Griffier van de Staten. Geleidebrief informatief. Programma van Eisen Europese aanbesteding concessie openbaar vervoer Zeeland

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Griffier van de Staten. Geleidebrief informatief. Programma van Eisen Europese aanbesteding concessie openbaar vervoer Zeeland 2015-2024"

Transcriptie

1 Griffier van de Staten Geleidebrief informatief Naam voorstel Programma van Eisen Europese aanbesteding concessie openbaar vervoer Zeeland Betreft vergadering Commissie E&M van 13 januari 2014 Te verzenden aan Cie. E&M groep 1 t/m 7 Verzenddatum 25 november 2013 Commissiegriffier Annemieke Lobik, Statenadviseur Inhoudelijk ambtenaar Frans van Langevelde, telefoon Verantwoordelijk bestuurder G. van Heukelom Inhoudelijk Naam voorstel Zie boven Aanleiding Bevoegdheid Gedeputeerde Staten Voorstel Ter informatie Toelichting Kosten en dekking Overige informatie Resultaat na commissiebehandeling

2 PROGRAMMA VAN EISEN EUROPESE AANBESTEDING CONCESSIE OPENBAAR VERVOER OVER DE WEG PROVINCIE ZEELAND Versie: Vastgesteld door GS op 19 november 2013 Versie 1.0 Datum: 19 november 2013

3 Provincie Zeeland 2 Concessie Openbaar vervoer over de weg Provincie Zeeland

4 Inhoudsopgave Inleiding...5 Algemeen...5 Totstandkoming...5 Doelen Onderwerp van de concessie Definitie van de concessie Concessieduur Takafbakening Ontwikkeltaak Plaats en inhoud van de ontwikkeltaak Organisatie ontwikkeltaak Vervoerplan Netwerk openbaar vervoer Algemene eisen Eisen per netwerk Voertuigen en personeel Overname aardgasbussen en vulpunten Algemene eisen voertuigen Toegankelijkheid van de voertuigen Milieueisen en omgevingseisen Uitstraling van de voertuigen Personeel Uitvoeringskwaliteit Tarieven en kaartsoorten Reisinformatie Statische reisinformatie Dynamische reisinformatie Levering data informatiesystemen Sociale veiligheid, communicatie en marketing Sociale veiligheid Marketing en communicatie Extern relatiebeheer Relatie met reizigers en consumentenorganisaties Relatie met wegbeheerders Relatie met overige partijen Programma van Eisen 3

5 10 Implementatie en beheer Implementatieoverleg Omgang met concessieverlener Op te leveren producten en informatie Bijlagen B1 Begrippenlijst B2 Beleidsplan nieuwe lijnen B3 Te gedogen verbindingen B4 Omschrijving concessiegebied B5 Concessiegrensoverschrijdende verbindingen die geheel tot concessie behoren B6 Concessiegrensoverschrijdende verbindingen die gedeeltelijk tot concessie behoren B7 Bestaande halten die (voorlopig) niet meer mogen worden aangedaan B8 Wegdelen die in de concessie niet in de lijnvoering mogen zitten B9 Verbindingen kernnet B10 Regeling fietsvervoer door de westerscheldetunnel B11 Provinciale verordening buurtbusprojecten zeeland B12 Bestaande buurtbusprojecten B13 Vereisten met betrekking tot ndov en govi B14 Eisen voor de ov-chipkaart B15 Operationalisatie mipov 2008 en govi-elementen t.b.v. mis ov-oost B16 Eisen voor KAR B17 Wegencategorisering in de provincie zeeland B18 Aansluitpunten en zones flexnet B19 Contactgegevens stichting scholierenvervoer zeeland B20 Overzicht businfrastructuur binnen zeeland B21 Huidige tarieven binnen zeeland B22 Afspraken landelijk tarievenkader B23 Pilot reizen op rekening voor scholieren B24 Aanleverspecificaties geodata B25 Halteinventarisatie Concessie Openbaar vervoer over de weg Provincie Zeeland

6 Inleiding Algemeen Dit concessiedocument bevat het Programma van Eisen (PvE). Het PvE vertaalt het provinciale beleid, zoals vastgelegd in Nieuwe lijnen, in voorschriften die aan de Concessie zijn verbonden. Het PvE is een onderdeel van het Bestek en beschrijft de eisen waaraan de Concessiehouder en het door hem uit te voeren Openbaar Vervoer moeten voldoen. In dit PvE hebben gedefinieerde begrippen de betekenis die daaraan in Bijlage B1 wordt toegekend. Gedefinieerde begrippen worden met een hoofdletter geschreven. Daar waar in dit Programma van Eisen gesproken wordt over openbaar vervoer met kleine letters betreft het openbaar vervoer in algemene zin. Daar waar over Openbaar Vervoer met hoofdletters wordt gesproken betreft het Openbaar Vervoer dat onderwerp is van de Concessie. Tenzij uitdrukkelijk anders is bepaald, zal in het PvE: a. het aanhalen van een tijdsperiode doelen op een aaneengesloten periode; b. het gebruik van de woorden "inclusief", "mede begrepen", "waaronder", zoals, "omvattende", bijvoorbeeld, onder andere en "met inbegrip van" betekenen "met inbegrip van, maar niet beperkt tot"; c. het gebruik van een bepaald aantal minuten, een bepaald aantal uren en een bepaald aantal dagen doelen op respectievelijk een bepaald aantal minuten en 0 seconden, een bepaald aantal uren, 0 minuten en 0 seconden en een bepaald aantal (werk)dagen, 0 uren, 0 minuten en 0 seconden (met 2 minuten worden bijvoorbeeld exact 120 seconden bedoeld en met 2 uren worden seconden bedoeld). Verwijzingen naar andere artikelen betreffen verwijzingen naar artikelen in het PvE zelf, tenzij anders aangegeven. Totstandkoming Bij de totstandkoming van dit PvE hebben de volgende belanghebbende partijen een adviserende rol gehad: 1. De Nota van uitgangspunten voor het PvE en het Concept Ontwerp PvE zijn ter advisering voorgelegd aan het Reizigersoverleg. 2. De Nota van uitgangspunten voor het PvE is ter advisering voorgelegd aan het Provinciaal Overleg Verkeer en Vervoer (POVV) waarin alle Zeeuwse gemeenten, Rijkswaterstaat, Waterschap en de Provincie zitting hebben. 3. De Zeeuwse gemeenten en de decentrale overheden van aangrenzende concessies zijn geïnformeerd en in de gelegenheid gesteld om advies uit te brengen over het Concept Ontwerp PvE. Programma van Eisen 5

7 Doelen De doelen en ambities die de Provincie heeft met het Openbaar Vervoer zijn beschreven in het Beleidsplan Nieuwe lijnen. Dit is opgenomen in Bijlage B2. Hoofddoelstelling is het optimaal aansluiten op de vraag naar openbaar vervoer van de reizigersgroepen scholieren/studenten, forenzen, vervoersarmen, verblijfstoeristen en mensen met een lichte zorgvraag en lichamelijke beperking. Deze hoofddoelstelling is uitgewerkt in de volgende subdoelstellingen: a. Vraaggericht: De vraag is de basis voor het aanbod, zowel in relatie tot de benodigde kwantiteiten als in relatie tot de gewenste kwaliteiten. b. Verbindend: Trein, bus en Fietsvoetveer bieden snelle en directe verbindingen op relevante verbindingen binnen Zeeland en tussen Zeeland en de aangrenzende regio's. c. Maatschappelijk: Voor mensen zonder eigen vervoer biedt het openbaar vervoer een volwaardige basismogelijkheid om maatschappelijk te participeren. Met de aanbesteding beoogt de Provincie een Concessiehouder te vinden die deze doelen zoveel als mogelijk realiseert, daarbij een gezond rendement realiseert en een proactieve partner is die in staat is flexibel te reageren op wijzigingen in de vervoermarkt en in het Provinciaal beleid die zich gedurende de concessieduur kunnen voordoen. De Provincie kiest ervoor de Concessiehouder volledig opbrengstverantwoordelijk te maken. Dit is in lijn met de keuze voor een vraaggerichte benadering van het vervoer. Het primaat van de Ontwikkeltaak ligt daarom bij de Concessiehouder. De Concessiehouder krijgt de vrijheid om, binnen kaders die in het PvE worden beschreven, de tarieven zelf te bepalen. De Concessieverlener zal middels concessiebeheer toezien op de naleving van de aan de Concessie verbonden voorwaarden en de gestelde eisen. 6 Concessie Openbaar vervoer over de weg Provincie Zeeland

8 1 Onderwerp van de Concessie 1.1 Definitie van de Concessie Artikel Definitie van de Concessie 1. De Concessie betreft het exclusieve recht om met uitsluiting van anderen Openbaar Vervoer per Bus, per Buurtbus en, indien daartoe in de toekomst door de Concessieverlener besloten zou worden, per Auto te verrichten in het Concessiegebied. Dit recht omvat niet: a. Openbaar Vervoer per Auto en/of Bus dat dient als tijdelijke vervanging van de treindiensten en/of Fietsvoetveer binnen Zeeland; b. Openbaar Vervoer op de verbindingen en Halten die zijn vermeld in Bijlage B3 dat door (andere) vervoerders in opdracht van andere concessieverleners wordt uitgevoerd in het Concessiegebied; c. Het vervoer op het Flexnet; d. Door Derden verricht Evenementen- en P+R-vervoer; e. Het Transferium vervoer Renesse; f. De Noord-Beveland Express (toeristisch); g. Toeristische vervoerinitiatieven van Derden die gedurende de concessieduur ontstaan en die niet leiden tot derving in de Vervoeropbrengst; h. Openbaar Vervoer ten aanzien waarvan de Concessieverlener en Concessiehouder overeenkomen dat dit binnen het Concessiegebied door een Derde kan worden uitgevoerd; i. Het uitvoeren van Collectief Vraagafhankelijk Vervoer en/of Taxivervoer; j. Openbaar Vervoer dat de Concessieverlener wegens dwingende bepalingen van wet- of regelgeving in het Concessiegebied dient toe te staan. 2. Het Concessiegebied bestaat uit het grondgebied van alle gemeenten binnen de Provincie Zeeland. Deze zijn opgenomen in Bijlage B4. 3. De Concessiehouder is gerechtigd om - in het kader van de uitvoering van de Concessie - Openbaar Vervoer per Bus uit te voeren buiten de grenzen van het Concessiegebied, doch slechts op de in Bijlage B5 en Bijlage B6 vermelde concessiegrensoverschrijdende verbindingen van en naar aangrenzende concessiegebieden. Afwijkingen zijn uitsluitend toegestaan indien de Concessieverlener hiermee schriftelijk heeft ingestemd. 4. De Concessiehouder gedoogt het vervoer zoals beschreven in lid 1 onder de punten a t/m j binnen zijn Concessie. 5. De in lid 4 bedoelde gedoogplicht omvat mede dat de routes en/of de omvang van het te gedogen Openbaar Vervoer kunnen wijzigen. Dit betekent dat de Concessieverlener gedurende de Concessie bijvoorbeeld de te rijden routes, aantallen Lijnen, frequenties, Bedieningsperiode en lijnnummers van het te gedogen vervoer kan wijzigen. 6. De Concessiehouder stelt zich constructief op wat betreft wijzigingen in het te gedogen Openbaar Vervoer en overig vervoer binnen het Concessiegebied. Programma van Eisen 7

9 1.2 Concessieduur Artikel Start en einde van de Concessie 1. De Concessie treedt in werking op zondag 14 december 2014 bij aanvang van de dienst en eindigt van rechtswege op de wijzigingsdatum van de Dienstregeling van het Hoofdrailnet eind 2024 (zoals nu voorzien op zondag 15 december 2024) doch uiterlijk op 31 december Onverminderd de verplichtingen die tijdens de duur van de Concessie uit de Concessie voortvloeien, voldoet de Concessiehouder binnen 6 maanden na beëindiging van de Concessie aan alle uit de Concessie voortvloeiende verplichtingen die naar hun aard bestemd zijn om door te lopen na beëindiging van de Concessie. 1.3 Taakafbakening Artikel Taakafbakening in de Concessie De taken van de Concessiehouder bestaan in ieder geval uit: 1. Het ontwikkelen en exploiteren of laten exploiteren van een samenhangend netwerk van Lijnen dat voldoet aan de eisen die in de Concessiebeschikking, het Bestek en het Programma van Eisen zijn geformuleerd, inclusief alle taken, werkzaamheden, verplichtingen en financiële verplichtingen die noodzakelijk zijn om deze vervoerdiensten aan te kunnen bieden. 2. Het planmatig verzorgen van de ontwikkeling van het Openbaar Vervoer per Bus en Buurtbus op zodanige wijze dat het aanbod aan Openbaar Vervoerdiensten voortdurend, zowel kwalitatief als kwantitatief, is afgestemd op de vraag vanuit Reizigers en op de beleidsdoelen zoals verwoord in het vigerende beleidsplan van Concessieverlener. Het vigerende beleidsplan bij aanvang van de Concessie is het beleidsplan 'Nieuwe lijnen'. Concessieverlener is voornemens het resultaat van het beleidsplan periodiek te monitoren en het beleidsplan daarop eventueel aan te passen. Van Concessiehouder wordt hierbij een constructieve houding verwacht. 3. Het gevraagd en ongevraagd adviseren van de Concessieverlener bij de monitoring, het verzorgen of laten verzorgen van de ontwikkeling van Openbaar Vervoerdiensten en/of uitvoering van het openbaar vervoerbeleid. 4. Alle overige voorkomende werkzaamheden die direct of indirect behoren of kunnen behoren tot de taken van een openbaar vervoerbedrijf dat zich als ondernemer in de markt gedraagt. 8 Concessie Openbaar vervoer over de weg Provincie Zeeland

10 2 Ontwikkeltaak 2.1 Plaats en inhoud van de ontwikkeltaak Artikel Plaats Ontwikkeltaak 1. De Concessiehouder draagt binnen de in de Concessiebeschikking, het Bestek en het Programma van Eisen geformuleerde eisen zorg voor de uitvoering van de Ontwikkeltaak. 2. Het vigerende Beleidsplan Nieuwe lijnen en de daarin verwoorde doelstellingen en streefbeelden vormen de leidraad voor de ontwikkeling van het Openbaar Vervoer. Artikel Inhoud Ontwikkeltaak 1. De Ontwikkeltaak omvat alle elementen van het Openbaar Vervoer die ontwikkeling behoeven ten behoeve van een vraag- en klantgericht Openbaar Vervoer. De Ontwikkeltaak omvat ten minste de volgende elementen: a. Het concretiseren van de in de Inschrijving beschreven visie op de ontwikkeling van het Openbaar Vervoer gedurende de concessieduur. b. Het planmatig ontwikkelen en implementeren van een klant- en vraaggericht samenhangend netwerk van Lijnen (Lijnen, Halten, Dienstregeling, Aansluitingen, Aansluitpunten op het Flexnet) op basis van een analyse van de relatie tussen de (potentiële) vraag naar Openbaar Vervoer, de beleidsdoelen en eisen uit het PvE en het aanbod van Openbaar Vervoer. c. Het planmatig ontwikkelen en implementeren van Aansluitingen tussen de diverse vervoerdiensten, zowel binnen het eigen netwerk van de Concessiehouder als van en naar de trein, het Flexnet, het Fietsvoetveer en eventueel andere relevante vervoermodaliteiten. d. Het al dan niet in samenwerking met andere partijen planmatig ontwikkelen en implementeren van acties, onder andere op het gebied van marketing & communicatie. e. Het planmatig ontwikkelen en implementeren van op de behoeften van Reizigers gebaseerde informatievoorziening, zowel voorafgaand aan als tijdens de reis. f. Het planmatig ontwikkelen en implementeren van lokale en regionale Tarieven die bijdragen aan het benutten van de door de Concessiehouder geïdentificeerde marktkansen. g. Het actief betrekken van en overleggen met Reizigers, gemeenten, overige Wegbeheerders, het Reizigersoverleg en overige belanghebbende partijen over onder andere de ontwikkeling en uitvoering van het Openbaar Vervoer in kwantitatieve en kwalitatieve zin. 2. De Ontwikkeltaak van de Concessiehouder doet geen afbreuk aan de eisen die elders in dit Programma van Eisen zijn gesteld. De Ontwikkeltaak wordt derhalve uitgevoerd binnen de in dit Programma van Eisen uiteengezette kaders. Programma van Eisen 9

11 2.2 Organisatie Ontwikkeltaak Artikel Organisatie Ontwikkeltaak 1. De Concessiehouder stelt ten minste 3 vaste personen beschikbaar als aanspreekpunt voor de ontwikkeling van het Openbaar Vervoer in het Concessiegebied (bijvoorbeeld een concessiemanager, een vervoerdeskundige en een marketingdeskundige). 2. De personen zoals bedoeld in lid 1 zijn samen voor ten minste 2,5 fte - uitgaande van een werkweek van 36 uur - beschikbaar voor de uitvoering van door de Concessieverlener of Concessiehouder geïnitieerde projecten die een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van het Openbaar Vervoer binnen het Concessiegebied. 3. De personen zoals bedoeld in lid 1 voldoen aan de volgende eisen en/of competenties: a. Hij/zij heeft HBO- of WO-niveau; b. Hij/zij heeft ervaring met de ontwikkeling van OV-netwerken en Dienstregelingen; c. Hij/zij heeft ervaring met communicatie en marketing van openbaar vervoer; d. Hij/zij heeft kennis van kosten- en opbrengststructuren en tarieven in het openbaar vervoer; e. Hij/zij heeft kennis van Infrastructuuraspecten met betrekking tot openbaar vervoer; f. Hij/zij heeft lokale kennis van zaken; g. Hij/zij beheerst de Nederlandse taal zowel mondeling als schriftelijk, ten minste op taalniveau C1. 4. Ten minste 1 persoon zoals bedoeld in lid 1 beschikt over mandaat om te kunnen beslissen over wijzigingen in Lijnen en Dienstregeling. 5. De Concessiehouder is verplicht om aanwezig te zijn bij de door Concessieverlener georganiseerde vergaderingen. 6. De Concessiehouder zorgt er voor dat bij elke vergadering als bedoeld in lid 5 ten minste één van de personen zoals bedoeld in lid 1 aanwezig is. 7. Van de personen zoals bedoeld in lid 1 houdt op iedere werkdag tenminste één persoon kantoor in het Concessiegebied, ten behoeve van de uitvoering van de Concessie. 8. De Concessiehouder zet zich proactief in voor de ontwikkeling van het Openbaar Vervoer in het Concessiegebied, bijvoorbeeld bij de uitwerking van business cases voor concrete maatregelen. 2.3 Vervoerplan Artikel Vervoerplan 1. De Concessiehouder stelt voorafgaande aan (en ter verantwoording van) wijzigingen in de Lijnvoering en/of de Dienstregeling een Vervoerplan op. 2. In het Vervoerplan komen alle aspecten aan de orde die ontwikkeling behoeven en die passen bij het verantwoorden van de Ontwikkeltaak. Tenminste de volgende onderwerpen worden expliciet uitgewerkt: a. Inventarisatie van de wensen van (potentiële) klantgroepen. 10 Concessie Openbaar vervoer over de weg Provincie Zeeland

12 b. Evaluatie en analyse van de Vervoervraag en het aanbod van Openbaar Vervoer. Op Lijn- en individueel Ritniveau worden het aanbod en de kwaliteit vergeleken met het aantal Reizigers (gemiddelde bezetting) en met de (potentiële) Vervoervraag in de komende twee á drie jaar. De vervoerontwikkeling op het Flexnet wordt hierbij betrokken. Om helder te krijgen welke rechtstreekse verbindingen en Aansluitingen van belang zijn voor de Reizigers, wordt een analyse gemaakt van de herkomst-bestemmingsrelaties van de Reizigers. c. Een op basis van de inventarisatie, evaluatie en analyse van de Vervoervraag gemotiveerd voorstel voor wijziging van Lijnen, Halten, Dienstregeling en/of Aansluitingen waarmee beter op de Vervoervraag wordt ingespeeld. d. De effecten van de voorgestelde wijzigingen op het aantal DRU s, het aantal Reizigers (gemiddelde bezetting) en de Vervoeropbrengsten. Deze effecten worden inzichtelijk gemaakt per Lijn en per Vervoertype (Kernnet, Spitsnet, Scholierennet). e. Gewenste aanpassingen aan het Flexnet om het Flexnet beter te laten aansluiten op het vaste busnet (feederfunctie). f. Gewenste en geplande ontwikkelingen op het vlak van Infrastructuur, alsmede de inspanningen die in dit kader zijn en/of worden gepleegd in overleg met de Wegbeheerders. g. De geplande acties op het gebied van marketing, reisinformatie en communicatie, gemotiveerd op basis van een analyse van kansen in relatie tot de Vervoervraag. h. De maatregelen die worden getroffen om de sociale veiligheid te waarborgen. 3. De Concessiehouder betrekt concessieverlenende vervoerautoriteiten van aangrenzende concessiegebieden en de Wegbeheerders binnen het Concessiegebied bij het opstellen van het Vervoerplan. 4. De voorstellen van de Concessiehouder voor het doorvoeren van wijzigingen in het Openbaar Vervoer kunnen (deels) afhankelijk zijn van andere belanghebbende partijen, zoals de partijen genoemd in de leden 2 en 3. De Concessiehouder geeft in het Vervoerplan aan wat hij verwacht van de Concessieverlener en overige belanghebbende partijen, alsmede hoe hij deze verwachtingen denkt te bewerkstelligen. 5. De Concessiehouder legt het Vervoerplan ter advisering voor aan het Reizigersoverleg, verwerkt de adviezen van het Reizigersoverleg en legt het Vervoerplan ter verantwoording voor aan de Concessieverlener. 6. De Concessieverlener kan invoering, opheffen of wijzigen van een bepaalde Lijn, Rit of Aansluiting verbieden wanneer de Concessiehouder hiervoor geen of een, naar het oordeel van de Concessieverlener, inhoudelijk onvoldoende vervoerkundige onderbouwing levert. De bewuste Lijn, Rit en/of Aansluiting wordt dan beschouwd als onvoldoende afgestemd op de Vervoervraag. Programma van Eisen 11

13 Provincie Zeeland 12 Concessie Openbaar vervoer over de weg Provincie Zeeland

14 3 Netwerk Openbaar Vervoer 3.1 Algemene eisen Artikel Algemene uitgangspunten 1. Bij het inrichten van een Voorzieningenniveau richt de Concessiehouder zich op de in het Beleidsplan Nieuwe lijnen geschetste opbouw van het Openbaar Vervoer in Zeeland: Kernnet, Spitsnet, Scholierennet, Toeristennet en Buurtbus alsmede ook het Flexnet. 2. Alle door de Concessiehouder aangeboden Lijnen, Ritten en Aansluitingen zijn, met inachtneming van de overige concessievoorschriften, afgestemd op de Vervoervraag. 3. Bij de ontwikkeling van het Lijnennet gaat de Concessiehouder zoveel mogelijk uit van bestaande Halten en bestaande Businfrastructuur. Indien een Lijn toegankelijke Halten passeert en/of Halten passeert die zijn voorzien van een abri, is de Concessiehouder verplicht om deze Halten op te nemen in de Dienstregeling. 4. Het is de Concessiehouder niet toegestaan om de in Bijlage B7 opgenomen Halten op te nemen in de Dienstregeling zolang deze Halten niet verkeersveilig zijn ingericht door de Wegbeheerder. 5. Het is de Concessiehouder niet toegestaan om de in Bijlage B8 opgesomde wegdelen op te nemen in de Lijnvoering. 6. Tijdens de implementatieperiode treden de Concessiehouder en de Concessieverlener in overleg met de betreffende Wegbeheerders, waarbij de consequenties van het bepaalde in lid 5 worden besproken. In dit overleg worden tevens besproken de consequenties van het (niet) mijden van wegdelen die in Bijlage B8 zijn opgenomen als Wenselijk om te mijden. Als een Wegbeheerder alsnog een Verboden wegdeel of een wegdeel dat is getypeerd als Wenselijk om te mijden wenst open te stellen (of alsnog te verbieden) voor de Bus, past de Concessiehouder het Lijnennet hierop aan indien de Concessieverlener dit met de Wegbeheerder eens is. De Concessieverlener heeft de bevoegdheid om zonodig een aangepaste lijnvoering voor te schrijven aan de Concessiehouder. Artikel Dienstregeling 1. De Concessiehouder voert het Openbaar Vervoer uit op basis van een Dienstregeling. 2. De Concessiehouder hanteert logische Lijnnummers, waarbij geldt dat per Vervoertype de Lijnnummers altijd met hetzelfde karakter beginnen. 3. De Dienstregeling is gebaseerd op reële rijtijden en biedt betrouwbare Aansluitingen. 4. De Dienstregeling mag maximaal twee maal per Jaar gewijzigd worden (de eventuele overgangen van reguliere naar Vakantiedienstregeling en vice versa niet meegerekend), tenzij de Concessiehouder en de Concessieverlener anders overeenkomen (bijvoorbeeld in geval van tijdelijke (lokale) wijzigingen). 5. Lid 4 is niet van toepassing op Scholierenlijnen. 6. Het is de verantwoordelijkheid van de Concessiehouder dat hij steeds (ook in zijn Inschrijving) op de hoogte is van, en rekening houdt met (ook in zijn Inschrijving) (grootschalige) tijdelijke of definitieve infrastructurele wijzigingen, tijdelijke wijzigingen als gevolg van Evenementen en wegwerkzaamheden. De Concessiehouder verwerkt dit in de Dienstregeling. Programma van Eisen 13

