Hoofdstuk 1: Inleiding... 2 Hoofdstuk 2: Het ontstaan van de loondoorbetalingsverplichting... 5

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Hoofdstuk 1: Inleiding... 2 Hoofdstuk 2: Het ontstaan van de loondoorbetalingsverplichting... 5"

Transcriptie

1

2 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1: Inleiding... 2 Hoofdstuk 2: Het ontstaan van de loondoorbetalingsverplichting Inleiding Wet op de Arbeidsovereenkomst Artikel 1638c: loondoorbetalingsverplichting Ziektewet Wet Terugdringing Ziekteverzuim Wulbz en Wvlbz Afsluiting Hoofdstuk 3: Opzet in artikel 7:629 lid 3 onder a BW Inleiding De invulling van het begrip opzet door de wetgever Het opzetbegrip in de rechtspraak Geen opzet Wel opzet Afsluiting Hoofdstuk 4: Naar een ruimer opzetbegrip? Inleiding Opzet in het strafrecht Arbeidsrechtelijke ontwikkelingen en het opzetbegrip in art. 7:629 lid 3 onder a BW Het opzetbegrip opgerekt? Ontwikkelingen binnen het arbeidsrecht Een blik over de grens Waarom Duitsland? De wettelijke regeling De regeling in de praktijk Een inspiratiebron? Afsluiting Hoofdstuk 5: Conclusie en aanbevelingen Conclusie Aanbevelingen Geraadpleegde literatuur Geraadpleegde regelgeving en parlementaire stukken Geraadpleegde jurisprudentie... 38! 1

3 Hoofdstuk 1: Inleiding! Het begrip opzet is niet onbekend in het Nederlandse recht. Juristen zullen meer dan eens te maken hebben (gehad) met deze term. In eerste instantie zal men bij opzet wellicht denken aan de strafrechtelijke betekenis ervan. 1 Maar ook in andere rechtsgebieden komen we de term met enige regelmaat tegen. Denk aan het vermogensrecht 2, het verbintenissenrecht 3, het arbeidsrecht 4 en het socialezekerheidsrecht 5. Maar wat is opzet? Van Dale geeft de volgende definitie: op zet (het; o) 1 toeleg, plan, voornemen: met opzet expres. Hoewel deze definitie ons wellicht een handvat kan bieden, verschaft het ons weinig duidelijkheid over de juridische invulling van dit begrip in het Nederlandse recht, meer specifiek in het Nederlandse arbeidsrecht. Centraal in deze scriptie staat het opzet-begrip uit artikel 7:629 lid 3 onder a BW. Artikel 7:629 BW regelt de loondoorbetalingsverplichting van de werkgever in geval van ziekte van de werknemer. Hoofdregel, opgenomen in lid 1 van artikel 7:629 BW, luidt dat in geval van ziekte de werknemer gedurende de eerste 2 jaar van zijn ziekte recht heeft op doorbetaling van kortgezegd minimaal 70% van zijn loon. Op deze hoofdregel is een aantal uitzonderingen geformuleerd. Een dergelijke uitzondering vinden we onder meer in lid 3 onder a van datzelfde artikel 7:629 BW: De werknemer heeft het in lid 1 bedoelde recht niet indien de ziekte door zijn opzet is veroorzaakt. 6 Maar wanneer is er sprake van ziekte door opzet veroorzaakt? Tijdens de parlementaire behandeling van de Wet uitbreiding loonbetaling door ziekte (Wulbz) (waarin de voorloper van artikel 7:629 BW was opgenomen) werd weinig aandacht besteed aan het opzettelijk veroorzaken van ziekte. 7 Wel vroegen de leden van de SP-fractie zich af wat onder het begrip opzet, zoals genoemd in artikel 1638 lid 3 onder a (oud), verstaan moest worden. 8 Viel ook ziekte, ontstaan als gevolg van voetballen in het weekend of een blessure opgelopen tijdens wintersportvakantie onder dit opzetbegrip? 1 Denk aan de in het Wetboek van Strafrecht veelvuldig gebruikte formulering Hij die opzettelijk... 2!Bijvoorbeeld artikel 3:44 lid 3 BW. 3 Bijvoorbeeld artikel 6:135 BW en artikel 6:170 lid 3 BW. 4 Bijvoorbeeld artikel 7:629 lid 3 onder a BW, artikel 7:656 lid 5 BW, artikel 7:658 lid 2 BW, artikel 7:661 lid 1 BW, artikel 7:677 lid 3 BW, artikel 7:678 BW. 5!Bijvoorbeeld artikel 88 lid 2 Wet WIA, artikel 45 lid 1 onder g ZW, artikel 76b lid 1 onder b ZW. 6 Artikel 7:629 lid 1 jo. lid 3 onder a. 7 Artikel 1638 lid 3 onder a BW (oud). Kamerstukken II 1995/96, 24439, nr. 6, p Kamerstukken II 1995/96, 24439, nr. 5, p. 61.! 2

4 De minister beantwoordde deze vraag ontkennend. De opzet van de arbeider moet gericht zijn op het veroorzaken van ziekte. Opzettelijk risicovol gedrag met als gevolg arbeidsongeschiktheid leidt niet tot verlies van het recht op loondoorbetaling, aldus de minister. 9 De door de SP-fractie genoemde gevallen leiden in beginsel dus niet tot verlies van het recht op loondoorbetaling. Dit is slechts anders als de genoemde sporten zijn uitgeoefend met het oogmerk om arbeidsongeschiktheid teweeg te brengen. 10 Op het eerste gezicht lijkt dit een heldere en verdedigbare uitleg van het opzetbegrip uit artikel 7:629 lid 3 onder a BW. Er zijn echter gevallen denkbaar waarbij de toepassing van deze strikte uitleg van het opzetbegrip enigszins kan wringen. Neem bijvoorbeeld een werknemer die als gevolg van een (vrijwillige) cosmetische operatie vrijwel zeker tijdelijk arbeidsongeschikt zal zijn. Kan hier gesproken worden van een bepaalde vorm van opzet waardoor de werkgever ontheven is van zijn loondoorbetalingsverplichting? En wat te denken van het geval van een werknemer die met grote regelmaat arbeidsongeschikt is vanwege het beoefenen van een extreme sport? Hoe zit het in het geval van een taxichauffeur die in zijn vrije tijd aan illegale straatraces deelneemt en daarbij een dwarslaesie oploopt? Dient ook hier de werkgever zijn loon door te betalen? Wanneer we de uitleg van de minister in de memorie van toelichting (MvT) consequent toepassen, moet het antwoord op bovenstaande vragen telkens zijn dat de werknemer recht houdt op doorbetaling van zijn loon tijdens de arbeidsongeschiktheid. Ook de rechtspraak is over het algemeen eensgezind en beantwoordt bovenstaande vragen met grote regelmaat in lijn met de uitleg van de minister in de MvT. De vraag is of de uitzondering in artikel 7:629 lid 3 onder a BW daarmee een dode letter in het Burgerlijk Wetboek is. Heeft de wetgever destijds wel voldoende rekening gehouden met relatief nieuwe ontwikkelingen als bijvoorbeeld cosmetische ingrepen of het beoefenen van extreme sporten? Is de uitleg van het opzetbegrip uit artikel 7:629 lid 3 BW nog wel van deze tijd en mag van de werknemer anno 2014 niet wat meer eigen verantwoordelijkheid worden verwacht met betrekking tot het voorkomen van arbeidsongeschiktheid? Het zijn onder meer deze vragen die centraal zullen staan in deze scriptie. De probleemstelling die daarbij gehanteerd wordt luidt: In hoeverre maakt de uitleg van de minister het opzetbegrip uit artikel 7:629 lid 3 onder a BW tot een lege huls?. Om tot een volledig antwoord op deze probleemstelling te komen zal in hoofdstuk 2 allereerst 9 Kamerstukken II 1995/96, 24439, nr. 6, p Kamerstukken II 1995/96, 24439, nr. 6, p. 74.! 3

5 de geschiedenis van de loondoorbetalingsverplichting van het tegenwoordige artikel 7:629 BW aan bod komen. Hoofdstuk 3 zal in het teken staan van de actuele invulling van opzet uit artikel 7:629 lid 3 onder a BW in zowel de parlementaire behandeling als de rechtspraak. Valt er in de rechtspraak een tendens te bespeuren of wordt er consequent gewezen op de door de minister gegeven uitleg van dit opzetbegrip? Welke problemen levert deze uitleg in de praktijk op? In hoofdstuk 4 zal vervolgens gekeken worden hoe de invulling van het opzetbegrip in artikel 7:629 lid 3 onder a BW zich verhoudt tot opzet in het strafrecht. Hoe wordt opzet daar uitgelegd en biedt dit aanknopingspunten voor een ruimere uitleg van het opzetbegrip? Verder zullen ook enkele ontwikkelingen aan bod komen die de afgelopen jaren binnen het arbeidsrecht hebben plaatsgevonden. Aannemelijk is dat de werknemer van 50 jaar geleden een andere is dan de werknemer van tegenwoordig. In hoeverre kunnen deze ontwikkelingen van invloed zijn op de uitleg van het opzetbegrip uit artikel 7:629 lid 3 onder a BW? Tot slot zal in dit hoofdstuk de situatie in Duitsland besproken worden. Hoe gaan onze oosterburen om met het opzettelijk veroorzaken van ziekte door de werknemer? In de conclusie zal gepoogd worden een bevredigend antwoord te geven op de probleemstelling In hoeverre maakt de uitleg van de wetgever het opzetbegrip uit artikel 7:629 lid 3 onder a BW tot een lege huls?.! 4

6 Hoofdstuk 2: Het ontstaan van de loondoorbetalingsverplichting 2.1 Inleiding Centraal in dit hoofdstuk staat de ontstaansgeschiedenis van de loondoorbetalingsverplichting van de werkgever in geval van ziekte van de werknemer. Deze geschiedenis gaat terug tot begin vorige eeuw, met de totstandkoming van de Wet op de Arbeidsovereenkomst. De verschillende overwegingen die ten grondslag hebben gelegen aan de invoering van de loondoorbetalingsverplichting, alsmede de latere ontwikkelingen daarvan zullen aan bod komen. 2.2 Wet op de Arbeidsovereenkomst In de periode voor invoering van de Wet op de Arbeidsovereenkomst in 1907 was er nog maar betrekkelijk weinig geregeld met betrekking tot de arbeidsverhouding. Het beginsel van contractsvrijheid stond voorop en partijen dienden zelf invulling te geven aan de tussen hen bestaande arbeidsverhouding. 11 Dit had tot gevolg dat de arbeider in die tijd maar weinig bescherming genoot. 12 Onder invloed van maatschappelijke ontwikkelingen als de industrialisering groeide het aantal arbeidsovereenkomsten gestaag en werd de arbeidsovereenkomst eene der meest gebruikelijke. 13 De roep om een wettelijke regeling en rechtszekerheid werd steeds luider: onbetwist is in elk geval, dat het juist de groote massa der arbeiders is, die op den sterken arm des wetgevers hare hoop heeft gevestigd om in die machtsverhoudingen; ten gunste van den arbeid, wijziging te brengen. 14 In 1891 gaf toenmalig minister van Justitie, H.J. Schmidt, aan H.L. Drucker de opdracht tot het opstellen van een volledig nieuwe wettelijke regeling. 15 Door uiteenlopende omstandigheden zou het uiteindelijk tot 1898 duren voor Drucker, oud-hoogleraar Romeins recht in Groningen en Leiden en tevens lid van de Tweede Kamer, met zijn definitieve ontwerp kwam. 16 Drucker nam niet langer het tot dat moment heilig bevonden beginsel van contractsvrijheid als uitgangspunt voor zijn ontwerp. Hij was van mening dat waar partijen ongelijk zijn, de overheid dient in te grijpen in de vorm van beschermende, 11 Jansen & Loonstra 2007, p Loonstra & Westerbeek 2007, p Kamerstukken II 1903/04, nr , p Kamerstukken II 1904/05, nr. 23-1, p Jansen & Loonstra 2007, p. 1656; Loonstra & Westerbeek 2007, p Jansen & Loonstra 2007, p ! 5

