BIJLAGE Cursusbeschrijvingen. Studiegids. Masteropleiding LERAAR BIOLOGIE

Transcriptie

1 BIJLAGE 10.2 Cursusbeschrijvingen Studiegids Masteropleiding LERAAR BIOLOGIE

2 Inhoudsopgave Cursusbeschrijvingen master Biologie jaar Cursusbeschrijvingen master Biologie jaar Cursusbeschrijvingen master Biologie derdejaars /72

3 Cursusbeschrijvingen master Biologie jaar 1 Titel Opleidingsvariant De Cel Deeltijd Collegejaar Organisatorische gegevens 1.1 Cursuscode OABI-MCEL Cursusnaam De Cel 1.3 Cursusnaam in Engels Cell biology 1.4 Aantal EC's 5 European Credits 1.5 Studiefase/niveau M (master) 1.6 Opleiding (varianten) Werkvormen zijn er in Deeltijd Toetsen zijn er in Deeltijd 1.7 Cursus toegankelijk voor studenten van andere faculteiten? Nee 1.8 Excellentiemogelijkheden? 1.9 Contactpersoon BTTM van Rens (tel ) (birgitte.vanrens@hu.nl) 1.10 Voertaal Nederlands 1.11 Werkvormen: Werkvorm Aanwezigheid verplicht? Frequentie Totale contacttijd cursus in minuten In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden? Diverse werkvormen niet verplicht bij aanvangsblok 1: blok 1 Practicum verplicht bij aanvangsblok 1: blok 1 Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren Toetsen: Toetsvorm Resultaatschaal Minimum cijfer Weging (afgerond op hele procenten) Aantal keren dat een toets wordt aangeboden in een collegejaar In welke blokken wordt de toets aangeboden? Dossier 5, bij aanvangsblok 1:. blok 1. blok 2 Schriftelijk tentamen 5, bij aanvangsblok 1:. blok 1. blok 2 3/72

4 2 Inhoudelijke gegevens 2.1 Cursus doel De module richt zich op de moleculaire basis van de bouw en structuur van de cel. Onderwerpen die aan bod komen zijn: biochemie, thermodynamica, eiwitstructuur en functie, membraan structuur en functie, membraan transport, intracellulair transport en het cytoskelet. Daarnaast richt de module zich op de weefselleer waarbij de student de basisweefsels leert herkennen. Een aantal practicumbasisvaardigheden (waaronder ook microbiologische vaardigheden) wordt getraind en toegepast in een aantal complexere practicumopdrachten. 2.2 Cursus inhoud Leerstof, werkvormen en activiteiten: College: De theorie wordt door de docent uitgelegd en toegelicht. Werkcollege: Er wordt individueel en/of in groepjes gewerkt aan theoretische vragen. Practicum: Er wordt gewerkt aan practica ter ondersteuning van de theorie. Tijdens de practica wordt ook aandacht aan microbiologie besteed. Groepsopdracht: Er wordt in groepjes gewerkt aan een vakdidactische opdracht. Leerdoelen: De student kan bouw, functie, en (bio)chemische achtergrond van de cel als eenheid van leven beschrijven en kan relaties leggen tussen deze drie. de bouw en functie van en de onderlinge samenhang tussen de celorganellen beschrijven en kan deze op een inzichtelijke wijze uitleggen relaties leggen tussen processen die zich in de cel afspelen enerzijds en de eerste en tweede hoofdwet van de thermodynamica anderzijds de kennis op het gebied van de moleculaire basis van de bouw en structuur van de cel verbinden aan processen als spiercontractie en impulsgeleiding, en kan dergelijke processen op een inzichtelijke wijze uitleggen door het uitvoeren van complexere practica laten zien dat hij een aantal practicumbasisvaardigheden (groei en kweek van bacteriën, pipetteren, wegen, werken met een microscoop en werken met een spectofotometer) beheerst de dierlijke basisweefsels herkennen in microscopische preparaten een celbiologisch of microbiologisch practicum met bijbehorende theorie voor HAVO/VWO leerlingen ontwerpen en verzorgen Legitimering L competentie 3 (Vakinhoudelijk & Didactisch), 5 (Samenwerken met collega s), 7 (Reflectie en ontwikkeling) Toetsing en beoordelingscriteria: De cursus wordt afgesloten met de volgende toetsvormen: Toets 1, een schriftelijke toets Toets 2, een dossier met daarin practicumverslagen en de vakdidactische opdracht. Beide onderdelen moeten met een voldoende zijn afgesloten. Bij de practicumbijeenkomsten worden vaardigheden getraind en per individu beoordeeld. Daarom geldt bij de practicumbijeenkomsten een aanwezigheidsplicht. 1 e Toetsmoment in de tentamenweek aan het einde van de onderwijsperiode(s) van de cursus. 2 e Toetsmoment (herkansing) in de tentamenweek van de periode volgend op de periode waarin het 1 e toetsmoment was. 2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd 4/72

5 2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd Materiaal: Boek (verplicht) : Alberts, B. Bray, D., Hopkin, K., Johnson, A., Lewis, J., Raff, M., Roberts, K., Walter, P. (2009). Essential Cell Biology. 3e druk Garland Publishing Inc, New York & London. ISBN Boek (verplicht) : Madigan, et al (2012) Brock Biology of microorganisms, 13e druk, Pearson. ISBN: Boek (verplicht) : Reece et al (2011) Campbell Biology, 9e druk (of 8e druk), Pearson. ISBN: Workload Contactduur (uren): 0 Toetsduur (uren): niet geregistreerd Zelfstudie (uren): 140 Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite Geen cursus-site in Osiris geregistreerd 5/72

6 Titel Opleidingsvariant Ecologie & Ecofysiologie Deeltijd Collegejaar Organisatorische gegevens 1.1 Cursuscode OABI-MECOL Cursusnaam Ecologie & Ecofysiologie 1.3 Cursusnaam in Engels Ecology & Ecophysiology 1.4 Aantal EC's 5 European Credits 1.5 Studiefase/niveau M (master) 1.6 Opleiding (varianten) Cursus toegankelijk voor studenten van andere faculteiten? Excellentiemogelijkheden? Werkvormen zijn er in Deeltijd Toetsen zijn er in Deeltijd Nee 1.9 Contactpersoon J den Hertog (tel ) (jeroen.denhertog@hu.nl) 1.10 Voertaal Nederlands 1.11 Werkvormen: Werkvorm Aanwezigheid verplicht? Frequentie Totale contacttijd cursus in minuten In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden? Excursie verplicht 2 maal per blok 480 minuten Groepswerk niet verplicht 5 maal per blok 775 minuten Individuele begeleiding op afstand niet verplicht 7 maal per blok 840 minuten bij aanvangsblok 4: blok 4 bij aanvangsblok 4: blok 4 bij aanvangsblok 4: blok 4 Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren Toetsen: Weging Aantal keren dat een In welke blokken Toetsvorm Resultaatschaal Minimum cijfer (afgerond op hele toets wordt aangeboden wordt de toets procenten) in een collegejaar aangeboden? Schriftelijk tentamen Numeriek 1 decimalen 5, bij aanvangsblok 4:. blok 4. blok 5 6/72

