Bachelor Thesis. De toekomstbestendigheid van de vrijstelling van betalingsverkeer in de Btw-richtlijn. : Paul Knappers

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Bachelor Thesis. De toekomstbestendigheid van de vrijstelling van betalingsverkeer in de Btw-richtlijn. : Paul Knappers"

Transcriptie

1 Bachelor Thesis De toekomstbestendigheid van de vrijstelling van betalingsverkeer in de Btw-richtlijn Naam : Paul Knappers Studierichting : Fiscale Economie Administratienummer : Datum : april 2011 Examencommissie : mr. dr. G.J. van Norden

2 Inhoudsopgave Hoofdstuk Een Inleiding Algemeen Probleemstelling Opbouw van de thesis... 4 Hoofdstuk Twee De reikwijdte van artikel 135, lid 1, onderdeel d, Btw-richtlijn De ratio van deze vrijstelling De jurisprudentie Tussenconclusie Hoofdstuk Drie Ontwikkelingen in het betalingsverkeer Systeem van ideal Vergoedingenstromen binnen ideal Toekomstige mogelijkheden van betalen Hoofdstuk Vier Evaluatie Belangrijkste conclusies van hoofdstuk twee Fiscale toetsing van de prestaties van dienstverleners in het ideal proces aan vrijstellingscriteria Hoofdstuk Vijf Conclusie en aanbeveling Antwoord op de probleemstelling Aanbeveling Literatuurlijst Jurisprudentieregister

3 Hoofdstuk Een Inleiding 1.1 Algemeen Kort na de Tweede Wereldoorlog is een aantal Europese landen bij elkaar gekomen om een verdrag te sluiten met het doel de Europese economie nieuw leven in te blazen. Dit gebeurde in 1951, met de oprichting van de Europese Gemeenschap van Kolen en Staal (EGKS). 1 Een van de peilers van het toenmalige verdrag was het bevorderen van het vrije verkeer van kolen en staal en vrije toegang tot productiebronnen. Met een achttal tussenliggende verdragen is in 2007 het Verdrag van Lissabon door de 27 lidstaten van de Europese Unie ondertekend. 2 In dit verdrag, evenals in de eerste verdragen hebben de lidstaten afgesproken een interne markt zonder belemmeringen op te zetten. 3 Om een dergelijke interne markt tot stand te brengen is het bevorderen van het vrije verkeer noodzakelijk. Het bevorderen van het vrije verkeer wordt bewerkstelligd door het wegnemen van hindernissen. Op het gebied van belastingen kan dit bereikt worden door coördinatie of harmonisatie. Coördinatie vindt vooral plaats bij directe belastingen. Harmonisatie gebeurt vooral bij indirecte belastingen. De omzetbelasting is een indirecte belasting want de omzetbelasting wordt geheven bij een ander dan bij wie hij feitelijk drukt. De omzetbelasting wordt door de ondernemer aan de belastingdienst voldaan, maar drukt feitelijk bij de consument. 4 In beginsel zijn alle leveringen en diensten belast met omzetbelasting. 5 Daarop is echter een aantal uitzonderingen. Deze uitzonderingen, vrijstellingen genoemd, zijn opgenomen in titel negen van de Btw-richtlijn. In deze thesis zal onderzoek gedaan worden naar de btw-vrijstelling voor betalingsverkeer. De vrijstelling voor betalingsverkeer, is opgenomen in artikel 135, lid 1, onderdeel d, Btw-richtlijn. Dit artikel is overgenomen van artikel 13B, sub d, ten 3 e, Zesde Richtlijn. 1.2 Probleemstelling De Zesde Richtlijn stamt uit Sindsdien is er echter veel gewijzigd. Onder andere op het gebied van betalingsverkeer. Het is daarom mogelijk dat de huidige vormen van betalingsverkeer niet meer voldoen aan de ratio van de vrijstelling waarmee deze destijds is ingevoerd. Dit heeft tot nadelig gevolg dat er een onevenwichtigheid in de toepassing van de vrijstelling van betalingsverkeer kan ontstaan. Methoden die in 1977 al gebruikelijk waren, en dat nu nog zijn, zijn wel van omzetbelastingheffing vrijgesteld. Tegenover nieuwere methoden die niet van omzetbelasting vrijgesteld zijn. Dit veroorzaakt onduidelijkheid bij de ondernemers die prestaties verrichten betreffende betalingsverkeer. Wat kan leiden tot het ten onrechte niet in rekening brengen van 1 Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal, EGKS-Verdrag, Europa 16 maart 2011, (zoek op EGKS-Verdrag). 2 Uw gids voor het verdrag van Lissabon 2009, p Art. 3 lid 3 VEU. 4 Bijl, Van Hilten & Van Vliet, 2001, p.1, alsmede Welke belastingen heft de Rijksoverheid?, Rijksoverheid 17 maart 2011, (zoek op indirecte belastingen). 5 Art. 2 lid 1 Btw-richtlijn. 3

4 omzetbelasting aan de afnemers van de diensten, met alle nadelige gevolgen van dien. Nadelige gevolgen zijn onder andere de naheffingsaanslag, vermeerderd met rente en mogelijk een boete. Aan de hand van dit probleem is de volgende probleemstelling voor het onderzoek geformuleerd: Voldoet de vrijstelling van artikel 135, lid 1, onderdeel d, Btw-richtlijn nog aan de eigenschappen die het huidige betalingsverkeer bezit, met het oog op de ratio waarmee de vrijstelling destijds is ingevoerd? 1.3 Opbouw van de thesis Om tot een antwoord te komen op deze probleemstelling is er een vijftal deelvragen geformuleerd. Deze deelvragen zijn in de verschillende hoofdstukken verwerkt. In het tweede hoofdstuk wordt eerst de ratio van de vrijstelling behandeld. Daarna wordt de jurisprudentie, waarin de vrijstelling van betalingsverkeer (of daaraan nauw verwante problematiek), onderzocht. Hierbij wordt tevens afgevraagd wat de relevantie van de rechtspraak op de reikwijdte van de vrijstelling van betalingsverkeer is. In het derde hoofdstuk wordt het systeem van ideal en de ontwikkelingen op het gebied van het betalingsverkeer onderzocht. In hoofdstuk vier wordt getoetst of de ontwikkelingen in het betalingsverkeer nog wel aan de vrijstelling, zoals neergelegd in de richtlijn en verduidelijkt in de jurisprudentie, voldoen. In het vijfde hoofdstuk wordt de conclusie gegeven. Tevens geef ik daar een aanbeveling voor een mogelijk vervolgonderzoek. 4

5 Hoofdstuk Twee De reikwijdte van artikel 135, lid 1, onderdeel d, Btw-richtlijn In dit hoofdstuk zal de reikwijdte van artikel 135, lid 1, onderdeel d, Btw-richtlijn onderzocht worden. Gestart wordt met onderzoek naar de reden van het vrijstellen van btw over betalingsverkeerdiensten. Daarna wordt gekeken naar de jurisprudentie die er op dit gebied door het Hof van Justitie (HvJ) en andere instanties gewezen is. Tot slot zal dit hoofdstuk afgesloten worden met een tussenconclusie. 2.1 De ratio van deze vrijstelling Vanuit de wens van de Europese Economische Gemeenschap om over eigen middelen te beschikken is, zoals Van Hilten & Van Kesteren aangeven, de Zesde Richtlijn (77/388/EEG) ontstaan. 6 Om de Europese kas te vullen, is afgesproken dat de lidstaten een deel van hun omzetbelasting afdragen aan Europa. De omzetbelasting geeft, zo was de gedachte, een getrouw beeld van de draagkracht van de consumenten van die lidstaat. Uiteraard dient er dan wel een uniforme grondslag te bestaan. De Zesde Richtlijn beoogt een dergelijke uniforme grondslag te bewerkstelligen. De Zesde Richtlijn is door de jaren heen steeds verder uitgebreid. Dit is ten koste gegaan van de leesbaarheid ervan. In 2006 is de Zesde Richtlijn daarom omgezet in de Btw-richtlijn. 7 In principe zijn alle leveringen en diensten met omzetbelasting belast. De Europese wetgever heeft echter ook enkele uitzonderingen gemaakt. Deze uitzonderingen worden vrijstellingen genoemd, en zijn opgenomen in titel negen van de Btw-richtlijn. In artikel 135, lid 1, onderdeel d, Btw-richtlijn zijn handelingen betreffende betalingsverkeer vrijgesteld. Dit artikel luidt: Lidstaten verlenen vrijstelling voor de volgende handelingen: handelingen, bemiddeling daaronder begrepen, betreffende deposito s, rekening-courantverkeer, betalingen, overmakingen, schuldvorderingen, cheques en andere handelspapieren met uitzondering van de inning van schuldvorderingen. Zoals Bijl, Van Hilten & Van Vliet aangeven is de rede van het vrijstellen van handelingen met betrekking tot geld en betalingsverkeer niet door de richtlijngever gedocumenteerd. Zij nemen aan dat de vrijstelling is opgenomen omdat deze reeds in de bestaande omzetbelastingwetgeving van de zes oorspronkelijke lidstaten opgenomen was. 8 Voorts geven zij aan dat handelingen met betrekking tot geld en betalingsverkeer überhaupt niet thuishoren in een BTW. De betaling voor een goed of dienst vormt niet de prestaties, maar is de maatstaf waarin de besteding wordt uitgedrukt. Er is dus vanuit de richtlijngever onduidelijkheid over de ratio van de vrijstelling. De jurisprudentie van het Hof van Justitie (HvJ) heeft hierin wel nodige uitleg verschaft. De jurisprudentie wordt in de hiernavolgende paragrafen behandeld. 6 Van Hilten & Van Kesteren 2010, p. 36; zie ook Bijl, Van Hilten & Van Vliet 2001, p Van Hilten & Van Kesteren 2010, p Bijl, Van Hilten & Van Vliet 2001, p

