zijn, blijkt dat de seroprevalentie 100% is. Dit komt overeen met de periode waarin de meeste dieren symptomen vertonen op dit bedrijf. Daarbij komt nog dat niet alle dieren positief testten voor elk virus dus dat de kalveren geen homogene maternale immuniteit hebben. Dit kan wijzen op een gebrekkig colostrummanagement. In de grafiek valt ook op dat sommige dieren serologisch positief testten op BVDV en aangezien de veehouders in 2002 gestopt zijn met vaccineren, kan verondersteld worden dat BVD circuleert op het bedrijf, in tegenstelling tot wat de eigenaars vertelden. Hetzelfde geldt voor PI3. Het feit dat namelijk verschillende dieren positief testten op PI3 bewijst dat er een recent contact geweest is met het virus. 12

19 2.4. Risicofactoren Tijdens een bedrijfsrondgang werd nagegaan welke risicofactoren voor M. bovis aanwezig waren. De mogelijke risicofactoren worden hieronder opgesomd en er wordt vermeld of deze aanwezig zijn op het bedrijf of niet. Mogelijke risicofactoren Geven van niet gepasteuriseerde besmette melk/colostrum aan kalveren Huisvesting in de buurt van de plaats waar besmette koeien afkalven (contact met vaginale/respiratoire secreties) Geen opsplitsing in verschillende leeftijdsgroepen bij de kalveren Verschillende leeftijdsgroepen zijn dicht bij elkaar gehuisvest en kunnen contact hebben met elkaar Niet afzonderen van klinisch zieke dieren Meer dan 10 kalveren per box Geen regelmatige desinfectie van de boxen Niet elk kalf heeft zijn eigen drinkemmer Geen regelmatige desinfectie van de drinkemmers Slechte ventilatie in de stal Lage temperaturen (ongeveer 5 C) in de stal Is deze risicofactor aanwezig op het bedrijf? Ja Neen Neen Ja Ja Neen Ja Ja Ja Neen Neen Geen vaccinatie tegen andere respiratoire aandoeningen (PI3, BRSV, IBR) Ja Fig. 6. Risicofactoren voor M. bovis infecties (Naar Maunsell en Donovan, 2009) 13

20 DISCUSSIE In deze discussie wordt enerzijds dieper ingegaan op M. bovis als ziekteverwekker, anderzijds wordt een goeie aanpak van dit probleembedrijf besproken. M. bovis, een bacterie die enkel voorkomt bij runderen (Dybvig en Voelker, 1996), is een bijzondere kiem die behoort tot de klasse van de Mollicutes (Balish en Krause, 2006), de Orde van de Mycoplasmatales, familie van de Mycoplasmataceae en het genus Mycoplasma (Razin et al., 1998) dat verder onderverdeeld kan worden in drie groepen waaronder de groep Mycoplasma hominis (Balish en Krause, 2006), waartoe M. bovis behoort (Pettersson et al., 2001). Het bijzondere aan deze kiemen is dat ze zeer klein zijn en dus ook een zeer klein genoom hebben waardoor ze zelf niet in staat zijn om voedingsstoffen aan te maken. Ze zijn dus afhankelijk van de gastheercel of de omgeving voor het aanbrengen van voedingsstoffen (Caswell en Archambault, 2007). Een ander bijzonder, en met het oog op behandeling, zeer belangrijk kenmerk van deze kiemen is dat ze geen celwand hebben (Balish en Krause, 2006; Trachtenberg, 1998). Het ontbreken van een celwand impliceert immers dat deze kiemen van nature uit resistent zijn aan alle β-lactam antibiotica (Maunsell en Donovan, 2009). Daarnaast zijn ze ook natuurlijk resistent aan sulfonamiden (Maunsell en Donovan, 2009), omdat deze bacteriën foliumzuur onafhankelijk zijn. Een eerste belangrijk punt in de aanpak van zo n probleembedrijf is dus dat de veehouders er attent moeten op gemaakt worden dat deze producten totaal ineffectief en dus nutteloos zijn om te gebruiken bij een M. bovis infectie. Ter vervanging van die celwand bezit M. bovis een drielagige lipide plasmamembraan (Sato et al., 2012), die ook van belang is in verband met de pathogeniteit van M. bovis. De moeilijkheid in de bestrijding van een M. bovis infectie ligt namelijk voor een deel in het feit dat deze kiem in staat is om de afweerreactie van het lichaam te ontlopen en zo te persisteren in het lichaam (Chambaud et al., 1999; Maunsell et al., 2011). De belangrijkste proteïnen die hiervoor verantwoordelijk zijn, de zogenaamde variable surface lipoproteins (vsp s), waarvan er vijf verschillende types bestaan (Sachse et al., 2000) zitten vast in deze drielagige plasmamembraan (Behrens et al., 1994). Wanneer deze lipoproteïnen in contact komen met antistoffen die door het lichaam geproduceerd worden in een reactie op de infectie, kunnen ze antigene variatie ondergaan en op die manier zorgen voor het ontlopen van de afweer (Chambaud et al., 1999; Maunsell et al., 2011). Een andere belangrijke functie van deze vsp s is dat ze de kiem helpen om vast te hechten aan de gastheercel (Caswell en Archambault, 2007). Daarnaast zijn er nog een aantal andere antigene moleculen die vastzitten in de plasmamembraan (Caswell en Archambault, 2007). M. bovis is niet alleen in staat om de gastheer immuniteit te ontlopen, de kiem zorgt ook zelf actief voor schade aan de weefsels door productie van waterstofperoxide dat reageert met ijzer. Hierdoor worden waterstofradicalen gevormd waardoor de gastheercellen worden beschadigd (Khan et al., 2005). 14

21 Daarnaast beschikt M. bovis over een intern cytoskelet, dat ervoor zorgt dat de kiem kan voortbewegen en van vorm kan veranderen (Trachtenberg, 1998). Zo kan M. bovis peervormig of flesvormig met een tip zijn of het uitzicht hebben van een gebakken ei (Fig.7) (Razin et al., 1998). Fig. 7. M. bovis kolonies met de vorm van een gebakken ei (Maunsell en Donovan, 2009). M. bovis kan binnengebracht worden in een kudde door de aankoop van een (al dan niet klinisch) geïnfecteerd dier. Bij het eerste contact met de kiem, dat tussen kalveren waarschijnlijk wordt doorgegeven door direct contact of een aërosol (Maunsell en Donovan, 2009), wordt de Upper Respiratory Tract (URT) gekoloniseerd (Maunsell, 2007) ter hoogte van het gehemelte en de tonsillen van de pharynx (Maunsell en Donovan, 2009). Als de kiem bij koeien eerst in contact komt met de uier, zal deze worden gekoloniseerd, waarna mastitis optreedt en de koe de kiem uitscheidt via de melk (Fig.8) (Walz et al., 1997). Dit wetende moet aangeraden worden aan de veehouder om geen rauwe melk aan de kalveren te geven die mogelijks besmet is met M. bovis. Dit was bij dit bedrijf een zeer grote risicofactor. Er wordt beter gekozen voor ofwel kunstmelk, ofwel, bij veehouders die per se echte koemelk willen geven, om de melk te pasteuriseren gedurende 1 uur bij 65 C of gedurende 3 minuten bij 70 C, want in dat geval kan de kiem worden afgedood (Maunsell en Donovan, 2009). Op dit bedrijf werden ook drinkemmers aangetroffen waarin zich nog restanten van melk bevonden. De kiem kan bij een omgevingstemperatuur van 4 C gedurende 54 dagen overleven in de melk (Pfützner en Sachse, 1996), en kon op dit bedrijf gekweekt worden uit deze drinkemmers, dus moet er op gehamerd worden dat men de drinkemmers na gebruik steeds zorgvuldig dient te reinigen (Maunsell en Donovan, 2009). Ook moet elk kalf over zijn eigen drinkemmer beschikken, om de overdracht van M. bovis van het ene kalf naar het andere kalf via de drinkemmer te vermijden. Naast de overdracht via de melk kunnen, al is dit eerder zeldzaam, vaginale secreties van het moederdier ook een bron van besmetting vormen voor het (pasgeboren) kalf (Pfützner en Sachse, 1996). Na overdracht van de kiem van het moederdier naar het kalf, wordt de nasale mucosa gekoloniseerd. Dit komt bij kalveren vooral voor tussen de tweede en zesde levensweek (Walz et al., 1997), een periode die overeenkomt met de periode waarin de kalveren uit deze casus symptomen beginnen te vertonen. Vervolgens kunnen de kalveren zelf M. bovis beginnen uitscheiden via respiratoire secreties en meerbepaald door middel van aërosolen of door direct contact (Maunsell en Donovan, 2009). Om overdracht tussen de 15

