Auteur(s): A. Lagerberg Titel: De onderarm als kinematische keten Jaargang: 17 Jaartal: 1999 Nummer: 6 Oorspronkelijke paginanummers:

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Auteur(s): A. Lagerberg Titel: De onderarm als kinematische keten Jaargang: 17 Jaartal: 1999 Nummer: 6 Oorspronkelijke paginanummers: 298-319"

Transcriptie

1 Auteur(s): A. Lagerberg Titel: De onderarm als kinematische keten Jaargang: 17 Jaartal: 1999 Nummer: 6 Oorspronkelijke paginanummers: Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij gebruikt worden voor (para) medische, informatieve en educatieve doeleinden en ander niet commercieel gebruik. Zonder kosten te downloaden van:

2 DE ONDERARM ALS KINEMATISCHE KETEN Aad Lagerberg A.Lagerberg, Fysiotherapeut, Vakgroep Beweging en Analyse Opleiding Bewegingstechnologie Haagse Hogeschool Albert Schweitzer Ziekenhuis Dordrecht. Inleiding Klassiek worden aan de onderarm twee graden van vrijheid toegekend. Deze twee vrijheden bestaan uit flexie en extensie van de onderarm ten opzichte van de bovenarm en pronatie en supinatie van de onderarm. In een eerdere publicatie in dit tijdschrift in 1992 (7) wezen wij, op basis van het werk van Ray et. al. (6) al eens op het feit dat de onderarm een derde vrijheidsgraad bezit. De pronatie kan namelijk op twee verschillende manieren worden uitgevoerd. In dit artikel gaan wij dieper in op dit fenomeen. Naast een bespreking van de wijze waarop deze vrijheidsgraden in de onderarm gerealiseerd zijn, wordt tevens aandacht besteed aan een aantal andere kinematische bijzonderheden van de gewrichten van de onderarm. Variatie in de pronatie Het feit dat de onderarm op twee manieren kan proneren is sinds het werk van Ray et. al. in 1951, bekend. Toch wordt van deze mogelijkheid in anatomische leerboeken slechts zelden melding gemaakt. Een uitzondering hierop is het bekende werk van Kapandji (4). De twee manieren van proneren worden door hem (in navolging van Ray) beschreven als het roteren van de onderarm plus hand om twee verschillende assen. Bij de eerste mogelijkheid draait de hand in pronatie om een as die verloopt vanaf het capitulum humeri door de pink (figuur 1a). De tweede uitvoering vindt plaats om een as door de wijsvinger (figuur 1b) (Kapandji noemt een as door de derde straal). Bij de eerste uitvoering draait de radius om een niet van positie veranderende ulna terwijl bij de tweede uitvoering de ulna naar radiaal zwenkt. Figuur 1 a. Pronatie om een as door de pink. b. Pronatie om een as door de wijsvinger.

3 Figuur 2 toont de start en eindpositie van de hand en onderarm bij deze twee uitvoeringen. In figuur 2a en b wordt de onderarm geproneerd om een as door de pink. De hand komt hierbij dus na de pronatie Figuur 2 a en b. Start en eindpositie bij pronatie om een as door de pink. c en d. Start en eindpositie bij pronatie om een as door de pink. aan de andere zijde van de afgebeelde pen te liggen. Figuur 2b en c geven de start en eindpositie weer bij pronatie om een as door de wijsvinger. De proefpersoon heeft, om deze eindstand te kunnen bereiken tijdens de pronatie de onderarm wat moeten optillen van de ondergrond. Zonder deze compensatie zou de hand immers door de tafel heen moeten draaien. Bovenstaande beschrijving van de twee verschillende wijzen van proneren toont de mogelijkheid die daartoe bestaat in de onderarm wel treffend aan, maar geeft geen verklaring voor de wijze waarop deze bewegingen in de onderarm worden gerealiseerd. Hieronder zullen wij een poging doen hierin wat meer helderheid te scheppen. Vrijheidsgraden van de onderarm De gewrichten die betrokken zijn bij de beide vormen van proneren zijn het art. humeroulnaris, het art. humeroradialis en het art. radioulnaris. Gezamenlijk dienen deze drie gewrichten de onderarm drie graden van vrijheid te bieden (flexie/extensie en twee manieren van proneren). Op basis van dit gegeven kan worden berekend hoeveel graden van vrijheid de diverse verbindingen in de onderarm gezamenlijk moeten bezitten. Hiertoe gebruiken wij de formule van Grübler. In woorden uitgedrukt komt deze formule op het volgende neer. Het aantal vrijheidsgraden van een keten van botstukken is gelijk aan het aantal vrijheden van de vrije elementen van de keten verminderd met de som van de beperkingen van de verbindingen tussen de elementen. in formule: DF=6.(N-1)-ΣC Waarin: Df = Degrees of Freedom (vrijheidsgraden) 6 = maximaal aantal vrijheden per element N = aantal elementen van de keten ΣC = som der beperkingen in de verbindingen De keten bestaat in dit geval uit drie elementen (humerus, radius en ulna). De bewegingen worden beschreven ten opzichte van de humerus, Het aantal vrije elementen bedraagt dus twee (N-1). Deze twee elementen samen bezitten, indien ze niet in enige verbinding aan elkaar gekoppeld zouden zijn, samen 12 vrijheden. In werkelijkheid hebben we gezien bestaat het aantal vrijheden van de keten echter slechts uit drie mogelijkheden. De verbindingen tussen de elementen moeten dus samen 9 beperkingen introduceren. Gewrichten bezitten maximaal 3 vrijheidsgraden. Elke verbinding introduceert dus minimaal 3 beperkingen. Aangezien we te maken hebben met drie verschillende gewrichten zou de onderarm als keten volgens bovenstaande formule slechts drie vrijheidsgraden kunnen bezitten indien alle drie de gewrichten drie vrijheidsgraden hebben. Bestudering van de vormgeving van de diverse gewrichten maakt het niet erg aannemelijk dat dit ook werkelijk het geval is. Figuur 3 toont de gewrichtsprofielen van het art. cubiti. De verbinding tussen radius en humerus kan gezien de vormgeving wel drie graden van vrijheid bezitten (en dus drie beperkingen introduceren in de keten). Het gewricht tussen de ulna en de humerus is echter overduidelijk een art. sellaris. In zadelgewrichten bestaan slechts twee vrijheidsgraden. Dit gewricht introduceert daarmee 4 beperkingen. De derde verbin-

4 ding van de keten is de verbinding tussen radius en ulna. Aan dit gewricht wordt meestal slechts één bewegingsmogelijkheid (en dus vijf beperkingen) toegekend (rotatie van de radius om de ulna). Zo bezien leveren de verbindingen dus 12 beperkingen. Het aantal vrijheidsgraden voor de keten komt daarmee op = 0. De keten staat daarmee volledig vast. Bovenstaande rekenkundige benadering kan blijkbaar niet zondermeer op de onderarm worden toegepast. Dit is het gevolg van het feit dat er in de onderarm sprake is van een aantal bijzondere geometrische verhoudingen tussen de diverse gewrichten waardoor bewegingsassen in de verbindingen samenvallen. Indien er sprake is van samenvallende, evenwijdige of elkaar snijdende assen bezit een keten meer vrijheden dan de formule voorspelt. Figuur 3 Profielvormen van de gewrichten van het art. humeroradialis en het art. humeroulnaris. Dit wordt geïllustreerd met behulp van figuur 4. Twee plankjes zijn door middel van twee scharnieren met elkaar verbonden. In figuur 4a staan de beide scharnieren niet in een lijn en in figuur b is dit wel het geval. In het eerste geval is geen beweging mogelijk tussen de plankjes terwijl in de tweede situatie de plankjes ten opzichte van elkaar kunnen draaien om de scharnieren. Figuur 4 a. Gefixeerde keten van twee elementen en twee scharnieren. b. Mobiele keten van twee elementen en twee scharnieren. De rekenkundige benadering van dit probleem levert het volgende op. Het aantal vrije elementen bedraagt één (N-1). Dit element bezit in het ongebonden geval 6 vrijheden. De twee scharnieren echter bezitten per stuk slechts één vrijheidsgraad en leveren daarmee tezamen 10 beperkingen op. Het aantal vrijheidsgraden is dus -4. Het systeem staat vast, hetgeen in overeenstemming is met de werkelijkheid. De tweede situatie leidt echter tot precies dezelfde uitkomst, terwijl hier wel degelijk beweging mogelijk is. De formule houdt duidelijk geen rekening met het feit dat de beide scharnieren hier precies in lijn liggen. In feite vormen de twee scharnierdelen nu gezamenlijk slechts één verbinding. De beide scharnieren kunnen immers evengoed worden voorgesteld als één lang scharnier. Indien slechts één scharnier in de formule wordt ingebracht levert de toepassing van de rekenregel inderdaad een vrijheidsgraad voor de keten op. Een vergelijkbare situatie doet zich in de onderarm twee maal voor. Bijzondere as-liggingen in de onderarm Bij flexie en extensiebewegingen in het ellebooggewricht bewegen radius en ulna over een gelijke hoek om een samenvallende as. Figuur 5 verduidelijkt het belang hiervan. In figuur 5a worden de radius en de ulna over 90 gestrekt. beide botstukken bewegen hierbij om dezelfde as (weergegeven met een zwarte stip). In figuur 5b bewegen de beide botstukken vanuit een identieke startpositie opnieuw over 90 graden naar extensie, maar nu om assen met een verschillende positie. De ulna draait om de zwarte stip, de radius om de witte. In figuur 5a blijft de onderlinge positie van radius en ulna ongewijzigd na de rotatie, terwijl in situatie b de radius tijdens de strekking van de arm naar distaal en dorsaal is verplaatst ten opzichte van de ulna. De mate en de richting van deze onderlinge verplaatsing hangt natuurlijk samen met de mate en de richting waarin de beide rotatieassen verschoven liggen. De onvermijdelijke consequentie van het niet samenvallen van de beide assen is echter in alle gevallen dat radius en ulna ten opzichte van elkaar zouden moeten verglijden bij buiging of strekking van de onderarm ten opzichte van de humerus. Aangezien we er tot nu toe van zijn uitgegaan dat in het radio-ulnair gewricht slechts een rotatie van de radius om de ulna mogelijk is en geen verglijding,

