Voorste kruisbandreconstructie

Transcriptie

1 Orthopedie Voorste kruisbandreconstructie onder arthroscopische controle

2

3 Inleiding Hierbij ontvangt u enige informatie over de operatie en de revalidatie van de voorste kruisband reconstructie, waarvoor u bent opgenomen. Een deel van deze informatie zal al met u besproken zijn op de polikliniek, daarnaast hopen wij dat deze schriftelijke informatie u meer inzicht geeft over wat er precies tijdens de operatie gebeurt, en waarom het nabehandelingsschema zo belangrijk is. Het bijgevoegde schema is een leidraad. Het is mogelijk dat uw operatie en uw nabehandeling af zal wijken van dit schema. Indien dit het geval is dan wordt dat met u besproken. De operatie De operatie geschiedt onder algehele of plaatselijke verdoving. Indien u, in overleg met de anesthesioloog, voor een plaatselijke verdoving (de zgn. ruggenprik) kiest, heeft dit het voordeel dat u een deel van de operatie zelf mee kunt volgen op de monitor. Voor het herstel van de voorste kruisband wordt een deel van de pees gebruikt, die van de knieschijf naar het onderbeen loopt. Op die plaats komt ook het litteken wat in het algemeen 5 tot 6 cm lang is. Deze pees wordt in het kniegewricht geplaatst en vastgezet met behulp van 2 schroeven in 2 boorkanalen (één in het bovenbeen en één in het onderbeen). De duur van de operatie is ongeveer 2 uur. 1

4 Direct na de operatie Na de operatie wordt het geopereerde been nog dezelfde dag op een Kinetec geplaatst. Dit is een apparaat dat uw knie automatisch buigt en strekt, zonder dat u daar zelf iets voor hoeft te doen. 's Nachts mag dit apparaat uitgezet worden. De mate van buigen en strekken wordt de volgende dag opgevoerd in overleg met uw arts en fysiotherapeut. In het algemeen is onze ervaring dat de pijn in de knie na de operatie erg meevalt, maar natuurlijk is pijn niet volledig te vermijden. Een goede pijnstilling is belangrijk voor u en het genezingsproces, dus als u pijn heeft dient u dit aan ons kenbaar te maken, zodat eventueel de medicijnen tegen de pijn kunnen worden aangepast. 2

5 De revalidatie De sterkte van de pees, die dient als vervanger van de voorste kruisband, is na de operatie voldoende om snel het geopereerde been te kunnen buigen, strekken en belasten. Echter, in de eerste 8 weken na de operatie neemt de sterkte door ombouw van de pees af, om daarna weer langzaam in sterkte toe te nemen. Daarom is een te zware belasting van de knie, zoals draaibewegingen en springoefeningen in de eerste 3 maanden na de operatie niet toegestaan. Het gebruik van krukken in de eerste weken na de operatie is vooral bedoeld om ervoor te zorgen dat u: geen onverwachte verkeerde bewegingen met de knie maakt en, de belasting op de geopereerde knie langzaam uitbreidt. 3

6 Fysiotherapie na de voorste kruisband reconstructie Fysiotherapeutische behandeling zoals hier beschreven, is slechts een richtlijn. Er kunnen situaties zijn waarin uw operateur een andere nabehandeling noodzakelijk acht. Dit wordt dan met u besproken. Het schema zoals hieronder vermeld is voor u bedoeld. Het meer gedetailleerde schema in de bijgevoegde folder is bedoeld voor de fysiotherapeut die u verder behandelt nadat u uit het ziekenhuis ontslagen bent. De operatiedag Het geopereerde been wordt op de OK op een automatische slede (Kinetec) geplaatst. Op deze slede wordt uw knie gebogen en gestrekt tot een vooraf ingesteld traject (0-50 graden). 's Nachts mag de slede in een voor de patiënt zo prettig mogelijke stand staan. De 1 e dag na de operatie De kniebuiging wordt vergroot (0-90 graden). Oefeningen voor de bovenbeenspieren door aanspannen zonder de knie daarbij te bewegen; en voetoefeningen. Uit bed: u loopt voor de eerste keer onder begeleiding van de fysiotherapeut. U gebruikt daarbij 2 elleboogskrukken. De fysiotherapeut neemt tevens een aantal oefeningen, die u staand mag doen, met u door. U mag geen draaibewegingen maken met de knie. Het is belangrijk dat uw knie volledig gestrekt kan worden. Overstrekken van de knie dient vermeden te worden. 4

7 Wanneer er zich geen bijzonderheden voordoen mag u aan het eind van de dag met ontslag. Er wordt een afspraak gemaakt voor poliklinische voortzetting van fysiotherapie. Bij de poliklinische fysiotherapie wordt in eerste instantie getracht het dynamische gaan te herstellen. In de eerste 4 weken na de operatie kan het gewicht op het geopereerde been opgevoerd worden van half naar volledig belast. Het verhogen van deze belasting zal afhankelijk zijn van de kwaliteit van het looppatroon en de reactie van de knie op het verhogen van de belasting (zie tevens onder algemene aandachtspunten). In het algemeen geldt: liever wat langzamer aan, dan te snel! 4 tot 8 weken na de operatie Het kniegewricht kan normaal belast worden. Autorijden, fietsen en zwemmen is toegestaan (geen school- of rugslag). De belasting van de knie kan langzaam worden verzwaard, waarbij draaibewegingen nog zoveel mogelijk worden vermeden. 8 weken na de operatie Er kan gestart worden met hardlopen op vlak terrein. Het is aan te bevelen te lopen op een zachte ondergrond met goed schoeisel. Het verlengen van de looptijd dient subtiel te geschieden. 12 weken na de operatie Onder begeleiding van de fysiotherapeut mogen zwaardere stabiliserende oefeningen, zoals kap- en draaibewegingen worden uitgevoerd. Tot 8 maanden na de operatie Contactsporten zoals voetbal, volleybal, basketbal en hockey zijn niet toegestaan. In het algemeen dient sporthervatting in overleg met de orthopeed en fysiotherapeut te geschieden. 5

8 Algemene aandachtspunten - Voer de belasting niet te snel op. - Voorkom als gevolg van te snelle belastingstoename: Pijntoename. Dik worden van de knie. Slechter bewegen in het algemeen (stijf worden). Slechter worden van het looppatroon. - Volg de aanwijzingen van de orthopeed en de fysiotherapeut zo goed mogelijk op. - Bespreek problemen op tijd. Suggesties en klachten De organisatie van het ziekenhuis kan altijd beter. Uw suggesties zijn dan ook van harte welkom op het patiëntenservicebureau. Ook kan het voorkomen dat u niet helemaal tevreden bent over de manier waarop u in ons ziekenhuis behandeld bent. Bespreek dit in de eerste plaats met degene die u daar verantwoordelijk voor acht, bijvoorbeeld de medisch specialist, het hoofd van de afdeling of een verpleegkundige. Lost dit gesprek uw probleem niet op, dan kunt u contact opnemen met het patiëntenservicebureau. Het ziekenhuis beschikt namelijk over meerdere procedures voor de correcte afhandeling van klachten. Het patiëntenservicebureau kan u daarbij helpen. oktober

9