22 kalveren te vermijden, moet ervoor worden gezorgd dat de kalveren in verschillende leeftijdsgroepen opgesplitst zijn, wat op dit bedrijf het geval is, maar moet er ook voor gezorgd worden dat de dieren niet te dicht bij elkaar zitten en zeker geen direct (neus-neus) contact kunnen hebben. Op dit bedrijf was dit een probleem. De veehouders hadden er namelijk wel voor gezorgd dat er een opsplitsing was tussen verschillende leeftijdsgroepen maar deze groepen zaten vlak naast elkaar en konden direct contact met elkaar maken. De pasgeboren kalveren worden gehuisvest in individuele boxen die zich net tegenover de groepsboxen van de oudere kalveren bevinden, met enkel een smalle gang ertussen, waardoor zij direct kunnen besmet worden door de oudere, zieke kalveren. Een andere belangrijke maatregel is dat de dieren vanaf het moment dat ze de eerste symptomen vertonen (namelijk koorts en het algemeen minder goed doen), direct afgezonderd worden van de gezonde kalveren om overdracht van M. bovis te vermijden. Ook dit gebeurde op dit bedrijf niet en dit vormde dus ook een risicofactor. De kalveren met symptomen bleven vrij rondlopen tussen de andere kalveren waardoor de kans op besmetting van de andere kalveren natuurlijk heel groot was. Hoe de kiem zich na de initiële infectie vervolgens in het dier kan verspreiden naar het oor en zo een otitis media of interna kan veroorzaken, is nog niet helemaal opgehelderd. Hiervoor bestaan er drie hypotheses. Zo zou M. bovis zich kunnen verspreiden via een bacteremie, via een otitis externa of door opklimmen van de kiem uit de tuba auditiva naar het midden- of binnenoor (Walz et al., 1997). Naast een otitis kan de bacterie ook een (poly)arthritis en/of pneumonie veroorzaken door verspreiding van de kiem via het bloed naar de gewrichten respectievelijk de longen. Fig. 8. Transmissie- en infectiewegen van M. bovis bij jonge kalveren (URT: Upper Respiratory Tract) 16

23 De schade die op deze plaatsen optreedt is echter ook deels te wijten aan de immuunrespons van het dier. Als het dier zeer sterk reageert, kan de immuunreactie op zich door bijvoorbeeld aanmaak van vrije radicalen, zorgen voor ergere letsels (Maunsell en Donovan, 2009). Sommige dieren genezen volledig van de infectie, andere scheiden de kiemen slechts intermitterend uit. Stressfactoren zoals bijvoorbeeld transport zouden de uitscheiding op gang kunnen brengen. Deze vorm van uitscheiding zou heel belangrijk zijn om de infectie in de kudde te onderhouden (Maunsell et al., 2011). Hygiëne is uiterst belangrijk in de aanpak van M. bovis infecties. Zoals hierboven beschreven bij de risicofactoren, worden op dit bedrijf de boxen niet regelmatig gedesinfecteerd. M. bovis kan bij een temperatuur van 4 C, naast in melk zoals eerder besproken, ook lang overleven in stro, water en hout (Pfützner en Sachse, 1996). Dit impliceert dat plaatsen waar de dieren verblijven regelmatig moeten gereinigd en gedesinfecteerd worden. Dit kan met producten gebaseerd op chlorine, chloorhexidine of jodine of op zure producten (Maunsell en Donovan, 2009). Het effect van reiniging en desinfectie kan teleurstellend zijn, namelijk wanneer M. bovis biofilms vormt (McAuliffe et al., 2006). Dit zijn structuren in het lichaam of in de omgeving gevormd door bacteriën die vastzitten aan een substraat of aan elkaar en omgeven zijn door een polysaccharide matrix. Hierdoor zijn de bacteriën beter beschermd tegen uitdroging, hoge temperaturen en tegen de afweermechanismen van het kalf (McAuliffe et al., 2006). In die biofilm kunnen de bacteriën zelfs actief schade veroorzaken aan het gastheerweefsel doordat fagocyten bij de immuunreactie enzymen loslaten op de biofilm en zo collaterale schade veroorzaken. Bacteriën in een biofilm zouden ook veel resistenter zijn aan antibiotica (McAuliffe et al., 2006), wat de behandeling van M. bovis bemoeilijkt. De diagnose van M. bovis stellen is niet zo evident. De kiem groeit namelijk slechts onder zeer specifieke omstandigheden en het kan tot een aantal weken duren vooraleer de kiem geïsoleerd is. Het gebeurt soms dat de kiem niet geïsoleerd kan worden wanneer in het genomen staal andere bacteriën aanwezig zijn die sneller groeien dan M. bovis (Nicholas, 2011). Dit is misschien het geval geweest bij het staal dat genomen werd bij het stierkalf uit het eerste deel van deze casus. Het staal vertoonde een sterk positief resultaat voor P. aeruginosa en een negatief resultaat voor M. bovis bij bacteriologisch onderzoek op de BAL en het is dus mogelijk dat de sterke groei van P. aeruginosa de groei van M. bovis tegengegaan heeft. Naast bacteriologisch onderzoek werd ook virologisch onderzoek door middel van PCR verricht op BAL s om BVDV-, BRSV- en PI3- antigen op te sporen. Het voordeel van PCR is dat het pathogeen agens veel sneller gedetecteerd kan worden en dat de sensitiviteit van de test veel hoger ligt dan die van gewone cultuurmethodes. Een nadeel is dat bij gebruik van PCR voor onderzoek naar M. bovis slechts gezocht kan worden naar één species van Mycoplasma (Nicholas, 2011). Het onderzoek om BVDV-, BRSV- en PI3- antigen op te sporen werd in deze casus vooral uitgevoerd om zeker te zijn dat de kalveren voor deze virussen negatief waren. Vooral voor BVDV is het belangrijk om te weten of de dieren negatief zijn, gezien in de literatuur aanwijzingen bestaan dat M. bovis en BVDV synergistisch werken (Shahriar et al., 2002). De kalveren uit het eerste deel van deze casus waren hiervoor negatief. Uit de resultaten van de stalen die tijdens het bedrijfsbezoek genomen waren en waar serologisch onderzoek op uitgevoerd is, is echter vastgesteld dat enkele dieren positief waren voor 17

24 BVDV. De aanpak van BVD moet op dit bedrijf als het nummer 1 actiepunt beschouwd worden in de bestrijding van M. bovis infecties op dit bedrijf. Uit de anamnese bleek ook dat de veehouders de kalveren niet vaccineren tegen respiratoire pathogenen die BRD veroorzaken vooraleer ze gehergroepeerd worden. Het moet aan de veehouders geadviseerd worden om wel te vaccineren tegen bijvoorbeeld IBR (wat hier gebeurt), PI3 en BRSV, gezien deze pathogenen een risicofactor zijn voor het ontwikkelen van een M. bovis infectie (Maunsell en Donovan, 2009). Uit serologisch onderzoek is verder gebleken dat niet alle dieren positief testten voor dezelfde virussen. Dit geeft aan dat de dieren niet beschikken over een homogene maternale immuniteit en kan dus wijzen op een gebrekkig colostrummanagement. Op dit bedrijf kan concreet aangeraden worden om een bloedname uit te voeren van de kalveren nadat ze colostrum hebben opgenomen en de stalen vervolgens te laten analyseren op het aantal antistoffen die in het bloed aanwezig zijn. Als het aantal antistoffen te laag is, moeten maatregelen genomen worden om het colostrummanagement te verbeteren. Bij de twee kalveren werd ook een DNS genomen waarop bacteriologisch onderzoek werd uitgevoerd. Deze techniek heeft als voordelen dat die zeer makkelijk in gebruik is, snel gaat en ook zeer goede resultaten geeft bij een acute uitbraak van BRD. Het kan zelfs, op groepsniveau, gebruikt worden ter vervanging van een BAL (Godinho et al., 2007). Echografie kan gebruikt worden om een effectieve pneumonie vast te stellen, wat bij de twee kalveren uit het eerste deel van de casus het geval was. In het geval van arthritis kan ook op gewrichtsvloeistof bacteriologisch onderzoek gebeuren. Hetzelfde geldt voor het nemen van een conjunctivaalswab. Om infectie aan te tonen bij gestorven dieren, kan isolatie of een BAL worden uitgevoerd op de longletsels (Maunsell en Donovan, 2009). Voor monitoring van een groep dieren kan het nuttig zijn om een antistof ELISA uit te voeren. Voor de beoordeling van individuele dieren is het minder nuttig aangezien sommige dieren langdurig hoge titers vertonen terwijl andere dieren slechts zeer lage titers hebben. Daarbij komt nog dat jonge kalveren maternale antistoffen kunnen hebben tegen M. bovis (Maunsell et al., 2011). In de praktijk kan voor de diagnosestelling van M. bovis aangeraden worden om gebruik te maken van bacteriologisch onderzoek op DNS s of BAL s en daarnaast om gepaarde sera te onderzoeken. Dit zijn namelijk methoden die eenvoudig en snel uit te voeren zijn in de praktijk en tegelijkertijd ook goede resultaten geven. Zoals eerder vermeld, is de behandeling van M. bovis niet vanzelfsprekend. Zo moet er rekening worden gehouden met het feit dat de kiemen niet over een celwand beschikken waardoor ze natuurlijk resistent zijn aan β-lactam antibiotica. Ook is M. bovis natuurlijk resistent aan sulfonamiden, omdat M. bovis foliumzuur-onafhankelijk is (Maunsell en Donovan, 2009). Het is vooral van belang om direct een behandeling in te stellen vanaf het moment dat de eerste symptomen zich manifesteren, namelijk vanaf dat de dieren (lichte) koorts vertonen, en deze behandeling langdurig (gedurende minstens 18