5 zou het niet samenvallen van de flexie extensie-as in dit model tot gevolg hebben dat de onderarm niet kan worden bewogen ten opzichte van de humerus. De eigen observatie dat de flexie-extensie beweging in het ellebooggewricht ongestoord is bij patienten waarbij radius en ulna operatief aan elkaar gefixeerd zijn, ondersteunt de opvatting dat beide botstukken om een gezamenlijke as bewegen. Figuur 5 a. Bij een gemeenschappelijke rotatie-as verplaatsen radius en ulna niet ten opzichte van elkaar bij strekking of buiging in de elleboog. b. Indien de rotatie-assen niet samenvallen verplaatsen beide botstukken onderling wel. De rotatie-as in het art. radioulnaris Een tweede situatie waarbij sprake is van een bijzonder verloop van de assen is weergegeven in figuur 6. Naast de gemeenschappelijke flexie-extensie as (a) is de pro-supinatie-as weergegeven (b). Diverse onderzoeken ondersteunen deze voorstelling van zaken (3,5). Proximaal verloopt de as door de radius en distaal wordt de rotatieas aangetroffen in de ulna. Figuur 6 a. Gemeenschappelijke flexie-extensie as in het art. cubiti. b. Gemeenschappelijke as in het art. radioulnaris en het art. humeroradialis. Aangezien deze as tevens een mogelijke bewegingsas vormt in het art. humeroradialis kan de radius proneren ten opzichte van zowel de ulna als de humerus. Bij deze uitvoering van de pronatie beweegt de radius ten opzichte van een stilstaande humerus en een eveneens niet verplaatsende ulna. Dit is slechts mogelijk omdat de bewegingsas voor de radius ten opzichte van de ulna hierbij samenvalt met de as waaromheen de radius draait ten opzichte van de humerus. Dit is opnieuw een voorbeeld van een bijzondere geometrie waarmee geen rekening wordt gehouden bij het rekenkundig bepalen van het aantal vrijheden van een keten. Indien de rotatie-as van het radioulnaire gewricht niet zou samenvallen met de as van de radius ten opzichte van de humerus was pronatie om een stilstaande ulna niet mogelijk. De wijze van proneren die hier werd besproken komt overeen met het proneren om een as door de pink (figuur 1a en 2a en b). Ray (6) toont met behulp van röntgenfoto s in zijn onderzoek aan dat bij deze uitvoering de ulna niet van positie verandert. Het is de radius die hierbij beweegt om een stilstaande ulna. De derde vrijheidsgraad

6 Bovenstaande analyses hebben duidelijk gemaakt dat de onderarm twee vrijheidsgraden bezit die het gevolg zijn van bijzondere liggingen van assen. Uit de eerder genoemde observaties van de twee verschillende wijzen van proneren bleek echter dat er nog een derde vrijheidsgraad moet bestaan. Bovenstaande analyses hebben slechts een verklaring kunnen geven voor twee vrijheden, namelijk de flexie extensie van de onderarm ten opzichte van de elleboog en de pronatie om een stilstaande ulna. Opvallend hierbij is dat de tweede vrijheidsgraad die de ulna bezit tot nu toe onbesproken is gebleven. Met andere woorden: de tweede vrijheidsgraad in dit gewricht is niet nodig om de onderarm de bovenstaande twee bewegingsmogelijkheden te bieden. Hoogstwaarschijnlijk speelt deze tweede vrijheidsgraad in het gewricht dan ook een rol bij de tot nu toe eveneens niet besproken derde vrijheidsgraad van de keten. De ulna beweegt ten opzichte van de humerus in een zadelgewricht. Dergelijke gewrichten bezitten bewegingsmogelijkheden welke vergelijkbaar zijn met technische zadelvormige verbindingen. Uiteraard kunnen gewrichten niet worden opgevat als zuivere omwentelingslichamen en draaien ze niet om vaste assen, maar qua bewegingsvrijheid is de vergelijking wel toegestaan. Figuur 7 toont naast het ellebooggewricht de vereenvoudigde voorstelling van de profielen als zuivere in elkaar passende diabolo s. Figuur 7 Het zadelvormige gewrichtsvlak van het art. humeroulnaris (verdere verklaring in de tekst). De voorliggende diabolo (H) stelt voor de trochlea humeri en de (haaks daar op) dorsaal gelegen diabolo (U) stelt de incisura trochlearis van de ulna voor. De ulna kan in flexie (f) en extensie (e) bewegen om de as door de trochlea maar bezit tevens een tweede rotatie om de as door het centrum van de tweede diabolo. De vraag is welke beweging de ulna maakt bij rotatie om deze tweede as. Om deze vraag te beantwoorden analyseren we hoe deze tweede as gepositioneerd is in de ulna. Indien de as zou samenvallen met de lengterichting van de ulna betekent deze tweede vrijheidsgraad een rotatiemogelijkheid van de ulna om haar eigen lengte-as. (schematisch weergegeven in figuur 8a). In werkelijkheid echter staat het gewrichtsvlak van de incisura trochlearis achterover gekanteld ten opzichte van de lengterichting van het corpus ulnae (figuur 8b en c).

7 Figuur 8 a. Indien de bewegingsas van de ulna in het art. humeroulnaris zou liggen in het verlengde van de ulna treedt slechts een rotatie van de ulna om haar eigen lengte-as op. b en c. Aangezien de rotatie-as scheef staat op de ulna zwenkt de ulna bij rotatie naar radiaal. Aangezien de rotatie-as om deze reden niet samenvalt met de lengterichting van de ulna is de optredende beweging van de ulna ook geen zuivere rotatie om haar lengte-as, maar zwenkt de ulna hierbij tevens naar radiaal of ulnair. Ter verduidelijking van dit effect is door een kunststof afgietsel van een rechter ulna een as aangebracht in deze richting (figuur 9a). In figuur 9b is deze as zodanig ingeklemd in een bankschroef dat de ulna in een horizontale positie, passend bij een 90 gebogen arm, verkeert. De afbeelding toont een vooraanzicht van een rechter ulna. In figuur 9c heeft de ulna een rotatie om de betreffende as uitgevoerd waarbij duidelijk zichtbaar is dat het distale uiteinde van de ulna hierbij zwenkt naar radiaal. Deze rotatie van de ulna treedt op indien een pronatie wordt uitgevoerd om een as door de wijsvinger (zie figuur 1b en 2c en d). De abducerende beweging van de ulna bij deze manier van proneren vindt dus niet plaats om een zuiver sagittale as,maar berust op een rotatie van de ulna om een as welke schuin ten opzichte van de lengterichting van de ulna verloopt. Figuur 9 a. Zijaanzicht van een skeletmodel van de ulna, voorzien van een rotatie-as. b en c. Start en eindpositie van de ulna in vooraanzicht bij rotatie om deze as. Ontbinding van de as die past bij de naar radiaal zwenkende beweging (figuur10) leert dat de as kan worden ontbonden in een component in het verlengde van de ulna en een component daar loodrecht op. Ten gevolge van de component in de lengterichting maakt de ulna bij deze rotatie een lichte pronatie door. De component loodrecht op de ulna