15 7. De praktische en financiële gevolgen van a. voorziene en onvoorziene (weg)werkzaamheden, en b. tijdelijke of definitieve infrastructurele wijzigingen, en c. (tijdelijke wijzigingen als gevolg van) Evenementen, Incidenten en/of Calamiteiten, komen geheel voor rekening en risico van de Concessiehouder. Hiertoe behoren onder meer de kosten voor de inzet van vervangende Voertuigen en de kosten van andere maatregelen ten behoeve van de uitvoering van de Dienstregeling (zoals langere rijtijden en het laten vervallen van Halten). 3.2 Eisen per netwerk Artikel Kernnet 1. De Concessiehouder neemt tenminste de in Bijlage B9 genoemde verbindingen op in het Lijnennet van het Kernnet. Deze verbindingen worden rechtstreeks, zonder overstap, aangeboden. 2. De Concessiehouder draagt zorg voor de detaillering van de lijnvoering en de Halten van het Kernnet. Het is de Concessiehouder toegestaan om twee of meer van de in lid 1 voorgeschreven verbindingen aan elkaar te koppelen en als één Lijn vorm te geven. 3. De Concessiehouder wijst per Flexnetzone tenminste één Halte van het Kernnet aan als Aansluitpunt tussen Kernnet en Flexnet. 4. De Aansluitpunten en Flexnetzones als bedoeld in lid 3 worden vastgesteld door de Concessieverlener. 5. De Concessieverlener is gerechtigd de locatie en het aantal door de Concessiehouder gekozen Aansluitpunten tussen Kernnet en Flexnet te wijzigen. De Concessiehouder gaat dan bij de opzet van de Dienstregeling uit van de door de Concessieverlener vastgestelde Aansluitpunten. 6. De eerste vertrekmogelijkheid op de Beginhalten van de in Bijlage B9 voorgeschreven verbindingen van het Kernnet is in de dominante reisrichting voor of uiterlijk om 6:00 uur op Werkdagen en in de niet dominante reisrichting uiterlijk om 6:45 uur, en in beide richtingen uiterlijk om 8:00 uur op Zaterdagen en uiterlijk om 9:00 uur op Zon- en Feestdagen. 7. De laatste vertrekmogelijkheid op de Beginhalten van de in Bijlage B9 voorgeschreven verbindingen van het Kernnet is na of op het vroegst om 23:00 uur op Werkdagen, na of op het vroegst om 22:00 uur op Zaterdagen en na of op het vroegst om 21:00 uur op Zon- en Feestdagen. 8. Lijnen die onderdeel zijn van het Kernnet kennen tijdens de Bedieningsperiode een frequentie van tenminste eenmaal per uur per richting. 9. Lijnen die onderdeel zijn van het Kernnet rijden alle dagen van een Jaar. 10. Lijnen die onderdeel zijn van het Kernnet kennen een eenduidige route, zonder routevarianten. 11. Ritten van een Lijn op het Kernnet mogen niet eindigen tussen twee voorgeschreven Begin- en Eindpunten van een Verbinding zoals voorgeschreven in Bijlage B De Dienstregeling van het Kernnet is voor de Reiziger systematisch en helder van opzet, waarbij de Concessiehouder ten minste aandacht besteedt aan de onderstaande aspecten: a. De toepassing van patroontijden binnen de Dienstregeling, teneinde de reismogelijkheden voor Reizigers duidelijk en eenvoudig communiceerbaar te houden; b. De op basis van de Vervoervraag gewenste Aansluitingen, rekening houdend met looptijden van Reizigers op Knooppunten, Overstappunten en Aansluitpunten voor het Flexnet. 14 Concessie Openbaar vervoer over de weg Provincie Zeeland

16 13. Het is de Concessiehouder toegestaan meer verbindingen aan het Kernnet toe te voegen dan de verbindingen die in lid 1 als minimum worden voorgeschreven. Indien de Concessiehouder extra verbindingen toevoegt aan het Kernnet, behoeven deze extra verbindingen niet te voldoen aan het bepaalde in de leden 6, 7 en 11; wel dienen deze extra verbindingen een Bedieningsperiode van tenminste tien aaneengesloten uren te kennen. 14. De Concessieverlener heeft de mogelijkheid om al dan niet voor specifieke Lijnen aan de Concessiehouder toe te staan dat het OV-aanbod op het Kernnet niet voldoet aan vereisten omtrent de minimale frequentie van eenmaal per uur. Hiertoe dient de Concessiehouder een onderbouwd verzoek in bij de Concessieverlener. De Concessieverlener neemt vervolgens een bindende beslissing. 15. Voor Lijnen die onderdeel uitmaken van het Kernnet geldt dat de frequentie niet hoger mag zijn dan vier Ritten per uur per richting. 16. Het is de Concessiehouder toegestaan om concessiegrensoverschrijdende verbindingen te gebruiken bij de invulling van het Kernnet, mits aan alle bepalingen ten aanzien van het Kernnet wordt voldaan. 17. De Concessiehouder biedt Reizigers de mogelijkheid om fietsen, brom-/snorfietsen en brommobielen door de Westerscheldetunnel te vervoeren, gekoppeld aan de Dienstregeling van de Lijn(en) van het Kernnet die gebruik maken van de Westerscheldetunnel. Deze regeling voldoet aan de in Bijlage B10 opgenomen voorwaarden. 18. De Concessieverlener heeft de mogelijkheid om extra vervoer op het Kernnet in te kopen bij de Concessiehouder. Hierbij wordt gehandeld volgens de wijze als vastgelegd in artikel 23 van de Concessiebeschikking. Concessiehouder is verplicht om de door de Concessieverlener gevraagde Ritten uit te voeren conform de bepalingen verbonden aan deze Concessie. 19. De Concessieverlener kan indien de Concessiehouder hierom verzoekt en dit afdoende motiveert toestemming verlenen om af te wijken van de gestelde eisen in dit artikel. Artikel Spitsnet 1. De Concessiehouder richt zich met het Spitsnet primair op Vervoervraag vanuit de dorpen die niet door het Kernnet worden ontsloten. 2. Een Spitslijn geeft op tenminste één Halte Aansluiting op het Kernnet en/of trein en/of Fietsvoetveer. 3. Een Spitslijn kent per spitsperiode tenminste één reisrichting in de Dienstregeling die is afgestemd op de Vervoervraag. 4. Het is de Concessiehouder toegestaan om bij een Spitslijn de Ritten in de tegenrichting van de (dominante) Vervoervraag op te nemen in de Dienstregeling. 5. Een Spitslijn rijdt op werkdagen uitsluitend in ochtendspits (6:00 10:00 uur) en avondspits (15:00 19:00 uur). Bij de vaststelling of een Rit valt binnen de hiervoor genoemde Bedieningsperioden geldt dat bij de ochtendspits de aankomsttijd op het Eindpunt maatgevend is en bij de avondspits de vertrektijd op het Beginpunt maatgevend is. 6. De minimum frequentie van een Spitslijn is eenmaal per uur binnen de in lid 5 genoemde Bedieningsperiode. 7. Een Spitslijn rijdt alle werkdagen van een Jaar. 8. De Concessiehouder wijst per Flexnetzone tenminste één Halte van het Spitsnet aan als Aansluitpunt tussen Spitsnet en Flexnet. 9. De Aansluitpunten en Flexnetzones als bedoeld in lid 8 worden vastgesteld door de Concessieverlener. Programma van Eisen 15

17 10. De Concessieverlener is gerechtigd de locatie en het aantal door de Concessiehouder gekozen Aansluitpunten tussen Spitsnet en Flexnet te wijzigen. De Concessiehouder gaat dan bij de opzet van de Dienstregeling uit van de door de Concessieverlener vastgestelde Aansluitpunten. 11. De Dienstregeling van het Spitsnet is voor de Reiziger systematisch en helder van opzet, waarbij de Concessiehouder ten minste aandacht besteedt aan de onderstaande aspecten: a. De toepassing van patroontijden binnen de Dienstregeling, teneinde de reismogelijkheden voor Reizigers duidelijk en eenvoudig communiceerbaar te houden; b. De op basis van de Vervoervraag gewenste Aansluitingen, rekening houdend met looptijden van Reizigers op Knooppunten, Overstappunten en Aansluitpunten voor het Flexnet. 12. De Concessieverlener heeft de mogelijkheid om extra vervoer op een (al dan niet bestaande) Spitslijn in te kopen bij de Concessiehouder. Hierbij wordt gehandeld volgens de wijze als vastgelegd in artikel 23 van de Concessiebeschikking. De Concessiehouder is verplicht om de door de Concessieverlener gevraagde Ritten uit te voeren conform de bepalingen verbonden aan deze Concessie. 13. De Concessieverlener kan, indien de Concessiehouder hierom verzoekt en dit afdoende motiveert toestemming verlenen om af te wijken van de gestelde eisen in dit artikel. Artikel Scholierennet 1. Scholierenlijnen bedienen spitsafhankelijk het scholierenvervoer naar en van Scholen die een functie hebben voor Zeeuwse Scholieren. Naast Scholen binnen Zeeland betreft het ook enkele Scholen buiten het Concessiegebied, zoals in Middelharnis, Bergen op Zoom en vanaf het schooljaar Halsteren. 2. Alle Scholen die een functie hebben voor Zeeuwse Scholieren, dienen voor hun Zeeuwse Scholieren bereikbaar te zijn. Indien deze Scholen onvoldoende bereikbaar zijn per fiets en/of het Kernnet en/of het Spitsnet, realiseert de Concessiehouder bij voldoende Vervoervraag Scholierenlijnen. 3. Bij de beoordeling van de bereikbaarheid als bedoeld in lid 2 worden de volgende bereikbaarheidsdoelen nagestreefd: a. De maximum fietsafstand van huis naar School bedraagt s winters 10 km en s zomers 15 km. b. Met de reis per openbaar vervoer is maximaal 50% meer reistijd gemoeid dan de (directe) reis per Auto. c. De Halte van het openbaar vervoer ligt binnen 15 minuten fietsen van het woonadres. d. Er is per reis niet meer dan één overstap van Bus op Bus of tussen Bus en trein. 4. Er is sprake van voldoende Vervoervraag als bedoeld in lid 2 wanneer het aantal Zeeuwse Scholieren dat van een Scholierenlijn gebruik maakt of zal maken gemiddeld ten minste 35 Scholieren in de ochtendspits bedraagt. 5. De Concessiehouder ontwikkelt de Scholierenlijnen in overleg met de betrokken Scholen, waarbij de uitkomsten van het klanttevredenheidsonderzoek van de Stichting Scholierenvervoer Zeeland (SSZ) worden betrokken. 6. Voor zover Scholen zijn aangesloten bij de SSZ, vindt de in lid 5 bedoelde ontwikkeling plaats in overleg met de SSZ. 16 Concessie Openbaar vervoer over de weg Provincie Zeeland

18 7. Indien de Concessiehouder en de Scholen in onderling overleg, als bedoeld in de leden 5 en 6, niet tot overeenstemming komen over de te bieden Scholierenlijnen, Ritten en/of tijden, dan neemt de Concessieverlener een bindend besluit. De Concessiehouder is vervolgens verplicht om conform het besluit van de Concessieverlener de Scholierenlijnen op te nemen in de Dienstregeling. 8. Een Scholierenlijn kent per spitsperiode één reisrichting in de Dienstregeling. 9. Een Scholierenlijn kent in de ochtend tenminste twee Ritten naar School en in de middag tenminste drie vertrekmogelijkheden (Ritten) vanaf de School retour. 10. De Concessiehouder stemt de aankomst- en vertrektijden van Scholierenlijnen af op de begin- en eindtijden van de lesuren zodanig dat een Rit tenminste 5 en maximaal 20 minuten voor aanvang van het eerste lesuur bij de School aankomt en in de middag tenminste 5 minuten en maximaal 20 minuten na afloop van de laatste drie lesuren. 11. Het is de Concessiehouder niet toegestaan om de (materiaal)rit van een Scholierenlijn in de tegenspitsrichting op te nemen in de Dienstregeling. 12. De Concessieverlener heeft de bevoegdheid om het aantal door de Concessiehouder geboden Ritten van Scholierenlijnen naar en van al dan niet specifieke Scholen te verlagen of te verhogen. 13. Onverminderd de bepalingen in de overige leden van dit artikel heeft de Concessieverlener de mogelijkheid om extra Scholierenlijnen in te kopen bij de Concessiehouder. Hierbij wordt gehandeld volgens de wijze als vastgelegd in artikel 23 van de Concessiebeschikking. De Concessiehouder is verplicht om de door de Concessieverlener gevraagde extra Ritten en/of Scholierenlijnen op te nemen in de Dienstregeling. Artikel Toeristennet 1. Toeristenlijnen zijn gericht op het vervoer van toeristen tussen de voorzieningen voor verblijfsrecreatie (campings en bungalowparken) en toeristische bestemmingen alsmede Overstappunten en andersom. 2. De Concessiehouder ontwikkelt Toeristenlijnen in overleg met (vertegenwoordigers van) het toeristisch bedrijfsleven. Hiertoe behoort in ieder geval de toeristische uitvoeringsalliantie (Economische Impuls Zeeland, Kenniscentrum Kusttoerisme en Promotie Zeeland Delta). 3. Lid 2 is niet van toepassing op de concept Dienstregeling voor het eerste Dienstregelingjaar, die onderdeel uitmaakt van de Inschrijving. 4. De exploitatie van de door de Concessiehouder ontwikkelde Toeristenlijnen beperkt zich tot de zomervakantie. Het gaat hierbij om de schoolvakanties voor het voortgezet onderwijs in alle regio s van Nederland. 5. In afwijking van het bepaalde in lid 4 is het de Concessiehouder toegestaan om na goedkeuring van de Concessieverlener Toeristenlijnen gedurende een bredere periode te exploiteren dan uitsluitend gedurende de schoolvakanties voor het voortgezet onderwijs. 6. De Concessiehouder is verplicht om de zomerlijnen 814 (Breskens-Knokke) en 834 (Renesse- Brouwershaven) en 864 (ringlijn Walcheren) in het eerste jaar van de Concessie op te nemen in de Dienstregeling, met een vergelijkbare frequentie als in de huidige situatie. Indien de Concessiehouder met de toeristische uitvoeringsalliantie als genoemd in lid 3 na start van de Concessie overeenstemming bereikt over een beter en meer vraaggericht netwerk van Toeristenlijnen, dan vervalt de hiervoor genoemde verplichting omtrent de lijnen 814, 834 en 864. Programma van Eisen 17

19 7. Na het eerste jaar van de Concessie kan de Concessiehouder jaarlijks een beroep doen op een budget voor de uitvoering van Toeristenlijnen en op de toeristische doelgroep afgestemde marketing- en tariefacties, mits deze Toeristenlijnen en andere initiatieven tot stand komen in overleg met (vertegenwoordigers van) het toeristisch bedrijfsleven, waarbij in ieder geval de toeristische uitvoeringsalliantie (zie lid 2) wordt betrokken. De hoogte van het jaarlijkse budget en de hiervoor geldende criteria komen nader aan de orde in artikel 18 van de Concessiebeschikking. 8. Indien de Concessiehouder geen aanspraak maakt of wenst te maken op het in lid 7 bedoelde budget, of slechts een deel van dit budget benut, dan behoudt de Concessieverlener het recht om dit (restant)budget aan te wenden voor initiatieven van Derden. De Concessiehouder is vervolgens verplicht de hierdoor ontstane Toeristenlijnen en de daarbij horende promotie en tariefacties van Derden te gedogen. 9. Onverminderd het bepaalde in lid 8 gedoogt de Concessiehouder de Noord-Beveland Express. Artikel Buurtbusprojecten 1. De door Concessieverlener op basis van de Provinciale verordening Buurtbusprojecten Zeeland (zie Bijlage B11) aangewezen Bestaande Buurtbusprojecten (zie Bijlage B12) maken onderdeel uit van de Concessie (met uitzondering van lijn 214). Nieuwe Buurtbusprojecten die in de loop van de Concessie tot stand komen en die voldoen aan de Provinciale verordening Buurtbusprojecten Zeeland maken eveneens onderdeel uit van de Concessie. 2. De Concessiehouder werkt actief mee aan initiatieven van particulieren, gemeenten en/of de Concessieverlener voor de totstandkoming van nieuwe Buurtbusprojecten. 3. De Concessiehouder conformeert zich aan de vigerende Provinciale verordening Buurtbusprojecten Zeeland en voldoet aan de onderdelen daaruit die betrekking hebben op de rol van de Concessiehouder. Artikel Concessiegrensoverschrijdende verbindingen 1. De Concessiehouder neemt lijn 19 (Hulst-Breda vice versa) op in het Lijnennet en de Dienstregeling. De Concessiehouder ontwikkelt daarvoor een op de Vervoervraag afgestemde Dienstregeling en houdt zich hierbij aan de bepalingen zoals opgenomen in Bijlage B5. 2. De Concessiehouder neemt lijn 42 (Breskens-Brugge vice versa) op in het Lijnennet en de Dienstregeling. Concessiehouder gaat daarbij uit van een vergelijkbare frequentie als in de huidige situatie en houdt zich hierbij aan de bepalingen zoals opgenomen in Bijlage B6. De Concessiehouder biedt met Lijn 42 Aansluiting op het Fietsvoetveer in Breskens en op de trein in Brugge. 3. De Concessiehouder neemt een Spitslijn tussen Zierikzee en Rotterdam Zuidplein (ochtendspits richting Rotterdam, middagspits richting Zierikzee) op in het Lijnennet en de Dienstregeling. Voor deze Lijn geldt dat de Reiziger niet hoeft over te stappen. Buiten het Concessiegebied mag alleen gehalteerd worden op Rotterdam Zuidplein. 4. Het is de Concessiehouder toegestaan op de in Bijlage B5 vermelde concessiegrensoverschrijdende verbindingen regionaal Openbaar Vervoer te verrichten met herkomst of bestemming in het betreffende aangrenzende concessiegebied. 5. Alle Lijnen naar en vanuit een ander concessiegebied dan het Concessiegebied hebben een Beginrespectievelijk Eindpunt in het Concessiegebied. De frequentie van deze Lijnen in het andere concessiegebied mag nooit groter zijn dan de frequentie van die betreffende Lijnen in het Concessiegebied. 18 Concessie Openbaar vervoer over de weg Provincie Zeeland

20 6. Indien de (concessie)voorwaarden voor een concessiegrensoverschrijdende verbinding in de praktijk onverenigbaar blijken met de in het aangrenzende (concessie)gebied geldende (concessie)voorwaarden, treden partijen in overleg. De Concessieverlener kan in dat geval besluiten de voorwaarden van de Concessie aan te passen. 7. Indien de Concessieverlener met een concessieverlener van een naastgelegen concessie overeenstemming bereikt over aanpassing van de geldende voorwaarden ten aanzien van concessiegrensoverschrijdende verbindingen dient Concessiehouder medewerking te verlenen aan het uitvoeren van de aanpassingen. Deze voorwaarden kunnen afwijken van de inhoud van Bijlage B5 en Bijlage B6. 8. In aanvulling op het bepaalde in lid 7 treden de Concessieverlener en de Concessiehouder op basis van een open boekcalculatie met elkaar in overleg indien de aanpassing zorgt voor kostenstijgingen en/of inkomstenderving bij de Concessiehouder. Uit deze calculatie dient duidelijk en goed onderbouwd te blijken wat de werkelijke kosten zijn, wat de omvang is van de inkomstenderving en hoe deze zijn opgebouwd. Programma van Eisen 19

21 Provincie Zeeland 20 Concessie Openbaar vervoer over de weg Provincie Zeeland

22 4 Voertuigen en Personeel 4.1 Overname Aardgasbussen en Aardgasvulpunten Artikel Aardgasbussen en Aardgasvulpunten 1. De Concessiehouder is verplicht de 43 Aardgasbussen, die momenteel worden ingezet in de concessie Midden Zeeland, over te nemen van de huidige concessiehouder. Overname geschiedt tegen de boekwaarde van de Aardgasbussen (zie Bijlage F van het Bestek). 2. De Aardgasbussen worden in beginsel overgedragen zonder kaartlezers en boordcomputer. De te maken kosten voor ombouw van kaartlezers zijn voor rekening van de Concessiehouder. Tevens is inkomstenderving, als Aardgasbussen worden ingezet zonder dat het omgebouwde OV- Chipkaartsysteem reeds werkzaam is, voor eigen risico en rekening van de Concessiehouder. 3. De Concessiehouder is verplicht om de Aardgasvulpunten, die momenteel worden gebruikt in de concessie Midden-Zeeland, over te nemen van de huidige concessiehouder. Overname geschiedt tegen de boekwaarde van de Aardgasvulpunten (zie Bijlage G van het Bestek). 4.2 Algemene Eisen Voertuigen Artikel Algemene Eisen aan Bussen 1. De Concessiehouder is verantwoordelijk voor de aanschaf en/of lease van Bussen, de inzet daarvan en het in goede staat houden van de voor de exploitatie van de voor de Concessie benodigde Bussen. Daarbij houdt Concessiehouder een voldoende technische reserve aan zodat de Dienstregeling met de vereiste kwaliteit kan worden uitgevoerd. 2. De Concessiehouder is verplicht Bussen in te zetten van tenminste 8,80 meter lengte. 3. In afwijking van lid 2 is inzet van Bussen met een lengte kleiner dan 8,80 meter alleen toegestaan indien de Concessieverlener hiervoor uitdrukkelijk toestemming heeft verleend. 4. De door de Concessiehouder voor de exploitatie van de Concessie in te zetten Bussen voldoen op ieder willekeurig moment gedurende de concessieduur aan de onderstaande voorwaarden: a. de maximale leeftijd van de ingezette Bussen is 12 Jaar; b. de gemiddelde leeftijd van de ingezette Bussen is niet meer dan 8 Jaar. Bij de leeftijdbepaling van de ingezette Bussen is de eerste afgifte van het kentekenbewijs deel 1 maatgevend indien sprake is van een in Nederland nieuw afgegeven kenteken. Indien het Voertuig voorheen in het buitenland eerder is toegelaten, is deze eerste toelating van toepassing. 5. Alle in te zetten Bussen zijn voorzien van een gedurende de gehele dag, van ten minste een afstand van 30 meter, goed leesbare actuele lijn- en bestemmingsaanduiding aan zowel de voor- als de rechterzijde van de Bus. De achterzijde van de in te zetten Bussen is voorzien van een gedurende de gehele dag, van ten minste een afstand van 30 meter, goed leesbare actuele lijnaanduiding. Programma van Eisen 21

23 6. Elke Bus beschikt over een functionerend Intelligent Voertuig Systeem. In het Intelligent Voertuig Systeem dient de actuele Dienstregeling, samen met de geografische gegevens van route, Halten en eventueel de in- en uitmeldpunten ten behoeve van KAR, beschikbaar te zijn. Aan de hand van positiebepaling meet het Voertuig continu waar het zich bevindt en vergelijkt dit met de Dienstregeling. De informatie wordt (real-time) doorgegeven aan het voertuigvolgsysteem, dat hiermee van elk Voertuig op de hoogte is van de actuele positie en status ten behoeve van plaatsbepaling. Het Intelligent Voertuig Systeem dient te voldoen aan de eisen zoals opgenomen in Bijlage B Elke Bus die op het Kernnet wordt ingezet beschikt per zes meter buslengte over tenminste één, vanaf tenminste de helft van alle zit- en staanplaatsen leesbaar, functionerend Display. 8. Het in lid 7 bedoelde Display is zodanig in de Bus aangebracht dat Reizigers met een functiebeperking de informatie op het Display kunnen lezen zonder dat zij gehinderd worden door lichtinval van buiten. 9. De rijeigenschappen, het geluidsniveau, het interieur en het zitcomfort van de ingezette Bussen sluit primair aan bij de behoefte van de Reizigers. Dit impliceert dat op Lijnen die grotendeels over autowegen of autosnelwegen rijden een Bus wordt ingezet die, gegeven de bij deze wegen geldende hogere snelheden, voldoende rij- en zitcomfort biedt (meer rij- en zitcomfort dan bij een standaard lage vloer Bus). 10. Het comfort van de ingezette Bussen wordt op alle Lijnen door tenminste 80% van de Reizigers met een voldoende beoordeeld (rapportcijfer 6,5 of hoger). 11. Tenminste de op het Kern- en Spitsnet in te zetten Bussen beschikken over een goed functionerend Klimaatbeheersysteem, dat voorziet in verwarming, ventilatie en koeling van het interieur ten behoeve van de Reizigers en chauffeur. De koelapparatuur dient in staat te zijn om bij buitentemperaturen tot +30 C de binnentemperatuur met ten minste 5 C te kunnen verlagen. 12. Alle in te zetten Bussen zijn voorzien van functionerende communicatiemiddelen waarmee rechtstreeks, en in geval van nood onopvallend en per direct, contact mogelijk is tussen Rijdend Personeel en de Centrale Verkeersleiding van de Concessiehouder. 13. Alle in te zetten Bussen zijn voorzien van functionerende kort verkeer communicatiemiddelen voor, indien noodzakelijk, rechtstreekse communicatie met chauffeurs op andere Lijnen die binnen de Concessie vallen, bijvoorbeeld in geval van vertragingen en overstappers. 14. Alle in te zetten Bussen zijn bij iedere deuropening voorzien van ten minste één werkende Kaartlezer voor het in- en uitchecken met de OV-Chipkaart. Tevens beschikken alle Bussen over functionerende apparatuur om Reisproducten te laden ( af te halen ) op de OV-Chipkaart. 15. Het bepaalde in de leden 5 en 11 is niet van toepassing op Aardgasbussen. 16. Onverminderd het bepaalde in artikel 6.3, geldt voor Aardgasbussen dat het door Concessieverlener zal worden gedoogd als Aardgasbussen in de periode tot 12 januari 2015 niet voldoen aan het bepaalde in lid Concessiehouder kan bij Concessieverlener een gemotiveerd verzoek indienen om toe te staan dat op Toeristenlijnen Voertuigen worden ingezet die niet voldoen aan de eisen zoals gesteld in de artikelen 4.2, 4.3, 4.4 en 4.5. Toestemming van de Concessieverlener is onder meer afhankelijk van de door de Concessieverlener verwachte belevingswaarde voor de Reiziger van de ingezette motorrijtuigen. 18. Bussen die worden ingezet op Lijnen die de staatsgrens met België overschrijden en die gezamenlijk worden geëxploiteerd met de Belgische vervoerder, hebben de mogelijkheid om te communiceren met de verkeersleiding van de Belgische vervoerder. Dit kan door inbouw van radioapparatuur van de Belgische vervoerder, of door de radiofrequentie af te stemmen op Belgisch grondgebied. 22 Concessie Openbaar vervoer over de weg Provincie Zeeland

24 Artikel Algemene Eisen aan Buurtbussen 1. De Concessiehouder stelt voor elk van de Bestaande Buurtbusprojecten, alsmede voor Nieuwe Buurtbusprojecten, voor eigen rekening en risico een of meer Buurtbussen beschikbaar. 2. De Concessiehouder draagt zorg voor het onderhoud en de brandstofvoorziening van de Buurtbussen. 3. De Concessiehouder is verantwoordelijk voor het bedrijfsklaar hebben en houden van de ingebouwde apparatuur. 4. De maximale leeftijd van de ingezette Buurtbussen is 10 jaar. Bij de leeftijdbepaling van de ingezette Buurtbussen is de eerste afgifte van het kentekenbewijs deel 1 maatgevend indien sprake is van een in Nederland nieuw afgegeven kenteken. Indien het Voertuig voorheen in het buitenland eerder is toegelaten, is deze eerste toelating van toepassing. 5. De Concessiehouder voorziet de beschikbaar gestelde Buurtbussen voor eigen rekening en risico van: a. Een automatisch openende en sluitende instapdeur; b. (Mobiele) OV-chipkaartapparatuur; c. Een ruimte voor tenminste twee uitgeklapte buggy s of één rolstoelplaats voor één rolstoelgebruiker. De rolstoelplaats is voorzien van een zogeheten strijkplank tegen de rijrichting in; d. Een tweepuntsgordel op de voor de rolstoel gereserveerde plaats van voldoende lengte om een passagier in de rolstoel te kunnen borgen tegen onbedoeld verplaatsen; e. Winterbanden tijdens het winterseizoen; f. Een goed leesbare en actuele lijn- en bestemmingsaanduiding aan de voorzijde. 6. De Concessiehouder stelt aan elke buurtbusvereniging één mobiele telefoon met handsfreeset en een beltegoed van ten minste 25 euro per maand (prijspeil januari 2015) ter beschikking, welke door de dienstdoende chauffeur kan worden gebruikt voor communicatiedoeleinden. 4.3 Toegankelijkheid van Voertuigen Artikel Toegankelijkheid 1. Alle op het Kernnet en Spitsnet in te zetten Bussen zijn toegankelijk voor Reizigers met een Functiebeperking. 2. Buurtbussen zijn toegankelijk voor Reizigers met een Functiebeperking, waaronder Reizigers met rollator en Reizigers met rolstoel. 3. De Concessiehouder is, voor eigen rekening en risico, verantwoordelijk voor de naleving van alle relevante wet- en regelgeving op het gebied van toegankelijkheid. 4. De Concessiehouder houdt zich, voor eigen rekening en risico, aan landelijke afspraken die gemaakt zijn of worden met betrekking tot de toegankelijkheid van in te zetten Voertuigen. 5. Indien zich bij een Halte een Reiziger aandient met een Functiebeperking dan zorgt de chauffeur ervoor dat de Bus knielt en het verticale instapverschil tussen vloer en perron zo minimaal mogelijk is, zulks onafhankelijk van het feit of een Halte toegankelijk gemaakt is of niet. Indien een Reiziger zonder zichtbare Functiebeperking verzoekt om de Bus te laten knielen dan geeft de chauffeur hier gevolg aan. Programma van Eisen 23