25 zeven dagen) aan te houden, anders zullen de resultaten vaak teleurstellend zijn (Maunsell en Donovan, 2009). In deze casus werden de kalveren initieel behandeld met een hoge dosis fluoroquinolones, wat een groep van antibiotica is die een zeer breedspectrum werking heeft en een groot distributievolume waardoor het diep in de weefsels, en dus in de longen, kan doordringen. Bij toediening van een hoge dosis hebben fluoroquinolones een bactericied effect, omdat het concentratieafhankelijk antibioticum is. Daarnaast werd initieel ook een niet-steroïdale antiinflammatoir geneesmiddel toegediend om de koorts te doen zakken. Daarnaast onderdrukt het, zoals de naam aangeeft, de inflammatoire reactie die, zoals eerder vermeld, aanleiding geeft tot extra schade aan de weefsels (Maunsell en Donovan, 2009). Om een langdurige antibiotische werking te hebben, werd vanaf dag 1 ook behandeld met doxycycline, een antibioticum dat normaal gezien goed werkt tegen Mycoplasma species. Naast fluoroquinolones en doxycyline kan ook behandeld worden met bijvoorbeeld tulathromycine, florfenicol (ook dit werd hier gegeven op het einde van de behandeling), spectinomycine, tilmicosine en tylosine (Maunsell en Donovan, 2009). In het kader van een verantwoord gebruik van antibiotica, wordt als eerstelijnsantibioticum best florfenicol gebruikt, aangezien dit een antibioticum is dat in de humane geneeskunde niet gebruikt wordt. Fluoroquinolones, die vaak als eerstelijnsantibioticum gebruikt worden, worden ook om de reden van stijgende antibioticumresistentie in zowel de humane als de diergeneeskunde, best gebruikt als tweede- of derdelijnsantibioticum. Bij een otitis media kan bijkomend gekozen worden voor een myringotomie, een ingreep waarbij het trommelvlies wordt gepuncteerd, waardoor de etter kan afvloeien en de pijn vermindert door een daling van de druk in het oor (Maunsell en Donovan, 2009). Wanneer de etter is ingedroogd, zoals bij een chronische infectie, heeft dit waarschijnlijk geen nut meer (Maunsell en Donovan, 2009). Theoretisch gezien is een osteotomie van de bulla tympanica mogelijk, maar dit is praktisch niet haalbaar wegens de complexiteit van de ingreep (algemene anesthesie is vereist), de intensieve nabehandeling en de kosten die eraan verbonden zijn (Maunsell en Donovan, 2009). Zoals eerder vermeld dient de behandeling ingesteld te worden vanaf het moment dat de eerste symptomen opduiken. Als dit niet zo is, en de infectie chronisch wordt, is het resultaat van de behandeling vaak teleurstellend en is de prognose sterk gereserveerd. Een andere reden waarom de prognose gereserveerd is bij zo n respiratoire infectie is dat de kiemen, zoals eerder vermeld, aan antigene variatie kunnen doen en op die manier kunnen ontsnappen aan de afweermechanismen van de gastheer (Chambaud et al., 1999). In het lichaam kunnen ook biofilms ontstaan, die veel slechter reageren op een antibioticumbehandeling en een chronische infectie in de hand werken (McAuliffe et al., 2006). Omdat er in de literatuur op gehamerd wordt dat er moet behandeld worden vanaf het moment dat de eerste symptomen opduiken, hebben sommige veehouders de neiging om alle dieren profylactisch te behandelen. Dit is een situatie die ten stelligste moet worden afgeraden, gezien het stijgende probleem van antibioticumresistentie, zeker bij tetracyclines, spectinomycine en tilmicosine. Een metafylactische behandeling daarentegen kan wel zinvol zijn (Maunsell en Donovan, 2009). 19

26 In conclusie, deze casus heeft aangetoond dat M. bovis deel uitmaakt van het BRD complex in Vlaanderen en economisch gezien een zeer belangrijke aandoening is. Daarom moet bij een BRD probleem M. bovis dus zeker in de differentiaal diagnose worden opgenomen. Om de diagnose in de praktijk te stellen, kan gebruik gemaakt worden van bacteriologisch onderzoek op DNS s en BAL s en daarnaast van onderzoek op gepaarde sera. Behandeling moet zo snel mogelijk bij het optreden van de eerste symptomen worden ingesteld, want als de aandoening chronisch wordt, is de prognose sterk gereserveerd. Als behandeling kan, met verantwoord antibioticumgebruik in gedachten, in eerste instantie geopteerd worden voor oxytetracyclines of florfenicol. Fluoroquinolones worden best pas gebruikt als tweede- of derdelijnsantibioticum. In de aanpak van een M. bovis infectie moet rekening gehouden worden met een hele resem risicofactoren, waarbij bijzondere aandacht moet gegeven worden aan BVD-bestrijding. 20

27 REFERENTIELIJST Arcangioli M-A., Duet A., Meyer G., Dernburg A., Bézille P., Poumarat F., Le Grand D. (2008). The role of Mycoplasma bovis in bovine respiratory disease outbreaks in veal calf feedlots. The Veterinary Journal 177, Balish M.F., Krause D.C. (2006). Mycoplasmas: A Distinct Cytoskeleton For Wall-Less Bacteria. Journal of Molecular Microbiology and Biotechnology 11, Behrens A., Heller M., Kirchhoff H., Yogev D., Rosengarten R. (1994). A family of phase- and sizevariant membrane surface lipoprotein antigens (Vsps) of Mycoplasma bovis. Infection and Immunity 62, Brodersen B.W. (2010). Bovine Respiratory Syncytial Virus. Veterinary Clinics of North America: Food Animal Practice 26, Caswell J.L., Archambault M. (2007). Mycoplasma bovis in cattle. Animal Health Research Reviews 8, Caswell J.L., Bateman K.G., Cai H.Y., Castillo-Alcala F. (2010). Mycoplasma bovis in respiratory disease of feedlot cattle. Veterinary Clinics of North America: Food Animal Practice 26, Catry B., Boyen F., Baele M., Dewulf J., de Kruif A., Vaneechoutte M., Haesebrouck F., Decostere A. (2007). Recovery of Moraxella ovis from the bovine respiratory tract and differentiation of Moraxella species by tdna- intergenic spacer PCR. Veterinary Microbiology 120, Chambaud I., Wróblewski H., Blanchard A. (1999). Interactions between mycoplasma lipoproteins and the host immune system. Trends in Microbiology 7, Deprez P., Van Loon G. (2011). Inwendige ziekten van de grote huisdieren. Cursus Faculteit Diergeneeskunde, Gent, p Duarte E.R., Hamdan J.S. (2003). Otitis in cattle, an etiological review. Journal of Veterinary Medicine 51, 1-7. Duff G.C., Galyean M.L. (2007). Board-invited review: recent advances in management of highly stressed, newly received feedlot cattle. Journal of Animal Science 85, Dybvig K., Voelker L.L. (1996). Molecular Biology of Mycoplasmas. Annual Review of Microbiology 50, Godinho K.S., Sarasola P., Renoult E., Tilt N., Keane S., Windsor G.D., Rowan T.G., Sunderland S.J. (2007). Use of deep nasopharyngeal swabs as a predictive diagnostic method for natural respiratory infections in calves. Veterinary Record 160, Griffin D., Chengappa M.M., Kuszak J., McVey D.S. (2010). Bacterial pathogens of the Bovine Respiratory Disease Complex. Veterinary Clinics of North America: Food Animal Practice 26, Khan L.A., Miles R.J., Nicholas R.A. (2005). Hydrogen peroxide production by Mycoplasma bovis and Mycoplasma agalactiae and effect of in vitro passage on a Mycoplasma bovis strain producing high levels of H2O2. Veterinary Research Communications 29, Lorenz I., Earley B., Gilmore E., Hogan I., Kennedy E., More S.J. (2011). Calf health from birth to weaning. III. Housing and management of calf pneumonia. Irish Veterinary Journal 64,