7 dwingendrechtelijke bepalingen. 17 Hierin is nog altijd het zeer belangrijk geachte uitgangspunt van het moderne arbeidsrecht zichtbaar: ongelijkheidscompensatie. Ook in de memorie van toelichting bij de latere Wet op de arbeidsovereenkomst (gebaseerd op het ontwerp van Drucker) was men zich bewust van de benarde positie waarin de arbeider zich veelal bevond: bij deze overeenkomst daarentegen doet zich het verschijnsel voor, dat in den regel dezelfde partij, namelijk de arbeider, de zwakke is. [...] Geldt dit min of meer voor allen, die tegen loon in dienst van anderen arbeid verrichten, het geldt met name van diegenen onder hen, voor wie ten gevolge van hunne geringere ontwikkeling en van hun zwakken financieelen toestand toetreden tot het aangeboden arbeidscontract, eene gebiedende noodzakelijkheid is. [...] Voor hen is het arbeidscontract niet eene vrijwillige overeenkomst, maar een dwangcontract. In dien toestand verkeren talloozen. 18 De oplossing werd, in navolging van het ontwerp van Drucker, gevonden in dwingendrechtelijke bepalingen: eene bevredigende ordening is, vooral met het oog op deze arbeiders, niet anders te verkrijgen dan door een gedeelte der rechtsregels met dwingende kracht te voorzien. 19 De bepalingen die we thans in boek 7 van het Burgerlijk Wetboek aantreffen, vertonen nog altijd opvallend veel overeenkomsten met de bepalingen uit de Wet op de Arbeidsovereenkomst van Dit mag de verdienste van Drucker genoemd worden. Drucker wilde niet dat de wet al snel zou worden achterhaald door voortschrijdende (maatschappelijke) ontwikkelingen of gewijzigde opvattingen. 20 Hij zag het recht niet als iets levenloos, maar als een levend organisme dat zich ontwikkelt onder invloed van de veranderende opvattingen binnen de maatschappij. 21 Om zijn ontwerp de tand des tijds te kunnen laten doorstaan maakte hij veelvuldig gebruik van vage, open normen. Te denken valt aan onbillijk, goed werkgever, goed arbeider. 22 Ook dit werd overgenomen in het definitieve ontwerp van de Wet op de Arbeidsovereenkomst Resultaat was een wetsvoorstel met een grote legislatieve lenigheid. 23 Deze lenigheid werd niet door iedereen positief ontvangen. Het gebruik van vage, nader door de rechter in te vullen open normen was voor sommige Kamerleden een teken van 17 Fasseur 2007, p. 1-2; Loonstra & Westerbeek 2007, p Kamerstukken II 1903/04, nr , p Kamerstukken II 1903/04, nr , p Jansen & Loonstra 2007, p Drucker 1890, p Jansen & Loonstra 2007, p Fasseur 2007, p. 1.! 6

8 zwakte. De wetgever wist blijkbaar niet hoe hij de wet moest vormgeven en liet het daarom maar aan de rechters over om er maar wat van te maken. 24 Ondanks de nodige kritiek werd de Wet op de Arbeidsovereenkomst enkele jaren en kabinetten later vrijwel ongewijzigd ten opzichte van het oorspronkelijke ontwerp van Drucker, op 13 juli 1907 gepubliceerd in het Staatsblad Artikel 1638c: loondoorbetalingsverplichting Zoals gezegd was er in de periode voorafgaand aan de Wet op de Arbeidsovereenkomst maar betrekkelijk weinig wettelijk geregeld op het gebied van arbeidsverhoudingen. Dit was niet anders in geval de arbeider door ziekte of dergelijke buiten zijn schuld liggende redenen gedurende betrekkelijk korten tijd verhinderd wordt den bedongen arbeid te verrichten. 26 In de praktijk bestonden dan ook grote verschillen. Terwijl bij sommige categorieën arbeiders het loon tijdens ziekte enkele dagen werd doorbetaald, werd in de nijverheid (de meest omvangrijke categorie) gekort op elk uur dat de arbeider door ziekte niet in staat was zijn arbeid te verrichten. 27 Drucker vond deze situatie onwenselijk. In het (nieuwere) Zwitserse en Duitse recht vond hij een meer humane oplossing voor deze situatie. Er bestond volgens Drucker alleszins reden, de verplichting, onder de hier omschreven voorwaarden met uitbetaling van het loon voort te gaan [L.S.: dus ook gedurende ziekte], welke algemeen als eene zedelijke verplichting wordt erkend, als regel tot rechtsplicht te verheffen. 28 In de geest van de Duitse en Zwitserse wetgeving stelde Drucker een regeling voor waarbij als uitgangspunt geldt: Geen loon is verschuldigd voor den tijd, gedurende welken de arbeider den bedongen arbeid niet heeft verricht. 29 Deze hoofdregel vond moeiteloos zijn weg naar de Wet op de Arbeidsovereenkomst Afgezien van kleine redactionele wijzigingen, is de hoofdregel geen arbeid, geen loon nog altijd terug te vinden in artikel 627 van het huidige boek 7 van het Burgerlijk Wetboek Fasseur 2007, p Loonstra & Westerbeek 2007, p. 415; Staatsblad 1907 no Kamerstukken II 1903/04, nr , p Kamerstukken II 1903/04, nr , p Bles II 1908, p Artikel 19 Ontwerp Drucker; Kamerstukken II 1903/04, nr , p Op 18 februari 2004 heeft de Tweede Kamer de Wet werk en zekerheid aangenomen. Indien ook de Eerste Kamer instemt met dit wetsvoorstel zal artikel 7:627 BW komen te vervallen. De regel geen arbeid, geen loon zal in een andere formulering terugkeren in artikel 7:628 lid 1 BW, zonder dat dit in de praktijk tot een wezenlijke verandering van de risicoverdeling tussen werkgever en werknemer zal leiden. ; Kamerstukken II 2013/14, 33818, nr. 3, p. 87.! 7

9 Uitzondering (op de uitzondering) Een hoofdregel zou geen hoofdregel zijn als daarop niet ook uitzonderingen zouden bestaan. Een van de uitzonderingen geen arbeid, wel loon betreft de loondoorbetalingsverplichting voor werkgevers in geval van ziekte van de werknemer. De loondoorbetalingsverplichting is vanaf 1907 (na inwerkingtreding van de Wet op de Arbeidsovereenkomst) in artikel 1638c van het Burgerlijk Wetboek opgenomen: Evenwel behoudt de arbeider zijne aanspraak op het naar tijdruimte vastgesteld loon voor eenen betrekkelijk korten tijd, wanneer hij ten gevolge van ziekte of ongeval verhinderd is geweest zijn arbeid te verrichten, tenzij de ziekte of het ongeval door zijn opzet of onzedelijkheid [is] veroorzaakt 31 (mijn cursivering). Bestudering van deze bepaling leert dat de werkgever ontheven is van zijn loondoorbetalingsverplichting de uitzonderingen op de uitzondering in geval de ziekte is veroorzaakt door opzet of onzedelijkheid aan de kant van de arbeider. Onzedelijkheid Hoewel de Wet op de Arbeidsovereenkomst de vele ontwikkelingen van de afgelopen decennia over het algemeen goed heeft weten te doorstaan, verraadt de uitzonderingsgrond onzedelijkheid dat we hier met zeer oude wetgeving te maken hebben. Enkele Tweede Kamerleden erkenden de goede bedoeling van het opnemen van onzedelijkheid als uitzonderingsgrond, maar vreesden dat opneming van deze grond tot verzwijging en verspreiding van venerische ziekten (ofwel: geslachtsziekten) zou leiden. 32 Ook vroeg een aantal Kamerleden zich af of een bevalling van een ongehuwde vrouw als onzedelijk kon worden aangemerkt, waardoor de werkneemster aanspraak op loon zou verliezen gedurende haar arbeidsongeschiktheid. 33 De minister antwoordde in de memorie van antwoord dat een bevalling met hare gevolgen, in ieder geval als ziekte aangemerkt kan worden, en dus de werkgever gehouden is tot doorbetaling van het loon. De vraag of een bevalling van een ongehuwde vrouw als onzedelijk moest worden aangemerkt kon volgens de minister a priori niet worden beantwoord. Immers, met de mogelijkheid van geweldpleging en dergelijke, zal niemand in het algemeen kunnen verklaren, dat de bevalling eener ongehuwde vrouw per se door onzedelijkheid harerzijds veroorzaakt moet zijn Artikel 1638c BW (oud); Bles II 1908, p Kamerstukken II 1903/04, nr , p Kamerstukken II 1903/04, nr , p Kamerstukken II 1904/05, nr. 23-1, p. 13.! 8

10 Opzet De tweede uitzondering op de uitzondering betreft opzet. Opvallend is dat in het oorspronkelijke ontwerp van Drucker het begrip opzet niet werd genoemd. In plaats daarvan bezigde hij het begrip grove schuld : Evenwel verliest de arbeider zijne aanspraak op het overeengekomen tijdloon niet, wanneer hij tengevolge van eene niet door zijne grove schuld veroorzaakte ziekte [...] gedurende betrekkelijk korten tijd verhinderd is geweest, den bedongen arbeid te verrichten 35 (mijn cursivering). Ook in een van de eerdere ontwerpen van de Wet op de Arbeidsovereenkomst uit 1901 werd niet opzet, maar grove schuld gebruikt. Pas in het wetsontwerp van 1904 werd grove schuld vervangen door opzet. 36 Aan deze wijziging werd geen aandacht geschonken door de minister en de verschillende Kamerleden. 37 Ook werd niet uitgelegd hoe dit begrip ingevuld diende te worden. Wel gaf de minister aan dat bij ontwerp van deze bepaling de Ongevallenwet 1901 in gedachte was gehouden. 38 Raadpleging van de memorie van toelichting bij deze Ongevallenwet leert ons dat ook hier niet uitgebreid is stilgestaan bij de invulling van het begrip opzet. Toenmalig minister Lely: Duidelijk is het, dat de werkman geen recht op schadeloosstelling heeft, noch behoort te hebben, waar hij opzettelijk een ongeval teweegbrengt. 39 Wanneer dit het geval was, werd niet beschreven. Hoewel bij de totstandkoming van de Wet op de Arbeidsovereenkomst dus niet uitgebreid is stilgestaan bij de invulling van het begrip opzet, uitten enkele Kamerleden wel hun zorgen over de bewijsbaarheid van opzet als uitzonderingsgrond. De werkgever kan immers de getuigenis van den geneesheer niet [...] inroepen, omdat deze door zijn eed tot stilzwijgen verplicht is. 40 Als oplossing voor dit probleem stelden een aantal Kamerleden voor om net als in het oorspronkelijke ontwerp van Drucker grove schuld naast opzet en onzedelijkheid in te voegen. Grove schuld is immers een minder streng criterium dan opzet, en dus makkelijker te bewijzen. Anderen zagen hier ook meteen de keerzijde van grove schuld als uitsluitingsgrond. Zij vreesden dat invoering ervan zou leiden tot het voeren van tal van processen en, waar men zich daarvan onthield, tot het verliezen of het verkrijgen van de uitkeering in gevallen, waarin de wet dit niet heeft gewild. 41 Toenmalig minister Loeff 35 Artikel 20 Ontwerp Drucker; Kamerstukken II 1903/04, nr , p Kamerstukken II 1903/04, nr , p Hoogendijk 1999, p Kamerstukken II 1904/05, nr. 23-1, p Kamerstukken II 1896/97, nr , p Kamerstukken II 1903/04, nr , p Kamerstukken II 1903/04, nr , p. 108.! 9