25 6. Onverminderd het bepaalde in de leden 1, 3, 4 en 5 draagt de Concessiehouder er zorg voor dat Bussen en het Personeel voldoen aan de volgende eisen ten aanzien van het halteren bij Halten: a. Toegankelijk gemaakte Halten (perronhoogte circa 18 centimeter) uitgevoerd met geleidingsband (bijvoorbeeld Leicon): de chauffeur maakt bij het aanrijden gebruik van de geleidingsband zodanig dat de Bus zo dicht mogelijk tegen de perronrand halteert, zodat een Reiziger met een mobiliteitsbeperking (eventueel met behulp van de door de chauffeur bediende oprijplaat) zonder hulp van anderen de Bus in en uit kan; b. Niet toegankelijke Halten (perronhoogte tot circa 15 centimeter): de chauffeur halteert de Bus zo dicht mogelijk langs de stoeprand zodat een Reiziger met een mobiliteitsbeperking (met behulp van de oprijplaat en) met hulp van anderen de Bus in en uit kan. 7. Voor zover Aardgasbussen niet voldoen aan de leden 1, 3, 4, 5 en 6 en eventuele tekortkomingen bij de voorafgaande concessie Midden-Zeeland reeds aan de orde waren, wordt dit door Concessieverlener gedoogd. 8. Indien zich voor een specifieke Scholierenlijn een Scholier aandient met een Functiebeperking die aangeeft wekelijks van de bewuste Lijn gebruik te gaan maken als deze toegankelijk zou zijn, dan is Concessiehouder verplicht op de bewuste Scholierenlijn toegankelijke Bussen in te zetten zolang een of meer Scholieren met een Functiebeperking hier gebruik van maken. 4.4 Milieueisen en omgevingseisen Artikel Milieueisen 1. Alle in te zetten Bussen voldoen vanaf de start van de Concessie ten minste aan de Euro V-norm. 2. Uiterlijk op 1 januari 2019 voldoen alle ten behoeve van de Concessie ingezette Bussen aan de EEVnorm. 3. Nieuwe Bussen die gedurende de Concessie instromen voldoen aan de op datum van kentekenstelling geldende jongste Euronorm voor emissies. 4. De Concessiehouder mag de in te zetten Bussen voorzien van Actief Gesloten Roetfilters teneinde aan de EEV-norm te kunnen voldoen. De Concessiehouder is ervoor verantwoordelijk en garandeert dat de roetfilters gedurende de inzetduur van de betreffende Bussen goed blijven functioneren. 5. In afwijking van het gestelde in de leden 1 en 2 voldoen Bussen die uitsluitend voor Scholierenlijnen en/of Versterkingsritten worden ingezet ten minste aan de Euro IV-norm. 6. Bij vervanging van Aardgasbussen door andere Bussen geldt dat deze tenminste moeten voldoen aan emissienorm Euro-VI. 7. Buurtbussen voldoen vanaf de start van de Concessie tenminste aan de Euro V-norm. 8. De Concessiehouder spant zich voortdurend en maximaal in om de CO2-uitstoot van de Voertuigen zoveel mogelijk te beperken. Artikel Omgevingseisen 1. De Concessiehouder brengt in kaart welke risico s voor de omgeving zijn verbonden aan het gebruik, onderhoud en stalling van door haar ingezette Voertuigen waarvan de motor gebruik maakt van gas of groen gas en treft maatregelen om die risico s te beperken. 24 Concessie Openbaar vervoer over de weg Provincie Zeeland

26 4.5 Uitstraling van de Voertuigen Artikel Uitstraling 1. De Concessiehouder draagt er zorg voor dat al de in te zetten Voertuigen goed als Openbaar Vervoer herkenbaar zijn. 2. De Concessiehouder draagt er zorg voor dat al de in te zetten Voertuigen een eenduidige en herkenbare uitstraling hebben, waarbij het Concessiehouder is toegestaan een aparte kleurstelling en/of logo te gebruiken voor Buurtbussen en Lijnen op het Kernnet, Spitslijnen, Scholierenlijnen en Toeristenlijnen. 3. Het is de Concessiehouder toegestaan Uitingen van Reclame, al dan niet van Derden, aan de binnenen/of buitenzijde van Voertuigen aan te brengen. De Uitingen van Reclame mag niet aanstootgevend zijn. De Concessiehouder mag de zijramen van Voertuigen beplakken, bestickeren of beschilderen met Uitingen van Reclame, mits deze van binnenuit doorzichtig zijn. 4. Het is niet toegestaan muziek (en algemener: audio) ten gehore te brengen in de Voertuigen. 5. De Concessieverlener kan in het kader van het bevorderen van de eigen naamsbekendheid, in overleg met de Concessiehouder, de Concessiehouder gedurende de concessieduur verzoeken bestickering op de in te zetten Voertuigen aan te brengen met een nader door de Concessieverlener te bepalen logo en/of op te stellen tekst, zoals de gebruikte slogan Openbaar Vervoer Zeeland, De goede kant op. De Concessiehouder honoreert een dergelijk verzoek onvoorwaardelijk, waarbij de te maken kosten voor rekening van de Concessiehouder zijn. 6. De Voertuigen zien er zowel aan de binnenzijde als aan de buitenzijde verzorgd, schoon, graffitivrij en schadevrij uit. 7. De binnen- en buitenzijde van de Voertuigen zijn bij het begin van iedere (Wagen)omloop schoon. 4.6 Personeel Artikel Dienstverlening 1. De Concessiehouder draagt er zorg voor dat het Personeel betrokken en klantvriendelijk is en dienstverlenend optreedt. 2. De Concessiehouder draagt er zorg voor dat het Personeel verzorgd en herkenbaar is en goed Nederlands spreekt en leest. 3. De Concessiehouder draagt er zorg voor dat het Personeel de Reizigers veilig, comfortabel en in overeenstemming met de Dienstregeling vervoert en dat de rust en de orde in de Bus gehandhaafd blijven. 4. De Concessiehouder draagt er zorg voor dat het Personeel is geïnstrueerd in de omgang met Reizigers met een Functiebeperking, waarbij de Concessiehouder er in ieder geval zorg voor draagt dat chauffeurs, op verzoek, Reizigers in een rolstoel helpen bij het innemen van een veilige plaats in de Bus en bij het verlaten van de Bus. 5. De Concessiehouder draagt er zorg voor dat het Personeel is geïnstrueerd inzake de toelating van (elektrische) rolstoelen in de Bus. Elektrische rolstoelen die zijn voorzien van gelaccu s en soortgelijke afmetingen hebben als een gangbare handbediende rolstoel, worden toegelaten. Het is de Concessiehouder toegestaan om rolstoelen te weigeren waarvan veilig vervoer niet kan worden gegarandeerd. Scootmobielen mogen niet worden toegelaten in het Voertuig. Programma van Eisen 25

27 6. De Concessiehouder draagt er zorg voor dat het Personeel voldoende kennis heeft van het lijnennet, de Dienstregeling en eventuele omleidingen om routes zelfstandig te kunnen rijden, op Overstappunten aan te kunnen geven welke (aansluitende) Rit welke bestemming heeft en in staat is om vragen over verkrijgbaarheid van kaartsoorten, Tarieven en serviceverlening adequaat te beantwoorden. 7. De Concessiehouder draagt er zorg voor dat het Personeel bekend is met de te volgen procedures en te nemen maatregelen in geval van Incidenten en Calamiteiten. 8. De Concessiehouder ziet erop toe dat het Personeel zorg draagt voor de correcte instelling en werking van de apparatuur, bijvoorbeeld: a. Lijnnummer en bestemmingsaanduiding op de Bus; b. Verkeerslichtenbeïnvloeding; c. Informatie over Halten, Aansluitpunten, Overstappunten en Aansluitingen; d. Kaartverkoop, opwaardeer- en validatiesystemen voor de OV-Chipkaart; e. Klimaatbeheersysteem en binnenverlichting in de Bus; f. Voorzieningen voor het vastzetten van rolstoelen en oprijplaten in de Bus; g. Zodanig manoeuvreren op busstations en bij Halten dat de Reisinformatie correct wordt verzonden en getoond. 26 Concessie Openbaar vervoer over de weg Provincie Zeeland

28 5 Uitvoeringskwaliteit Artikel 5.1 Vervoerplicht 1. De Concessiehouder is verplicht alle op een Halte aanwezige Reizigers, die willen reizen op een Lijn die volgens de Dienstregeling die Halte aandoet, te vervoeren met het eerstkomende Voertuig waarmee de betreffende Lijn wordt uitgevoerd dan wel, in geval een Versterkingsrit wordt aangeboden, een Voertuig dat direct achter het eerstkomende Voertuig aanrijdt. 2. De Concessiehouder stemt de aangeboden vervoercapaciteit af op de redelijkerwijs te voorziene vraag naar Openbaar Vervoer. Hieronder valt onder andere een voor de Vervoerder redelijkerwijs te voorziene hogere Vervoervraag op zomerse dagen naar de stranden en bij Evenementen. 3. Het aantal Reizigers dat op een uitgevoerde Rit niet kan zitten mag niet meer bedragen dan 50% van de zitplaatscapaciteit. 4. De zitplaatscapaciteit is zodanig dat een Reiziger in een Voertuig nooit langer behoeft te staan dan 30 minuten. 5. Het bepaalde in dit artikel is niet van toepassing op de Buurtbus. 6. Indien in België het personeel van de vervoerders staakt en de door de Belgische vervoerder uit te voeren ritten van gezamenlijk geëxploiteerde Lijnen (zie bijlage B6) door de staking uitvallen, voert Concessiehouder álle Ritten van de bewuste Lijnen uit; Concessiehouder beperkt zich bij elke Rit tot het uitvoeren van het routedeel dat ligt binnen het Concessiegebied. Artikel 5.2 Rituitval en punctualiteit 1. De Concessiehouder voert alle in de Dienstregeling vastgelegde Ritten nauwgezet, volledig, adequaat en conform de Dienstregeling uit. Rituitval wordt alleen geaccepteerd indien: a. Er sprake is van niet-vermijdbare gevolgen van aanrijdingen of Calamiteiten en b. De Concessiehouder zich aantoonbaar heeft ingespannen om zo snel mogelijk vervangend vervoer aan te bieden. 2. Het risico van rituitval is voor rekening van de Concessiehouder. De Concessieverlener brengt de Ritten die zijn uitgevallen in mindering op de Exploitatiebijdrage, behalve als er sprake is van Overmacht. 3. Een Rit wordt aangemerkt als uitgevallen Rit indien deze niet of niet volledig is uitgevoerd ongeacht de reden van uitval (ook een Rit die is uitgevallen als gevolg van een technisch defect, een werkonderbreking of een lokale, regionale of landelijke staking wordt dus beschouwd als een uitgevallen Rit). 4. De Concessiehouder draagt er zorg voor dat Ritten zoals vermeld in de Dienstregeling op geen enkele Halte meer dan één minuut te vroeg vertrekken. Op Aansluitpunten, Knooppunten en Overstappunten mag nooit te vroeg worden vertrokken. 5. Ritten zoals vermeld in de Dienstregeling, gemeten over alle Ritten met dezelfde aankomsttijd en voortschrijdend over drie aaneengesloten maanden, dienen ten minste in 90% van de dagen dat zij uitgevoerd worden niet meer dan 3 minuten te laat aan te komen op Aansluitpunten, Overstappunten, Knooppunten en Eindpunt. 6. Ritten zoals vermeld in de Dienstregeling, gemeten over alle Ritten met dezelfde vertrektijd en voortschrijdend over drie aaneengesloten maanden, dienen ten minste in 90% van de dagen dat zij uitgevoerd worden niet meer dan 2 minuten te laat te vertrekken vanaf Beginpunt, Aansluitpunten, Overstappunten en Knooppunten, tenzij een Aansluiting moet worden afgewacht. Programma van Eisen 27

29 7. Dit artikel is niet van toepassing op de Buurtbus. Artikel 5.3 Aansluitingen en aansluitgarantie 1. De Concessiehouder spant zich blijvend in om alle in de Dienstregeling vastgelegde Aansluitingen te realiseren. 2. De overstaptijd bij een Aansluiting ligt tussen tenminste 2 en ten hoogste 10 minuten. Een overstap van 2 minuten is alleen acceptabel bij een overstap tussen twee Lijnen van de Concessiehouder waarvan de overstap wordt gegarandeerd doordat in geval van vertraging van één van de Lijnen, binnen grenzen, op Aansluiting wordt gewacht. 3. De Concessiehouder biedt op Knooppunten en Overstappunten voor Reizigers relevante Aansluitingen van/naar de trein, het Fietsvoetveer, tussen Lijnen van het Kernnet onderling, alsmede tussen Spitslijnen en de Lijnen van het Kernnet, alsmede tussen Scholierenlijnen en Lijnen van het Kernnet, en biedt hier Aansluitgarantie. 4. Aansluitgarantie houdt in dat chauffeurs zich er bij Knooppunten en Overstappunten van vergewissen hoe laat een Rit die Aansluiting biedt aan zal komen. Indien de bewuste Rit later is dan gepland wacht de chauffeur overdag tot maximaal 5 minuten op Aansluiting en in geval van de laatste Aansluiting van de dag maximaal 15 minuten. Chauffeurs die voorzien dat zij later dan gepland zullen aankomen waardoor een Aansluiting in gevaar dreigt te komen, vergewissen zich er van of zij overstappers hebben voor de geboden Aansluiting en melden dit aan de Centrale Verkeersleiding of indien mogelijk direct bij de chauffeur van de aansluitende Rit. 5. De Concessiehouder biedt op de NS-stations Vlissingen, Middelburg, Goes, Kruiningen/Yerseke en Bergen op Zoom een Aansluitgarantie op de vanuit vervoerkundig oogpunt belangrijkste reisrelatie van de trein. Deze Aansluitgarantie houdt in dat chauffeurs voordat zij vertrekken er zich van vergewissen hoe laat de Trein die Aansluiting biedt op de betreffende Rit zal aankomen. De chauffeur wacht tot maximaal 5 minuten na de eigen vertrektijd volgens de Dienstregeling, of in geval van de laatste Aansluiting van de dag tot maximaal 15 minuten. 6. De Concessiehouder biedt zowel in Vlissingen als bij Breskens Veerhaven een Aansluitgarantie op het Fietsvoetveer. Deze Aansluitgarantie houdt in dat de Concessiehouder Aansluiting geeft op vertraagde veerboten (en niet andersom). Voor Reizigers die vanuit een vertraagde veerboot willen overstappen op de Bus, wacht een Rit tot maximaal 5 minuten na de eigen vertrektijd volgens de Dienstregeling en in geval van de laatste Aansluiting van de dag tot maximaal 15 minuten. 7. Alleen indien de chauffeur zich ervan heeft vergewist dat er geen Reizigers zijn die willen overstappen en dit aan hem is bevestigd, dan wel dat de vertraging langer is dan de maximale wachttijd op gegarandeerde Aansluiting, behoeft deze de Aansluiting niet af te wachten. Voor wat betreft de Aansluitgarantie op het Fietsvoetveer maakt de Concessiehouder in overleg met de concessiehouder van het Fietsvoetveer afspraken over hoe de Concessiehouder tijdig geïnformeerd wordt (of informatie kan inwinnen) over eventuele vertraagde veerboten, om onnodig wachten te voorkomen. 8. Het bieden van een Aansluiting gaat boven het realiseren van een stipte dienstuitvoering. Het wachten op een vertraagde Aansluiting wordt door de Concessiehouder vastgelegd en doorgegeven met een KV17-LAG-bericht. 9. De Aansluitgarantie op Knooppunten en Overstappunten wordt door de Concessiehouder duidelijk gecommuniceerd in ondermeer Reisvoorwaarden, Dienstregeling en op de Knooppunten en Overstappunten zelf. 28 Concessie Openbaar vervoer over de weg Provincie Zeeland

30 Artikel 5.4 Centrale Verkeersleiding 1. De Concessiehouder beschikt over een Centrale Verkeersleiding die over voldoende lokale kennis beschikt om de dienstuitvoering in geval van verstoringen en Calamiteiten in goede banen te kunnen leiden. 2. De in lid 1 genoemde Centrale Verkeersleiding is zo ingericht dat deze indien noodzakelijk, bijvoorbeeld bij verstoringen van de dienstuitvoering en bij Calamiteiten, in contact kan treden met de verkeersleidingen van de concessiehouders/vervoerders in aangrenzende gebieden, NS en de Vervoercentrale. 3. Bij het in goede banen leiden van de dienstuitvoering bij verstoringen en Calamiteiten, zoals bepaald in lid 1, wordt ook verstaan het tijdig en juist informeren van alle Reizigers die op dat moment van het openbaar vervoer gebruik (willen) maken. Artikel 5.5 Overmacht 1. In geval van Overmacht zal de Concessiehouder zoveel mogelijk aan dit Programma van Eisen blijven voldoen en de Dienstregeling zo volledig mogelijk blijven uitvoeren. De Concessiehouder spant zich daarnaast in, en neemt waar mogelijk maatregelen, om de negatieve gevolgen van Overmacht voor Reizigers, alsmede voor de Concessieverlener, zoveel mogelijk te beperken, zowel in ernst als in duur. 2. Indien er naar het oordeel van de Concessieverlener sprake is van extreme weeromstandigheden, gelden de eisen van artikel 5.1, artikel 5.2 en artikel 5.3 niet. 3. De Concessiehouder doet zo spoedig mogelijk en in elk geval binnen 5 Werkdagen nadat de betreffende situatie van Overmacht zich voordeed een verslag aan de Concessieverlener toekomen welke ten minste een beschrijving omvat van: a. De aard en (verwachte) duur van de situatie van Overmacht; b. De gevolgen die de Overmacht heeft gehad voor de mogelijkheid voor de Concessiehouder om de Concessie ten uitvoer te leggen; c. De maatregelen die de Concessiehouder heeft genomen/zal nemen teneinde (de gevolgen van) de Overmacht (voor de tenuitvoerlegging van de Concessie) zoveel als mogelijk op te heffen/te beperken; d. Alle andere feiten en omstandigheden die redelijkerwijs van belang geacht kunnen worden in verband met de Overmacht. Programma van Eisen 29

31 Provincie Zeeland 30 Concessie Openbaar vervoer over de weg Provincie Zeeland

32 6 Tarieven en kaartsoorten Artikel 6.1 Algemeen 1. De Concessiehouder conformeert zich bij de vormgeving van de Tarieven aan de afspraken uit het Landelijk Tarievenkader (LTK) of haar opvolger. 2. De bevoegdheid voor het vaststellen van de Tarieven en regionale kaartsoorten ligt bij Concessieverlener. 3. De Concessiehouder dient uiterlijk 3 maanden voor de inwerkingtreding van de Concessie bij de Concessieverlener een voorstel in ten aanzien van de te hanteren tariefkilometermatrix per Lijn. Deze matrix geeft voor alle denkbare combinaties van Halten die door Lijnen die tot de Concessie behoren worden aangedaan, het aantal tariefkilometers weer dat bij Reizigers in rekening wordt gebracht. Het voorstel gaat vergezeld van een verantwoording van de wijze waarop de Concessiehouder met het advies van het Reizigersoverleg is omgegaan. 4. De Concessiehouder dient ieder jaar in de maand september een voorstel voor het OV-tarievenhuis in bij de Concessieverlener. Concessiehouder betrekt daarbij het afwegingskader van de Concessieverlener (zie lid 6) en het advies van het Reizigersoverleg. 5. Het OV-tarievenhuis zoals bedoeld in lid 4 is opgebouwd uit in ieder geval een combinatie van motief en reisfrequentie. Minimaal komen de volgende motieven aan de orde: werk, school/studie en sociaal/recreatief. De volgende reisfrequenties komen minimaal aan de orde: frequent, incidenteel en adhoc (wagenverkoop). Tevens maken onderdeel uit van het OV-tarievenhuis de tariefcategorieën groepen en grootgebruik. 6. Het afwegingskader van de Concessieverlener voor nieuwe Tarieven en aanpassingen van de Tarieven bestaat uit de volgende elementen: politieke ontwikkelingen, landelijke ontwikkelingen in het openbaar vervoer, sociale ontwikkelingen, impact op de Vervoeropbrengst, impact op de kosten voor de Reiziger, aantal Reizigers en impact op de Zeeuwse samenleving. Bij deze elementen wordt betrokken de mate waarin er omstandigheden zijn die aanpassing van de Tarieven en/of het OV-tarievenhuis rechtvaardigen. 7. De Concessieverlener kan voorstellen voor afwijkende Tarieven, kortingen of kaartsoorten doen. De Concessiehouder is verplicht deze te accepteren mits de Concessiehouder gecompenseerd wordt voor eventueel lagere opbrengsten. De Concessiehouder moet deze derving middels een open boekcalculatie in kaart brengen en onderbouwen. Indien partijen een verschil van mening hebben over het te compenseren bedrag wordt het bedrag via bindende arbitrage bepaald. Om bindende afspraken te maken wijzen beide partijen elk een expert aan die gezamenlijk met een, met instemming van beide partijen, aan te wijzen onafhankelijke expert een bindende uitspraak doen. 8. De Concessiehouder maakt wijziging(en) van voorwaarden, Tarieven, Vervoerbewijzen en kaartsoorten adequaat bekend onder Reizigers en draagt zorg voor een adequate distributie. Artikel 6.2 Tarieven 1. De Tarieven die de Concessiehouder hanteert in het eerste jaar van de Concessie liggen per kaartsoort en per doelgroep op het niveau van het Tarief zoals dat op 1 december 2013 (exclusief prijsindex; inclusief kortingspercentages) geldig is. Programma van Eisen 31

33 2. Na het eerste jaar van de Concessie mogen de Tarieven per kaartsoort jaarlijks stijgen met ten hoogste het percentage volgens de Landelijke Tarieven Index (LTI). Hierbij wordt de procedure gevolgd zoals beschreven in artikel 6.1 lid De Concessieverlener heeft de bevoegdheid om aan de Concessiehouder een sterkere stijging van de Tarieven toe te staan dan de tariefstijging die mogelijk is op grond van lid 2. Indien de Concessiehouder in enig jaar een sterkere tariefstijging wenst door te voeren dan mogelijk is op grond van lid 2, dient de Concessiehouder hiertoe een gemotiveerd verzoek, gekoppeld aan een advies van het Reizigersoverleg, in bij de Concessieverlener. Het is aan de Concessieverlener om al dan niet in te stemmen met het verzoek. 4. Soho-, blindengeleidehonden of andere hulphonden, als zodanig herkenbaar, mogen gratis meereizen met een Reiziger. Tevens mag één begeleider van een Reiziger met een Functiebeperking gratis meereizen mits deze Reiziger een OV-begeleiderskaart kan tonen. Ook kleine huisdieren, mits vervoerd in tas of mand, mogen gratis meereizen met een Reiziger. De Concessiehouder brengt de Concessieverlener hier geen kosten voor in rekening. Artikel 6.3 OV-Chipkaart 1. De Reiziger kan vanaf de aanvang van de Concessie volledig gebruik maken van de OV-Chipkaart op alle Lijnen en Ritten. 2. De Concessiehouder treft alle benodigde maatregelen om het OV-Chipkaartsysteem vanaf de start van de Concessie volledig te laten functioneren, onder andere in de Voertuigen en binnen de organisatie van de Concessiehouder (het zogeheten "level 3" in Bijlage B14). 3. De Concessiehouder draagt er zorg voor dat de OV-Chipkaart, eventueel met gebruikmaking van de backoffice van Derden, is aangesloten op de landelijke backoffice van TLS (het zogeheten "level 4"), zodat vanaf de start van de Concessie een volledig functionerend OV-Chipkaartsysteem operationeel is en blijft, zodanig dat alle Reizigers die in het bezit zijn van een geldige OV-Chipkaart (ook van andere concessiehouders) kunnen reizen met het Openbaar Vervoer zowel via de geldige Proposities als op Saldo. Het systeem moet tot en met "level 4" volledig functioneren overeenkomstig de eisen in Bijlage B De Concessiehouder draagt er zorg voor dat zijn OV-Chipkaartsysteem is gecertificeerd door TLS, tenzij TLS voor certificering een ontheffing ( waiver ) heeft verleend. 5. Het OV-Chipkaartsysteem is zodanig ingericht dat het ten minste alle gegevens verzamelt die nodig zijn om door de Concessieverlener gevraagde informatie met betrekking tot de distributie en het gebruik van de OV-Chipkaart op te leveren. 6. Het OV-Chipkaartsysteem moet in staat zijn om de binnen de Concessie gebruikte Proposities, inclusief de landelijk overeengekomen of tijdens de Concessie nog overeen te komen Proposities te faciliteren. 7. De Concessiehouder draagt er zorg voor dat het OV-Chipkaartsysteem de toekomstige ontwikkelingen op het gebied van distributie, Tarieven en dergelijke volgt. De Concessiehouder houdt zich via TLS, of haar eventuele opvolger, op de hoogte van deze ontwikkelingen en volgt deze op. 8. De Concessiehouder draagt er zorg voor dat het OV-Chipkaart systeem de Concessiehouder en de Concessieverlener in staat stelt om zonder kosten en zonder beperkingen vervoerkundige analyses uit te voeren, onder meer over het gebruik van het Openbaar Vervoer, kaartsoorten en Tarieven. 32 Concessie Openbaar vervoer over de weg Provincie Zeeland

