Prinsjesdag 2016 vaste grond onder de voeten?

Transcriptie

1 Prinsjesdag 2016 vaste grond onder de voeten? Positieve geluiden laat het kabinet horen op Prinsjesdag De overheidsfinanciën zijn verbeterd, de economische groei zet door in Het consumentenvertrouwen neemt toe en bedrijven durven weer te investeren. Is het tij ook voor u gekeerd? De fiscale maatregelen van Prinsjesdag 2016 Wij hebben voor u een selectie gemaakt van de meest opvallende fiscale maatregelen. Met name deze onderwerpen verdienen extra aandacht dit jaar. Daar zal voor ondernemers en dga s de aandacht naar uit moeten gaan. De adviseurs van accon avm hebben de kennis in huis en zijn er op gericht u de mogelijkheden te schetsen, zodat u een juiste afweging kunt maken. Wij adviseren u graag. Heffingskortingen en tarieven inkomstenbelasting Ieder jaar worden de heffingskortingen en de tariefschijven in meer of mindere mate aangepast. Ook voor 2017 zijn er beperkte wijzigingen. In onderstaande tabel staat een overzicht van de heffingskortingen en tariefschijven 2016 en

2 Vervolg tabel Afschaffing pensioen in eigen beheer Het kabinet heeft besloten om het pensioen in eigen beheer af te schaffen. Dit houdt in dat vanaf 1 januari 2017 een dga niet langer pensioen kan opbouwen bij zijn bv. Voor de reeds opgebouwde aanspraken moet de dga een keuze maken uit de volgende mogelijkheden: 1. ongewijzigde afwikkeling van de bestaande aanspraken; 2. afkoop van de bestaande aanspraken; 3. omzetting van de bestaande aanspraken in een oudedagsverplichting (alleen voor nog niet ingegane pensioenen). Bij de opties afkoop & omzetting komt het verschil tussen de zogenaamde commerciële waarde en de fiscale waarde toe aan de bv. Hierdoor ontstaat meer ruimte om dividend uit te keren. Om de afkoop te stimuleren geldt een gedeeltelijke vrijstelling van de afkoopsom. De vrijstelling bedraagt in ,5%, in % en in ,5%. Na 2019 is afkoop niet meer mogelijk. De optie afkoop geldt zowel voor ingegane - als nog niet ingegane pensioenen. Van belang voor de keuze is ook de positie van de (ex)partner die recht heeft op een deel van de pensioenaanspraak. Omdat een keuze van de dga voor de (ex)partner grote gevolgen heeft, dient de (ex)partner akkoord te gaan met de keuze. De (ex)partners kunnen - in ruil voor de medewerking aan een bepaalde keuze - een vergoeding overeenkomen. 12

3 Welke keuze is voordelig voor u? Dit is afhankelijk van uw feitelijke situatie. Hierbij spelen de hoogte van de pensioenaanspraak, de financiële positie van de bv en uw levensfase een grote rol. U kunt anticiperen op het wetsvoorstel op de volgende wijzen: verlaging van de pensioenrichtleeftijd naar 60 jaar (hierdoor stijgt de fiscale waarde ultimo 2016); invoering van een voorindexatie van de pensioenaanspraken (hierdoor neemt de pensioenaanspraak na 2017 nog toe); naar de bv halen van extern verzekerd kapitaal (na 2017 is dit niet meer mogelijk); uitstellen van de ingangsdatum van het pensioen tot na 2016 (als pensioen in 4 e kwartaal 2016 in zou gaan en een dga de optie omzetting wil toepassen). De pensioenadviseurs van accon avm komen beslist op korte termijn op dit onderwerp terug. Het verdient de volle aandacht om uw pensioenaanspraken voor de toekomst veilig te stellen. Fictieve dienstbetrekking commissarissen Bij de behandeling van de invoering van de regeling modelovereenkomsten voor zzp ers (Deregulering Beoordeling Arbeidsrelaties) is ook de fictieve dienstbetrekking voor commissarissen tegen het licht gehouden. In het kader van een stuk vereenvoudiging van fiscale regelgeving heeft de staatssecretaris van Financiën goedgekeurd dat partijen er met ingang van 1 mei 2016 gezamenlijk voor kunnen kiezen om de inhouding van loonheffing achterwege laten. Ook is er dan geen bijdrage Zorgverzekeringswet meer verschuldigd. Voornoemde goedkeuring wordt per 1 januari 2017 omgezet in wetgeving. Dit houdt overigens niet in dat commissarissen vrijgesteld zijn van belastingbetaling. Belastingheffing vindt plaats via de inkomstenbelasting. Na inwerkingtreding van deze wetswijziging is het overigens nog wel mogelijk om de commissarisbeloning via de loonheffingen af te wikkelen, met de zogenoemde 'opting-in regeling'. Gebruikelijk loon innovatieve startups Dga s dienen in beginsel een salaris te genieten van tenminste We noemen dit het gebruikelijk loon. Startende ondernemers kunnen dit als een belemmering ervaren. In mei 2016 was daarom al aangekondigd dat de gebruikelijkloonregeling met ingang van 2017 versoepeld wordt voor dga s van innovatieve startups. Deze versoepeling komt erop neer dat dga s van ondernemingen die voor toepassing van de WBSO (Wet Bevordering Speur- en Ontwikkelingswerk) als starter zijn aangemerkt, gedurende de eerste drie jaren na de start van de onderneming kunnen volstaan met een gebruikelijk loon ter grootte van het minimumloon (± ). Dit kan behoorlijk wat ruimte geven, die juist in de aanvangsfase innovatie en de opbouw van het bedrijf ten goede komt. Onder bepaalde voorwaarden is afwijkend maatwerk mogelijk in overleg met de Belastingdienst. 13