Het belang van monitoring en vaccinatie in de BVD-aanpak

Het belang van monitoring en vaccinatie in de BVD-aanpak Auteur: Steven Sarrazin Het belang van monitoring en vaccinatie in de BVD-aanpak Veelal wordt de bestrijding van het Boviene Virale Diarree-virus (BVD) enkel geassocieerd met vaccinatie. Echter, met vaccinatie

Nadere informatie

2 woorden 3 letters: BVD & BRD

2 woorden 3 letters: BVD & BRD 2 woorden 3 letters: BVD & BRD Bart Pardon Department of Large Animal Internal Medicine, Faculty of Veterinary Medicine, Ghent University Salisburylaan 133, Merelbeke, Belgium Bart.Pardon@UGent.be 1 150

Nadere informatie

Resultaten van een veldproef met betrekking tot neonatale kalverdiarree

Resultaten van een veldproef met betrekking tot neonatale kalverdiarree Auteur: Vanessa Meganck Inleiding Resultaten van een veldproef met betrekking tot neonatale kalverdiarree Voor het vermijden van diarree bij de jongste kalfjes dient er een evenwicht gevonden te worden

Nadere informatie

Redenen genoeg om de BVDV-situatie op uw bedrijf na te gaan

Redenen genoeg om de BVDV-situatie op uw bedrijf na te gaan Auteur: Steven Sarrazin Redenen genoeg om de BVDV-situatie op uw bedrijf na te gaan Boviene Virale Diarree (BVD) is een aandoening met een veel ruimer ziektebeeld dan de naam laat vermoeden. Daarom is

Nadere informatie

BVD-bestrijding in België: een algemene aanpak lijkt er te komen.

BVD-bestrijding in België: een algemene aanpak lijkt er te komen. Auteur: Steven Sarrazin BVD-bestrijding in België: een algemene aanpak lijkt er te komen. Nu IBR een verplichte nationale aanpak kent bij rundvee, komt ook een bestrijding van BVD (Boviene Virale Diarree)

Nadere informatie

Serologische testen en interpretatie van testresultaten

Serologische testen en interpretatie van testresultaten Serologische testen en interpretatie van testresultaten Serologische testen Serologie is de leer van de stoffen die zich bevinden in het bloedserum. Bloedserum is het vocht dat verkregen is nadat bloed

Nadere informatie

Diergeneeskundige bedrijfsadvisering bij melkvee

Diergeneeskundige bedrijfsadvisering bij melkvee Diergeneeskundige bedrijfsadvisering bij melkvee Pieter Passchyn AMCRA seminarie: Vaccinatie, bioveiligheid en management als tools voor een verminderd antibacterieel gebruik, Brussel, 10-11 oktober 2013

Nadere informatie

BVD, het aanpakken waard! Monique Driesse en Ruben Tolboom Januari 2015

BVD, het aanpakken waard! Monique Driesse en Ruben Tolboom Januari 2015 BVD, het aanpakken waard! Monique Driesse en Ruben Tolboom Januari 2015 Voorstellen Monique Driesse Rundveedierenarts 7 jaar praktijk, 5 jaar in Canada Sinds 2007 bij Boehringer Ingelheim Ruben Tolboom

Nadere informatie

Aanpak van griep bij het varken: een uitdaging? Dr. Tom Meyns MERIAL Belgium

Aanpak van griep bij het varken: een uitdaging? Dr. Tom Meyns MERIAL Belgium Aanpak van griep bij het varken: een uitdaging? Dr. Tom Meyns MERIAL Belgium Inhoud Influenza Epidemiologie - verspreiding Ziektebeeld Klassieke uitbraken Chronische problemen Complicaties Belang en economische

Nadere informatie

Dierengezondheidszorg Vlaanderen vzw. Autopsie rundvee 2016: bijzonderste bevindingen

Dierengezondheidszorg Vlaanderen vzw. Autopsie rundvee 2016: bijzonderste bevindingen Autopsie rundvee 2016: bijzonderste bevindingen Versie 1.0 November 2017 Auteur: Afdeling autopsie In 2016 werden ongeveer 798 dossiers en meer dan 850 dieren verwerkt betreffende autopsie bij runderen.

Nadere informatie

Autovaccin: wondermiddel

Autovaccin: wondermiddel Dierengezondheidszorg Vlaanderen Autovaccin: wondermiddel of fabeltje? Varkensacademie 30/11/18 Inhoud 1. Wat is een vaccin en hoe werkt het? 2. Autovaccin: wat moet ik hierover weten? 2 Waarom vaccineren?

Nadere informatie

Autovaccinatie in de praktijk

Autovaccinatie in de praktijk Autovaccinatie in de praktijk Inleiding AUTO-vaccin = STAL-vaccin = BEDRIJFSEIGEN vaccin Bedrijfseigen kiemen Bedrijfseigen situatie Resultaten: bedrijfsspecifiek! Verwachtingen: vaak zeer hoog Een aantal

Nadere informatie

Besmet met IBR. Congres Gezonde melkveehouderij 10-11-2015. En hoe nu verder? copyright Gezondheidsdienst voor Dieren 1. Inhoud presentatie IBR

Besmet met IBR. Congres Gezonde melkveehouderij 10-11-2015. En hoe nu verder? copyright Gezondheidsdienst voor Dieren 1. Inhoud presentatie IBR Besmet met IBR En hoe nu verder? Drs. Frederik Waldeck, dierenarts Congres Gezonde melkveeh Zwolle, 10 november 2015 Inhoud presentatie IBR Stand van zaken Besmet: hoe komt het, wat is het? Aanpak Boerderij,

Nadere informatie

Klik om stijl te bewerken

Klik om stijl te bewerken Klik om stijl te bewerken Coxevac vaccinatie bij geiten 20-2-2019 1 Inhoud Voorstelling Ceva + mezelf Q-koorts: Wat is het? Q-koorts: Symptomen (mens + dier) Q-koorts: Diagnostiek Q-koorts: Preventie Q-Koorts:

Nadere informatie

Porcilis ColiClos. Samen de juiste E. coli / Clostridium vaccinatiestrategie bepalen

Porcilis ColiClos. Samen de juiste E. coli / Clostridium vaccinatiestrategie bepalen Porcilis ColiClos Samen de juiste E. coli / Clostridium vaccinatiestrategie bepalen Porcilis ColiClos Percentage secties van zuigende biggen waarbij infectie met Clostridium perfringens werd vastgesteld,

Nadere informatie

PPS 1Health4Food. Sectoroverstijgend onderzoek dier & volksgezondheid (1Health)

PPS 1Health4Food. Sectoroverstijgend onderzoek dier & volksgezondheid (1Health) PPS 1Health4Food Sectoroverstijgend onderzoek dier & volksgezondheid (1Health) Jet Mars Annet Heuvelink Rianne Buter R&D Gezondheidsdienst voor Dieren 1H4F 1Health4Food: publiek-privaat onderzoeksprogramma

Nadere informatie

Kuchende kalveren : (Koppel)kuur op basis van kliniek of toch diagnostiek?

Kuchende kalveren : (Koppel)kuur op basis van kliniek of toch diagnostiek? Lezers van het TvD hebben voor u de internationale wetenschappelijke literatuur gelezen en enkele relevante artikelen samengevat. Heeft u een interessant artikel gelezen en wilt u daarvan een samenvatting

Nadere informatie

toch ziektetekens opwekken. Anderzijds kunnen om dezelfde reden de symptomen van een ziekte erger worden dan ze zouden zijn zonder de bijkomende

toch ziektetekens opwekken. Anderzijds kunnen om dezelfde reden de symptomen van een ziekte erger worden dan ze zouden zijn zonder de bijkomende De BVD Boviene virale diarree of BVD is een aandoening bij runderen die zwaar onderschat wordt.de besmetting brengt veel meer schade toe aan de veestapel dan men over het algemeen aanneemt, maar komt ook

Nadere informatie

Dierengezondheidszorg Vlaanderen vzw. Autopsie rundvee 2009 bijzonderste bevindingen

Dierengezondheidszorg Vlaanderen vzw. Autopsie rundvee 2009 bijzonderste bevindingen Autopsie rundvee 2009 bijzonderste bevindingen Versie 1.0 Datum augustus 2010 Auteur: Jozefien Callens In 2009 zijn 1254 dossiers voor autopsie rundvee verwerkt. Dit vertegenwoordigt 1282 dieren. In FIGUUR

Nadere informatie

PRRS in vraag? en antwoord!