34 9. De Concessiehouder levert Concessieverlener in de maand Mei van ieder Jaar een analyse met betrekking tot het gebruik van de OV-Chipkaart per kaartsoort en over de gevolgen van gewijzigde Tarieven, op basis van de data uit het OV-Chipkaart systeem. 10. De kosten van de invoering, instandhouding, uitbreiding, vernieuwing en/of vervanging van het OV- Chipkaartsysteem (waaronder de aanschaf en installatie van apparatuur, het (laten) plegen van onderhoud, het treffen van administratieve voorzieningen et cetera) zijn volledig voor rekening en risico van de Concessiehouder. 11. De Concessiehouder vervoert Reizigers die als gevolg van ontbrekende of defecte OVchipkaartapparatuur in Voertuigen niet kunnen in- en/of uitchecken gratis of hanteert een andere klantvriendelijke oplossing. Indien de Concessiehouder gebruik maakt van een andere klantvriendelijke oplossing dan gratis Openbaar Vervoer, legt hij deze oplossing ter goedkeuring voor aan de Concessieverlener tijdens de implementatieperiode Artikel 6.4 Distributie OV Chipkaart 1. De Concessiehouder is verantwoordelijk voor de distributie van de OV-Chipkaarten en de distributie van Saldo en Reisproducten en draagt alle kosten die hiermee gepaard gaan. 2. De verantwoordelijkheid zoals genoemd in lid 1 betekent dat de Concessiehouder er in ieder geval voor zorgt dat: a. Er een netwerk van Distributiepunten voor de distributie van OV-Chipkaarten en de distributie van Saldo en Reisproducten wordt gerealiseerd. De Concessiehouder draagt er tenminste zorg voor dat de Distributiepunten worden gevestigd op herkenbare en per Kernnet bereikbare plaatsen. Tevens zorgt de Concessiehouder ervoor dat in ieder gebiedsdeel van de provincie Zeeland ten minste twee Distributiepunten worden gerealiseerd, waarbij een logische spreiding binnen het gebiedsdeel wordt aangehouden. De gebiedsdelen zijn Schouwen-Duiveland, Walcheren, Noord- Beveland, Zuid-Beveland, Tholen, West Zeeuws-Vlaanderen en Oost Zeeuws-Vlaanderen. Toegestaan wordt dat Concessiehouder op Noord-Beveland slechts één Distributiepunt realiseert. b. De organisatie van de Bibliobus wordt ondersteund bij het inrichten en exploiteren van een Distributiepunt met Oplaad- en Ophaalautomaat. c. Reizigers bij in opdracht van de Concessiehouder door Derden geëxploiteerde Distributiepunten ten minste anonieme OV-Chipkaarten, Saldo en Proposities kunnen kopen/opladen/ophalen en baliehandelingen kunnen verrichten. d. Bij ieder, al dan niet door een Derde in opdracht van Concessiehouder geëxploiteerd, Distributiepunt ten minste één Oplaad- en Ophaalautomaat aanwezig en voor Reizigers beschikbaar is. e. Reizigers via de klantenservice van de Concessiehouder (internet/telefoon) informatie over en een aanvraagformulier voor een OV-Chipkaart kunnen opvragen. De Concessiehouder stuurt desgevraagd een aanvraagformulier naar het huisadres van Reizigers zonder dat hier voor Reizigers kosten aan zijn verbonden. f. Reizigers de functie Automatisch Opladen Saldo op hun Persoonlijke OV-Chipkaart kunnen aanvragen, activeren en wijzigen. g. Reizigers via de Webwinkel Saldo en Proposities kunnen aanschaffen. Programma van Eisen 33

35 3. De Concessiehouder voert nieuwe distributiemogelijkheden, die gedurende de concessieduur (of daaraan voorafgaand) ontstaan, in of werkt hieraan mee indien deze mogelijkheden door Derden worden aangeboden. De meer- en minderkosten van nieuwe ontwikkelingen, ten opzichte van de huidige situatie, maakt de Concessiehouder middels een open-boekcalculatie inzichtelijk voor de Concessieverlener. De Concessieverlener kan dan binnen het afwegingskader van artikel 6.1 lid 6 in overweging nemen om de meerkosten te vergoeden of de minderkosten te verrekenen. Artikel 6.5 Andere kaartsoorten 1. De Concessiehouder zorgt er voor dat chauffeurs op elke Bus tenminste eenmalige rittenkaarten verkopen voor Reizigers die niet beschikken over een OV-Chipkaart. 2. De Concessiehouder onderzoekt in overleg met de Stichting Scholierenvervoer Zeeland de mogelijkheden tot invoering van reizen op rekening voor Scholieren met de OV-Chipkaart. Als reizen op rekening geoperationaliseerd kan worden, betrekt de Concessiehouder deze mogelijkheid bij het OVtarievenhuis zoals dat conform artikel 6.1 lid 4 jaarlijks wordt opgesteld en in procedure gebracht. 3. De Concessiehouder maakt, indien nodig, met aangrenzende concessiehouders/vervoerders afspraken over de onderlinge acceptatie van kaartsoorten en Tarieven en de verdeling van opbrengsten. 4. Onverminderd het bepaalde in lid 3 draagt de Concessiehouder er zorg voor om in overleg met aangrenzende concessiehouder(s)/vervoerder(s) te komen met een gemeenschappelijke regionale kaartsoort voor frequente Reizigers, in het bijzonder Scholieren, die reizen tussen het Concessiegebied en het concessiegebied van de aangrenzende concessiehouder(s)/vervoerder(s) en daarbij gebruik maken van Lijnen van Concessiehouder en lijnen van aangrenzende concessiehouder(s)/vervoerder(s). 5. Voor concessiegrensoverschrijdende Lijnen geldt - voor zover de Lijnen volledig tot de Concessie behoren - het principe dat op het grondgebied van andere concessies (die deze lijnen gedogen) de Tarieven en Proposities gelden die door de Concessiehouder worden gehanteerd, tenzij dit concurrentieverstorend werkt. Of sprake is van concurrentieverstoring is ter beoordeling van de concessieverlener van de concessie waarin het concurrentieverstorend effect optreedt. 6. Voor alle Tarieven en kaartsoorten, dus ook zoals deze samenhangen met de overige leden van dit artikel, geldt dat deze worden opgenomen in het OV-tarievenhuis zoals beschreven in artikel 6.1 lid 5 en volgen ook de daar genoemde procedure. Artikel 6.6 SOV-kaart 1. Indien de SOV-kaart wordt opgeheven of een andere invulling krijgt, onderzoeken de Concessieverlener en de Concessiehouder in een open dialoog en middels een open-boekcalculatie welke opbrengsteffecten dit tot gevolg heeft en hoe een nieuw evenwicht gevonden kan worden tussen de Exploitatiebijdrage en Vervoeropbrengsten. Hierbij doet de Concessiehouder een voorstel voor deze groep Reizigers waarbij de huidige reizigerskilometers en Vervoeropbrengsten van deze groep als uitgangspunt dienen. 2. Als een open dialoog geen voor beide partijen acceptabele oplossing oplevert, dan wijzen beide partijen elk een expert aan die gezamenlijk met een met instemming van beide partijen aan te wijzen onafhankelijke expert een bindende uitspraak doen. 34 Concessie Openbaar vervoer over de weg Provincie Zeeland

36 7 Reisinformatie 7.1 Statische reisinformatie Artikel Statische reisinformatie bij de Halte 1. De Concessiehouder geeft op het haltebord tenminste de volgende informatie weer: a. De naam van de Halte en het landelijke haltenummer zoals verstrekt door de Concessieverlener; b. Een begrijpelijk vormgegeven, duidelijk leesbare vertrekstaat met vertrektijden per Lijn en Dagsoort, van de Lijnen die de Halte aandoen, alsmede vergelijkbare dienstregelinginformatie van eventuele te gedogen lijnen van andere concessies die de Halte aandoen; c. De routes van de Lijnen die de Halte aandoen, met de belangrijkste tussenstops, alsmede de routes en tussenstops van eventuele te gedogen lijnen van andere concessies die de Halte aandoen; d. In de vertrekstaat als bedoeld bij sub b worden - waar qua Aansluiting van toepassing - tevens de vertrektijden vermeld van de trein, Fietsvoetveer, aansluitende Lijnen en aansluitende lijnen van andere concessiehouders; e. Informatie over het Flexnet indien sprake is van een Aansluitpunt; f. De naam of het logo van de Concessiehouder; g. Contactgegevens voor informatie, suggesties, klachten en schademelding. 2. In aanvulling op de in lid 1 genoemde informatie geeft de Concessiehouder in het geval van een omleiding tenminste de volgende informatie aan: a. De duur van de omleidingperiode; b. De locatie(s) van (een) vervangende Halte(s); c. De Lijnen waarvoor de omleiding van toepassing is; d. De eventuele Lijnen waarvoor de omleiding niet van toepassing is. 3. De Concessiehouder maakt wijzigingen in de Dienstregeling en/of de lijnvoering ten minste vier weken voor ingang van de wijziging bij de Halte bekend aan de Reizigers. 4. In het geval van een tijdelijke Dienstregeling door wegwerkzaamheden blijft de informatievoorziening bij de Halte gehandhaafd tot het moment waarop de normale lijnvoering en Dienstregeling weer van kracht worden. De Reizigers worden bij de Halte eveneens tijdig geïnformeerd over het moment waarop de normale lijnvoering en Dienstregeling weer intreden. Artikel Procedures met betrekking tot statische reisinformatie bij de Halte 1. De Concessiehouder is verantwoordelijk voor het aanbrengen, onderhouden en actueel houden van de statische reisinformatie op busstations, halteborden en in abri's. De bijhorende investeringen en kosten voor het aanbrengen, onderhouden en actueel houden van de statische reisinformatie zijn voor eigen risico en rekening van de Concessiehouder. Dit is zowel van toepassing voor informatievoorzieningen die bij aanvang van de Concessie in het gebied aanwezig zijn als die gedurende de concessieduur in het gebied geplaatst of vervangen worden. 2. Indien op een Halte of abri de middelen ontbreken voor het aanbrengen van statische reisinformatie, informeert de Concessiehouder de betreffende Wegbeheerder(s) hierover. De Concessiehouder informeert de Concessieverlener over de situatie en de te nemen maatregelen. Programma van Eisen 35

37 3. Onverminderd het bepaalde in de leden 1 en 2 maakt de Concessiehouder ten behoeve van statische reisinformatie bij busstations afspraken met de eigenaars van de busstations. Deze afspraken betreffen tenminste de exacte locatie van statische reisinformatie en de wijze waarop de Concessiehouder deze informatie aanbrengt op de voorzieningen van de eigenaar. 4. De Concessiehouder inventariseert voorafgaand aan de start van de Concessie en daarna tenminste eenmaal per jaar de aanwezige informatie op alle Halten, verwijdert informatie die niet meer relevant is en draagt zorg voor het aanwezig zijn van de juiste informatie bij de start van de Concessie en bij dienstregelingwijzigingen. 5. Indien meerdere vervoerders een Halte aandoen, dan treedt de Concessiehouder in overleg met de andere vervoerders om te komen tot een voor de Reiziger duidelijke en overzichtelijke haltesituatie en informatievoorziening. De Concessiehouder verleent hierbij alle medewerking om ook de reisinformatie van de te gedogen Lijnen op de Haltepalen te vermelden. Artikel Statische reisinformatie middels drukwerk en internet 1. De Concessiehouder maakt de actuele lijnvoering en Dienstregeling ten minste op de volgende wijzen bekend aan de (potentiële) Reizigers: a. Met folders per Lijn en/of regionale dienstregelingboekjes met daarin de Dienstregeling van één of meerdere Lijnen in het Concessiegebied, inclusief een kaartbeeld en/of routestrip van de betreffende Lijn(en) met vermelding van de Knooppunten, Overstappunten en Aansluitpunten; b. Via een internetsite waarop de Folders per Lijn en/of regionale dienstregelingboekjes, Lijnennetkaart en de Dienstregeling van alle Lijnen in het Concessiegebied kosteloos geraadpleegd kunnen worden en in een A4 printbare versie gedownload kunnen worden; c. Met een gratis, los verkrijgbare Lijnennetkaart met daarop alle Lijnen, Knooppunten, Overstappunten en Aansluitpunten. 2. De te verstrekken gegevens volgens lid 1 omvatten ten minste de Dienstregeling (lijnnummers, lijnvoering, haltelocaties, vertrek- en aankomsttijden en overstapmogelijkheden), vooraf bekende tijdelijke aanpassingen van de Dienstregeling en geplande wijzigingen van de Dienstregeling. 3. De Concessiehouder distribueert de folders, Lijnennetkaart(-en) en/of dienstregelingboekjes zoals bedoeld in lid 1 op voor bestaande en potentiële Reizigers aantrekkelijke locaties, waaronder minimaal: a. in de Bussen en Buurtbussen; b. bij verkoop- of informatiepunten van de Concessiehouder in het Concessiegebied; c. bij gemeentehuizen, VVV s, openbare bibliotheken en Distributiepunten; d. te downloaden van Internet; e. via de Klantenservice. 4. Het is de verantwoordelijkheid van de Concessiehouder dat de aangeboden informatie op de locaties als bedoeld in lid 3 actueel is. 5. De Concessiehouder neemt in de te verstrekken informatie zoals beschreven in lid 1 tevens op: a. Gegevens over Bus- en veerdiensten die halteren binnen het Concessiegebied maar onder andere concessies vallen en eventueel door andere concessiehouders worden geëxploiteerd; b. Gegevens over Aansluitingen van en naar belangrijke onder andere concessies vallende en eventueel door andere concessiehouders geëxploiteerde bus-, tram-, metro- en personenvervoer over waterdiensten; 36 Concessie Openbaar vervoer over de weg Provincie Zeeland

38 c. Vertrektijden van de trein op de Zeeuwse stations en het station in Bergen op Zoom waar een Aansluiting per Bus wordt geboden, alsmede de vertrek- en aankomsttijden van het Fietsvoetveer en de relevante Aansluitingen hiervan op de Bus; d. Uitleg over de Aansluitgarantie voor de Reiziger; e. Een beschrijving van de reismogelijkheden met en overstapmogelijkheden tussen het Kern- of Spitsnet en Flexnet; f. Buurtbusprojecten binnen het Concessiegebied; g. Informatie over de toegankelijkheid van Halten voor mensen met een Functiebeperking, waarbij onderscheid wordt gemaakt naar mensen met een visuele beperking en mensen met een andere beperking. 6. Van de in lid 5 bedoelde (en daarnaar verwezen) vervoerdiensten van Derden behoeven niet de volledige dienstregeling en halteplaatsen te worden opgenomen, maar wel de overstaprichting en de overstaptijd. 7. De Concessiehouder maakt wijzigingen in de Dienstregeling en/of de lijnvoering ten minste vier weken voor ingang van de wijziging bekend aan de (potentiële) Reizigers. De wijze van bekendmaking bestaat uit ten minste de volgende elementen: a. Publicatie in de bus; b. Publicatie op de internetsite. 8. In het geval van een tijdelijke Dienstregeling door wegwerkzaamheden blijft de informatievoorziening gehandhaafd tot het moment waarop de normale lijnvoering en Dienstregeling weer van kracht worden. De Reizigers worden zowel bij de Halte als in de Bus tijdig geïnformeerd over het moment waarop de normale lijnvoering en Dienstregeling weer intreden. Artikel Informatie over het Flexnet bij wijziging van Lijnen 1. De Concessiehouder zorgt ervoor dat Reizigers die gebruik maken van Lijnen die gedurende de concessieduur geheel of gedeeltelijk vervallen, uiterlijk vier weken voor de wijziging op de hoogte zijn gebracht van de alternatieve reismogelijkheden met het Flexnet, inclusief communicatie van de contactgegevens over het reserveren van een rit met het Flexnet. De wijze van bekendmaking bestaat uit tenminste de volgende elementen: a. Informatie bij de Halte; b. Informatie in de Voertuigen; c. Informatie op de internetsite van de Concessiehouder; d. Publicatie/advertentie in relevante regionale media. 2. Het bepaalde in lid 1 is op identieke wijze van toepassing op buslijnen die voor start van de Concessie nog rijden, doch welke met ingang van de Concessie geheel of gedeeltelijk vervallen. Concessiehouder maakt ten behoeve van de informatievoorziening waarvoor Concessiehouder volledig verantwoordelijk is afspraken met de concessiehouders die voorafgaande aan de Concessie in de provincie Zeeland het busvervoer verzorgen. Programma van Eisen 37

39 7.2 Dynamische reisinformatie Artikel Dynamische reisinformatie in de Bus 1. De Concessiehouder hanteert, ten behoeve van informatie omtrent actuele aankomsttijden, in Bussen een systeem voor dynamische reisinformatie. De Concessiehouder heeft de plicht dit systeem in operationele staat te houden door het genereren van betrouwbare gegevens en voert deze gegevens in en gebruikt, beheert en onderhoudt dit systeem. 2. De Concessiehouder draagt er zorg voor dat de informatie in het systeem voor reisinformatie, zoals bedoeld in lid 1, uit dezelfde brondata afkomstig is als de informatie die Reizigers via internet, Displays en Apps ontvangen, zodat er geen verschillen optreden wanneer de Reiziger informatie via verschillende kanalen raadpleegt. 3. Op het Display in de Bussen en Aardgasbussen worden de Bestemming en de eerstvolgende Halte getoond, de verwachte aankomsttijd(en), overstapmogelijkheden op het Flexnet, en wordt de actuele vertrektijd van aansluitende Bussen, inclusief die van andere concessies, trein en in Vlissingen en Breskens van het Fietsvoetveer getoond. Indien actuele vertrektijden van het Flexnet bekend zijn via de NDOV-loketten, worden deze op de relevante Aansluitpunten eveneens getoond. 4. De actuele reisinformatie in het Voertuig dient te voldoen aan de eisen zoals opgenomen in Bijlage B Onverminderd het bepaalde in lid 3 worden de haltenaam en overstapmogelijkheden onder alle omstandigheden goed verstaanbaar voor Reizigers, omgeroepen. 7.3 Levering data informatiesystemen Artikel Levering data ten behoeve van reisinformatiesystemen en monitoring 1. De Concessiehouder verstrekt conform artikel 14 van de Wp2000 juncto artikelen 10 en 11 van Bp2000 (het Besluit personenvervoer 2000 van 14 december 2000, Stb. 563, zoals deze van tijd tot tijd zal bestaan) alle benodigde actuele gegevens ten behoeve van het verstrekken van reisinformatie. 2. Het is de verantwoordelijkheid van de Concessiehouder de volledige, tijdige en juiste brondata aan te leveren, zodat de Reiziger altijd geïnformeerd kan worden over de actuele dienstuitvoering. De Concessiehouder dient de gegevens in ieder geval rechtstreeks in het juiste en direct bruikbare format te leveren aan partijen die zijn gekwalificeerd als NDOV-loket (momenteel zijn dit de Reisinformatiegroep 9292 en de Stichting Open Geo) en rechtstreeks aan de GOVI-server (of een door de Provincie aan te wijzen opvolger). 3. De gegevens die door de Concessiehouder worden aangeleverd aan de GOVI-server (of een door de Concessieverlener aan te wijzen opvolger) worden onder andere gebruikt voor aansturing van de DRIS-panelen met actuele informatie op de Halten en vrije doorlevering aan Derden volgens de principes van open data. Ook worden deze gegevens gebruikt voor monitoring en concessiebeheer door de Concessieverlener. 4. De Concessiehouder levert de gegevens rechtstreeks aan de GOVI-server (of een door de Concessieverlener aan te wijzen opvolger) conform de eisen en specificaties in Bijlage B Concessie Openbaar vervoer over de weg Provincie Zeeland

40 5. De Concessiehouder levert de gegevens rechtstreeks aan de NDOV-server (of een door de Concessieverlener aan te wijzen opvolger) conform de eisen en specificaties zoals opgenomen in bijlage 1 van het vigerende document Kaders voor een loket voor brongegevens reisinformatie openbaar vervoer zoals opgenomen op alsmede aan de eisen en specificaties van Bijlage B De investeringen en kosten voor het genereren en aanleveren van de in leden 1, 2, 3, 4 en 5 genoemde gegevens in het vereiste dataformaat zijn voor eigen risico en rekening van de Concessiehouder. 7. Van alle gegevens die volgens open koppelvlakken door de Concessiehouder moeten worden aangeleverd, heeft de Concessieverlener de bevoegdheid om deze zowel in onbewerkte als in bewerkte vorm zonder toestemming van de Concessiehouder voor gebruik en hergebruik vrij te geven onder een CC-0 licentie (Open Data). Programma van Eisen 39

41 Provincie Zeeland 40 Concessie Openbaar vervoer over de weg Provincie Zeeland

42 8 Sociale veiligheid, communicatie en marketing 8.1 Sociale veiligheid Artikel Sociale veiligheid 1. De Concessiehouder is verantwoordelijk voor de (sociale) veiligheid van de Reiziger en van het Rijdend Personeel in de door hem in te zetten Bussen. 2. De Concessiehouder draagt er zorg voor dat het gevoel van veiligheid door Reizigers in ieder jaar van de Concessie wordt beoordeeld met minimaal een 7,5 (op een schaal van 1 tot 10, volgens het principe van rapportcijfers), zulks blijkend uit jaarlijks representatief onderzoek (bijvoorbeeld de OV- Klantenbarometer van KpVV). 3. Concessieverlener en Concessiehouder maken bij start van de Concessie in onderling overleg een risico-inventarisatie met betrekking tot de (sociale) veiligheid. 4. Op basis van de in lid 3 genoemde risico-inventarisatie stelt Concessieverlener nadere eisen ten aanzien van de (sociale) veiligheid. 5. Concessiehouder stelt jaarlijks een actieplan (sociale) veiligheid op, waarin de resultaten van de in lid 3 genoemde risico-inventarisatie, de in lid 4 genoemde nadere eisen en de feitelijke ontwikkelingen op het vlak van (sociale) veiligheid worden verwerkt. 6. Onverminderd het bepaalde in de overige leden van dit artikel draagt de Concessiehouder er zorg voor dat tenminste voldaan wordt aan de volgende voorwaarden: a. In iedere Bus worden via camera s beelden opgenomen; b. In iedere Bus is een noodknopvoorziening, met een verbinding naar de meldkamer van de Concessiehouder; c. De Concessiehouder maakt afspraken met de politie over tenminste het contact tussen de meldkamer van de Concessiehouder en de meldkamer van de politie, alsmede over de prioriteit van (doorgifte van) meldingen van de Concessiehouder; d. De Concessiehouder legt indien nodig vervoersverboden op en maakt met de politie en het openbaar ministerie duidelijke afspraken over de handhaving van de reis- en verblijfsverboden; e. De Concessiehouder zet jaarlijks tenminste 2,0 fte aan toezichthouders in; f. De Concessieverlener kan het in lid 6e genoemde minimum aantal toezichthouders bijstellen op basis van de in lid 3 genoemde risico-inventarisatie. 8.2 Marketing en communicatie Artikel Marketing en communicatie 1. De Concessiehouder hanteert de Zeeuwse slogan Openbaar Vervoer Zeeland, De Goede Kant Op!, of een opvolger daarvan, bij communicatie en informatie richting Reiziger. 2. De Concessiehouder is verplicht om actief medewerking te verlenen aan marketing- en communicatiecampagnes die door de Concessieverlener worden geïnitieerd of ondersteund. 3. De Concessiehouder en de Concessieverlener stemmen in onderling overleg hun communicatieactiviteiten op elkaar af. Programma van Eisen 41

43 Provincie Zeeland 42 Concessie Openbaar vervoer over de weg Provincie Zeeland

44 9 Extern relatiebeheer 9.1 Relatie met Reizigers en Consumentenorganisaties Artikel Bereikbaarheid en aanspreekbaarheid 1. De Concessiehouder treft voor het ontvangen van informatie, het stellen van vragen, alsmede het indienen van klachten en suggesties, kwalitatief goede, laagdrempelige en op de behoefte toegesneden voorzieningen en maakt deze aan de (potentiële) Reizigers bekend. 2. De Concessiehouder beschikt tenminste één maand voor aanvang van de Concessie en verder gedurende de concessieduur over een website en een informatie- en klachtentelefoonnummer. 3. Het in lid 2 genoemde informatie- en klachtennummer is maximaal tegen lokaal tarief ten minste bereikbaar op Werkdagen van 8:30 tot 19:00 uur. 4. Op de website geeft de Concessiehouder een samenvatting van de klachtenregeling en de vervoervoorwaarden en biedt via de website ook de mogelijkheid digitaal informatie op te vragen of een klacht of suggestie in te dienen. Artikel Klachtenservice, afhandeling van klachten en geschillencommissies 1. De Concessiehouder stelt een klantgeoriënteerde klachtenregeling op. 2. De klachtenregeling bevat tenminste de volgende elementen: a. De wijze waarop Reizigers hun reacties kenbaar kunnen maken; b. De wijze waarop Reizigers geïnformeerd worden over de ontvangst van de klacht; c. De termijn waarbinnen Reizigers een antwoord op hun klacht kunnen verwachten; d. De wijze waarop met gegronde en ongegronde klachten wordt omgegaan; e. Kwaliteitsnormen voor het opstellen van antwoorden en reacties. 3. De Concessiehouder handelt binnengekomen klachten binnen vier weken na ontvangst af door middel van een gemotiveerde reactie. 4. De Concessiehouder voert een registratie van de ontvangen klachten en de afhandeling daarvan. 5. De Concessiehouder rapporteert ieder kwartaal over: a. De (ontwikkeling van de) aantallen klachten, onderscheiden naar soort klacht en Lijn; b. De wijze van afhandeling van klachten; c. De snelheid van afhandeling van klachten; d. De acties die naar aanleiding van de ingediende klachten worden ondernomen om de kwaliteit te verbeteren. 6. Op eerste verzoek overlegt de Concessiehouder alle ingediende klachten en reacties volledig aan de Concessieverlener. 7. De Concessiehouder is gedurende de concessieduur aangesloten bij de Geschillencommissie Openbaar Vervoer, Postbus 90600, 2509 LP te Den Haag. 8. Indien in samenspraak met de Concessieverlener gedurende de concessieduur een regionale Geschillencommissie wordt opgericht, sluit de Concessiehouder zich ook bij deze commissie aan. 9. Bij de afhandeling van de ingediende klachten geeft de Concessiehouder richting de indiener van de klacht duidelijk aan: a. De wijze waarop de klacht in de toekomst wordt voorkomen; Programma van Eisen 43

