S 3631 UïïSiiATOïnï lif r-r^' J'JJHt S HV:r?AUUQUir3 J

Maat: px

Weergave met pagina beginnen:

Download "S 3631 UïïSiiATOïnï lif r-r^' J'JJHt S HV:r?AUUQUir3 J"

Bruno Christiaens
7 jaren geleden
Aantal bezoeken:

1 6 f - e,watti.30mv:\;irid)ë L «Ö " ''TAfrtiuy BI o L I o T' E E K S 3631 UïïSiiATOïnï lif r-r^' J'JJHt S HV:r?AUUQUir3 J BI 8 L 1Or :! Qii V ER SA A G B E T R E F F E N D E DE P R O E V E N p p D E U IT LA A T C Ö N ST R U G T IE VAN DE SC H U N S IN H E T KANAALD O K B 1 i M Op i O

2 i> SITUATIE E N B E S QHRUVING DER WERKEN. Door de noordw aartse vdtbreiding der Antwerpse dokken wordt de natuurlijke lozing van de Schijns in de Schelde onmogelijk; Een plan werd uitgewerkt voor de kunstmatige lozing der wateren Vcin de Schijns in het in aanleg zijnde kanaaldok B 1 (zie bijlage 1). Dit plan voorziet in het aazüeggen van verzam elgrachten van waaruit het water via p erslei^ n g en in het kanaaldok B 1 zal gepompt worden; In een eerste stadium zullen alleen de zuivere wateren, afkomstig uit de p old ers, in het kanaaldok gebracht wordeiu Na het oprichten van een zuiverings station zal dit ook het geval zijn voor de wateren van de Schijns; Voorlopig worden deze laatste, onder het kanaaldbk n aar de Schelde gevoerd. Het is de uitmonding der vijf persleidingen in de oostelijke muur van het kanaaldok B 1 welke in model diende bestudeerd te worden; De Tiitléiatcpnstructie wordt ontworpen voor een debiet van 20 in l / s e c ;, wat zal bereikt worden na zuivering van de wateren van de Schijns; 2. o p d r a c h t e n D O EL; De opdracht tot deze modelstudie werd gegeven door het Bestuur der W aterwegen bij dienstbrief H. A ; 56, mtgangsnummer 5/4 1 ; 633, V2U1 4; 8; 1961, Het doel van de studie w as de vorm en de afmetingen der uitstrom ings opening en in de kaaim uur te b a a ie n zodanig dat voldaan wordt aan volgende eisen : 1) minimum hinder voor de aauliggende, voorbijvarende óf kort b ij de kaaim uur xnanpeuvrerende schepen; 2) minimum viitschuring van de bodem van het kanaaldok;

3 - 2-3i HET OORSPRONKÉLIJiK ONTVrERP. Op bijlage 2 is het oorspronkelijk óïitwerp voor dé vütlaatconstrüctie afgebeeld, De cónstruetie is sym m etrisch ópgevató De eigenlijke uitlaat heeft dezelfde vorm als de uitlaat der vbedingsriblén v ^ de Bpudew ijnsluis. 4. H ET VÖÓRGESTELDE ONTV/ERP EN DE M QDELPROEVEN. De door het Waterbouwkundig Laboratorium voorgéstelde constructie is ^ geb eeld op bijlage 3. De persleidingen monden uit in een verticale drukschacht* Azm w eerszijden hiervan is een diverge^ rende uitlaat voorzien. Dê hoogte hiervêui is constant en bedraagt 2,50 ttu Twee wanden van 0,20 m, dikte verdelen de constructie in drie kemalen. De cpta vém de vloer der constructie is dezelfde ais bij het oorspron kelijk ontwerp, nl. 11,30 m, - N. Ki Di De helft der constructie werd in model gebouwd op sch aal l/2 5 i De débietschaal bedraagt volgens de gélijkvórmiigheidswét van Froude 1 1 E r diende derhalve een debiet 25^ I van = 3,2 l/seco in het model ingébracht te worden«^ B ij dit debiet was de snelheidsverdeling aan de rnttreedoorsnede bevredigend, alhoewel niet volkom en gelijkm atige Vdhr de uitlaat w erd een bodem in bew eegbaar m ateriaal aangebrachte Deze bodem w as sam engesteld üit gem alen bakeliet (s.gâ 1,35) met korreldiam etér van 1 tot 3 mm. In de eerste fa se, I w aarbij het debiet beperkt b lijft tot 8 m 3 /s e c,, is er geen uitschuring vbór de uitlatene In de tweede fase (debiet 20 m 3 /sec. ) w as, na 10 uren m odel, een uitschuring van de bodem te constateren van 3 chi. model. In deze fa se kunnen de uitschuringen dié zich voordoen bestreden worden door het aanbrengen van een zinkstuk van 200 m2 oppervlakte voor elk der twee uitlaten (zie b ijlag e 3), t /. ö

4 -3 - E r diént nog opgemerkt te worden dat het ontwerp van bijlage 3 voordeliger zal zijn onder opzicht van bodemaantaistihgj daar dit ontwérp geen overstortm uur voorziet welke de uittredende straal n aar de bodem richt. 5. BESLU IT. Het Waterbouwkundig Laboratorium stelt voor het ontwerp van bijlage 3 uit te voeren. De invloed op voorbijvarende of gem eerde schepen is als verwaarloosbcuir te beschouwen, gezien de snelheid van 1 m/secii onder een waterdekking van 13 m. en in een kanaal van 400 m, breed. Borgerhout, Jan u ari 1962ii De e. a; Ingenieur van Bruggen en V/egen, b e last met de studie, De Hoofdingenieur-Directeur véin Bruggen en Wegen, D irecteur van hét V/aterbouwkimdig Laboratorium,. J i T H E U N S. A. STERLING.

5 WATERBOUWKUNDIG LABORATORIUM UiITLAAT c o n s t r u c t i e MOD DER S C H IJ N S Bijlage.1 Schijns water

Vergelijkbare documenten

Kanaal Charleroi-Brussel. Sluis I F. Segmentschuiven der benedendeur.

Waterbouwkundig Laboratoriuxn Borgerhout - Antwerpen. Mod. 123* ^ Kanaal Charleroi-Brussel. Sluis I F. Segmentschuiven der benedendeur. Bijlagen: 7 plans - 1 figuur. MODEL I 23ter. Waterbouwkundig Laboratorium