11 sloot zich hierbij aan en zag geen reden tot opneming van grove schuld in zijn wetsontwerp. 42 Dwingend recht? Al eerder bleek dat Drucker in dwingendrechtelijke bepalingen een geschikte oplossing zag voor het compenseren van de bestaande ongelijkheid tussen werkgever en arbeider. Desalniettemin was de loondoorbetalingsverplichting in zijn ontwerp van regelend recht. 43 In het vrijwel volledig op het ontwerp van Drucker geënte ontwerp van 1904 besloot toenmalig minister van Justitie de loondoorbetalingsverplichting van dwingend recht te voorzien: De billijkheid der voorgedragen regeling springt zozeer in het oog, dat de ondergeteekende niet heeft geaarzeld de bevoegdheid om bij schriftelijke overeenkomst van de bepalingen van het artikel af te wijken, welke in het Ontwerp-Drucker en in het Regeeringsontwerp van 1901 voorkomt, door eene bepaling van dwingend recht te vervangen. 44 Hoe nobel dit op het eerste oog ook moge zijn, een aantal Kamerleden vreesden een averechtse werking van dit besluit. Zij erkenden weliswaar de billijkheid der voorgedragen regeling, maar meenden dat ook met de eischen der practijk rekening gehouden moest worden. Zij geloofden dat wanneer het een werkgever niet vrij staat (schriftelijk) af te wijken van de regeling, hij in geval van ziekte zo spoedig mogelijk tot ontslag van de arbeider zou overgaan teneinde te ontkomen aan de loondoorbetalingsverplichting. 45 Een ontslagverbod tijdens ziekte bestond immers nog niet. 46 De minister bleek vatbaar voor dit argument en besloot de loondoorbetalingsverplichting toch weer van regelend recht te maken, om te voorkomen dat de zieke arbeider kind van de rekening zou worden. 2.3 Ziektewet In 1930 trad de Ziektewet in werking. 47 Op grond van deze wet kreeg de werknemer een uitkering gedurende zijn ziekte. De uitkering werd gefinancierd uit premies, afgedragen door de werkgevers en werknemers. 48 Hierdoor was niet langer de werkgever verantwoordelijk voor het doorbetalen van het loon van zijn zieke werknemer. De loondoorbetalingsverplichting van werkgevers op grond van artikel 1638c BW werd door 42 Kamerstukken II 1904/05, nr. 23-1, p Artikel 20 Ontwerp Drucker; Kamerstukken II 1903/04, nr , p Kamerstukken II 1903/04, nr , p Kamerstukken II 1903/04, nr , p Hoogendijk 1996, p Staatsblad 1929, no Rommelse 2011, p. 58.! 10

12 invoering van de Ziektewet gereduceerd tot een aanvullingsverplichting (bovenop de uitkering op grond van de Ziektewet). 49 Met de komst van deze wet was het niet langer de werkgever die besliste of de arbeidsongeschiktheid wegens ziekte aan opzet te wijten was, maar zogenaamde bedrijfsverenigingen. Deze bedrijfsverenigingen (opgericht door werkgevers- en werknemersorganisaties) waren belast met de uitvoering van de Ziektewet. 50 Ook de Ziektewet bevatte de bepaling dat de werknemer geen recht op uitkering had wanneer de ziekte opzettelijk was veroorzaakt. 51 Het kwam echter zelden voor dat een uitkering op die grond werd geweigerd. Reden hiervoor was dat dergelijke gevallen weinig voor kwamen en bovendien moeilijk te bewijzen bleken Wet Terugdringing Ziekteverzuim Een onwenselijk gevolg van de komst van Ziektewet was dat werkgevers zich minder verantwoordelijk voelden voor de re-integratie van de zieke werknemers. De werkgever was immers niet meer (direct) verantwoordelijk voor de doorbetaling van het loon tijdens de arbeidsongeschiktheid wegens ziekte. Dit veranderde met de invoering van de Wet Terugdringing Ziekteverzuim (Wet TZ) in Door de komst van de Wet TZ werd door de bedrijfsverenigingen gedurende de eerste 2 of 6 weken van ziekte (afhankelijk van de grootte van de onderneming) geen ziekengeld meer uitgekeerd. Gevolg was dat de werkgever evenals voorheen weer belast werd met de loondoorbetaling tijdens ziekte, voor de duur van 6 weken (of 2 weken in geval van een kleine werkgever ). 53 De zinsnede gedurende betrekkelijk korten tijd in artikel 1638c BW (oud) werd daarom vervangen door een tijdvak van 6 weken. 54 Dit gold voor minimaal 70% van het laatstverdiende loon, met als ondergrens het voor hem geldende minimumloon. 55 Met het oog op de nieuwe terminologie van het Nieuw Burgerlijk Wetboek, werd daarnaast het begrip onzedelijkheid uit de wet geschrapt Wulbz en Wvlbz In 1996 trad de Wet uitbreiding loondoorbetalingsplicht bij ziekte in werking. 57 Hierdoor werd de loondoorbetalingsverplichting van de werkgever in artikel 7:629 BW opgerekt van 6 weken 49 Hoogendijk 1996, p Artikel 91 e.v. Ziektewet (oud); Rommelse 2011, p Artikel 42 Ziektewet (oud). 52 Hoogendijk 1996, p Post 1995, p Van der Kolk Zie verder hoofdstuk Post 1995, p Hoogendijk 1999, p. 68; Kamerstukken II 1992/93, 22899, nr. 3, p Staatsblad 1996, no. 134.! 11

13 (of 2 weken in geval van een kleine werkgever), naar 52 weken. De werkgever zou hierdoor (financieel) geprikkeld worden om zich intensiever met de re-integratie van zijn werknemers te bemoeien. In 2004 werd hier nog een schepje bovenop gedaan met de inwerkingtreding van de Wet verlenging loondoorbetalingsverplichting bij ziekte. 58 De tot dat moment geldende doorbetalingsperiode van 52 weken werd uitgebreid naar 104 weken. Deze loondoorbetalingsverplichting gedurende de eerste 104 weken van ziekte is tot op de dag van vandaag in artikel 7:629 BW te vinden. Ook is opzet als uitzonderingsgrond op de loondoorbetalingsverplichting daarin nog altijd opgenomen. De uitleg van dit begrip in zowel de parlementaire behandeling als de rechtspraak zal aan bod komen in het volgende hoofdstuk. 2.6 Afsluiting De loondoorbetalingsplicht voor werkgevers gedurende de ziekte van de werknemer kent een lange geschiedenis. Tot 1907 kende de arbeider maar weinig arbeidsrechtelijke bescherming. Contractsvrijheid vormde het uitgangspunt en dit was vrijwel altijd in het voordeel van de relatief machtige werkgevers. De arbeider werkte veelal in fabrieken onder erbarmelijke omstandigheden. Verandering kwam er met de komst van de Wet op de Arbeidsovereenkomst 1907, die gekenmerkt werd door het gebruik van veel beschermende, dwingendrechtelijke bepalingen. Het beschermende, en tijdloze karakter van de wet mag worden toegeschreven aan H.L. Drucker. Zijn ontwerp diende als uitgangspunt voor de uiteindelijke Wet op de Arbeidsovereenkomst Onderdeel van de Wet op de Arbeidsovereenkomst 1907 was de verplichting van werkgevers om gedurende ziekte van werknemer het loon door te betalen. Deze verplichting vormde de uitzondering op de hoofdregel geen arbeid, geen loon. De verplichting gold echter niet indien de ziekte door opzet van de werknemer was veroorzaakt. Wanneer hiervan sprake was, werd niet nader uitgewerkt. Opvallend is dat in het oorspronkelijke ontwerp van Drucker niet opzet, maar grove schuld als uitzonderingsgrond was opgenomen. Aan de uiteindelijke keuze voor opzet werd geen aandacht geschonken. Deze regeling is enkele keren gewijzigd zonder dat de strekking ervan werd aangetast. Tot op de dag van vandaag vinden we in artikel 7:629 BW een regeling die nog altijd opvallend veel gelijkenissen vertoont met de regeling zoals die in 1898 door Drucker werd voorgesteld. 58 Staatsblad 2003, 555.! 12

14 Hoofdstuk 3: Opzet in artikel 7:629 lid 3 onder a BW 3.1 Inleiding In het vorige hoofdstuk kwam de geschiedenis van de loondoorbetalingsverplichting aan bod. Zo bleek dat de uitzonderingsgrond opzet al geruime tijd deel uitmaakt van de regeling, die tegenwoordig te vinden is in artikel 7:629 BW. De vraag wanneer sprake is van het opzettelijk veroorzaken van ziekte is daarmee echter nog niet beantwoord. In dit hoofdstuk zal gekeken worden naar de invulling van het opzetbegrip in de (recente) parlementaire geschiedenis en de rechtspraak. 3.2 De invulling van het begrip opzet door de wetgever Zoals gezegd bevat artikel 7:629 lid 3 sub a BW een uitzondering op de loondoorbetalingsverplichting van de werkgever bij arbeidsongeschiktheid wegens ziekte. Deze uitzondering is als volgt geformuleerd: De werknemer heeft het in lid 1 bedoelde recht niet indien de ziekte door zijn opzet is veroorzaakt. 59 Wat onder opzet verstaan moet worden wordt niet verder uitgewerkt. Wel kwam het begrip opzet ter sprake tijdens de parlementaire behandeling van de Wulbz. 60 In de inleiding bleek al dat het begrip opzet volgens het kabinet eng dient te worden uitgelegd: De opzet van de arbeider moet gericht zijn op het veroorzaken van ziekte. Opzettelijk risicovol gedrag met als gevolg arbeidsongeschiktheid leidt niet tot verlies van het recht op loondoorbetaling. 61 Arbeidsongeschiktheid als gevolg van voetballen of skiën leidt dus niet tot het verlies van het loon, tenzij deze activiteiten zijn uitgeoefend met het oogmerk om arbeidsongeschiktheid teweeg te brengen. 62 De vraag of sprake is van het opzettelijk veroorzaken van ziekte kan volgens de minister niet in zijn algemeenheid beantwoord worden. Dit hangt af van de feiten en omstandigheden in het concrete geval. 63 Erkend wordt dat een dergelijk geval zeldzaam is en bovendien moeilijk te bewijzen. Het moet in elk geval gaan om het willens en wetens veroorzaken van ziekte, niet om het enkele riskeren daarvan, aldus de minister in de memorie van antwoord. 64 Dit is een zeer strikte, doch heldere uitleg van het opzetbegrip. Maar hoe wordt hier in de rechtspraktijk mee omgegaan? Is dit een werkbare invulling van het opzetbegrip of wordt er mee geworsteld? 59 Artikel 7:629 lid 3 sub a BW. Het bedoelde recht in lid 1 betreft de loondoorbetalingsverplichting tijdens arbeidsongeschiktheid wegens ziekte. 60 Zie hoofdstuk 1 en Kamerstukken II 1995/96, 24439, nr. 6, p Kamerstukken II 1995/96, 24439, nr. 6, p Kamerstukken I 1995/96, 24439, nr. 134b, p. 48.! 64 Kamerstukken I 1995/96, 24439, nr. 134b, p. 48.! 13