45 b. Dat er een Geschillencommissie Openbaar Vervoer bestaat, waar de klachtindiener de mogelijkheid heeft om onder bepaalde voorwaarden een geschil aan deze commissie voor te leggen; c. Dat het OV-Loket bestaat, waar de klachtindiener de mogelijkheid heeft een klacht in te dienen bij de ombudsman voor beter OV; d. Dat de Concessieverlener via kwartaalrapportages over klachten(afhandeling) wordt geïnformeerd. 10. De Concessiehouder hanteert een regeling gevonden voorwerpen. De Concessiehouder legt de regeling ter goedkeuring voor aan de Concessieverlener tijdens de implementatieperiode. De regeling wordt uiterlijk bij aanvang van de Concessie door de Concessiehouder op zijn website gepubliceerd en is op verzoek ook op papier verkrijgbaar. 11. De Concessiehouder stelt Reizigers die iets verloren hebben door middel van een gebruikersvriendelijke procedure, ten minste met een online formulier en een telefoonnummer, in de gelegenheid een beroep te doen op de regeling gevonden voorwerpen. Artikel Reizigersoverleg 1. De Concessiehouder vraagt het Reizigersoverleg of diens eventuele (rechts)opvolger(s), zoveel als mogelijk buiten de zomervakantieperiode, om advies over: a. Alle onderwerpen die volgens de Concessie toetsing door de Concessieverlener vereisen; b. Alle onderwerpen die volgens de Wet Personenvervoer voorgelegd moeten worden aan Consumentenorganisaties; c. Alle onderwerpen die door het Reizigersoverleg van belang geacht worden. 2. De Concessiehouder voorziet het Reizigersoverleg ten behoeve van de advisering uiterlijk twee weken van te voren van voldoende informatie. 3. De Concessiehouder is verplicht om door het Reizigersoverleg opgestelde voorstellen voor verbetering of verandering van het Openbaar Vervoer en/of de bijbehorende diensten op haalbaarheid te onderzoeken, mits het voorstel voorzien is van een deugdelijke onderbouwing (zulks ter beoordeling door de Concessieverlener). 4. De Concessiehouder voorziet zijn reactie op de adviezen en de voorstellen van het Reizigersoverleg van een goede onderbouwing en stuurt deze naar het Reizigersoverleg en de Concessieverlener. 5. De Concessiehouder is verplicht om alle gegevenselementen die zijn opgenomen in het vigerende MIPOV (zie artikel lid 1 en Bijlage B15), óók op verzoek rechtstreeks te leveren aan het Reizigersoverleg. 6. De Concessiehouder voert tenminste vier maal per jaar overleg met het Reizigersoverleg. Op verzoek van het Reizigersoverleg kan de Concessieverlener de Concessiehouder uitnodigen voor een extra overleg met het Reizigersoverleg. Artikel Klanttevredenheidsonderzoek 1. De Concessiehouder verleent (desgevraagd) volledige medewerking aan onderzoek onder Reizigers dat met medeweten van of in opdracht van de Concessieverlener wordt uitgevoerd. 2. Indien uit het onderzoek blijkt dat de klanttevredenheid in enig jaar in vergelijking tot het voorafgaande jaar met meer dan 0,5 punt is afgenomen, neemt de Concessiehouder binnen twee maanden na bekendmaking van de resultaten van het onderzoek maatregelen om de geconstateerde situatie te verbeteren. De eventuele kosten van de verbeteringsmaatregelen zijn voor rekening van de Concessiehouder. Het eerste jaar van de Concessie geldt als referentiejaar. 44 Concessie Openbaar vervoer over de weg Provincie Zeeland

46 Artikel Vervoervoorwaarden De Concessiehouder hanteert de voor het stads- en streekvervoer van toepassing zijnde Algemene Voorwaarden Openbaar Stads- en Streekvervoer. Deze voorwaarden worden op de website van de Concessiehouder gepubliceerd. 9.2 Relatie met Wegbeheerders Artikel Wegbeheerders 1. De Concessiehouder heeft tenminste halfjaarlijks overleg met de Wegbeheerders binnen het Concessiegebied, alsmede met Wegbeheerders op routes van concessiegrensoverschrijdende Lijnen, om in kennis gesteld te worden van voorgenomen werkzaamheden op busroutes alsook om de belangen van het Openbaar Vervoer en eventuele knelpunten en wensen ten aanzien van de Infrastructuur onder de aandacht te brengen. 2. De Concessiehouder stemt met de Wegbeheerders af welke Infrastructuur ten behoeve van het Openbaar Vervoer wordt gebruikt. 3. Onverminderd het bepaalde in lid 2 geldt dat indien Concessiehouder een weg die binnen de bebouwde kom is gecategoriseerd als erftoegangsweg wenst op te nemen in het Lijnennet van Bussen, Concessiehouder dit afstemt met de Wegbeheerder. 4. In het geval de Concessiehouder op een route te maken heeft of krijgt met doorstromingsproblemen die de punctualiteit in de weg staan, treedt deze in overleg met de betreffende Wegbeheerder over mogelijke doorstromingsmaatregelen. De Concessiehouder heeft een actieve signaalfunctie inzake doorstromingsproblemen. 5. De Concessiehouder onderzoekt en reageert inhoudelijk op: a. Haalbaarheid van door de Wegbeheerders opgestelde en van een deugdelijke motivering voorziene verbetervoorstellen; b. Plannen van Wegbeheerders voor toekomstige wegwerkzaamheden (nieuwbouw, groot onderhoud, et cetera) in relatie tot de aanwezige dan wel gewenste voorzieningen voor Openbaar Vervoer; c. Eventuele hinder die het Openbaar Vervoer ondervindt door infrastructurele beperkingen en/of overig verkeer, alsmede het reduceren en voorkomen van (nieuwe) hinder. 6. De Concessiehouder dient verzoeken tot nieuwe dan wel uitbreidingen van bestaande voorzieningen voor Openbaar Vervoer tijdig en schriftelijk in bij de betreffende Wegbeheerder. De verzoeken berusten op een deugdelijke motivering. Artikel Infrastructuur 1. De Concessiehouder maakt gebruik van de specifiek voor het Openbaar Vervoer bedoelde Infrastructuur en de nog aan te leggen specifiek voor het Openbaar Vervoer bedoelde Infrastructuur, waaronder busstations, busbanen, busstroken en verkeersregelinstallaties met busprioriteit. 2. De Concessiehouder maakt met de betreffende Wegbeheerders afspraken over het gebruik van de in lid 1 bedoelde Infrastructuur. 3. De Concessiehouder is verantwoordelijk voor het verkrijgen van eventuele vergunningen die benodigd zijn voor het gebruik van specifieke voorzieningen. Programma van Eisen 45

47 4. De Concessiehouder heeft een signaalfunctie richting Wegbeheerders op het gebied van doorstromingsproblemen. In het geval de Concessiehouder op een route te maken heeft of krijgt met doorstromingsproblemen die de Stiptheid van de dienstuitvoering in de weg staan, treedt deze in overleg met de betreffende Wegbeheerder(s) teneinde mogelijke doorstromingsmaatregelen of andere oplossingen te bespreken. De Concessiehouder stelt de Concessieverlener op de hoogte van de uitkomsten van dit overleg. Artikel Haltelocaties 1. De Concessiehouder maakt zoveel mogelijk gebruik van de aanwezige Halten. 2. Door de Concessieverlener goedgekeurde Halten die in het kader van het verbeteren van de toegankelijkheid van het Openbaar Vervoer zijn aangepast, blijven tenminste twee Jaar nadat de Halte toegankelijk is gemaakt in de Dienstregeling opgenomen. 3. De Concessiehouder maakt met de Wegbeheerders afspraken over locatie, inrichting en gebruik van haltelocaties. 4. De Concessiehouder is verantwoordelijk voor het plaatsen en onderhouden van een Haltepaal en haltebord bij de Halten van de door de Concessiehouder geëxploiteerde Lijnen. 5. De Concessiehouder voert tenminste eenmaal per Jaar een halteschouw uit van alle Halten die de Concessiehouder aandoet en rapporteert de resultaten hiervan aan zowel de Concessieverlener als het Reizigersoverleg. De in de halteschouw te betrekken aspecten zullen in nader overleg tussen de Concessieverlener en de Concessiehouder worden bepaald. 6. Indien de Concessiehouder gebreken constateert aan de door hem gebruikte haltevoorzieningen, ook wanneer deze buiten het Concessiegebied liggen, meldt hij deze zo snel mogelijk bij de eigenaar en/of beheerder van deze haltevoorzieningen. 7. Indien de Concessiehouder tijdelijk van een alternatieve Halte gebruik wenst te maken, overlegt hij hierover voor de datum van ingebruikname van de Halte met de betreffende Wegbeheerder. De Concessiehouder communiceert de tijdelijk vervallen Halten en de ingebruikname van tijdelijke Halten tenminste twee weken voor de datum van de wijziging van de Halten richting Reizigers, de Concessieverlener en de NDOV-beheer organisatie. Artikel Beïnvloeding verkeersregelinstallaties en DRIS-panelen 1. De Concessiehouder stemt de toepassing van systemen voor de informatie-uitwisseling tussen Voertuig en Infrastructuur (daaronder worden ook verkeersregelinstallaties (VRI) verstaan) af op de systemen die ter plaatse in het Concessiegebied gebruikt worden. 2. Bij de toepassing van KAR voldoet de Concessiehouder aan de bepalingen zoals opgenomen in Bijlage B De Concessieverlener levert de gegevens met de locaties van de KAR in- en uitmeldpunten aan de Concessiehouder volgens Bison KV9. De Concessiehouder verwerkt deze gegevens volledig automatisch tot gegevens voor het voertuigsysteem, zodat geborgd is dat de locaties van de in- en uitmeldpunten in het voertuigsysteem overeenkomen met de aangeleverde gegevens in KV9. 4. De Concessiehouder mag uitsluitend na schriftelijke toestemming van de Concessieverlener andere dan in het Concessiegebied gebruikte systemen toepassen. 5. De aanschaf en het onderhoud van de informatiesystemen zoals bedoeld in dit artikel, evenals de communicatie met de Infrastructuur, zijn voor rekening en risico van de Concessiehouder. 46 Concessie Openbaar vervoer over de weg Provincie Zeeland

48 6. Voertuigen zenden bij aankomst en het passeren van de Halte een KAR-type 2 bericht naar aanwezige DRIS-panelen, conform Bijlage B Relatie met overige partijen Artikel Concessieverleners van aangrenzende concessiegebieden 1. De Concessiehouder betrekt de concessieverlenende vervoerautoriteiten van aangrenzende concessiegebieden bij de ontwikkeling van het Openbaar Vervoer voor zover dit betrekking heeft op concessiegrensoverschrijdende Lijnen. 2. De Concessiehouder vraagt de in lid 1 bedoelde concessieverleners om advies in geval van voorgenomen wijzigingen van de voor hen relevante grensoverschrijdende lijnen. De Concessiehouder voorziet de betreffende concessieverleners tijdig van voldoende informatie om een onderbouwd advies te kunnen geven. 3. De Concessiehouder voorziet zijn reactie op de adviezen zoals bedoeld in lid 2 van een goede onderbouwing. Artikel Concessiehouders van andere concessies 1. De Concessiehouder maakt afspraken met de exploitant(en) van het Openbaar Vervoer in het eigen concessiegebied en aangrenzende concessiegebieden over een goede afstemming van de openbaar vervoerdiensten, de uitwisseling van informatie voor de fabricage van kaartmateriaal en de verstrekking van informatie over de Dienstregeling. 2. Onverminderd het bepaalde in lid 1 maakt Concessiehouder voor Lijnen die de staatsgrens met België overschrijden en die gezamenlijk worden geëxploiteerd met de betrokken Belgische vervoerder (werk)afspraken met de Belgische vervoerder over de gezamenlijk geëxploiteerde Lijn(en). Deze afspraken worden gemaakt op coöperatieve wijze en op basis van het principe van gedeeld (financieel) risico. Bij de te maken afspraken worden tenminste de volgende onderwerpen betrokken: a. Opmaak van de Dienstregeling, inclusief afspraken over de knooppunten en te garanderen Aansluitingen. b. Haltelocaties. c. Tariefstelling en acceptatie kaartsoorten. d. Verdeling Vervoeropbrengsten. e. Informatie-uitwisseling. f. Real time informatie volgens beider standaards, ten behoeve van dynamische reisinformatie. g. Onderlinge rapportering van gegevens. h. Ontwaardingsapparatuur aan boord (onderzoek in samenwerking naar interoperabiliteit van systemen of duidelijke afspraken rond aanwezigheid en verantwoordelijkheden apparatuur). i. Radio met connectie naar dispatching van de andere concessiehouder aan boord van de Bussen die op gemeenschappelijk geëxploiteerde Lijnen worden ingezet. j. Communicatie en marketing. k. Informatie en communicatie op Bussen en aan Halten. l. Apparatuur voor verkeerslichtenbeïnvloeding op elkaars grondgebied. m. Sociale veiligheid. n. Reizigerscontroles. o. Aantal (operationele) overlegmomenten. Programma van Eisen 47

49 3. De Concessiehouder stelt de Concessieverlener op de hoogte wanneer het niet mogelijk blijkt de in de leden 1 en 2 bedoelde afspraken te maken. De Concessieverlener zal in dat geval, in overleg met de betreffende concessieverlener cq opdrachtgever en rekening houdend met de belangen van de betrokken partijen, een besluit nemen en deze aan partijen opleggen. Voor zover het gaat om gezamenlijk geëxploiteerde Lijn(en) kan dit bindende besluit afwijken van de inhoud van Bijlage B6. 4. De Concessiehouder stelt bij gezamenlijk geëxploiteerde Lijnen die de staatsgrens met België overschrijden, communicatieapparatuur ter beschikking aan de Belgische vervoerder zodat de chauffeurs van de Belgische vervoerder in contact kunnen treden met de verkeersleiding van de Concessiehouder. 5. Voor Lijnen die de staatsgrens met België overschrijden en die de Concessiehouder gezamenlijk exploiteert met de betrokken Belgische vervoerder stelt de Concessiehouder aan de Belgische vervoerder voldoende Nederlandse OV-Chipkaartapparatuur ter beschikking, levert en installeert deze op de bussen die op deze Lijnen door de Belgische vervoerder worden ingezet. De Concessiehouder houdt de Nederlandse OV-Chipkaartapparatuur op bussen van de Belgische vervoerder operationeel en verzorgt hiervan de back office. 6. Concessiehouder draagt er zorg voor dat de Nederlandse OV-Chipkaartapparatuur als bedoeld in lid 5 gebruikt wordt voor de plaatsbepaling van de bussen van de Belgische vervoerder, aan te leveren volgens koppelvlak 6 (zie Bijlage B13). 7. Voor Bussen op Lijnen die de staatsgrens met België overschrijden en die de Concessiehouder gezamenlijk exploiteert met de betrokken Belgische vervoerder, stelt de Belgische vervoerder de Concessiehouder voldoende Belgische OV-Chipkaartapparatuur ter beschikking, levert en installeert deze op de Bussen die op deze Lijnen door de Concessiehouder worden ingezet. De Belgische vervoerder houdt de Belgische OV-Chipkaartapparatuur op Bussen van de Concessiehouder operationeel en verzorgt hiervan de back office. De Concessiehouder accepteert deze werkwijze en werkt hier proactief aan mee. 8. Indien de Belgische OV-Chipkaartapparatuur op de Bussen die de Concessiehouder inzet op Lijnen die de staatsgrens met België overschrijden en die de Concessiehouder gezamenlijk exploiteert met de betrokken Belgische vervoerder niet (goed) functioneert, stelt de Concessiehouder de Belgische vervoerder hiervan direct op de hoogte. Artikel Vervoercentrale 1. De Concessiehouder maakt afspraken met de Vervoercentrale die de planning verzorgt voor Reizigers die gebruik willen maken van het Flexnet. Indien een gemeente niet is aangesloten bij de Vervoercentrale, maakt Concessiehouder afspraken met de gemeente. 2. De Concessiehouder voorziet de Vervoercentrale, dan wel de gemeente (zie lid 1) van informatie ten behoeve van de afstemming tussen het Flexnet en het Openbaar Vervoer per Bus zoals Concessiehouder dat uitvoert. 3. De bijdrage van de Concessiehouder aan de Vervoercentrale is gericht op het leveren van statische en dynamische informatie over het vaste net, het verstevigen van de feederfunctie die het Flexnet voor het vaste net heeft en het voorkomen van concurrentie voor het vaste net door het Flexnet. 48 Concessie Openbaar vervoer over de weg Provincie Zeeland

50 4. De Concessiehouder maakt afspraken met de Vervoercentrale over het waarborgen van Aansluitingen tussen het Kernnet, het Spitsnet en het Flexnet en zorgt dat chauffeurs deze afspraken kennen en nakomen. Artikel Buurtbusvereniging 1. De Concessiehouder zorgt er (structureel en op verzoek) voor dat de vrijwilligers van buurtbusverenigingen training en instructies ontvangen met betrekking tot het gebruik van de apparatuur, ondersteunt buurtbusverenigingen bij het opstellen van de Dienstregeling en draagt zorg voor het beschikbaar zijn van de Reisinformatie. 2. De Concessiehouder stelt een vast contactpersoon beschikbaar die als aanspreekpunt fungeert voor alle buurtbusverenigingen in het Concessiegebied. 3. Tenminste eenmaal per jaar initieert de Concessiehouder een gezamenlijk overleg met de Concessieverlener en vertegenwoordigers van alle (potentiële) buurtbusverenigingen in het Concessiegebied. Bij dit overleg dienen in ieder geval de eerstverantwoordelijke (bijvoorbeeld de regiodirecteur of de regiomanager) en de contactpersoon zoals bedoeld in artikel lid 1 aanwezig te zijn. 4. In geval van geschillen tussen de Concessiehouder en een buurtbusvereniging treden Concessiehouder, Concessieverlener en de betreffende buurtbusvereniging in overleg. De Concessieverlener neemt de eindbeslissing. Programma van Eisen 49

51 Provincie Zeeland 50 Concessie Openbaar vervoer over de weg Provincie Zeeland

52 10 Implementatie en beheer 10.1 Implementatieoverleg Artikel Implementatieoverleg 1. De Concessiehouder zal alle nodige maatregelen nemen en er voor zorg dragen dat hij vanaf aanvang van de Concessie (en gedurende de gehele concessieduur): a. De Concessie volledig en correct ten uitvoer kan en zal leggen conform ten minste de concessievoorschriften en de toezeggingen in de Inschrijving van de Concessiehouder; b. Over alle nodige Vergunningen en toestemmingen beschikt en zal beschikken om het Openbaar Vervoer te kunnen verrichten. 2. De Concessiehouder legt na het moment van verlening van de Concessie, nadat de gunning onherroepelijk is geworden, het Implementatieplan aan het Reizigersoverleg voor. 3. De Concessiehouder geeft aan hoe hij omgaat met het advies van het Reizigersoverleg betreffende zijn Implementatieplan en geeft een gedegen onderbouwing wanneer hij van (delen van) het advies afwijkt. 4. In de periode tussen het moment van verlening en de ingangsdatum van de Concessie vindt tenminste eenmaal per 14 dagen een implementatieoverleg plaats tussen Concessiehouder en Concessieverlener. De Concessieverlener behoudt zich het recht voor, indien daar aanleiding voor is, de overlegfrequentie te verhogen dan wel te verlagen. 5. De Concessiehouder zal in de periode vanaf verlening tot aanvang van de Concessie maandelijks aan de Concessieverlener een rapport doen toekomen dat in redelijke mate van detail, zulks ter beoordeling van de Concessieverlener, vermeldt hoe het nemen van maatregelen en de tenuitvoerlegging van de plannen (waaronder het vervoerplan, het uitvoeringsplan, et cetera) van de Concessiehouder vordert. Tevens doet de Concessiehouder de Concessieverlener haar definitieve overeenkomsten - inclusief de definitieve prijsopgaven - met Derden inzake de Concessie toekomen, waaronder overeenkomsten met leverancier(s) van Voertuigen. 6. Indien er tijdens de implementatie afwijkingen zijn van het Implementatieplan die het kritieke pad beïnvloeden, dan rapporteert de Concessiehouder dit per omgaande aan de Concessieverlener en doet hierbij een voorstel voor bijsturing Omgang met Concessieverlener Artikel Samenwerkingsverklaring 1. De Concessieverlener en de Concessiehouder stellen tijdens de implementatieperiode gezamenlijk een samenwerkingsverklaring op waarin de door beide partijen gewenste samenwerkingswijze tijdens de implementatie- en de concessieperiode wordt vastgelegd. Het gaat hier niet om het maken van hard meetbare afspraken, maar om het vastleggen van beelden en intenties over de manier van samenwerken. Het vormt de geest achter het contract. 2. Beide partijen ondertekenen de in lid 1 bedoelde samenwerkingsverklaring en willen te allen tijde naar redelijkheid en billijkheid handelen in de geest van deze samenwerkingsverklaring gedurende zowel de implementatie- als de concessieperiode. Programma van Eisen 51

53 Artikel Concessiebeheeroverleg Tijdens de concessieperiode vindt minimaal eenmaal per kwartaal een concessiebeheeroverleg plaats tussen de Concessiehouder en de Concessieverlener Op te leveren producten en informatie Artikel Informatievoorziening 1. Ten behoeve van de monitoring van de concessievoorschriften en de toezeggingen in de Inschrijving van de Concessiehouder verstrekt de Concessiehouder de Concessieverlener alle in het vigerende MIPOV opgenomen gegevens. Concessieverlener en Concessiehouder maken nadere afspraken over het tijdstip en de vorm van aanlevering van deze gegevens. De doelstelling is daarbij om het op te zetten concessiebeheersysteem van Concessieverlener effectief en efficiënt te voorzien van informatie. Basis hiertoe is het document Operationalisatie MIPOV 2008 en GOVI-elementen t.b.v. MIS OV-Oost van OV-Oost, zie Bijlage De Concessiehouder levert maandelijks de brondata van de voorafgaande maand van het OV- Chipkaart systeem, behorende bij data level 3, digitaal aan de Concessieverlener. De Concessieverlener wordt intellectueel eigenaar van dit bronbestand en is gerechtigd dit bestand aan Derden te verstrekken (ondermeer inschrijvers bij een volgende aanbesteding). 3. De Concessiehouder draagt zorg voor een gedetailleerde en gesloten ritregistratie en levert continue via koppelvlakken digitaal de informatie die daar voor nodig is 4. De Concessiehouder draagt zorg voor nauwgezette registratie van het aantal Reizigers per Lijn, per Rit, dat geen gebruik maakt van de OV-Chipkaart (wagenverkoop). De Concessiehouder levert deze informatie maandelijks digitaal over de voorafgaande maand aan de Concessieverlener. 5. De Concessiehouder levert de Concessiehouder maandelijks digitaal per Lijn, per Rit, het totale aantal instappers per Halte en het totale aantal uitstappers per Halte. 6. De Concessiehouder is verplicht om de Concessieverlener toegang te verlenen tot de informatiesystemen van de Concessiehouder en desgevraagd alle brondata aan de Concessieverlener te overhandigen. 7. De Concessieverlener kan de Concessiehouder verplichten aanvullende gegevens te leveren wanneer dit noodzakelijk wordt geacht voor de controle op de naleving van de concessievoorschriften en de toezeggingen in de Inschrijving van de Concessiehouder, voor onderzoekstudies en/of voor de uitvoering van projecten. De Concessiehouder levert in een dergelijk geval de aanvullende gegevens onvoorwaardelijk en tijdig aan. 8. De Concessieverlener kan de Concessiehouder verplichten (een deel van) de aan te leveren gegevens via een Derde aan te leveren. De Concessiehouder levert in een dergelijk geval de gegevens onvoorwaardelijk en tijdig aan de betreffende Derde. 9. De Concessiehouder levert bij elke wijziging in het Lijnennet en/of de Dienstregeling een digitaal GISbestand met het lijnennet in het ESRI shape-file formaat, waarbij elke Lijn uniek is gecodeerd. 10. Onverminderd het bepaalde in lid 3 levert de Concessiehouder rituitval en calamiteiten (waaronder communicatie-uitval) per Rit eveneens via het GOVI-dashboard (zodra dit operationeel is) zodat er een 100% sluitende ritregistratie ontstaat. 11. Onverminderd het bepaalde in de overige leden van dit artikel heeft de Concessieverlener het recht om de informatiebehoefte en de vereiste wijze van aanlevering in de loop van de Concessie te wijzigen. 52 Concessie Openbaar vervoer over de weg Provincie Zeeland

54 De Concessiehouder is verplicht om zonder voorbehoud en voor eigen rekening de alsdan gevraagde gegevens, ook als deze volledig nieuw zijn, te leveren conform de gevraagde wijze van aanlevering. 12. Onverminderd het bepaalde in de overige leden van dit artikel, en onverminderd het bepaalde in andere artikelen van dit Programma van Eisen, wordt de Concessieverlener intellectueel eigenaar van alle door de Concessiehouder aan de Concessieverlener verstrekte gegevens. De Concessieverlener heeft de bevoegdheid om gegevens (eventueel als open data) ter beschikking te stellen aan Derden. Artikel Voertuigenoverzicht 1. De Concessiehouder verstrekt in het eerste kwartaal van elk Dienstregelingjaar als onderdeel van zijn kwartaalrapportage een actueel overzicht van de Voertuigen die door de Concessiehouder ten behoeve van de uitvoering van de Concessie zijn en worden ingezet. In de overige drie kwartaalrapportages vermeldt de Concessiehouder de mutaties in het wagenpark. 2. In afwijking van lid 1 verstrekt de Concessiehouder uiterlijk twee maanden voorafgaand aan de start van de Concessie een overzicht van de Voertuigen die hij op het moment van inwerkingtreding van de Concessie inzet. 3. De in de leden 1 en 2 genoemde informatie over de Voertuigen dient tevens digitaal aan de Concessieverlener beschikbaar te worden gesteld, waarbij sprake dient te zijn van Open Data. Alle specificaties van de betrokken Voertuigen dient in het Open Data bestand leesbaar te zijn voor de Concessieverlener. Programma van Eisen 53

