AFSLUITING VEERSEGAT
|
|
- Klaas Segers
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 i.», <io^ V'WiiSp^ buffet W**Y*. A Ai» i AFSLUITING VEERSEGAT ONTGRQNDINGEN TEN GEV0LGE VAN HET PLAATSEN VAN DOORLAATGAISSONS RAPPORT MODELONDERZOEK llbilotheek : Weg- en Waterbouwkundte W»tbua $044, 2600 GA.DEt-ÉT.,' WAT E R LOp PKUND I G L A BORAT O R TIJ M DELÏ"T, 'M
2 Bijvoegsel bij: Ontgrondingen tengevolge van het plaatsen van doorlaatcaissons.. ' w.l. - M vïn ^ In het samengetrokken model van het Vèersè Gat (M 586) zijn in de maanden, voorafgaand aan de sluiting ohtgrondingsproeven verrïcht. Deze bestonden uit: a.' b. een reproductie van de in het prototype waargenomen ohtgrondingen in het wintersluitgat tengevolge van de wervelstraat aan de Nobrd- Beveiandse zijde. ontgrondingsproeyen in verschillende phasen van de caissonplaatsing. De proeven ad a hadden tot doel een tijdschaal voor de ontgrondingen te bepalen. Bij de proeven ad b was het doel op basis van deze tijdschaal inzicht te krijgen in de tijdens de plaatsing van de caissons te verwachten ontgrondingen. Achterin het rapport zijn enkele tekeningen opgenomen, van de bij deze proeven opgetreden ontgrondingen na 6 uur stromen. Afhanke-7 lijk van de toegepaste snélheidsschaal komen deze overeen met de situatie zoals die zou zijn opgetreden na 30 of ho dagen in het prototype. ' ', '. Met de conclusies, vermeld op blz.9 van het rapport kan dezerzijds worden ingestemd. Uit het verloop van de ontgrondlngstijdlijn blijkt nl. dat de ontgrondingen in de verschillende situaties overeenkomen met verdiepingen van 1 a 2 meter na T d,ags-gravenhage, 19 september 1962.
3 3 S VATERLOOPKimDIG LABOEATORITM AFSLUITING YEERSE GAT Deel VIII Ontgrondingen ten gevolge van het plaatsen van doorlaatcaissons Rapport modelonderzoek BIBLIOTHEEK Bfortst Weg- en Waterbouwkunde Postbus 5044, 2600 GA DELFT Code r3 SEP. 1S81. K VIII Januari 1962
4 INHOUD blz 1. Inleiding.. o Gegevens.» 2 3. Vergelijking van model en prototype Het onderzoek Conclusies.. 9
5 FIGÜÏffiïT 1. Dieptepeiling prototype 3-6 fe"br Ontgrondingsbeeld in het model na 42 uur stromen, n = 6,6. 3. Het diepste punt als functie van de tijd. 4. De hoeveelheid weggespoeld materiaal als functie van de tijd, 5. Tijdschalen voor de ontgronding. Ontgrondingsbeeldens 6. Model wintersluitgat, na 1 uur stromen n = 4* 7. T117 na 6 uur stromen n =6,6. 8. T112A na 6 uur stromen n = 6,4. 9. T112B na 6 uur stromen n =6,3, 10. T112C na 6 uur stromen n = 6,1. v 11. T112D na 4 uur stromen n =6, T121A na 6 uur stromen n = 6, T121B na 6 uur stromen n = T119 na 15 uur stromen n =6,6. Ontgrondingsheelden. üitgangstoestand hodemligging '60; 15. T121G na 4 uur stromen n =6, T121E na 6 uur stromen n = 6, T121E na 6 uur stromen n = 5 «18. T121C na 8 uur stromen n =6,6.
6 Afsluiting Veerse Gat Ontgrondingen ten gevolge van het plaatsen van doorlaatcaissons 1, Inleiding, Na het gereedkomen van het wintersluitgat in de Teerse Gatdam werd de bodem ten zuidoosten van het sluitgat achter de bezinking plaatselijk uitgeschuurd tot een diepte van N.A.P m. Deze ontgronding was een gevolg van de wervelstraat die bij vloed van het landhoofd aan de Noordbevelandse zijde binnenwaarts trok. Door het plaatsen van de doorlaatcaissons zouden, zeker wanneer, zoals aanvankelijk in de bedoeling lag, de laatst geplaatste en de helft van de voordien geplaatste caisson gasloten zouden, blijven wervelstraten worden geïntroduceerd. Daarom is het modelonderzoek betreffende de afsluiting van het "Veerse Gat voortgezet met een onderzoek naar de ontgrondingen, die in de omgeving van het sluitgat ten gevolge van het plaatsen van de doorlaatcaissons zouden kunnen optreden. In het prototype kon de ontwikkeling van de ontgrondingen, dank zij de wekelijkse peilingen die door Rijkswaterstaat werden verricht, op de voet worden gevolgd. Daardoor deed zich de gelegenheid voor de ontgrondingen in het model te vergelijken met die in het prototype. Eet bleek, dat de ontgrondingen in het samengetrokken model M 586 beter werden gereproduceerd dan in het niet samengetrokken model M 588. In een nota van het Waterloopkundig Laboratorium betreffende de afwijkingen tussen model en prototype in verband met de vormgeving van het wintersluitgat wordt als verklaring hiervoor aangegeven, dat het model M 588 in zijn geheel te ruw is en daardoor het stroombeeld niet voldoende juist weergeeft. Het onderhavige onderzoek is dan ook verricht in het samengetrokken model M 586 (schalen 150/50). Vanwege de korte tijd die beschikbaar was, zijn slechts de belangrijkste fasen uit de sluitingsperiode onderzocht. Eet accent is gevallen op
7 - 2 - de ontgronding door de vloedstroomi deze had immers al een aanzienlijke uitschuring veroorzaakt. Zoals uit de gegevens blijkt, bereikt de vloedstroom dan ook hogere maxima dan de ebstroom. Het onderzoek is begonnen door ir A.J. Beenhakker en werd voortgezet door ir A.J. oestenenk, ingenieurs bij het Waterloopkundig Laboratorium, terwijl de laatste tevens dit rapport samenstelde. 2. Gegevens. Door de Rijkswaterstaat zijn voor dit onderzoek de volgende randvoorwaarden opgegeven% V 3 Gemiddeld getij Spriagtij i Waterstand V max Q Waterstand V max Q Stroomrichting beneden in in beneden in in strooms m/sec m /sec strooms m/sec m /sec Vloed I NAP + 1,10 m 1, NAP + 1,45 m 2, Vloed II KAP + 0,85 m 3, NAP + 0,85 m 4, Eb I HAP - 0,20 m 1, NAP - 0,10 m 1, Eb II NAP - 0,80 m 3,00! 4100 NAP - 0,90 m 3, i I = wintersluitgat II = sluitingsperiode, alle caissons geplaatst. Voor tussenliggende fasen kan, voor wat de debieten betreft, rechtlijnig worden geïnterpoleerd. Als uitgangstoestand is de bodemfiguratie aangehouden, zoals op tekening B 6 Nr 58«5 van de Rijkswaterstaat Deltadienst, Directie Deltawerken Zuid staat aangegeven. Als bodemmateriaal werd fijn bakeliet met d = 550 i gebruikt.