6 2.2 De jurisprudentie Zoals in vorige paragraaf aangegeven, is er geen parlementaire geschiedenis te vinden van de vrijstelling van betalingsverkeer in de Btw-richtlijn. Een wetshistorische uitleg omtrent de ratio van dit artikel is dan ook niet mogelijk. De reikwijdte van artikel 135, lid 1, onderdeel d, Btw-richtlijn is voor een groot gedeelte gevormd door de gewezen jurisprudentie van het HvJ. Achtereenvolgens zullen de arresten Sparekassernes Datacentre, CSC, AXA UK, Everything Everywhere (voorheen T-Mobile UK) en SEB momsgrupp nader worden beschouwd. Van ieder arrest zal de invloed op artikel 135, lid 1, onderdeel d, Btwrichtlijn aangegeven worden Het SDC arrest 9 In de SDC-zaak heeft het HvJ voor het eerst gewezen over thans artikel 135, lid 1, onderdeel d, Btwrichtlijn. In het SDC-arrest was de vraag aan de orde of een datacentrum, dat zich bezig houdt met de uitvoering en verwerking van overboekingen en betalingen van aangesloten banken, en daarvoor een vergoeding rekent aan haar klanten, de banken, over deze vergoeding btw verschuldigd is. Het HvJ heeft in dit arrest gewezen dat de vrijstelling voor betalingsverkeer niet exclusief is voorbehouden aan een bepaald type instelling of door een bepaald type rechtspersoon. 10 De vorm waarin de dienst, of een gedeelte van de dienst, verricht wordt is eveneens niet van belang. Indien de dienst daarentegen slechts bestaat in technische en elektronische bijstand aan degene die de functies verricht die essentieel en kenmerkend zijn van de, thans in artikel 135, lid 1, onderdeel d, Btw-richtlijn, bedoelde handelingen, voldoet hij niet aan de vrijstellingsvoorwaarden. 11 Er moet aldus door de dienstverrichter meer dan eenvoudige technische ondersteuning plaatsvinden. Om de handeling van btw vrij te stellen, moeten de diensten van het computercentrum over het geheel genomen een afzonderlijk geheel vormen, dat de kenmerkende en essentiële functies van de dienst vervult. Om als een handeling betreffende overmakingen te kunnen worden aangemerkt, moeten de verrichte diensten leiden tot een overmaking van geld en moeten zij dus juridische en financiële wijzigingen met zich meebrengen. De vrijgestelde dienst in de zin van de richtlijn moet worden onderscheiden van het verrichten van een eenvoudige materiële of technische dienst, zoals de terbeschikkingstelling van een systeem van gegevensverwerking aan een bank. Daartoe moet in het bijzonder de omvang van de aansprakelijkheid van het computercentrum jegens de banken onderzocht worden. Vooral de vraag of deze aansprakelijkheid beperkt is tot de technische aspecten, dan wel of zij zich uitstrekt tot de kenmerkende en essentiële elementen van de handelingen is van belang. 12 In de noot bij het arrest is aangegeven dat de problematiek zoals die speelde bij SDC voor Nederland thans niet aan de orde lijkt te komen. Wanneer vrijgestelde ondernemers samenwerken in een 9 HvJ 5 juni 1997, nr. C-2/95 (SDC), V-N 1997/2606/ HvJ 5 juni 1997, nr. C-2/95 (SDC), V-N 1997/2606/15, r.o HvJ 5 juni 1997, nr. C-2/95 (SDC), V-N 1997/2606/15, r.o HvJ 5 juni 1997, nr. C-2/95 (SDC), V-N 1997/2606/15, r.o

7 samenwerkingsverband en de diensten van het samenwerkingsverband belast zouden zijn, kan het samenwerkingsverband een beroep doen op artikel 11, lid 1, onderdeel u, Wet OB In artikel 9, lid 3 van het Uitvoeringsbesluit juncto artikel 9a onderdelen a tot en met d van de Uitvoeringsbeschikking is een uitzondering voor automatiseringsdiensten opgenomen. Wanneer er echter slechts verantwoordelijkheid is voor de technische aspecten, het enkele ter beschikking stellen van het computersysteem, dan kan de vrijstelling geen toepassing vinden. Is er een ruimere verantwoordelijkheid voor het verrichten van een administratieve dienst, dan werkt de uitzondering (het niet vrijstellen van de dienst) niet, en kan de vrijstelling worden toegepast. 13 Het SDC-arrest heeft duidelijk gemaakt dat de prestatie een afzonderlijk geheel dient te vormen dat de kenmerkende en essentiële eigenschappen bezit van een dienst betreffende betalingsverkeer. Zeer belangrijk is een wijziging in de juridische en financiële rechten en verplichtingen van partijen. Een eenvoudige materiële of technische dienst alsmede een dienst waarbij de aansprakelijkheid beperkt is tot technische aspecten bezit deze kenmerkende en essentiële eigenschappen niet. In hoeverre de vrijstelling van betalingsverkeer dus van toepassing zal zijn op de in ontwikkeling zijnde methoden van betalingsverkeer, is afhankelijk van het feit of deze de kenmerkende en essentiële eigenschappen bezitten die door het HvJ zijn gewezen Het CSC-arrest 15 Blomme geeft aan dat waar het HvJ in de SDC-zaak nog de ruimte had geschapen voor toepassing van de Btw-vrijstelling, het HvJ deze ruimte in de CSC-zaak sterk inperkt. 16 CSC verrichtte zogenoemde call-centre -diensten voor financiële instellingen. Deze call-centre diensten bestaan uit het onderhouden van contact tussen de financiële instelling en het geïnteresseerde publiek. Dit vanaf het moment van eerste informatieverzoek tot aan de verkoop. Doch met uitzondering van de verkoop zelf. Aan de orde was de vraag of deze diensten van het call-centre (bemiddeling) onder de vrijstelling betreffende betalingsverkeer vielen. Het HvJ heeft gewezen dat de Btw-vrijstelling van betalingsverkeer slechts van toepassing is wanneer de service provider een handeling verricht die de rechtsbetrekking en de financiële relatie tussen partijen wijzigt. 17 In de CSC-zaak was hiervan geen sprake. De dienst die CSC verrichtte is aldus niet vrijgesteld van btw. In het arrest gaat het HvJ voorts in op wat onder bemiddeling dient te worden begrepen. In het kader van dit onderzoek is bemiddeling niet relevant. Derhalve wordt hier niet verder op ingegaan. Het CSC-arrest heeft verduidelijkt dat bij het beoordelen of de btw-vrijstelling toegepast kan worden, beoordeeld dient te worden of de handeling die verricht wordt de rechtsbetrekking en de financiële 13 HvJ 5 juni 1997, nr. C-2/95 (SDC), V-N 1997/2606/15, noot. 14 Zie ook Van Norden & Hommen 2011, p HvJ 13 december 2001, nr. C-235/00 (CSC), V-N 2002/ Blomme 2004, p HvJ 13 december 2001, nr. C-235/00 (CSC), V-N 2002/5.26 r.o

8 relatie tussen partijen wijzigt. Als dat het geval is, en er aan de overige in het arrest SDC gewezen eisen is voldaan, is de btw-vrijstelling van toepassing. Franke vat de uitkomst van de arresten SDC en CSC als volgt samen: Uit de arresten SDC en CSC komt naar voren dat een dienst vrijgesteld is, onder thans artikel 135, lid 1, onderdeel d, Btw-richtlijn, als de dienst zelf leidt tot financiële en/of juridische wijzigingen, dan wel indien de dienst deel uitmaakt van een afzonderlijk geheel van diensten, die uiteindelijk leidt tot financiële of juridische wijzigingen. In dat laatste geval moet de dienst dan wel een essentieel en kenmerkend onderdeel van de uiteindelijke financiële of juridische wijzigingen uitmaken, in het bijzonder te beoordelen aan de hand van de aansprakelijkheid van de dienstverlener Hof Amsterdam, 28 november 2005, nr. 04/ Hof Amsterdam heeft een zaak voorgelegd gekregen waarin zij de door het HvJ uiteen gezette criteria van het SDC-arrest toepast. Het volgende was het geval: Een ondernemer houdt zich bezig met dienstverlening bij internettransacties waarbij wordt betaald met een creditcard. De ondernemer rekent aan zijn klanten (winkeliers) een tweetal vergoedingen. In de eerste plaats een vast abonnementstarief en in de tweede plaats een vergoeding per transactie. Soms vinden betalingen rechtstreeks aan de winkeliers plaats, in andere gevallen lopen de betalingen via de ondernemer. Wanneer de betalingen via de ondernemer lopen, rekent hij daarvoor een extra commissie. Het Hof wijst erop dat het stellen dat er in het eerste geval sprake is van één dienst, die weliswaar bestaat uit twee kostencomponenten, juist is. Dit is naar voren gekomen uit het CPP-arrest. 20 (In de CPP-zaak heeft het HvJ gewezen dat wanneer er sprake is van twee diensten, waarvan de ene een vrijgestelde dienst betreft, en de andere een belaste dienst betreft, er vanuit de ogen van de modale consument beoordeeld dient te worden welke dienst de hoofddienst is.) 21 Vervolgens wijst het Hof erop dat voor de beantwoording van de vraag of er sprake is van een dienst betreffende betalingsverkeer, van belang is of de activiteiten die worden verricht een afzonderlijk geheel vormen dat de kenmerkende en essentiële functies vervuld van een dienst betreffende betalingsverkeer, in casu handelingen betreffende betalingen of overmakingen, en of de verrichte diensten leiden tot een overmaking van geld en juridische en financiële wijzigingen meebrengen in de rechtsbetrekking tussen de opdrachtgever en de ontvanger enerzijds en tussen hen en hun bank anderzijds. De vrijgestelde dienst moet worden onderscheiden van eenvoudige materiële of technische diensten. Met andere woorden, de criteria geformuleerd in het SDC-arrest Franke 2005, p Hof Amsterdam 28 november 2005, nr. 04/1844, V-N 2006/ HvJ 25 februari 1999, nr. C-349/96 (CPP), BNB 1999/ Zie ook Soltysik 2002, p Hof Amsterdam 28 november 2005, nr. 04/1844, V-N 2006/19.12, r.o

9 Omdat de ondernemer in het eerste geval slechts ondersteuning biedt bij het verrichten van de creditcardbetalingen en het risico van niet betalen altijd geheel bij de winkelier blijft liggen, is de vrijstelling van betalingsverkeer niet mogelijk. Het Hof neemt met name in aanmerking dat de handelingen van de ondernemer geen juridische of feitelijke wijzigingen meebrengen in de rechtsbetrekking en financiële relatie tussen de winkelier en de koper c.q. tussen hen en hun bankinstellingen (bemiddeling zoals gewezen in het CSC-arrest), en dat de aansprakelijkheid van de ondernemer zich op generlei wijze uitstrekt tot de concrete betaling c.q. overmaking. 23 In het geval dat de betalingen via de ondernemer verlopen is er sprake van twee diensten van de ondernemer. Enerzijds is er de ondersteuning met creditcardbetalingen via internet, waarvoor een vast abonnementsgeld en een vergoeding per transactie worden gerekend. Anderzijds is er het verrichten van de betalingen, waarbij een extra commissie wordt gerekend. Het Hof stelt vast dat overeenkomstig de criteria van het CPP-arrest het voor de winkelier duidelijk is dat hij twee te onderscheiden diensten afneemt. De eerste dienst, de ondersteuning bij de creditcardtransacties, is reeds hierboven behandeld en is niet vrijgesteld van omzetbelasting. De tweede dienst, die bestaat uit het gebruik maken van de aansluiting van de ondernemer, is wel van omzetbelasting vrijgesteld. Hiervoor heeft de ondernemer een beroep gedaan op de creditcardresolutie. 24 In de creditcardresolutie is opgenomen dat ter zake van de creditcardcommissie geen omzetbelasting is verschuldigd. Over de commissie die de ondernemer van de winkeliers ontvangt wanneer zij gebruik maken van de aansluiting van de ondernemer, is aldus geen omzetbelasting verschuldigd. De dienstverlening bij de toekomstige betalingsverkeermethoden dien, om vrijgesteld te zijn van omzetbelasting, te voldoen aan de criteria van het SDC-arrest. De feiten spelen voor de toetsing hiervan de belangrijkste rol Het arrest AXA-UK 25 In de zaak AXA UK heeft de Engelse rechter verdere verduidelijking gevraagd van de in de SDCzaak opgegeven criteria. In de zaak AXA UK was de vraag aan de orde of de dienst van Denplan was aan te merken als een voor de btw-heffing vrijgestelde dienst. Denplan, een dochter van AXA UK, verzorgt de inning van de nota s die de aangesloten tandartsen aan hun patiënten hebben uitgeschreven. Denplan houdt het verschuldigde bedrag af van de rekening van de patiënt en keert dit, onder aftrek van een provisie, uit aan de aangesloten tandartsen. Het HvJ stelt vast dat de dienst van Denplan een afzonderlijk geheel vormt dat de kenmerkende en essentiële elementen bevat voor 23 Hof Amsterdam 28 november 2005, nr. 04/1844, V-N 2006/19.12, r.o Resolutie van 23 maart 1983, nr , herdrukt d.d. 10 augustus 1983, nr , V-N 1983, blz. 1598, pt HvJ 28 oktober 2010, nr. C-175/09 (AXA UK), V-N 2010/