7 2 Inhoudelijke gegevens 2.1 Cursus doel De module gaat in op systeemecologie, natuurbeheer en -behoud in het algemeen en in Nederland in het bijzonder. Aan bod komen structuur in ecosystemen, relaties in vegetaties, diversiteit en stabiliteit, relaties in tijd en ruimte binnen ecosystemen en energiestromen en kringlopen, dynamiek en evenwicht, ecofysiologie en adaptatie en vakdidactiek van veldonderzoek. De module sluit aan op concepten uit populatiebiologie en de eilandtheorie. 2.2 Cursus inhoud Leerstof, werkvormen en activiteiten: Inhoud: Ecosysteemstructuur, kringlopen, energiestromen, biodiversiteit, natuurbeheer, dynamiek en evenwicht, ecofysiologie en adaptatie. Belangrijke thema s en instructies worden digitaal aangeboden. Studenten bereiden hiermee de bijeenkomsten voor. Tijdens de bijeenkomsten op school werken de studenten in groepen aan complexe opdrachten ter verwerking van de theorie. Tijdens twee excursiemiddagen doen de studenten veldonderzoek in een heidegebied.. Toetsing en beoordelingscriteria: De cursus wordt afgesloten met een theorietoets en een schriftelijk verslag van een ecologisch veldonderzoek. De theorietoets bestaat uit de uitgewerkte complexe opdrachten die tijdens de cursus in groepen worden uitgewerkt en een individuele theorietoets waarbij de uitgewerkte opdrachten gebruikt mogen worden. Bij de complexe opdrachten is overleg met andere studenten en gebruik van bronnen noodzakelijk. In de uitwerking laten de studenten, aan de hand van diverse bronnen, zien de theoretische concepten toe te kunnen passen in tal van nieuwe contexten. Het onderzoeksverslag beschrijft volgens de natuurwetenschappelijke methode de resultaten van een kort veldonderzoek met een kwantitatief karakter. Gebruik van statistische technieken voor het beschrijven van resultaten en het toetsen van de uitkomsten is hierbij noodzakelijk. Aanwezigheid tijdens de excursies is verplicht. Beide onderdelen moeten voldoende zijn. Aan het eindcijfer dragen de schriftelijke toets en het onderzoeksverslag ieder voor 50% bij. Het resultaat voor de theorietoets is in gelijke mate gebaseerd op de uitwerking van de complexe opdrachten en de individuele toetsvragen. 1 e Toetsmoment in de tentamenweek aan het einde van de onderwijsperiode(s) van de cursus. 2 e Toetsmoment (herkansing) in de tentamenweek van de periode volgend op de periode waarin het 1 e toetsmoment was Korte omschrijving: De module gaat in op systeemecologie, natuurbeheer en behoud in het algemeen en in Nederland in het bijzonder. Aan bod komen structuur in ecosystemen, relaties in vegetaties, diversiteit en stabiliteit, relaties in tijd en ruimte binnen ecosystemen en energiestromen en kringlopen, dynamiek en evenwicht, ecofysiologie en adaptatie, ecologisch veldonderzoek en de vakdidactiek van veldonderzoek. De module sluit aan op concepten uit populatiebiologie en de eilandtheorie. Legitimering: 3. Vakinhoudelijk en didactisch competent 8. Competent in onderzoekend handelen Kennisbasis: Populatie, Ecosysteem, Biosfeer, Abundantie, Energiestroom, Kringloop, Dynamiek en evenwicht, Duurzame ontwikkeling, Bescherming en beheer, Interactie met (a-)biotische factoren, Dynamiek, Voedselrelaties, Competitie, Structuur van gemeenschappen, Klimatologische invloeden, Biodiversiteit, Waarneming en theorie, Toetsing van theorieën, Status en betrouwbaarheid van theorieën, Verklaren, Redeneren en kritisch denken, De leerling: biologie leren, De docent: biologie lesgeven, Het schoolvak: biologie curriculum, De (fysieke) leeromgeving Learning outcomes De student kan 7/72

8 relaties en processen in ecosystemen rond de thema s, energiestromen, kringlopen, biotische en abiotische relaties, competitie, structuur en diversiteit en evenwicht en dynamiek toelichten met behulp van kwalitatieve en kwantitatieve modellen. De evenwichtsbenadering van ecologie vergelijken met de recentere dynamische kijk op ecologie en beargumenteren welke consequenties deze dynamische visie heeft voor natuurbeheer de relatie leggen tussen actuele ontwikkelingen op het beleidsterrein van natuurbeheer en natuurontwikkeling en recente ontwikkelingen in kennis van de ecologie. Een ecologisch veldonderzoek met een kwantitatief karakter opzetten en uitvoeren en daarvan verslag doen op basis van de natuurwetenschappelijke methode. Beargumenteren op welke wijze ecologisch veldonderzoek gebruikt kan worden in het voortgezet onderwijs. Kosten Veldwerk/excursie: Geen 2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd Kosten en 2.4 studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd Materiaal: Boek (verplicht) : Smith, T.M. & Smith, R.L.(2009) Elements of Ecology, Pearson Benjamin Cummings, 7th edition, ISBN Boek (verplicht) : S.J.A. Claessens & G.A. van Griethuisen (2001). Veldwerk in de tweede fase. Thieme- Meulenhoff, Utrecht/Zutphen. ISBN (via de docent) Boek (verplicht) : C. Barnard, F. Gilbert & P. McGregor (2007) Asking questions in Biology. Pearson Education Ltd. ISBN: Reader (verplicht) : Studiewijzer Ecologie (sharepoint) 2.5 Workload Contactduur (uren): 35 Toetsduur (uren): niet geregistreerd Zelfstudie (uren): 105 Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite Geen cursus-site in Osiris geregistreerd 8/72

9 Titel Opleidingsvariant Deeltijd Collegejaar Onderwijswet. en praktijkonderz. OWPO 1 Organisatorische gegevens 1.1 Cursuscode OAR-MONDPR Cursusnaam Onderwijswetenschap en praktijkonderzoek (OWPO) 1.3 Cursusnaam in Engels Educational sciences and practical research 1.4 Aantal EC's 5 European Credits 1.5 Studiefase/niveau M (master) 1.6 Opleiding (varianten) Cursus toegankelijk voor studenten van andere faculteiten? Excellentiemogelijkheden? Werkvormen zijn er in Deeltijd Toetsen zijn er in Deeltijd Nee 1.9 Contactpersoon JMC Broersen (tel. 4923) (annemiek.broersen@hu.nl) 1.10 Voertaal Nederlands 1.11 Werkvormen: Werkvorm Aanwezigheid verplicht? Frequentie Totale contacttijd cursus in minuten In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden? Diverse werkvormen niet verplicht 7 maal per blok 1680 minuten bij aanvangsblok 3: blok 3, blok 4 Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren Toetsen: Weging Aantal keren dat een In welke blokken Toetsvorm Resultaatschaal Minimum cijfer (afgerond op hele toets wordt aangeboden wordt de toets procenten) in een collegejaar aangeboden? Onderzoeksvoorstel Numeriek 1 decimalen 5, bij aanvangsblok 3:. blok 4. blok 5 9/72