8 veroorzaakt het abduceren. Het pronerende effect op de ulna is in figuur 9b en c zichtbaar aan de gewijzigde positie van het processus styloideus van de ulna. Gevolgen voor het art. radioulnaris Bij het proneren op de wijze waarbij de ulna naar radiaal zwenkt dient natuurlijk tevens een pronatie van de radius om de ulna plaats te vinden. In vergelijking met de uitvoering om een stilstaande ulna zal de radius bij deze uitvoering dus eveneens in een meer geabduceerde positie komen. Figuur 10 Ontbinding van de rotatie-as Verdere verklaring in de tekst. Deze abducerende beweging van de radius is in het gewricht met de humerus wel uitvoerbaar. Dit gewricht heeft immers 3 vrijheidsgraden en laat een dergelijke beweging van de radius toe. De vraag is echter welke consequenties deze bewegingen hebben voor het art. radioulnaris. Het probleem hierbij is namelijk dat radius en ulna beiden zwenken naar abductie om assen die duidelijk niet samenvallen. Figuur 11 toont schematisch welke gevolgen dit heeft. Figuur 11a toont de schematische onderarm. De elleboog is gestrekt. radius en ulna bewegen in dit geval beiden om een zuiver sagittale as. In werkelijkheid staan de bewegingsassen niet zuiver sagittaal, maar voor het principe dat hier getoond wordt is dat niet relevant. Na 20 abductie zijn beide botstukken niet alleen beide bewogen ten opzichte van de humerus, maar zijn tevens vergleden ten opzichte van elkaar. De radius is naar distaal vergleden ten opzichte van de ulna. Indien deze verschuiving niet zou kunnen optreden is de abducerende beweging van beide botstukken eveneens onmogelijk. Slecht indien beide botstukken zouden bewegen om dezelfde as (figuur 11c en d) zou het onderling verschuiven niet noodzakelijk zijn. Figuur 11 a en b. Verplaatsing van de radius ten opzichte van de ulna bij rotatie om niet samenvallende assen. c en d. Bij rotatie om een gemeenschappelijke as verplaatsen radius en ulna niet ten opzichte van elkaar. Een model van de onderarm Gewapend met bovenstaande kennis is door twee studenten van de opleiding Bewegingstechnologie van de Haagse Hogeschool (J. ter Haar en Y. Kamsteeg-Hiding) in het kader van een afstudeerproject (2) een model van de onderarm vervaardigd, waarin alle bovengenoemde eigenschappen verwerkt zijn. Figuur 12a toont het model. Het betreft een vooraanzicht van een rechter arm in een gestrekte positie van de elleboog. Figuur 12b toont de verbindingen tussen radius en ulna in detail. Het art. humeroradialis is uitgevoerd als een kogelgewricht. Het art. humeroulnaris kent twee vrijheidsgraden. De gemeenschappelijke flexie-extensie as van de radius en de ulna verloopt in dit model door de centra van beide verbindingen. De scheef op de lengterichting van de ulna gerichte tweede rotatie-as van het art. humeroulnaris is eveneens te herkennen. Het modelmatige equivalent van het art. radioulnaris wordt getoond in figuur 12c. Het gewricht wordt gevormd door een aan de radius bevestigde bus welke roteert om een aan de ulna bevestigde as. Deze as staat zorgvuldig gericht naar het centrum van de kogel in het art. humeroradialis (figuur 12a). Aangezien de as door de ulna wat langer is dan de bus aan

9 de radius kan deze bus (en dus de radius) eveneens wat transleren ten opzichte van de ulna. Aangezien de gemeenschappelijke flexie-extensie-as in het model van mediaal distaal naar lateraal proximaal verloopt, ontstaat bij het strekken van de arm van het model de zogenaamde angulus cubitus of carrying angle. Met behulp van dit model kunnen de twee verschillende vormen van pronatie worden uitgevoerd. Figuur 13 toont de start (a) en eindpositie (b) bij rotatie van de radius om een stilstaande ulna. Deze wijze van proneren komt overeen met de uitvoering van de pronatie om een as door de pink (figuur 1a en 2a en b). Deze beweging is in het model mogelijk aangezien de rotatie-as van de verbinding voorstellend het art. radioulnaris tevens verloopt door het centrum van de kogel in de verbinding van de radius met de humerus. Figuur 14 toont in detail de beweging in de radio-ulnaire verbinding. Merk hierbij op dat deze uitvoering geen aanleiding geeft tot een verschuiving in dit gewricht. In figuur 15 wordt een pronatie met een naar radiaal zwenkende ulna uitgevoerd in het model (analoog aan figuur 1b en 2c en d). De ulna beweegt hierbij om de eerder besproken scheef op het corpus staande as. In figuur 16 wordt opnieuw een detail getoond van de begin en eindstand in het art. radioulnaris bij deze tweede manier van proneren. Duidelijk is te zien dat deze uitvoering van de pronatie leidt tot een naar distaal verglijden van de radius ten opzichte van de ulna. Figuur 13 Start- en eindpositie van het model bij pronatie om een stilstaande ulna. Figuur 12 a. Samenvallende assen in het model. b. Detail van de verbindingen met de humerus. c. Detail van de verbinding tussen radius en ulna. (verdere verklaring in de tekst)

10 Figuur 14 Detail van de start en eindpositie in de radioulnaire verbinding van het model bij pronatie om een stilstaande ulna. Figuur 15 Start en eindpositie van het model bij pronatie met een abducerende ulna.

11 Figuur 16 Detail van de start en eindpositie in de radioulnaire verbinding van het model bij pronatie met een abducerende ulna. De m. anconeus De abductie van de ulna is een beweging die wordt veroorzaakt door contractie van de m. anconeus. Figuur 17 toont schematisch het verloop van deze spier. Zoals figuur 17a aangeeft, betreft de positie in figuur 17b een dorsaal aanzicht van het ellebooggewricht in een hoekstand van ongeveer 120. De bewegingsas van de ulna verloopt daarbij ongeveer als getoond in beide figuren. De m. anconeus is gezien zijn verloop uitstekend geschikt voor het uitvoeren van de abducerende zwenking van de ulna. Ter bevestiging van deze stelling is een EMG onderzoek van de betreffende spier verricht. Dergelijk onderzoek werd overigens eerder al uitgebreid gedaan door Gleason (1). Zijn uitkomsten zijn overeenkomstig de resultaten van dit onderzoek. De pieken in het signaal corresponderen met een pronatie met een abducerende ulna (methode b in figuur 18). Bij en uitvoering met een stilstaande ulna (methode a) is er aanzienlijk minder activiteit waarneembaar. Figuur 17 Verloop van de m. anconeus ten opzichte van de bewegingsas.

12 Figuur 18 EMG studie van de activiteit van de m. anconeus bij pronatie om een as door de pink (a) en een as door de wijsvinger (b). (sample freq. 10Hz, rectified EMG) C = Calibratie niveau in rust. Discussie Op basis van de bovenstaande analyses kan op theoretische gronden worden voorspeld dat het art. radioulnaris twee vrijheidsgraden bezit. Naast een rotatie van de radius om de ulna moet dit gewricht eveneens een geringe distaalwaartse verplaatsing van de radius ten opzichte van de ulna mogelijk maken. Het zou nuttig zijn deze hypothese tot inzet te maken van een functioneel morfologisch onderzoek van het betrokken anatomische gebied. Bij het functieonderzoek van de onderarm dienen beide pronatie mogelijkheden te worden onderzocht. Hierbij moet u zich bedenken dat bij een poging tot maximale pronatie door de betrokkene bij voorkeur de uitvoering met een abducerende ulna zal worden gekozen. Zoals bleek uit bovenstaande analyse proneert de ulna bij deze zwenking immers zelf ook in enige mate. Deze pronatie van de ulna kan worden opgeteld bij de pronatie van de radius om de ulna. De totale pronatie mogelijkheid bij deze uitvoering is dus groter dan bij de uitvoering met een stilstaande ulna. Bij de uitvoering van de beweging om een stilstaande ulna moet dus nadrukkelijk worden verteld aan de betrokkene dat het er niet om gaat zo ver mogelijk te proneren. Een beperking van de abductie van de ulna leidt dus, net als een beperking in het verglijden van de radius ten opzichte van de ulna, tot een afname van de pronatie mogelijkheid van de onderarm. Een andere test waarmee de bewegingsmogelijkheid van de ulna in deze richting kan worden getest is de zogenaamde >gapping= van de elleboog. In een gestrekte positie van de arm kan de onderarm in het ellebooggewricht onder ongestoorde omstandigheden passief iets worden geabduceerd. Bij deze test wordt de humerus door de onderzoeker rond de epicondylen gefixeerd en wordt met de andere hand een abducerende beweging van radius en ulna uitgevoerd. Indien deze beweging pijnvrij mogelijk is, kan worden geconcludeerd dat de ulna kan abduceren en dat de tweede vrijheidsgraad in het radioulnaire gewricht eveneens functioneert. Indien bij een beperkte pronatie deze test ongestoord is moet de oorzaak van de beperking worden gezocht in de rotatie van de radius om de ulna of van de radius ten opzichte van de humerus. Problematiek in deze gewrichtsfuncties kan aanleiding geven tot een beeld dat sterk doet denken aan een epicondilitis lateralis. De klassieke provocatie bij een epicondilitis is het maken van een stevige vuist in deze positie. De extensoren van de pols zijn hierbij sterk actief (om een polsflexie te voorkomen welke zou ontstaan door een geïsoleerde activiteit van de bij het knijpen betrokken vingerflexoren). Aangezien de onderarm hierbij in een geproneerde positie verkeerd, is echter ook de m. anconeus actief. Deze spier hecht eveneens aan op de laterale epicondyl. Indien de klachten bij het knijpen afnemen indien de test onderhands wordt uitgevoerd (en dus in een gesupineerde positie) dient u extra alert te