10 toepassing van de vrijstelling. 26 Vervolgens stelt het HvJ vast dat de dienst van Denplan is aan te merken als de inning van schuldvorderingen. Inning van schuldvorderingen is expliciet uitgesloten van de btw-vrijstelling. Het HvJ gaat hierna niet in op de beantwoording van de door de Engelse rechter gestelde vraag, maar verduidelijkt het begrip inning van schuldvorderingen. Hoewel inning van schuldvorderingen in eerste instantie niet relevant lijkt om te bepalen of de btwvrijstelling van betalingsverkeer ook in de toekomst nog wel doorgang kan vinden, verdient dit onderdeel toch enige verdieping. Het HvJ heeft namelijk gewezen dat aan inning van schuldvorderingen snel toegekomen wordt. Het is niet van belang of de schulden reeds vervallen zijn. 27 Hummel reageert hierop en beoordeelt in hoeverre de Nederlandse belastingwetgeving nog in overeenstemming is met de Btw-richtlijn en rechtspraak. Onder de term innen van geldvorderingen dient te worden verstaan het enkele incasseren van de vordering (vrijgesteld). Voor het bewerkstelligen van betaling van zogenoemde kwade posten, wordt de term invordering gebruikt (belast). Middels de uitspraak van het HvJ is ook het innen van geldvorderingen een belaste prestatie geworden. In Nederland kan, zoals Hummel aangeeft, middels een beroep op de bankenresolutie toch bewerkstelligd worden dat het innen van geldvorderingen vrijgesteld is, en het invorderen van kwade posten een belaste prestatie is. 28 Het belang van dit onderscheid voor dit onderzoek zit hem in hoe de prestatie van de dienstverlener wordt gekwalificeerd. 29 Wanneer het nieuwe betalen de vorm heeft van het afgeven van een incassomachtiging, dan wordt er een schuldvordering geïnd op het moment dat de bank gebruik maakt van de machtiging om geld van de rekening af te houden. Wanneer het nieuwe betalen een actie is die inhoudt dat hij zelf geld overmaakt, dan is er geen sprake van de inning van een schuldvordering. In de AXA UK-zaak heeft het HvJ aangegeven dat de dienst van Denplan aan te merken is als een prestatie die een afzonderlijk geheel vormt dat de kenmerkende en essentiële elementen bevat voor toepassing van de vrijstelling, het SDC-criterium. Vervolgens heeft het HvJ uitgemaakt dat zelfs het innen van vorderingen die nog niet vervallen zijn, gekwalificeerd wordt als het niet vrijgestelde innen van schuldvorderingen. Voor wat betreft de nieuwe betalingsverkeermethoden zullen zij zijn vrijgesteld van btw zolang deze niet worden gekwalificeerd als het innen van schuldvorderingen. Deze kwalificatie is mede afhankelijk van het doel van de koper van de dienst. Van Norden & Hommen geven aan dat daar waar de SDC-criteria tekortschieten, het doel van de handelingen in kwestie een rol kan spelen bij de beoordeling of daarop de btw-vrijstelling betreffende betalingen van toepassing is HvJ 28 oktober 2010, nr. C-175/09 (AXA UK), V-N 2010/57.17, r.o HvJ 28 oktober 2010, nr. C-175/09 (AXA UK), V-N 2010/57.17, r.o C.J. Hummel 2011, p Zie ook Van Norden & Hommen 2011, p Van Norden & Hommen 2011, p

11 2.2.5 Het arrest Everything Everywhere (voorheen T-Mobile UK) 31 Het arrest Everything Everywhere (voorheen T-Mobile UK) ligt wat prejudiciële vragen betreft in de lijn van AXA UK. In de AXA UK zaak vroeg de rechter of de dienst die bestaat uit het incasseren van geldvorderingen aan te merken is als vrijgestelde prestatie. In de zaak Everything Everywhere wilde de rechter duidelijkheid of over een extra opslag die klanten betalen voor het op een bepaalde manier betalen van de nota, btw verschuldigd is. De criteria in de SDC-zaak geven hierover geen duidelijkheid. Everything Everywhere is een aanbieder van telecomdiensten. Ze biedt haar klanten de mogelijkheid om de factuur op verschillende wijzen te voldoen. Zo kan er gekozen worden tussen betaling via een incasso via het Direct Debit-systeem of een BACS-overmaking, kosteloos; of betaling op een andere wijze. Op dat moment wordt er 3,- extra in rekening gebracht. In geschil is of deze extra kosten een aparte, vrijgestelde, prestatie vormen. Het HvJ oordeelt dat deze extra dienstverlening niet onderscheidend en onafhankelijk is van de hoofddienst (het aanbieden van telecomdiensten). 32 Deze extra dienst volgt voor de btw aldus de hoofddienst. Zoals ook uit het SDC-arrest blijkt, dient de dienst om vrijgesteld te zijn van btw onderscheidend en onafhankelijk te zijn. In het CPP-arrest is aangegeven wat hieronder dient te worden verstaan. 33 Soltysik vat de ingezette lijn samen en geeft aan dat het uitgangspunt bij de beoordeling van een samenstel van handelingen het oordeel van de modale consument bepalend is. 34 Deze lijn bevestigt het HvJ in het arrest Everything Everywhere. 35 Het is voor de consument immers niet de bedoeling twee te onderscheiden diensten te kopen. In het zowel het arrest AXA UK als in het arrest Everything Everywhere heeft het HvJ de in het CPP-arrest ingezette lijn bevestigd. Zoals Van Norden & Hommen aangeven heeft het uiteenzetten door het HvJ, dat sprake is van één dan wel van meerdere prestaties, geen nieuwe inzichten opgeleverd. 36 Voor de ontwikkelingen in het betalingsverkeer hebben de arresten AXA UK en Everything Everywhere bevestigd dat het oogmerk van de modale consument, om één afzonderlijke dan wel twee te onderscheiden diensten af te nemen, van doorslaggevend belang is. Wanneer de consument een dienst afneemt en daarnaast voor de voldoening van de tegenprestatie geconfronteerd wordt met een extra dienst, geldt dat deze extra dienst de hoofddienst volgt. 31 HvJ 2 december 2010, nr. C-276/09 (Everything Everywhere), V-N 2010/ HvJ 2 december 2010, nr. C-276/09 (Everything Everywhere), V-N 2010/64.23, r.o HvJ 25 februari 1999, nr. C-349/96 (CPP), BNB 1999/ Soltysik 2002, p HvJ 2 december 2010, nr. C-276/09 (Everything Everywhere), V-N 2010/64.23, r.o Van Norden & Hommen 2011, p

12 2.2.6 Het arrest SEB momsgrupp 37 Tot slot het arrest SEB momsgrupp. In deze zaak was de vraag aan de orde of een zogenaamde emissiegarantie (underwriting guarantee), waarbij een bank tegen een te betalen vergoeding de garantie afgeeft de bij een aandelenemissie niet verkochte aandelen op te kopen, aan te merken is als een handeling inzake aandelen en andere waardepapieren. Deze vrijstelling is thans opgenomen in artikel 135, lid 1, onderdeel f, Btw-richtlijn. Hoewel in dit arrest de vrijstelling inzake aandelen en andere waardepapieren aan de orde is, is dit arrest eveneens interessant voor de vrijstelling inzake betalingsverkeer. Dit omdat het HvJ in dit arrest de criteria van het SDC-arrest verder uitbreid. In de casus is er een vennootschap die voornemens is aandelenemissie te doen en daarom contact opneemt met een bank om een emissiegarantie te ontvangen. De vennootschap betaalt voor deze garantie een premie, wanneer niet alle aandelen worden verkocht verplicht de bank zich ertoe de aandelen op te kopen. Aan de orde is de vraag of er bij een emissiegarantie rechten of verplichtingen met betrekking tot de eigendom van aandelen ontstaan, wijzigen of tenietgaan. Eisen uit het SDCarrest en het CSC-arrest. Het HvJ heeft in deze casus bevestigd dat de enkele mogelijkheid van het ontstaan, wijzigen of tenietgaan van eigendom van aandelen voldoende is om de dienst als een vrijgestelde handeling inzake aandelen te kwalificeren. 38 Dit is opvallend te noemen, immers er is feitelijk nog geen wijziging in de eigendom van de aandelen gewijzigd. 39 Echter, zoals Sanders aangeeft in zijn commentaar bij het arrest, zorgt de keuze van het HvJ om het enkele kunnen ontstaan van verplichtingen ook in aanmerking te nemen voor de vrijstelling van de emissiegarantie ervoor dat de economische neutraliteit voor toepassing van de vrijstelling, gewaarborgd blijft. 40 De economische neutraliteit staat bij het HvJ, zoals Van Hilten aangeeft, bij de behandeling van vrijstellingen voorop. 41 De vrijstelling van handelingen inzake aandelen zou daarom even ruim uitgelegd dienen te worden als de vrijstelling van handelingen inzake betalingsverkeer. Wanneer we de uitspraak uit het arrest SEB momsgrupp toe gaan passen op artikel 135, lid 1, onderdeel d, Btwrichtlijn, komt men tot de conclusie dat een dienst betreffende betalingsverkeer al vrijgesteld is wanneer er slechts de mogelijkheid van een wijziging in de financiële en/of juridische positie van partijen kan ontstaan. Voor de toekomstbestendigheid van de vrijstelling betreffende betalingsverkeer heeft dit arrest verduidelijkt dat wanneer er slechts een wijziging in de financiële en/of juridische positie van partijen kan ontstaan, de btw vrijstelling van betalingsverkeer al van toepassing kan zijn. 37 HvJ 10 maart 2011, nr. C-540/09 (SEB momsgrupp), V-N 2011/ HvJ 10 maart 2011, nr. C-540/09 (SEB momsgrupp), V-N 2011/16.19, r.o HvJ 10 maart 2011, nr. C-540/09 (SEB momsgrupp), V-N 2011/16.19, r.o. 28 & Sanders 2011, p Van Hilten 2009, p

13 2.3 Tussenconclusie De toekomstige methoden van betalen zullen van btw vrijgesteld zijn indien deze een afzonderlijk geheel vormen die de kenmerkende en essentiële eigenschappen bezit van een handeling betreffende betalingsverkeer. Een eenvoudige materiële of technische dienst, alsmede een dienst waarbij de aansprakelijkheid beperkt is tot de technische aspecten, bezit deze kenmerkende en essentiële eigenschappen niet. De hoedanigheid van de dienstverrichter is hierbij niet van belang. 42 Om te beoordelen of er sprake is van de kenmerkende en essentiële eigenschappen, dient getoetst te worden of er een wijziging in de rechtsbetrekking en/of financiële positie van partijen wijzigt. 43 Zelfs de kans op een wijziging in de rechtsbetrekking en/of de financiële positie van partijen is voldoende om die kenmerkende en essentiële eigenschappen aan te tonen. 44 Wanneer de SDC-criteria tekortschieten, kan het doel van de handelingen in kwestie bij de beoordeling over de prestatie van btw vrijgesteld is, worden betrokken, zo geven Van Norden & Hommen aan. 45 Op het moment dat er sprake is van een samenstel van handelingen, stelt Soltysik dat de het doel van de modale consument als uitgangspunt dient te worden genomen. 46 De hoedanigheid van de dienstverrichter is overigens niet van belang. Wanneer de toekomstige methoden van betalingsverkeer aan de hierboven genoemde criteria voldoen, is de vrijstelling van betalingsverkeer van toepassing. Indien de vrijstelling niet van toepassing is, zal er btw berekend dienen te worden over de vergoeding die de partijen bedingen. 42 HvJ 5 juni 1997, nr. C-2/95 (SDC), V-N 1997/2606/ HvJ 13 december 2001, nr. C-235/00 (CSC), V-N 2002/ HvJ 10 maart 2011, nr. C-540/09 (SEB Momsgrupp), V-N 2011/ Van Norden & Hommen 2011, p Soltysik 2002, p