10 2 Inhoudelijke gegevens 2.1 Cursus doel Deze cursus is de voorbereiding op de uitvoering van het praktijkonderzoek in het laatste studiejaar. De studenten kiezen een probleem uit eigen praktijk. Ze verkennen het probleem op een theoretische en praktische manier. Om dat goed te kunnen doen wordt in de cursus ook aandacht besteed aan wetenschapsfilosofie en onderzoek binnen de onderwijswetenschappen. 2.2 Cursus inhoud Leerstof, werkvormen en activiteiten Het afstudeertraject van een masterstudent bestaat uit de cursus OWPO (5 EC) en het praktijkonderzoek (10 EC). In de cursus OWPO bereidt de student zich voor op de uitvoering van het praktijkonderzoek in het laatste studiejaar. Deze voorbereiding bestaat uit het identificeren en verkennen van een probleem uit de eigen praktijk en het vervolgens bedenken van een mogelijke interventie en bijbehorend interventieonderzoek. Dit mondt uit in een onderzoeksplan dat beoordeeld wordt. Een voldoende beoordeling is de ingangseis voor het uiteindelijk kunnen deelnemen aan het onderdeel praktijkonderzoek. Naast het schrijven van het onderzoeksplan krijgt de wetenschapsfilosofie en de wijze van onderzoek doen binnen de onderwijswetenschappen speciale aandacht binnen de cursus. Gedurende twee perioden zijn er tweewekelijks bijeenkomsten. Daarnaast wordt de student begeleid in een digitale leeromgeving. De instructies volgt de student zoveel mogelijk in de digitale leeromgeving. Tijdens de bijeenkomsten is er zo ruimte voor begeleiding, feedback, gesprek en discussie over de specifieke onderzoeken van de studenten. Studenten krijgen diverse opdrachten aangeboden die helpen bij het zetten van de benodigde stappen om te komen tot een goed onderzoeksplan. Studenten wordt gevraagd om (essay)opdrachten uit te voeren, eigen literatuur te zoeken en te lezen en een verkennend onderzoek uit te voeren met behulp van de dataverzamelingstechnieken die geleerd zijn in WAB start. Waar nodig wordt er gewerkt met de bestaande leerteams. Doelstellingen/competenties Probleemverkenning De student kan een relevant probleem in de praktijk identificeren en op een volledige en transparante wijze beschrijven, zodanig dat praktijkonderzoek en het te realiseren doel binnen de gegeven tijd haalbaar is. De student voert een adequate en correcte theoretische verkenning uit naar het praktijkprobleem gebaseerd op literatuur van niveau. De student verkent het probleem in de praktijk en kiest daarbij op een transparante en onderbouwde wijze voor onderzoeksmethoden die passen bij de gestelde verkennende onderzoeksvragen. De student kiest een focus voor het interventieonderzoek op basis van conclusies, waarin betekenis is gegeven aan verzamelde informatie gekoppeld aan de onderzoeksvraag met daarbij een transparante afweging van argumenten. De student formuleert een onderzoeksvraag rond de beoogde interventie die precies, relevant, afgebakend, verankerd en functioneel is. Onderzoeksplan De student vult het eerdere theoretische kader aan met een theoretische onderbouwde keuze voor de beoogde interventie. De student beschrijft en onderbouwt vanuit theorie, de beoogde ontwerpcriteria voor een innovatieve interventie. De student kiest op een transparante en onderbouwde wijze voor onderzoeksmethoden om de waarde van de interventie in de praktijk vast te kunnen stellen, passend bij de gestelde onderzoeksvraag. Reflectieverslag De student reflecteert op het onderzoeksproces in het licht van de eigen ontwikkeling op competentie 8. De student reflecteert op het onderzoeksproces in het licht van wetenschapsfilosofie. De student reflecteert op het onderzoeksproces in het licht van wetenschapsethiek. Algemeen De student schrijft verzorgde verslagen op een objectieve en precieze wijze met een logische opbouw. Toetsing en beoordelingscriteria De cursus heeft een formatieve en summatieve toets. Als formatieve toets wordt van studenten gevraagd om een onderzoeksverslag te schrijven van de probleemverkenning. Dit wordt door de begeleider voorzien van een GO/NO GO. Pas bij een GO kan een student deelnemen aan de summatieve toets: het 10/72

11 onderzoeksplan. Het onderzoeksplan wordt beoordeeld met een cijfer. De beoordeling geschiedt op basis van de beoordelingsrubrics die opgenomen zijn in de studiehandleiding. Legitimering Competentie 8 Eerstegraads bevoegdheid. Eindtermen onderzoek FE 2.3 Ingangseisen Veronderstelde voorkennis: WAB (start), in het bijzonder de dataverzamelingstechnieken (onderzoeksdossier). De student heeft zicht op wat informatievaardigheden zijn en wat de stand van zaken is wat betreft eigen ontwikkeling. De student heeft beginnend zicht op de eigen onderzoekende houding De student werkt in het onderwijs. Kosten en 2.4 studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd Materiaal: Boek (verplicht) : De Lange, Schuman & Montesano Montessori (2010). Praktijkgericht onderzoek voor reflectieve professionals. Antwerpen, Apeldoorn:Garant. Reader (verplicht) : Artikelen Boek (verplicht) : Poelmans, P., & Severijnen, O. (2013). De APA-richtlijnen: over literatuurverwijzing en onderzoeksrapportage. Bussum: Coutinho. 2.5 Workload Contactduur (uren): 28 Toetsduur (uren): niet geregistreerd Zelfstudie (uren): 112 Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite 11/72

12 Titel Opleidingsvariant Populatiebiologie Deeltijd Collegejaar Organisatorische gegevens 1.1 Cursuscode OAMB-POPBIO Cursusnaam Populatiebiologie 1.3 Cursusnaam in Engels Population biology 1.4 Aantal EC's 5 European Credits 1.5 Studiefase/niveau M (master) 1.6 Opleiding (varianten) Cursus toegankelijk voor studenten van andere faculteiten? Excellentiemogelijkheden? Werkvormen zijn er in Deeltijd Toetsen zijn er in Deeltijd Nee 1.9 Contactpersoon WHM Pauchli (tel ) (werner.pauchli@hu.nl) 1.10 Voertaal Nederlands 1.11 Werkvormen: Werkvorm Aanwezigheid verplicht? Frequentie Totale contacttijd cursus in minuten In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden? Groepswerk niet verplicht 7 maal per blok 840 minuten bij aanvangsblok 3: blok 3 Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren Toetsen: Toetsvorm Resultaatschaal Minimum cijfer Weging (afgerond op hele procenten) Aantal keren dat een toets wordt aangeboden in een collegejaar In welke blokken wordt de toets aangeboden? Schriftelijke toets Numeriek 1 decimalen 5, bij aanvangsblok 3:. blok 3. blok 4 12/72