4 Innovatiebox Een innovatieve ondernemer die een immaterieel vast activum heeft voortgebracht, kan een deel van de winst onder een effectief tarief van maximaal 5% onderbrengen door gebruik te maken van de innovatiebox. Vanaf 2017 is een S&O verklaring noodzakelijk om de innovatiebox te mogen toepassen. Alleen het bezit van een octrooi (of kwekersrecht) is niet meer voldoende voor toepassing van de innovatiebox. De innovatiebox geldt voor dat gedeelte van de winst dat is ontstaan uit het immaterieel vast activum. De berekening van die winst gebeurt in de praktijk in afstemming met de Belastingdienst. Vastgelegd wordt nu ook welke methode gebruikt moet worden om de innovatieve winst te berekenen (Nexus Approach). De afspraak die men met de Belastingdienst maakt, dient men vast te leggen in een vaststellingsovereenkomst. De forfaitaire regeling blijft bestaan. Deze betekent dat men kan kiezen voor een vast bedrag van maximaal dat onder het lage tarief valt. In dat geval hoef je geen vaststellingsovereenkomst te sluiten met de Belastingdienst. In de praktijk blijkt dat veel ondernemers de innovatiebox nog niet optimaal benutten. Vraag uw adviseur om dit voor u te beoordelen. Er is meer mogelijk dan u op het eerste gezicht zou denken. Vrijgestelde beleggingsinstelling De vrijgestelde beleggingsinstelling (hierna: vbi) is een nv die niet belastingplichtig is voor de vennootschapsbelasting. Over het resultaat van beleggingen en banktegoeden wordt dus geen vennootschapsbelasting geheven. Wel wordt er jaarlijks (al dan niet fictief) 4% van het vermogen op 1 januari belast tegen een heffing inkomstenbelasting van 25%. Vermogende ondernemers en particulieren hebben de vbi de afgelopen jaren veel toegepast. De regeling wijzigt ingrijpend op drie punten. Bij het opstarten van een vbi dient men 25% Box 2 heffing te betalen over de meerwaarde in de aandelen. Deze aanpassing gaat in met terugwerkende kracht naar Prinsjesdag. Als er binnen een periode van 18 maanden vermogen uit Box 3 naar een vbi wordt overgebracht en weer wordt teruggehaald naar Box 3, dan wordt dit vermogen tevens meegerekend in Box 3. Deze maatregel is genomen in verband met de toepassing van een zogenaamde flits-vbi. Het forfaitaire rendement van een vbi wordt in de nieuwe plannen gekoppeld aan het tarief in Box 3. Met de genoemde aanpassingen verliest de vbi aan aantrekkelijkheid. Mocht u een vbi overwegen of reeds een vbi hebben, neemt u dan contact op met uw accon avm adviseur. 14