14 Hoofdstuk Drie Ontwikkelingen in het betalingsverkeer In het hedendaagse betaalverkeer zijn belangrijke ontwikkelingen te bespeuren. Zo zijn cheques en girobetaalkaarten helemaal verdwenen 47 en zal het Nederlandse PIN systeem plaats te maken voor SEPA, wat staat voor Single Euro Payments Area. 48 Het internetbankieren en het doen van betalingen via ideal zijn al niet meer weg te denken uit het tegenwoordige betalingsverkeer. Daarnaast zijn de grote banken en telecombedrijven van Nederland bezig met het ontwikkelen van betalen met de mobiele telefoon. 49 IDEAL wordt in dit hoofdstuk als uitgangspunt genomen. Eerst wordt het systeem van ideal uiteengezet, vervolgens worden de vergoedingenstromen in kaart gebracht. Dit hoofdstuk wordt afgesloten met een blik richting de toekomst van het betalingsverkeer, zoals het betalen met de mobiele telefoon. 3.1 Systeem van ideal IDEAL is een betaalmethode die ontwikkeld is door een aantal Nederlandse banken om de betaling van online aan te kopen producten en diensten eenvoudiger te maken. Hierbij wordt er gebruik gemaakt van de voor de klant vertrouwde internetbankieromgeving. Met andere woorden, online betalen via internetbankieren. Er zijn bij een betaling middels ideal verschillende partijen betrokken. Zo zijn er een klant en een acceptant alsmede een issuing bank (dat is de bank van de klant) en een acquiring bank (de bank van de acceptant). Deze issuing- en acquiring bank kunnen pas die rol vervullen nadat zij een licentie van Currence ideal hebben ontvangen. Voorts is het ook mogelijk dat de acceptant niet zelf de ideal betalingen accepteert, maar dit door een tussenpartij laat doen, deze tussenpartij wordt de Collecterende Payment Service Provider (CPSP) genoemd. Op dat moment is de acquiring bank in kwestie, de bank van de CPSP. Om de rol van CPSP te kunnen vervullen dient de CPSP wel door Currence ideal gecertificeerd te zijn. Het systeem werkt kort gezegd als volgt: De klant wil afrekenen in een webwinkel, en kiest als methode ideal. Op dat moment wordt de opdracht klaargezet. Via ideal geeft de klant opdracht aan zijn bank (de issuing bank) om een geldbedrag over te maken naar de bank van de acceptant of CPSP (de acquiring bank). Via een proces van clearing en settlement wordt het geld daadwerkelijk overgemaakt. Dit clearing en settlementproces wordt beheerst door onderlinge afspraken tussen de issuing- en de acquiring bank. Nadat het geld bij de acquiring bank is binnengekomen, zal deze het geld overboeken naar de rekening van de acceptant of CPSP. Onderstaand een schematische weergave van de rollen en hun plaats is het systeem. 47 E. van der Meer, Requiem voor eurocheque, Het Financiële Dagblad 30 juni DNB 21 maart 2010, (zoek op SEPA). 49 Mobiel betalen kan vanaf 2012, NRC Handelsblad 9 september 2010, p

15 Figuur 1: Rollenmodel ideal 3.2 Vergoedingenstromen binnen ideal De kosten totale investering die gepleegd is om het ideal systeem operationeel te krijgen bedragen tot en met ,-. 50 Om deze investering terug te verdienen rekent ideal aan de licentiehouders een eenmalige toetredingsfee, een jaarlijkse fee, alsmede een heffing per transactie. De certificaathouders zijn geen bijdragen verschuldigd aan Currence. 51 Wel zijn de CPSP s bijdragen verschuldigd aan hun eigen bank, die immers als acquiring bank optreedt. Deze bijdragen kunnen worden onderverdeeld in: eenmalige entreekosten, maandelijkse abonnementskosten en kosten per transactie. 52 De acceptant onderhoudt een contract met zijn bank die, net zoals bij de CPSP s, als zijn acquiring bank optreedt. Deze kosten bestaan, net zoals bij de CPSP s onder te verdelen in eenmalige entreekosten, maandelijkse abonnementskosten en kosten per transactie Currence jaarverslag 2009, Amsterdam: Currence 2010, p Currence, tarieven ideal, 22 april 2011, 52 ABN AMRO, zakelijk, ideal: varianten, 22 april 2011, 53 ABN AMRO, zakelijk, ideal: varianten, 22 april 2011, 15

16 De CPSP, die direct een relatie onderhoudt met zijn klant, een acceptant die niet via zijn eigen bank van ideal gebruik wenst te maken, rekent voor het aanbieden van zijn diensten een vergoeding per geslaagde transactie aan hem. 54 Voor de dienstverlening van de issuing bank richting de klant, worden door de issuing bank geen kosten gerekend Toekomstige mogelijkheden van betalen Een mobiele portemonnee De meest recente ontwikkelingen zijn die van het betalen met de mobiele telefoon. De Rabobank loopt hierin duidelijk voorop. MiniTix, een initiatief van de voornoemde bank, is een mobiele portemonnee. Als gebruiker, consument, laad je een geldbedrag op naar je account. Vervolgens kan je bij bedrijven die betalingen middels dit systeem accepteren je rekening voldoen. Middels een Sms je geeft men opdracht om de eigen portemonnee te crediteren en dit bedrag bij te schrijven op de account van de ondernemer. Ook is het mogelijk dat consumenten onderling gelden naar elkaar overboeken. Het opladen van de mobiele portemonnee doet de consument via ideal. In het in paragraaf 3.1 uitgezette schema treedt MiniTix hierbij op als acceptant. De consument is de klant. De accepterende ondernemer ontvangt de ontvangen betaling die via dit systeem zijn gemaakt dagelijks of eenmaal per maand op zijn bankrekening Bankensamenwerking voor nieuwe mobiele betaalmethode 9 september 2010 berichtte het NRC Handelsblad dat de banken ABN AMRO, ING en Rabobank, samen met de telecomaanbieders KPN, Vodafone en T-Mobile een joint venture aangegaan zijn om betalen met de mobiele telefoon te ontwikkelen. Vanaf 2012 zal de SIM-kaart met de betaalapplicatie van de winkelier communiceren over het te betalen bedrag. Er wordt hierbij geen betaalinformatie over het mobiele netwerk gestuurd. 56 Hoe dit systeem er precies uit gaat zien is op dit moment nog onbekend Betalen met een NFC pasje of een NFC mobiele telefoon Iets soortgelijks als de banken samen met de telecomaanbieders hebben ingezet bestaat op dit moment al. Namelijk Cashless betalen. Door een pasje of mobiele telefoon voorzien van NFC (Near field communication) technologie voor een kaartlezer te houden en te bevestigen, geeft men opdracht een bedrag over te boeken van de rekening van de kaarthouder naar de rekening van de ondernemer Mollie, Betaaldiensten: ideal, 22 april 2011, 55 ABN AMRO, prive, ideal, 22 april 2011, 56 Mobiel betalen kan vanaf 2012, NRC Handelsblad 9 september 2010, p Zie ook Rabobank/Rabo mobiel, C1000 supermarkt mobiel pinnen, C1000 supermarkt mobile pinnen, Youtube 4 april 2011, 16

17 Hoofdstuk Vier Evaluatie In dit hoofdstuk wordt getoetst of, en onder welke voorwaarden, de dienstverleners in het ideal proces btw belaste dan wel vrijgestelde prestaties leveren. In het voorgaande hoofdstuk zijn het systeem en de vergoedingenstromen hiervoor in kaart gebracht. De dienstverleners zijn de issuing bank, de acquiring bank en de CPSP. 4.1 Belangrijkste conclusies van hoofdstuk twee De belangrijkste conclusies van de in hoofdstuk twee behandelde jurisprudentie zijn dat een dienst betreffende betalingsverkeer alleen vrijgesteld kan zijn indien de activiteiten die worden verricht een afzonderlijk geheel vormen dat de kenmerkende en essentiële functies vervult van de vrijgestelde dienst. Het dient dus te gaan om handelingen betreffende betalingen of overmakingen van geld en er moeten juridische of financiële wijzigingen in de rechtsbetrekking tussen partijen plaatsvinden. 58 Zelfs de kans dat er een wijziging in de juridische of financiële positie van partijen wijzigt, is voldoende om de vrijstelling toe te kunnen passen. 59 Een eenvoudige materiële of technische dienst, bijvoorbeeld het ter beschikking stellen van een computersysteem, valt hier niet onder. In het bijzonder moet worden gekeken naar de aansprakelijkheid. Als de aansprakelijkheid is beperkt tot de technische aspecten van de dienst, dan is er niet aan de vereiste voorwaarden voor vrijstelling voldaan. Het is niet van belang in welke hoedanigheid de dienstverlener optreedt. Eveneens is het niet van belang dat er een rechtsbetrekking bestaat tussen de door dienstverrichter en de uiteindelijke cliënt. In geval van een samenstel van handelingen dient het doel van de modale consument als uitgangspunt te worden genomen. 60 Wanneer de SDC-criteria tekortschieten kan het doel van de handelingen een rol spelen bij de beoordeling of een prestatie van btw is vrijgesteld Fiscale toetsing van de prestaties van dienstverleners in het ideal proces aan vrijstellingscriteria In deze paragraaf zal de fiscale toets aangelegd worden om te beoordelen of de prestaties die de dienstverleners in het ideal proces leveren vrijgesteld dan wel belast zijn met omzetbelasting. Hiervoor gelden de toetsingscriteria die zijn geformuleerd in de rechtspraak. Eerst zal de kant van Currence ideal worden beoordeeld, daarna de kant van de issuing bank en ten slotte de kant van de acquiring bank. De licentiehouders zijn het contract met Currence ideal aangegaan met het doel om de betaalmogelijkheid van ideal aan hun klanten aan te kunnen bieden. In het CPP-arrest is gewezen 58 HvJ 5 juni 1997, nr. C-2/95 (SDC), V-N 1997/2606/15; HvJ 13 december 2001, nr. C-235/00 (CSC), V-N 2002/ HvJ 10 maart 2011, nr. C-540/09 (SEB Momsgrupp), V-N 2011/ Soltysik 2002, p Van Norden & Hommen 2011, p.5. 17