13 2 Inhoudelijke gegevens 2.1 Cursus doel De module richt zich op populatiedynamica en op enkele onderdelen van de verspreidingsecologie. 2.2 Cursus inhoud Leerstof, werkvormen en activiteiten: Inhoud: demografie, populatiegroei, intra- en interspecifieke concurrentie, predator-prooi-relaties, historische biogeografie, verdelingspatronen, modellen. Werkvormen en activiteiten: hoorcollege, kwantitatieve vraagstukken oplossen en andere opdrachten. Toetsen en beoordelingscriteria: De cursus wordt afgesloten met een schriftelijke toets. 1 e Toetsmoment in de tentamenweek aan het einde van de onderwijsperiode(s) van de cursus. 2 e Toetsmoment (herkansing) in de tentamenweek van de periode volgend op de periode waarin het 1 e toetsmoment was. Korte omschrijving: De module richt zich op populatiedynamica en op enkele onderdelen van de verspreidingsecologie. Legitimering: 3. Vakinhoudelijk en didactisch competent. Kennisbasis: Populatie, Verscheidenheid binnen populaties, Patronen in verspreiding en migratie, Life-History, Abundantie, Dynamiek en evenwicht, Bescherming en beheer, Dynamiek, Voedselrelaties, Competitie, Structuur van gemeenschappen, Eilandecologie, Biodiversiteit Learning outcomes De student kan: - Een actueel overzicht weergeven van resultaten en problemen van populatie-ecologisch onderzoek. - Populatie-ecologische processen beschrijven met behulp van relevante vaktermen. - Kwantitatieve populatie-ecologische vraagstukken uitleggen en oplossen. - De rol van modellen in populatiebiologisch onderzoek uitleggen. 2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd Kosten en 2.4 studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd Materiaal: Boek (verplicht) : Smith, T.M. & Smith R.L.(2009), Elements of Ecology, Pearson Benjamin Cummings, 7th edition, ISBN Reader (verplicht) : Studiewijzer Populatiebiologie (sharepoint) 2.5 Workload Contactduur (uren): 14 Toetsduur (uren): 3 Zelfstudie (uren): 123 Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 13/72

14 2.7 URL cursussite 14/72

15 Titel Opleidingsvariant Stofwisseling Deeltijd Collegejaar Organisatorische gegevens 1.1 Cursuscode OABI-MSTOFW Cursusnaam Stofwisseling 1.3 Cursusnaam in Engels Metabolism 1.4 Aantal EC's 5 European Credits 1.5 Studiefase/niveau M (master) 1.6 Opleiding (varianten) Cursus toegankelijk voor studenten van andere faculteiten? Excellentiemogelijkheden? Werkvormen zijn er in Deeltijd Toetsen zijn er in Deeltijd Nee 1.9 Contactpersoon JM Schrickx (tel ) (jaap.schrickx@hu.nl) 1.10 Voertaal Nederlands 1.11 Werkvormen: Werkvorm Aanwezigheid verplicht? Frequentie Totale contacttijd cursus in minuten In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden? Groepswerk niet verplicht 7 maal per blok 1925 minuten bij aanvangsblok 2: blok 2 Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren Toetsen: Toetsvorm Resultaatschaal Minimum cijfer Weging (afgerond op hele procenten) Aantal keren dat een toets wordt aangeboden in een collegejaar In welke blokken wordt de toets aangeboden? Dossier Numeriek 1 decimalen 5, bij aanvangsblok 2:. blok 2. blok 3 Schriftelijke toets Numeriek 1 decimalen 5, bij aanvangsblok 2:. blok 2. blok 3 15/72

16 2 Inhoudelijke gegevens 2.1 Cursus doel De module begint met het aanscherpen van algemene biochemische basisbegrippen. De structuur van belangrijke bouwstenen inclusief de fysische en thermodynamische eigenschappen van eiwitten zoals die bij de biochemische / cellulaire processen een belangrijke rol spelen. De nadruk zal hierbij liggen op de bouw en werking (kinetiek) van de enzymen. Vervolgens wordt er veel aandacht besteed aan de verschillende metabole routes met het doel om inzicht te verkrijgen in de integratie van deze routes bij de handhaving van de homeostase van het menselijk lichaam. Zicht hierop is de sleutel voor het beantwoorden van vragen over hoe het lichaam het allemaal regelt tijdens bijzondere omstandigheden zoals langdurige sportieve prestaties, stofwisselingsziekten of hongering.ook wordt, ter vergelijking aandacht besteed aan stofwisselingsreacties in planten (fotosynthese) en bacteriën (alternatieve electronentransport routes). 2.2 Cursus inhoud Leerstof, werkvormen en activiteiten: Behandeld worden de volgende onderwerpen: - Structuren van bouwstenen, de fysische en thermodynamische eigenschappen van reacties en de werking (kinetiek) van enzymen. - Het vrijmaken en de opslag van de metabole energie. - De biosynthese van de monomeren die de belangrijkste polymeren vormen: koolhydraten, vetten en eiwitten. Toegepaste werkvormen zijn zelfstudie, college, werkcollege voor het uitwerken van verwerkingsopdrachten, een webquest en practica. Toetsing en beoordelingscriteria: Der beoordeling vindt plaats aan de hand van een schriftelijke toets, verslagen over de practica en ingeleverde opdrachten. Alle onderdelen moeten voldoende zijn. Voor een gedetailleerde omschrijving van deze onderdelen wordt verwezen naar de studiehandleiding. 1 e Toetsmoment in de tentamenweek aan het einde van de onderwijsperiode(s) van de cursus. 2 e Toetsmoment (herkansing) in de tentamenweek van de periode volgend op de periode waarin het 1 e toetsmoment was. Korte omschrijving: De module begint met het aanscherpen van algemene biochemische basisbegrippen. De structuur van belangrijke bouwstenen inclusief de fysische en thermodynamische eigenschappen van eiwitten zoals die bij de biochemische / cellulaire processen een belangrijke rol spelen. De nadruk zal hierbij liggen op de bouw en werking (kinetiek) van de enzymen. Vervolgens wordt er veel aandacht besteed aan de verschillende metabole routes met het doel om inzicht te verkrijgen in de integratie van deze routes bij de handhaving van de homeostase van het menselijk lichaam. Zicht hierop is de sleutel voor het beantwoorden van vragen over hoe het lichaam het allemaal regelt tijdens bijzondere omstandigheden zoals langdurige sportieve prestaties, stofwisselingsziekten of hongering.ook wordt, ter vergelijking aandacht besteed aan stofwisselingsreacties in planten (fotosynthese) en bacteriën (alternatieve electronentransport routes). Legitimering: 3. Vakinhoudelijk en didactisch competent 7. Competent in reflectie en ontwikkeling 8. Competent in onderzoekend handelen Kennisbasis: Cel, Enzymkinetiek, Transport, Metabolisme, Homeostase, Fotosynthese Learning outcomes Na het theoretische gedeelte is de student in staat: - Zich een goed beeld te kunnen vormen van de wetmatigheden en functies van eiwitten in structurele alsmede in functionele zin, met de nadruk op de bouw en werking van enzymen. - Het reactieverloop van de voor de in de energiestofwisseling centraal staande processen als fosforylering, 16/72