8 Vergelijking van model en prototype. Tolgens de modelwet van Froude moet in een model de stroomsnelheid worden weergegeven op een schaal die gelijk is aan de wortel uit de diepteschaal, i.c, n = 50" = 7>1«Omdat bij de snelheden, die dan in het model optreden ook het materiaal met de kleinste kritieke snelheid voor begin van beweging, dat in het laboratorium wordt gebruikt, n.1. fijn bakeliet, nog niet in beweging komt, is het noodzakelijk de snelheden door verhangversterking zoveel op te voeren, dat er wel uitschuring optreedt. Bij overdrijving van de stroomsnelheden tot n = 4 "toe blijkt het horizontale stroombeeld in de omgeving van het sluitgat nog niet merkbaar te veranderen, zodat de verhangversterking hier geen nadelige invloed op de modelresultaten heeft, In een samengetrokken model wordt het verticale stroombeeld bij een profielverruiming, in dit geval dus achter de sluitgatdrempel,niet steeds goed gereproduceerd. In het model zal de bodemneer eerder optreden en relatief te lang zijn. De invloed hiervan op het ontgrondingsprofiel kon niet worden geëlimineerd, maar aangezien de ontgrondingen, althans die, ontstaan door de vloedstrooa, voornamelijk door wervelstraten werden veroorzaakt, konden toch bevredigende resultaten worden verkregen. Aangezien in het model geen getijbeweging wordt nagebootst,is deze geschematiseerd tot een permanente vloed- respectievelijk ebstroom, overeenkomend met de maximale stroom tijdens een gemiddeld getij. De bodemaanval door de getijstromen doet zich vrijwel alleen benedenstrooms van de sluitgatdrempel gevoelen, zodat de invloed van eb- en vloedstroom onafhankelijk van elkaar kon worden onderzocht. In het wintersluitgat was het vloeddebiet gemiddeld 70 fo groter dan het ebdebietf bovendien ontstond er alleen bij vloed een sterke wervelstraat, en wel aan de Hoordbcvelandse zijde.
9 - 4 - Deze wervelstraat veroorzaakte benedenstrooms een uitscharing tot ca N.A.P m, terwijl op hetzelfde tijdstip de uitschuring aan zeezijde tot ca N.A.P m reikte. Yoordat de getijstroom zijn invloed had kunnen doen gelden, was de bodem aan weerszijden van het sluitgat tot een diepte van N.A.P m uitgebaggerd. Ook in de sluitingsperiode kon worden verwacht, dat de invloed van de vloedstroom aanmerkelijk groter zou zijn dan die van de ebstroom, zodat de ontgronding door de vloedstroom het eerst is onderzocht. Om volledige overeenstemming tussen model en prototype te bereiken, is het noodzakelijk, dat de tijdschaal voor verandering in de bodemligging op elke plaats en op elk moment constant is. De snelheidsschaal waarbij dit het geval is, ideale snelheidsschaal genoemd, kan berekend worden, als het betreffende verschijnsel, i.c. ontgronding door wervelstraten, in formule te beschrijven is. De bestaande transport formules schieten in dit geval te kort, waaruit volgt dat de ideale snelheidsschaal, zo die bestaat, tot nu toe slechts experimenteel gevonden kan worden. Zoals uit de figuren 1 en 2 blijkt'bestaat er bij toepassing van een snelheidsschaal n = 6,6 een redelijke overeenstemming tussen het ontgrondingsbeeld in model en prototype. Ter bepaling van de tijdschaal voor de ontgronding en de betrouwbaarheid van de modelresultaten is het verloop van de volgende twee grootheden als functie van de tijd in beschouwing genomens a. het diepste punt in m -ÏÏ.A.P.,aangegeven met x b. de hoeveelheid materiaal, die beneden H.JUP m is weggespoeld in m, aangeduid met y. Het niveau van H,A,P m is aangehouden, omdat bij het gereedkomen van het wintersluitgat de bodem tot deze diepte is uitgebaggerd en eerst beneden deze diepte van ontgronding door getijstroom sprake is.
10 - 5 - De statistisch bepaalde functies x = f (t) en y = f (t) (t in uren) zijn in onderstaande tabel verenigd. Het verband voor de tijdschaal t» f (t ) voor x respectievelijk y, verkrijgt men door gelijkstelling van x en x, respectievelijk y en y. diepste punt hoeveelheid weggespoeld materiaal model prototype tijdschaal x = m x = 2,2 t * + 19 m i 0,2 t t t. m m + 75 t = 5280.e > 6 «^ 2000.e ' 078 * p = 70 t m t m ^ 160 In de figuren 3, 4 en 5 zijn de gevonden betrekkingen grafisch voorgesteld. Bij volledige overeenstemming tussen model en prototype zou de functie t = f (t ) voor x en y gelijk en lineair moe- P m ten zijn. Uit figuur 5 blijkt, dat aan geen van beide voorwaarden geheel is voldaan, maar tevens, dat de afwijkingen niet zeer groot zijn. Neemt men het diepste punt als parameter, dan is globaals t m of 1 uur in het model =4-J- etmalen in het prototype. Yoor de hoeveelheid weggespoeld materiaal is globaal t 95 of 1 uur in het model =4 etmalen in het prototype Bij een bepaalde uitschuringsdiepte is de hoeveelheid weggespoeld materiaal in het model te groot m.a.w. de ontgronding te uitgebreid. Het faseverschil bedraagt ongeveer een maand in het prototype of ca 8 uur in het model (zie figuur 5).
11 - 6 - Vergroot men de snelheden door van n = 6,6 over te gaan op n = 5 of zelfs n = 4, dan verloopt de ontgronding in een hoger tempo en reikt tot een grotere diepte. Een niveau van hijvoorbeeld N.A.P, - 32 m, dat hij n = 6,6 na ongeveer 40 uur stromen wordt bereikt, ontstaat bij n = 5 reeds na 4 uur stromen, terwijl bij n = 4 na 1 "uur stromen het diepste punt al op N.A.P m ligt. Bij vergelijking van de figuren 2 en 6 valt verder op, dat het diepste punt zich bij n = 4 naar het midden van het sluitgat verplaatst. Be invloed van de wervelstraat aan Noordbevelandae zijde is nauwelijks meer te herkennen. Er kan niet worden nagegaan of dezelfde ontwikkeling zich in werkelijkheid ook zou voordoen, omdat de getijstroom daartoe niet lang genoeg zijn invloed heeft kunnen doen gelden. Tijdens het onderzoek is geruime tijd de invloed van de vloedstroom maatgevend geacht. In een laat stadium kwamen er aanwijzingen, dat aan de Noordoostelijke zijde van het sluitgat losgepakt zand zou kunnen voorkomen, zodat wellicht ook de ontgronding aan zeezijde maatgevend zou kunnen worden. De tijd ontbrak echter om ook de ontgronding door de ebstroom op het prototype te ijken. 4. Het onderzoek. In eerste instantie werd het om uitvoeringstechnische redenen wenselijk geacht de laatst geplaatste caisson geheel en de voorlaatst geplaatste caisson voor de helft gesloten te houden. In deel VII van het rapport modelonderzoek Veerse Gat wordt in dat geval op grond van de optredende stroombeelden en -snelheden de voorkeur gegeven aan een volgorde van plaatsen, waarbij de eerste caisson aan Walcherse zijde en de volgende daarop aansluitend worden geplaatst, zodat de laatste doorlaatcaisson aan de Noordbevelandse landhoofdcaisson aansluit. De fasen van deze sluitingsmethode (T112) worden aangeduid met T112A, T112B, tot en met T112G,
12 - 7 - In de eerste vier fasen werd de ontgronding bepaald, waarbij, om het uitschuringseffeet in elke fase apart te "beschouwen, steeds werd uitgegaan van de in hoofdstuk 2 vermelde bestekstoestand met een vlakke bodem op N.A.P m. De snelheidsschaal bij deze proeven was wederom n =6,6. Haar gelang het sluitingsprofiel wordt vernauwd zullen de maximale debieten afnemen. Om de ontgrondingen in de verschillende fasen te kunnen vergelijken zouden de debieten in het model ook moeten worden verminderd. Eet is echter niet zeker, of een evenredige reductie niet een te gunstig beeld geeft, m.a.w. of voor lagere debieten dezelfde snelheidsschaal kan worden toegepast, vandaar dat in deze proeven het modeldebiet van het wintersluitgat is gehandhaafd, hetgeen inhoudt dat de snelheidsschaal tijdens de sluitingsfasen werd verkleind. Zoals op de figuren 8 tot en met 11 is te zien, ontstond er na 6 uur stromen in T112A tot en met C en na 4 uur stromen in T112D een aanzienlijk sterkere uitschuring dan na 6 uur stromen in T117 (wintersluitgat, figuur 7)» Van de zijde van de Eijkswaterstaat werd deze uitschuring zo verontrustend geacht, dat besloten werd de caissons direct na plaatsing geheel te openen. Met inachtneming hiervan zijn de proeven voortgezet. De definitieve plaatsingsvolgorde is naar aanleiding van de volgende overwegingen vastgesteld. a. In het reeds genoemde deel YII van het rapport afsluiting Veerse Gat wordt om hydraulische redenen een lichte voorkeur gegeven aan een plaatsingsvolgorde in de richting West-Oost. b. De drempelconstructie aan de Westzijde van het sluitgat werd minder stroombestendig geacht dan in het overige deel van het sluitgat. c. Ten noordoosten van het sluitgat werd losgepakt zand aangetroffen.