5 Tarief vennootschapsbelasting: verruiming eerste schijf In de komende jaren gaat het tarief voor de vennootschapsbelasting stapsgewijs omlaag. Dit is mogelijk gemaakt door het verruimen van de eerste schijf in de tariefsopbouw. Vanaf 1 januari 2018 hoeft over winsten tot slechts 20% vennootschapsbelasting te worden betaald. Ter vergelijking: in 2016 geldt het 20% tarief voor winsten tot Dit betekent een verruiming van de eerste schijf met maar liefst In de jaren daarna wordt de eerste schijf verder verruimd. Vanaf 1 januari 2020 geldt het tarief van 20% voor winsten tot en vanaf 1 januari 2021 geldt het tarief van 20% voor winsten tot Voor zover de winsten hoger zijn dan de hiervoor genoemde bedragen, bedraagt het tarief van de vennootschapsbelasting nog steeds 25%. Het aangaan of verbreken van een fiscale eenheid kan hierdoor opnieuw worden overwogen. Vraag uw accon avm belastingadviseur om meer informatie. Buitenlands belastingplichtigen: heffingsvrij vermogen van toepassing in Box 3 Vanaf 1 januari 2017 wordt de heffing van inkomen uit sparen en beleggen voor buitenlands belastingplichtigen in overeenstemming gebracht met jurisprudentie van de Hoge Raad en het Europese Hof van Justitie. Vanaf deze datum kunnen ook buitenlands belastingplichtigen gebruik maken van het heffingsvrij vermogen in Box 3. Tot 1 januari 2017 is dit belastingvoordeel alleen beschikbaar voor binnenlands belastingplichtigen. Het gebruik kunnen maken van het heffingsvrij vermogen is een aanzienlijk belastingvoordeel voor voornamelijk buiten Nederland wonende belastingplichtigen met vastgoed in Nederland. Per 1 januari 2017 bedraagt het heffingsvrij vermogen per persoon. Door de toepassing van het heffingsvrij vermogen zal het belastingvoordeel bij fiscale partners kunnen oplopen tot 600 per jaar. Let op! De staatssecretaris heeft bij besluit aangekondigd dat deze wetswijziging ook al in 2016 mag worden toegepast. Terugvragen dividendbelasting: een kans voor in het buitenland wonende beleggers Onlangs heeft het Hof van Justitie in twee arresten bepaald dat de Nederlandse wetgeving in strijd is met Europese wetgeving wanneer dividenden worden betaald aan in het buitenland wonende beleggers. In Nederland wonende beleggers kunnen de dividendbelasting immers verrekenen met de verschuldigde inkomstenbelasting terwijl de in het buitenland wonende beleggers deze mogelijkheid niet hebben. Als reactie op deze jurisprudentie heeft de wetgever een wetswijziging aangekondigd. Deze beleggers kunnen op basis van deze wetswijziging een deel van de betaalde dividendbelasting terugvragen. Voorwaarde is wel dat de dividendbelasting op grond van een verdrag ter voorkoming van dubbele belasting niet verrekend kan worden met de in het buitenland geheven belasting. Let op! De staatssecretaris heeft bij besluit aangekondigd dat deze wetswijziging ook al in 2016 mag worden toegepast. U hoeft dus niet tot 1 januari 2017 te wachten om deze betaalde dividendbelasting terug te vragen. Woont u in het buitenland en hebt u beleggingen? Raadpleeg uw adviseur. 15