55 Provincie Zeeland 54 Concessie Openbaar vervoer over de weg Provincie Zeeland

56 Bijlagen B1 Begrippenlijst Begrip Aanpassing Concessie Aansluitgarantie Aansluiting Aansluitpunt Aardgasbus Aardgasvulpunt Auto Bedieningsperiode Beginpunt Bestaand Buurtbusproject Bestaand Voertuig Bestek Bijlage Boete Bus Buurtbus Buurtbusproject Calamiteit Centrale Verkeersleiding Omschrijving Een aanpassing van, of toevoeging aan het bepaalde in het Programma van Eisen en/of de Concessiebeschikking (waaronder - ter voorkoming van misverstanden - mede te verstaan de Bijlagen bij die documenten). Een door de Vervoerder afgegeven garantie dat een overstap op een ander vervoermiddel tot stand wordt gebracht, ondanks een eventueel van de Dienstregeling afwijkende dienstuitvoering. Er is sprake van een Aansluiting als Reizigers de mogelijkheid wordt geboden om binnen een periode van minimaal 2 minuten en maximaal 10 minuten op een andere Lijn, treinverbinding, Flexnet en/of Fietsvoetveer over te stappen. Halte of Overstappunt tussen Flexnet en Spits- of Kernnet. Dit kan een Knooppunt zijn. Door Concessiehouder verplicht over te nemen Bus, waarvan de motor gebruik maakt van gas of groen gas, die door de huidige concessiehouder in de concessie Midden-Zeeland wordt ingezet. Door Concessiehouder verplicht over te nemen brandstofvulpunten voor Aardgasbussen die zijn gerealiseerd ten behoeve van de concessie Midden-Zeeland. Motorrijtuig ingericht voor het vervoer van ten hoogste 8 personen, de bestuurder daaronder niet begrepen. De periode van een dag dat de Dienstregeling van een Lijn gereden wordt. Eerste Halte van een (Bus)Lijn, zoals vermeld in de Dienstregeling. Buurtbusproject waarvan de exploitatie voor 1 januari 2014 is aangevangen. Elk Voertuig dat niet is gekwalificeerd als Nieuw Voertuig. Het op 23 oktober 2013 namens Gedeputeerde Staten van Zeeland vastgestelde Bestek, inclusief alle bijbehorende Bijlagen, inzake de Europese aanbesteding Concessie Openbaar Vervoer over de weg Provincie Zeeland , behorende bij de aankondiging in het publicatieblad onder waarin de wijzigingen en aanvullingen naar aanleiding van de Nota s van inlichtingen zijn verwerkt. Een Bijlage bij het Bestek, het Programma van Eisen of de Concessiebeschikking. Een geldbedrag dat de Concessiehouder dient te voldoen aan de Concessieverlener overeenkomstig het bepaalde in indien de Concessiehouder verplichtingen voortvloeiende uit het Programma van Eisen en/of de Concessiebeschikking niet nakomt. Motorvoertuig, al dan niet voorzien van een aanhangwagen, ingericht voor het vervoer van meer dan 8 personen, de bestuurder daaronder niet begrepen. Door de Concessiehouder beschikbaar gesteld motorrijtuig ingericht voor het vervoer van ten hoogste 8 personen, de bestuurder daaronder niet begrepen, dat wordt ingezet door de Concessiehouder voor exploitatie van een Lijn uitgevoerd door georganiseerde onbezoldigde chauffeurs. Een project als bedoeld in de Provinciale verordening buurtbusprojecten Zeeland van 26 april Onvoorziene gebeurtenis, al dan niet binnen de invloedssfeer van de Concessiehouder, tijdens de uitvoering van de Concessie die ernstige schade kan veroorzaken, waaronder (natuur)rampen, brand, ontploffing of overstroming. Een door de Concessiehouder ingestelde of aangewezen afdeling of organisatie die verantwoordelijk is voor het bewaken en borgen van de kwaliteit, bijsturing en veiligheid van de uitvoering van het Openbaar Vervoer overeenkomstig de Dienstregeling. Programma van Eisen 55

57 Begrip Concessie Omschrijving Het recht van de Concessiehouder om met uitsluiting van anderen Openbaar Vervoer over de weg te verrichten, met uitzondering van openbaar vervoer ten behoeve van Flexnet en de andere te gedogen verbindingen en het Transferiumvervoer Renesse, in het Concessiegebied Zeeland, in de zin van artikel 1 sub 1 van de Wp2000, een en ander als nader omschreven in de Concessiebeschikking en het Programma van Eisen. Het begrip Concessie kan zowel verwijzen naar het hiervoor genoemde recht, als naar de beschikking waarmee dit recht aan de Concessiehouder is/wordt verleend. Concessiebeschikking Het door Concessieverlener te nemen besluit, waarbij de Concessie aan de Concessiehouder is/wordt verleend. Concessiegebied Een afgebakend gebied, waarbinnen de Concessiehouder van de Concessieverlener het recht krijgt tot exploitatie van het door hem te verrichten Openbaar Vervoer over de weg, dat bestaat uit het grondgebied van de provincie Zeeland zoals is beschreven en weergegeven in Bijlage B4. Concessiehouder Vergunninghoudende Vervoerder aan wie de Concessie is/wordt verleend Concessieverlener Gedeputeerde Staten van Zeeland zijnde bevoegd tot het verlenen, wijzigen of intrekken van de Concessie. Dagdeel Een van de volgende perioden van de dag: Werkdagen: a. Van aanvang dienst tot 6:30 uur b. 6:30-9:00 uur (ochtendspits) c. 9:00-12:00 uur d. 12:00-16:00 uur e. 16:00-18:30 uur (avondspits) f uur g. 20:00 uur tot einde dienst Zaterdagen, zon- en Feestdagen: a. Van aanvang dienst tot 9:00 uur b. 9:00-11:00 uur c. 11:00-13:00 uur d. 13:00-15:00 uur e. 15:00-18:00 uur f. 18:00-20:00 uur g. 20:00 uur tot einde dienst Dagsoort Een Werkdag, zaterdag of zondag/feestdag. Derde Een partij, niet zijnde de Concessieverlener of de Concessiehouder. Dienstregeling Voor een ieder kenbaar schema van reismogelijkheden waarin onder andere zijn aangeduid de halteplaatsen waartussen en de tijdstippen waarop Openbaar Vervoer wordt verricht. Dienstregelingjaar Een aaneengesloten periode waarin de Dienstregeling geldig is, overeenkomstig de data als vermeld in de Concessiebeschikking. 56 Concessie Openbaar vervoer over de weg Provincie Zeeland

58 Begrip Omschrijving Dienstregelinguur Met een per Bus daadwerkelijk gereden rij-uur volgens de vigerende Dienstregeling, (DRU) waarin een vervoerproduct open staat voor het vervoeren van Reizigers. Eventuele Versterkingsritten en stationnementen (de tijd dat het Voertuig volgens de Dienstregeling langer dan 1 minuut stil staat op een Halte) behoren niet tot een Dienstregelinguur, behalve die stationnementen, met een maximum van 4 minuten, die bedoeld zijn om op Knooppunten het Voertuig tijdelijk te halteren voor: de Aansluiting op andere Lijnen; het keren van de a-richting op de b-richting en vice versa; het overgaan van het Voertuig van de ene Lijn op een andere Lijn; en opvang van Incidenten en Calamiteiten. In een dergelijke situatie is de tijd boven 4 minuten per stationnement voor rekening van de Concessiehouder. Op overige aansluitpunten wordt een wachttijd van ten hoogste 1 minuut tot een Dienstregelinguur gerekend. In een dergelijke situatie is de tijd boven 1 minuut voor rekening van de Concessiehouder. Dienstregelinguurprijs De Exploitatiebijdrage per afgelegd Dienstregelinguur, uitgedrukt in euro's. Display Een beeldscherm in het Voertuig of op een Halte of in de nabijheid van een Halte (zoals in ziekenhuizen) of op de fietsvoetveren waarop actuele reisinformatie getoond wordt. Distributiepunt Distributiepunt waar men beschikt over de mogelijkheid om Saldo en abonnementen op de OV-Chipkaart te (laten) zetten, anders dan in een Voertuig, het zogenaamde derdennetwerk. DRIS Een Dynamisch Reizigers Informatie Systeem bestaat uit het geheel van componenten waardoor mogelijk wordt gemaakt dat Reizigers op meerdere manieren geïnformeerd kunnen worden over actuele vertrektijden van het Openbaar Vervoer. EEV-norm Emissienorm voor milieuvriendelijker gemaakt voertuig (Enhanced environmentally friendly vehicle), zoals vastgelegd in richtlijn 2005/55/EG van de Europese Unie. Eindbestemming Een aanduiding van de laatste bestemming van een Lijn die wordt aangedaan bij de uitvoering van de Dienstregeling. Eindpunt De laatste Halte van een Lijn, zoals vermeld in de Dienstregeling. Euro 3-norm Emissienorm voor voertuigen in de Europese Unie, welke van kracht werd in Euro V-norm Emissienorm voor voertuigen in de Europese Unie, welke van kracht werd in oktober Euro VI-norm Emissienorm voor voertuigen in de Europese Unie, welke van kracht wordt met ingang van (naar verwachting) januari Evenement Een bijzondere attractie of gelegenheid waarbij extra vraag naar Openbaar Vervoer verwacht kan worden. Exploitatiebijdrage De door de Concessieverlener aan de Concessiehouder te verstrekken financiële bijdrage ten behoeve van de exploitatie van het krachtens het Programma van Eisen en zijn Inschrijving te verrichten Openbaar Vervoer (inclusief Buurtbusprojecten) als aanvulling op de door de Concessiehouder te genereren Vervoeropbrengsten. De Exploitatiebijdrage bestaat in ieder geval uit een bijdrage per Dienstregelinguur voor Bus/Auto alsmede een vaste bijdrage voor exploitatie van Buurtbusprojecten. Feestdag Een algemeen erkende Feestdag in de zin van lid 1 van artikel 3 van de Algemene Termijnenwet. Fietsvoetveer De veerverbinding tussen Breskens Veerhaven en Vlissingen Veerhaven waarvan gebruik gemaakt kan worden door fietsers en voetgangers. Flexnet Het vraagafhankelijke vervoersysteem waarvan een Reiziger, binnen een in overleg tussen Provincie en gemeenten te bepalen periode (momenteel de periode 7:00 23:00 uur), gebruik kan maken indien er niet de beschikking is over een verbinding met het Kernnet, Spitsnet of Scholierennet. Flexnetzone Door Concessieverlener vastgestelde (of vast te stellen) zone waarbinnen Halte- Halte relaties per Flexnet voor de Reiziger mogelijk zijn. Functiebeperking Elke lichamelijke, zintuiglijke (visueel, auditief) of andere stoornis waardoor Reizigers in het Openbaar Vervoer tegen belemmeringen aanlopen. Programma van Eisen 57

59 Begrip Geschiktheideis Geschillencommissie Openbaar Vervoer Gunningcriterium Halte Haltebord Implementatieplan Incident Infrastructuur Inschrijver Inschrijving Jaar Kaartlezer Kalenderjaar KAR Kern Kernnet Knooppunt Landelijke Tarieven Index Landelijk Tarievenkader Lijn Lijndeel Omschrijving Een in het Bestek gestelde minimumeis inzake financiële draagkracht of technische bekwaamheid waaraan een Inschrijver moet voldoen om voor gunning in aanmerking te komen. Een commissie die geschillen tussen Reizigers en de Concessiehouder met betrekking tot de totstandkoming of uitvoering van de vervoersovereenkomst bij wijze van bindend advies beslecht. Criterium dat meeweegt in de berekening van de economisch meest voordelige inschrijving. Een daartoe ingerichte of opgestelde infrastructurele voorziening om wachtende Reizigers de gelegenheid te geven van het Openbaar Vervoer per Bus of Buurtbus gebruik te maken, of van het Flexnet. Onder Halte wordt uitdrukkelijk begrepen abri s, Halteborden, bushokjes en dergelijke die kunnen worden gebruikt bij de uitvoering van de Concessie. Een voorziening ter aanduiding van een Halte, waaronder begrepen de wettelijk verplichte aanduiding van een halte zoals opgenomen in het ten tijde van de Concessie vigerende Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens, de naam van de Halte, aanduiding van Lijnen die halteren bij de Halte en tenminste een aanduiding van de Eindbestemming van de Lijn. Plan waarin de inschrijver SMART (specifiek, meetbaar, acceptabel, realistisch en tijdgebonden) aangeeft hoe hij er voor zorgt dat de start van de Concessie soepel en zonder hinder voor Reizigers verloopt Onvoorziene gebeurtenis zonder aanwijsbare oorzaak, al dan niet binnen de invloedssfeer van de Concessiehouder, tijdens de uitvoering van de Concessie, waarbij niet noodzakelijk schade wordt veroorzaakt. De voorzieningen van verkeerstechnische en/ of civieltechnische aard waarvan het Openbaar Vervoer per Bus en Buurtbus gebruik maakt of die daarvoor ten dienste staat. Een geïnteresseerde marktpartij die naar aanleiding van het Bestek tijdig een Inschrijving heeft ingediend bij Concessieverlener. De aanbieding die een geïnteresseerde marktpartij naar aanleiding van het Bestek tijdig heeft ingediend bij Concessieverlener. Aaneengesloten periode van 12 maanden. OV-Chipkaartapparatuur waarmee de Reiziger kan in- en uitchecken. Een aaneengesloten periode van 12 maanden die begint op 1 januari en eindigt op 31 december. Korteafstandsradio, waarmee door middel van een radiosignaal prioriteit wordt aangevraagd bij verkeerslichten of waarmee een Voertuig zich bij aankomst of vertrek van een Halte meldt. Geografisch gebied waarin de gezamenlijke bebouwing een bebouwde kom vormt. Het samenhangende netwerk van frequente, betrouwbare, verbindende buslijnen tussen grotere Kernen, gebiedsdelen en Knooppunten zoals beschreven in het Programma van Eisen. De stations van Vlissingen, Middelburg, Goes en Bergen op Zoom, inclusief de busstations, alsmede de Halten Oude Tonge Busstation, Zierikzee Busstation, Terneuzen Busstation WST, Vlissingen Ziekenhuis en Hulst Busstation. De Landelijke Tarieven Index van het TarievenbureauOV, waarin de koepels van provincies (IPO) en stadsregio s (SkVV) samenwerken. Convenant Landelijk Tarievenkader OV-Chipkaart 2009, zoals vastgesteld in de vergadering van de Stuurgroep OV-Chipkaart van 2 april 2009, of diens eventuele opvolger. Een vaste route die een Bus of Buurtbus rijdt met bepaalde intervallen, in een bepaalde Bedieningsperiode en halterend bij bepaalde Halten zoals aangegeven in de Dienstregeling. Een deel van een Lijn. 58 Concessie Openbaar vervoer over de weg Provincie Zeeland

60 Begrip Lijnennet Lijnennetkaart Lijnnummer Meerwerk Minderwerk Minister MIPOV Nieuw Buurtbusproject Nieuw Voertuig Nota van Inlichtingen Ontwikkeltaak Openbaar Vervoer Ophaalautomaat Oplaadautomaat OPOV OV-Chipkaart OV-Chipkaartsysteem Overmacht Omschrijving Het netwerk van alle Lijnen tezamen. Een plattegrond met een overzicht van alle Lijnen in het Concessiegebied die door de Concessiehouder zelf en/of andere concessiehouders worden gereden volgens een Dienstregeling. Aanduiding van de lijn met behulp van één of meerdere cijfers. In schriftelijke opdracht van de Concessieverlener extra gereden Dienstregelinguren ten opzichte van het aantal Dienstregelinguren dat nodig is om de Dienstregeling uit te voeren die op het moment van opdrachtverlening geldig is. In schriftelijke opdracht van de Concessieverlener minder gereden Dienstregelinguren ten opzichte van het aantal Dienstregelinguren dat nodig is om de Dienstregeling uit te voeren die op het moment van opdrachtverlening geldig is. De Minister van Infrastructuur en Milieu. Model Informatieprofiel Openbaar Vervoer, volgens de meest recente versie (thans MIPOV 2008). Buurtbusproject waarvan de exploitatie op of na 1 januari 2014 voor het eerst aanvangt. Voertuig waarbij de euroclassificering na 30 juni 2014 af-fabriek en bij eerste afgifte kentekenbewijs deel 1 is afgegeven. Document waarin de antwoorden op vragen van de Inschrijver zijn opgenomen, alsmede eventuele wijzigingen van het Bestek en/of andere aanbestedingsdocumenten. De activiteiten zoals beschreven in het Programma van Eisen die door de Concessiehouder zullen worden verricht om een succesvolle bijdrage te leveren aan de ontwikkeling van het Openbaar Vervoer conform de door de Concessieverlener geschetste ontwikkelingsrichting, als genoemd in het Programma van Eisen. Voor een ieder openstaand personenvervoer zoals gedefinieerd in de Wp2000, echter beperkt tot vervoer per Bus en Buurtbus. Automaat waar men via de Webwinkel besteld Saldo en bestelde Proposities, op een OV-Chipkaart kan laden (ophalen). Automaat waar de OV-Chipkaart kan worden opgeladen met Saldo en/of een Propositie. Overleg Platform Openbaar Vervoer. Het door GS van de Provincie Zeeland Ingevolge artikel 31 lid 1 en 32 lid 2 van de Wp2000, aangewezen orgaan waarin consumentenorganisaties en andere belangenorganisaties zitting hebben en waaraan Concessiehouder gedurende de uitvoering van de Concessie advies vraagt en informatie verstrekt. Op het moment van aanbesteden bestaat het OPOV uit vertegenwoordigers van de volgende organisaties: ANWB, Het Klaverblad, ROVER, Stichting Scholierenvervoer Zeeland en de Zeeuwse Vereniging van Kleine Kernen. Het landelijke elektronische Vervoerbewijs en wettig betaalmiddel voor het Openbaar Vervoer. Onder andere de kaartlezers, de Verkoopautomaten, de Oplaadautomaten, de Ophaalautomaten, de oplaad- & Ophaalautomaten, de OV-Chipkaart en het verwerkingssysteem. Elke gebeurtenis, die de Concessiehouder beperkt of verhindert in de nakoming van zijn verplichtingen ingevolge deze Concessie en die niet te wijten is aan zijn schuld, noch krachtens wet, rechtshandeling of in het maatschappelijke verkeer geldende opvattingen voor zijn rekening komt, zoals extreme weersomstandigheden. Stakingen van Personeel ten gevolge van lokaal, regionaal of landelijk afgekondigde stakingen en/of werkonderbrekingen vallen niet onder Overmacht. Onder Overmacht wordt eveneens niet begrepen uitvoering van opdrachten voor andere opdrachtgevers, ziekte van Personeel, mankementen aan de in te zetten Voertuigen ten gevolge van achterstallig onderhoud, of anderszins een tekort aan capaciteit van Personeel en/of Voertuigen. Programma van Eisen 59

61 Begrip Overstappunt Personeel Persoonlijke OV- Chipkaart Plaats Programma van eisen Propositie Provincie Reclame Reisproduct Reiziger Omschrijving Halte waarbij volgens de Dienstregeling Lijnen en/of treinverbindingen Aansluiting geven op elkaar zodat de Reizigers op comfortabele en betrouwbare wijze binnen een voor Reizigers acceptabele tijd kunnen overstappen. Al die chauffeurs en frontoffice medewerkers die bij de Concessiehouder in dienst zijn, zijn ingehuurd, ingeleend of anderszins door de Concessiehouder worden ingeschakeld ten behoeve van de exploitatie van het Openbaar Vervoer, waaronder mede te verstaan zijn onderaannemers en leveranciers. OV-Chipkaart voor geregistreerde klanten met mogelijkheden als automatisch laden, het laden van persoonlijke Reisproducten en het laten (de)blokkeren van de kaart. Aaneengesloten bebouwd gebied van een dorp en/of stad. Bebouwde kommen. Het door Gedeputeerde Staten van Zeeland op 23 oktober 2013 vastgestelde Programma van Eisen Europese aanbesteding Concessie Openbaar Vervoer over de weg Provincie Zeeland , inclusief de hierbij behorende Bijlagen, waarin de wijzigingen naar aanleiding van de Nota s van inlichtingen zijn verwerkt. Een vervanging van het OV-abonnement na invoering van de OV-Chipkaart, die een combinatie vormt van (i) een Vervoerbewijs en (ii) een Tarief dat is gebaseerd op kilometers of zones, recht gevend op gebruik van Openbaar Vervoer met korting. Provincie Zeeland. Middelen die worden ingezet om de verkoop van producten of het gebruik van diensten te bevorderen. Een reisrecht zoals een enkeltje, retourtje of een Propositie, dat vooraf op de OV- Chipkaart is geladen. Een natuurlijk persoon die gebruik maakt of van wie redelijkerwijs verwacht mag worden dat die aangeeft gebruik te willen maken van het vervoer dat wordt verricht ter uitvoering van de Concessie. Reizigersoverleg Een samenwerkingsverband van consumentenorganisaties. Ingevolge artikel 31 lid 1 en 32 lid 2 van de Wp2000 moet de Concessiehouder gedurende de uitvoering van de Concessie aan consumentenorganisaties advies vragen en informatie verstrekken. Gedeputeerde Staten van Zeeland wijzen provinciebreed organisaties aan als consumentenorganisatie in de zin van de Wp2000. In het Concessiegebied opereert één Reizigersoverleg onder de naam OPOV. Rijdend Personeel Personeel dat ten behoeve van de uitvoering van de Dienstregeling in het Voertuigen werkzaam is gedurende de uitvoering van de dienst. Rit Volgens de Dienstregeling gepland vervoer door middel van een Lijn. Saldo Een elektronisch tegoed waarmee een gemaakte Rit wordt betaald als men niet op een Reisproduct reist. Scholieren Leerlingen van een School. Scholierenlijn Lijn die primair gericht is op het bedienen van de Vervoervraag van Scholieren over grotere afstanden en waarbij met maatwerk ingespeeld wordt op schooltijden en de wensen van Scholieren. Scholierennet Alle Scholierenlijnen tezamen. School Alle scholen voor voortgezet onderwijs en alle scholen voor middelbaar beroepsonderwijs en alle scholen voor hoger beroepsonderwijs, dit inclusief alle nevenvestigingen en locaties waar onderwijs wordt gegeven. Tevens de basisscholen die zijn aangesloten bij de Stichting Scholierenvervoer Zeeland (op dit moment zijn dat de Aangeenbrugschool in Terneuzen en De Sterrenpracht in Axel). Servicebus Een Lijn waarvan de lijnvoering en Dienstregeling is afgestemd op de vervoerbehoeften van Wmo ers en 65-plussers. SOV-kaart De studenten-ov kaart zoals die door het Ministerie van OCW is opgezet en wordt afgenomen. Spitslijn Lijn die primair gericht is op het bedienen van de Vervoervraag in de dominante reisrichting en waarvan de exploitatie beperkt is tot de spitsuren. Spitsnet Alle Spitslijnen tezamen. 60 Concessie Openbaar vervoer over de weg Provincie Zeeland

62 Begrip Storing Tarief TLS Toeristenlijn Toeristennet Toetsingcriterium Uitingen van Reclame Vakantiedienstregeling Verkoopautomaat Versterkingsrit Vervoerbewijs Vervoercentrale Vervoerder Vervoeropbrengst Vervoerplan Vervoertype Vervoervraag (Vraag) Voertuigen Omschrijving Elke gebeurtenis die een afwijking van de standaard dienstverlening betreft en die een vermindering van de kwaliteit van de dienstverlening door het OV- Chipkaartsysteem veroorzaakt. Het volledige stelsel van de door de Concessiehouder aan de Reiziger voor het te bieden Openbaar Vervoer in rekening te brengen vervoerprijzen. Trans Link Systems dan wel dienst eventuele (rechts)opvolger, verantwoordelijk voor onder andere de dataverzameling en -verwerking van de OV-Chipkaart, de productie en uitgifte van de OV-Chipkaarten (in opdracht van de Concessiehouder). Lijn die primair gericht is op het vervoer van toeristen tussen voorzieningen voor verblijfsrecreatie (onder andere campings, hotels en bungalowparken) en toeristische bestemmingen alsmede overstappunten op het Kernnet en NS-stations. Alle Toeristenlijnen tezamen. Een criterium aan de hand waarvan Inschrijvingen worden getoetst om (onder andere) de geldigheid vast te stellen. Middelen die worden ingezet om de verkoop van producten of het gebruik van diensten te bevorderen. De Dienstregeling zoals die eventueel geldt in de periode van de algemeen erkende zomervakanties en kerstvakanties van het voortgezet onderwijs in de regio Zuid zoals in de huidige situatie voorgeschreven door het Ministerie van Onderwijs Cultuur en Wetenschap. Automaat waar de Reiziger een anonieme OV-Chipkaart kan aanschaffen. Ook kan hier Saldo en/of een Propositie worden opgeladen. Op deze automaten zijn ook de laatste 10 betaal- en reistransacties van de OV-Chipkaart af te lezen. Een Bus die rijdt als aanvulling op een Rit in de gepubliceerde Dienstregeling om aan de vraag naar Openbaar Vervoer op de Rit of een deel van de Rit te kunnen voldoen. (i) Een geldig Vervoerbewijs uit het assortiment dat door de Minister van Infrastructuur en Milieu wordt vastgesteld in het Nationaal Vervoer Bewijs (NVB); of (ii) Een geldig Bijzonder Vervoerbewijs; of (iii) Een door de Concessiehouder aangeboden geldig elektronisch Vervoerbewijs op basis van het OV-Chipkaartsysteem; of (iv) Een door de Concessiehouder aangeboden binnen de Concessie geldig niet elektronisch Vervoerbewijs. De Gemeentelijke Vervoercentrale die onder andere de ritplanning voor het Flexnet verzorgt. Diegene die het Openbaar Vervoer binnen de Concessie verricht, niet in de hoedanigheid van bestuurder van een Voertuig, maar als Concessiehouder. De middelen die de Concessiehouder direct of indirect genereert uit de verkoop van Vervoerbewijzen. Het plan dat Concessiehouder periodiek opstelt in het kader van de Ontwikkeltaak en dat wordt voorgelegd aan Concessieverlener en het Reizigersoverleg, waarin Concessiehouder aangeeft en motiveert welke wijzigingen hij in de Dienstregeling wil aanbrengen, wat de verwachte effecten daarvan zijn en hoe hij de marketing/communicatie hiervoor gaat verzorgen. De verschillende typen vervoer, zijnde Kernnet, Spitsnet, Scholierennet, Toeristennet of Buurtbus. Het volume aan reizigers dat op enig moment gebruik wenst te maken of maakt van het Openbaar Vervoer. De Bussen en Buurtbussen die de Concessiehouder, of in zijn opdracht Derden, voor de uitvoering van deze Concessie gebruik(t)(en), een en ander met inbegrip van, naar algemene maatstaven van verantwoorde exploitatie en onderhoud, benodigde reserve Voertuigen en adequate afspraken over en uitvoering van onderhoud opdat de Bussen en Buurtbussen volledig en overeenkomstig het bepaalde in deze Concessie functioneren. Programma van Eisen 61

63 Begrip Omschrijving Voorzieningenniveau Het volledige aanbod van Openbaar Vervoer in het Concessiegebied, uitgedrukt in plaats, tijd, frequentie en modaliteit, zoals dat door de Concessiehouder wordt aangeboden in de Dienstregeling en onder andere in overeenstemming is met het Programma van Eisen. Vraaggericht Gericht op de Vervoervraag van Reizigers, zowel bij de opzet van de Lijnen als de opzet en uitvoering van de dienstregeling, met inbegrip van de inzet van voor de doelgroep geschikt Voertuigen. Webwinkel Online winkel waar Saldo en/of Proposities voor de OV-Chipkaart kunnen worden aangeschaft en waar aan de OV-Chipkaart gerelateerde diensten worden aangeboden. Wegbeheerder De privaatrechtelijke of publiekrechtelijke organisatie(s) die bij de Wet Herziening Wegenbeheer is (zijn) belast met de aanleg, het beheer, onderhoud en beschikbaar stellen van weginfrastructuur, alsmede beheerders van wegen in België met vergelijkbare taken en verantwoordelijkheden. Werkdag Een kalenderdag, niet zijnde (i) een zaterdag of een zondag, (ii) een algemeen erkende Feestdag in Nederland of (iii) het equivalent van een algemeen erkende Feestdag ingevolge artikel 3 van de Algemene Termijnenwet. Wp2000 Wet personenvervoer Zeeuwse Scholier Scholieren woonachtig in Zeeland, die onderwijs volgen op een School in Zeeland of (kort) over de provinciegrens van Zeeland. 62 Concessie Openbaar vervoer over de weg Provincie Zeeland