13 Yanwege de onder a en b genoemde redenen moesten caisson I en II aan Walcherse zijde worden geplaatst. Plaatsing van caisson I (T121A) gaf geen, plaatsing van caisson II een enigszins versterkte bodemaanval te zien. Caisson I kon daarom voor het hoge springtij van 15 april 1961 worden geplaatst, het leek echter gunstig met de plaatsing van caisson II te wachten tot na dat springtij. Om te vermijden, dat het losgepakte zand, dat aan de noord-oostelijke zijde van het sluitgat werd aangetroffen enige tijd aan de directe invloed van wervelstraten zou worden onderworpen, werd besloten de overige vijf caissons in de richting oost-west te plaatsen. In verband met de beschikbare tijd en de weersomstandigheden was het niet mogelijk alle fasen van deze plaatsingsvolgorde, T121 genoemd, uitgebreid te onderzoeken. T121A en T121B waren reeds onderzocht; van de overige vijf fasen zijn slechts de maatgevende toestanden onderzocht, en wel zodanig, dat de bodemligging, zoals die aan het eind van een proef was ontstaan, als uitgangstoestand voor de volgende proef diende. Anders dan bij de voorgaande proeven werd het modeldebiet nu wel gereduceerd, er werd echter slechts rekening gehouden met de vernauwing van het sluitgat en niet met het aflopen van het getij, terwijl bovendien in éen proef als snelheidsschaal n = 5 naast n = 6,6 werd gekozen. J ö v v ' Zo kon enerzijds worden verwacht, dat de resultaten meer in overeenstemming met de werkelijkheid zouden zijn, terwijl ze aan de andere kant toch niet een te gunstig beeld zouden geven, Een overzicht van dit proevenprogramma volgt hieronders a. De bodem werd globaal afgewerkt volgens de peilkaart van Rijkswaterstaat d.d '60. b. T119 (wintersluitgat). Fa 15 uur stromen met Q, = 7200 m /sec en n =6,6 ontstond het ontgrondingsbeeld van figuur 14. c. T121G (alle caissons geplaatst). ita 4 uur stromen met Q, = 6000 m 3 /sec / en n = 6,6 veranderde er vrijwel niets in de bodemligging (figuur 15).
14 - 9 - d. T121E (5 caissons geplaatst). Na 6 uur stromen Q = 6375 nr/ se c en n = 6,6 ontstond er een geringe extra uitschuring als gevolg van de wervelstraat van de tweede geplaatste caisson (figuur 16) e. idem als d s doch met n = 5. ^a 6 uur stromen waren beide kuilen iets dieper geworden (figuur 17). Aan de zeezijde zijn tot aan de sluitingsperiode geen diepe uitschuringen voorgekomen. Hoewel de maximale ebdebieten steeds aanzienlijk kleiner zijn dan de maximale vloeddebieten, bestond tijdens de sluitingsperiode de kans, dat de relatief zwakke wervelstraten van de geplaatste caissons in het gebied waar losgepakt zand voorkomt ernstige uitschuringen zouden kunnen veroorzaken. Om hiervan een indruk te krijgen is in T121C, (drie caissons geplaatst), de ontgronding bepaald bij een ebdebiet van Q = 5000 nr/sec 3 / en een snelheidsschaal n = 6,6. Er ontstond een ontgronding in de as van het sluitgat, die zich echter naar alle zijden uitbreidde en zo misschien ook de bewuste plaats zou kunnen bereiken. 3. Conclusies. 1. Het is mogelijk gebleken de in het prototype ontstane ontgrondingen in de omgeving van het sluitgat in het model redelijk goed te reproduceren. 2. De werkwijze bij het plaa.tsen van de doorlaatcaissons waarbij de laatst geplaatste anderhalve caisson gesloten is, brengt een aanzienlijk vergrote bodemaanval met zich mee. Bij een vlot werktempo zijn echter geen calamiteuze ontgrondingen te vrezen. Er bestaat wel gevaar wanneer een wervelstraat geruime tijd op één plaats zijn uitschurende werking kan uitoefenen. 3. Wanneer de caissons na plaatsing terstcnd worden geopend, is de toename van de bodemaanval in vergelijking tot die in het wintersluitgat gering.
15 DIEPTEPEILING PROTOTYPE 3-6 FEBR SCHAAL A:2SOO WATERLOOPKUNDIG LABORATORIUM M. 586 FIG. 1
16 Q=r7200 m^/sec n v = 6,6 MATEN IN m_n^ar ONTGRONDINGS BEELD IN HET MODEL NA 42 UUR STROMEN SCHAAL A:2SOO WATERLOOPKUNDIG LABORATORIUM M.586 HG. 2
17 H ] Tl n " 20 i,ji Z e I f I e I r I I', I I t p IN UREN l' I I o. < z 1 I 1 W«' ii mi 5 >****** #* 48flö(JMul y%%\* 3^y*» s. *i$* A6* ****> (^«t^m*v AMHM^VUA. QfiX HET DIEPSTE PUNT ALS FUNCTIE VAN DE TUD T117 VLOED 0=7200n}4«c!y=& WATERLOOPKUNDIG LABORATORIUM M.S86 FIG.3
18 -f^^t^^f^ 3.10 MODEL n,',,'r<'' '"ïiw'mf.y.ji. 1 /,'» Hl I I II til 1TTT1 M, l, T I I < / ' i n ' il V i r ', I.' -', 1 r i i i l, u itiilfl ' J / 2.10 y _ 5^ * m 3 0,645^ 0 y! 6 Z / <o r O > t m IN UREN PROTOTYPE I fl/9-7-fco tot 12/l3~*2-60 / V»s looo C ^O^V^ ^ ^ 10 o. y / O Q ^ ^ ^ j^-tfö io O 5 t p IN UREN K> 3 HOEVEELHEID WEGGESPOELD MATERIAAL BENEDEN N.A.R-20m ALS FUNCTIE VAN DE TUD WATERLOOPKUNDIG LABORATORIUM T117 VLOED Q=7200nn^sec n v =6 6 M. 586 FIG.4 i '
19 Il I 'I.',1 II,.'. ' 1/ ' li -fn r 4.10* HOEVEELHE ID WEGGESPOELD MATER1AA t p =70 t, +2loVï^+t< io y 3.10 Z Hl CC * 2.10* DIEPSTE PUNT /* / t p =*25t m -19oVt^ +7S 10 1 \o 20 t m IN UREN TUDSCHALEN VOOR DE ONTG RONDING T117 VLOED mvsec»»v s6 v 6 WATERLOOPKUNDIG LABORATORIUM M.586 HG. 5
20
21
22 , I. "1- ' st r,i»' ' - l, Q=7030m 3 A«c n f MATEN IN a_naj? BE«NTOESTAND=BESTEKTOESTAND ONTGRONOINGSBEELO NA 6 UUR STROMEN SCHAAL 1!2SOO WATERLOOPKUNDIG LABORATORIUM M.586 HG.8»+-)_!-j^- < i i,i, i
23 ONTGRONOINGSBEELD NA 6 UUR STROMEN WATERLOOPKUNDIG LABORATORIUM SCHAAL 1:2500 M.586 FIG.9
24
25
26
27 i'ji 'H. ** ' : Ui-i <t»n*i ftjl#i1' i. i I i " ' ' TTT > * ^ - ^ - ' *.'- *,*{f-a,. f. ^ lfj., j.,-9 wi., i -,v.. jr i tuin'nti WW i 'i> lïiiiiyi im* j \ ] MATEN IN m_maj? BEGINTOESTAND^ BESTEKTOESTAND ONTGRONDINGSBEELD NA 6 UUR STROMEN WATERLOOPKUNDIG LABORATORIUM VLOED SCHAAL 1:25OO M.586 FIG.43 mmmatmi I ' 11) ' I 'I, I irl
28 f#!*^"^ W M M M r t t Q»7200«^*«c MATEN IN «-MA.P ONTGRONOINGSBEELD NA 15 UUR STROMEN UITGAANDE VAN LODING R.W.S d.d WATERLOOPKUNDIG LABORATORIUM SCHAAL 1 :2500 M.586 FIG.14
29 yfejgiu^swa^
30 'Mm!ÉÊïsmiêiÉÉM
31 * X n v «t 5 MATEN IN «-MA.P BEGINTOESTAND = T121 f n v =6,6, NA6UUR STROMEN ONTGROND1NGS BEELD NA 6 UUR STROMEN WATERLOOPKUNDIG LABORATORIUM
32 / \ Q-SOOO af/sw: c ] MATEN IN m -NAR O NTG RONDING SBEELD NA 8 UUR STROMEN T112C SCHAAL. 1.'2SOO WATERLOOPKUNDIG LABORATORIUM M.586 FIG. 18
Van Hopinhoucklian 60 AAN. Van Ho~enhoucklaan 60, ' BiaUVICNIIAUiE.