6 Teruggaaf btw oninbare vordering De voor de praktijk zeer welkome wijziging betreft het terugvragen van btw op oninbare vorderingen. Door het nieuwe voorstel kunnen ondernemers op een eenvoudiger wijze de btw op oninbare vorderingen terugvragen. De huidige regels worden door veel ondernemers als ingewikkeld en omslachtig ervaren. Op dit moment geldt dat de ondernemer die de btw terugvraagt aannemelijk moet maken dat de afnemer niet heeft betaald en ook niet zal betalen. Vanaf 2017 ontstaat het recht op teruggaaf als de factuur één jaar nadat het factuurbedrag opeisbaar is geworden nog niet betaald is. Een ander groot verschil met het voorstel en de huidige regelgeving omtrent het terugvragen van btw op oninbare vorderingen is dat een teruggaafverzoek bij het nieuwe voorstel wordt gedaan door het oninbare btw-bedrag in de btwaangifte in mindering te brengen en dat geen apart verzoek om teruggave meer nodig is. Bouwterrein en btw Ook de invloed van Europese rechtspraak op de Nederlandse btw-wetgeving laat zich gelden. Dit betreft de uitleg van het begrip bouwterrein voor de btw. Het Nederlands wettelijke begrip geeft limitatieve voorwaarden waaraan moet worden voldaan wil er sprake zijn van een bouwterrein. Als er sprake is van een bouwterrein is de levering belast met btw. Belangrijk gevolg is dat de levering daardoor ook is vrijgesteld van overdrachtsbelasting. Dit is de samenloopregeling die voorkomt dat er zowel btw als overdrachtsbelasting is verschuldigd. Vanaf 2017 is er eerder sprake van een bouwterrein, namelijk als uit de beoordeling van alle omstandigheden blijkt dat het terrein daadwerkelijk bestemd is om te worden bebouwd. Bij de beoordeling wordt de intentie van partijen ook meegenomen als deze met objectieve gegevens kan worden onderbouwd. Tot 1 januari 2017 kan een keuze worden gemaakt voor de ruime uitleg van een bouwterrein volgens de Europese Rechtspraak danwel de uitleg volgens de beperkte uitleg in de btw-wetgeving. Vanaf 1 januari 2017 is dit niet meer mogelijk. Het is belangrijk uw adviseur hierbij op tijd te betrekken. Watersport en btw Er is een belangrijke verandering voor watersportorganisaties. Watersportorganisaties die geen winst beogen, vallen voor hun diensten ten behoeve van de watersport onder de sportvrijstelling. Anders dan nu zijn vanaf 2017 ook niet-winstbeogende watersportverenigingen die personeel in dienst hebben voor het verrichten van werkzaamheden aan vaartuigen en voor het beschikbaar stellen van lig- en bergplaatsen voor vaartuigen vrijgesteld van btw. Naast deze verruiming geldt er ook een beperking. De vrijstelling geldt vanaf 2017 niet meer voor het ter beschikking stellen van lig- en bergplaatsen voor zover deze plaatsen worden gebruikt door vaartuigen voor recreatief gebruik. Of deze wijzigingen gunstig uitpakken valt te bezien. De aftrek van btw is daarbij een belangrijke factor. Toepassing van de vrijstelling leidt er namelijk toe dat btw op kosten niet aftrekbaar is. Raadpleeg de btw-specialisten van accon avm voor meer informatie. 16

7 Vruchtgebruik krachtens erfrecht Hebt u een vruchtgebruik via erfrecht verkregen? In dat geval wordt de wetgeving per 2017 vereenvoudigd. De vruchtgebruiker moet in Box 3 de volle waarde van de bezittingen aangeven. Vanaf 2017 moet ook de volle waarde van de schulden door de vruchtgebruiker worden aangegeven. De bloot eigenaar hoeft zijn aandeel in deze schulden niet langer aan te geven. Eveneens wordt in de wet vastgelegd dat bij een vruchtgebruik krachtens erfrecht, evenals bij een recht van bewoning of een recht van gebruik, de corresponderende schuld als eigenwoningschuld kan kwalificeren. De langstlevende partner wordt in staat gesteld om gedurende de resterende termijn van 30 jaar met renteaftrek in de voormalige echtelijke woning te blijven wonen. Reparatie arrest bedrijfsopvolgingsregeling Op 22 april 2016 is door de Hoge Raad bepaald dat een indirect belang van minder dan 5% in een bv als ondernemingsvermogen voor de bedrijfsopvolgingsfaciliteiten kan kwalificeren. Zowel wat betreft de vrijstelling in de schenk- en erfbelasting als wat betreft de doorschuiffaciliteiten in de inkomstenbelasting. Dit wordt nu middels wetgeving gerepareerd en wel met terugwerkende kracht tot 1 juli Wettelijk vereiste wordt dat de erflater of schenker (direct of indirect) een belang van minimaal 5% heeft. Vervolgens dient uiteraard toetsing plaats te vinden in hoeverre het aanwezige vermogen als ondernemingsvermogen kwalificeert. De vraag is in hoeverre de mogelijkheden in de nabije toekomst nog verder versoberen nu deze ruime faciliteit voor ondernemers al geruime tijd ter discussie staat. Schenking eigen woning Per 1 januari 2017 wordt de schenkingsvrijstelling voor de eigen woning wederom verruimd. Aan een ieder tussen de 18 en 40 jaar kan een bedrag van worden geschonken voor de woning. Het overgangsrecht is complex. Hebt u in het verleden reeds gedeeltelijk van een hogere vrijstelling gebruik gemaakt? Laat u zich dan vooraf adviseren in hoeverre u deze schenking nog kunt aanvullen met een beroep op de verhoogde vrijstelling voor de woning. Monumentenpand Vanaf 2017 wordt de aftrek monumentenpand afgeschaft. Er komt een beperkte overgangsregeling voor reeds bestaande financiële verplichtingen. Voor eigenaren van een monumentenpand kan het verstandig zijn om dit jaar nog uitgaven te doen, die voor aftrek in aanmerking komen. Toeslagen Onder bepaalde voorwaarden kunt u recht hebben op een toeslag. Hierbij kunt u denken aan de huurtoeslag, zorgtoeslag, kinderopvangtoeslag en het kindgebonden budget. 17