64 Provincie Zeeland B2 Beleidsplan Nieuwe lijnen Alleen digitaal beschikbaar. Programma van Eisen 63

65 B3 Te gedogen verbindingen Onderstaande verbindingen behoren niet tot het domein van de Concessie Zeeland. Deze huidige OVverbindingen worden door de Concessiehouder gedoogd, conform artikel 1.1.1, lid 1b en lid 4. Betrokken andere Concessies Lijn (die deze verbindingen gedogen) 22/42/43 Sint Niklaas - Hulst Vlaanderen Vipre EECV Shuttle 23 Scharendijke - Rotterdam Europoort 104 Hellevoetssluis - Renesse Hoeksche Waard/Goeree Overflakkee 214 St. Anna Jacobapolder Steenbergen (buurtbus) West Brabant 802 Middelharnis Renesse Transferium (zomer) Hoeksche Waard/Goeree Overflakkee 805 Port Zelande Renesse Transferium (nacht) Hoeksche Waard/Goeree Overflakkee 64 Concessie Openbaar vervoer over de weg Provincie Zeeland

66 B4 Omschrijving Concessiegebied Gemeente Inwoners Peildatum 1 januari 2013 Borsele Goes Hulst Kapelle Middelburg Noord-Beveland Reimerswaal Schouwen-Duiveland Sluis Terneuzen Tholen Veere Vlissingen Programma van Eisen 65

67 B5 Concessiegrensoverschrijdende verbindingen die geheel tot de Concessie behoren Het is de Concessiehouder toegestaan de volgende concessiegrensoverschrijdende verbindingen aan te bieden. Verplichte Lijnen Betrokken andere Concessies (die deze verbindingen gedogen) 19. Hulst - Breda Vlaanderen en West-Brabant Betrokken andere Concessies Toegestane Lijnen (die deze verbindingen gedogen) 6. Zelzate (B) - Terneuzen Vlaanderen 12. Maldegem - Oostburg Vlaanderen 50. Terneuzen - Gent Vlaanderen 102. Bergen op Zoom - Oude Tonge Hoeksche Waard/Goeree Overflakkee en West Brabant 107. Bergen op Zoom - Stavenisse West Brabant 108. Bergen op Zoom - St. Annaland West Brabant 395. Zierikzee - Rotterdam Stadsregio Rotterdam, Hoeksche Waard/Goeree Overflakkee 602. Tholen - Middelharnis Hoeksche Waard/Goeree Overflakkee 603. Stavenisse - Bergen op Zoom West Brabant 609. Bergen op Zoom - Stavenisse West Brabant 631. Zierikzee - Middelharnis Hoeksche Waard/Goeree Overflakkee 814. Knokke - Breskens (zomerbus) Vlaanderen Voor OV-verbindingen die andere concessiegebieden binnentreden gelden tenminste de volgende voorwaarden: 1. Er mogen geen nieuwe halteplaatsen worden gerealiseerd in vergelijking met de huidige situatie. 2. Reizigers betalen de door Concessieverlener vastgestelde Tarieven. Met de vervoerautoriteiten die de concessies hebben verleend in de aangrenzende concessiegebieden zijn afspraken gemaakt over concessiegrensoverschrijdende verbindingen. 66 Concessie Openbaar vervoer over de weg Provincie Zeeland

68 B6 Concessiegrensoverschrijdende lijnen die gedeeltelijk tot de Concessie behoren Mede tot het domein van de Concessie Zeeland behoren de onderstaande verbindingen van en naar aangrenzende concessiegebieden. Deze verbindingen worden in samenwerking met de houder(s) van de buurconcessie(s) uitgevoerd als doorgaande Ritten zonder overstap. De betrokken concessiehouders/vervoerders voeren beiden volledige (Concessiegrensoverschrijdende) Ritten uit. Het aantal door de Concessiehouder uit te voeren Ritten - ten opzichte van het aantal door de houder van de buurconcessie uit te voeren Ritten - hangt af van het aandeel dat het grondgebied (tot de grenshalte) van de Concessiehouder heeft in de lengte van de grensoverschrijdende verbinding. De Ritten worden naar rato van het aandeel van het grondgebied in de lijnvoering verdeeld; deze verhoudingsregel is uitsluitend van toepassing op de in de tabel voorgeschreven verbinding(en). Verplichte Lijn 42. Brugge Breskens (grenshalte: St. Anna ter Muiden) Betrokken andere Concessies of Vervoerscontracten (die deze verbindingen mede uitvoeren) Vlaanderen Voor OV-verbindingen die andere concessiegebieden binnentreden gelden tenminste de volgende voorwaarden: 1. Er mogen geen nieuwe halteplaatsen worden gerealiseerd in vergelijking met de huidige situatie. 2. Reizigers betalen de door Concessieverlener vastgestelde Tarieven. 3. De door Concessieverlener vastgestelde Tarieven hebben uitsluitend betrekking op het Zeeuwse Concessiegebied. Met de vervoerautoriteiten die de concessies/vervoerscontracten hebben verleend in de aangrenzende (concessie)gebieden zijn afspraken gemaakt over concessiegrensoverschrijdende verbindingen. Deze afspraken kunnen van tijd tot tijd wijzigen; Concessiehouder is verplicht gewijzigde afspraken te respecteren en te accepteren. Programma van Eisen 67

69 B7 Bestaande halten die (voorlopig) niet meer mogen worden aangedaan Deze bijlage bevat een overzicht van de Halten die conform artikel lid 4 niet opgenomen mogen worden in de Lijnvoering en Dienstregeling zolang de Wegbeheerder deze Halten nog niet verkeersveilig heeft ingericht (in de praktijk: niet halteren op de rijbaan van een 80 km/uur weg). ID Haltenr Haltenaam X Y Lewedorp, Dekkersweg Lewedorp, Dekkersweg Lewedorp, Postweg Lewedorp, Postweg Arnemuiden, Halfweg Arnemuiden, Halfweg Arnemuiden, Langeweg Arnemuiden, Langeweg Oud-Vossemeer, Broeksedijk Oud-Vossemeer, Broeksedijk Oud-Vossemeer, Leguitseweg Oud-Vossemeer, Leguitseweg St.Maartensdijk, Nijverheidsweg St.Maartensdijk, Nijverheidsweg St.Maartensdijk, Stenepad St.Maartensdijk, Stenepad St.Maartensdijk, Weelweg St.Maartensdijk, Weelweg St.Maartensdijk, Zuidmoerseweg Stavenisse, Zuidmoerseweg Tholen, Stenenkruisweg Tholen, Stenenkruisweg Oostkapelle, Kalfhoekseweg Oostkapelle, Kalfhoekseweg Oostkapelle, Vacuna Oostkapelle, Vacuna Westkapelle, Hooizolder Westkapelle, Hooizolder Westkapelle, Vliedberg Westkapelle, Vliedberg Zoutelande, Melsesweg Kamperland, Sophiaweg Kamperland, Sophiaweg Wissenkerke, Nieuweweg Wissenkerke, Nieuweweg Concessie Openbaar vervoer over de weg Provincie Zeeland

70 B8 Wegdelen die in de Concessie niet in de lijnvoering mogen zitten Conform artikel lid 5 is het Concessiehouder niet toegestaan om de in onderstaande tabel opgenomen wegdelen (blok Verboden wegdeel ) op te nemen in de Lijnvoering. In de huidige situatie maken deze wegdelen nog wel onderdeel uit van een busroute. Daarnaast hebben diverse gemeenten aanvullende wensen (blok Wenselijk om te mijden ); de Concessiehouder dient hier zoveel mogelijk rekening mee te houden. Indien Inschrijver van mening is dat een plaats door het mijden van een wegdeel niet goed ontsloten kan worden door een Lijn, wordt Inschrijver gevraagd om de mogelijke consequenties bij voorkeur tijdens de eerste vragenronde, maar uiterlijk bij de tweede vragenronde, te melden; de Concessieverlener zal aansluitend in overleg treden met de betrokken Wegbeheerder(s) en zo mogelijk in de Nota van Inlichtingen duidelijk maken of dit leidt tot bijstelling van onderstaande tabel. Onverminderd deze inspanning, is het bepaalde in artikel lid 6 van toepassing. Verboden wegdeel Plaats Grens 1 Grens 2 Tivoliweg Hulst Julianalaan Glacisweg Stationsbrug Middelburg Kanaalweg Blauwedijk De stationsbrug wordt voor Bussen afgesloten in uitsluitend de rijrichting van zuid naar noord. Kuijerdamseweg Ellemeet Stoofweg N652 Grachtweg Zierikzee Busstation Schuurbeque Boeijestraat Schuurbeque Zierikzee Grachtweg Calandweg Boeijestraat Calandweg Zierikzee Schuurbeque Zille Wenselijk om te mijden Centrum Kruiningen Krabbendijke Het heeft de voorkeur om geen grote bussen door het centrum van Kruiningen en Krabbendijke te laten rijden. Molenweg Oud-Vossemeer Het is gewenst dat er geen grote bussen door de Molenweg rijden. Langevielebrug Middelburg Wens om via de Poelendaelesingel en Poelendaeleweg richting Stromenwijk en Koudekerke te rijden en Langevielebrug te mijden. Wagenaarstraat Veere In juli-augustus niet gewenst om bussen in 2 richtingen in de middag door deze straat te laten rijden Halten die vervallen Plaats Bergweg Goes Gemeente Goes is bereid om nieuwe halte te realiseren op de Oranjeweg, ter hoogte van de Vogelzangsweg. Programma van Eisen 69

71 B9 Verbindingen Kernnet Deze bijlage legt vast welke OV-verbindingen de Concessiehouder als ondergrens verplicht is om conform het daaromtrent bepaalde in het Programma van Eisen (onder meer artikel 3.2.1, lid 1) op te nemen in de Lijnvoering en de Dienstregeling van het Kernnet. De tabel geeft de verplichte Begin- en Eindpunten van deze voorgeschreven en verder te ontwikkelen OVverbindingen. Voor sommige verbindingen gelden één of enkele verplichte Halteplaatsen tussen de Beginen Eindpunten. De term Verplichte Halteplaats(en) impliceert niet dat dit de enige Halteplaatsen zijn. Het is aan Concessiehouder om de overige Halteplaatsen nader in te vullen. Nr Beginpunt Eindpunt Verplichte Halteplaats(en) 1 Oude Tonge, Busstation Zierikzee 2 Zierikzee Middelburg, Station NS - Renesse, Transferium - Kamperland, Tunnel N57 3 Zierikzee Goes, Station NS - Colijnsplaat, Zeelandbrug 4 Goes, Station NS s-heerenhoek, Tolplein 5 Middelburg, Station NS s-heerenhoek, Tolplein 6 s-heerenhoek, Tolplein Terneuzen, Busstation WST 7 Middelburg, Station NS Vlissingen, Ziekenhuis - Koudekerke, Beatrixlaan - Vlissingen, Troelstraweg 8 Middelburg, Station Vlissingen, Ziekenhuis - Middelburg, Haringvlietweg - Vlissingen, Westerzicht 9 Vlissingen, Station Vlissingen, Ziekenhuis - Vlissingen, Centrum 10 St. Maartensdijk Bergen op Zoom, Station - Tholen, Postweg* - Tholen, Vliethof 11 Hulst, Busstation Terneuzen, Busstation WST - Terneuzen, Ziekenhuis 12 Oostburg, Ziekenhuis Terneuzen, Busstation WST - Schoondijke, Keerlus* Zierikzee: Het is aan de Concessiehouder om in Zierikzee de door haar gewenste locatie voor een Knooppunt/Overstaphalte te selecteren. Hier zijn drie mogelijkheden voor: 1. Zierikzee Busstation (het bestaande Knooppunt). 2. Zierikzee Sas (bestaand Knooppunt), waarvoor geldt dat deze locatie wellicht nog reconstructie behoeft (aan te geven door de Concessiehouder). 3. Zierikzee Havenpoort (niet bestaand): de gemeente Schouwen-Duiveland staat welwillend tegenover de realisatie van een busstation op deze locatie. Tholen Postweg: bij het nieuwe tankstation annex carpoolplaats aan de Postweg gaat het waterschap (wegbeheerder) een nieuwe halteplaats realiseren. Schoondijke Keerlus: deze halte is in ontwikkeling en bestaat nog niet. 70 Concessie Openbaar vervoer over de weg Provincie Zeeland

72 B10 Regeling fietsvervoer door de Westerscheldetunnel Artikel lid 17 bepaalt dat de Concessiehouder de mogelijkheid dient te bieden om fietsen, brom- /snorfietsen en brommobielen in de bus mee te nemen op de dienstregelingritten van de buslijnen die gebruik maken van de Westerscheldetunnel. Concessiehouder dient dezelfde voorwaarden te bieden als in de huidige situatie. Hieronder worden de huidige voorwaarden globaal toegelicht: 1. Met de Westerscheldetunnel wordt bedoeld het traject tussen de Halten Busstation Westerscheldetunnel en Tolplein Westerscheldetunnel. 2. De met onder artikel lid 17 genoemd vervoer van fietsen, brom-/snorfietsen en brommobielen in de bus wordt bedoeld de fiets in brede zin. Hieronder vallen daarmee ook: a. Tandems b. Aanhangers voor fietsen c. Ligfietsen d. Scooters e. Aanhangers voor bromfietsen 3. Exploitatieperiode: Aan de eis omtrent het vervoer van fietsen, brom-/snorfietsen en brommobielen in de bus dient naar dagsoort te worden voldaan gedurende de volgende exploitatieperioden: a. Werkdagen: uur. b. Zaterdagen: uur. c. Zon- en feestdagen: uur. 4. Uitrusting bussen: a. De fietsen dienen op een veilige wijze vervoerd te kunnen worden. b. Indien de inrichting van de bus het toelaat is het de concessiehouder toegestaan enkele fietsen in de bus te vervoeren. c. Voor het vervoer van brommers, brommobielen en/of een groot aantal fietsen dient Concessiehouder een voorziening te treffen. 5. Reserveren: a. Concessiehouder kan de Reiziger verplichten om minimaal 1 uur van tevoren te reserveren voor het meenemen van een fiets, brom-/snorfiets of brommobiel. b. Ten behoeve van de reservering dient Concessiehouder één gratis telefonisch reserveringsnummer te hanteren. 6. Betalen en kosten a. De Reiziger dient de mogelijkheid te hebben om bij de chauffeur een vervoerbewijs te kopen voor de fiets, brom-/snorfiets of brommobiel. b. Voor het vervoer van de fiets, brom-/snorfiets of brommobiel worden in 2013 aan de Reiziger de volgende kosten in rekening gebracht: - fiets (standaard): 1,00 - fiets met aanhanger of tandem: 2,00 - brom-/snorfiets: 4,50 - brommobiel: 4,50 Programma van Eisen 71

73 B11 Provinciale verordening Buurtbusprojecten Zeeland BESLUIT der Staten van Zeeland van 26 april 2002, nummer 14, houdende vaststelling van de Provinciale verordeningbuurtbusprojecten Zeeland (Provinciaal Blad nr 27 en 28 van 2002). Artikel 1 Begripsbepalingen In deze verordening wordt verstaan onder: a. Buurtbus: vorm van openbaar vervoer waarbij de dienstregeling wordt uitgevoerd door vrijwilligers. b. Vervoeronderneming: de vervoerder die het regulier openbaar vervoer in het betreffende concessiegebied verricht. Artikel 2 Aanvragen buurtbusproject 1. Burgemeester en Wethouders van één of meer gemeenten kunnen bij Gedeputeerde Staten een aanvraag indienen voor het starten van een buurtbusproject. 2. Een aanvraag dient vergezeld te gaan van een overzicht waarin is aangegeven op welke wijze aan de in artikel 3 genoemde voorwaarden wordt voldaan. 3. Indien een buurtbusproject voor een deel betrekking heeft op het grondgebied van een of meer aangrenzende provincies, vragen Gedeputeerde Staten advies aan deze provincie(s). 4. Gedeputeerde Staten besluiten of het betreffende gebied in aanmerking komt voor een buurtbusproject met inachtneming van de in artikel 3 genoemde voorwaarden en na kennis genomen te hebben van het advies van de betrokken vervoeronderneming. Artikel 3 Voorwaarden 1. De voorwaarden voor de uitvoering van buurtbusprojecten luiden als volgt: a. het gebied waarin de buurtbus rijdt, dient een landelijk karakter te hebben; b. het gebied waarin de buurtbus rijdt, dient ten minste 800 inwoners te hebben die tenminste 800 meter langs de openbare weg gemeten, van een openbaar vervoervoorziening verwijderd wonen; daarbij wordt geen rekening gehouden met ritten van een bepaalde lijn in een frequentie van minder dan 3 ritten per dag die in de dienstregeling zijn opgenomen, gericht op het bieden van een vervoervoorziening van en naar een bepaald evenement of een bepaalde bestemming; c. de buurtbus mag geen afbreuk doen aan andere lijndiensten van het openbaar vervoer; d. de buurtbus moet een aan- en afvoerfunctie vervullen voor het omringende openbaar vervoer; e. er moeten aantoonbaar voldoende vrijwillige buurtbuschauffeurs inzetbaar zijn om op een adequate wijze aan de vervoerbehoefte van de inwoners van het gebied te voldoen; f. het gebied waarin de buurtbus rijdt, dient zodanig van aard en omvang te zijn dat bij de inzet van een buurtbus op adequate wijze aan de vervoerbehoefte van de inwoners van het gebied kan worden voldaan. Artikel 4 Beheer en exploitatie buurtbus 1. Nieuwe buurtbusprojecten dienen te worden georganiseerd in een vereniging. Bestaande projecten zijn bij voorkeur georganiseerd in een vereniging. 2. De statuten van een buurtbusvereniging behoeven de goedkeuring van Gedeputeerde Staten. 3. De vervoeronderneming sluit met de buurtbusvereniging een overeenkomst inzake de exploitatie van de buurtbus. Deze overeenkomst behoeft de goedkeuring van Gedeputeerde Staten. 4. Buurtbuschauffeurs dienen in het bezit te zijn van een geldig rijbewijs B(E), tussen de 19 jaar en 70 jaar oud te zijn en medisch te zijn goedgekeurd. Dit laatste moet blijken uit een geneeskundige verklaring als bedoeld in het Besluit Personenvervoer. 5. De buurtbus is eigendom van en in beheer bij de vervoeronderneming. Op de vervoeronderneming rust in principe de plicht voor vervanging van de buurtbus te zorgen indien deze niet beschikbaar is. 6. De vervoeronderneming stelt een begroting op voor de exploitatie van de buurtbus, welke begroting door of namens Gedeputerde Staten dient te worden goedgekeurd. De vervoeronderneming is verantwoordelijk voor de uitvoering van de exploitatie binnen de goedgekeurde begroting. 72 Concessie Openbaar vervoer over de weg Provincie Zeeland

74 7. De vervoeronderneming verstrekt Gedeputeerde Staten jaarlijks een overzicht van de gemaakte exploitatiekosten en van de vervoeropbrengsten van de buurtbus. Artikel 5 Financiering buurtbusprojecten 1. Bij een positieve beslissing op een aanvraag voor een buurtbusproject verstrekken Gedeputeerde Staten de vervoeronderneming een vaste bijdrage in de exploitatiekosten van de buurtbus. 2. Jaarlijks stellen Gedeputeerde Staten voor ieder buurtbusproject een gelijk bedrag vast te behoeve van de organisatie van het buurtbusproject cq een onkostenvergoeding voor de vrijwilligers. Dit bedrag wordt in tenminste twee termijnen aan de buurtbusvereniging beschikbaar gesteld. Artikel 6 Beëindiging project 1. Gedeputeerde Staten kunnen een buurtbusproject beëindigen als: a. niet meer voldaan wordt aan één of meerdere van de in artikel 3 genoemde voorwaarden; b. het project in aanmerking komt voor vervanging door een andere openbaar vervoervoorziening; c. het aantal reizigers dat van de buurtbus gebruik maakt minder is dan gemiddeld 400 per maand. Gedurende het eerste jaar zal de toetsing aan de getalsnorm niet plaatsvinden. Als in de periode daarna blijkt dat het aantal personen dat van de buurtbus gebruik maakt over meerdere maanden beschouwd minder is dan gemiddeld 400 per maand, zal de provincie met de buurtbusvereniging of het buurtbuscomité en de vervoeronderneming bekijken welke wijzigingen in de dienstregeling kunnen worden aangebracht om het aantal reizigers te vergroten. Als binnen een half jaar geen oplossing voor handen is, of de maatregelen binnen een half jaar nadat ze getroffen zijn geen effect sorteren, kan het buurtbusproject met ingang van het volgende dienstregelingjaar worden beëindigd. 2. Alvorens over te gaan tot beëindiging van een buurtbusproject, vragen Gedeputeerde Staten advies aan Burgemeester en Wethouders van de betrokken gemeente(n). 3. Indien het buurtbusproject dat in aanmerking komt voor beëindiging voor een deel betrekking heeft op het grondgebied van één of meer aangrenzende provincies, vragen Gedeputeerde Staten tevens advies aan deze provincie(s). Artikel 7 Intrekking De provinciale regeling interlokaal openbaar vervoer Zeeland wordt ingetrokken. Artikel 8 Inwerkingtreding Deze verordening treedt in werking met ingang van 15 juli Artikel 9 Citeertitel Deze regeling wordt aangehaald als Provinciale verordening buurtbusprojecten Zeeland. Programma van Eisen 73

75 B12 Bestaande Buurtbusprojecten De volgende buurtbusprojecten zijn thans in de provincie Zeeland actief: 1. Lijn 181 tussen Oost-Souburg en Middelburg De volgende Kernen worden aangedaan: Ritthem, Nieuw- en Sint Joosland. 2. Lijn 183 tussen Westkapelle en Veere De volgende Kernen worden aangedaan: Domburg, Oostkapelle, Serooskerke, Gapinge en Veere. 3. Lijn 190 tussen Zierikzee en Kerkwerve; 4. Lijn 191 tussen Sirjansland en Nieuwerkerk De volgende Kernen worden aangedaan: Dreischor, Zierikzee en Ouwerkerk 5. Lijn 193 tussen Kats en Kortgene De volgende Kern wordt aangedaan: Colijnsplaat. 6. Lijn 194 tussen Kruiningen/Yerseke en Bath; De volgende Kernen worden aangedaan: Kruiningen, Oostdijk, Waarde, Gawege, Krabbendijke, Rilland en Bath. 7. Lijn 214 tussen Steenbergen en Anna Jacobapolder. Deze lijn hoort bij de Concessie West Brabant. Op Zeeuws grondgebied worden St. Philipsland en St. Anna Jacobapolder aangedaan. 8. Lijn 489 tussen Clinge en Ossenisse; De volgende Kernen worden aangedaan: Kloosterzande, Kuitaart, Lamswaarde, Kruispolderhaven, Paal, Graauw, Zandberg, Hulst en Clinge. De volgende buurtbusprojecten zijn thans in de provincie Zeeland in ontwikkeling en zijn actief bij start van de Concessie: 1. Lijn 196 tussen 's Heerenhoek en Ellewoutsdijk; De volgende Kernen worden aangedaan: Borssele en Lewedorp. 2. Lijn 197 tussen 's Heerenhoek en Baarland; De volgende Kern wordt aangedaan: Ovezande. 3. Lijn 198 tussen 's Heerenhoek en Heinkenszand; De volgende Kernen worden aangedaan: Nieuwdorp en Lewedorp. 4. Lijn? Buurtbusproject oude lijn 11 Hoek, Phillipinne, Zandstraat, Sas van Gent 5. Lijn? Buurtbusproject oude lijn 13 Axel, Zuiddorpe, Overslag, Westdorpe, Sas van Gent De volgende buurtbusprojecten worden thans in de provincie Zeeland op haalbaarheid onderzocht: 1. Lijn 180 Goes NS Oostwal Goes NS 2. Lijn 182 Oud-Sabbinge Wolphaartsdijk Wilhelminadorp Goes NS 3. Lijn 185 Goes NS Appelstraat Ziekenhuis 4. Lijn? Buurtbusproject oude lijn 29 Yerseke Kruiningen 5. Lijn? Buurtbusproject oude lijn 3 Oostburg, Zuidzande, Nieuwvliet, Groede, Breskens (Cadzand) 6. Lijn? Buurtbusproject oude lijn 4 Oostburg, Zuidzande, Cadzand-Dorp, Cadzand-Bad, Retranchement, Sluis, Heille, Aardenburg, Eede, Sint Kruis, Oostburg 7. Lijn? Buurtbusproject oude lijn 15 Breskens, Nummer Een, Hoofdplaat, Driewegen, Biervliet 8. Lijn? Buurtbusproject oude lijn 16 Terneuzen, Zeedorp, Reuzenhoek, Ossenisse 74 Concessie Openbaar vervoer over de weg Provincie Zeeland