RJKS,WATCiRSTAAT DRECTE BENEDENRVEREN Afdeling Studiedi,enst. 'S -G R A V E N H A G E Van Hopinhoucklian 60 Tililoon 77639015 r L AAN Heer Hoofdinge ieur-. k?reoteur van de hjkswateretaut in de directie
Nadere informatieTRACÉ VAN DE DAM VOORLOPIG RAPPORT MODELONDERZOEK
V&/Z*A 9.5 >) m AFSLUITING GREVELINGEN II TRACÉ VAN DE DAM VOORLOPIG RAPPORT MODELONDERZOEK ;, :, :;:;t:j::$iliör.t.h. ]..'ÊKv. :/ Wenst Weg- eri Watërboüwkuncfe./pofèm, 5044*$6QQG^ DELFT 0. WATERLO DELFT
Nadere informatieOosterschelde, stroomsnelheden Veiligheidsbuffer Oesterdam.
Belanghebbenden Rijkswaterstaat Zeeland Meetadviesdienst Zeelandll Poelendaelesingel JA Middelburg Postadres: Postbus KA Middelburg T () F () Doorlaatmiddel. Inleiding. Oosterschelde, stroomsnelheden Veiligheidsbuffer
Nadere informatieSTROOMATLAS BENEDEN ZEESCHELDE VAK PROSPERPOLDER - KRUISSCHANS
MOD 78 WATERBOUWKUNDIG LABORATORIUM FLANDERS HYDRAULICS RESEARCH VAK PROSPERPOLDER - KRUISSCHANS SPRINGTIJ WATERBOUWKUNDIG LABORATORIUM EN HYDROLOGISCH ONDERZOEK Mod. 78 STROOMATLAS BENEDEN - ZEESCHELDE
Nadere informatie3bb-ï -.s??" \c?-r>.a?-
i ~ i SluitinKsvarianten van de stormvlocdkerinfi in de Hollandsche IJssel voor een stormvlocdsvcrloo~ ulo dat van 7-8 april 1943, bij een beginwaterstand van 1.40 m + NAP. DELTADIENST Waterloopkundige
Nadere informatieRIJKSWATERSTAAT DELTADIENST. Waterloopkundige Afdeling 1959
Rapport nr. 7 RIJKSWATERSTAAT DELTADIENST upri 1 Waterloopkundige Afdeling 1959 . - Titel Het onderctoek naar de toepasefng*mogelijrheden van een bodembescherming bestaande uit los materiaal zonder zinkstuk.
Nadere informatieAFSLUITING GREVELINGEN
y&/?/< AFSLUITING GREVELINGEN V NOORDELIJK SLUITGAT RAPPORT MODELONDERZOEK Bi BLSGÏH EEK Dienst Weg- en Waterbouwkunde Postbus 5044, 2600 GA DELFT WATERLO OPKUNDIG LABORATORIUM DELFT M 563 Bijvoegsel bij
Nadere informatieBijvoegsel bij rapport: Afsluiting Volkerak: Wind- en stroomweerstand caisson. f.l. M 878 deel IV.
B ö u. ty, j. s - ^3 Bijvoegsel bij rapport: Afsluiting Volkerak: Wind- en stroomweerstand caisson. f.l. M 878 deel IV. De in dit rapport behandelde stroomweerstand proeven zijn uitgevoerd in diep water,
Nadere informatiea) Getijdenwerking en overstromingen op de Schelde
EXCURSIEPUNT DE SCHELDEVALLEI Hoogte = Ter hoogte van het voormalige jachtpaviljoen, De Notelaar, gelegen aan de Schelde te Hingene (fig. 1 en 2), treffen we een vrij groot slikke- en schorregebied aan,
Nadere informatieIndijking van de Brakman Nieuwe Isabellasluis. Proeven op klein m odel.
Waterbouwkundig Laboratorium. Borgerhout Antwerpen. Mod. 127 Indijking van de Brakman Nieuwe Isabellasluis. Proeven op klein m odel. Bijlagen : 3 plans - 12 fotos. MOD. 127. INDIJKING VAN DE BRAKMAN -
Nadere informatieZEEUWSE MEER. globale getij - hoogten. in verschillende. compartimenteringsmodellen. ;aat deltadienst ndenzoek. nota: 75-04
Ministerie van Verkeer en Waterstaat Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat Direutie Zeeland Nummer: Bibliotheek, Koestr. 30, tel: 0118-686362 postbus 5014,4330 KA Middelburg ZEEUWSE MEER globale getij -
Nadere informatierijkswaterstaat directie zeeland
rijkswaterstaat directie zeeland Ministerie van Verkeer en Waterstaat Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat erstaat Dire«tie Zeeland Nummer: Bibliorheek, Koestr. 30, tel: 0118^86362 postbus 5014, 4330 KA
Nadere informatie(i9 t: t\ö3 BENELUXTUNNEL DEEL II RAPPORT MODELONDERZOEK WATERLOOPKUNDIG LABORATORIUM DELFT M 747 C2166
(i9 t: t\ö3 BENELUXTUNNEL DEEL II RAPPORT MODELONDERZOEK WATERLOOPKUNDIG LABORATORIUM DELFT M 747 C2166 BI BLIOTi-IFEK Rijkswaterstaat 2. 2 LA Lrrccht L; H SLUZEN :t\4 STUWEN VAN D': P'U(SWAÎERSTMT / Eene
Nadere informatieSLUITING DOORLAATCAISSONS VEERSEGAT
9.7 SLUITING DOORLAATCAISSONS VEERSEGAT RAPPORT MODELONDERZOEK D*st Weg- en \\'terbojv'kunde Postbus 5044 2600 GA DELFT WATERLOOPKUNDIG LABORATORIUM DELFT M 738 : - Bijvoesel bij rapport: Sluiting doorlaatcaissons
Nadere informatieq.o-2cf 6 SEP havenmond Hoek van Holland grindstrand zuidwal stabiliteit zandige vooroever verslag berekeningen
q.o-2cf havenmond Hoek van Holland grindstrand zuidwal stabiliteit zandige vooroever verslag berekeningen BIBLIOTHEEK Dienst Weg- en Waterbouwkr Postbus 5044, 2600 GA BB=F] M 1063 deel V 6 SEP. 1991 november
Nadere informatieDe locatie Het ontwerp van het winkelcentrum en directe omgeving is opgenomen in figuur 1.