15 3.3 Het opzetbegrip in de rechtspraak In de rechtspraak is verscheidene keren beroep gedaan op artikel 7:629 lid 3 onder a BW omdat sprake zou zijn van het opzettelijk veroorzaken van ziekte. Zo heeft de rechter zich al moeten uitlaten over zaken waarin cosmetische ingrepen centraal stonden. Maar ook bijvoorbeeld arbeidsongeschiktheid als gevolg van alcohol- en drugsgebruik, een mislukte zelfmoordpoging en een arbeidsconflict zijn al eens ter beoordeling aan de rechter voorgelegd. De vraag is hoe in de rechtspraktijk wordt omgegaan met de strikte uitleg van opzet in artikel 7:629 lid 3 onder a BW Geen opzet De door de minister gegeven strenge uitleg van het opzetbegrip heeft tot gevolg dat er in de rechtspraak amper ruimte is voor het aannemen van opzet. Het is dan ook weinig verrassend dat een beroep op artikel 7:629 lid 3 onder a BW regelmatig wordt afgewezen met een (expliciete) verwijzing naar de wetsgeschiedenis. Een voorbeeld daarvan is te vinden in een zaak uit 1999 waarin een sterilisatie van de werknemer aan de orde was. Als gevolg van deze ingreep was de werknemer gedurende 4 dagen niet in staat om zijn werkzaamheden als schilder uit te oefenen. 65 De werkgever weigerde het loon door te betalen en stelde zich op het standpunt dat de werknemer volledig gezond was en er dus geen medische noodzaak voor de ingreep bestond. De werkgever was dan ook van mening dat de werknemer de ziekte opzettelijk had veroorzaakt en om die reden geen aanspraak kon maken op doorbetaling van zijn loon. De kantonrechter in Leiden dacht daar anders over. Met een verwijzing naar de wetsgeschiedenis overwoog hij dat voor een beroep op deze bepaling de opzet gericht moet zijn op het ziek worden. 66 In dit specifieke geval was de opzet van de werknemer echter gericht op de sterilisatie, en niet op het ziek worden. Een beroep op artikel 7:629 lid 3 sub a BW ging in dit geval dus niet op. In een zaak uit 2005 lagen de feiten iets anders. Het ging in dit geval niet om de gebruikelijke herstelperiode als gevolg van een medische ingreep, maar om een onvoorziene complicatie tijdens het herstelproces. Het betrof een deelneemster van het programma Make me beautiful die in dat kader verschillende cosmetische ingrepen had ondergaan. Na het verstrijken van de gebruikelijke herstelperiode is één van de littekens gaan ontsteken 65 Hoewel strikt genomen geen cosmetische ingreep, is ook een sterilisatie niet medisch noodzakelijk. Zowel een sterilisatie als een cosmetische ingreep dragen een vrijwillig karakter waardoor een sterilisatie voor invulling van het opzetbegrip in 7:629 lid 3 BW naar mijn mening hetzelfde benaderd kan worden. Ook de kantonrechter lijkt beide ingrepen op één lijn te stellen: ro. 12. Zie ook: Willems Kantonrechter Leiden 18 augustus 1999, JAR 1999/199, ro. 12.! 14

16 waardoor de werkneemster zich noodgedwongen moest ziekmelden. De werkgever weigerde het loon door te betalen met als argument dat zij deze ziekte opzettelijk zou hebben veroorzaakt: zeker en vooral door aan voormeld televisieprogramma deel te nemen en waarmee eiseres zich willens en wetens heeft blootgesteld aan de zekerheid dat direct na de ingrepen arbeidsongeschiktheid zou intreden, eiseres het aanzienlijke risico op complicaties heeft geaccepteerd en in feite heeft gecreëerd en dat zij zich aldus bewust roekeloos dan wel opzettelijk heeft gedragen om welke reden zij geen recht heeft op doorbetaling van haar loon. Hierin klinkt evident een beroep door op voorwaardelijk opzet, bekend uit het strafrecht. 67 Dit beroep op (voorwaardelijk) opzet werd door de kantonrechter verworpen: het enkele feit dat er geen medische of psychische noodzaak voor de ingreep bestaat, hoefde de werkneemster er niet van te weerhouden de ingrepen te ondergaan. Het leidt er in ieder geval niet toe dat eventuele complicaties van die ingreep kunnen worden gekwalificeerd als opzettelijk door de werkneemster veroorzaakt. 68 Een minder onschuldig karakter draagt een zaak uit 2006 zaak waarin een zelfmoordpoging centraal stond. Bij een ernstig bedrijfsongeval verliest de werknemer zijn hand. Enkele maanden later raakt de werknemer tijdens zijn revalidatie in een psychotische depressie. Daarin probeert hij zichzelf van het leven te beroven door middel van een messteek in de keel/halsstreek. De werkgever beroept zich op artikel 7:629 lid 3 onder a BW. De kantonrechter memoreert allereerst aan de wetsgeschiedenis waaruit blijkt dat de opzet gericht moet zijn op het ziek worden. 69 In dit geval was de opzet van de werknemer hoe wreed ook echter gericht op het zich benemen van het leven en niet op het laten voortbestaan van de arbeidsongeschiktheid. 70 Het beroep van de werkgever wordt derhalve verworpen. Met een verwijzing naar de wetsgeschiedenis werd ook het beroep op opzet verworpen in een zaak waarin de werknemer in zijn vrije tijd onder invloed van alcohol een aanrijding veroorzaakt en als gevolg daarvan zwaar gewond raakt. De opzet moet blijkens de wetsgeschiedenis immers gericht zijn op het ziek worden. Opzettelijk risicovol gedrag of bewuste roekeloosheid is niet voldoende, zo overweegt de kantonrechter. 71 Het beroep op 67 Zie hoofdstuk Kantonrechter Maastricht 31 augustus 2005, JAR 2005/ Kantonrechter Deventer 8 september 2006, RAR 2006/167, ro Kantonrechter Deventer 8 september 2006, RAR 2006/167, ro Kantonrechter Tilburg 18 mei 2005, JAR 2006/77, ro. 3.4.! 15

17 artikel 7:629 lid 3 onder a BW wordt dan ook verworpen. Gelet op het gevaarzettende karakter van deze gedraging en het bovendien een strafbaar feit betreft, zou de werknemer in strijd handelen met de eisen van goed werknemerschap (art. 7:611 BW) wanneer hij op grond van de cao aanspraak zou maken op doorbetaling van het volledige loon. 72 Daarom matigt de kantonrechter de loonvordering van de werknemer tot het wettelijk minimum van 70% van het laatstverdiende loon. 73 In lijn met de vorige uitspraak is de uitspraak van het Gerechtshof Den Haag van 19 april Aan de orde was een werknemer die door overmatig alcoholgebruik leed aan het syndroom van Korsakov en als gevolg daarvan arbeidsongeschikt was geraakt. Ook hier werd het beroep op opzet afgewezen. Het Hof overweegt dat uit niets blijkt dat de werknemer, al drinkende, steeds de wil heeft voortgezet daardoor ziek te worden, hetgeen bij het aannemen van opzet wel het geval moet zijn. 74 Net als in de hiervoor besproken uitspraken wijst het Hof ter onderbouwing van zijn standpunt naar de reeds besproken parlementaire behandeling. De kantonrechter in Heerlen geeft een eigenzinnige invulling aan opzet in artikel 7:629 lid 3 onder a BW. In deze zaak was de betreffende werknemer tijdens carnaval bij een oudcollega in de auto gestapt die onder invloed van alcohol verkeerde en bovendien geen rijbewijs bezat. Vervolgens raken beiden betrokken bij een ongeval als gevolg waarvan de werknemer arbeidsongeschikt raakt. De werkgever betoogde dat de werknemer wist dat zijn oud-collega teveel had gedronken en dat deze niet in het bezit van een rijbewijs was. Door desondanks toch in de auto te stappen, heeft de werknemer zijn arbeidsongeschiktheid opzettelijk veroorzaakt, zo stelde de werkgever. Opvallend is dat de kantonrechter overweegt dat artikel 7:629 lid 3 onder a BW gezien de plaats in het Burgerlijk Wetboek bedoeld is voor situaties die zich binnen de werkingssfeer van de arbeidsovereenkomst afspelen. De gedragingen in deze zaak vielen echter volledig binnen de privésfeer van de werknemer, en daarmee buiten de werkingssfeer van de arbeidsovereenkomst. Dat zou anders zijn wanneer de gedraging willens en wetens was gericht op het veroorzaken van ziekte met het oogmerk om arbeidsongeschikt te raken. 75 In casu was daarvan geen sprake en de kantonrechter wees het beroep op opzet af. 72 Artikel 7:611 BW. 73 Kantonrechter Tilburg 18 mei 2005, JAR 2006/77, ro Gerechtshof s-gravenhage 19 april 2011, JAR 2011/151, ro Kantonrechter Heerlen 4 juli 2001, JAR 2001/247.! 16

18 Ook het Hof diende zich in 2006 te buigen over de invulling van het opzetbegrip. Het ging hier om een vrachtwagenchauffeur die als gevolg van zaalvoetballen met grote regelmaat arbeidsongeschikt was. De werkgever had de werknemer verschillende keren gevraagd te stoppen met het beoefenen van deze sport. Toen de werknemer opnieuw geblesseerd raakte, besloot de werkgever de werknemer te korten op zijn loon. Het Hof moest onder meer de vraag beantwoorden wat onder opzet in artikel 7:629 lid 3 onder a BW moet worden verstaan. 76 Onder uitgebreide verwijzing naar passages uit de parlementaire behandeling concludeert het Hof dat het enkele feit dat een werknemer zich bloot stelt aan een risicovolle activiteit en daarmee de reële kans om wegens ziekte arbeidsongeschikt te raken, onvoldoende is om aan te nemen dat sprake is van opzet in de zin van artikel 7:629 lid 3 sub a BW. 77 In casu had de werknemer uitsluitend voor zijn plezier en sociale contacten ge(zaal)voetbald. Hij heeft deze sport nooit uitgeoefend met het oogmerk arbeidsongeschiktheid te veroorzaken. Een beroep op artikel 7:629 lid 3 sub a BW werd, niet geheel verrassend, door het Hof verworpen Wel opzet In de hiervoor besproken gevallen werd een beroep op opzet consequent afgewezen, al dan niet met een expliciete verwijzing naar de wetsgeschiedenis. De door de minister gegeven uitleg van het begrip opzet is immers helder en laat nu eenmaal weinig tot geen ruimte voor het aannemen van opzet. Desalniettemin is in de afgelopen jaren een beroep op artikel 7:629 lid 3 onder a BW een aantal keren gehonoreerd. De kantonrechter Tilburg, in de reeds besproken zaak uit 2005, hield rekening met het feit dat het rijden onder invloed van alcohol bij wet strafbaar is gesteld. 78 Hij matigde om die reden namelijk de loonvordering tot het wettelijk minimum van 70% van het laatstverdiende loon. In een vergelijkbare zaak uit 2002 was dit voor de kantonrechter Amersfoort zelfs voldoende reden om de loonvordering van de werknemer in zijn geheel te ontzeggen. De rechter overwoog dat het een feit van algemene bekendheid is dat deelneming aan het verkeer onder die omstandigheden [L.S.: met een aanmerkelijk hoger alcoholpromillage in zijn bloed dan wettelijk toegestaan] een bijzonder groot risico inhoudt dat men zijn voertuig niet onder controle houdt, en dat als gevolg daarvan sprake is van een aanmerkelijke kans dat er een ongeval plaatsvindt met als gevolg arbeidsongeschiktheid. 79 Het is deze 76 In deze zaak ging het in feite om de CAO-aanvulling bovenop het wettelijke minimum van 70%. Voor dit bovenwettelijke deel mocht de werkgever volgens het Hof een ander, ruimer opzet-criterium hanteren. Dit werd door de Hoge Raad bevestigd in: LJN: BC Hof Arnhem 27 juni 2006, RAR 2006/133, ro P ; Kantonrechter Tilburg 18 mei 2005, JAR 2006/77, ro Kantonrechter Amersfoort 12 december 2001, JAR 2002/34, ro. 5.! 17