17 dehydrogenering, hydrogenering, oxydatie en reductie met behulp van de structuurformules van de intermediairen en de betrokken enzymen te verduidelijken. - Op het niveau van het enzym het werkingsmechanisme te beschrijven van een drietal voorbeeld-enzymen die een centrale rol spelen in de energiestofwisseling, namelijk glyceraldehyde-3-fosfaat dehydrogenase, het pyruvaatdehydrogenase-complex en het glycogeenfosforylase-complex. - De reacties van de glycolyse en van de citroenzuurcyclus te beschrijven met structuurformules van de intermediairen en met de betrokken enzymen. - De functie in de cel en sleutelintermediairen aan te geven van de volgende metabole processen:betaoxydatie-vetzuursynthese, omzetting van ketonlichamen, pentosefosfaatweg, glycogeen metabolisme en gluconeogenese. - Te beschrijven hoe aminozuren worden opgebouwd en afgebroken. Zich een beeld te kunnen vormen van de reacties van de fotosynthese in planten en de diversiteit aan stofwisselingsreacties in de microbiële wereld. - Te beschrijven via welke mechanismen de stofwisseling wordt gereguleerd en hoe de snelheid ervan bepaald wordt. - De aangeboden inhouden toe te passen in zijn lespraktijk. 2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd Kosten en 2.4 studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd Materiaal: Boek (verplicht) : Berg J. M., Tymoczko J.L, Stryer, L.(2006), Biochemistry (6th ed.). Freeman & Co., New York. ISBN X 2.5 Workload Contactduur (uren): 32 Toetsduur (uren): 3 Zelfstudie (uren): 105 Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite Geen cursus-site in Osiris geregistreerd 17/72

18 Titel Opleidingsvariant Vakonderzoek Vaardigheden Deeltijd Collegejaar Organisatorische gegevens 1.1 Cursuscode OABI-MVAVA Cursusnaam Vakonderzoek Vaardigheden 1.3 Cursusnaam in Engels Skills in Biological Research 1.4 Aantal EC's 5 European Credits 1.5 Studiefase/niveau M (master) 1.6 Opleiding (varianten) Cursus toegankelijk voor studenten van andere faculteiten? Excellentiemogelijkheden? Werkvormen zijn er in Deeltijd Toetsen zijn er in Deeltijd Nee 1.9 Contactpersoon BTTM van Rens (tel ) (birgitte.vanrens@hu.nl) 1.10 Voertaal Nederlands 1.11 Werkvormen: Werkvorm Aanwezigheid verplicht? Frequentie Totale contacttijd cursus in minuten In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden? Groepswerk niet verplicht 14 maal per blok 3360 minuten bij aanvangsblok 2: blok 2, blok 3 Werkcollege niet verplicht bij aanvangsblok 2: blok 2, blok 3 Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren Toetsen: Toetsvorm Resultaatschaal Minimum cijfer Weging (afgerond op hele procenten) Aantal keren dat een toets wordt aangeboden in een collegejaar In welke blokken wordt de toets aangeboden? Essay Numeriek 1 decimalen 5, Opdracht Numeriek 1 decimalen 5, bij aanvangsblok 2:. blok CONTINUE bij aanvangsblok 2:. blok CONTINUE 18/72

19 2 Inhoudelijke gegevens 2.1 Cursus doel Korte beschrijving: De cursus Vakonderzoek Vaardigheden levert de bouwstenen voor opzetten, uitvoeren en rapporteren van het vakinhoudelijk onderzoek, dat in het tweede jaar wordt uitgevoerd. In de cursus staat het beoordelen van biologisch onderzoek (inclusief het kritisch interpreteren van de resultaten), het zelf opzetten van een biologisch onderzoek, en de (statistische) verwerking van de onderzoeksresultaten centraal. Allereerst vindt hiertoe een verdieping plaats in de geschiedenis van het denken over de wetenschappelijke (biologische) methode. Vervolgens worden de basisdenkvaardigheden geoefend om vanuit meerdere perspectieven naar het vak biologie en het biologisch onderzoek te kijken. Gebruik makend van deze denkvaardigheden wordt een onderzoeksvraag voor een klein biologisch onderzoek geformuleerd en wordt uiteindelijk een bijbehorende onderzoeksopzet geschreven, waarin ook de statistische verwerking van de resultaten (de data-analyse) een plaats krijgt. Met behulp van het computerprogramma Excel werken de studenten vraagstukken uit rondom de statistische verwerking van onderzoeksresultaten. 2.2 Cursus inhoud Leerstof, werkvormen en activiteiten: Studenten maken kennis met een aantal standaard biologische onderzoeksvaardigheden en hun toepassingen. Dit, ter voorbereiding op hun toekomstig uit te voeren biologisch onderzoek. Basisvaardigheden biologische onderzoeksmethodologie De volgende onderwerpen worden behandeld in (werk)colleges: De aard van natuurwetenschappen Wetenschapsfilosofie Onderzoeksmethodologie natuurwetenschappen Biologische hypothese, uitvoeren onderzoek, rapportage, kwaliteit Regels bronvermelding De natuurwetenschappelijke cyclus, 23 elementen van begrip van bewijs Basisvaardigheden statistiek Studenten leren om met behulp van Excel de resultaten van experimenteel biologisch onderzoek te beschrijven, samen te vatten en te toetsen. In inleidende colleges komt de theorie aan de orde. De studenten werken zelfstandig (in werkcolleges en thuis) de opdrachten door. Centraal staan de begrippen onderzoeksvraag, nulhypothese en alternatieve hypothese, typen data, gemiddelde, mediaan, modus, frequentieverdeling, variantie en standaarddeviatie. Statistische toetsen die gebruikt worden zijn t-toets, chi-kwadraat toets, correlatie- en regressieanalyse. Statistische toetsen waaraan gesnuffeld wordt zijn: anova en non-parametrische toetsen. Basisvaardigheden wetenschapsfilosofie De student verwerft eerst in grote lijnen een overzicht van de geschiedenis van en de verschillende denkwijzen binnen de wetenschapsfilosofie. Vervolgens kiest de student een biologisch deelgebied, theorie, historische controverse of één van de vele filosofische aspecten van de wetenschap uit waarover een essay wordt geschreven. Doelstelling/competenties De student: o kan zelfstandig een opzet maken voor een biologisch onderzoek volgens de natuurwetenschappelijke denk- en werkwijze o kan onderzoeksvragen, hypotheses en verwachtingen formuleren o kan methodologische keuzen maken en onderbouwen o kan resultaten beschrijven met behulp van statistische instrumenten o kan de uitkomsten van een biologisch onderzoek (data) in grafieken en tabellen samenvatten (beschrijvende statistiek) o kan een aantal eenvoudige statistische toetsen uitvoeren met behulp van excel, kan conclusies trekken uit de toetsresultaten en kan deze resultaten presenteren volgens de natuurwetenschappelijke 19/72