Notitie Datum: 17 juni 2015 Betreft: Afkoppelen nieuwbouw Handelstraat, Apeldoorn Kenmerk: BP30, NOT20150617 Bestemd voor: Bun Projectontwikkeling BV Ter attentie van: de heer J. Spriensma Opgesteld door:
Nadere informatiehet noordelijk deel (nabij de woningen) en het zuidelijk deel. Vanwege de invloed naar de omgeving is alleen het noordelijk deel beschouwd.
partner in bouwputadvies en grondwatertechniek 1/5 Project : HT140056 Park Waterrijk Hekelingen Datum : 1 September 2014 Betreft : Nota waterhuishouding Opsteller : M. (Marco) Zieverink, MSc Documentstatus
Nadere informatieLTV O&M thema Veiligheid Vergelijking Nederlandse en Vlaamse hydraulische randvoorwaarden in het Schelde-estuarium
Lange Termijn Visie: Onderzoek en Monitoring LTV O&M thema Veiligheid Vergelijking Nederlandse en Vlaamse hydraulische randvoorwaarden in het Schelde-estuarium Nathalie Asselman, Govert Verhoeven Patrik
Nadere informatieProject Doorsnede in de tijd Ontwikkelingen Noordzee
Project Doorsnede in de tijd Ontwikkelingen Noordzee Mogelijke onderwerpen: 1. Windturbineparken 2. Plastic soep 3. Beleidslijnen RWS Onderwerp Beleid olieen gasboringen Waddenzee 4. RWS: Welke beroepen?
Nadere informatieHydrologische berekeningen EVZ Ter Wisch
Hydrologische berekeningen EVZ Ter Wisch Inleiding In deze notitie worden verscheidene scenario s berekend en toegelicht ter ondersteuning van de bepaling van inrichtingsmaatregelen voor de EVZ Ter Wisch.
Nadere informatie-21- GETIJDEN (2) De veelvormigheid van het getij: de Noordzee
-21- GETIJDEN (2) De veelvormigheid van het getij: de Noordzee In deze aflevering zullen we eens gaan kijken hoe het getij zich voordoet op verschillende plaatsen. Om te beginnen beperken we ons tot de
Nadere informatieOp- en afvaartregeling voor 8000 en meer TEU containerschepen. tot de haven van Antwerpen bij een. maximale diepgang van 145 dm
Op- en afvaartregeling voor 8000 en meer TEU containerschepen tot de haven van Antwerpen bij een maximale diepgang van 145 dm 1. Algemeen Om een beeld te krijgen van de invloed van de nieuwe generatie
Nadere informatiede weerstandscoëfficiënt van de bochten is nagenoeg onafhankelijk van het slangtype.
TNO heeft een onderzoek naar de invloed van een aantal parameters op de wrijvings- en weerstandscoëfficiënten van DEC International -slangen en -bochten uitgevoerd (rapportnummer 90-042/R.24/LIS). De volgende
Nadere informatieKanaal Charleroi-Brussel. Sluis I F. Segmentschuiven der benedendeur.
Waterbouwkundig Laboratoriuxn Borgerhout - Antwerpen. Mod. 123* ^ Kanaal Charleroi-Brussel. Sluis I F. Segmentschuiven der benedendeur. Bijlagen: 7 plans - 1 figuur. MODEL I 23ter. Waterbouwkundig Laboratorium
Nadere informatieHydraulica. Practicum Verhanglijnen BB1. Prof. dr. ir. R. Verhoeven Ir. L. De Doncker
Hydraulica Prof. dr. ir. R. Verhoeven Ir. L. De Doncker Practicum Verhanglijnen BB1 Academiejaar 2007-2008 Jan Goethals Jan Goormachtigh Walid Harchay Harold Heeffer Anke Herremans Bart Hoet Inhoud Inleiding...
Nadere informatieAANVRAAG VERGUNNINGEN ONTGRONDINGEN ZANDWINNING
AANVRAAG VERGUNNINGEN ONTGRONDINGEN ZANDWINNING HOOGHEEMRAADSCHAP VAN RIJNLAND 15 maart 2013 076993162:0.2 Definitief C03021.000106.0100 Inhoud 1 Inleiding... 3 2 Gegevens vergunningaanvraag... 5 2.1
Nadere informatieGemeente Zwolle. Morfologisch gevoeligheidsonderzoek Westenholte. Witteveen+Bos. Willemskade postbus 2397.
Gemeente Zwolle Morfologisch gevoeligheidsonderzoek Westenholte Willemskade 19-20 postbus 2397 3000 CJ Rotterdam telefoon 010 244 28 00 telefax 010 244 28 88 Gemeente Zwolle Morfologisch gevoeligheidsonderzoek
Nadere informatiePhydrostatisch = gh (6)
Proefopstellingen: Bernoulli-opstelling De Bernoulli-vergelijking (2) kan goed worden bestudeerd met een opstelling zoals in figuur 4. In de figuur staat de luchtdruk aangegeven met P0. Uiterst links staat
Nadere informatieDe projectlocatie ligt globaal op de coördinaten: X = 140.650 en Y = 447.600.
Bijlage I Technische beoordeling van de vergunningsaanvraag van Ontwikkelingsverband Houten C.V. voor het onttrekken van grondwater ten behoeve van de bouw van een parkeerkelder onder het nieuw realiseren
Nadere informatieKuubskist met golfbodem
Kuubskist met golfbodem Een alternatief uit de praktijk Jeroen Wildschut, Arie van der Lans Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Bloembollen, Boomkwekerij & Fruit PPO nr. 32 361 654 13 December 2013
Nadere informatieCondens niet binnen maar buiten
Condens niet binnen maar buiten Condensatie op de buitenzijde van isolerende beglazing Artikel voor De BouwAdviseur 4 juni 1999 Condens op de ruit van een auto is een normaal verschijnsel. Condens op de
Nadere informatieBal in de sloot. Hierbij zijn x en f ( x ) in centimeters. Zie figuur 2.
Bal in de sloot Een bal met een straal van cm komt in een figuur sloot terecht en blijft drijven. Het laagste punt van de bal bevindt zich h cm onder het wateroppervlak. In figuur zie je een doorsnede
Nadere informatieMorfologie kwelders en. platen Balgzand
Morfologie kwelders en platen Balgzand Autonome ontwikkeling Hoogwatervluchtplaatsen Werkdocument RIKZ/AB - 99.607x ir. B.B. van Marion December 1999 Samenvatting In het kader van het project GRADIËNTEN
Nadere informatiewaterloopkundig laboratorium
waterloopkundig laboratorium het afzinken van een waterdicht vlies in een cunet voor rijksweg 27 bij Amelisweerd verslag modelonderzoek M1361 september 1975 INHOUD 1.1 1.2 1.3 Inleiding Opdracht ti., 11.
Nadere informatiehydraulische, morfologische en scheepvaarteffecten dijkversterking BR636-1 BR636-1/smei/147 ir. A. Zoon
memo Witteveen+Bos Postbus 2397 3000 CJ Rotterdam telefoon 010 244 28 00 telefax 010 244 28 88 hydraulische, morfologische en scheepvaarteffecten dijkversterking BR636-1 BR636-1/smei/147 ir. A. Zoon datum
Nadere informatieHei/trilproef Aquaduct N57
Hei/trilproef Aquaduct N57 Abjan Jacobse GEO2 Engineering 20 april 2011 Inhoud presentatie 1.Project N57 2.Aanleiding proef 3.Doelstellingen proef 4.Uitvoering 5.Bespreking resultaten 6.Conclusies + discussie
Nadere informatieD 98. Narijpingsproef bij tomaat,1958. door: T.Dijkhuizen. Naaldwijk,1963. TATION VOOR DE GROENTEN- EN FRUITTEELT ONDER GLAS, TE NAAIDWIJK.
& Bibliotheek Proefstation Naaldwijk A 1 D 98 TATION VOOR DE GROENTEN- EN FRUITTEELT ONDER GLAS, TE NAAIDWIJK. Narijpingsproef bij tomaat,1958. door: T.Dijkhuizen Naaldwijk,1963. ^1 6zc\o Narijpingsproef
Nadere informatieVA VS \H7. MOD. ^74 NATUURRESERVAAT HET ZWIN Bijlage 13 GEMIDDELD SPRINGTIJ MAXIMALE GEM1DDELDE WATERSNELHEID IN DE GEULEN. m/si Snelheid Vloed.
