Raadsvoorsteltot het wijzigen van de Bouwverordening gemeente

Transcriptie

1 gemeente Eindhoven Dienst Stedelijke Ontwikkeling en Beheer Raadsnummer 05.RZ42Z.OO4 Inboeknummer osbstor383 Beslisdatum B&W az september 2005 Dossiernummer S Raadsvoorsteltot het wijzigen van de Bouwverordening gemeente Eindhoven 1 inleiding Op 20 juni 2005 heeft de raad in haar vergadering besloten tot vaststelling van de verordening tot wijziging van de Bouwverordening gemeente Eindhoven. Gebleken is dat in de laatstelijk gewijzigde Bouwverordening gemeente Eindhoven een aantal kleine onvolkomenheden staan die hersteld dienen te worden. 2 Wat willen we bereiken Door herstel van de geconstateerde onvolkomenheden is een goede afstemming met overige regelgeving gegarandeerd. 3 Wat gaan we daarvoor doen In afwachting van de elfde serie wijzigingen van de Modelbouwverordening 1992 biedt een herstel van de onvolkomenheden van de laatstelijk gewijzigde Bouwverordening gemeente Eindhoven een toereikend kader. 4 Wat kost het De wijziging van de Bouwverordening gemeente Eindhoven heeft geen financiele gevolgen en risico s. Een ontwerpraadsbesluit bieden wij u hierbij ter vaststelling aan. Burgemeester en wethouders van Eindhoven, C. Langerwerf, secretaris.

2 Raadsnummer 05.RZ42X. OO4 Raadsbesluit De raad van de gemeente Eindhoven; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 27 september 2005 en 2 december 2005; gelet op artikel 8 van de Woningwet; besluit: I het raadsbesluit tot het wijzigen van de Bouwverordening gemeente Eindhoven van 12 december 2005 in te trekken; II vast te stellen de verordening tot wijziging van de Bouwverordening gemeente Eindhoven. Artikel A. Wijzigingen in de bouwverordening. In artikel Ontheffing voor overschrijdingen van de voorgevelrooilijn. Vervang in artikel 2.5.8, eerste lid, sub h, onder d de aanduiding 3 meter door 3,30 meter. In artikel Ontheffing voor overschrijdingen van de achtergevelrooilijn. Voeg in artikel , lid j voor de vermeldingen uitbouwen onderstaande tekst in: aanbouwen of. Voeg in artikel , lid j na Besluit bouwwerken de navolgende tekst in:, mits bij woningen de goothoogte, gemeten vanaf aansluitend terrein, ten hoogste 3,30 meter bedraagt. Artikel , lid m te schrappen. In artikel Omvang van de bewaking door brandmeldinstallaties. Vervang in artikel de tekst van het tweede lid door een nieuwe tekst, luidende: 2. Een op grond van artikel 2.6.2, lid 1, a, b en c, in een bouwwerk aanwezige brandmeldinstallatie meldt rechtstreeks door naar de alarmcentrale van de brandweer, voorzover dit voor een gebruiksfunctie staat aangegeven in tabel van bijlage 10 van deze verordening. In artikel Gelijkwaardigheid. Vervang in artikel , vierde lid, artikel door artikel In artikel Voorschriften inzake brandveiligheidsinstallaties en vluchtrouteaanduidingen. In artikel wordt de aanduiding vervangen door

3 Raadsnummer 05.RI42I.OO4 Artikel B. Inwerkingtreding. Te bepalen dat de verordening tot wijziging van de Bouwverordening gemeente Eindhoven in werking treedt de eerste dag na de bekendmaking. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 13 maart A. Sakkers, voorzitter. J. Verheugt, griffier