20 verslaggeving (het gaat om de toetsen: t-toets (éénzijdig, tweezijdig, gepaard), chi-kwadraattoets, correlatie en regressieanalyse) o kan conclusies trekken uit toetsresultaten van een onderzoek. o kan de verworven kennis van de wetenschapsfilosofie toepassen door middel van het schrijven van een essay. Vereist startniveau: Bij deze cursus wordt er van uitgegaan dat de student de APA regels beheerst, dat de student al in staat is om beschrijvende statistiek toe te passen, en dat de student een aantal basisvaardigheden in Excel beheerst. Beschrijvende statistiek: het maken van grafieken (histogrammen, spreidingsgrafieken en lijngrafieken), tabellen, het berekenen van gemiddelde en standaarddeviatie en frequenties. De volgende basisvaardigheden in Excel worden als bekend verondersteld: Handelingen o Het maken van een back-up o Invoeren van gegevens o Invoegen, verwijderen, verplaatsen van cellen, kolommen, rijen, werkbladen o Copiëren van cellen, kolommen, rijen, werkbladen o Sorteren van gegevens o Het maken van grafieken: staafdiagram en spreiding, lijngrafiek, en het aanpassen van de lay-out o Copiëren van gegevens en grafieken naar een Word-document Berekeningen o Rekenen (optellen +, aftrekken -, vermenigvuldigen *, delen /, en combinaties hiervan, dus ook het met haakjes werken). o Het vinden van eenvoudige functies (bijvoorbeeld: gemiddelde, som); het werken met de functie toets f x o Kopiëren van functies en formules; het werken met absolute en relatieve adressen Legitimering: Competentie 3. Vakinhoudelijk en vakdidactisch competent Competentie 8. Vakinhoudelijk onderzoek Kennisbasis: Geschiedenis van het denken over de wetenschappelijke methode, Waarneming en theorie, Toetsing van theorieën, Status en betrouwbaarheid van theorieën, Verklaren, Redeneren en kritisch denken. Toetsing en beoordelingscriteria: Toets 1. Wetenschapsfilosofie Door middel van essay zichtbaar maken op de hoogte te zijn van de geschiedenis van en de verschillende denkwijzen binnen de wetenschapsfilosofie. Het geproduceerde essay moet zijn gebaseerd op verscheidene, degelijke bronnen. Het moet logische opbouw en diepgang hebben en blijk geven van eigen analyse, argumentatie en visie. Toets 2. Statistiek en Biologische onderzoeksmethodologie Door middel van het uitvoeren van een complexe opdracht moet de student laten zien in staat te zijn onderzoeksresultaten van een groot experiment goed samen te vatten met behulp van beschrijvende statistiek, te toetsen met behulp van de geleerde statistische technieken, en schriftelijk te presenteren volgens de regelen der kunst. Het eindcijfer voor de cursus wordt samengesteld door de cijfers van het essay Wetenschapsfilosofie (Toets 1) en het dossier Statistiek en Biologische onderzoeksmethodologie (Toets 2), waarbij Toets 1 voor 25% en Toets 2 voor 75% meetelt. 2.3 Ingangseisen 20/72

21 Veronderstelde voorkennis: geen 2.4 Kosten en studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd Materiaal: Boek (verplicht) : De Vries, G (1995). De ontwikkeling van wetenschap. Een inleiding in de wetenschapsfilosofie. 3e Herziene en uitgebreide druk. Wolters-Noordhoff Groningen. (ISBN ) Boek (verplicht) : Barnard, C., Gilbert, F., McGregor, P (2011). Asking questions in biology. 4th Edition. Pearson/Benjamin Cummings. 2.5 Workload Contactduur (uren): 56 Toetsduur (uren): niet geregistreerd Zelfstudie (uren): 84 Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite Geen cursus-site in Osiris geregistreerd 21/72

22 Titel Opleidingsvariant WAB (keuze) Deeltijd Collegejaar Organisatorische gegevens 1.1 Cursuscode OAR-MWABKEU Cursusnaam Werken aan Bekwaamheidseisen (keuze) 1.3 Cursusnaam in Engels Developing Teaching Skills 1.4 Aantal EC's 5 European Credits 1.5 Studiefase/niveau M (master) 1.6 Opleiding (varianten) Cursus toegankelijk voor studenten van andere faculteiten? Excellentiemogelijkheden? Werkvormen zijn er in Deeltijd Toetsen zijn er in Deeltijd Nee 1.9 Contactpersoon A Zuurmond (tel. 7518) (anouk.zuurmond@hu.nl) 1.10 Voertaal Nederlands 1.11 Werkvormen: Werkvorm Aanwezigheid verplicht? Frequentie Totale contacttijd cursus in minuten In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden? Diverse werkvormen niet verplicht 7 maal per blok 840 minuten bij aanvangsblok CONTINUE: blok CONTINUE Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren Toetsen: Weging Aantal keren dat een Toetsvorm Resultaatschaal Minimum cijfer (afgerond op hele toets wordt aangeboden In welke blokken wordt de toets aangeboden? procenten) in een collegejaar Dossier Numeriek 1 decimalen 5, bij aanvangsblok CONTINUE:. blok CONTINUE 22/72