18 dat beoordeeld dient te worden welke dienst de hoofddienst is. Het regime van die dienst bestuurt dan de fiscale consequenties van de gehele dienst. 62 Mijns inziens verricht Currence ideal dus één prestatie, namelijk het verschaffen van de mogelijkheid om ideal als betalingsverkeermethode aan te kunnen bieden. Op de vraag of het aanbieden van de mogelijk van ideal aangemerkt dient te worden als een prestatie betreffende betalingsverkeer is van belang of de prestatie een afzonderlijk geheel vormt dat de kenmerkende en essentiële functies van een handeling betreffende betalingsverkeer bezit. De handeling leidt tot het overmaken van geld en er juridische of financiële wijzigingen in de rechtsbetrekking van partijen ontstaan of kunnen ontstaan. Een eenvoudige materiële of technische dienst valt hier niet onder. In het bijzonder dient hierbij de omvang van de aansprakelijkheid te worden beoordeeld. Uit de informatie zoals die is te vinden op de website van Currence, onderdeel Tarieven, blijkt niet dat de dienst van Currence ideal direct leidt tot het overmaken van geld of dat er juridische of financiële wijzigingen in de rechtsbetrekking van partijen ontstaan. 63 Ik ben dan ook van oordeel dat de dienstverlening van Currence ideal niet vrijgesteld is kan omzetbelasting, omdat de dienstverlening niet leidt tot een overmaking van geld en er geen wijziging in de juridische of financiële positie van partijen ontstaan. De prestatie van Currence ideal naar de licentiehouders is aldus een belaste prestatie. De dienstverlening van de issuing bank naar de klant is daarentegen wel een prestatie die bestaat uit het overmaken van geld en er vindt een juridische en financiële wijziging in de rechtsbetrekking tussen de acceptant en de klant plaats (SDC-criteria). Dat de issuing bank geen directe relatie onderhoud met de acceptant is niet van belang. 64 Vanuit de issuing bank naar de klant is er geen sprake van een (uitsluiting van) aansprakelijkheid. De prestatie van de issuing bank naar de klant is daarom als vrijgestelde prestatie aan te merken. De dienstverlening van de acquiring bank naar de acceptant dan wel CPSP is, net als de dienstverlening van de issuing bank naar de klant, een prestatie die bestaat uit het overmaken van geld waarbij er tevens een wijziging in de juridische en financiële rechtsbetrekking tussen de klant en de acceptant/cpsp plaatsvindt. De dienst vormt een afzonderlijk geheel dat de kenmerkende en essentiële functies van een handeling betreffende betalingsverkeer bezit. De handeling leidt tot het overmaken van geld en er vindt een wijziging in de juridische en financiële positie van partijen plaats. De vrijstelling van betalingsverkeer kan echter geen plaats vinden indien het een eenvoudige materiële of technische dienst betreft. Hiertoe dient de omvang van de aansprakelijkheid onderzocht te worden. Met name de vraag of de aansprakelijkheid zich verder uitstrekt dan de technische aspecten. In de overeenkomst en algemene voorwaarden inzake internet betaalproducten van 62 Zie ook HvJ 25 februari 1999, nr. C-349/96 (CPP), BNB 1999/ Currence, Tarieven, 22 april 2011, 64 HvJ 5 juni 1997, nr. C-2/95 (SDC), V-N 1997/1606/15, r.o

19 ABN AMRO is de aansprakelijkheid expliciet uitgesloten, op schade als gevolg van opzet of bewuste roekeloosheid van de kant van ABN AMRO na. 65 Dit leidt ertoe dat de dienstverlening van ABN AMRO niet van omzetbelasting vrijgesteld is. De dienst van ABN AMRO is, hoewel bestaande uit meerdere deeldiensten, als één afzonderlijke dienst aan te merken, 66 namelijk het verlenen van de mogelijkheid om ideal betalingen via haar te laten lopen. De vergoeding die ABN AMRO hiervoor aan de acceptant dan wel CPSP in rekening brengt is belast. De CPSP, die als tussenpersoon optreedt om een betaling te incasseren, onderhoudt enerzijds een relatie met de acquiring bank en anderzijds een relatie met de acceptant. De relatie met de acquiring bank is hiervoor beschreven. In de relatie met de acceptant is het eveneens belangrijk vast te stellen of de dienst die de CPSP verricht een afzonderlijk geheel vormt, dat de kenmerkende en essentiële functies van een handeling inzake overmakingen. De handeling dient te leiden tot een overmaking van geld en juridische en financiële wijzigingen in de rechtsbetrekking tussen de acceptant en de klant. Voorts mag de dienst niet bestaan uit een eenvoudige materiële of technische dienst. Zoals reeds eerder aangegeven dient de aansprakelijkheid meer te omvatten dan slechts de technische aspecten van de dienst. De dienst van de CPSP bestaat uit het aanbieden van de betaalmogelijkheid aan klanten van de acceptant alsmede uit het ontvangen van de betalingen van die klant. Onder inhouding van een bedrag aan transactiekosten keert de CPSP de ontvangen betalingen uit aan de acceptant. Tot zover vormt de prestatie een afzonderlijk geheel dat de kenmerkende en essentiële functies van een handeling inzake overmakingen betreft. De dienst is ook niet aan te merken als eenvoudig materieel of louter technisch. Echter, de CPSP zich van alle aansprakelijkheid uitgesloten. 67 Dit leidt ertoe dat de dienst van de CPSP niet deelt in de vrijstelling. De bovenstaand beschreven prestaties samengevat leidt tot de conclusie dat de prestaties van Currence ideal niet voor de vrijstelling betreffende betalingsverkeer in aanmerking komen, omdat er daar geen dienst plaatsvindt die leidt tot het overmaken van geld. De prestaties van de issuing bank naar de klant zijn wel van omzetbelasting vrijgesteld. De dienst leidt tot overmaking van geld en van een uitsluiting van aansprakelijkheid is geen sprake. De diensten de acquiring bank en de CPSP lijken in eerste instantie wel voor de vrijstelling betreffende betalingsverkeer in aanmerking komen de diensten bestaan uit het overmaken van geld en leidt tot een wijziging in de juridische en financiële positie van partijen. De dienst gaat voorts ook verder dan het verrichten van een eenvoudige materiële of technische dienst. Echter, omdat de aansprakelijkheid, anders dan voor de technische aspecten, door zowel de acquiring bank als de CPSP is uitgesloten, kan de vrijstelling geen toepassing vinden. 65 ABN AMRO, Algemene voorwaarden ABN AMRO Internet betaalproducten, 22 april 2011, (zoek op ABN AMRO contract ideal). 66 HvJ 25 februari 1999, nr. C-349/96 (CPP), BNB 2999/ Mollie, ideal overeenkomst, 22 april 2011, 19

20 Hoofdstuk Vijf Conclusie en aanbeveling In dit hoofdstuk wordt een antwoord geformuleerd op de in hoofdstuk een geformuleerde probleemstelling. Daarnaast zal er een aanbeveling voor de toekomstbestendigheid van de btw vrijstelling van betalingsverkeer gedaan worden. 5.1 Antwoord op de probleemstelling De in het eerste hoofdstuk geformuleerde probleemstelling luidde: Voldoet de vrijstelling van artikel 135, lid 1, onderdeel d, Btw-richtlijn nog aan de eigenschappen die het huidige betalingsverkeer bezit, met het oog op de ratio waarmee de vrijstelling destijds in ingevoerd? Zoals Bijl, Van Hilten & Van Vliet stellen is de ratio waarmee dit richtlijnartikel destijds ingevoerd is, niet helemaal te achterhalen. Zij nemen aan dat de rede voor invoering van dit artikel ligt in de op het moment van invoering reeds bestaande omzetbelastingwetgeving van de oorspronkelijke lidstaten van de Europese Unie. Bijl, Van Hilten & Van Vliet geven aan dat zij het betalingsverkeer überhaupt niet thuis vinden horen in een BTW. 68 Nu het betalingsverkeer steeds technischer van aard wordt en daar meerdere partijen bij betrokken raken, vind ik het wel logisch dat ook over dienstverlening die verband houdt met betalingsverkeer btw berekend dient te worden. Het vrijstellen van omzetbelasting is een uitzondering. Van die uitzondering moet maar beperkt gebruik worden gemaakt. Of de vrijstelling van betalingsverkeer in de huidige tijd nog voldoet aan de ratio ten tijde van de invoering hiervan betwijfel ik. In het moderne betalingsverkeer worden steeds meer diensten uitbesteed. Dit heeft te maken met de automatisering die overal plaatsvindt. Door deze steeds verder gaande automatisering treedt er ook steeds meer specialisatie op. Ondernemers hebben daarentegen geen behoefte aan aansprakelijkstelling wanneer er zich problemen voordoen. Aansprakelijkheid wordt dus uitgesloten. Het HvJ heeft in de SDC-zaak gewezen dat de vrijstelling van betalingverkeer mogelijk is wanneer de dienst een afzonderlijk geheel vormt dat de kenmerkende en essentiële functies van het betalingsverkeer vervult. Het dient dus een overmaking van geld te betreffen en de juridische en financiële positie van partijen dient te wijzigen. De vrijstelling van betalingsverkeer kan geen toepassing vinden wanneer er sprake is van een eenvoudige materiële of technische dienst. Bij het beoordelen of er sprake is van een eenvoudige materiële of technische dienst dient in het bijzonder de aansprakelijkheid van de dienstverrichter onderzocht te worden. Wanneer de aansprakelijkheid zich beperkt tot de technische aspecten, kan de vrijstelling geen toepassing vinden. 69 Bovenstaande heeft tot gevolg dat de vrijstelling van betalingsverkeer in steeds minder situaties toegepast zal worden. Alleen de zuivere handelingen betreffende deposito s en rekening-courantverkeer zullen nog onder de vrijstelling van betalingsverkeer vallen. 68 Bijl, Van Hilten & Van Vliet 2001, p HvJ 5 juni 1997, nr. C-2/95 (SDC), V-N 1997/2606/15. 20

UNIVERSITEIT VAN TILBURG

UNIVERSITEIT VAN TILBURG UNIVERSITEIT VAN TILBURG Modernisering van de vrijstelling voor betalingsverkeer Onderzoek naar de reikwijdte en toepassing van de vrijstelling ten behoeve van het moderne betalingsverkeer Naam: A.W. Groeneweg

Nadere informatie

Besluit van 25 januari 2013, nr. BLKB 2013/82M, De staatssecretaris van Financiën heeft het volgende besloten.

Besluit van 25 januari 2013, nr. BLKB 2013/82M, De staatssecretaris van Financiën heeft het volgende besloten. Omzetbelasting. Heffing van omzetbelasting ten aanzien van en en mobiele telefoonabonnementen Belastingdienst/Landelijk Kantoor Belastingdienstregio s, Brieven en beleidsbesluiten Besluit van 25 januari

Nadere informatie

Bachelor Thesis. De reikwijdte van de btw-vrijstelling van artikel 135 lid 1 onderdeel d Btwrichtlijn in verhouding tot moderne betalingsvormen

Bachelor Thesis. De reikwijdte van de btw-vrijstelling van artikel 135 lid 1 onderdeel d Btwrichtlijn in verhouding tot moderne betalingsvormen Bachelor Thesis De reikwijdte van de btw-vrijstelling van artikel 135 lid 1 onderdeel d Btwrichtlijn in verhouding tot moderne betalingsvormen Marit Verstappen Studierichting: Fiscale economie Inhoudsopgave

Nadere informatie

De Rechtbank te Haarlem (nr. AWB 05/6797) heeft het tegen die uitspraak ingestelde beroep ongegrond verklaard.