4 gemeente Eindhoven Dienst Stedelijke Ontwikkeling en Beheer Raadsnummer 05.RI42I.OO3 lnboeknummer osbstos6oa Beslisdatum B&W s december soos Dossiernummer S.Soes Nadere toelichting bij raadsvoorstel Betreft aanpassing Bouwverordening. Het raadsvoorstel tot wijziging van de Bouwverordening is behandeld in de vergadering van 16 november 2005 van de commissie ruimtelijke pijler, De commissie heeft aangegeven behoefte te hebben aan een nadere toelichting alvorens hierover advies uit te brengen. Onderstaand treft u een nadere toelichting op de voorgestelde wijzigingen alsook een argumentatie om de wijzigingen door te voeren in de Bouwverordening. Voorts is tijdens de behandeling van het raadsvoorstel in de commissie ruimtelijke pijler gebruik gemaakt van de inspraakmogelijkheid. Een reactie op de inspraak wordt hierbij eveneens gegeven. Voor de volledigheid wordt er op gewezen dat voorgestelde wijzigingen budgettair neutraal zijn. Hieronder wordt een puntsgewijze toelichting respectievelijk argumentatie gegeven op het raadsvoorstel tot wijziging van de Bouwverordening. 1 Artikel Ontheffing voor overschrijdingen van de voorgevelrooilijn. Voorgesteld wordt om in artikel 2.5.8, eerste lid, sub h, onder d de aanduiding 3 meter te vervangen door 3,30 meter. De reden voor deze voorgestelde wijziging is gelegen in het feit dat in het Bouwbesluit 2003 de minimale plafondhoogte voor verblijfsruimten in woningen is opgeschroefd naar 2,60 meter waardoor een maximale goothoogte van ten hoogste 3 meter veelal onvoldoende ruimte biedt. In dit kader kan worden vermeld dat in de ontwerp-bestemmingsplannen alsmede het artikel 19, lid 3 van het vrijstellingsbeleid niet langer wordt uitgegaan van een maximale goothoogte van ten hoogste 3 meter maar van een bebouwingshoogte van ten hoogste 4 meter. 2 Artikel 2.5. ll. Ontheffing voor overschrijdingen van de achtergevelrooilijn. Voorgesteld wordt om in artikel , lid j voor de vermeldingen uitbouwen de tekst aanbouwen of in te voegen en tevens lid m te schrappen. De reden voor deze voorgestelde wijziging is gelegen in het feit dat in lid rn abusievelijk 2 meter stond vermeld in plaats van 3,30 meter overeenkomstig het onder punt 1 vermelde. Artikel , lid m kan overigens geschrapt worden aangezien in lid f reeds is voorzien in een vrijstellingsmogelijkheid ten behoeve van bijgebouwen en het opnemen van

5 Raadsnummer Og.RZyaZ.OO> aanbouwen in lid j genoemd lid overbodig maakt. Ten aanzien van de in artikel , lid m vermelde vrijstellingsvoorwaarden kan vermeld worden dat deze abusievelijk zonder onderliggende argumentatie in de laatstelijke wijziging zijn opgenornen. Deze vrijstellingsvoorwaarden zijn toegespitst op ontheffing voor overschrijdingen van de voorgevelrooilijn. Overigens kan worden vermeld dat deze vrijstellingsvoorwaarden in de Modelbouwverordening ook niet zijn opgenomen voor wat betreft de ontheffingsmogelijkheden voor overschrijdingen van de achtergevelrooilijn. Dit laat overigens onverlet dat in geval van een vrijstelling er altijd een volledige belangenafweging dient plaats te vinden waarbij deze voorwaarden naast overige belangen mogelijk aan de orde kunnen komen. 3 Artikel Omvang van de bewaking door brandrneldinstallaties. Voorgesteld wordt om in artikel de tekst van het tweede lid door een nieuwe tekst te vervangen luidende: 2. Een op grond van artikel 2.6.2, lid 1 a, b en c in een bouwwerk aanwezige brandmeldinstallatie meldt rechtstreeks door naar de alarmcentrale van de brandweer, voorzover dit voor een gebruiksfunctie staat aangegeven in tabel van bijlage 10 van deze verordening. Onderhavig voorstel is afkomstig van de VNG en betreft een correctie op de 10 serie wijzigingen M BV 1992 als opgenomen in ledenbrief 04/1 61. De VNG geeft voor genoernde wijziging de navolgende motivatie. Teneinde de verordeningstekst en bijlage 10 met elkaar in overeenstemming te laten zijn, dient er een correctie in het tekstvoorstel van artikel 2.6.3, lid 2 MBV 1992 te worden aangebracht. 4 Artikel , Gelijkwaardigheid. Voorgesteld is om in artikel , vierde lid, artikel te vervangen door artikel In de laatstelijke wijziging van de gemeentelijke Bouwverordening heeft een vernummering plaatsgevonden als gevolg hiervan diende de aanvankelijke verwijzing in artikel , vierde lid hierop aangepast te worden hetgeen abusievelijk niet is gebeurd. 5 Artikel 5,2.1, Voorschriften inzake brandveiligheidsinstallaties en vluchtrouteaanduidingen. Voorgesteld is om in artikel de aanduidingen te vervangen door In de laatstelijke wijziging van de gemeentelijke Bouwverordening heeft een vernummering plaatsgevonden als gevolg hiervan diende de aanvankelijke verwijzing in artikel hierop aangepast te worden hetgeen abusievelijk niet is gebeurd.