23 2 Inhoudelijke gegevens 2.1 Cursus doel Korte beschrijving: De cursus Werken aan bekwaamheidseisen Keuze maakt deel uit van de doorlopende leerlijn Werken aan bekwaamheidseisen (WAB). Binnen de opleiding werkt de student op een systematische manier aan de ontwikkeling van zijn beroepsbekwaamheden (= competenties). Hij ontwikkelt zich daarbij van beroepsbekwaam in het tweedegraadsgebied tot een onderwijsprofessional in het eerstegraadsgebied. Uitgangspunt daarbij zijn de bekwaamheidseisen op niveau masters, die zijn gebaseerd op de bekwaamheidseisen voortgezet- en hoger onderwijs, zoals beschreven in de wet Beroepen in het Onderwijs (Onderwijsraad en Raad van State, 2006). De student is werkzaam als docent in het voortgezet onderwijs of in het hbo. Daarnaast verdient het aanbeveling dat de student ten minste vanaf de start van de opleiding enige uren onderbevoegd lesgeeft in de bovenbouw van het voortgezet onderwijs of in het hbo. Indien dit beslist niet mogelijk is, volgt de student vanaf de start van deze opleiding een stage met ten minste 80 uur onderbevoegd lesgeven in het eerstegraads gebied. De student heeft op school een begeleider of collega die hem bij zijn ontwikkeling kan ondersteunen, bijvoorbeeld door het geven van feedback en het observeren van lessen. Er wordt een studie- werk- en begeleidingsovereenkomst getekend tussen opleidingsschool en opleiding. Bij WAB Keuze staan profilering en verdieping centraal. De opleiding verzorgt een aanbod van verschillende keuzemodules rond thema s uit het eerstegraads gebied, waaruit de student op basis van eigen achtergrond, ervaringen en interesse een keuze kan maken voor één module. Het is in principe dus niet mogelijk om vrijstelling aan te vragen voor de inhoud van één van deze modules. Het definitieve aanbod wordt aan het begin van het studiejaar bekend gemaakt; te denken valt aan modules als Toetsen en beoordelen en Onderzoeksvaardigheden. Deze modules worden afgerond met een dossier. 2.2 Cursus inhoud Leerstof, werkvormen en activiteiten: In de onderwijseenheid WAB Keuze zullen diverse thema s aan bod komen gericht op het eerstegraads gebied, waardoor de student tot een verdieping kan komen van zijn kennis en (didactische) repertoire. Doelstellingen/competenties: De hoofddoelstelling van de onderwijseenheid WAB Keuze is dat de student zich profileert en verdiept in het eerstegraads gebied door een keuze te maken voor een van de modules uit het aanbod van de opleiding. De onderwijseenheid WAB Keuze draagt bij aan de bekwaamheidseisen op niveau masters, onderverdeeld in acht competenties. 1. Interpersoonlijk, 2. Pedagogisch, 3. Vakinhoudelijk en didactisch, 4. Organisatorisch, 5. Samenwerking met collega s, 6. Samenwerking met de omgeving, 7. Reflectie en ontwikkeling, 8. Onderzoekend handelen. Competentie 7 komt in elk geval aan bod. Het is afhankelijk van de keuze van de student welke competenties verder in WAB Keuze aan bod komen. De student draagt er zelf zorg voor dat aan het eind van de opleiding alle competenties die bij het assessment masters aangetoond dienen te worden voldoende aan bod zijn gekomen. Toetsen en beoordelingscriteria: afrondingseisen voor de onderwijseenheid WAB Keuze zijn: Dossier: 23/72

24 De student heeft op basis van de keuzemodule een dossier aangelegd. Voor de beoordelingscriteria van dit dossier: zie de studiehandleiding van de betreffende module. Legitimering: In de masteropleiding is de beroepscomponent een wezenlijk onderdeel van de opleiding. Inherent aan iedere beroepsopleiding is dat de student zijn beroepsbekwaamheden in de praktijk ontwikkelt. De didactiek, pedagogiek en organisatie van vakken op eerstegraads niveau verschillen op belangrijke punten van die van het tweedegraads niveau: voorbeelden zijn de interactie tussen docent en leerling, de plaats die de vakinhoud inneemt, het niveau en de omvang van de vakinhoud en de gehanteerde werkvormen. Ook op het gebied van functioneren in de sectie en schoolorganisatie worden aan een master andere eisen gesteld dan aan een tweedegraads docent. Te denken valt aan overleg over de inrichting van het schoolexamen, het ontwikkelen van lesmateriaal en samenwerken met docenten van andere vakken op eerstegraads niveau. Een eerstegraadsdocent is in staat zijn eigen beroepspraktijk methodologisch verantwoord te onderzoeken en is bekend met de wetenschappelijke achtergronden van de onderwijskunde en van zijn eigen vak en vakdidactiek. Aan het einde van zijn opleiding moet de student kunnen bewijzen dat hij voldoende professionele bekwaamheden voor het eerstegraads gebied heeft ontwikkeld. Kennisbasis: Afhankelijk van de keuze van de student kan elk onderdeel van de kennisbasis aan bod komen. 2.3 Ingangseisen Veronderstelde voorkennis: geen Kosten en 2.4 studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd Materiaal: Diversen (verplicht) : Studiehandleiding van de gekozen module. Diversen (verplicht) : Aanvullende literatuur zal door de docent van de keuzemodule bekend gemaakt worden. 2.5 Workload Contactduur (uren): 14 Toetsduur (uren): niet geregistreerd Zelfstudie (uren): 126 Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contact- en toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite 24/72

25 Titel Opleidingsvariant WAB (start) Deeltijd Collegejaar Organisatorische gegevens 1.1 Cursuscode OAR-MWABSTR Cursusnaam Werken aan Bekwaamheidseisen (start) 1.3 Cursusnaam in Engels Developing Teaching Skills (start) 1.4 Aantal EC's 5 European Credits 1.5 Studiefase/niveau M (master) 1.6 Opleiding (varianten) Cursus toegankelijk voor studenten van andere faculteiten? Excellentiemogelijkheden? Werkvormen zijn er in Deeltijd Toetsen zijn er in Deeltijd Nee 1.9 Contactpersoon A Zuurmond (tel. 7518) (anouk.zuurmond@hu.nl) 1.10 Voertaal Nederlands 1.11 Werkvormen: Werkvorm Aanwezigheid verplicht? Frequentie Totale contacttijd cursus in minuten In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden? Diverse werkvormen niet verplicht 11 maal per blok 1320 minuten bij aanvangsblok CONTINUE: blok CONTINUE Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren Toetsen: Weging Aantal keren dat een Toetsvorm Resultaatschaal Minimum cijfer (afgerond op hele toets wordt aangeboden In welke blokken wordt de toets aangeboden? procenten) in een collegejaar Verslag Numeriek 1 decimalen 5, bij aanvangsblok CONTINUE:. blok CONTINUE 25/72