W"7 WATERBOUWKUNDIG T / LABOR AT OR IUM H7 borgerhout antwerpen MOD. ^74 NATUURRESERVAAT HET ZWIN Bijlage 13 GEMIDDELD SPRINGTIJ MAXIMALE GEM1DDELDE WATERSNELHEID IN DE GEULEN m/si Snelheid 15 J 1,0 0,5
Nadere informatieDe invloed van het sluis- en stuwcomplex Doorwerth - Driel, tijdens de bouw en na voltooiing, op de hoogwaterstanden ter plaatse
CsT: 2UQtbZ De invloed van het sluis- en stuwcomplex Doorwerth - Driel, tijdens de bouw en na voltooiing, op de hoogwaterstanden ter plaatse met 5 bijlagen - augustus 1957 Ministerie v a n V e r k e e
Nadere informatieSCHUTSLUIZEN TE BELFELD EN SAMBEEK
SCHUTSLUIZEN TE BELFELD EN SAMBEEK RAPPORT MODELONDERZOEK - t, WATERLOOPKUNDIG LABORATORIUM DELFT M730 BBUOTHEEK DEC1F SLJ7::N E! - ::I..TrRTAAT ( TATiRLOOFJ'JJJJI)IG LIOTIOIUL SCHTJTSLTJIZEIf TE EELFELD
Nadere informatiewadkanovaren.nl pdf versie
wadkanovaren.nl pdf versie waterdiepten bepalen a.h.v. de kaartdiepten laatst bijgewerkt: 24 april 2011 Waterhoogtes tussen doodtij en springtij en tussen laagwater en hoogwater, berekend aan de hand van
Nadere informatieio ATerinzagelegging 7906913
Octrooiraad io ATerinzagelegging 7906913 Nederland @ NL @ fj) @ @ Werkwijze en inrichting voor het tot stand brengen van een ionenstroom. Int.CI 3.: H01J37/30, H01L21/425. Aanvrager: Nederlandse Centrale
Nadere informatieS 3631 UïïSiiATOïnï lif r-r^' J'JJHt S HV:r?AUUQUir3 J
6 f - e,watti.30mv:\;irid)ë L «Ö " ''TAfrtiuy BI o L I o T' E E K S 3631 UïïSiiATOïnï lif r-r^' J'JJHt S HV:r?AUUQUir3 J BI 8 L 1Or :! Qii V ER SA A G B E T R E F F E N D E DE P R O E V E N p p D E U IT
Nadere informatieDe projectlocatie ligt globaal op de coördinaten: X = 140.125 en Y = 455.100.
Bijlage I Technische beoordeling van de vergunningsaanvraag van de Gemeente Utrecht voor het onttrekken van grondwater ten behoeve van het tot stand brengen van de Hoogwaardig Openbaar Vervoer (HOV) baan
Nadere informatieVERGELIJKENDE METINGEN: slingerstroommeter (met meetkoepel) en Ott-molen, verricht in april en mei Ir. J.G. Jongenelen - juli 1952.
VERGELIJKENDE METINGEN: slingerstroommeter (met meetkoepel) en Ott-molen, verricht in april en mei 1952 Ir. J.G. Jongenelen - juli 1952 Ministerie van Verkeer en Waterstaat Diiectoraat-Ceneraal Rijkswaterstaat
Nadere informatieDe bepaling van de positie van een. onderwatervoertuig (inleiding)
De bepaling van de positie van een onderwatervoertuig (inleiding) juli 2006 Bepaling positie van een onderwatervoertuig. Inleiding: Het volgen van onderwatervoertuigen (submersibles, ROV s etc) was in
Nadere informatieHydraulische analyse schuren van de stadsgrachten. Inleiding. Gegevens
Hydraulische analyse schuren van de stadsgrachten Inleiding Het doorspoelen van de grachten in Gouda, zoals dat tot in de jaren 50 gebruikelijk was, zal een kortstondig effect hebben op de waterstand en
Nadere informatiede weerstandscoëfficiënt van de bochten is nagenoeg onafhankelijk van het slangtype.
TNO heeft een onderzoek naar de invloed van een aantal parameters op de wrijvings- en weerstandscoëfficiënten van DEC International -slangen en -bochten uitgevoerd (rapportnummer 90-042/R.24/LIS). De volgende
Nadere informatieIS DE BEMESTINGSTOESTAND EEN MAAT VOOR HET PEIL VAN DE LANDBOUW IN EEN GEMEENTE?
BIBLIOTHEEK INSTITUUT VOOR 631.8 BODEMVRUCHTBAARHEID GRONINGEN No... /O 7.. ' IS DE BEMESTINGSTOESTAND EEN MAAT VOOR HET PEIL VAN DE LANDBOUW IN EEN GEMEENTE? TH. J. FERRARI Instituut voor Bodemvruchtbaarheid,
Nadere informatieNotitie. Datum: 5 februari 2013 Project: Oude Haagweg Uw kenmerk: - Locatie: Den Haag Ons kenmerk: V040746ad dvv Betreft: Windhinder
Notitie Datum: 5 februari 2013 Project: Oude Haagweg Uw kenmerk: - Locatie: Den Haag Ons kenmerk: V040746ad.00002.dvv Betreft: Windhinder Versie: 01_001 Inleiding In opdracht van Madevin te Den Haag is
Nadere informatieParameter Dimensie Waarde
memo postbus 233 7400 AE Deventer telefoon 0570 69 79 11 telefax 0570 69 73 44 onderwerp projectcode referentie - steenbestortingen vaargeul Drontermeer ZL384-71 opgemaakt door ir. M.L. Aalberts datum
Nadere informatieBijlage 1 Aanvullend advies archeologisch onderzoek, Wozoco Giessenburg, Neerpolderseweg 19, Giessenburg, Gemeente Giessenlanden
Bijlage 1 Aanvullend advies archeologisch onderzoek, Wozoco Giessenburg, Neerpolderseweg 19, Giessenburg, Gemeente Giessenlanden 0 SOB Research, 26 juni 2014 1 1. Archeologisch onderzoek 1.1 Inleiding
Nadere informatieInstandhouding vaarpassen Schelde Milieuvergunningen terugstorten baggerspecie
Instandhouding vaarpassen Schelde Milieuvergunningen terugstorten baggerspecie LTV Veiligheid en Toegankelijkheid Effect morfologie monding Westerschelde op getij Basisrapport grootschalige ontwikkeling
Nadere informatieFundamenteel Onderzoek, uitgevoerd door het Waterloopkundig Laboratoriua, in opdracht van en in samenwerking 5et de Bijkewaterataat
Memo 73-3 i Fundamenteel Onderzoek, uitgevoerd door het Waterloopkundig Laboratoriua, in opdracht van en in samenwerking 5et de Bijkewaterataat Rofractie en Diffractie Jaarrerelau 1972 ONDERZOEI( REFRACTIE-DIFFRACTIE
Nadere informatievii Samenvatting Risicoanalyse met behulp van een foutenboom In het kader van de risicoanalyse van de toekomstige cruisesteiger van Philipsburg te Sint Maarten is in de eerste deelstudie getracht een indruk
Nadere informatieResultaten Conjuntuurenquête jaar 2015
Resultaten Conjuntuurenquête jaar 2015 Willemstad, Mei 2016 Inhoudsopgave Inleiding... 2 Methodologie... 3 Resultaten conjunctuurenquête... 3 Concluderende opmerkingen... 17 1 CBS Curaçao mei 2016 Inleiding
Nadere informatienotitie Grondbank GMG 1. INLEIDING
notitie Witteveen+Bos van Twickelostraat 2 postbus 233 7400 AE Deventer telefoon 0570 69 79 11 telefax 0570 69 73 44 www.witteveenbos.nl onderwerp project opdrachtgever projectcode referentie opgemaakt
Nadere informatieKleurencode van weerstanden.