PRRS in vraag? en antwoord! KENNISDOCUMENT Met kennis vooruit: PRRS in vraag? en antwoord! Veel varkenshouders en dierenartsen hebben vragen over PRRS. Daarom geven we in dit kennisdocument antwoord op de vier meestgestelde vragen

Nadere informatie

Voorkomen en bestrijden van IBR en BVD

Voorkomen en bestrijden van IBR en BVD Voorkomen en bestrijden van IR en VD IR en VD zijn twee belangrijke infectieuze rundveeziekten die heel wat schade kunnen veroorzaken op het rundveebedrijf. Hoewel deze ziekten vaak in één adem worden

Nadere informatie

AFRIKAANSE VARKENSPEST

AFRIKAANSE VARKENSPEST Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen AFRIKAANSE VARKENSPEST Directie Dierengezondheid DG Controlebeleid 1. Etiologie Afrikaanse varkenspestvirus = DNA-virus, Familie Asfarviridae

Nadere informatie

Dierengezondheidszorg Vlaanderen vzw. Autopsie rundvee bijzonderste bevindingen

Dierengezondheidszorg Vlaanderen vzw. Autopsie rundvee bijzonderste bevindingen Autopsie rundvee 2015 - bijzonderste bevindingen Versie 1.0 Datum juli 2016 Auteur: Emily Rolly In 2015 werden meer dan 860 dossiers met meer dan 870 dieren verwerkt betreffende autopsie bij herkauwers.

Nadere informatie

PLUIMVEE HARTSLAG #25

PLUIMVEE HARTSLAG #25 Een publicatie van MSD Animal Health Maart 2018 - Jaargang 7 PLUIMVEE HARTSLAG #25 door Peter gemeten Een goed kuiken maken begint bij het moederdier DYNAMIC IMMUNITY MATERNALE ANTISTOFFEN BELANGRIJK VOOR

Nadere informatie

beschouwd als een aandoening bij jonge dieren, gekenmerkt door fibrineuze polyserositis, polyartritis,

beschouwd als een aandoening bij jonge dieren, gekenmerkt door fibrineuze polyserositis, polyartritis, De ziekte van Glässer De ziekte van Glässer wordt veroorzaakt door Haemophilus parasuis (Hps). De ziekte werd vroeger beschouwd als een aandoening bij jonge dieren, gekenmerkt door fibrineuze polyserositis,

Nadere informatie

BVD, het aanpakken waard! Ruben Tolboom Intervisie 2014

BVD, het aanpakken waard! Ruben Tolboom Intervisie 2014 BVD, het aanpakken waard! Ruben Tolboom Intervisie 2014 Voorstellen Ruben Tolboom Tot 1 mei 2014: rundveedierenarts Vanaf heden: Field Technical Service Manager Technische achtergrond produkten-dierziekten

Nadere informatie

Sommige infecties bij runderen blijven gedurende lange tijd aanwezig op een rundveebedrijf

Sommige infecties bij runderen blijven gedurende lange tijd aanwezig op een rundveebedrijf Moeilijk te ontdekken infectieuze ziekten bij runderen Sommige infecties bij runderen blijven gedurende lange tijd aanwezig op een rundveebedrijf vooraleer ze ontdekt en aangepakt worden. Het gaat om besmettelijke

Nadere informatie

Niet technische samenvatting. 1 Algemene gegevens. 2 Categorie van het project

Niet technische samenvatting. 1 Algemene gegevens. 2 Categorie van het project Niettechnische samenvatting 1 Algemene gegevens 1.1 Titel van het project Respiratoir Syncytieel Virus (RSV) in kalveren 1.2 Looptijd van het project 1.3 Trefwoorden (maximaal 5) Oktober 2015 oktober 2020

Nadere informatie

BIJSLUITER Rispoval IBR-Marker inactivatum, Suspensie voor injectie voor runderen

BIJSLUITER Rispoval IBR-Marker inactivatum, Suspensie voor injectie voor runderen BIJSLUITER Rispoval IBR-Marker inactivatum, Suspensie voor injectie voor runderen 1. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN EN DE FABRIKANT VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE,

Nadere informatie

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1. NAAM VAN HET DIERGENEESMIDDEL Bovilis Bovipast RSP 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Per 1 dosis (5 ml) Actieve bestanddelen: geïnact. BRS-virus, stam

Nadere informatie

Dierengezondheidszorg Vlaanderen vzw. Autopsie rundvee en kleine herkauwers bijzonderste bevindingen

Dierengezondheidszorg Vlaanderen vzw. Autopsie rundvee en kleine herkauwers bijzonderste bevindingen Autopsie rundvee en kleine herkauwers 2012 - bijzonderste bevindingen Versie 1.0 Datum juli 2013 Auteur: Marieke Strubbe In 2012 zijn 945 dossiers voor autopsie rundvee (exclusief foeti en doodgeboren

Nadere informatie

Op een modern melkveebedrijf horen BVD en IBR niet thuis!

Op een modern melkveebedrijf horen BVD en IBR niet thuis! Op een modern melkveebedrijf horen BVD en IBR niet thuis! Bedrijfsinfectie BVD Bedrijfsinfectie Op dit bedrijf loopt een pink van ca. 9 maanden die drager is van het BVD-virus. Deze pink is drager geworden

Nadere informatie

Praktische kijk op droogstandsmanagement bij Vlaamse melkveebedrijven. Samenvattend rapport

Praktische kijk op droogstandsmanagement bij Vlaamse melkveebedrijven. Samenvattend rapport Praktische kijk op droogstandsmanagement bij Vlaamse melkveebedrijven Samenvattend rapport 1 ENQUÊTE 1.1 Opstellen van de enquête In kader van het demo-project verantwoord gebruik van antibiotica in de

Nadere informatie

PLUIMVEE HARTSLAG #28

PLUIMVEE HARTSLAG #28 Een publicatie van MSD Animal Health December 2018 - Jaargang 7 PLUIMVEE HARTSLAG #28 door Peter gemeten Steeds alert blijven voor NCD RESPIRATORY PROTECTION Traditionele en moderne oplossingen combineren,

Nadere informatie

Ziekteverwekkende micro-organismen dringen via lichaamsopeningen het lichaam binnen:

Ziekteverwekkende micro-organismen dringen via lichaamsopeningen het lichaam binnen: IMMUNITEIT 1 Immuniteit Het lichaam van mens en dier wordt constant belaagd door organismen die het lichaam ziek kunnen maken. Veel van deze ziekteverwekkers zijn erg klein, zoals virussen en bacteriën.

Nadere informatie

Samen ruiken aan het succes van complete APP bescherming

Samen ruiken aan het succes van complete APP bescherming Porcilis APP Samen ruiken aan het succes van complete APP bescherming APP in een notendop A. pleuropneumoniae (APP) is een bacterie en veroorzaakt acute- (sterfte) en chronische long- en borstvliesontsteking.

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting Het immuunsysteem Ons immuunsysteem beschermt ons tegen allerlei ziekteverwekkers, zoals bacteriën, parasieten en virussen, die ons lichaam binnen dringen.

Nadere informatie

Samenvatting. Nederlandse samenvatting

Samenvatting. Nederlandse samenvatting Page 143 Samenvatting Onder normale omstandigheden inhaleert een volwassen menselijke long zo n 11.000 liter lucht per dag. Naast deze normale lucht worden er ook potentieel toxische stoffen en micro-organismen,

Nadere informatie

PRAKTISCH VACCINATIE VAN DE HOND

PRAKTISCH VACCINATIE VAN DE HOND l a n d e l i j k i n f o r m a t i e c e n t r u m g e z e l s c h a p s d i e r e n PRAKTISCH VACCINATIE VAN DE HOND over houden van huisdieren Vaccinatie is een belangrijke en effectieve manier om ziekten

Nadere informatie

Nieuwsbrief. > 04 winter voor ondernemende melkveehouders. Uw eerste keuze in uiergezondheid

Nieuwsbrief. > 04 winter voor ondernemende melkveehouders. Uw eerste keuze in uiergezondheid Nieuwsbrief voor ondernemende melkveehouders > 04 winter 2011 Uw eerste keuze in uiergezondheid Editoriaal Editoriaal Geachte lezer, Uiergezondheid Waarop letten bij het behandelen van een uierontsteking?