26 2 Inhoudelijke gegevens 2.1 Cursus doel Korte beschrijving: De cursus Werken aan bekwaamheidseisen (start) maakt deel uit van de doorlopende leerlijn Werken aan bekwaamheidseisen (WAB). Gedurende de opleiding werkt de student op een systematische manier aan de ontwikkeling van zijn beroepsbekwaamheden (= competenties). Hij ontwikkelt zich daarbij van beroepsbekwaam in het tweedegraadsgebied tot een onderwijsprofessional in het eerstegraadsgebied. Uitgangspunt daarbij zijn de bekwaamheidseisen op niveau masters, die zijn gebaseerd op de bekwaamheidseisen voortgezet- en hoger onderwijs, zoals beschreven in de wet Beroepen in het Onderwijs (Onderwijsraad en Raad van State, 2006). De student is werkzaam als docent in het voortgezet onderwijs of in het hbo. Daarnaast verdient het aanbeveling dat de student ten minste na aanvang van deze opleiding enige uren onderbevoegd lesgeeft in de bovenbouw van het voortgezet onderwijs of in het hbo. Indien dit beslist niet mogelijk is, volgt de student een stage met ten minste 80 uur onderbevoegd lesgeven in het eerstegraads gebied. De student heeft op school een werkbegeleider die hem bij zijn ontwikkeling ondersteunt, bijvoorbeeld door het geven van feedback en het observeren van lessen. Er wordt een leerwerkovereenkomst getekend tussen opleidingsschool,opleiding en student. Het leren vindt dus plaats in de eigen schoolpraktijk, in de bijeenkomsten en zelfstudietijd in het kader van WAB. Bij WAB (start) staat verbreding van het beeld dat de student heeft van het docentschap en zijn schoolvak naar het eerstegraadsgebied centraal. De student wordt geleerd de ontwikkeling van zijn beroepsbekwaamheden op een systematische en onderzoekmatige manier aan te pakken en daarvoor bewijsstukken te verzamelen binnen zijn schoolpraktijk en de opleiding. Er wordt gebruik gemaakt van instrumenten voor zelfsturing en voor collegiale consultatie en er is aandacht voor visieontwikkeling. Er wordt verslag gedaan van de ondernomen leeractiviteiten, de resultaten die daarmee zijn bereikt en de ontwikkeling van de beroepsbekwaamheden die daarmee is doorgemaakt, ondersteund door evident bewijsmateriaal. 2.2 Cursus inhoud Contactpersonen per opleiding Aardrijkskunde: Gerhard van der Pot Biologie: Ada Herwig Natuurkunde: Martijn de Kat Wiskunde: Lisette Munneke Engels: Esther Peze Duits: Christian Schlösser Nederlands: Anouk Zuurmond Frans: Florence Gaillard Leerstof, werkvormen en activiteiten: In de onderwijseenheid WAB (start) brengt de student eerst zijn beginsituatie, beelden van het docentschap en zijn schoolvak in het eerstegraadsgebied in kaart. Deze worden gerelateerd aan de bekwaamheidseisen op niveau masters, het zelfbeeld van de student en het programma van de opleiding. Op basis daarvan formuleert de student leervragen en leeractiviteiten om zijn beroepsbekwaamheden verder te ontwikkelen. De voorgenomen leeractiviteiten worden uitgevoerd in de eigen schoolpraktijk en soms ook in andere onderdelen van de opleiding. Het werken en leren op een school (de schoolpraktijk) is dan ook een integraal onderdeel van dit traject. Tijdens de WAB-bijeenkomsten op de hogeschool worden instrumenten gebruikt om de ontwikkeling systematisch aan te kunnen pakken (oa. onderzoeksinstrumenten, zelfanalyse, leerwerkplan,reflectiemodellen en ontwikkelingsportfolio) en om daarbij gebruik te maken van collegiale consultatie (o.a. feedback en intervisie). Er wordt plenair, individueel en in (klein)groepsverband gewerkt. Er worden leerteams van ongeveer 4 tot 6 studenten gevormd. Elk leerteam wordt ondersteund door een begeleider van de opleiding, die extra instrumenten aan kan dragen en feedback kan geven. 26/72

27 Tijdens WAB (start) zal een lesbezoek plaatsvinden; de WAB-begeleider zal bij de student een les komen observeren. Tijdens de nabespreking van de les zal de werkbegeleider van de student ook aanwezig zijn. In sommige gevallen zal er in plaats van een lesbezoek een video-intervisie bijeenkomst zijn met de begeleider. In de studiehandleiding worden de procedures nader toegelicht. Aan het eind van het jaar evalueert de student zijn leeractiviteiten en legt hij opnieuw een relatie met de bekwaamheidseisen. Het resultaat hiervan wordt, ondersteund door evident bewijsmateriaal, vastgelegd in het ontwikkelingsportfolio. Op deze manier verzamelt de student gedurende zijn opleiding bewijsstukken voor de ontwikkeling van zijn beroepsbekwaamheden, waarmee hij aan het eind van de opleiding een presentatieportfolio samenstelt ten behoeve van het assessment. In het assessment toont de student, ter afsluiting van de opleiding, aan bekwaam te zijn voor het eerstegraads gebied. Doelstellingen/competenties: De hoofddoelstelling van de onderwijseenheid WAB (start) is dat de student zich een beeld vormt van zijn eigen bekwaamheden in relatie tot het docentschap in het eerstegraadsgebied en de opleiding en weet hoe hij deze systematisch en onderzoeksmatig verder kan ontwikkelen. Daartoe: krijgt de student systematisch zicht op zijn eigen eerder verworven bekwaamheden, sterktes en zwaktes en ontwikkelpunten in het kader van de bekwaamheidseisen niveau master; formuleert de student op basis van ontwikkelpunten relevante leervragen en leeractiviteiten, voert deze uit in de eigen schoolpraktijk, evalueert de opbrengsten en relateert deze aan de bekwaamheidseisen; beantwoordt de student minimaal één leervraag op onderzoeksmatige manier; gebruikt de student bij het uitvoeren van zijn leeractiviteiten wetenschappelijke vakliteratuur en eigen onderwijservaring; maakt de student effectief gebruik van feedbackmomenten met leerteam, docenten en collega s op school; schrijft de student gestructureerd op basis van geraadpleegde wetenschappelijke publicaties. De onderwijseenheid WAB (start) draagt bij aan de bekwaamheidseisen op niveau masters, onderverdeeld in acht competenties. Interpersoonlijk, Pedagogisch, Vakinhoudelijk en didactisch, Organisatorisch, Samenwerking met collega s, Samenwerking met de omgeving, Reflectie en ontwikkeling, Onderzoekend handelen. Competenties 7 en 8 komen in elk geval aan bod. Het is afhankelijk van de keuze van de student welke competenties verder in WAB (start) aan bod komen en welke later. De student draagt er zelf zorg voor dat aan het eind van de opleiding alle competenties die bij het assessment masters aangetoond dienen te worden voldoende aan bod zijn gekomen. Toetsen en beoordelingscriteria: De afrondingseisen voor de onderwijseenheid WAB (start) zijn: Verslag: De student heeft actief gewerkt, individueel en als onderdeel van het leerteam en is aanwezig geweest bij de bijeenkomsten met de begeleidende docent. De student heeft een leerwerkplan geschreven dat past bij zijn beginsituatie en ontwikkeldoelen met daarin gevarieerde leervragen en zinvolle leeractiviteiten, die kunnen worden uitgevoerd in zijn eigen schoolpraktijk en evt. binnen de opleiding. De student heeft in een ontwikkelingsportfolio de uitvoering en opbrengst van zijn leeractiviteiten geëvalueerd en aan de bekwaamheidseisen gerelateerd ondersteund met evident bewijsmateriaal, waar in elk geval de feedback van de werkbegeleider op school en die van de opleiding deel van uit maken. 27/72