Kleurencode van weerstanden. x1 x2 x3 n t TC R = x1 x2 (x3) 10 n +/- t% +/- TC 1 Kleurencode van weerstanden. R = x1 x2 (x3) 10 n +/- t [%] +/- TC [ppm] x n t TC x n t TC zilver - -2 10 goud - -1 5 Zwart
Nadere informatie1 Verslag 2 effectbepaling Rivierkundige effecten Via15 Depots Scherpekamp
1 Verslag 2 effectbepaling Rivierkundige effecten Via15 26/08/15 06-83 98 30 64 claus@uflow.nl www.uflow.nl Hoenloseweg 3 8121 DS Olst Aan: Mevr. I. Dibbets, Dhr. F. Berben Cc Mevr. S. Malakouti Rijkswaterstaat
Nadere informatieZandhonger. Kerend Tij Innovatie Competitie Hydrodynamische innovatie van de stormvloedkering Oosterschelde. 19 september 2002
Zandhonger Kerend Tij Innovatie Competitie Hydrodynamische innovatie van de stormvloedkering Oosterschelde 19 september 2002 Zandhonger, Gaat de Oosterschelde kopje onder? De Deltawerken veranderden de
Nadere informatieSAMENVATTING. www.woerden.nl/onderwerpen/wonen-en-leefomgeving/grondwaterstand en funderingen
SAMENVATTING Aanleiding In het westelijke deel van het Schilderskwartier zijn de woningen gefundeerd op houten palen met betonopzetters. Uit onderzoeken in de jaren 90 is gebleken dat de grondwaterstand
Nadere informatieGrondwatereffectberekening Paleis het Loo. 1. Inleiding. 2. Vraag. Datum: 16 september 2016 Goswin van Staveren
Grondwatereffectberekening Paleis het Loo Project: Grondwatereffectberekening Paleis het Loo Datum: 16 september 2016 Auteur: Goswin van Staveren 1. Inleiding Voor de ondergrondse uitbreiding van het museum
Nadere informatieBijlage uitkomsten dagloonmonitor
Bijlage uitkomsten dagloonmonitor In verband met de tijd die gemoeid was met implementatie van de wijzigingen is het dagloonbesluit op 1 juni 2013 in werking getreden, na de inwerkingtreding op 1 januari
Nadere informatieEN ISO 13855 leidraad in veiligheidsafstand
EN IO 13855 leidraad in veiligheidsafstand Een arbeidsbeveiligingsoplossing is zo goed als de berekeningen op basis waarvan ze is aangebracht. Want: hoe hoog gekwalificeerd ook een lichtscherm, er is pas
Nadere informatieRivierkundige berekeningen Randwijkse Waard Rivierkundige analyse
Rivierkundige berekeningen Randwijkse Waard 9T5318.A0 Definitief 24 maart 2010 A COMPANY OF HASKONING NEDERLAND B.V. KUST & RIVIEREN Barbarossastraat 35 Postbus 151 6500 AD Nijmegen (024) 328 42 84 Telefoon
Nadere informatieA Turbulentie opwekking door drempels van steenbestorting. DG Rijkswaterstaat Dienst Weg- en Waterbouwkunde o o o o. o o o.
A2 98.01 o o o opdrachtgever: DG Rijkswaterstaat Dienst Weg- en Waterbouwkunde o o o o Turbulentie opwekking door drempels van steenbestorting o o o o Berekeningen met Delft3D O. O O o o o o o Rapport
Nadere informatieDRUKVERLIES GELAMINEERDE FLEXIBELE SLANGEN
TNO heeft een onderzoek naar de invloed van een aantal parameters op de wrijvings- en weerstandscoëfficiënten van EC -slangen en -bochten uitgevoerd (rapportnummer 90-042/R.24/LIS). e volgende parameters
Nadere informatieWaterbouwkundig Laboratorium dorgerhout BiBUOTHEEX 4^71
Waterbouwkundig Laboratorium dorgerhout BiBUOTHEEX a ^JL^'U. L.r^ «V. -tw«^ Vergelijking van de tijden en hoogten van hoogwater en laagwater te Prosperpolder en te Antwerpen in functie van deraaanstandvoor
Nadere informatieDOORSTROMING LAAKKANAAL
DOORSTROMING LAAKKANAAL GEMEENTE DEN HAAG 15 oktober 2013 : - Definitief C03041.003103. Inhoud 1 Inleiding... 3 2 Overzicht beschikbare gegevens... 5 2.1 Geometrie Laakkanaal... 5 2.2 Bodemprofiel...
Nadere informatieSimulink. Deel1. Figuur 1 Model van het zonnepaneel in Simulink.
Simulink Deel1 In dit deel van het ontwerp simuleren we het gedrag van onze zonnepanneel bij weerstanden tussen 10 Ohm en 100 Ohm. Een beeld van hoe het model in Simulink is opgesteld is in figuur 1 opgenomen.
Nadere informatieBepaling Gemiddeld Hoogste Grondwaterstand Natuurbegraafplaats te Rooth (Maasbree)
Bepaling Gemiddeld Hoogste Grondwaterstand Natuurbegraafplaats te Rooth (Maasbree) Gegevens opdrachtgever: Kellerberg Bosgoed B.V. Helenaveenseweg 45 5985 NL Grashoek 0493-536068 Contactpersoon: De heer
Nadere informatiePROJECTNUMMER C ONZE REFERENTIE Imandra: :D
ONDERWERP Gemaal Korftlaan - advies wel of niet verbreden watergang aanvoertracé DATUM 7-7-2016, PROJECTNUMMER C03071.000121.0100 ONZE REFERENTIE Imandra: 078915484:D VAN Arjon Buijert - Arcadis AAN J.
Nadere informatieEvenals de vorige keren komen in dit infobulletin de volgende onderwerpen aan de orde: Daarnaast wordt aandacht besteed aan:
Ruim tweederde van het totale volume aan te brengen zand is nu aangevoerd: 170 miljoen kuub. De maximaal drie sleephopperzuigers werken voornamelijk nog aan het verbreden van het strand en het aanbrengen
Nadere informatiePadbreedte van schepen in bochten
Padbreedte van schepen in bochten Bepalen bochtentoeslag voor het dimensioneren van vaarwegen Datum 13 januari 2012 Status Rapport Colofon Uitgegeven door Dienst Verkeer en Scheepvaart Informatie ir. J.W.
Nadere informatie/ DE AFVOERBEPALING VAN DE OVERIJSSELSE VECHT
~~ -. ~..-... -- -~ -....-.. ~.~ -7 / DE AFVOERBEPALNG VAN DE OVERJSSELSE VECHT NOTA B 62-12 - -- DENST DER ZUDERZEEVERKEN. Waterloopkundige afd. B 62-12. nhoud: par. 1 - nleiding par. 1. DE AFVOERBEPALNG
Nadere informatie- 2.1 - In het model M 600 werden de volgende oppervlakten van de Biesbos R 9 KS WAT ERSTAAT - DELTA DI EN ST
RLJKSWATERSTAAT - DELTADIENST WATERLOO PK UN DIGE AFDE LI NG MAAG GESTELD DOOR Ir. H.A. Perguaon JAN Do2tadiona0 IE ~acoxavmhage. PAGINA No 1 AANTAL PAGINA'S,$ AANTAL BULAGEN 2 NOTAN? w-701 AAN Is. E+
Nadere informatieBijlage 3 Svašek Hydraulics (2014). Stroming in de Westbuitenhaven Terneuzen. 3-D stromingsberekingen en analyse sedimentatie.