De Rechtbank te Haarlem (nr. AWB 05/6797) heeft het tegen die uitspraak ingestelde beroep ongegrond verklaard. LJN: BO3637, Hoge Raad, 09/00760 Print uitspraak Datum uitspraak: 22-04-2011 Rechtsgebied: Belasting Soort procedure: Cassatie Inhoudsindicatie: Omzetbelasting; art. 5, lid 3, en art. 13, B, aanhef en

Nadere informatie

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 9 september 2009 (23.09) (OR. en) 13057/09. Interinstitutioneel dossier 2007/0267 (CNS) LIMITE FISC 112

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 9 september 2009 (23.09) (OR. en) 13057/09. Interinstitutioneel dossier 2007/0267 (CNS) LIMITE FISC 112 Conseil UE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 9 september 2009 (23.09) (OR. en) Interinstitutioneel dossier 2007/0267 (CNS) PUBLIC 13057/09 LIMITE FISC 112 NOTA van: aan: Betreft: het voorzitterschap de

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Vierde kamer) 15 juni 1989*

ARREST VAN HET HOF (Vierde kamer) 15 juni 1989* STICHTING UITVOERING FINANCIËLE ACTIES / STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN ARREST VAN HET HOF (Vierde kamer) 15 juni 1989* In zaak 348/87, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag

Nadere informatie

Datum 10 september 2014 Betreft Beantwoording Kamervragen van de leden Bruins Slot en Omtzigt (beiden CDA) (2014Z13486)

Datum 10 september 2014 Betreft Beantwoording Kamervragen van de leden Bruins Slot en Omtzigt (beiden CDA) (2014Z13486) > Retouradres Postbus 20201 2500 EE Den Haag Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 AE Den Haag Directie Douane en Verbruiksbelastingen Korte Voorhout 7 2511 CW Den Haag

Nadere informatie

Naar aanleiding van uw brief van 18 oktober 2011 heb ik de eer het volgende op te merken.

Naar aanleiding van uw brief van 18 oktober 2011 heb ik de eer het volgende op te merken. Den Haag, 2 9 NOV 2011 Kenmerk: DGB 2011-6473 Motivering van het beroepschrift in cassatie (rolnummer 11/04540) tegen de uitspraak van het Gerechtshof te 's-hertogenbosch van 2 september 2011, nr. r, 2

Nadere informatie

Whitepaper Meer weten over ideal

Whitepaper Meer weten over ideal Whitepaper Meer weten over ideal Inhoudsopgave INLEIDING... 2 OVER IDEAL... 3 DE WERKING VAN IDEAL... 3 ONLINE INZAKE IN TRANSACTIES... 4 DIRECT IMPLEMENTEREN... 4 IDEAL TARIEF... 4 MEER WETEN?... 4 Pagina

Nadere informatie

Elektronische betaaldiensten

Elektronische betaaldiensten Elektronische betaaldiensten By: mr. drs. K.A.M.M. Theunissen 2015/2016 Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 1 1. Inleiding... 2 2. Elektronische betaaldiensten... 3 2.1 Inleiding... 3 2.2 DPSPs en CPSPs...

Nadere informatie

BTW en Financiële Prestaties

BTW en Financiële Prestaties BTW en Financiële Prestaties Erik Scheer, Philippe Steffens en Casper Evers De paradox van de BTW-vrijstellingen Toen: Nu: DATACENTER 500 + 95 BTW BANK BANK Lening: 1000 zonder BTW-druk Lening: 1000 95

Nadere informatie

Handreiking btw in de samenwerking tussen Onderwijs en Kinderopvang

Handreiking btw in de samenwerking tussen Onderwijs en Kinderopvang Handreiking btw in de samenwerking tussen Onderwijs en Kinderopvang Inleiding Zowel onderwijsinstellingen als kinderopvangorganisaties verrichten btw-vrijgestelde prestaties, namelijk het verzorgen van

Nadere informatie

Hof: commissie voor creditcardbetalingen via internet is vrijgestelde vergoeding voor omzetbelasting woensdag, 14 december 2005

Hof: commissie voor creditcardbetalingen via internet is vrijgestelde vergoeding voor omzetbelasting woensdag, 14 december 2005 Hof: commissie voor creditcardbetalingen via internet is vrijgestelde vergoeding voor omzetbelasting woensdag, 14 december 2005 De creditcardcommissie vormt een vergoeding voor een vrijgestelde dienst

Nadere informatie

Online betalen via uw eigen bank

Online betalen via uw eigen bank Online betalen via uw eigen bank deelnemende banken MAKKELIJK VEILIG SNEL BETROUWBAAR Uw meest praktische manier van online betalen Steeds meer mensen kopen op het internet. Een boek, reis, dvd, muziek

Nadere informatie

In haar verwijzigingsbeslissing heeft de Hoge Raad de volgende vraag aan het HvJ EG voorgelegd:

In haar verwijzigingsbeslissing heeft de Hoge Raad de volgende vraag aan het HvJ EG voorgelegd: Drie musketiersverliezenstrijd koepelvrijstelling In haar verwijzigingsbeslissing heeft de Hoge Raad de volgende vraag aan het HvJ EG voorgelegd: Moet artikel 13 A lid 1 letter f van de Zesde Richtlijn

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 07/08/2014

Datum van inontvangstneming : 07/08/2014 Datum van inontvangstneming : 07/08/2014 Vertaling C-334/14-1 Zaak C-334/14 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 9 juli 2014 Verwijzende rechter: Hof van beroep te Bergen (België)

Nadere informatie

HOOFDSTUK 1 Een systematiek voor het oplossen van btw-problemen

HOOFDSTUK 1 Een systematiek voor het oplossen van btw-problemen HOOFDSTUK 1 Een systematiek voor het oplossen van btw-problemen De wijze waarop internationale transacties in de heffing van btw worden betrokken, wordt bepaald door de systematiek van de btw-wetgeving.

Nadere informatie

PUBLIC RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 30 juni 2009 (13.07) (OR. en) 11584/09. Interinstitutioneel dossier 2007/0267 (C S) LIMITE FISC 92

PUBLIC RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 30 juni 2009 (13.07) (OR. en) 11584/09. Interinstitutioneel dossier 2007/0267 (C S) LIMITE FISC 92 Conseil UE RAAD VA DE EUROPESE U IE Brussel, 30 juni 2009 (13.07) (OR. en) Interinstitutioneel dossier 2007/0267 (C S) PUBLIC 11584/09 LIMITE FISC 92 OTA van: aan: Betreft: het aantredende Zweedse voorzitterschap

Nadere informatie

Online betalen via uw eigen bank

Online betalen via uw eigen bank Online betalen via uw eigen bank deelnemende banken MAKKELIJK VEILIG SNEL BETROUWBAAR Uw meest praktische manier van online betalen Steeds meer mensen kopen op het internet. Een boek, reis, dvd, muziek

Nadere informatie

Aftrek en/of compensatie van btw definitief na verwerken factuur?

Aftrek en/of compensatie van btw definitief na verwerken factuur? Aftrek en/of compensatie van btw definitief na verwerken factuur? Onlangs heeft de rechtbank Arnhem uitspraak gedaan in een zaak waarbij de Belastingdienst een naheffingsaanslag omzetbelasting heeft opgelegd,

Nadere informatie

88 De Pensioenwereld in 2015

88 De Pensioenwereld in 2015 09 88 De Pensioenwereld in 2015 Fiscaliteiten & grensoverschrijding 89 Kansen voor vermindering btw-druk bij pensioenfondsen Auteurs: Karim Hommen en Gert-Jan van Norden Een recente uitspraak van het Europese

Nadere informatie

btw en tussenpersonen Federatiebijeenkomst van Assurantieclubs Jakob Kamminga

btw en tussenpersonen Federatiebijeenkomst van Assurantieclubs Jakob Kamminga btw en tussenpersonen Federatiebijeenkomst van Assurantieclubs Jakob Kamminga btw en tussenpersonen 24 november 2011 Inhoud Update btw stavaza Het proceskader Het wettelijke kader Toepassing op casus btw

Nadere informatie

Factureringsregels 2013

Factureringsregels 2013 Factureringsregels 2012 en 2013 Facturen spelen binnen de btw-regelgeving een zeer belangrijke rol. De ondernemer kan aan de hand van verkoopfacturen de verschuldigde belasting aantonen en door middel

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 06/03/2017

Datum van inontvangstneming : 06/03/2017 Datum van inontvangstneming : 06/03/2017 Vertaling C-45/17-1 Zaak C-45/17 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 30 januari 2017 Verwijzende rechter: Conseil d État (Frankrijk) Datum

Nadere informatie

Verruiming btw-sportvrijstelling

Verruiming btw-sportvrijstelling omzetbelasting Verruiming btw-sportvrijstelling FISCAAL PRAKTIJKBLAD 2015-16 6 oktober 2015 De btw-sportvrijstelling voor sportverenigingen moet op termijn verruimd worden. Dit heeft de Staatssecretaris

Nadere informatie

Advies A Business card services; vervolgvraag n.a.v. A Achtergrondinformatie

Advies A Business card services; vervolgvraag n.a.v. A Achtergrondinformatie Advies A 16.03 Business card services; vervolgvraag n.a.v. A14.07 Achtergrondinformatie In 2014 heeft de Codecommissie van de stichting Gedragscode Medische Hulpmiddelen (hierna: de Codecommissie) een

Nadere informatie

Collegeaantekeningen Fiscale aspecten Registergoederen. Week 1

Collegeaantekeningen Fiscale aspecten Registergoederen. Week 1 Collegeaantekeningen Fiscale aspecten Registergoederen Week 1 2016-2017 HC week 1 Fiscale aspecten van Registergoederen 9 februari 2017 Inleiding Waarom is het vak voor notariëlen van belang? Wat heeft

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 8 maart 1988 *

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 8 maart 1988 * ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 8 maart 1988 * In zaak 165/86, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van de Hoge Raad der Nederlanden, in het aldaar aanhangig geding tussen

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 20 juni 1991 *

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 20 juni 1991 * ARREST VAN 20. 6. 1991 ZAAK C-60/90 ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 20 juni 1991 * In zaak C-60/90, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van het Gerechtshof te Arnhem,

Nadere informatie

Cliëntenbrief Nieuwe factureringsregels vanaf 1 januari 2013: alle wijzigingen op een rij

Cliëntenbrief Nieuwe factureringsregels vanaf 1 januari 2013: alle wijzigingen op een rij Cliëntenbrief Nieuwe factureringsregels vanaf 1 januari 2013: alle wijzigingen op een rij Onderwerp: nieuwe factureringsregels per 1 januari 2013 Doel: informeren en adviseren Bestemd voor: alle ondernemers

Nadere informatie

De Nederlandse BV als een vaste inrichting van een buitenlandse vennootschap

De Nederlandse BV als een vaste inrichting van een buitenlandse vennootschap De Nederlandse BV als een vaste inrichting van een buitenlandse vennootschap Rashmi Gangaram Panday 5606306 Semester 2, studiejaar 2008/2009 Juli 2009 Bachelorscriptie Begeleider : dhr. mr. drs. W.A.P.