13 zijn op de rol van de m. anconeus. De noodzaak tot activiteit van de extensoren van de pols duurt immers, ook in de gesupineerde positie van de onderarm, voort Indien een last in de hand wordt gedragen waarin wordt geknepen ligt dit iets complexer. De noodzaak om de extensoren van de pols te gebruiken wordt nu deels weggenomen door het gewicht van de last. De m. anconeus zal zijn activiteit echter zeker kunnen staken in deze positie. Uw diagnose is echter nog niet rond met het vaststellen van een tendinitis van de m. anconeus. De vraag op welke wijze deze spier ontstoken is geraakt, is immers nog niet beantwoord. De oorzaken voor het ontstaan van deze reparatieprocessen in de pees ligt naar onze overtuiging in een functiestoring van het gewricht waarover de spier zijn moment levert. In dit geval is dat de abducerende beweging van de ulna. Om die reden dient een zorgvuldig passief bewegingsonderzoek van de onderarm te worden uitgevoerd, waarbij u bovenstaande methoden toe kunt passen. Met dank aan J. ter Haar en Y. Kamsteeg-Hidding voor het vervaardigen van het model van de onderarm. LITERATUUR 1. Gleason, T., W. Goldstein, D. Ray. The function of the anconeus muscle. Clin. Orth. Rel. Res. 192 (1985), pp Haar, J ter., Y. Kamsteeg-Hidding. Een kinematisch model van de onderarm. Afstudeerscriptie opleiding Bewegingstechnologie Haagse Hogeschool (1996). 3. Hollister,A.M., H. Gellman, R.L. Waters. The relationship of the interosseous membrane to the axis of rotation of the forearm. Clin. Orth. Rel. Res. 298 (1994), pp Kapandji, I.A. The physiology of the joints Edinburgh: Churchill Livingstone: (1970) 5. King, G.J., R. McMurty et. al. Kinematics of the distal radioulnar joint J Hand surg 11A (1986) pp Ray, R., R. Johnson, R. Jameson. Rotation of the forearm, an experimental study of pronation and supination. The Journal of Bone and Joint Surgery, vol 33-A, no.4, (1951),pp Riezebos, c., et. al. Gekoppelde bewegingen in de bovenste extremiteit Versus, tijdschrift voor Fysiotherapie, n0 4. (1992), pp

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie,19e jrg 2001, no.6 (pp. 315 322)

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie,19e jrg 2001, no.6 (pp. 315 322) Auteur(s): Titel: A. Lagerberg De beperkte schouder. Functie-analyse van het art. humeri met behulp van een röntgenfoto Jaargang: 19 Jaartal: 2001 Nummer: 6 Oorspronkelijke paginanummers: 315-322 Deze

Nadere informatie

Inleiding. Anatomie. Humerus

Inleiding. Anatomie. Humerus Inleiding Koos van Nugteren De elleboog verbindt de bovenarm met de onderarm. Buiging van de arm zorgt ervoor dat we de hand in de richting van het hoofd en de schouder kunnen bewegen. Activiteiten als

Nadere informatie

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 19e jrg 2001, no. 4 (pp )

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 19e jrg 2001, no. 4 (pp ) Auteur(s): P. van der Meer, H. van Holstein Titel: Meten van de heupadductie Jaargang: 19 Jaartal: 2001 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers: 206-216 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding,

Nadere informatie

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 20 e jrg 2002, no. 6 (pp )

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 20 e jrg 2002, no. 6 (pp ) Auteur(s): A. Lagerberg Titel: Bewegen is relatief Jaargang: 20 Jaartal: 2002 Nummer: 6 Oorspronkelijke paginanummers: Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij gebruikt worden voor

Nadere informatie

I. B E W E G I G E E A S S E S T E L S E L S

I. B E W E G I G E E A S S E S T E L S E L S I. B E W E G I G E E A S S E S T E L S E L S Beweging is relatief. Beweging is een positieverandering van "iets" ten opzichte van "iets anders". Voor "iets" kan van alles worden ingevuld: een punt, een

Nadere informatie

Auteur(s): Lagerberg A, Riezebos C Titel: Ganganalyse van een poliopatiënt Jaargang: 15 Jaartal: 1997 Nummer: 1 Oorspronkelijke paginanummers: 6-15

Auteur(s): Lagerberg A, Riezebos C Titel: Ganganalyse van een poliopatiënt Jaargang: 15 Jaartal: 1997 Nummer: 1 Oorspronkelijke paginanummers: 6-15 Auteur(s): Lagerberg A, Riezebos C Titel: Ganganalyse van een poliopatiënt Jaargang: 15 Jaartal: 1997 Nummer: 1 Oorspronkelijke paginanummers: 6-15 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding,

Nadere informatie

Auteur(s): W. Ignatio, M. Zonneveld Titel: De zwaartekrachtgoniometer Jaargang: 4 Jaartal: 1986 Nummer: 6 Oorspronkelijke paginanummers:

Auteur(s): W. Ignatio, M. Zonneveld Titel: De zwaartekrachtgoniometer Jaargang: 4 Jaartal: 1986 Nummer: 6 Oorspronkelijke paginanummers: Auteur(s): W. Ignatio, M. Zonneveld Titel: De zwaartekrachtgoniometer Jaargang: 4 Jaartal: 1986 Nummer: 6 orspronkelijke paginanummers: 269-277 Dit artikel is oorspronkelijk verschenen in Haags Tijdschrift

Nadere informatie

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 21 e jrg 2003, no. 4 (pp )

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 21 e jrg 2003, no. 4 (pp ) Auteur(s): C. Riezebos Titel: De arm als open en gesloten kinematische keten Jaargang: 21 Jaartal: 2003 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers: 197-228 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding,

Nadere informatie

Gesloten vragen Functionele Anatomie II

Gesloten vragen Functionele Anatomie II Gesloten vragen Functionele Anatomie II 2013-2014 1. Ab- en adductie vindt plaats om een longitudinale as 2. In de anatomische houding is, in het sagittale vlak van de wervelkolom, lumbaal een lordose

Nadere informatie

Auteur(s): E. Koes Titel: De schouderhoogstand Jaargang: 18 Jaartal: 2000 Nummer: 2 Oorspronkelijke paginanummers:

Auteur(s): E. Koes Titel: De schouderhoogstand Jaargang: 18 Jaartal: 2000 Nummer: 2 Oorspronkelijke paginanummers: Auteur(s): E. Koes Titel: De schouderhoogstand Jaargang: 18 Jaartal: 2000 Nummer: 2 Oorspronkelijke paginanummers: 100-113 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij gebruikt worden

Nadere informatie

VERSUS, Tijdschrift voor fysiotherapie, 20e jaargang 2002, no.1(3-17)

VERSUS, Tijdschrift voor fysiotherapie, 20e jaargang 2002, no.1(3-17) Auteur(s): Henk van Holstein; Paul van der Meer Titel: Mobiliteit en Mobilisatie van het Art. Acromioclavicularis Jaargang:20 Jaartal:2002 Nummer:1 Oorspronkelijke paginanummers: Deze online uitgave mag,

Nadere informatie

Auteur(s): E. Koes Titel: De scheve wervel Jaargang: 13 Jaartal: 1995 Nummer: 5 Oorspronkelijke paginanummers:

Auteur(s): E. Koes Titel: De scheve wervel Jaargang: 13 Jaartal: 1995 Nummer: 5 Oorspronkelijke paginanummers: Auteur(s): E. Koes Titel: De scheve wervel Jaargang: 13 Jaartal: 1995 Nummer: 5 Oorspronkelijke paginanummers: 299-307 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij gebruikt worden voor

Nadere informatie

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 20e jrg 2002, no. 6 (pp )

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 20e jrg 2002, no. 6 (pp ) Auteur(s): C. Riezebos Titel: Beweging, beperking en mobilisatie van het patellofemorale gewricht Jaargang: 20 Jaartal: 2002 Nummer: 6 Oorspronkelijke paginanummers: 340-361 Deze online uitgave mag, onder

Nadere informatie

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 22 e jrg 2004, no. 2 (pp )

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 22 e jrg 2004, no. 2 (pp ) Auteur(s): F. van de Beld Titel: De excentrische crank Jaargang: 22 Jaartal: 2004 Nummer: 2 Oorspronkelijke paginanummers: 79-89 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij gebruikt

Nadere informatie

Auteur(s): Frank van de Beld Titel: Iliumkanteling tijdens het gaan Jaargang: 2001 Jaartal: 19 Nummer: 3 Oorspronkelijke paginanummers:

Auteur(s): Frank van de Beld Titel: Iliumkanteling tijdens het gaan Jaargang: 2001 Jaartal: 19 Nummer: 3 Oorspronkelijke paginanummers: Auteur(s): Frank van de Beld Titel: Iliumkanteling tijdens het gaan Jaargang: 2001 Jaartal: 19 Nummer: 3 Oorspronkelijke paginanummers: 149-160 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding,

Nadere informatie

I. BEWEGI GE E ASSE STELSELS

I. BEWEGI GE E ASSE STELSELS I. BEWEGI GE E ASSE STELSELS Beweging is relatief. Beweging is een positieverandering van "iets" ten opzichte van "iets anders". Voor "iets" kan van alles worden ingevuld: een punt, een lijn, een vlak

Nadere informatie

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie,17e jrg 1999, no.6 (pp )

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie,17e jrg 1999, no.6 (pp ) Auteur(s): F.B. van de Beld Titel: Het meten van de bekkenrotatie tijdens het gaan op een tapis roulant Jaargang: 17 Jaartal: 1999 Nummer: 6 Oorspronkelijke paginanummers: 291-297 Deze online uitgave mag,

Nadere informatie

ERASMUS MC MODIFICATIE VAN DE (REVISED) NOTTINGHAM SENSORY ASSESSMENT Handleiding

ERASMUS MC MODIFICATIE VAN DE (REVISED) NOTTINGHAM SENSORY ASSESSMENT Handleiding De Erasmus MC Modificatie van de (revised) Nottingham Sensory Assessment (EmNSA) 1 is een meetinstrument om bij patiënten met intracraniële aandoeningen de tastzin, de scherp-dof discriminatie en de propriocepsis