19 aanmerkelijke kans die wat betreft de kantonrechter gelijkgesteld kan worden met opzet in de zin van artikel 7:629 lid 3 onder a BW. Hij benadrukt dat het hier gaat om gedrag waarop door de wet straf is gesteld, en niet slechts opzettelijk risicovol gedrag. 80 Alcohol speelt ook een rol in de zaak waarover de kantonrechter Gouda in 2007 moest oordelen. Als gevolg van een alcohol- en drugsverslaving is de werknemer enige tijd ziek geweest. Gedurende zijn arbeidsongeschiktheid is hij bovendien opgenomen geweest in een ontwenningskliniek. Toen de werkgever dit bemerkte beëindigde hij de loondoorbetaling met een beroep op artikel 7:629 lid 3 onder a BW. De kantonrechter ging hier in mee en kwam met een eigenzinnige invulling van het opzetbegrip: de verslaving aan alcohol en drugs als gevolg waarvan de werknemer ziek is geworden, is een met opzet gelijk te stellen ernstige mate van schuld. 81 Dat de werknemer leidt aan psychische problemen doet daaraan niet af. Hij had deskundige hulp moeten zoeken en/of medicijnen in kunnen nemen, zo oordeelde de kantonrechter enigszins belerend. 82 De werkgever was dus niet gehouden het loon van de werknemer door te betalen. Een andere uitkomst zou ook niet redelijk zijn, besloot de kantonrechter. In een recente uitspraak lijkt een kentering zichtbaar in de tot dan toe vaste rechtspraak met betrekking tot cosmetische ingrepen waarin een beroep op opzet steevast werd afgewezen. In deze zaak uit 2012 ging het om een werkneemster die twee cosmetische ingrepen had ondergaan aan haar gezicht. Als gevolg daarvan heeft zij zich ziek gemeld. Bij de vraag of hier sprake is van opzet in de zin van artikel 7:629 lid 3 onder a BW maakt de kantonrechter onderscheid tussen de noodzakelijke herstelperiode en de eventuele ongewilde gevolgen van een cosmetische ingreep. Indien de werknemer zeker weet dat hij na een cosmetische ingreep gedurende de periode van herstel enige tijd ongeschikt zal zijn de arbeid te verrichten, is er volgens de kantonrechter sprake van zogenaamd zekerheidsbewustzijn. Dit zekerheidsbewustzijn is aan te merken als opzet. 83 Net als de minister, maakt ook de kantonrechter hier gebruik van een term die al langer bekend is in het strafrecht. Hoewel de opzet van de werkneemster evident gericht was op het verfraaien van het gelaat, neemt de kantonrechter hier in strijd met de door de minister gegeven uitleg toch opzet aan. 80 Kantonrechter Amersfoort 12 december 2001, JAR 2002/34, ro. 5.! 81 Kantonrechter Gouda 23 augustus 2007, USZ 2007/339, ro Kantonrechter Gouda 23 augustus 2007, USZ 2007/339, ro Kantonrechter Middelburg 9 juli 2012, RAR 2013/11, ro. 6.! 18

20 Met betrekking tot complicaties, die niet gerekend kunnen worden tot de normaal te verwachten herstelperiode, ligt dit anders. De kantonrechter overweegt hieromtrent exact hetzelfde als de kantonrechter Maastricht, in de al eerder besproken zaak: het enkele feit dat voor de operaties, naar de mening van de werkgever, geen medische of psychische noodzaak zou hebben bestaan, hoeft de werknemer er niet van te weerhouden om de operaties (in de vrije tijd) te ondergaan en leidt er in ieder geval niet toe dat niet voorziene en niet gewilde gevolgen van de operaties kunnen worden gekwalificeerd als zijnde opzettelijk veroorzaakt in de zin van art. 7:629 lid 3 BW. 84 Van geheel andere orde is de casus waarover de kantonrechter Heerlen in 2007 diende te oordelen. In deze zaak ging het om een werknemer die concurrerende activiteiten verrichtte voor een ander bedrijf. Zijn werkgever krijgt lucht van deze activiteiten en begint vragen te stellen. Vervolgens meldt de werknemer zich ziek. De bedrijfsarts stelt vast dat er sprake is van situationele arbeidsongeschiktheid als gevolg van de verziekte werksfeer. De werkgever weigert het loon door te betalen en de werknemer stelt een loonvordering in. Op zijn beurt beroept de werkgever zich op artikel 7:629 lid 3 onder a BW. In deze uitgebreid gemotiveerde uitspraak overweegt de kantonrechter dat het (in casu) onjuist is om bij invulling van het opzetbegrip doorslaggevende betekenis toe te kennen aan de parlementaire geschiedenis. 85 De door de minister gegeven uitleg van het opzetbegrip zou er namelijk toe leiden dat een werknemer in geen enkel opzicht gestimuleerd wordt tot het voorkomen van zijn arbeidsongeschiktheid. 86 Onderbouwd met medische literatuur, stelt de kantonrechter dat ziekteverschijnselen als hoofdpijn en slapeloosheid zelfs inherent zijn aan een verziekte werksfeer die weer kunnen leiden tot arbeidsconflicten. Door concurrerende activiteiten te verrichten had de werknemer zich zodanig gedragen dat hij er zich bewust van had moeten zijn dat dit zou leiden tot een arbeidsconflict met de daaraan verbonden ziekteverschijnselen. Er was bij hem niet slechts een waarschijnlijkheidsbewustzijn maar zelfs een zekerheidsbewustzijn bij het opzettelijk veroorzaken van de verziekte sfeer op de werkvloer. 87 Nu de ziekteverschijnselen inherent (= zekerheidsbewustzijn) zijn aan een dergelijke arbeidsconflicten, oordeelde de kantonrechter evident in strijd met de wetsgeschiedenis dat sprake was van opzet in de zin van artikel 7:629 lid 3 onder a BW. De loonvordering werd derhalve afgewezen. 84 Kantonrechter Middelburg 9 juli 2012, RAR 2013/11, ro. 6. Zie ook nr Kantonrechter Heerlen 3 januari 2007, RAR 2007/48, ro Kantonrechter Heerlen 3 januari 2007, RAR 2007/48, ro Kantonrechter Heerlen 3 januari 2007, RAR 2007/48, ro ! 19

21 3.4 Afsluiting De uitleg die in de memorie van toelichting aan het begrip opzet in artikel 7:629 lid 3 onder a BW wordt gegeven is zeer strikt. Het moet volgens de minister gaan om het willens en wetens veroorzaken van ziekte, niet om het enkel riskeren daarvan. De opzet moet, met andere woorden, gericht zijn op het ziek worden. Logisch gevolg is dat een beroep op opzet in de rechtspraak niet snel zal worden aangenomen. Niet zelden is een dergelijk beroep dan ook verworpen omdat de opzet van de werknemer niet gericht was op het arbeidsongeschikt worden, maar op bijvoorbeeld het verfraaien van het lichaam of zelfs de dood. Daarbij wordt veelvuldig verwezen naar de wetsgeschiedenis, die aan duidelijkheid niets te wensen overlaat. Ondanks de duidelijke, maar zeer strikte uitleg die in de parlementaire behandeling werd gegeven aan het opzetbegrip, zijn er ook voorbeelden in de rechtspraak te vinden waarbij een beroep op artikel 7:629 lid 3 onder a BW is gehonoreerd. Dat het gedrag van de werknemer bij wet strafbaar is gesteld, lijkt de drempel voor het aannemen van opzet te verlagen. De rechter worstelt in sommige gevallen met het enge opzetbegrip en past verschillende kunstgrepen toe om het betreffende geval toch onder het opzet te kunnen scharen. Met uit het strafrecht geleende begrippen als zekerheidsbewustzijn, waarschijnlijkheidsbewustzijn, aanmerkelijke kans en ernstige mate van schuld trachten verschillende kantonrechters in weerwil van de uitleg van de minister een specifiek geval onder het opzetbegrip te brengen.! 20

22 Hoofdstuk 4: Naar een ruimer opzetbegrip? 4.1 Inleiding Bij bespreking van de rechtspraak in het vorige hoofdstuk bleek dat in de gevallen waarin opzet werd aangenomen, veelal gebruik wordt gemaakt van uit het strafrecht geleende begrippen. Op deze manier wordt getracht het opzetbegrip enigszins op te rekken. Maar wat betekenen begrippen als zekerheidsbewustzijn en waarom maakt de rechter hier gebruik van? Wordt het wellicht tijd om het opzetbegrip minder streng uit te leggen en mogen we van de werknemer anno 2014 niet wat meer eigen verantwoordelijkheid bij het voorkomen van arbeidsongeschiktheid verwachten? In dit hoofdstuk zal een blik geworpen worden op de in het strafrecht bestaande vormen van opzet. Daarnaast zal aan de hand van enkele ontwikkelingen binnen het arbeidsrecht gekeken worden of de door de minister gegeven invulling van het opzetbegrip nog houdbaar is. Tot slot wordt gekeken naar de situatie in Duitsland. 4.2 Opzet in het strafrecht Opzet heeft in het strafrecht een andere betekenis dan opzet in ons dagelijkse taalgebruik. In het dagelijkse leven wordt opzet veelal geassocieerd met een boze of kwade bedoeling. 88 Toch is de intentie van de dader niet van belang voor het vaststellen van opzet in het strafrecht. Het waarom van zijn gedraging doet dus (nog) niet ter zake. Voor het aannemen van opzet in het strafrecht is relevant dat de dader zich bewust was van zijn gedraging en die gedraging ook wilde. 89 Hierin klinken de kernelementen van het strafrechtelijke opzetbegrip door: willen en weten. Opvallend is dat de minister bij zijn uitleg van het begrip opzet in artikel 7:629 BW gebruik maakt van begrippen die afkomstig lijken te zijn uit het strafrecht. Zo zagen we al dat volgens de minister sprake is van opzet wanneer de ziekte willens en wetens door de werknemer is veroorzaakt. 90 Het moet dus gaan om een gedraging waarvan de werknemer bewust was dat deze tot arbeidsongeschiktheid zou leiden, en dat ook daadwerkelijk wilde. Een dergelijke gedraging is moeilijk voorstelbaar. Immers, van de werknemer die (vrijwillig) een cosmetische operatie ondergaat kan wellicht nog wel gezegd worden dat hij zich bewust was van de daaropvolgende arbeidsongeschiktheid de noodzakelijke herstelperiode, maar niet dat hij deze arbeidsongeschiktheid wilde. De wil was immers gericht op het verfraaien van het lichaam. 88 Stolwijk 2009, p Stolwijk 2009, p Zie hoofdstuk 3.2; Kamerstukken I 1995/96, 24439, nr. 134b, p. 48.! 21

Opzettelijk veroorzaakte ziekte. Mr. P. Willems 1

Opzettelijk veroorzaakte ziekte. Mr. P. Willems 1 Opzettelijk veroorzaakte ziekte Mr. P. Willems 1 In mijn artikel in Tijdschrift Arbeidsrecht 2005/1 met de titel Ziekte na een cosmetische ingreep: is artikel 7:629 lid 3 onder a BW toe aan cosmetische

Nadere informatie

Water in wijn: de wijziging van passende arbeid in bedongen arbeid

Water in wijn: de wijziging van passende arbeid in bedongen arbeid Water in wijn: de wijziging van passende arbeid in bedongen arbeid Het komt regelmatig voor dat een werknemer na afloop van de wachttijd voor de WIA (104 tot 156 weken) niet in staat is zijn eigen werkzaamheden

Nadere informatie

ArbeidsRecht. Maandblad voor de praktijk, Opzet bij ziekte en het voorkomen van arbeidsongeschiktheid: een onrechtvaardig verschil