Bijlage 3 Svašek Hydraulics (2014). Stroming in de Westbuitenhaven Terneuzen. 3-D stromingsberekingen en analyse sedimentatie. Rapport Vlaams Nederlandse Scheldecommissie Pagina 103 van 104 Stroming in
Nadere informatiebeschikking hogere waarde Wet geluidhinder Burgemeester en wethouders van de gemeente Bergen op Zoom hebben een verzoek ontvangen om vaststelling van hogere waarde krachtens de artikelen 45 en 83 van de
Nadere informatieExtra opgaven hoofdstuk 11
Extra opgaven hoofdstuk Opgave Van een landbouwbedrijf zijn de input- en outputrelaties in onderstaande tabel weergegeven. We veronderstellen dat alleen de productiefactor arbeid varieert. Verder is gegeven
Nadere informatiect :j S7Cj RAPPORT MODELONDERZOEK WATERLOOPKUNDIG LABORATORIUM DELFT M54-5 Dienst Weg- en Waterbouwku 9.7 Postbus 5014, Mn GA )EL - - 1 t.
ct :j S7Cj 9.7 - - 1 t.- RAPPORT MODELONDERZOEK Dienst Weg- en Waterbouwku Postbus 514, Mn GA )EL WATERLOOPKUNDIG LABORATORIUM DELFT M54-5 56 Bijvoegsel bij rapport: "Splitsing bij Dordrecht" W.L. Delft,
Nadere informatieStaatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1995 275 Besluit van 18 mei 1995, houdende vaststelling van maatstaven die bij het in artikel 7a, eerste lid, van de Wet opneming buitenlandse pleegkinderen
Nadere informatierijkswaterstaat notitie WWKZ -81.V276 adviesdienst Vlissingen Leden Projectgroep VWG Verdiepen Westerschelde
~ ~'7 rijkswaterstaat directie waterhuiehouding en waterbeweging dlstrlct kust en zee adviesdienst Vlissingen,prol~tpode~~~...~..- aan : ~. ~-.~!L h--!9_ IA.!.~i&! ven : Ir. W.T. Bakker dahm : Juni 1981
Nadere informatieMemo. Beschouwingen omtrent de mogelijkheid van een rijk strand bij Wemeldinge en Yerseke. 1 Inleiding en doelstelling
Memo Aan RWS Zeeland, t.a.v. Yvo Provoost, Eric van Zanten Datum Van Hans de Vroeg Kenmerk Doorkiesnummer (088) 33 58 238 Aantal pagina's 8 E-mail hans.devroeg @deltares.nl Onderwerp Rijke strand van Wemeldinge
Nadere informatievoorhavens Baaihoeksluis stroombeeld- en scheepvaartonderzoek verslag modelonderzoek
gronsdierawefj J1 4338 PG mi voorhavens Baaihoeksluis stroombeeld- en scheepvaartonderzoek verslag modelonderzoek M 1142 juni 1973 tlttw-r ;: t '. INHOUD Qrtina'ji'i.'ó'.vjL! 31 - «38 PG m«i,< blz, J Algemeen
Nadere informatiePROJECTNUMMER C ONZE REFERENTIE
ONDERWERP Uitvoeringsplan slibmotor Kimstergat (0.11) DATUM 2-9-2016 PROJECTNUMMER C03041.001971 ONZE REFERENTIE 078928228 0.11 VAN Dr.ir. Bart Grasmeijer AAN Ecoshape KOPIE AAN Erik van Eekelen (Ecoshape),
Nadere informatieMogelijke effecten Geulwandsuppletie Oostgat op de drempel tussen het Oostgat en de Sardijngeul. M. van Ormondt en J.G. de Ronde
Mogelijke effecten Geulwandsuppletie Oostgat op de drempel tussen het Oostgat en de Sardijngeul M. van Ormondt en J.G. de Ronde Deltares, 2009 Opdrachtgever: Deltares/Rijkswaterstaat-Waterdienst Oostgat
Nadere informatieHoofdstuk 3. Getijden- en Stromingsleer. - Jonathan Devos -
Hoofdstuk 3 Getijden- en Stromingsleer - Jonathan Devos - 22-10-2017 Getijden- en Stromingsleer 2 22-10-2017 Getijden- en Stromingsleer 3 Algemene inhoud Topografie, kennis van zee & strand Getijdenleer
Nadere informatieHoofdstuk 3. Getijden- en Stromingsleer. Algemene inhoud 27/09/2012. Topografie, kennis van zee & strand. Getijdenleer.
27-9-2012 Getijden- en Stromingsleer 1 Hoofdstuk 3 Getijden- en Stromingsleer - Jonathan Devos - Algemene inhoud Topografie, kennis van zee & strand Getijdenleer Stromingsleer 27-9-2012 Getijden- en Stromingsleer
Nadere informatieVORtech Computing. Experts in Technisch Rekenwerk MEMO. Verwerking van diagonale overlaten in WAQUA. BvtH/M08.079. Onderwerp. Documentinformatie
Experts in Technisch Rekenwerk Postbus 260 2600 AG DELFT MEMO Datum Auteur(s) Onderwerp BvtH/M08.079 24-nov-2008 Bas van 't Hof Verwerking van diagonale overlaten in WAQUA tel. 015-285 0125 fax. 015-285
Nadere informatiewadkanovaren.nl waterdiepten a.h.v. de kaartdiepten
pagina 1 van 8 wadkanovaren.nl waterdiepten a.h.v. de kaartdiepten Waterhoogtes tussen doodtij en springtij en tussen laagwater en hoogwater, berekend aan de hand van de op de waterkaart opgegeven waterdieptes
Nadere informatie: SAB Prinses Margrietlaan Best Betreft : Watertoets ontwikkeling Prinses Margrietlaan nabij nr. 24
Logo MEMO Aan : Henrike Francken Van : Michiel Krutwagen Kopie : Dossier : BA1914-112-100 Project : SAB Prinses Margrietlaan Best Betreft : Watertoets ontwikkeling Prinses Margrietlaan nabij nr. 24 Ons
Nadere informatienota WWKZ-85. V020 Hydraulisch/morfologisch onderzoek naar de geulontwikkeling in het Schaar van Spijkerplaatgebied.
mirusterie van verkoer en watorstaat directie waterhuishouding en waterbeweging district kust en zee adviesdienst vlissingen nota WWKZ-85. V020 Hydraulisch/morfologisch onderzoek naar de geulontwikkeling
Nadere informatieMomenteel bevinden zich langs de Westerschelde de volgende stations: R R L L
IJKSWATESTAAT DIECTIE WATEHUISIIOUDINO EN WATEBEWEOTNO Dienst voor de Waterhuishouding Operationele Afdeling Meetnet Westerschelde. Momenteel bevinden zich langs de Westerschelde de volgende stations:
Nadere informatie1 Inleiding en projectinformatie
Project: Groenhorst College te Velp Onderwerp: hemelwater infiltratieonderzoek Datum: 9 november 2011 Referentie: 25.515/61341/LH 1 Inleiding en projectinformatie Het Groenhorst College, gelegen aan de
Nadere informatieGedragscode voor veilig varen door windparken 3. Doorlaat Brouwersdam brengt getij terug 8. Grevelingenmeer: topeisen 50 cm getij 10
Nieuwsbrief Regioteam Delta Noord Secretariaat: wg.deltanoord@watersportverbond.com Redactie: Kees van der Ree. Bijdragen naar keesvdree@gmail.com Nieuwsbrief, verschijnt verschillende keren per jaar.
Nadere informatieBijlage 1.3 Bodemdaling in het Eems-Dollardgebied in relatie tot de morfologische ontwikkeling
Bijlage 1.3 Bodemdaling in het Eems-Dollardgebied in relatie tot de morfologische ontwikkeling........................................................................................ H. Mulder, RIKZ, juni
Nadere informatieAan de minister van Economische Zaken De heer H.G.J. Kamp Postbus EK DEN HAAG. Geachte heer Kamp,
Aan de minister van Economische Zaken De heer H.G.J. Kamp Postbus 20401 2500 EK DEN HAAG Datum 17-03-2014 Onderwerp Regeldruk door verandering van weten regelgeving Uw kenmerk Ons kenmerk JtH/RvZ/JT/TZ/2014/018
Nadere informatieResultaten Conjunctuurenquete 2014
Willemstad, april 15 Inhoud Inleiding... 2 Methodologie... 2 Resultaten conjunctuurenquête... 3 Investeringsbelemmeringen en bevorderingen...3 Concurrentiepositie...5 Vertrouwen in de economie...5 Vertrouwen
Nadere informatie13 Zonnestelsel en heelal
13 Zonnestelsel en heelal Astrofysica vwo Werkblad 53 PLANCKKROMMEN In deze opdracht ontdek je met een computermodel hoe de formule achter de planckkrommen eruit ziet. De theoretische planckkrommen zijn
Nadere informatie