Nadere informatie

De Commissie beslist met inachtneming van haar reglement en op basis van de volgende stukken:

De Commissie beslist met inachtneming van haar reglement en op basis van de volgende stukken: Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2013-233 d.d. 17 juli 2013 (mr. H.J. Schepen, voorzitter, mr. A.P. Luitingh, en mr. J.Th. de Wit, leden, en mevrouw mr. M. Nijland, secretaris)

Nadere informatie

Credit Management Buckaroo en administratiekosten

Credit Management Buckaroo en administratiekosten Credit Management Buckaroo en administratiekosten Versie: 1.2 Jaar: 2012 Auteur: Buckaroo Online Payment Services Inleiding Binnen de Buckaroo Payment Plaza bestaat de mogelijkheid om Credit Management

Nadere informatie

BESCHIKKING VAN HET HOF (Eerste kamer) 12 juli 2001 *

BESCHIKKING VAN HET HOF (Eerste kamer) 12 juli 2001 * WELTHGROVE BESCHIKKING VAN HET HOF (Eerste kamer) 12 juli 2001 * In zaak C-102/00, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 234 EG van de Hoge Raad der Nederlanden, in het aldaar aanhangige

Nadere informatie

Informatie over btw en publiek-private samenwerking bij onderzoek en onderwijs

Informatie over btw en publiek-private samenwerking bij onderzoek en onderwijs Informatie over btw en publiek-private samenwerking bij onderzoek en onderwijs Deze informatie gaat over de btw-heffing bij publiek-private samenwerking. In deze informatie worden de btw-regels uitgelegd,

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 13 juli 1989*

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 13 juli 1989* SKATTEMINISTERIET / HENRIKSEN ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 13 juli 1989* In zaak 173/88, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van het Højesteret, in het aldaar aanhangig

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESCHIKKING VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESCHIKKING VAN DE RAAD NL NL NL COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 24.11.2009 COM(2009)641 definitief Voorstel voor een BESCHIKKING VAN DE RAAD waarbij de Portugese Republiek wordt gemachtigd een maatregel toe

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 07/06/2013

Datum van inontvangstneming : 07/06/2013 Datum van inontvangstneming : 07/06/2013 I!Entree 2 7 MARS 2013 C-.A6'1IA3-0 Hoge Raad der Nederlanden Derde Kamer Nr. 11/02595 8 maart 2013 Ingeschreven in het register van het Hof van Justitie onder

Nadere informatie

Circulaire 2019/C/22 betreffende werken uitgevoerd door een Btw-belastingplichtige in een gebouw dat hij huurt

Circulaire 2019/C/22 betreffende werken uitgevoerd door een Btw-belastingplichtige in een gebouw dat hij huurt Page 1 of 5 Properties Title : Circulaire 2019/C/22 betreffende werken uitgevoerd door een Btw-belastingplichtige in een gebouw dat hij huurt Summary : Deze circulaire bespreekt de gevolgen op het vlak

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Zesde Kamer) 8 februari 1990*

ARREST VAN HET HOF (Zesde Kamer) 8 februari 1990* ARREST VAN 8. 2. 1990 ZAAK C-320/88 ARREST VAN HET HOF (Zesde Kamer) 8 februari 1990* In zaak C-320/88, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van de Hoge Raad der Nederlanden,

Nadere informatie

Algemene Voorwaarden Careibu Klanten

Algemene Voorwaarden Careibu Klanten Algemene Voorwaarden Careibu Klanten 1. Algemeen 1.1. Deze algemene voorwaarden zijn van toepassing op iedere aanbieding, offerte en overeenkomst van de besloten vennootschap De Vinderij B.V., gevestigd

Nadere informatie

1 Het geding in feitelijke instanties

1 Het geding in feitelijke instanties Uitspraak 10 januari 2014 nr. 09/01485 Arrest gewezen op het beroep in cassatie van de Staatssecretaris van Financiën tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Arnhem van 3 maart 2009, nr. 07/00372, betreffende

Nadere informatie

DUIDING VAN DE PROBLEMATIEK

DUIDING VAN DE PROBLEMATIEK Algemene Administratie van de Fiscaliteit Operationele Expertise en Ondersteuning Dienst BTW Belasting over de toegevoegde waarde Beslissing BTW nr. E.T.127.884 d.d. 05.10.2015 Reisbureaus Verzekeringen

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 14/06/2013

Datum van inontvangstneming : 14/06/2013 Datum van inontvangstneming : 14/06/2013 Vertaling C-258/13-1 Zaak C-258/13 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 13 mei 2013 Verwijzende rechter: Varas Cíveis de Lisboa (Portugal)

Nadere informatie

I n z a k e: T e g e n:

I n z a k e: T e g e n: HOGE RAAD DER NEDERLANDEN Datum : 1 juni 2018 Zaaknr. : 18/01151 VERWEERSCHRIFT MET VOORWAARDELIJK INCIDENTEEL CASSATIEBEROEP I n z a k e: 1 Stichting SDB Gevestigd te Stichtse Vecht 2 Stichting Euribar

Nadere informatie

GEDATEERD [DATUM] 200[_] ABN AMRO BANK N.V. OVEREENKOMST INZAKE INTERNET BETAALPRODUCTEN

GEDATEERD [DATUM] 200[_] ABN AMRO BANK N.V. OVEREENKOMST INZAKE INTERNET BETAALPRODUCTEN Datum: [_] GEDATEERD [DATUM] 200[_] ABN AMRO BANK N.V. en [.] OVEREENKOMST INZAKE INTERNET BETAALPRODUCTEN PARTIJEN: 1. ABN AMRO Bank N.V., hierna te noemen ABN AMRO, en 2. [NAAM,, statutair gevestigd

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 3 maart 1994 *

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 3 maart 1994 * TOLSMA ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 3 maart 1994 * In zaak C-16/93, betreifende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van het Gerechtshof te Leeuwarden (Nederland), in het aldaar

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 25 mei 1993 *

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 25 mei 1993 * ARREST VAN 25. 5.1993 ZAAK C-193/91 ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 25 mei 1993 * In zaak C-193/91, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van het Bundesfinanzhof, in het

Nadere informatie

Factoring en het voorstel tot wijziging. Over identificatie en kwalificatie van prestaties

Factoring en het voorstel tot wijziging. Over identificatie en kwalificatie van prestaties Factoring en het voorstel tot wijziging Over identificatie en kwalificatie van prestaties Door: mr. drs. A.G.J. Wentink 2011/ 2012 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Inleiding 2 1.1 Aanleiding 2 1.2 Essentie factorovereenkomsten

Nadere informatie

voorwaarden November 2015 Informatie Beleggen SEPA Incasso november 2011 ABN AMRO

voorwaarden November 2015 Informatie Beleggen SEPA Incasso november 2011 ABN AMRO Informatie Beleggen SEPA Incasso november 2011 ABN AMRO voorwaarden November 2015 Inhoudsopgave Voorwaarden SEPA Incasso Begrippenlijst 1. Onderwerp en toepasselijke voorwaarden 2. Gebruik SEPA Incasso

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 07/09/2018

Datum van inontvangstneming : 07/09/2018 Datum van inontvangstneming : 07/09/2018 Samenvatting C-488/18-1 Zaak C-488/18 Samenvatting van het verzoek om een prejudiciële beslissing overeenkomstig artikel 98, lid 1, van het Reglement voor de procesvoering

Nadere informatie

de contractspartij van RL-Incasso, dan wel cliënte, dan wel de opdrachtgever;

de contractspartij van RL-Incasso, dan wel cliënte, dan wel de opdrachtgever; Wanneer u als klant/opdrachtgever akkoord gaat met de incasso-overeenkomst van RL-Incasso, gaat u ook automatisch akkoord met de onderstaande voorwaarden. Mocht u vragen hebben over de onderstaande voorwaarde

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESCHIKKING VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESCHIKKING VAN DE RAAD COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 02.05.2001 COM(2001) 238 definitief Voorstel voor een BESCHIKKING VAN DE RAAD houdende machtiging van het Koninkrijk Spanje tot het toepassen van een maatregel

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 22/06/2017

Datum van inontvangstneming : 22/06/2017 Datum van inontvangstneming : 22/06/2017 Vertaling C-264/17-1 Zaak C-264/17 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 17 mei 2017 Verwijzende rechter: Finanzgericht Münster (Duitsland)

Nadere informatie

ALGEMENE VOORWAARDEN. Young Law B.V.

ALGEMENE VOORWAARDEN. Young Law B.V. ALGEMENE VOORWAARDEN Young Law B.V. 1. Begrippen 1.1 Young Law B.V. hierna: Young Law is een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid die zich ten doel stelt tot het leveren van juridische

Nadere informatie

ALGEMENE VOORWAARDEN. Algemene voorwaarden van Stellema verzekeringen

ALGEMENE VOORWAARDEN. Algemene voorwaarden van Stellema verzekeringen 1. Algemeen 1.1 Waar in deze voorwaarden wordt gesproken over Financiële Dienstverlener, wordt Stellema Verzekeringen, G. Bleekerstraat 1a, 9291 BS te Kollum bedoeld. 1.2 Deze algemene voorwaarden zijn

Nadere informatie

Utrecht 21 april 2015

Utrecht 21 april 2015 Utrecht 21 april 2015 ONDERWERPEN Algemene inleiding BTW verschuldigd over subsidies? Invloed van subsidies op de aftrek van BTW KARAKTER VAN DE BTW Belast het verbruik door consument / eindverbruiker

Nadere informatie

11558/02 jv 1 DG G I

11558/02 jv 1 DG G I RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 26 augustus 2002 (28.08) (OR. fr) 11558/02 FISC 216 INGEKOMEN DOCUMENT van: de heer Sylvain BISARRE, directeur, namens de secretaris-generaal van de Europese Commissie

Nadere informatie

Vaak gestelde vragen. over het Hof van Justitie van de Europese Unie

Vaak gestelde vragen. over het Hof van Justitie van de Europese Unie Vaak gestelde vragen over het Hof van Justitie van de Europese Unie WAAROM EEN HOF VAN JUSTITIE VAN DE EUROPESE UNIE (HVJ-EU)? Om Europa op te bouwen hebben een aantal staten (thans 28) onderling verdragen

Nadere informatie

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA 'S-GRAVENHAGE

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA 'S-GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 20201 2500 EE Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA 'S-GRAVENHAGE Korte Voorhout 7 2511 CW Den Haag Postbus 20201 2500 EE Den Haag www.rijksoverheid.nl

Nadere informatie

Professioneel Communiceren. Advies rapport : Online betalen X- treme 21. Titelblad. Klas: CMD2C. Rick van Willigen 0822845 Jonathan Reijneveld 0818418

Professioneel Communiceren. Advies rapport : Online betalen X- treme 21. Titelblad. Klas: CMD2C. Rick van Willigen 0822845 Jonathan Reijneveld 0818418 Professioneel Communiceren Advies rapport : Online betalen X- treme 21 Titelblad Klas: CMD2C Rick van Willigen 0822845 Jonathan Reijneveld 0818418 Inleiding Voor het vak Professioneel Communiceren hebben

Nadere informatie

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. E.L.A. van Emden, voorzitter en mr. T. Boerman, secretaris)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. E.L.A. van Emden, voorzitter en mr. T. Boerman, secretaris) Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2018-005 (mr. E.L.A. van Emden, voorzitter en mr. T. Boerman, secretaris) Klacht ontvangen op : 15 februari 2017 Ingediend door : Consument

Nadere informatie

jurisprudentiële fundamenten meer dan veertig jaar geleden zijn gelegd 2, bevestigd en versterkt.

jurisprudentiële fundamenten meer dan veertig jaar geleden zijn gelegd 2, bevestigd en versterkt. Discussienota van het Hof van Justitie van de Europese Unie over bepaalde aspecten van de toetreding van de Europese Unie tot het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele

Nadere informatie

mr. T. (Ton) Verveer 4/15/2010

mr. T. (Ton) Verveer 4/15/2010 Btw en transport per 1 januari 2010 mr. C.F.C. C (Frank) Resseler mr. T. (Ton) Verveer 1 Btw in perspectief Btw en transport INHOUD Btw en met transport samenhangende diensten Bemiddeling Verhuur vrachtwagens

Nadere informatie

ABN AMRO Bank N.V, gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen: Aangeslotene.

ABN AMRO Bank N.V, gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen: Aangeslotene. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2013-21 d.d. 22 januari 2013 (mr. B.F. Keulen, voorzitter, prof. mr. E.H. Hondius en mr. R.J. Verschoof, leden en mr. E.E. Ribbers, secretaris)

Nadere informatie

Algemene Voorwaarden werving en selectie

Algemene Voorwaarden werving en selectie Inleiding Algemene Voorwaarden werving en selectie Dit document bevat de tekst van de Algemene Voorwaarden voor werving en selectie opdrachten zoals die gehanteerd worden door Nijssen & Van de Sluis werving,

Nadere informatie

Leerlingenvervoer en btw Hoge Raad stelt prejudiciële vragen aan het Europese Hof van Justitie

Leerlingenvervoer en btw Hoge Raad stelt prejudiciële vragen aan het Europese Hof van Justitie Leerlingenvervoer en btw Hoge Raad stelt prejudiciële vragen aan het Europese Hof van Justitie In deze nieuwsbrief informeren wij u over de laatste ontwikkelingen inzake de procedures over btw en leerlingenvervoer.