Nadere informatie

Instructie. Motor Assessment Scale Auteur: Carr J.H Scoring. Testvolgorde en instructies

Instructie. Motor Assessment Scale Auteur: Carr J.H Scoring. Testvolgorde en instructies Instructie Motor Assessment Scale Auteur: Carr J.H. 1985 3 Scoring De therapeut scoort ieder motorische vaardigheid op een schaal van o tot 6. De test moet in een rustige ruimte worden uitgevoerd. De patiënt

Nadere informatie

Beroepsopdracht van Çagdas Mutlu & Monique Frederiks Hogeschool van Amsterdam ASHP, opleiding fysiotherapie Inhoudsopgave

Beroepsopdracht van Çagdas Mutlu & Monique Frederiks Hogeschool van Amsterdam ASHP, opleiding fysiotherapie Inhoudsopgave Beroepsopdracht van Çagdas Mutlu & Monique Frederiks Hogeschool van Amsterdam ASHP, opleiding fysiotherapie 2009 Inhoudsopgave Voorwoord 3 Inleiding 4 Product omschrijving 4 Gebruikswijze dvd 4 Opbouw

Nadere informatie

Auteur(s): A. Lagerberg, H. Faber Titel: Fitness, kracht en lenigheid Jaargang: 14 Jaartal: 1996 Nummer: 2 Oorspronkelijke paginanummers: 79-91

Auteur(s): A. Lagerberg, H. Faber Titel: Fitness, kracht en lenigheid Jaargang: 14 Jaartal: 1996 Nummer: 2 Oorspronkelijke paginanummers: 79-91 Auteur(s): A. Lagerberg, H. Faber Titel: Fitness, kracht en lenigheid Jaargang: 14 Jaartal: 1996 Nummer: 2 Oorspronkelijke paginanummers: 79-91 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding,

Nadere informatie

Auteur(s): P. van der Meer Titel: Schijnbewegingen in de enkel Jaargang: 25 Jaartal: 2007 Nummer: 2 Oorspronkelijke paginanummers: 63 74

Auteur(s): P. van der Meer Titel: Schijnbewegingen in de enkel Jaargang: 25 Jaartal: 2007 Nummer: 2 Oorspronkelijke paginanummers: 63 74 Auteur(s): P. van der Meer Titel: Schijnbewegingen in de enkel Jaargang: 25 Jaartal: 2007 Nummer: 2 Oorspronkelijke paginanummers: 63 74 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij gebruikt

Nadere informatie

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 19e jrg 2001, no. 4 (pp. 183-205)

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 19e jrg 2001, no. 4 (pp. 183-205) Auteur(s): C. Riezebos Titel: De slotrotatie van de knie: mechanisme en mobilisatie Jaargang: 19 Jaartal: 2001 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers: 183-205 Deze online uitgave mag, onder duidelijke

Nadere informatie

Auteur(s): H. Faber Titel: Afzetten en hielspoor Jaargang: 17 Jaartal: 1999 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers: 175-184

Auteur(s): H. Faber Titel: Afzetten en hielspoor Jaargang: 17 Jaartal: 1999 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers: 175-184 Auteur(s): H. Faber Titel: Afzetten en hielspoor Jaargang: 17 Jaartal: 1999 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers: 175-184 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij gebruikt worden

Nadere informatie

** Flexie van de pols wordt ook wel palmairflexie genoemd, extensie van de pols wordt ook dorsaal flexie of dorsaal extensie genoemd.

** Flexie van de pols wordt ook wel palmairflexie genoemd, extensie van de pols wordt ook dorsaal flexie of dorsaal extensie genoemd. Checklist LO: Onderzoek van de pols en hand Algemene instructies Stelt u zich voor aan patiënt. Vertel welk onderzoek u gaat verrichten en instrueer de proefpersoon in begrijpelijk Nederlands. Zorg ervoor

Nadere informatie

Auteur(s): H. Faber Titel: Reactie op: Het klappende van de schaats Jaargang: 16 Jaartal: 1998 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers:

Auteur(s): H. Faber Titel: Reactie op: Het klappende van de schaats Jaargang: 16 Jaartal: 1998 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers: Auteur(s): H. Faber Titel: Reactie op: Het klappende van de schaats Jaargang: 16 Jaartal: 1998 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers: 147-155 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding,

Nadere informatie

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie,14e jrg 1996, no.5 (pp )

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie,14e jrg 1996, no.5 (pp ) Auteur(s): Lagerberg A, Riezebos C. Titel: Heupmobiliteit, Beenlengte en Lichaamshouding Jaargang: 14 Jaartal: 1996 Nummer: 5 Oorspronkelijke paginanummers: 250-264 Deze online uitgave mag, onder duidelijke

Nadere informatie

Auteur(s): K. Bunnig, A. Hendriks Titel: Springen en spierrekken Jaargang: 7 Jaartal: 1989 Nummer: 5 Oorspronkelijke paginanummers:

Auteur(s): K. Bunnig, A. Hendriks Titel: Springen en spierrekken Jaargang: 7 Jaartal: 1989 Nummer: 5 Oorspronkelijke paginanummers: Auteur(s): K. Bunnig, A. Hendriks Titel: Springen en spierrekken Jaargang: 7 Jaartal: 1989 Nummer: 5 Oorspronkelijke paginanummers: 238-256 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij

Nadere informatie

Auteur(s): Ruys, C.C., Sombekke, C.A.M Titel: Roteert de clavicula? Jaargang: 13 Jaartal: 1995 Nummer: 1 Oorspronkelijke paginanummers: 4-21

Auteur(s): Ruys, C.C., Sombekke, C.A.M Titel: Roteert de clavicula? Jaargang: 13 Jaartal: 1995 Nummer: 1 Oorspronkelijke paginanummers: 4-21 Auteur(s): Ruys, C.C., Sombekke, C.A.M Titel: Roteert de clavicula? Jaargang: 13 Jaartal: 1995 Nummer: 1 Oorspronkelijke paginanummers: 4-21 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij

Nadere informatie

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 17e jrg 1999, no. 2 (pp )

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 17e jrg 1999, no. 2 (pp ) Auteur(s): H. Faber, B. van der Zwaard Titel: Osteokinematica van het schoudercomplex bij elevatie van de arm Jaargang: 17 Jaartal: 1999 Nummer: 2 Oorspronkelijke paginanummers: 43-60 Deze online uitgave

Nadere informatie

Auteur(s): Frank van de Beld Titel: Fietsen met een knieflexiebeperking Jaargang: 13 Jaartal: 1995 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers:

Auteur(s): Frank van de Beld Titel: Fietsen met een knieflexiebeperking Jaargang: 13 Jaartal: 1995 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers: Auteur(s): Frank van de Beld Titel: Fietsen met een knieflexiebeperking Jaargang: 13 Jaartal: 1995 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers: 203-217 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding,

Nadere informatie

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 25e jrg 2007, no. 6 (pp )

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 25e jrg 2007, no. 6 (pp ) Auteur(s): H. Faber Titel: Immobilisatie en contracturen: stijve gewrichten, een slap verhaal Jaargang: 25 Jaartal: 2007 Nummer: 6 Oorspronkelijke paginanummers: 287-292 Deze online uitgave mag, onder

Nadere informatie

Het Rotatievlak een platte oplossing voor een ruimtelijk probleem Jaargang: 13 Jaartal: 1995 Nummer: 6 Oorspronkelijke paginanummers:

Het Rotatievlak een platte oplossing voor een ruimtelijk probleem Jaargang: 13 Jaartal: 1995 Nummer: 6 Oorspronkelijke paginanummers: Auteur(s): Titel: Faber H, Lagerberg A Het Rotatievlak een platte oplossing voor een ruimtelijk probleem Jaargang: 13 Jaartal: 1995 Nummer: 6 Oorspronkelijke paginanummers: 329-353 Deze online uitgave

Nadere informatie

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 16e jrg 1998, no. 2 (pp )

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 16e jrg 1998, no. 2 (pp ) Auteur(s): P. van der Meer, H. van Holstein Titel: Mobiliseren van het onderste spronggewricht Jaargang: 16 Jaartal: 1998 Nummer: 2 Oorspronkelijke paginanummers: 63-74 Deze online uitgave mag, onder duidelijke

Nadere informatie

Auteur(s): F. van de Beld Titel: Bekkenkanteling in het frontale vlak als huiswerkoefening Jaargang: 27 Maand: april Jaartal: 2009

Auteur(s): F. van de Beld Titel: Bekkenkanteling in het frontale vlak als huiswerkoefening Jaargang: 27 Maand: april Jaartal: 2009 Auteur(s): F. van de Beld Titel: Bekkenkanteling in het frontale vlak als huiswerkoefening Jaargang: 27 Maand: april Jaartal: 2009 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij gebruikt

Nadere informatie

Auteur(s): H. Faber Titel: Scoliose: een instabiele wervelkolom Jaargang: 16 Jaartal: 1998 Nummer: 6 Oorspronkelijke paginanummers:

Auteur(s): H. Faber Titel: Scoliose: een instabiele wervelkolom Jaargang: 16 Jaartal: 1998 Nummer: 6 Oorspronkelijke paginanummers: Auteur(s): H. Faber Titel: Scoliose: een instabiele wervelkolom Jaargang: 16 Jaartal: 1998 Nummer: 6 Oorspronkelijke paginanummers: 251-260 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij

Nadere informatie

Bewegingsleer DeelIDebovensteextremiteit

Bewegingsleer DeelIDebovensteextremiteit Bewegingsleer DeelIDebovensteextremiteit Bewegingsleer Deel I De bovenste extremiteit I.A. Kapandji Bohn Stafleu van Loghum Houten 2009 Ó 2009 Bohn Stafleu van Loghum, onderdeel van Springer Uitgeverij

Nadere informatie

* short head: eind van coracoid van scapula * long head: supraglenoid deel scapula. * Ulna. * halverwege voorkant humerus.