Nadere informatie

Dierengezondheidszorg Vlaanderen vzw. Veepeiler Varken. Pathogenen betrokken bij speendiarree bij biggen in Vlaanderen

Dierengezondheidszorg Vlaanderen vzw. Veepeiler Varken. Pathogenen betrokken bij speendiarree bij biggen in Vlaanderen Dierengezondheidszorg Vlaanderen vzw Veepeiler Varken Pathogenen betrokken bij speendiarree bij biggen in Vlaanderen Dierengezondheidszorg Vlaanderen vzw Speendiarree in Vlaanderen Willem Van Praet DGZ-Vlaanderen

Nadere informatie

De problemen van de oude hen. Algemene gezondheid van hennen op leeftijd. Deel 1. Wat zien we nu eigenlijk het meeste bij de oude hen?

De problemen van de oude hen. Algemene gezondheid van hennen op leeftijd. Deel 1. Wat zien we nu eigenlijk het meeste bij de oude hen? Algemene gezondheid van hennen op leeftijd Robert Jan Molenaar De problemen van de oude hen Deel 1- de ziektes Wat zien we vaak? Extra gevoelig Positief nieuws Deel 2 de risico s Opnieuw gevoelig Afsluitend,

Nadere informatie

IBR- EN BVD-BESTRIJDING ABORTUSPROTOCOL

IBR- EN BVD-BESTRIJDING ABORTUSPROTOCOL Dierengezondheidszorg Vlaanderen IBR- EN BVD-BESTRIJDING ABORTUSPROTOCOL LOKAAL NETWERK DIERENGEZONDHEID OKTOBER 2018 Maar eerst Evolutie dierenarts: van louter curatieve clinicus naar partner die veehouder

Nadere informatie

Interpretatie van laboratoriumtesten: microbiologie

Interpretatie van laboratoriumtesten: microbiologie Interpretatie van laboratoriumtesten: microbiologie Jens Van Praet Dienst Nierziekten, Infectieziekten en Algemeen inwendige ziekten HIV referentiecentrum Travel clinic Casus 1: Kris Labo-diagnostiek:

Nadere informatie

Een BVDV-bestrijdingsplan voor België. Jef Laureyns

Een BVDV-bestrijdingsplan voor België. Jef Laureyns Een BVDV-bestrijdingsplan voor België Jef Laureyns Inhoud Noodzakelijke elementen van BVD-controle Vereisten voor een nationaal BVD-programma Het Belgisch BVD-programma: huidig voorstel commentaar Conclusie

Nadere informatie

Gezondheidsrisico s bij kalveren aan een drinkautomaat: Voorkomen van Pasteurellaceae en Mycoplasmata

Gezondheidsrisico s bij kalveren aan een drinkautomaat: Voorkomen van Pasteurellaceae en Mycoplasmata UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT DIERGENEESKUNDE Academiejaar 2014 2015 Gezondheidsrisico s bij kalveren aan een drinkautomaat: Voorkomen van Pasteurellaceae en Mycoplasmata door Karlijn JANSSENS Promotoren:

Nadere informatie

Coagulase-negatieve stafylokokken: opduikende mastitispathogenen

Coagulase-negatieve stafylokokken: opduikende mastitispathogenen Coagulase-negatieve stafylokokken: opduikende mastitispathogenen Els Van Coillie ILVO T&V Mastitis (uierontsteking) Wordt veroorzaakt door binnendringen van bacteriën in het uierweefsel via het slotgat

Nadere informatie

Kalverdiarree voorkomen en aanpakken

Kalverdiarree voorkomen en aanpakken Kalverdiarree voorkomen en aanpakken Uit onderzoek onder ruim 400 kalveren blijkt dat meer dan 40% in de eerste drie levensweken een afwijkende mestscore laat zien. Diarree bij kalveren is een veelvoorkomend

Nadere informatie

Bloederkalveren: waakzaamheid blijft geboden! Tekst: Jef Laureyns Faculteit Diergeneeskunde UGent

Bloederkalveren: waakzaamheid blijft geboden! Tekst: Jef Laureyns Faculteit Diergeneeskunde UGent PRAKTIJKDIERENARTS-MVBB02-2013 Bloederkalveren: waakzaamheid blijft geboden! Tekst: Jef Laureyns Faculteit Diergeneeskunde UGent Sommige vlees- en melkveebedrijven hebben de voorbije jaren te maken gehad

Nadere informatie

L 249/20 Publicatieblad van de Europese Unie

L 249/20 Publicatieblad van de Europese Unie L 249/20 Publicatieblad van de Europese Unie 23.7.2004 BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE van 15 juli 2004 tot uitvoering van Richtlijn 64/432/EEG van de Raad voor wat betreft aanvullende garanties voor het

Nadere informatie

Hoe katten gezond houden?

Hoe katten gezond houden? Hoe katten gezond houden? Hans Nauwynck Universiteit Gent België Laboratorium voor Virologie Faculteit Diergeneeskunde Vaccinatie tegen virale ziekten Toedienen van virale vaccins Waarom? Inductie van

Nadere informatie

Biestmanagement, zo kan het ook. Inge Nijhoving MSD Animal Health - NL

Biestmanagement, zo kan het ook. Inge Nijhoving MSD Animal Health - NL Biestmanagement, zo kan het ook Inge Nijhoving MSD Animal Health - NL Biest Zorgt voor specifieke (IgG) en aspecifieke afweer (witte bloedcellen) Eigen veestapel bedrijfsspecifieke ziektekiemen Bevat op

Nadere informatie

Inzet van salmonellatesten in het plan van aanpak

Inzet van salmonellatesten in het plan van aanpak Inzet van salmonellatesten in het plan van aanpak Salmonella beheersen vergt een gerichte aanpak met voor dat doel gevalideerde testen. Een deel van de melkveebedrijven in Nederland is langdurig besmet

Nadere informatie

Carbapenemase producerende enterobacteriaceae (CPE)

Carbapenemase producerende enterobacteriaceae (CPE) Carbapenemase producerende enterobacteriaceae (CPE) informatie voor patiënten WAT IS CPE? CPE staat voor carbapenemase (C) producerende (P) enterobacteriaceae (E). Enterobacteriaceae zijn een grote familie

Nadere informatie

Kalverdiarree. Hoe los ik het op? Author/location

Kalverdiarree. Hoe los ik het op? Author/location Kalverdiarree Hoe los ik het op? Author/location Situatie Nederland Het voorkomen van afwijkende mest op 108 bedrijven verspreid over heel Nederland Onderzocht door de GD Onderscheid mest: waterig vla

Nadere informatie

Rendement verbeteren door samen te werken aan optimalisatie van de technische kengetallen

Rendement verbeteren door samen te werken aan optimalisatie van de technische kengetallen Rendement verbeteren door samen te werken aan optimalisatie van de technische kengetallen Landelijke aanpak IBR en BVD Per 1-4-2018 verplicht alle melkveehouders een status voor BVD en IBR (door sector)

Nadere informatie

Dierengezondheidszorg Vlaanderen vzw

Dierengezondheidszorg Vlaanderen vzw Dierengezondheidszorg Vlaanderen vzw OVERZICHT AUTOPSIES RUNDVEE 2008 In onderstaande tabellen wordt het aantal diagnoses weergegeven op dierniveau. FOETI/DOODGEBOREN KW 1 KW2 KW3 KW4 TOTAAL aantal inzendingen

Nadere informatie

Biestmanagement op Vlaamse melkveebedrijven

Biestmanagement op Vlaamse melkveebedrijven Biestmanagement op Vlaamse melkveebedrijven Inleiding Het verzekeren van een goede gezondheid van het kalf start met het uitvoeren van een goed biestmanagement. In een thesis ter behaling van het diploma

Nadere informatie

Vaccinatie van uw kat Praat erover!

Vaccinatie van uw kat Praat erover! Vaccinatie van uw kat Praat erover! Wat is een vaccinatie? Een vaccinatie zorgt voor de opbouw van bescherming (via antistoffen en afweercellen) tegenover een bepaalde ziekteverwekker. De volgende keer

Nadere informatie

BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1/6 1. NAAM VAN HET DIERGENEESMIDDEL BAYTRIL 100 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Werkzaam bestanddeel: Enrofloxacine 10,0 g/100 ml. Zie rubriek

Nadere informatie

Rapportering voor het jaar 2016 Referentiecentrum voor NOROVIRUS.