8 Deze toeslagen worden toegekend volgens de systematiek van de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen (Awir). Kort samengevat komt het erop dat neer dat de vraag of, en indien ja voor hoeveel, u recht hebt op deze toeslagen afhankelijk is van de hoogte van uw inkomen. Indien u een dergelijke toeslag aanvraagt, ontvangt u in de regel een tegemoetkoming middels een voorschot tot het bedrag waarop de tegemoetkoming vermoedelijk zal worden vastgesteld. U vraagt derhalve een toeslag aan op basis van uw geschatte inkomen. Begin 2017 vraagt u de toeslag aan gebaseerd op uw geschatte inkomen over De Belastingdienst/Toeslagen kan achteraf het voorschotbedrag herzien en stelt de definitieve toeslag vast onder verrekening van het eerder verleende voorschot. Deze herziening van eerder verleende voorschotten welke zou leiden tot een terugbetaling van achteraf te hoog vastgestelde voorschotten mag niet meer indien er vijf jaar verstreken zijn na de laatste dag van het betreffende berekeningsjaar. Hiermee wordt er rechtszekerheid verleend aan de toeslaggerechtigde. Eén en ander vloeit voort uit uitspraken op 1 juni 2016 van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Deze uitspraken worden per 1 januari 2017 verankerd in de wet. De inspecteur van de Belastingdienst/Toeslagen krijgt volgens het Belastingplan 2017 de bevoegdheid om de aanvrager van een toeslag geen voorschot te verlenen. Belastingheffing Box 3 Vorig jaar werd met Prinsjesdag reeds de aanpassing van de heffing in Box 3 aangekondigd. Deze gaat in werking per Tot en met 2016 wordt er een voordeel berekend van 4% over uw grondslag sparen en beleggen. Over dit voordeel van 4% betaalt u 30% inkomstenbelasting. U betaalt dus 4% x 30% = 1,2% belasting over uw grondslag sparen en beleggen. Vanaf 2017 verandert de berekening van de belasting die u moet betalen over uw grondslag sparen en beleggen. Er zijn dan 3 schijven. Als uitgangspunt hierbij geldt dat u meer voordeel hebt naarmate uw grondslag sparen en beleggen hoger is. Bij iedere volgende schijf geldt daarom een hoger percentage om uw voordeel te berekenen. Over dit voordeel betaalt u 30% inkomstenbelasting. Vanaf 2017 gelden de volgende 3 schijven in Box 3: Schijf 1: tot en met Schijf 2: van tot en met Schijf 3: vanaf

9 Daarnaast zijn er 2 percentages waarmee uw voordeel wordt berekend: 1,63% en 5,5%. Per schijf wordt uw voordeel berekend met een mix van het percentage van 1,63% en het percentage van 5,5%. Valt een deel van uw vermogen in de 3e schijf? Dan wordt voor dat deel van uw vermogen met het percentage van 5,5% gerekend. In de tabel hieronder ziet u hoe de grondslag vanaf 2017 wordt berekend. Er zijn alternatieven om meer fiscaal rendement uit uw vermogen te halen. Bespreek dit eens met uw accon avm belastingadviseur. Meer informatie Met deze eerste analyse van de bekendgemaakte stukken hebben we u een globaal beeld geschetst van de voorgenomen maatregelen. Wellicht roepen deze plannen vragen bij u op. De belastingadviseurs van accon avm adviseren u graag in deze vaak wat ingewikkelde materie. Via de website en de E-nieuwsbrief houdt accon avm u graag op de hoogte. We benadrukken dat we uit de grote hoeveelheid informatie een keuze hebben moeten maken. Het verhaal is dus een selectie. Voor vragen en/of opmerkingen kunt u vanzelfsprekend contact opnemen met uw accon avm adviseur. Of kijk op de contactpagina voor een kantoor bij u in de buurt. E: info@acconavm.nl T: accon avm heeft bij de samenstelling van deze informatie naar uiterste betrouwbaarheid en zorgvuldigheid gestreefd, maar kan niet aansprakelijk worden gesteld voor eventuele onjuistheden en de gevolgen hiervan. 20 september