* short head: eind van coracoid van scapula * long head: supraglenoid deel scapula. * Ulna. * halverwege voorkant humerus. BOVENSTE EXTREMITEITEN Spiergroep Spiernaam Aanhechtingsplaats proximaal Aanhechtingsplaats distaal Innervatie Functie Extensoren bovenarm * m. biceps brachii * short head: eind van coracoid van scapula

Nadere informatie

Versus, Tijdschrift voor Fysiotherapie, 7e jrg 1989, no. 4 (pp )

Versus, Tijdschrift voor Fysiotherapie, 7e jrg 1989, no. 4 (pp ) Auteur(s): C. Riezebos, F. Krijgsman, A. Lagerberg Titel: De effektiviteit van borst- en buikademhaling Jaargang: 7 Jaartal: 1989 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers: 202-215 Deze online uitgave mag,

Nadere informatie

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 20 e jrg. 2002, no. 4 (pp )

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 20 e jrg. 2002, no. 4 (pp ) Auteur(s): F. van de Beld Titel: Omdraaien (1) Jaargang: 20 Jaartal: 2002 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers: 219-232 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij gebruikt worden

Nadere informatie

De polsfractuur. Fysiotherapie. Beter voor elkaar

De polsfractuur. Fysiotherapie. Beter voor elkaar De polsfractuur Fysiotherapie Beter voor elkaar 2 Wat is een polsfractuur? Bij een polsfractuur, of wel een gebroken pols, is er een breuk van het spaakbeen of de ellepijp. Een spaakbeen breuk wordt ook

Nadere informatie

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 6e jrg 1988, no. 2 (pp )

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 6e jrg 1988, no. 2 (pp ) Auteur(s): A. Lagerberg, C. Riezebos Titel: Schouder subluxatie bij de hemiplegische patiënt Jaargang: 6 Jaartal: 1988 Nummer: 2 Oorspronkelijke paginanummers: 72-81 Deze online uitgave mag, onder duidelijke

Nadere informatie

Theorie-examen Anatomie 13 januari 2006.

Theorie-examen Anatomie 13 januari 2006. Theorie-examen Anatomie 13 januari 2006. 1. Wat is de diafyse van een pijpbeen? A. Het uiteinde van een pijpbeen. B. Het middenstuk van een pijpbeen. C. De groeischijf. 2. Waar bevindt zich de pink, ten

Nadere informatie

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 21 e jrg 2003, no.6 (pp. 313-321)

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 21 e jrg 2003, no.6 (pp. 313-321) Auteur(s): F. Roelants, P. van Kempen Titel: Rugspieractiviteit tijdens het schaatsen Jaargang: 21 Jaartal: 2003 Nummer: 6 Oorspronkelijke paginanummers: 313-321 Deze online uitgave mag, onder duidelijke

Nadere informatie

Auteur(s): H. Faber Titel: Functionele vrijheidsgraden Jaargang: 22 Jaartal: 2004 Nummer: 1 Oorspronkelijke paginanummers: 13-24

Auteur(s): H. Faber Titel: Functionele vrijheidsgraden Jaargang: 22 Jaartal: 2004 Nummer: 1 Oorspronkelijke paginanummers: 13-24 Auteur(s): H. Faber Titel: Functionele vrijheidsgraden Jaargang: 22 Jaartal: 2004 Nummer: 1 Oorspronkelijke paginanummers: 13-24 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij gebruikt

Nadere informatie

Henny Leentvaar (Sport)Massage. Functie testen. Datum: 14 mei 2008. Opgesteld door: Henny Leentvaar

Henny Leentvaar (Sport)Massage. Functie testen. Datum: 14 mei 2008. Opgesteld door: Henny Leentvaar Henny Leentvaar (Sport)Massage Functie testen Datum: 14 mei 2008 Opgesteld door: Henny Leentvaar Functie testen Voordat kan worden overgegaan tot tapen of bandageren van een aangedane spier en/of gewricht

Nadere informatie

Auteur(s): H. Faber, D. Kistemaker, A. Hof Titel: Reactie op: Overeenkomsten en verschillen in de functies van mono- en biarticulaire

Auteur(s): H. Faber, D. Kistemaker, A. Hof Titel: Reactie op: Overeenkomsten en verschillen in de functies van mono- en biarticulaire Auteur(s): H. Faber, D. Kistemaker, A. Hof Titel: Reactie op: Overeenkomsten en verschillen in de functies van mono- en biarticulaire spieren Jaargang: 22 Jaartal: 2004 Nummer: 6 Oorspronkelijke paginanummers:

Nadere informatie

Oefenvragen les 7. 1) Wat voor soort gewricht is het art radiocarpea? A) Eigewricht B) Kogelgewricht C) Lengtescharnier D) Zadelgewricht

Oefenvragen les 7. 1) Wat voor soort gewricht is het art radiocarpea? A) Eigewricht B) Kogelgewricht C) Lengtescharnier D) Zadelgewricht 1) Wat voor soort gewricht is het art radiocarpea? A) Eigewricht B) Kogelgewricht C) Lengtescharnier D) Zadelgewricht Oefenvragen les 7 2) Hoe is een ware rib (costavera) met de wervelkolom verbonden?

Nadere informatie

Waarom meten Podologen zoveel?

Waarom meten Podologen zoveel? Waarom meten Podologen zoveel? Borgions Paul MsC Pod Secretaris Belgische Vereniging der podologen Podoloog Podologisch Centrum Rotselaar (met focus naar Topsporters en kinderen) Biomechanicus voor KRC

Nadere informatie

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 1e jrg 1983, no. 1 (pp )

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 1e jrg 1983, no. 1 (pp ) Auteur(s): A.Lagerberg, C.Riezebos, E.Koes, F.Krijgsman Titel: Beperkte elleboog-extensie en schouderklachten Jaargang: 1992 Jaartal: 10 Nummer: 2 Oorspronkelijke paginanummers: 77-104 Deze online uitgave

Nadere informatie

Auteur(s): A. Lagerberg Titel: Rotatie in de lumbale wervelkolom Jaargang: 12 Jaartal: 1994 Nummer: 3 Oorspronkelijke paginanummers:

Auteur(s): A. Lagerberg Titel: Rotatie in de lumbale wervelkolom Jaargang: 12 Jaartal: 1994 Nummer: 3 Oorspronkelijke paginanummers: 7 Auteur(s): A. Lagerberg Titel: Rotatie in de lumbale wervelkolom Jaargang: 12 Jaartal: 1994 Nummer: 3 Oorspronkelijke paginanummers: 119-139 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding,

Nadere informatie

Auteur(s): R. v.d. Meer Titel: De omdraaiplastiek Jaargang: 19 Jaartal: 2001 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers:

Auteur(s): R. v.d. Meer Titel: De omdraaiplastiek Jaargang: 19 Jaartal: 2001 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers: Auteur(s): R. v.d. Meer Titel: De omdraaiplastiek Jaargang: 19 Jaartal: 2001 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers: 171-182 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij gebruikt worden

Nadere informatie

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 23 e jrg 2005, no. 2 (pp. 103 119)

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 23 e jrg 2005, no. 2 (pp. 103 119) Auteur(s): A.Lagerberg Titel: Mobiliteitsmetingen met behulp van digitale fotografie. Jaargang: 23 Jaartal: 2005 Nummer: 2 Oorspronkelijke paginanummers: 103-119 Deze online uitgave mag, onder duidelijke

Nadere informatie

Auteur(s): A. Lagerberg Titel: Zitten en beenkruisen Jaargang: 16 Jaartal: 1998 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers:

Auteur(s): A. Lagerberg Titel: Zitten en beenkruisen Jaargang: 16 Jaartal: 1998 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers: Auteur(s): A. Lagerberg Titel: Zitten en beenkruisen Jaargang: 16 Jaartal: 1998 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers: 165-175 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij gebruikt

Nadere informatie

Verdiepingsmodule. Vaardigheid schouderonderzoek. Schoudersklachten: Vaardigheid schouderonderzoek. 1. Toelichting. 2. Doel, doelgroep en tijdsduur

Verdiepingsmodule. Vaardigheid schouderonderzoek. Schoudersklachten: Vaardigheid schouderonderzoek. 1. Toelichting. 2. Doel, doelgroep en tijdsduur Schoudersklachten: 1. Toelichting Deze verdiepingsmodule is gebaseerd op de NHG Standaard van oktober 2008 (tweede herziening). De anatomie van de schouder is globaal wel bekend bij de huisarts. Veelal

Nadere informatie

Auteur(s): Lagerberg A. Titel: Voetreactiekrachten op de statafel Jaargang: 8 Jaartal: 1990 Nummer: 1 Oorspronkelijke paginanummers: 8-21