6 Raadsnummer 05.RI$2I.OOQ Zoals reeds eerder is aangegeven is tijdens de behandeling van het raadsvoorstel tot het wijzigen van de Bouwverordening gemeente Eindhoven in de commissie ruimtelijke pijler gebruik gemaakt van de inspraakrnogelijkheid. Op 30 november 2005 heeft er een gesprek plaatsgevonden met de inspreker, de heer A J.A. Nicia waarbij de gemeente werd vertegenwoordigd door een afvaardiging van de sector Bouw- en Woningtoezicht, Het gesprek met de inspreker heeft geresulteerd in de navolgende reacties respectievelijk uitkomsten. Op de door de inspreker naar voren gebrachte zienswijzen is deels gereageerd overeenkomstig de hiervoor gegeven puntsgewijze toelichting respectievelijk argumentatie op het raadsvoorstel. Voor het overige is op de door inspreker naar voren gebrachte zienswijzen als volgt gereageerd. Aan de inspreker is uitgelegd waarom in het raadsvoorstel een goothoogte van 3,30 meter wordt voorgesteld in plaats van 3 meter. Inspreker heeft aangegeven hiervoor begrip te hebben. Ten aanzien van hetgeen in het kader van de inspraak omtrent artikel naar voren is gebracht, is het navolgende opgemerkt. Het vervallen van artikel is geheel overeenkomstig de negende serie wijzigingen van de Modelbouwverordening 1992 van de VNG. De wijziging is noodzakelijk omdat sinds de inwerkingtreding van de Wet dualisering gemeentebestuur de gemeenteraad niet meer de bevoegdheid heeft om op grond van artikel 148 van de Gemeentewet bij verordening beleidsregels vast te stellen, waarmee andere gemeentelijke bestuursorganen rekening dienen te houden bij de uitoefening van bij of krachtens de wet verleende bevoegdheden. De richtlijnen van dit artikel hebben sinds 7 maart 2002 geen wettelijke basis meer. Door de vakafdeling wordt evenals inspreker de essentie van het bedoelde artikel onderkend echter het vervallen ervan is, zoals al eerder gezegd, een noodzakelijk gevolg van de Wet dualisering gemeentebestuur. Hoewel inspreker het betreurt dat het artikel is komen te vervallen, heeft hij er begrip voor na de gegeven uitleg. Het belang van begrenzing van ontheffingsbevoegdheden in de artikelenreeks t/m MBV blijft echter ook na 7 maart 2002 onverkort aanwezig. Titel 4.3 Algemene wet bestuursrecht omvat een algemene bevoegdheid voor bestuursorganen om voor eigen bevoegdheden beleidsregels vast te stellen. De inhoud van het vervallen artikel MBV kan aldus als beleidsregel bij besluit van het college opnieuw worden vastgesteld en bekendgemaakt. Edn van de door de inspreker naar voren gebrachte zienswijzen richt zich op de huidige opzet van artikel Hieromtrent kan worden vermeld dat deze wijziging

7 aaadsnummer 05,RI42I.OO3 reeds dateert uit de achtste serie wijzigingen van de Modelbouwverordening 1992 van de VNG, ledenbrief 02/139. Abusievelijk is deze wijziging echter niet meegenomen in de voorlaatste wijziging van de Bouwverordening gemeente Eindhoven, inspreker heeft bezwaar tegen de gewijzigde terminologie in de titel van artikel waarbij "voorbereiding van een bestemmingsplan" is vervangen door "voorbereiding van nieuw ruimtelijk beleid". Naar het oordeel van inspreker is "nieuw ruimtelijk beleid" veel te vaag. Volgens de Memorie van Toelichting (MvT) is bij een goede ruimtelijke onderbouwing niet de vorm maar de inhoud bepalend. Zo mag volgens de MvT veelal volstaan worden met een verwijzing naar aanvaard beleid, zoals een structuurplan, -visie of ÃćâĆňâĂİ nota, ontwerpbestemmingsplan beleidsnota, beleidsregels, sectorale nota. Zelfs indien er geen aanvaard beleid voorhanden is, kan volgens de MvT toch meegewerkt worden aan een verzoek om vrijstelling. Er moet dan wel sprake zijn van een omvangrijkere en diepgaandere motivering. Dit is ook zo kenbaar gemaakt aan de inspreker, voorts is inspreker verwezen naar de VNG ledenbrief 02/139, welke als bijlage is opgenomen. Tot slot is door inspreker in zijn zienswijzen aangegeven dat de redactionele wijzigingen in artikel , lid j, lid m van bedoeld artikel niet overbodig maken. Onverlet hetgeen omtrent artikel reeds is vermeld is naar aanleiding van hetgeen door inspreker is ingebracht besloten om het raadsvoorstel met betrekking tot artikel te wijzigen. De wijziging betreft het beperken van de maximale goothoogte van aan-, uit- en bijgebouwen bij woningen tot ten hoogste 3,30 meter. De reden voor deze aanpassing is dat aldus redactioneel wordt aangesloten bij het bepaalde in artikel Tevens wordt hiermee geregeld dat de inbreuk op de lichten luchttoetreding van belendende woningen beperkt blijft. Deze aanvullende wijziging is cursief in het herzien ontwerpraadsbesluit aangegeven, Een herzien ontwerpraadsbesluit bieden wij u hierbij ter vaststelling aan. Burgemeester en wethouders van Eindhoven, C. Langerwerf, secretaris BG