Nadere informatie

De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken:

De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken: Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2011-346 d.d. 2 december 2011 (mr. P.A. Offers, voorzitter, mr. B.F. Keulen en mr. A.W.H. Vink, leden, en mr.drs. D.J. Olthoff, secretaris)

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 27 oktober 1993 *

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 27 oktober 1993 * ARKEST VAN 27.10.1993 ZAAK C-281/91 ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 27 oktober 1993 * In zaak C-281/91, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van de Hoge Raad der Nederlanden

Nadere informatie

Informatie voor ondernemers

Informatie voor ondernemers Informatie voor ondernemers Factuurvereisten en regels Vrijwel elke ondernemer heeft te maken met btw. Btw is de belasting die u als ondernemer verschuldigd bent over uw omzet. Daar staat tegenover dat

Nadere informatie

AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN

AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN Jaargang 2012 No. 14 Landsverordening van de 28 ste maart 2012 tot wijziging van de Landsverordening belasting op bedrijfsomzetten 1997 IN NAAM VAN DE KONINGIN! DE GOUVERNEUR

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 02/02/2016

Datum van inontvangstneming : 02/02/2016 Datum van inontvangstneming : 02/02/2016 Vertaling C-690/15-1 Zaak C-690/15 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 21 december 2015 Verwijzende rechter: Cour administrative d appel

Nadere informatie

de naamloze vennootschap ABN AMRO Bank N.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene.

de naamloze vennootschap ABN AMRO Bank N.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2013-372 d.d. 13 december 2013 (mr. R.J. Paris, voorzitter, waarbij mr. F. Faes, secretaris) Samenvatting Consument houdt een betaal- en spaarrekening

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 3705 14 februari 2013 Beleidsregels artikel 5 Besluit Interoperabiliteit, Onafhankelijke Post en Telecommunicatieautoriteit

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 23/05/2017

Datum van inontvangstneming : 23/05/2017 Datum van inontvangstneming : 23/05/2017 Vertaling C-165/17-1 Zaak C-165/17 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 3 april 2017 Verwijzende rechter: Conseil d État (Frankrijk) Datum

Nadere informatie

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2014-213 d.d. 27 mei 2014 (mr. R.J. Paris en mevrouw mr. L.T.A. van Eck, secretaris)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2014-213 d.d. 27 mei 2014 (mr. R.J. Paris en mevrouw mr. L.T.A. van Eck, secretaris) Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2014-213 d.d. 27 mei 2014 (mr. R.J. Paris en mevrouw mr. L.T.A. van Eck, secretaris) Samenvatting Op de rekeningen van Consument en haar echtgenoot

Nadere informatie

Flavius Assurantiën en Financiën, gevestigd te Nijmegen, hierna te noemen Aangeslotene.

Flavius Assurantiën en Financiën, gevestigd te Nijmegen, hierna te noemen Aangeslotene. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2014-258 d.d. 4 juli 2014 (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter, mr. W.F.C. Baars en mr. J.W.H. Offerhaus, leden en mevrouw mr. M.M.C. Oyen,

Nadere informatie

de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Directie Algemene Fiscale Politiek De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA 'S GRAVENHAGE Datum Uw brief (Kenmerk) Ons kenmerk 8 april 2008 AFP 2008-266 Onderwerp Kamervragen

Nadere informatie

Algemene voorwaarden webshop Somford olie & smeermiddelen

Algemene voorwaarden webshop Somford olie & smeermiddelen Algemene voorwaarden webshop Somford olie & smeermiddelen Versie geldig vanaf 01-01-2012 1. Toepassing 1.1 Deze Algemene Voorwaarden zijn van toepassing op alle producten in de webwinkel van somford.nl.

Nadere informatie

Hoofdstuk 270 / De winst- en verliesrekening 270.1

Hoofdstuk 270 / De winst- en verliesrekening 270.1 Hoofdstuk 270 / De winst- en verliesrekening 270.1 Het verschil tussen de reële waarde en het nominale bedrag van de tegenprestatie wordt over de periode tot de verwachte ontvangst als rentebate verwerkt.

Nadere informatie

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd: 34 323 Wijziging van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 en enige andere wetten in verband met enkele aanpassingen inzake de fiscale eenheid (Wet aanpassing fiscale eenheid) NOTA VAN WIJZIGING Het

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 6 februari 1997*

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 6 februari 1997* ARREST VAN 6. 2. 1997 ZAAK C-80/95 ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 6 februari 1997* In zaak C-80/95, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EG-Verdrag van de Hoge Raad der Nederlanden,

Nadere informatie

BIJLAGE Nadere uitwerking samenwerkingsverbanden en btw-wetgeving

BIJLAGE Nadere uitwerking samenwerkingsverbanden en btw-wetgeving BIJLAGE Nadere uitwerking samenwerkingsverbanden en btw-wetgeving Zoals het er nu naar uit ziet worden als gevolg van de drie grote decentralisaties in het sociale domein per 1 januari 2015 nieuwe taken

Nadere informatie

Algemene Voorwaarden van dienstverlening van Advocatenkantoor Mutsaers kantoorhoudende te (2011 WP) Haarlem aan de Barrevoetestraat nr 8

Algemene Voorwaarden van dienstverlening van Advocatenkantoor Mutsaers kantoorhoudende te (2011 WP) Haarlem aan de Barrevoetestraat nr 8 Algemene Voorwaarden Advocatenkantoor Mutsaers Algemene Voorwaarden van dienstverlening van Advocatenkantoor Mutsaers kantoorhoudende te (2011 WP) Haarlem aan de Barrevoetestraat nr 8 1. Advocatenkantoor

Nadere informatie

ALGEMENE VOORWAARDEN. 1. Toepasselijkheid:

ALGEMENE VOORWAARDEN. 1. Toepasselijkheid: ALGEMENE VOORWAARDEN 1. Toepasselijkheid: 1.1 Deze Voorwaarden maken deel uit van alle overeenkomsten en zijn van toepassing op alle (overige) handelingen en rechtshandelingen tussen Baldinger Gerechtsdeurwaarders

Nadere informatie

Gebruik kenmerknummer beoordeling Deze beoordeling is bij de Belastingdienst op geregistreerd onder nummer

Gebruik kenmerknummer beoordeling Deze beoordeling is bij de Belastingdienst op geregistreerd onder nummer VOORBEELDOVEREENKOMST - TANDHEELKUNDIGE DIENSTVERLENING Beoordeling Belastingdienst nr. 9101580814 13 oktober 2015 Beoordeling overeenkomst tandheelkundige dienstverlening Ik ben van mening dat werken

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 30/06/2016

Datum van inontvangstneming : 30/06/2016 Datum van inontvangstneming : 30/06/2016 Vertaling C-303/16-1 Zaak C-303/16 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 30 mei 2016 Verwijzende rechter: Conseil d État (Frankrijk) Datum

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 29/06/2017

Datum van inontvangstneming : 29/06/2017 Datum van inontvangstneming : 29/06/2017 Samenvatting C-295/17-1 Zaak C-295/17 Samenvatting van het verzoek om een prejudiciële beslissing overeenkomstig artikel 98, lid 1, van het Reglement voor de procesvoering

Nadere informatie

Hoge Raad der Nederlanden Postbus EH DEN HAAG. Edelhoogachtbaar College,

Hoge Raad der Nederlanden Postbus EH DEN HAAG. Edelhoogachtbaar College, Hoge Raad der Nederlanden Postbus 20303 2500 EH DEN HAAG Edelhoogachtbaar College, De gemeente MP heeft bij brief van 21 september 2017 cassatieberoep ingesteld tegen de uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Vierde kamer) 8 februari 2007 *

ARREST VAN HET HOF (Vierde kamer) 8 februari 2007 * INVESTRAND ARREST VAN HET HOF (Vierde kamer) 8 februari 2007 * In zaak 0435/05, betreffende een verzoek om een prejudiciële beslissing krachtens artikel 234 EG, ingediend door de Hoge Raad der Nederlanden

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF 29 juni 1999 *

ARREST VAN HET HOF 29 juni 1999 * ARREST VAN 29. 6. 1999 ZAAK C-158/98 ARREST VAN HET HOF 29 juni 1999 * In zaak C-158/98, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EG-Verdrag (thans artikel 234 EG) van de Hoge Raad der

Nadere informatie

Bahialaan 100 3065WC Rotterdam

Bahialaan 100 3065WC Rotterdam Bahialaan 100 3065WC Rotterdam T: +31 (0)10-764 0804 F: +31 (0)10 254 0015 M: +31 (0)6 51 99 78 08 E: dehaas@dehaasadvocatuur.nl I: www.dehaasadvocatuur.nl Mevrouw mr. P. (Priscilla) de Haas 11-8-2015

Nadere informatie

De BTW-afwikkeling bij de verstrekking van zegels en waardebonnen wordt geregeld door de artikelen 20 en 21 Uitvoeringsbesluit OB.

De BTW-afwikkeling bij de verstrekking van zegels en waardebonnen wordt geregeld door de artikelen 20 en 21 Uitvoeringsbesluit OB. Zegelsystemen, waardebonnen, e.d. 2320-3 1. Nationale regelingen De BTW-afwikkeling bij de verstrekking van zegels en waardebonnen wordt geregeld door de artikelen 20 en 21 Uitvoeringsbesluit OB. Artikel

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit van niettoepasselijkheid van artikel 34 van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit van niettoepasselijkheid van artikel 34 van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit van niettoepasselijkheid van artikel 34 van de Mededingingswet. Nummer 4001 / 17 Betreft

Nadere informatie

zakelijk betalingsverkeer 2014 Zakelijke rekening 5,00 per rekening per maand Derdengelden rekening 5,00 per rekening per maand

zakelijk betalingsverkeer 2014 Zakelijke rekening 5,00 per rekening per maand Derdengelden rekening 5,00 per rekening per maand tarieven zakelijk betalingsverkeer 2014 Betaalproducten Betaalrekeningen Zakelijke rekening 5,00 per rekening per maand Derdengelden rekening 5,00 per rekening per maand Vreemde Valuta rekening 5,00 per

Nadere informatie

Samenvatting. 1. Procedure

Samenvatting. 1. Procedure Niet-Bindende uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2012-247 d.d. 30 augustus 2012 (mr. C.E. du Perron, voorzitter, prof. drs. A.D. Bac en de heer J.C. Buiter, leden en mevrouw mr.

Nadere informatie

No.W /III 's-gravenhage, 1 juni 2011

No.W /III 's-gravenhage, 1 juni 2011 ... No.W06.11.0119/III 's-gravenhage, 1 juni 2011 Bij Kabinetsmissive van 12 april 2011, no.11.000950, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Staatssecretaris van Financiën, bij de Afdeling advisering

Nadere informatie

ALGEMENE VOORWAARDEN SOCIAL FINANCE NL B.V.

ALGEMENE VOORWAARDEN SOCIAL FINANCE NL B.V. ALGEMENE VOORWAARDEN SOCIAL FINANCE NL B.V. 1. Deze algemene voorwaarden zijn van toepassing op alle werkzaamheden verricht of te verrichten door of namens Social Finance NL B.V., een besloten vennootschap

Nadere informatie