Auteur(s): Lagerberg A. Titel: Voetreactiekrachten op de statafel Jaargang: 8 Jaartal: 1990 Nummer: 1 Oorspronkelijke paginanummers: 8-21 Auteur(s): Lagerberg A. Titel: Voetreactiekrachten op de statafel Jaargang: 8 Jaartal: 1990 Nummer: 1 Oorspronkelijke paginanummers: 8-21 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij

Nadere informatie

Het doorbewegen bij een dwarslaesie. Tetraplegie

Het doorbewegen bij een dwarslaesie. Tetraplegie Het doorbewegen bij een dwarslaesie Tetraplegie Inhoud Inleiding 3 Algemene opmerkingen 3 Zelfstandig doorbewegen 4 Doorbewegen door een hulppersoon 9 De Sint Maartenskliniek 24 Colofon 24 Inleiding In

Nadere informatie

Auteur(s): C. Riezebos, A. Lagerberg Titel: RSI: een pronatieprobleem Jaargang: 15 Jaartal: 1997 Nummer: 1 Oorspronkelijke paginanummers: 16-40

Auteur(s): C. Riezebos, A. Lagerberg Titel: RSI: een pronatieprobleem Jaargang: 15 Jaartal: 1997 Nummer: 1 Oorspronkelijke paginanummers: 16-40 Auteur(s): C. Riezebos, A. Lagerberg Titel: RSI: een pronatieprobleem Jaargang: 15 Jaartal: 1997 Nummer: 1 Oorspronkelijke paginanummers: 16-40 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding,

Nadere informatie

VGN immobilisatieprotocollen

VGN immobilisatieprotocollen VGN immobilisatieprotocollen VGN immobilisatieprotocollen INLEIDING De VGN immobilisatieprotocollen bevatten de richtlijnen die bepalen waar een correct aangelegd gipsverband aan hoort te voldoen. De immobilisatieprotocollen

Nadere informatie

Romphouding en Beweeglijkheid Bureaustoel versus Flexchair

Romphouding en Beweeglijkheid Bureaustoel versus Flexchair Romphouding en Beweeglijkheid Bureaustoel versus Flexchair Thijs Hartveld Stagiair McRoberts Opleiding Bewegingstechnologie Den Haag Februari 2013 Achtergrond Veldon VelDon is gestart met een dynamisch

Nadere informatie

Skillslab handleiding

Skillslab handleiding Skillslab handleiding Faculteit Geneeskunde & Gezondheidswetenschappen Inleiding tot het orthopedisch onderzoek Academiejaar 2012-2013 Dr. Francis Hugelier - Dr. Jan Reniers Dr. Hans Van den Abbeele Met

Nadere informatie

Diagnostiek aan de schoudergordel. Model orthopedische geneeskunde ( James Cyriax) (Dos winkel)

Diagnostiek aan de schoudergordel. Model orthopedische geneeskunde ( James Cyriax) (Dos winkel) Diagnostiek aan de schoudergordel Model orthopedische geneeskunde ( James Cyriax) (Dos winkel) Doorsnede art. humeri bicepspees, loopt door bovenkant van kapsel en voorkomt inklemming van kapsel in gewrichtsspleet

Nadere informatie

Nascholing Traumachirurgie 2015 Workshop Onderzoek van de pols en hand. Donderdag 22 januari 2015

Nascholing Traumachirurgie 2015 Workshop Onderzoek van de pols en hand. Donderdag 22 januari 2015 Nascholing Traumachirurgie 2015 Workshop Onderzoek van de pols en hand Donderdag 22 januari 2015 Introductie Onderzoek van pols en hand Inspectie Bewegingsonderzoek Palpatie Neurologisch onderzoek Specifieke

Nadere informatie

Registratie-richtlijnen D001 WERKGERELATEERDE AANDOENINGEN VAN DE BOVENSTE EXTREMITEIT

Registratie-richtlijnen D001 WERKGERELATEERDE AANDOENINGEN VAN DE BOVENSTE EXTREMITEIT WERKGERELATEERDE AANDOENINGEN VAN DE BOVENSTE EXTREMITEIT (Inclusief 506.21: Ontstekingen door overmatige inspanning van peesscheden; 506.22: Ontstekingen door overmatige inspanning van het weefsel van

Nadere informatie

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 15e jrg 1997, no. 3 (pp )

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 15e jrg 1997, no. 3 (pp ) Auteur(s): F. van de Beld Titel: De validiteit van de m. rectus femoris lengtetest Jaargang: 15 Jaartal: 1997 Nummer: 3 Oorspronkelijke paginanummers: 146-157 Deze online uitgave mag, onder duidelijke

Nadere informatie

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 10e jrg 1992, no. 4 (pp. 171-201)

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 10e jrg 1992, no. 4 (pp. 171-201) Auteur(s): C. Riezebos, A. Lagerberg, E.Koes, F. Krijgsman Titel: Gekoppelde bewegingen in de bovenste extremiteit Jaargang: 10 Jaartal: 1992 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers: 171-201 Deze online

Nadere informatie

DE INTRINSIEKE MUSCULATUUR VAN DE HAND: ANATOMIE EN FUNCTIE

DE INTRINSIEKE MUSCULATUUR VAN DE HAND: ANATOMIE EN FUNCTIE DE INTRINSIEKE MUSCULATUUR VAN DE HAND: ANATOMIE EN FUNCTIE Prof.dr. P.M.N. Werker, plastisch chirurg, Universitair Medisch Centrum Groningen 1. Inleiding Intrinsieke musculatuur van de hand betreft die

Nadere informatie

Lichamelijk onderzoek

Lichamelijk onderzoek Hoofdstuk 3 Lichamelijk onderzoek Het lichamelijk onderzoek omvat de volgende onderdelen: -- inspectie in rust -- passief en actief uitgevoerd onderzoek naar de beweeglijkheid van de cervicale wervelkolom,

Nadere informatie

Behandeladvies Epicondylitis Lateralis in de sub-acute fase

Behandeladvies Epicondylitis Lateralis in de sub-acute fase Behandeladvies Epicondylitis Lateralis in de sub-acute fase B.V.O. Health Fysion Door: Tjalling Bruinsma Gijs Ooms Erik Voetman 1 Inhoudsopgave Voorblad 1 Inhoudsopgave 2 Behandeling 3 Advies 3 De Mobilisatie

Nadere informatie

Auteur(s): C. Riezebos, A. Lagerberg Titel: Bewegingen van romp en wervels Jaargang: 12 Jaartal: 1994 Nummer: 1 Oorspronkelijke paginanummers: 17-42

Auteur(s): C. Riezebos, A. Lagerberg Titel: Bewegingen van romp en wervels Jaargang: 12 Jaartal: 1994 Nummer: 1 Oorspronkelijke paginanummers: 17-42 Auteur(s): C. Riezebos, A. Lagerberg Titel: Bewegingen van romp en wervels Jaargang: 12 Jaartal: 1994 Nummer: 1 Oorspronkelijke paginanummers: 17-42 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding,

Nadere informatie

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 14e jrg 1996, no. 5 (pp )

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 14e jrg 1996, no. 5 (pp ) Auteur(s): J. Mens, C. Riezebos, A. Lagerberg, P. van der Meer Titel: Reaktie op: Biokinematica van de sacroiliacale keten Jaargang: 14 Jaartal: 1996 Nummer: 5 Oorspronkelijke paginanummers: 266-277 Deze

Nadere informatie

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 7e jrg 1989, no. 2 (pp )

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 7e jrg 1989, no. 2 (pp ) Auteur(s): A. Lagerberg, F. Krijgsman, C. Riezebos Titel: Lengtespanningstesten van polyarticulaire spieren Jaargang: 7 Jaartal: 1989 Nummer: 2 Oorspronkelijke paginanummers: 92-108 Deze online uitgave

Nadere informatie

Adviezen en oefeningen na een halsklierdissectie. (verwijderen van de lymfeklieren uit de hals)

Adviezen en oefeningen na een halsklierdissectie. (verwijderen van de lymfeklieren uit de hals) Adviezen en oefeningen na een halsklierdissectie (verwijderen van de lymfeklieren uit de hals) Inhoudsopgave A. Inleiding... 1 B. Verloop van het herstel... 2 C. Adviezen voor het dagelijks leven... 2

Nadere informatie

De casus is bedoeld voor medisch studenten in de doctoraalfase van de opleiding.