ArbeidsRecht. Maandblad voor de praktijk, Opzet bij ziekte en het voorkomen van arbeidsongeschiktheid: een onrechtvaardig verschil Page 1 of 5 ArbeidsRecht. Maandblad voor de praktijk, Opzet bij ziekte en het voorkomen van arbeidsongeschiktheid: een onrechtvaardig verschil Vindplaats: ArbeidsRecht 2010, 40 Bijgewerkt tot: 01-08-2010

Nadere informatie

1 Arbeidsovereenkomst

1 Arbeidsovereenkomst 1 Arbeidsovereenkomst Arbeidsovereenkomst Artikel 7.610 en 7.750 BW Voorwaarden arbeidsovereenkomst Geen duidelijke afspraken Er is een arbeidsovereenkomst als een werknemer met een werkgever overeenkomt

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2016:1273

ECLI:NL:CRVB:2016:1273 ECLI:NL:CRVB:2016:1273 Instantie Datum uitspraak 06-04-2016 Datum publicatie 11-04-2016 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 14/5380 ZW Socialezekerheidsrecht

Nadere informatie

Loondoorbetaling na 104 weken ziekte

Loondoorbetaling na 104 weken ziekte Loondoorbetaling na 104 weken ziekte Brief minister Donner Datum 2 februari 2010 Bij brief van 2 juli jl. heeft u gereageerd op mijn brief van 19 december 2008. Uw reactie heeft u inmiddels ook bij brief

Nadere informatie

P. Kruit, C. Loonstra en E. van Vliet 978-90-01-83406-7. Zutekouw / van Oort

P. Kruit, C. Loonstra en E. van Vliet 978-90-01-83406-7. Zutekouw / van Oort Rechtspraak Instantie Hoge Raad Datum 14 maart 2008 Vindplaats LJN BC6699 Naam Zutekouw / van Oort Essentie uitspraak: Een wegens ziekte arbeidsongeschikte werknemer heeft geen recht op loondoorbetaling

Nadere informatie

Actualiteiten arbeidsrecht. 14 november 2011 Stephanie Profijt Astrid Riemslag

Actualiteiten arbeidsrecht. 14 november 2011 Stephanie Profijt Astrid Riemslag Actualiteiten arbeidsrecht 14 november 2011 Stephanie Profijt Astrid Riemslag Wet Arbeid en Zorg: Ouderschapsverlof Dwingend recht Absoluut recht Voorwaarden: 1. er moet sprake zijn van een werknemer die

Nadere informatie

Conflictverlof bij situatieve arbeidsongeschiktheid lost niets op.

Conflictverlof bij situatieve arbeidsongeschiktheid lost niets op. Conflictverlof bij situatieve arbeidsongeschiktheid lost niets op. oktober 2008 De auteur heeft grote zorgvuldigheid betracht in het weergeven van delen uit het geldende recht. Evenwel noch de auteur noch

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1995 1996 24 770 Invoering van en aanpassing van wetgeving aan de Vaststellingswet titel 7.10 Burgerlijk Wetboek (arbeidsovereenkomst) (Invoeringswet titel

Nadere informatie

De compensatieregeling van de transitievergoeding bij ontslag wegens langdurige arbeidsongeschiktheid

De compensatieregeling van de transitievergoeding bij ontslag wegens langdurige arbeidsongeschiktheid Laura Gringhuis Juridisch Medewerker De compensatieregeling van de transitievergoeding bij ontslag wegens langdurige arbeidsongeschiktheid Arbeidsrecht & Medezeggenschap 06 februari 2018 Na de invoering

Nadere informatie

JJuridische aspecten arbeidsongeschiktheid / arbeidsconflict

JJuridische aspecten arbeidsongeschiktheid / arbeidsconflict JJuridische aspecten arbeidsongeschiktheid / arbeidsconflict. Ziekmelding na een arbeidsconflict En dan? ARBODIENST STECR WERKWIJZER ARBEIDSCONFLICTEN Deze werkwijzer wordt gebruikt voor de beoordeling

Nadere informatie

Ontslagzaken na de invoering van de Wet werk en zekerheid per 1 juli 2015

Ontslagzaken na de invoering van de Wet werk en zekerheid per 1 juli 2015 Ontslagzaken na de invoering van de Wet werk en zekerheid per 1 juli 2015 Op 1 juli 2015 treedt het belangrijkste deel van de Wet werk en zekerheid in werking: de herziening van het ontslagrecht. Hoe die

Nadere informatie

De geldigheid van het concurrentiebeding

De geldigheid van het concurrentiebeding De geldigheid van het concurrentiebeding Het criterium zwaarwegend belang bij het concurrentiebeding in een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd Mr. drs. G.W. Nijhoff III Nijhoff.indd 3 9-2-2015 14:18:54

Nadere informatie

Casus 9 Passief roken

Casus 9 Passief roken Casus 9 Passief roken Eerder (zie casus 6) is ingegaan op de situatie dat een werknemer al langer dan twee jaar ziek is. In casus 9 gaat het om een werknemer die binnen twee jaar weer hersteld is van zijn

Nadere informatie

Arbeidsconflicten onder de WWZ: geen ontslag maar los het probleem op!

Arbeidsconflicten onder de WWZ: geen ontslag maar los het probleem op! Arbeidsconflicten onder de WWZ: geen ontslag maar los het probleem op! Pascal Willems In TBV 3 uit maart 2015 is een bijdrage verschenen van mijn hand en die van Frans van den Nieuwenhof over de STECR

Nadere informatie

Casus 10 Om ziek van te worden

Casus 10 Om ziek van te worden Casus 10 Om ziek van te worden De derde casus over ziekte, nu toegespitst op de vraag wanneer iemand recht heeft op een uitkering krachtens de Ziektewet, ervan uitgaande dat een thuiswerkster niet werkzaam

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2015:196

ECLI:NL:CRVB:2015:196 ECLI:NL:CRVB:2015:196 Instantie Datum uitspraak 28-01-2015 Datum publicatie 29-01-2015 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 13-2118 ZW Socialezekerheidsrecht

Nadere informatie

Loondoorbetaling bij ziekte

Loondoorbetaling bij ziekte Loondoorbetaling bij ziekte In Nederland bepaalt artikel 629 van boek 7 van het Burgerlijk Wetboek dat een werknemer gedurende 104 weken recht heeft op 70% van het loon, maar de eerste 52 weken ten minste

Nadere informatie

Rechtbank Almelo 14-06-2010

Rechtbank Almelo 14-06-2010 Uitval na conflict, ziek, of toch niet? mr. Ellen W. de Groot kantonrechter te Enschede Arbeidsongeschikt wegens ziekte, of arbeidsongeschikt, enkel vanwege een conflict.what makes the difference and why?

Nadere informatie

Mediation in arbeidsverhoudingen. mw mr. B.M.M. Tijink. VGM Congres Provinciehuis Arnhem 12 april 2013

Mediation in arbeidsverhoudingen. mw mr. B.M.M. Tijink. VGM Congres Provinciehuis Arnhem 12 april 2013 Mediation in arbeidsverhoudingen mw mr. B.M.M. Tijink VGM Congres Provinciehuis Arnhem 12 april 2013 Waar gaat het vandaag over? Onderzoek Situatieve Arbeidsongeschiktheid Verplichtingen werkgever werknemer

Nadere informatie

FHI HRM Actualiteitenseminar 8 november 2007 Mr. Michiel van Dijk

FHI HRM Actualiteitenseminar 8 november 2007 Mr. Michiel van Dijk FHI HRM Actualiteitenseminar 8 november 2007 Mr. Michiel van Dijk ARBEIDSRECHT Actualiteiten: Ontslag Concurrentiebeding Gewijzigde wetgeving/rechtspraak 1. Wijziging Werkloosheidswet in relatie tot het

Nadere informatie

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Besluit:

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Besluit: Ontwerpregeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van, 2018-0000085164, houdende regels met betrekking tot de compensatie van de transitievergoeding bij een einde van de arbeidsovereenkomst

Nadere informatie

Een zieke werknemer? Van AAAA naar Beter

Een zieke werknemer? Van AAAA naar Beter UW ONDERNEMING, ONZE ERVARING Een zieke werknemer? Van AAAA naar Beter Jeltje van Wijngaarden & Kees de Kramer 2 Wat is ziek zijn? Is dus ruim en moeilijk (subjectief) begrip. Door ongeschiktheid wegens

Nadere informatie

ECLI:NL:RBNHO:2014:8414

ECLI:NL:RBNHO:2014:8414 ECLI:NL:RBNHO:2014:8414 Instantie Datum uitspraak 16-06-2014 Datum publicatie 13-11-2014 Rechtbank Noord-Holland Zaaknummer 2896454 CV EXPL 14-830 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

afspraken die in het Najaarsoverleg 2008 zijn gemaakt. Volstaan wordt dan ook met hiernaar te verwijzen.

afspraken die in het Najaarsoverleg 2008 zijn gemaakt. Volstaan wordt dan ook met hiernaar te verwijzen. Reactie op de brief van de Nederlandse Orde van Advocaten (NOvA) inzake het wetsvoorstel tot wijziging van Boek 7, titel 10, van het Burgerlijk Wetboek in verband met het limiteren van de hoogte van de

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2016:2645

ECLI:NL:CRVB:2016:2645 ECLI:NL:CRVB:2016:2645 Instantie Datum uitspraak 13-07-2016 Datum publicatie 14-07-2016 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 14/4866 ZW Socialezekerheidsrecht

Nadere informatie

STECR Werkwijzer Arbeidsconflicten versie 6

STECR Werkwijzer Arbeidsconflicten versie 6 STECR Werkwijzer Arbeidsconflicten versie 6 STECR WERKWIJZER ARBEIDSCONFLICTEN VERSIE 6 Bedrijfsartsen en verzekeringsartsen krijgen in praktijk zeer regelmatig te maken met arbeidsconflicten. Het blijkt

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2018 2019 35 086 Wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 en het Wetboek van Strafrecht in verband met strafbaarstelling van zeer gevaarlijk rijgedrag en verhoging

Nadere informatie

Aangenomen en overgenomen amendementen

Aangenomen en overgenomen amendementen Overzicht van stemmingen in de Tweede Kamer afdeling Inhoudelijke Ondersteuning aan De leden van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid datum 18 maart 2015 Betreffende wetsvoorstel: 34073

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Gelet op artikel 673e, vijfde lid, van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek;

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Gelet op artikel 673e, vijfde lid, van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek; STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 10547 26 februari 2019 Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 18 februari 2019, nr. 2019-0000023811,

Nadere informatie

Edelachtbaar college,

Edelachtbaar college, Edelachtbaar college, X% Namens cliënten, a «a ^ ^ ^ ^ ^ M l e n tel^^^^ tekenen wij beroep in cassatie aan tegen de uitspraak van Gerechtshof Amsterdam van 22 september 2011 op het beroepschrift van 10

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 27 826 Wijziging van de artikelen 7:629 en 7:670 van het urgerlijk Wetboek, artikel 214 van de Overgangswet nieuw urgerlijk Wetboek en van een

Nadere informatie

Ontslag na doorstart faillissement

Ontslag na doorstart faillissement Ontslag na doorstart faillissement december 2006 mr De auteur heeft grote zorgvuldigheid betracht in het weergeven van delen uit het geldende recht. Evenwel noch de auteur noch kan aansprakelijk worden

Nadere informatie

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. A.M.T. Wigger, voorzitter en mr. S.W.A. Kelterman, secretaris)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. A.M.T. Wigger, voorzitter en mr. S.W.A. Kelterman, secretaris) Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2016-558 (mr. A.M.T. Wigger, voorzitter en mr. S.W.A. Kelterman, secretaris) Klacht ontvangen op : 22 december 2014 Ingediend door : Consument

