Dierengezondheidszorg Vlaanderen vzw. Autopsie rundvee 2009 bijzonderste bevindingen

Transcriptie

1 Autopsie rundvee 2009 bijzonderste bevindingen Versie 1.0 Datum augustus 2010 Auteur: Jozefien Callens In 2009 zijn 1254 dossiers voor autopsie rundvee verwerkt. Dit vertegenwoordigt 1282 dieren. In FIGUUR 1 worden deze gegevens uitgesplitst per leeftijdscategorie. De dossiers die onder Veepeiler aangeleverd werden, worden afzonderlijk aangeduid. Eind november 2009 ging het abortusprotocol van start, ook deze dossiers worden afzonderlijk weergegeven FIGUUR abortusprotocol veepeiler diagnostiek In FIGUUR 2 worden de tien meest voorkomende doodsoorzaken over de verschillende leeftijdscategorieën heen (uitz: foeti/doodgeboren kalveren) procentueel weergegeven. Meer uitleg per doodsoorzaak is verder terug te vinden onder de verschillende leeftijdscategorieën. FIGUUR 2 verbloeding Maatschappelijke zetel Administratie Deinse Horsweg Drongen BTW BE KBC Identificatie & Registratie Deinse Horsweg Drongen Laboratorium West Industrielaan Torhout liggingsveranderi TRP beeld van BNP 10% 1 19% Laboratorium Oost Gezondheidsadministratie Hagenbroeksesteenweg Lier Files\Content.IE5\KOEB0B4K\autopsie_rundvee_2009[1].docx Pagina 1

2 In figuren 3 tem 7 worden per leeftijdscategorie de meest voorkomende doodsoorzaken voorgesteld. De percentages geven het aantal dieren weer met een bepaalde doodsoorzaak. De belangrijkste infectieuze oorzaak van abortus binnen de aangeleverde foeti/doodgeboren kalveren bleek van bacteriologische aard. Binnen deze groep van bacteriologische abortussen horen zowel de opportunistische bacteriën (die eerder toevallig abortus veroorzaken) alsook kiemen zoals Salmonella sp., Listeria monocytogenes en Coxiella burnetii (veroorzaker van Qfever). In totaal werd uit 155 van de 636 aangeleverde foeti een opportunistische kiem in reincultuur geïsoleerd. In 3 van die isolaties werd ook alveolitis teruggevonden op histologie. In drie gevallen werd Salmonella sp. geïsoleerd en in 28 gevallen Listeria monocytogenes. Eind november werd het abortusprotocol opgestart. In dat abortusprotocol werd de PCR-test voor Qfever mee opgenomen. Van de 258 foeti die in 2009 onder het abortusprotocol aangeleverd werden, was de PCR in 8 gevallen positief. Gedurende het ganse jaar werden kleuringen uitgevoerd om zuurvaste kiemen (waaronder Brucella abortus, Coxiella burnetii, Chlamydia sp.) op te sporen. In 7 gevallen was er een positieve kleuring, de Brucella abortus cultuur was telkens negatief. en Neospora caninum zijn heel belangrijke diagnoses op bedrijfsniveau. Het onderzoek bestaat uit een antigentest op de milt. Het Neospora caninum-onderzoek bestaat enerzijds uit serologisch onderzoek van het moederdier en histologisch onderzoek van hart en hersenen van de foetus. Bij de mycotische abortussen wordt in meer dan de helft van de gevallen Aspergillus fumigatus geïsoleerd. FIGUUR 3: foeti en doodgeboren kalveren BLT 1% congenitaal 1% mycotisch Neospora bacteriologie 3 Files\Content.IE5\KOEB0B4K\autopsie_rundvee_2009[1].docx Pagina 2

3 Bij kalveren jonger dan 1 maand is zoals verwacht de belangrijkste doodsoorzaak. De verschillende aangetoonde ziekteverwekkers zijn: cryptosporidiose (22 gevallen), rotavirus (21 gevallen), Clostridium perfringens (8 gevallen), E.coli K99 (6 gevallen) en giardia (1 geval). In geval van werd vnl. Mycoplasma sp. geïsoleerd. Opmerkelijke bevinding is het vrij hoge aantal gevallen met beeld van BNP (boviene neonatale pancytopenie) in de volksmond bloedzweterkalveren genoemd. FIGUUR 4 : kalveren < 1 maand vit E/Se tekort verslikkingspneum congenitaal liggingsverandering beeld BNP 9% 10% 1 30% Bij de kalveren met leeftijd tussen 1 en 3 maand is zowel als een heel belangrijke doodsoorzaak. De belangrijkste ziekteverwekkers bij deze leeftijdscategorie zijn giardia en coccidiose. In één geval werd Salmonella Dublin geïsoleerd. De werd in de meeste gevallen veroorzaakt door het RSV-virus (10 gevallen). In tweede instantie werden volgende ziekteverwekkers geïsoleerd: IBR-virus, Mannheimia haemolytica, Pasteurella multocida en Mycoplasma sp.. FIGUUR 4: kalveren 1-3 maand liggingsveranderingen beeld BNP Files\Content.IE5\KOEB0B4K\autopsie_rundvee_2009[1].docx Pagina 3

4 Bij de kalveren tussen 3 en 6 maanden is duidelijk de belangrijkste doodsoorzaak. Bij die leeftijdscategorie werden voornamelijk bacteriën geïsoleerd zoals Arcanobacter pyogenes zonder isolatie van een andere verwekker. In 4 gevallen werd RSV-virus geïsoleerd. Drie gevallen konden toegewezen worden aan Mycoplasma sp., één geval aan Histophilus somni en één geval aan Mannheimia haemolytica. De gevallen waren op één na allemaal te wijten aan een enterotoxaemie tgv Clostridium perfringens. Binnen die leeftijdscategorie werden 5 dieren binnengebracht met een taxusintoxicatie. FIGUUR 5: kalveren 3-6 maand intoxicatie 3 Het aantal dieren binnengebracht binnen de leeftijdscategorie ouder dan 6 maanden, is vrij beperkt. Er kunnen dus moeilijk conclusies aan deze grafiek gekoppeld worden. Belangrijke bemerking is echter dat er ook in die leeftijdscategorie gevallen van werden aangeleverd. FIGUUR 6: kalveren >6 maanden % Files\Content.IE5\KOEB0B4K\autopsie_rundvee_2009[1].docx Pagina 4

5 Bij de dieren ouder dan 2 jaar komt het aandeel van als doodsoorzaak nog prominenter naar voren. Hierbij dient wel een aantal belangrijke kanttekeningen gemaakt te worden. Ten eerste werden de onderzoeken in kader van door veepeiler gefinancierd en ten tweede werd bij een -uitbraak meestal verschillende dieren ter onderzoek aangeboden. Niettemin bleek in 2009 een belangrijk diagnose. Een andere heel belangrijke diagnose bij deze leeftijdscategorie is TRP (traumatische reticulo). De ijzerdraad die hier de oorzaak van is, wordt dikwijls teruggevonden en is meestal afkomstig van oude autobanden. FIGUUR 7: runderen > 2 jaar liggingsveranderingen lever/nierpathologie pathologie baarmoeder/uier/blaas verbloeding TRP 9% 1 Files\Content.IE5\KOEB0B4K\autopsie_rundvee_2009[1].docx Pagina 5