De casus is bedoeld voor medisch studenten in de doctoraalfase van de opleiding. Casus 12L Fase A Titel Tak op de weg. Onderwerp Radiuskopfractuur Inhoudsdeskundige Dr. P.A. van Luijt, traumatoloog Technisch verantwoordelijke E. Beekhuizen, COO ontwikkelaar Opleidingsniveau studenten

Nadere informatie

Schuitemaker fysiotherapie en manuele therapie bv www.fysio.net - Amsterdam

Schuitemaker fysiotherapie en manuele therapie bv www.fysio.net - Amsterdam Uit: Egmond-Schuitemaker schouderprotocol (conform Kibler, Cools en Walraven) Excentrische oefeningen rotatorencuff schouder www.fysio.net (nog niet op de huiswerkfilmpjes.) Toe te passen bij stabiliseren

Nadere informatie

Adviezen en oefeningen na een halsklierdissectie (spierversterkende oefeningen voor de schouder)

Adviezen en oefeningen na een halsklierdissectie (spierversterkende oefeningen voor de schouder) U heeft een ondergaan. Bij deze operatie zijn een aantal lymfeklieren uit uw hals verwijderd. Deze klieren zitten vlak bij de elfde hersenzenuw die de monnikskapspier van prikkels voorziet. De monnikskapspier

Nadere informatie

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 18e jrg 2000, no. 4 (pp )

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 18e jrg 2000, no. 4 (pp ) Auteur(s): D. Kistemaker Titel: Evenwicht in het gewricht in de close-packed position Jaargang: 18 Jaartal: 2000 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers: 198-207 Deze online uitgave mag, onder duidelijke

Nadere informatie

M. supraspinatus. Origo: Insertio: Innervatie: Functie: Fossa supraspinata. Tuberculum maius. N. suprascapularis. Abductie arm

M. supraspinatus. Origo: Insertio: Innervatie: Functie: Fossa supraspinata. Tuberculum maius. N. suprascapularis. Abductie arm M. supraspinatus Fossa supraspinata Tuberculum maius N. suprascapularis Abductie arm M. infraspinatus Fossa infraspinata Tuberculum maius N. suprascapularis Exorotatie arm M. teres maior Dorsale zijde

Nadere informatie

Auteur(s): R. Oostendorp Titel: Commentaar op: de gang van Duchenne Jaargang: 5 Jaartal: 1987 Nummer: 5 Oorspronkelijke paginanummers:

Auteur(s): R. Oostendorp Titel: Commentaar op: de gang van Duchenne Jaargang: 5 Jaartal: 1987 Nummer: 5 Oorspronkelijke paginanummers: Auteur(s): R. Oostendorp Titel: Commentaar op: de gang van Duchenne Jaargang: 5 Jaartal: 1987 Nummer: 5 Oorspronkelijke paginanummers: 218-229 Dit artikel is oorspronkelijk verschenen in Haags Tijdschrift

Nadere informatie

Bovenarm breuk subcapitale humerus fractuur Spoedeisende Hulp

Bovenarm breuk subcapitale humerus fractuur Spoedeisende Hulp Bovenarm breuk subcapitale humerus fractuur Spoedeisende Hulp Beter voor elkaar 2 Inleiding De arts of verpleegkundig specialist op de Spoedeisende Hulp (SEH) heeft u verteld dat uw bovenarm gebroken is

Nadere informatie

HANDLEIDING DE HOOGSTRAAT MOTRICITY INDEX

HANDLEIDING DE HOOGSTRAAT MOTRICITY INDEX HANDLEIDING DE HOOGSTRAAT SAMENGESTELD DOOR: K de Jong, T Sanderink, I Heesbeen MOTRICITY INDEX DOEL TEST: GERELATEERDE ITEMS BEHANDELPROGRAMMA: Het meten (in procenten) van de mate van hemiplegie, gesplitst

Nadere informatie

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 16 e jrg 1998, no. 2 (pp )

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 16 e jrg 1998, no. 2 (pp ) Auteur(s): Frank van de Beld Titel: De frozen hip Jaargang: 16 Jaartal: 1998 Nummer: 2 Oorspronkelijke paginanummers: 97-103 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij gebruikt worden

Nadere informatie

- duidelijkheid in terminologie: - overzicht van begrippen - opbouw in het verhaal - aangeven welke begrippen verwarring kunnen veroorzaken

- duidelijkheid in terminologie: - overzicht van begrippen - opbouw in het verhaal - aangeven welke begrippen verwarring kunnen veroorzaken Voorwoord De aanleiding voor het beginnen van het project met dit onderwerp was de onduidelijkheid die vaak optreedt bij het begrip zelfstudie. Er wordt van de studenten vereist dat zij door middel van

Nadere informatie

Samenvatting. Exploratieve bewegingen in haptische waarneming. Deel I: de precisie van haptische waarneming

Samenvatting. Exploratieve bewegingen in haptische waarneming. Deel I: de precisie van haptische waarneming Exploratieve bewegingen in haptische waarneming Haptische waarneming is de vorm van actieve tastwaarneming waarbij de waarnemer de eigenschappen van een object waarneemt door het object met zijn of haar

Nadere informatie

POLS- EN VINGEROEFENINGEN NA VERWIJDERING VAN GIPS

POLS- EN VINGEROEFENINGEN NA VERWIJDERING VAN GIPS POLS- EN VINGEROEFENINGEN NA VERWIJDERING VAN GIPS Inleiding Nadat uw gips is verwijderd, mag u van uw behandelend arts uw pols en/of vingers weer bewegen. De gewrichten van de pols en vingers kunnen nog

Nadere informatie

AXIOMA S FUNCTIONELE MORFOLOGIE

AXIOMA S FUNCTIONELE MORFOLOGIE De wetenschap van de relaties tussen vormen en functies van levende organismen Het verband tussen structuur en functie is de sleutel voor het begrijpen van levende systemen AXIOMA S FUNCTIONELE MORFOLOGIE

Nadere informatie

HAVO. Inhoud. Momenten... 2 Stappenplan... 6 Opgaven... 8 Opgave: Balanceren... 8 Opgave: Bowlen... 10. Momenten R.H.M.

HAVO. Inhoud. Momenten... 2 Stappenplan... 6 Opgaven... 8 Opgave: Balanceren... 8 Opgave: Bowlen... 10. Momenten R.H.M. Inhoud... 2 Stappenplan... 6 Opgaven... 8 Opgave: Balanceren... 8 Opgave: Bowlen... 10 1/10 HAVO In de modules Beweging en Krachten hebben we vooral naar rechtlijnige bewegingen gekeken. In de praktijk

Nadere informatie

KNGF-richtlijn Beroerte Verantwoording en Toelichting Map K

KNGF-richtlijn Beroerte Verantwoording en Toelichting Map K KNGF-richtlijn Beroerte Verantwoording en Toelichting Map K K.3.5 Brunnstrom Fugl-Meyer assessment (Aanbevolen generiek meetinstrument) Het Brunnstrom Fugl-Meyer assessment (BFM) is een test, waarmee de

Nadere informatie

J.D. Stenvers~ fysiotherapeut W.J. Overbeek~ neuro-radioloog Groningen~ 20 januari 1977.

J.D. Stenvers~ fysiotherapeut W.J. Overbeek~ neuro-radioloog Groningen~ 20 januari 1977. Dit artikel is tot stand gekomen in samenwerking met: De Neurochirurgische Universiteitskliniek te Groningen Hoofd: Prof. Dr. J.W.F. Beks. De afdeling Revalidatie van het Academisch Ziekenhuis te Groningen

Nadere informatie

Samenvatting Fysieke Ergonomie

Samenvatting Fysieke Ergonomie Samenvatting Fysieke Ergonomie Gezocht, geschreven, gekopieerd, geplakt, gemaakt, etc. door Jurriën Dijkstra. Met dank aan Benne Draijer en Liesbeth Stam voor het controleren van de gegevens. Samenvatting

Nadere informatie

Injectietechnieken bovenste ledematen. Philippe Van Elsen 30/03/2018

Injectietechnieken bovenste ledematen. Philippe Van Elsen 30/03/2018 Injectietechnieken bovenste ledematen Philippe Van Elsen 30/03/2018 Programma 1/ Inleiding 2/ Injectietechniek: algemeen 3/ Schouder 4/ Elleboog 5/ Pols en hand 1/Inleiding Dos Winkel, fysiotherapeut;

Nadere informatie

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 10e jrg 1992, no. 5 (pp )

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 10e jrg 1992, no. 5 (pp ) Auteur(s): F.B. van de Beld Titel: Het heup- en si-gewricht: een funktionele eenheid? Jaargang: 10 Jaartal: 1992 Nummer: 5 Oorspronkelijke paginanummers: 226-243 Deze online uitgave mag, onder duidelijke

Nadere informatie

Haags Tijdschrift voor Fysiotherapie, 3e jrg 1985, no. 3 (pp )

Haags Tijdschrift voor Fysiotherapie, 3e jrg 1985, no. 3 (pp ) Auteur(s): W. Schuëngel, E. Takens Titel: De sturende funktie van de menisci bij de slotrotatie Jaargang: 3 Jaartal: 1985 Nummer: 3 Oorspronkelijke paginanummers: 71-80 Dit artikel is oorspronkelijk verschenen

Nadere informatie

Bewegingsleer Deel II De onderste extremiteit

Bewegingsleer Deel II De onderste extremiteit Bewegingsleer Deel II De onderste extremiteit Bewegingsleer Deel II De onderste extremiteit I.A. Kapandji Bohn Stafleu van Loghum Houten 2009 Ó 2009 Bohn Stafleu van Loghum, onderdeel van Springer Uitgeverij

Nadere informatie

Skillslab handleiding

Skillslab handleiding Skillslab handleiding Faculteit Geneeskunde & Gezondheidswetenschappen Inleiding tot het orthopedisch onderzoek Academiejaar 2011-2012 Skillslabteam : Dr. Francis Hugelier - Dr. Jan Reniers Dr. Hans Van

Nadere informatie

Een 40 jarige man met hevige pijn ter hoogte van het distale deel van de bovenarm bij een worp tijdens honkbal

Een 40 jarige man met hevige pijn ter hoogte van het distale deel van de bovenarm bij een worp tijdens honkbal 3 Een 40 jarige man met hevige pijn ter hoogte van het distale deel van de bovenarm bij een worp tijdens honkbal Dos Winkel Introductie Sporten waarbij men met maximale kracht een bal moet werpen of slaan,

Nadere informatie