Rapportering voor het jaar 2016 Referentiecentrum voor NOROVIRUS. Coördinator referentiecentrum Naam: N. Botteldoorn Tel 02 642 51 83 Fax: 02 642 52 40 Rapportering voor het jaar 2016 Referentiecentrum voor NOROVIRUS. Instelling: WIV Straat: J. Wijtsmanstraat Stad: Brussel

Nadere informatie

BIJSLUITER. Bovilis IBRmarker Live. Lyofilisaat en solvens voor suspensie voor runderen

BIJSLUITER. Bovilis IBRmarker Live. Lyofilisaat en solvens voor suspensie voor runderen Bovilis IBRmarker Live Lyofilisaat en diluens voor suspensie voor runderen. BIJSLUITER Bovilis IBRmarker Live Lyofilisaat en solvens voor suspensie voor runderen 1. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING

Nadere informatie

Dierengezondheidszorg Vlaanderen. Nieuw in IBR/ BVDbestrijding

Dierengezondheidszorg Vlaanderen. Nieuw in IBR/ BVDbestrijding Dierengezondheidszorg Vlaanderen Nieuw in IBR/ BVDbestrijding Lokaal Dierengezondheids Netwerk, oktober 2017 Samen werken aan de toekomst! De SECTOR wil IBR & BVD uitroeien gezien de grote economische

Nadere informatie

Samenvatting. Etiologie. samenvatting

Samenvatting. Etiologie. samenvatting Samenvatting Hoofdstuk 1 is een algemene inleiding op dit proefschrift. Luchtweginfecties zijn veel voorkomende aandoeningen, die door een groot aantal verschillende virussen en bacteriën veroorzaakt kunnen

Nadere informatie

Kinkhoest. Kinkhoest of pertussis is een acute bacteriële infectie van de luchtwegen.

Kinkhoest. Kinkhoest of pertussis is een acute bacteriële infectie van de luchtwegen. Kinkhoest Ziektebeeld Kinkhoest of pertussis is een acute bacteriële infectie van de luchtwegen. Het ziektebeeld kan variëren van een milde hoest tot ernstige ziekte. Klassiek wordt kinkhoest gekenmerkt

Nadere informatie

Het belang van een degelijk biestmanagement op moderne. rundveebedrijven

Het belang van een degelijk biestmanagement op moderne. rundveebedrijven Auteur: Vanessa Meganck Het belang van een degelijk biestmanagement op moderne rundveebedrijven Een kalf wordt zonder antistoffen geboren door de specifieke bouw van de placenta (moederkoek) van het rund.

Nadere informatie

Is de diagnostiek van GRIEP eenvoudig? Pieter den Hartog, dierenarts Technical services manager production animals

Is de diagnostiek van GRIEP eenvoudig? Pieter den Hartog, dierenarts Technical services manager production animals Is de diagnostiek van GRIEP eenvoudig? Pieter den Hartog, dierenarts Technical services manager production animals Indeling presentatie Inleiding Oorzaken luchtwegproblemen Het onderzoek Laboratoriumonderzoek

Nadere informatie

Kennelhoest - Infectieuze tracheobronchitis (infectieuze ontsteking van luchtpijp en bronchiën) bij honden

Kennelhoest - Infectieuze tracheobronchitis (infectieuze ontsteking van luchtpijp en bronchiën) bij honden Omschrijving Oorzaken Verschijnselen Diagnose Therapie Prognose Omschrijving Een Infectieuze tracheobronchitis is de medische term die een groep van besmettelijke, respiratoire (luchtweg) aandoeningen

Nadere informatie

Vaccinatie tegen respiratoire aandoeningen bij het rund: Bacteriële vaccins

Vaccinatie tegen respiratoire aandoeningen bij het rund: Bacteriële vaccins Folia veterinaria Vaccinatie tegen respiratoire aandoeningen bij het rund: Bacteriële vaccins Infectieuze bronchopneumonie is een veel voorkomende pathologie bij jong vee. Vooral in grotere fokeenheden

Nadere informatie

Het Adeno-Coli complex. Voorjaarsdag NBS 17 febr. 2018

Het Adeno-Coli complex. Voorjaarsdag NBS 17 febr. 2018 Het Adeno-Coli complex Voorjaarsdag NBS 17 febr. 2018 Adenovirus infectie Klassieke vorm (type 1): De zgn. klassieke vorm komt vooral bij de jonge duiven onder het jaar voor (= Jongeduivendiarree) Lever

Nadere informatie

18-2-2013. Bacterie schematisch. Een bacterie is resistent. Oorzaak resistentie wereldwijd. Resistentie verkrijgen. Antibiogram. Matig & juist gebruik

18-2-2013. Bacterie schematisch. Een bacterie is resistent. Oorzaak resistentie wereldwijd. Resistentie verkrijgen. Antibiogram. Matig & juist gebruik % % % % % % % % % % % % % % % % % % % % % % % % % % % % % % % % % % % % % % % % % % % % Broilers Slaughter pigs Veal calves Dairy cattle -- Themabijeenkomst Antibioticumbeleid en de (on-)mogelijkheden

Nadere informatie

Vaccineren van honden Voorkomen is beter dan genezen!

Vaccineren van honden Voorkomen is beter dan genezen! INFORMATIE Vaccineren van honden Voorkomen is beter dan genezen! Vaccineren Als eigenaar verzorgt u uw hond natuurlijk zo goed mogelijk. Immers, een goede voeding en de juiste verzorging houden uw dier

Nadere informatie

MYCOBACTERIËLE FACTOREN BETROKKEN BIJ GRANULOOMVORMING

MYCOBACTERIËLE FACTOREN BETROKKEN BIJ GRANULOOMVORMING Nederlandse samenvatting MYCOBACTERIËLE FACTOREN BETROKKEN BIJ GRANULOOMVORMING Tuberculose Tuberculose (TBC) is een infectieziekte die wordt veroorzaakt door de bacterie Mycobacterium tuberculosis. Infectie

Nadere informatie

Bijsluiter NL Versie MARBOCYL 10% BIJSLUITER

Bijsluiter NL Versie MARBOCYL 10% BIJSLUITER BIJSLUITER BIJSLUITER MARBOCYL 10%, oplossing voor injectie voor runderen en varkens 1. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN EN DE FABRIKANT VERANTWOORDELIJK VOOR

Nadere informatie

NRLP-12 Gerelateerde Terugkerende Koorts

NRLP-12 Gerelateerde Terugkerende Koorts www.printo.it/pediatric-rheumatology/be_fm/intro NRLP-12 Gerelateerde Terugkerende Koorts Versie 2016 1. WAT IS NRLP-12 GERELATEERDE TERUGKERENDE KOORTS 1.1 Wat is het? NRLP-12 gerelateerde terugkerende

Nadere informatie

Rapportering voor het jaar 2014 Referentiecentrum voor NOROVIRUS.

Rapportering voor het jaar 2014 Referentiecentrum voor NOROVIRUS. Coördinator referentiecentrum Naam: N.Botteldoorn Tel 02 642 51 83 Fax: 02 642 52 40 Rapportering voor het jaar 2014 Referentiecentrum voor NOROVIRUS. Instelling: WIV Straat: J. Wijtsmanstraat Stad: Brussel

Nadere informatie

CHAPTER 9. Samenvatting

CHAPTER 9. Samenvatting CHAPTER 9 Samenvatting Samenvatting Streptococcus suis is een belangrijke oorzaak van zenuwverschijnselen, kreupelheid en sterfte bij biggen. De infectie, die vooral bij biggen van speenleeftijd (rond

Nadere informatie

BIJSLUITER. COXEVAC, suspensie voor injectie voor runderen en geiten

BIJSLUITER. COXEVAC, suspensie voor injectie voor runderen en geiten BIJSLUITER COXEVAC, suspensie voor injectie voor runderen en geiten 1. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN EN DE FABRIKANT VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE, INDIEN

Nadere informatie

Dierengezondheidszorg Vlaanderen vzw. Autopsie rundvee 2017 bijzonderste bevindingen

Dierengezondheidszorg Vlaanderen vzw. Autopsie rundvee 2017 bijzonderste bevindingen Autopsie rundvee 2017 bijzonderste bevindingen Versie 1.0 Oktober 2018 Auteur: Afdeling autopsie In 2017 werden een 950-tal lijkschouwingen uitgevoerd op rundvee en 2 op bizons. Foetussen en doodgeboren