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2016:1899

ECLI:NL:CRVB:2016:1899 ECLI:NL:CRVB:2016:1899 Instantie Datum uitspraak 13-05-2016 Datum publicatie 26-05-2016 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 14/898 WIA Socialezekerheidsrecht

Nadere informatie

II Het dienstverband

II Het dienstverband II Het dienstverband Voorwaarden De onderwerpen in dit boek hebben betrekking op de situaties waarbij er sprake is van een - tijdelijk of vast - dienstverband. Er is sprake van een dienstverband als er

Nadere informatie

NIEUWSBRIEF. Nineyardslaw/sectie arbeidsrecht

NIEUWSBRIEF. Nineyardslaw/sectie arbeidsrecht Februari 2019 Jaargang 3, nummer 2 NIEUWSBRIEF Artikelen Werkgever verplicht tot opzegging slapend dienstverband met transitievergoeding WAB aangenomen door Tweede Kamer Vaststelling hoogte billijke vergoeding

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4

Nadere informatie

ECLI:NL:RBUTR:2008:BD1278

ECLI:NL:RBUTR:2008:BD1278 ECLI:NL:RBUTR:2008:BD1278 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak 14-05-2008 Datum publicatie 14-05-2008 Zaaknummer 525594 UC EXPL 07-7361 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2010 2011 32 421 Wijziging van verschillende wetten in verband met harmonisatie en vereenvoudiging van deze wetten ten behoeve van de uitvoering van die

Nadere informatie

Beleidsregels inkomstenvrijlating Participatiewet, Ioaw en Ioaz Orionis Walcheren

Beleidsregels inkomstenvrijlating Participatiewet, Ioaw en Ioaz Orionis Walcheren Beleidsregels inkomstenvrijlating Participatiewet, Ioaw en Ioaz Orionis Walcheren Het dagelijks bestuur van de gemeenschappelijke regeling Orionis Walcheren; Overwegende dat het wenselijk is beleid over

Nadere informatie

Ambulancezorg Nederland, hierna te noemen de werkgeversvertegenwoordiging, enerzijds

Ambulancezorg Nederland, hierna te noemen de werkgeversvertegenwoordiging, enerzijds Advies over het verschil van mening tussen Ambulancezorg Nederland, hierna te noemen de werkgeversvertegenwoordiging, enerzijds en FNV (Zorg en Welzijn) en CNV (Zorg & Welzijn) anderzijds, hierna gezamenlijk

Nadere informatie

Datum 8 juni 2011 Onderwerp De op het goed werkgeverschap gebaseerde verzekeringsplicht

Datum 8 juni 2011 Onderwerp De op het goed werkgeverschap gebaseerde verzekeringsplicht 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG sector privaatrecht Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus

Nadere informatie

uitspraak van de week

uitspraak van de week Auteur : mr. W.A.E. Meuris Datum : 18 juli 2018 Onderwerp : Loondoorbetalingsverplichting voor werkgever indien in hoger beroep door het Hof wordt geoordeeld dat het ontslag op staande voet terecht was?

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2016:218

ECLI:NL:CRVB:2016:218 ECLI:NL:CRVB:2016:218 Instantie Datum uitspraak 20-01-2016 Datum publicatie 21-01-2016 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 14/4909 WIA Socialezekerheidsrecht

Nadere informatie

Lisv Ziekengeldreglement 1997

Lisv Ziekengeldreglement 1997 Lisv Ziekengeldreglement 1997 Het Landelijk instituut sociale verzekeringen; Gelet op artikel 54 van de Ziektewet; Besluit het navolgende ziekengeldreglement vast te stellen: Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen

Nadere informatie

Actualiteiten zieke werknemer. Academie voor de Rechtspraktijk 1 september 2015 Mr. P.S. Fluit

Actualiteiten zieke werknemer. Academie voor de Rechtspraktijk 1 september 2015 Mr. P.S. Fluit Actualiteiten zieke werknemer Academie voor de Rechtspraktijk 1 september 2015 Mr. P.S. Fluit Loonbetaling bij Ziekte Systeem van de Wet 7:627: geen werk, geen loon Uitzonderingen: 7:628: werkgeversverhindering

Nadere informatie

Uitwerkingen proeftijd en concurrentiebeding

Uitwerkingen proeftijd en concurrentiebeding proeftijd en concurrentiebeding Antwoord 1 In casu is een arbeidsovereenkomst tussen Gert en Plas tot stand gekomen met een proeftijd van twee maanden. Indien een proeftijd is bedongen conform artikel

Nadere informatie

Casus 3 Het zal je werk maar zijn

Casus 3 Het zal je werk maar zijn Casus 3 Het zal je werk maar zijn Het CAO-recht is lastig. Veel partijen zijn namelijk bij een CAO betrokken: vakbonden, werkgevers(organisaties), werknemers die lid zijn van een vakbond die aan de CAO

Nadere informatie

P. Kruit, C. Loonstra en E. van Vliet 978-90-01-83406-7

P. Kruit, C. Loonstra en E. van Vliet 978-90-01-83406-7 Rechtspraak Instantie Hoge Raad Datum 8 oktober 2004 Vindplaats LJN AO9549 Naam Vixia / Gerrits Essentie uitspraak: De enkele schending van controlevoorschriften (de werknemer weigert bij de bedrijfsarts

Nadere informatie

De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken:

De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken: Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 162 d.d. 2 september 2010 (mr. M.M. Mendel, voorzitter, mr. B.F. Keulen en dr. D.F. Rijkels) 1. Procedure De Commissie beslist met inachtneming

Nadere informatie

Over ontslagvergoeding: ontbinding of opzegging?

Over ontslagvergoeding: ontbinding of opzegging? Over ontslagvergoeding: ontbinding of opzegging? september 2009 mr J. Brouwer De auteur heeft grote zorgvuldigheid betracht in het weergeven van delen uit het geldende recht. Evenwel noch de auteur noch

Nadere informatie

GEMEENTE HOOGEVEEN. Wijziging Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling (CAR) b e s l u i t :

GEMEENTE HOOGEVEEN. Wijziging Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling (CAR) b e s l u i t : GEMEENTE HOOGEVEEN Wijziging Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling (CAR) Het college van de gemeente Hoogeveen, gezien de circulaire van het Landelijk Overleg Gemeentelijke Arbeidsvoorwaarden d.d. 17

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2017:1041

ECLI:NL:CRVB:2017:1041 ECLI:NL:CRVB:2017:1041 Instantie Datum uitspraak 15-03-2017 Datum publicatie 16-03-2017 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 15/4468 ZW Socialezekerheidsrecht

Nadere informatie

Nieuwsbrief juli 2013

Nieuwsbrief juli 2013 Nieuwsbrief juli 2013 Inhoud: Concurrentiebeding: geldigheid en uitleg Finale kwijting en fraude: valt het er wel of niet onder? Loonbetaling: wijzigen en stopzetten Oproepkrachten Wijziging Wet op de

Nadere informatie

NADERE INVULLING WERKGEVERSAANSPRAKELIJKHEID VOOR VERKEERSONGEVALLEN VAN WERKNEMERS

NADERE INVULLING WERKGEVERSAANSPRAKELIJKHEID VOOR VERKEERSONGEVALLEN VAN WERKNEMERS NADERE INVULLING WERKGEVERSAANSPRAKELIJKHEID VOOR VERKEERSONGEVALLEN VAN WERKNEMERS De heeft in december 2008 wederom drie interessante arresten gewezen inzake werkgeversaansprakelijkheid voor verkeersletsel

Nadere informatie

De gevolgen van de WWZ voor bedrijfsartsen

De gevolgen van de WWZ voor bedrijfsartsen De gevolgen van de WWZ voor bedrijfsartsen D.J. Buijs BG dagen NVAB 18 juni 2015 Schema einde arbeidsovereenkomst Van rechtswege Dood werknemer (art. 7:674 BW) Bepaalde tijd (art. 7:667/668 BW) Beëindigingovereenkomst

Nadere informatie

Deskundigenoordeel van UWV

Deskundigenoordeel van UWV uwv.nl werk.nl Deskundigenoordeel van UWV Informatie voor werkgever en werknemer Wilt u meer weten? Kijk voor meer informatie op uwv.nl. Als u daarna nog vragen heeft, bel dan met: UWV Telefoon Werknemers

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2006 221 Besluit van 13 april 2006, houdende wijziging van het Besluit ziekte en arbeidsongeschiktheid voor onderwijspersoneel primair en voortgezet

Nadere informatie

Ziektewetuitkering na 104 weken arbeidsongeschiktheid en hervatten in passend werk

Ziektewetuitkering na 104 weken arbeidsongeschiktheid en hervatten in passend werk DD-NR Regelingen en voorzieningen CODE 1.3.2.43 Ziektewetuitkering na 104 weken arbeidsongeschiktheid en hervatten in passend werk jurisprudentie bronnen Rechtbank Zutphen d.d. 9.9.2009, 07/1905 ZW Beleidsregel

Nadere informatie

ECLI:NL:RBUTR:2006:AZ7766

ECLI:NL:RBUTR:2006:AZ7766 ECLI:NL:RBUTR:2006:AZ7766 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak 19-12-2006 Datum publicatie 02-02-2007 Zaaknummer SBR 06-1767 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Eerste

Nadere informatie

Loondoorbetaling bij ziekte

Loondoorbetaling bij ziekte Loondoorbetaling bij ziekte Een onderzoek naar de reikwijdte van het opzetcriterium in het leerstuk loondoorbetaling bij ziekte met betrekking tot het BW en de Wet WIA en het doel van het Nederlandse Arbeidsrecht.

Nadere informatie

Casus 4 Een dagje ouder

Casus 4 Een dagje ouder Casus 4 Een dagje ouder CAO s zijn overeenkomsten en hebben daardoor een bepaalde looptijd. Houdt hun werking op als de tijd verstreken is en CAOpartijen (nog) geen nieuwe CAO hebben kunnen afsluiten?

Nadere informatie

Werknemer in de gevangenis: reden voor ontslag?

Werknemer in de gevangenis: reden voor ontslag? Werknemer in de gevangenis: reden voor ontslag? Inhoudsopgave 1. Inleiding 3 2. Hechtenis / Detentie 4 3. Geen loon verschuldigd gedurende hechtenis dan wel detentie 5 4. Ontslag op staande voet 6 5. Ontbinding

Nadere informatie

De gevolgen van de WWZ voor bedrijfsartsen

De gevolgen van de WWZ voor bedrijfsartsen De gevolgen van de WWZ voor bedrijfsartsen D.J. Buijs NVAB 12 oktober 2015 Schema einde arbeidsovereenkomst Van rechtswege Dood werknemer (art. 7:674 BW) Bepaalde tijd (art. 7:667/668 BW) Beëindigingovereenkomst

Nadere informatie

MEMORIE VAN TOELICHTING ALGEMEEN

MEMORIE VAN TOELICHTING ALGEMEEN Wijziging van de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren in verband met de modernisering van het loopbaanbeleid en de introductie van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen MEMORIE VAN TOELICHTING

Nadere informatie

De artikelen die hieronder zijn weergegeven bevatten de tekst zoals die gold op 30 juni 2006.

De artikelen die hieronder zijn weergegeven bevatten de tekst zoals die gold op 30 juni 2006. De artikelen die hieronder zijn weergegeven bevatten de tekst zoals die gold op 30 juni 2006. Artikel 8:5 Ontslag wegens arbeidsongeschiktheid Ontslag kan aan de ambtenaar worden verleend op grond van

Nadere informatie

Arbeidsrecht Actueel. Hoge Raad geeft (meer) duidelijkheid over ontslag op staande voet onder de Wet werk en zekerheid.