Nadere informatie

BIJSLUITER Bovilis IBR Marker Live, suspensie voor injectie voor rund

BIJSLUITER Bovilis IBR Marker Live, suspensie voor injectie voor rund BIJSLUITER Bovilis IBR Marker Live, suspensie voor injectie voor rund 1. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN EN DE FABRIKANT VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE, INDIEN

Nadere informatie

Nieuwsbrief Rundvee Januari 2018

Nieuwsbrief Rundvee Januari 2018 Nieuwsbrief Rundvee Januari 2018 Inhoud: Nieuwe producten Cryptosporidium Salmonellose Aanpak IBR en BVD Voorwoord Allereerst willen we jullie als praktijk en herkauwerteam een gelukkig en voorspoedig

Nadere informatie

Alles wat u moet weten over diarree bij kalveren

Alles wat u moet weten over diarree bij kalveren Alles wat u moet weten over diarree bij kalveren Er sterven meer jonge kalveren aan diarree dan aan alle andere ziekten samen Neonatale diarree vormt een grote bedreiging in de eerste weken van het leven

Nadere informatie

Immuunreactie tegen virussen

Immuunreactie tegen virussen Samenvatting Gedurende de laatste eeuwen hebben wereldwijde uitbraken van virussen zoals pokken, influenza en HIV vele levens gekost. Echter, vooral in de westerse wereld zijn de hoge sterftecijfers en

Nadere informatie

17-11-2014. Programma. 15-10-2014 2 koeien ziek 2 x mastitis (na speenbetrapping) Mycoplasma morfologie. Mycoplasma spp. Sectieuitslag, 23-10-2014

17-11-2014. Programma. 15-10-2014 2 koeien ziek 2 x mastitis (na speenbetrapping) Mycoplasma morfologie. Mycoplasma spp. Sectieuitslag, 23-10-2014 Programma Praktijk Theorie Discussie 15-10-2014 2 koeien ziek 2 x mastitis (na speenbetrapping) Sectieuitslag, 23-10-2014 DDx: Scherp in Pleuropneumonie Mycoplasma morfologie Erg klein partikel (0,3 0,8

Nadere informatie

Kalverdiarree. Inleiding

Kalverdiarree. Inleiding Kalverdiarree Inleiding Verschillende ziekteverwekkers kunnen de oorzaak zijn van diarree bij jonge kalveren: bacteriën, parasieten, virussen en op wat latere leeftijd ook wormen. Bij kalveren tot twee

Nadere informatie

Focus op Neospora. Praktische handleiding

Focus op Neospora. Praktische handleiding Focus op Neospora Praktische handleiding Met de steun van Focus op Neospora Voorwoord Beste veehouder, Beste dierenarts, Neospora caninum is een parasiet die wereldwijd voorkomt. Neospora is vooral gekend

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting. Nederlandse samenvatting

Nederlandse Samenvatting. Nederlandse samenvatting Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting Het menselijke Respiratoir Syncytieel Virus (RSV) is wereldwijd oorzaak nummer 1 van virale luchtweginfecties bij kinderen. In de geïndustrialiseerde wereld

Nadere informatie

BIJSLUITER Rispoval IBR-Marker vivum, Lyofilisaat en oplosmiddel voor suspensie voor injectie bij runderen

BIJSLUITER Rispoval IBR-Marker vivum, Lyofilisaat en oplosmiddel voor suspensie voor injectie bij runderen BIJSLUITER Rispoval IBR-Marker vivum, Lyofilisaat en oplosmiddel voor suspensie voor injectie bij runderen 1. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN EN DE FABRIKANT

Nadere informatie

Finadyne Transdermaal

Finadyne Transdermaal UNIEKE TOEDIENING DAT IS HANDIG! Vriendelijk voor het dier, gemakkelijk voor u Snel, eenvoudig en effectief koortsverlagend - ontstekingsremmend - pijnstillend 3 SNELWERKEND 4 snel herstel 5 EFFECTIEF

Nadere informatie

BVD aanpak in de praktijk. Pauline Athmer DAP Nijkerk-Wellensiek

BVD aanpak in de praktijk. Pauline Athmer DAP Nijkerk-Wellensiek BVD aanpak in de praktijk Pauline Athmer DAP Nijkerk-Wellensiek Inhoud presentatie Even voorstellen Waarom BVD? De BVD drager Hoe kom je aan BVD? Hoe kom je er weer vanaf? BVD aanpak in onze praktijk Enkele

Nadere informatie

Grote proportie van de vaarzen kalven af met geïnfecteerde kwartieren (Fox, 2009)

Grote proportie van de vaarzen kalven af met geïnfecteerde kwartieren (Fox, 2009) Studiedag 28 juni 2011 NIEUWE INZICHTEN IN VAARZENASTITIS: TO TREAT OR NOT TO TREAT? Faculteit Diergeneeskunde -UGent D RS. P I E T E R PASSC H Y N D R. S O F I E P I E PE R S P RO F. D R. S AR N E D E

Nadere informatie

Belang van diergezondheid en bioveiligheid in de intensieve varkenshouderij Prof. dr. D. Maes

Belang van diergezondheid en bioveiligheid in de intensieve varkenshouderij Prof. dr. D. Maes Belang van diergezondheid en bioveiligheid in de intensieve varkenshouderij Prof. dr. D. Maes Afdeling bedrijfsdiergeneeskunde varken Faculteit Diergeneeskunde UGent Brugge, 29 november 2013 1 Belang van

Nadere informatie

BIJSLUITER: Norfenicol 300 mg/ml oplossing voor injectie voor runderen en varkens

BIJSLUITER: Norfenicol 300 mg/ml oplossing voor injectie voor runderen en varkens BIJSLUITER: Norfenicol 300 mg/ml oplossing voor injectie voor runderen en varkens 1. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN EN DE FABRIKANT VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE,

Nadere informatie

Nieuwe tendensen in biestmanagement

Nieuwe tendensen in biestmanagement Dierengezondheidszorg Vlaanderen Nieuwe tendensen in biestmanagement Koen De Bleecker/Evelyne Van de Wouwer Dierengezondheidszorg Vlaanderen Inleiding Problematiek bij de kalveren Oorzaak???? 3 Problematiek

Nadere informatie

VACCINATIESTRATEGIEEN IN DE RUNDVEESECTOR GEKADERD BINNEN EEN GOEDE HYGIENE EN BIOVEILIGHEID OP HET RUNDVEEBEDRIJF

VACCINATIESTRATEGIEEN IN DE RUNDVEESECTOR GEKADERD BINNEN EEN GOEDE HYGIENE EN BIOVEILIGHEID OP HET RUNDVEEBEDRIJF VACCINATIESTRATEGIEEN IN DE RUNDVEESECTOR GEKADERD BINNEN EEN GOEDE HYGIENE EN BIOVEILIGHEID OP HET RUNDVEEBEDRIJF Eerste editie, 2016 1 Situering Tegen heel wat virale en bacteriële aandoeningen is het

Nadere informatie

Streven naar een goed producerende koe met lange levensduur

Streven naar een goed producerende koe met lange levensduur Melkveebedrijf van nu naar... Streven naar een goed producerende koe met lange levensduur Efficiënte jongveeopfok: ALVA laag vervangings % + impact mestbeleid Preventief management: risico s vermijden

Nadere informatie

Praktische kijk op droogstandsmanagement bij Vlaamse melkveebedrijven. Enquêteresultaten

Praktische kijk op droogstandsmanagement bij Vlaamse melkveebedrijven. Enquêteresultaten Praktische kijk op droogstandsmanagement bij Vlaamse melkveebedrijven Enquêteresultaten 1 ENQUÊTE RESULTATEN Gemiddeld aantal dieren >150 6,9% Aantal dieren 100-150 50-100 14,0% 50,2% 0-50 28,9% 0 50 100

Nadere informatie

Alles over RSV (Respiratoir Syncytieel Virus)

Alles over RSV (Respiratoir Syncytieel Virus) Alles over RSV (Respiratoir Syncytieel Virus) Wat is RSV Een RSV Respiratoir Syncytieel Virus -infectie is een luchtweginfectie die wordt veroorzaakt door het respiratoir syncytieel virus. Het virus veroorzaakt

Nadere informatie

Trend aankoopprotocol

Trend aankoopprotocol aantal protocols Dierengezondheidszorg Vlaanderen vzw PERSARTIKEL Drongen, Torhout, 19 februari 2013 Auteur: Koen De Bleecker, Teamleider gezondheidszorg herkauwers, DGZ 2 jaar aankoopprotocol: resultaten

Nadere informatie