Arbeidsrecht Actueel. Hoge Raad geeft (meer) duidelijkheid over ontslag op staande voet onder de Wet werk en zekerheid. Jaargang 22 (2017) JANUARI nr. 279 Arbeidsrecht Actueel In deze uitgave: Hoge Raad geeft (meer) duidelijkheid over ontslag op staande voet onder de Wet WeRk en zekerheid Hoge Raad geeft (meer) duidelijkheid

Nadere informatie

III Loonbetaling bij ziekteverzuim

III Loonbetaling bij ziekteverzuim III Loonbetaling bij ziekteverzuim Geen arbeid, wel loon Uitgangspunten en voorwaarden Zoals in hoofdstuk II is beschreven, is er onder bepaalde voorwaarden een verplichting tot loondoorbetaling zonder

Nadere informatie

Samenvatting masterclass Arbeidsrecht

Samenvatting masterclass Arbeidsrecht Samenvatting masterclass Arbeidsrecht Samenvatting masterclass Arbeidsrecht Auteur: Jack Damen en Gerrit Jan Mulder Personeel & Organisatie Avans +, dé specialist in het ontwikkelen van mensen en organisaties.

Nadere informatie

Een eerlijke kans op overheidsopdrachten voor kleinere ondernemers

Een eerlijke kans op overheidsopdrachten voor kleinere ondernemers Aanbestedingsrecht Een eerlijke kans op overheidsopdrachten voor kleinere ondernemers In de zomer van 2010 heeft de ministerraad ingestemd met een wetsvoorstel van de minister van economische zaken over

Nadere informatie

De no-riskpolis: compensatie voor de werkgever bij de loondoorbetaling bij ziekte

De no-riskpolis: compensatie voor de werkgever bij de loondoorbetaling bij ziekte De no-riskpolis: compensatie voor de werkgever bij de loondoorbetaling bij ziekte In Nederland zijn werkgevers verplicht gedurende 104 weken het loon van hun zieke werknemers tot minimaal zeventig procent

Nadere informatie

J.P.M. van Zijl ANNOTATIE

J.P.M. van Zijl ANNOTATIE ANNOTATIE Nog een reden waarom de Hoge Raad niet moet besluiten dat een werkgever gehouden kan zijn de arbeidsovereenkomst met een langdurig arbeidsongeschikte werknemer op te zeggen! J.P.M. van Zijl In

Nadere informatie

Den Haag, \ 2 JUNI Kenmerk:

Den Haag, \ 2 JUNI Kenmerk: V, Den Haag, \ 2 JUNI 2018 Kenmerk: 2018-0000099232 Motivering van het beroepschrift in cassatie (rolnummer 18/01717) tegen de uitspraak van het Gerechtshof 's-hertogenbosch van 22 maart 2018, nr. 17/00186,

Nadere informatie

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN U I T S P R A A K Nr. 2000/103 Mo i n d e k l a c h t nr. 012.00 ingediend door: hierna te noemen 'klager', tegen: hierna te noemen 'verzekeraar'. De Raad van Toezicht Verzekeringen

Nadere informatie

Alles of niets Casus

Alles of niets Casus Alles of niets Op 18 maart 2013 kopte NU.nl: Werkgever misbruikt vergeten betermelding. Volgens dit bericht, gebaseerd op een persbericht van de FNV, zouden werknemers na een kort verzuim, door de werkgever

Nadere informatie

Noot onder Vzr. Rb. Amsterdam 25 november 2010, B (Nestlé/Mars)

Noot onder Vzr. Rb. Amsterdam 25 november 2010, B (Nestlé/Mars) De art. 6:193a e.v. BW, art. 6:194 BW en art. 6:194a BW Paul Geerts, Rijksuniversiteit Groningen Noot onder Vzr. Rb. Amsterdam 25 november 2010, B9 9243 (Nestlé/Mars) 1. In Vzr. Rb. Amsterdam 25 november

Nadere informatie

Camera-toezicht op de werkplek

Camera-toezicht op de werkplek Camera-toezicht op de werkplek december 2006 mr De auteur heeft grote zorgvuldigheid betracht in het weergeven van delen uit het geldende recht. Evenwel noch de auteur noch kan aansprakelijk worden gesteld

Nadere informatie

R e g i s t r a t i e k a m e r. Landelijk instituut sociale verzekeringen. 28 februari 2001 mw. drs. N.M. van Seumeren

R e g i s t r a t i e k a m e r. Landelijk instituut sociale verzekeringen. 28 februari 2001 mw. drs. N.M. van Seumeren R e g i s t r a t i e k a m e r Landelijk instituut sociale verzekeringen 28 februari 2001 mw. drs. N.M. van Seumeren070-3811300..'s-Gravenhage, 23 mei 2001.. Onderwerp uitvoering wet Rea Bij brief van

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2005:AU3050

ECLI:NL:CRVB:2005:AU3050 ECLI:NL:CRVB:2005:AU3050 Instantie Datum uitspraak 14-09-2005 Datum publicatie 21-09-2005 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 02/3925 ZW Bestuursrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2017:2476

ECLI:NL:RBROT:2017:2476 ECLI:NL:RBROT:2017:2476 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 05-04-2017 Datum publicatie 05-04-2017 Zaaknummer ROT 16/7063 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Socialezekerheidsrecht

Nadere informatie

Rapport. Rapport over een klacht over het College van procureurs-generaal te Den Haag. Datum: 25 februari 2014. Rapportnummer: 2014/010

Rapport. Rapport over een klacht over het College van procureurs-generaal te Den Haag. Datum: 25 februari 2014. Rapportnummer: 2014/010 Rapport Rapport over een klacht over het College van procureurs-generaal te Den Haag. Datum: 25 februari 2014 Rapportnummer: 2014/010 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat het College van procureurs-generaal

Nadere informatie

De artikelen die hieronder zijn weergegeven bevatten de tekst zoals die gold op 30 juni 2006.

De artikelen die hieronder zijn weergegeven bevatten de tekst zoals die gold op 30 juni 2006. De artikelen die hieronder zijn weergegeven bevatten de tekst zoals die gold op 30 juni 2006. Artikel 8:5 Ontslag wegens arbeidsongeschiktheid Lid 1 Ontslag kan aan de ambtenaar worden verleend op grond

Nadere informatie

De rol van de bedrijfsarts bij arbeidsconflicten

De rol van de bedrijfsarts bij arbeidsconflicten De rol van de bedrijfsarts bij arbeidsconflicten Toon Vreeland bedrijfsarts Arboned Roelof Heida Stafarts Kwaliteit Arboned Programma Definitie arbeidsconflict Incidentie Conflictaanpak volgens STECR Knelpunten

Nadere informatie

Advies- en Arbitragecommissie Rijksdienst

Advies- en Arbitragecommissie Rijksdienst Advies- en Arbitragecommissie Rijksdienst AAN: De Centrales van Overheidspersoneel toegelaten tot de Centrale Commissie voor Georganiseerd Overleg in Ambtenarenzaken De voorzitter van het overleg met de

Nadere informatie

De voetballende visser

De voetballende visser Casus 6 De voetballende visser Wat is de rechtspositie van een werknemer die zijn arbeid niet meer kan verrichten ten gevolge van ziekte? Zoals nog in andere casussen zal blijken (zie ook casussen 9 en

Nadere informatie

ECLI:NL:RBNNE:2016:4508 Rechtbank Noord-Nederland Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer CV EXPL

ECLI:NL:RBNNE:2016:4508 Rechtbank Noord-Nederland Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer CV EXPL ECLI:NL:RBNNE:2016:4508 Instantie Rechtbank Noord-Nederland Datum uitspraak 06-09-2016 Datum publicatie 11-10-2016 Zaaknummer 4888855 CV EXPL 16-3386 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Op

Nadere informatie

Deskundigenoordeel van UWV

Deskundigenoordeel van UWV uwv.nl werk.nl Deskundigenoordeel van UWV Informatie voor werkgever en werknemer Wilt u meer weten? Kijk voor meer informatie op uwv.nl. Als u daarna nog vragen heeft, bel dan met: UWV Telefoon Werknemers

Nadere informatie

Nr. 3 MEMORIE VAN TOELICHTING

Nr. 3 MEMORIE VAN TOELICHTING 29311 Wijziging van de Algemene wet gelijke behandeling en enkele andere wetten naar aanleiding van onderdelen van de evaluatie van de Algemene wet gelijke behandeling, de Wet gelijke behandeling van mannen

Nadere informatie

ECLI:NL:RBGRO:2009:BL7193

ECLI:NL:RBGRO:2009:BL7193 ECLI:NL:RBGRO:2009:BL7193 Instantie Rechtbank Groningen Datum uitspraak 27-11-2009 Datum publicatie 11-03-2010 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie AWB 09/270 ZW Bestuursrecht

Nadere informatie

Ziekte en Verzuim. Op onze website. Ziekte en verzuim binnen de arbeidsovereenkomst (AO) Geen arbeid geen loon (art. 6:627 BW) Geen arbeid geen loon

Ziekte en Verzuim. Op onze website. Ziekte en verzuim binnen de arbeidsovereenkomst (AO) Geen arbeid geen loon (art. 6:627 BW) Geen arbeid geen loon Ziekte en Verzuim 18 mei 2011 Omny De Vries Wolvega Op onze website www.omnydevries.nl kunt u deze presentatie ophalen Ziekte en Verzuim in juridisch kader Ergernis over de ziekmeldingen, ernst en oorzaak,

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1995 1996 24 439 Wijziging van het urgerlijk Wetboek, de Ziektewet en enkele andere wetten in verband met loondoorbetaling door de werkgever bij ziekte van

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2004 2005 30 034 Bevordering van het naar arbeidsvermogen verrichten van werk of van werkhervatting van verzekerden die gedeeltelijk arbeidsgeschikt zijn

Nadere informatie

c. de vergoeding in geld voor wacht- en storingsdienst, gemiddeld per maand over de voorafgaande periode van 12 maanden;

c. de vergoeding in geld voor wacht- en storingsdienst, gemiddeld per maand over de voorafgaande periode van 12 maanden; Hoofdstuk 11 Sociale zekerheid en Pensioen Artikel 11.1 Algemene bepalingen Artikel 11.1.1 Definities In dit hoofdstuk wordt verstaan onder: a. volledig en duurzaam arbeidsongeschikt: is hij/zij die als

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2017:221

ECLI:NL:CRVB:2017:221 ECLI:NL:CRVB:2017:221 Instantie Datum uitspraak 18-01-2017 Datum publicatie 24-01-2017 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 15/3036 ZW Socialezekerheidsrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBARN:2010:BN2186

ECLI:NL:RBARN:2010:BN2186 ECLI:NL:RBARN:2010:BN2186 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 06-07-2010 Datum publicatie 23-07-2010 Zaaknummer AWB 10/180, 10/181, 10/508, 10/513, 10/684 en 10/685 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken

Nadere informatie

REGLEMENT SENIORENREGELING GROOTHANDEL IN BLOEMBOLLEN 2019

REGLEMENT SENIORENREGELING GROOTHANDEL IN BLOEMBOLLEN 2019 REGLEMENT SENIORENREGELING GROOTHANDEL IN BLOEMBOLLEN 2019 Artikel 1 a Toepassing Dit reglement is van toepassing op de Groothandel in Bloembollen zoals bedoeld in artikel 1 sub C. lid 2 cao Colland en

Nadere informatie

15 meest gestelde vragen 2 e spoor traject door werknemer

15 meest gestelde vragen 2 e spoor traject door werknemer 15 meest gestelde vragen 2 e spoor traject door werknemer E info@amplooi.nl I www.amplooi.nl Vraag en Antwoord op de meest gestelde vragen rondom spoor 2 en Wet Verbetering Poortwachter: 1) Als er sprake

Nadere informatie