76 B13 Vereisten met betrekking tot Voertuigvolgsysteem, Reisinformatie, NDOV en GOVI Algemene eisen t.a.v. gegevensaanlevering De onderstaande bestekteksten betreffen algemene eisen ten aanzien van de geautomatiseerde gegevensaanlevering via koppelvlakken. Nr Eis A1 De Concessiehouder dient volledige, tijdige en juiste brondata aan te leveren, zodat de Reiziger altijd geïnformeerd kan worden over de actuele dienstuitvoering. De Concessiehouder heeft een zekere vrijheid ten aanzien van de te gebruiken koppelvlakken, dit geldt bij voorbeeld met betrekking tot de correcte gegevensaanlevering bij omleidingsroutes. Correcte actuele informatie bij omleidingsroutes wordt afgeleid uit een combinatie van KV1 (planning), eventueel KV-Delta, KV17 en KV15 (Vervallen halten). De Concessiehouder dient in het Implementatieplan een procedurebeschrijving te leveren waarin de werkwijze met betrekking tot het correct aanleveren van brongegevens ten behoeve van het informeren van Reizigers bij omleidingsroutes en calamiteiten wordt beschreven. De Concessieverlener toetst of de gehanteerde procedures in basis voldoen aan de eis. Indien het voorstel naar de maatstaven van de Concessieverlener niet voldoet aan de eis, dient de Concessiehouder een nieuw voorstel uit te werken dat wel voldoet. A2 De Concessiehouder dient gegevens aan te leveren conform de koppelvlak definities zoals vastgesteld door BISON. A3 De Concessiehouder is op de hoogte van de binnen BISON geldende standaarden en de ontwikk e- lingen hierin. A4 Koppelvlakken mogen gedurende de concessieperiode niet gewijzigd worden, tenzij dit in onderling overleg tussen de Concessieverlener en de Concessiehouder wordt overeengekomen. Wijzigingen in de standaard, welke op nationaal niveau door BISON worden vastgesteld, worden binnen 1 jaar na vaststelling, kosteloos door de Concessiehouder geïmplementeerd. A5 Indien nieuwe koppelvlakken binnen BISON worden ontwikkeld en vastgesteld, worden deze binnen 1 jaar na vaststelling, kosteloos door de Concessiehouder geïmplementeerd, tenzij de Concessieverlener instemt met een andere termijn. Op het moment dat gewijzigde en nieuwe koppelvlakken worden toegevoegd aan de scope van NDOV, worden deze binnen 1 jaar na vaststelling, kosteloos door de Concessiehouder geïmplementeerd, tenzij de Concessieverlener instemt met een andere termijn. Onder scope van NDOV worden de specificaties verstaan volgens de meest actuele Bijlage 1 van het Publicatiedocument Kaders voor een loket voor brongegevens reisinformatie openbaar vervoer. Deze kan worden gevonden op dit moment is de meest actuele versie de versie van 19 juli 2013: en-publicaties/formulieren/2013/07/22/geactualiseerde-bijlage-1-specificaties-per-vervoerder-19-juli html A6 Wijzigingen binnen één domein zijn toegestaan, onder voorwaarde dat de domeinoverschrijdende gegevensuitwisseling zowel tijdens als na de wijziging conform het vigerende koppelvlak en de daarop betrekking hebbende eisen uit deze Bijlage, blijft plaatsvinden. De kosten voor aanpassingen en testen van de koppelvlakken zijn voor rekening van de partij die het domeininterne systeem wijzigt. Voorgestelde wijzigingen door Concessiehouder worden ter toetsing voorgelegd aan Concessieverlener. A7 De kosten van datacommunicatie binnen één domein komen voor rekening van de desbetreffende eigenaar van het systeem. Voor wat betreft domeinoverschrijdende datacommunicatiekosten gelden de volgende regels: De kosten van datacommunicatie van gegevens die, conform de eisen, aan een ander domein geleverd moeten worden, zijn voor rekening van de eigenaar van het domein, die de gegevens moet leveren. De kosten van datacommunicatie van gegevens waarvoor geen leveringsplicht geldt, zijn voor rekening van de eigenaar van het domein, die over de gegevens wenst te beschikken. A8 De Concessiehouder dient de statische en actuele reisinformatie gegevens conform de BISONkoppelvlakken om niet rechtstreeks door te sturen aan GOVI en rechtstreeks aan partijen die een NDOV loket vormen en elke andere door de Concessieverlener benoemde partij die de data wil Programma van Eisen 75

77 A9 A10 gebruiken ten behoeve van reisplanners of andere reisinformatie systemen, verder te noemen integrator & loketten. De Concessiehouder dient te garanderen dat de gegevensaanlevering aan de partijen die een NDOV-loket vormen, aan GOVI of een andere door de Concessieverlener benoemde partij, zo is georganiseerd dat alle partijen gelijk worden behandeld. De wijze van inrichting van de gegevensuitwisseling dient ter toetsing op deze eis te worden voorgelegd aan de Concessieverlener. Getoetst wordt onder andere op de volgende criteria: - Geen overbodige schakels in informatieketen - Gelijke behandeling voor alle partijen die op basis van de brongegevens reisinformatieproducten en diensten willen leveren. Indien het voorstel naar de maatstaven van de Concessieverlener niet voldoet aan de eis, dient de Concessiehouder een nieuw voorstel uit te werken dat wel voldoet aan de criteria. Indien de Concessiehouder, in aanvulling op de aanlevering conform de gevraagde BISONkoppelvlakken zoals genoemd in deze Bijlage, aan enig afnemer (andere) data beschikbaar stelt of zelf publiceert, dient deze data gelijktijdig en volledig gedocumenteerd via de partijen die een NDOV loket vormen ter beschikking te worden gesteld. Eigendom / hergebruik van gegevens. Alle gegevens die via de koppelvlakken worden aangeleverd kunnen door de Concessieverlener voor hergebruik worden vrijgegeven onder een CC-0 licentie. Nr Eis E.1 Eigendom van gegevens Alle gegevens die door de Concessiehouder volgens het koppelvlak aan het domein van de Concessieverlener ter beschikking worden gesteld, worden het eigendom van de Concessieverlener. Deze gegevens kunnen door de Concessieverlener zowel in onbewerkte als in bewerkte vorm zonder toestemming van de Concessiehouder gebruikt worden en voor hergebruik worden vrijgegeven onder een CC-0 licentie. Beheeromgeving bij de Concessiehouder De Concessiehouder dient een ingerichte beheeromgeving te hebben voor het afhandelen van storingen en vragen met betrekking tot de te leveren koppelvlakken. Deze beheeromgeving dient te voldoen aan de volgende eisen: Nr Eis B.1 Bereikbaarheid Concessiehouder heeft een meldpunt voor storingen, welke 7 x 24 uur per mail en van tot op werkdagen telefonisch, bereikbaar is. Voor prioriteit 1 storingen buiten kantoortijden is Concessiehouder via een nader af te spreken calamiteitenprocedure bereikbaar. ( 7 x 14, tussen uur). De omschrijving van prioriteit 1, 2 en 3 storingen is opgenomen in de Begrippenlijst aan het einde van deze Bijlage. B.2 Hersteltijd Meldingen met Prioriteit 1 dienen in behandeling te worden genomen binnen 1 uur (7 x 14, tussen uur). De hersteltijd voor meldingen met Prioriteit 1 bedraagt ten hoogste 4 uur na ontvangst van de melding door de Concessiehouder(7 x 14, tussen en 22.00uur Meldingen met Prioriteit 2 dienen in behandeling te worden genomen binnen 1 werkdag. De hersteltijd voor meldingen met Prioriteit 2 bedraagt ten hoogste 2 werkdagen na ontvangst van de melding door de Concessiehouder. Meldingen met Prioriteit 3 dienen in behandeling te worden genomen binnen 1 werkdag. De afhandelingstijd van meldingen met Prioriteit 3 wordt bepaald in onderling overleg tussen Concessiehouder en Concessieverlener 76 Concessie Openbaar vervoer over de weg Provincie Zeeland

78 B.3 Normen Voor alle afzonderlijke genoemde tijden waarbinnen meldingen in behandeling dienen te worden genomen en hersteld dienen te zijn, geldt per prioriteit een norm van 95% gemeten per kwartaal. Dit percentage is inclusief externe storingen (bijvoorbeeld bij service providers). B.4 Implementatie Concessiehouder en Concessieverlener stellen werkafspraken op waarin de wijze van behandeling nader wordt uitgewerkt. Het opstellen van deze werkafspraken maakt deel uit van het Implementatieplan Voertuigsysteem De basis voor toepassing van dynamische reisinformatie en KAR is een Intelligent Voertuig Systeem (IVS) in de bus. Kenmerk van een IVS is dat de actuele Dienstregeling, samen met de geografische gegevens van route, halten en eventueel de in- en uitmeldpunten ten behoeve van KAR, in de boordcomputer beschikbaar is. Aan de hand van positiebepaling (GPS) meet het voertuig waar het zich bevindt en vergelijkt dit met de Dienstregeling. Deze informatie wordt (real-time) doorgegeven aan het voertuig volgsysteem, dat hiermee van elk voertuig op de hoogte is van de actuele positie en status. Nr V1 V2 V3 V4 V5 V6 V7 Bestekeis Inzage in werking informatiesystemen/logdata Indien de Concessieverlener of diens vertegenwoordiger dit wenselijk acht, kan hij gedurende de concessieduur toezicht houden op en inzage krijgen in de werking van het IVS, inclusief het voertuigvolgsysteem bij de Concessiehouder. Vanaf aanvang concessie dient de Concessiehouder te beschikken over een operationeel voertuig volgsysteem, een intelligent voertuigsysteem (IVS) en KAR-systeem in de voertuigen van alle in de concessie gebruikte voertuigen, inclusief Buurtbussen. Deze eis geldt ook voor Versterkingsritten. De positie die het intelligent voertuigsysteem bepaalt, mag niet meer afwijken dan de afstand die overeenkomt met de afgelegde weg die het voertuig in één seconde rijdt, met een maximum afwijking van 15 meter ten opzichte van de daadwerkelijke positie. Alle voertuigen die ingezet worden voor het vervoer dat in het kader van de concessie wordt uitgevoerd moeten over een functionerende (vetag/vecom) transponder beschikken die het 19-bits (vetag) bericht gespecificeerd door de "commissie van Zeevenhooven" verstuurt. Het laden en actueel houden van de gegevens in de voertuigsystemen is de verantwoordelijkheid van de Concessiehouder. De Concessiehouder dient te waarborgen dat de gegevens in het voertuigvolgsysteem en in het DRIS (de integratieservice) gelijk zijn. De Concessiehouder is verantwoordelijk voor de kosten die het wijzigen van routes en halten in de dienstregeling met zich mee brengt. Reisinformatie in het voertuig De Reiziger wil in het voertuig gevraagd en ongevraagd geïnformeerd worden via beeld en spraak. Dit betreft informatie over de volgende Halte, de route en informatie over aansluitend openbaar vervoer. Nr Bestekeis R.1 De reizigers in het voertuig worden geïnformeerd via displays en automatische halteafroep. Op de displays wordt ten minste de volgende informatie afgebeeld: - De actuele tijd - Aanduiding van de eerstvolgende halten - Overstapinformatie op de eerstvolgende halte. - De verwachte aankomsttijd - informatie over aansluitende verbindingen (lijn, richting, vertrekhalte/spoor, verwachte vertrektijd). Programma van Eisen 77

79 - Overstapinformatie op verderop gelegen knooppunt De weer te geven informatie op de displays voldoet aan de eisen zoals vermeld in het rapport Overstapinformatie in Voertuigen, in opdracht van OV-bureau Randstad opgesteld door Mijksenaar, dd. 22 februari 2011 alsmede het rapport Aanvullende uitgangspunten Overstapinformatie in Voertuigen, d.d. 2 mei De displays zijn zodanig aangebracht in het materieel dat de (gehandicapte) reizigers vanaf elke positie in de bus de informatie op de displays kunnen lezen zonder dat zij gehinderd worden door lichtinval van buiten. Via de halteafroep wordt ten minste de eerstvolgende halte omgeroepen. Het volume van de audio halteafroep is afgestemd op de omgevingscondities. R.2 Voor de beschikbaarheid wordt als eis gesteld dat te allen tijde minimaal 98% van de in de voertuigen aanwezige reisinformatie systemen correct functioneert. R.3 De concessiehouder rapporteert ieder kwartaal over de beschikbaarheid van de reisinformatiesystemen in de voertuigen en geeft aan welke acties worden ondernomen naar aanleiding van de rapportage. R.4 De verplichting tot het automatisch verstrekken van actuele reisinformatie in de bus geldt niet voor: Versterkingsbussen Bestekeisen per koppelvlak: Dienstregeling gegevens (koppelvlak 1) De kwaliteit van de reisinformatie wordt voor een zeer groot deel bepaald door de kwaliteit van de invoer voor het systeem. Het is van belang dat de dienstregeling (inclusief geografische halte en route gegevens) tijdig, volledig en actueel wordt aangeleverd aan het centrale systeem volgens de BISON koppelvlak 1 definitie (of conform de geldende versie van de NeTEx definitie indien deze binnen BISON wordt vastgesteld) Om betrouwbare reisinformatie te kunnen verstrekken, is het gewenst dat ook omleidingsroutes die tijdig bek end zijn in de publieksdienstregeling worden verwerkt. Nr Bestekeis K1.1 De dienstregeling wordt voor de resterende periode van de Jaardienstregeling aangeleverd conform de actuele versie van de BISON koppelvlak 1 definitie. De aanlevering vindt plaats aan de integrator & loketten. De gegevensaanlevering omvat de publieksdienstregeling, dit wil zeggen de halten, routes, lijnen, ritten en bestemmingen (van ritten) zoals deze naar de reizigers gepresenteerd worden, inclusief de geografische beschrijving van de routes en de aan de routes gekoppelde KARtriggerpunten. De via koppelvlak 1 beschikbaar gestelde publieksdienstregeling is 100% volledig en komt overeen met de door de Concessiehouder via verschillende kanalen (zoals internet, dienstregelingwijzigingsbladen, persberichten etc.) gepubliceerde dienstregeling. K1.2 De Concessiehouder dient te waarborgen dat intern (in haar eigen exploitatiebeheersystemen) dezelfde planning wordt gebruikt als de planning die ter beschikking is gesteld aan de integrator & loketten. K1.3 De vastgestelde jaardienstregeling wordt uiterlijk 4 weken voor ingangsdatum door de Concessiehouder digitaal ter beschikking gesteld. Op basis van de vastgestelde jaardienstregeling kan een eerste controle op de datakwaliteit worden uitgevoerd. De definitieve jaardienstregeling wordt uiterlijk 10 werkdagen voor de ingangsdatum aangeleverd. K1.4 De geplande definitieve jaardienstregeling dient altijd ten minste 10 werkdagen voor ingangsdatum door de Concessiehouder digitaal ter beschikking te zijn gesteld. K1.5 Mutaties op de jaardienstregeling als gevolg van tijdelijke (verkeers)maatregelen, die middels een aangepaste planning worden aangeleverd, worden zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk 2 werkdagen voor de geplande ingangsdatum, aangeleverd. K1.6 Uniforme landelijke haltenummers 78 Concessie Openbaar vervoer over de weg Provincie Zeeland

80 De Concessiehouder dient voor iedere haltepaal het unieke landelijke haltenummer als referentie te gebruiken. Ook dient de bijbehorende haltenaam te worden gebruikt, zodat in alle uitingen van reisinformatie de halte eenzelfde naam heeft. K1.7 Voor nieuwe halten wordt de procedure gevolgd om unieke code te bepalen (uitwerking in kader van landelijk haltedatabeheer NDOV). K1.8 Conform de afspraken gemaakt bij de Halte-standaard (koppelvlak halte), is het de verantwoordelijkheid van de Concessieverlener de coördinaten van de fysieke halten te beheren. De Concessiehouder beheert de coördinaten van de dienstregelinghalten. Dit houdt in dat de Concessiehouder bij verplaatsing van een halte of bij geconstateerde foutieve coördinaten of andere wijzigingen, nieuwe haltegegevens en/of nieuwe coördinaten bij een halte dient te verwerken in een nieuw KV1/planningbestand. De hemelsbrede afstand tussen de coördinaten van een dienstregelinghalte en de coördinaten van de fysieke halte (zoals vastgelegd door de Overheden) mag maximaal 50 meter bedragen. K1.9 Informatie voor brugwachters Op verzoek van de Concessieverlener worden bruggen als Dummy halten (van het type BRIDGE ) opgenomen in de routedefinitie en de geplande rijtijden/passeertijden in KV1. K1.10 De rijsnelheden in de dienstregeling tussen 2 opeenvolgende halten op een rit mogen niet hoger zijn dan de wettelijk toegestane snelheden. De rijtijden worden vastgelegd in seconden nauwkeurig. K1.11 Buigpunten Op de routeverbinding tussen opvolgende halten worden buigpunten toegevoegd. Het aantal buigpunten wordt minimaal gebaseerd op een maximale bandbreedte van +/- 10 meter van de werkelijke route. Indien gebruik wordt gemaakt van een digitale kaart met een wegennetwerk volgens GDF, kan het aantal PointsOnLink (Infrastructure Points/Road Junctions) worden teruggebracht tot het GDF level 2 niveau. De buigpunten worden opgenomen als PointOnLink conform de KV1 definitie (RoutePoint conform NeTEx). Geplande afwijkingen op gepubliceerde Dienstregeling (KV Delta) Afwijkingen op de gepubliceerde Dienstregeling, zoals omleidingsroutes, rituitval, extra ritten, calamiteiten met een geldigheid van meerdere dagen, worden door de Concessiehouder doorgegeven via het kv Delta. K.D.1 K.D.2 K.D.3 Nr Bestekeis Aanpassingen op de gepubliceerde dienstregeling, zoals omleidingsroutes, rituitval, extra ritten, die niet in de publiekdienstregeling zijn verwerkt, met een geldigheid van meerdere dagen, kunnen worden gecommuniceerd via het KV Delta. Wijzigingen worden aangeleverd aan de integrator & loketten conform de meest recente versie van koppelvlak Delta. De precieze definitie van het KV Delta is op dit moment nog niet bekend. In Bison verband worden hier afspraken over gemaakt. Indien KV-Delta nog niet gereed/beschikbaar is, danwel de Concessiehouder KV-Delta niet gebruikt, dient de reiziger bij omleidingsroutes en calamiteiten te worden geïnformeerd via vrije teksten (bijv KV15 tekst: Halte tijdelijk vervallen voor lijn <x>, gebruik halte <y>) Gekoppelde aankomsten aan vertrekken (koppelvlak 4) Koppelvlak 4 wordt gebruikt om perrons aan een rit toe te kunnen wijzen (bij dynamische perrontoewijzing). In koppelvlak 4 bevat de informatie van de omloop (= overgang van ritten) dat betrekking heeft op gesel ecteerde knooppunten (StopPlaces/Stop Areas waar dynamische perrontoewijzing is/wordt gerealiseerd). Nr Bestekeis K4.1 Voor alle knooppunten waar dynamische perrontoewijzing is of wordt gerealiseerd, dient de Concessiehouder voor alle voertuigbewegingen rond dit knooppunt, KV4 berichten te sturen. K4.2 De KV4 berichten worden door de Concessiehouder aangeleverd aan de integratieserver (GOVI) & de NDOV-loketten conform de actuele versie van de BISON koppelvlak 4 definitie. Programma van Eisen 79

81 K4.3 Op verzoek van de Concessieverlener worden de KV4 berichten ook rechtstreeks aan de lokale systemen voor dynamische perrontoewijzing aangeleverd. Actuele voertuigpositie en stiptheid (koppelvlak 6) De actuele positie en stiptheid van de ritten wordt doorgegeven volgens de kv6 definities. Nr Bestekeis K6.1 De actuele voertuigpositie en stiptheid per rit wordt aangeleverd conform de actuele versie van BISON koppelvlak 6 definitie. K6.2 Beschikbaarheid De KV6 berichtenstroom dient een beschikbaarheid van 99,5% te hebben gedurende de exploitatieperiode. De KV6 beschikbaarheid wordt gemeten per minuut. KV6 is beschikbaar indien van tenminste 50% van de Ritten die rijden gedurende deze minuut een bericht is ontvangen. K6.3 Tijdigheid Een KV6 bericht dient in 98% van de gevallen binnen 10 seconden na start van de trigger, gerekend vanaf het voertuig, aangeboden te worden aan de integratieserver en de loketten. Toetsing van dit criterium vindt plaats door meting bij GOVI of een andere door de Concessieverlener aan te wijzen integratieserver. K6.4 Tijdigheid & betrouwbaarheid Uiterlijk 5 minuten voor de geplande vertrektijd van een rit moet worden doorgegeven of de ritinformatie actueel en betrouwbaar is. K6.5 Volledigheid: Van alle ritten die volgens de concessie (eis K6.1) met een IVS moeten worden gereden, dient van 98% van de ritten bij 95% van de haltepassages een KV6 bericht te zijn ontvangen. K6.6 De volgende kwaliteitscriteria gelden voor de diverse typen KV6 berichten: Bericht Omschrijving conditie INIT Initialisation Journey Dit bericht geeft aan dat een voertuig aan een rit is gekoppeld. Van 98% van de ritten die volgens de concessie (eis K6.1) met een IVS moeten worden gereden, dient een INIT bericht te worden ontvangen. ARRIVAL Arrival at stop point DEPARTURE Departure from stop point Als de bus op een halte stopt dient altijd een ARRIVAL bericht te worden verzonden. Van een eindhalte dient in 95% van de gevallen een ARRIVAL bericht te worden ontvangen. Departure berichten moeten kunnen worden verstuurd bij passage van alle door de Concessieverlener aan te geven punten. (naast reguliers halte ook bij bijv. Dummy halten zoals doch niet uitsluitend bruggen). Van een beginhalte dient in 95% van de gevallen een DEPARTURE bericht te worden ontvangen. ONROUTE ONSTOP Binnen 50 meter na vertrek van een halte dient het voertuigsysteem het vertrekbericht te hebben verstuurd. Een ONROUTE bericht bevat de actuele stiptheid ten opzichte van de (aankomst) tijd op het eerstvolgende tijdpunt (meestal halte, kan ook brug zijn indien hiervoor in KV1 passeertijden zijn vastgelegd). De actuele stiptheid wordt bepaald op basis van de afgelegde afstand tussen halten/tijdpunten. Een ONROUTE bericht dient elke 20 seconden te worden verzonden (message interval=20 seconden). Een ONSTOP bericht bevat de actuele stiptheid ten opzichte van de vertrektijd bij de halte. 80 Concessie Openbaar vervoer over de weg Provincie Zeeland

82 DELAY Expected delay END Indien een rit na de geplande vertrektijd (in seconden nauwkeurig) bij de beginhalte zal vertrekken, dient dit tijdig middels een DELAY bericht te worden doorgegeven. Van 98% van de ritten waarvan een INIT bericht is ontvangen, dient een END bericht te worden ontvangen. Maximaal Standaard (sec) (Sec) (Sec) Interval waarbinnen minimaal één bericht verstuurd moet zijn. Alleen van toepassing als dit geïnitialiseerd is (=INIT is verstuurd). Parameter Definitie Minimaal MESSAGE INTER- VAL Vrije tekst berichten (koppelvlak 15) De Concessiehouder is verantwoordelijk voor de inhoud en kwaliteit van de reisinformatie. Bij omleidingsro u- tes, verstoringen en calamiteiten in de dienstuitvoering, waarbij sprake is van een afwijkende dienstuitvoering, is het nodig de Reizigers ook met vrije teksten te informeren. Nr Bestekeis K15.1 De Concessiehouder is verantwoordelijk voor het adequaat informeren van de reizigers bij afwijkingen, verstoringen en calamiteiten in de dienstuitvoering. Meetcriteria: - Indien 3 of meer opeenvolgende ritten van een lijn op een halte vervallen, wordt een vrije tekst verwacht. - Indien 3 of meer opeenvolgende ritten van een lijn op een halte ieder een vertraging van 15 minuten of meer hebben (hetgeen duidt op een verstoring) wordt een vrije tekst verwacht. K15.2 De vrije tekst gegevens worden door Concessiehouder vastgelegd en aangeleverd aan de integrator & loketten conform de actuele versie van de BISON koppelvlak 15 definitie. Ingrepen in de dienstuitvoering (koppelvlak 17) Afwijkingen op de geplande dienstregeling, zoals o.a. omleidingsroutes, rituitval, extra ritten, calamiteiten, die niet via een ander koppelvlak zijn gecommuniceerd en afwijkingen gedurende de operationele dag (ingrepen door Verkeersleiding) worden door de Concessiehouder doorgegeven via kv17, Nr Bestekeis K17.1 Aanpassingen op de geplande dienstregeling, zoals bijvoorbeeld omleidingsroutes, rituitval, extra ritten, calamiteiten, die niet via een ander koppelvlak zijn gecommuniceerd worden doorgegeven via kv17. K17.2 Een bericht betreffende een vervallen haltepassage (of gehele) rit dient voor de geplande vertrektijd te zijn verstuurd. K17.3 Wijzigingen worden aangeleverd aan de integrator & loketten conform de meest recente versie van koppelvlak 17 definitie. Producten, Prijzen, Tarieven (koppelvlak PPT) Het koppelvlak PPT voorziet in het leveren van brongegevens over producten, prijzen en tarieven. Op basis van de gegevens uit dit koppelvlak, in combinatie met het planning koppelvlak (KV1/NeTex) kan een afnemer een pr o- duct/dienst maken om de prijs van een reis op saldo bepalen. KPT.1 Nr Bestekeis Voor het aanleveren van brongegevens tbv prijsberekening voor het reizen op saldo worden de gegevens aangeleverd volgens het KV Producten Prijzen Tarieven. Programma van Eisen 81

83 KPT.2 KPT.3 Wijzigingen worden aangeleverd aan de integrator & loketten conform de meest recente versie van het PPT koppelvlak Volledigheid Voor iedere reis tussen 2 halten op een rit dient op basis van de brongegevens de prijs te kunnen worden bepaald. Begrippenlijst bij Bijlage B13 Voor zover de in deze begrippenlijst opgenomen begrippen afwijken van de begrippenlijst in Bijlage 1, wordt in Bijlage B13 de betekenis gehanteerd zoals opgenomen in onderstaande begrippenlijst. Incident beheer Tijdens gebruik van applicaties kunnen storingen, vragen of wensen ontstaan. Deze worden als incident gemeld bij een helpdesk of servicedesk die onderdeel is van het proces incidentbeheer. Dit proces streeft een handhaving van de dienstverlening na, opdat voldaan wordt aan de afgesproken service levels. Ingewikkelde incidenten of vaak optredende incidenten worden als probleem doorgezet naar Kwaliteitsmanagement. BISON Platform voor Beheer Informatie Standaarden Openbaar Vervoer Nederland. DRIS 1. Dynamisch Reis Informatie Systeem 2. Doorstroming, Regelmaat Informatie en Stiptheid DRIS architectuur Raamwerk voor toepassingen gericht op een betere Doorstroming, Regelmaat, Informatievoorziening en Stiptheid Domein Gedeelte van het DRIS systeem dat onder de verantwoordelijkheid van een bepaalde organisatie valt. Dummy halte Een locatie (coördinaten) die niet wordt gebruikt voor het laten in- en/of uitstappen van reizigers, waar wel een passagebericht wordt verstuurd. Denk hierbij bijvoorbeeld aan bruggen. GOVI Grenzeloze OV Informatie. Het GOVI-systeem verzamelt de geplande en actuele reisinformatie van de aangesloten concessiegebieden op een centrale server en stelt deze ter beschikking aan afnemende systemen GPRS General Packet Radio Service; Versturen van data over het GPRS netwerk GPS Global Positioning System; plaatsbepaling op basis van signaal van satellieten. Haltepaal Haltepaal is het begrip dat wordt gebruikt om de locatie (coördinaten) van de voorste instappositie bij een halte aan te duiden. Veelal staat de haltepaal bij de voorste instappositie. Haltevenster Het gebied rond een haltepaal waarbinnen het voertuig bij de halte is (geacht wordt hier te zijn). Het haltevenster wordt gedefinieerd in het intelligent voertuigsysteem en hangt mede af van het gebruikte algoritme/systeem voor positiebepaling. Haltepassage Aankomst bij eindhalte, vertrek of passage bij overige halten. IVS Intelligent Voertuig Systeem, boordcomputer met randapparatuur voor plaatsbepaling, mobiele communicatie met lokale gegevensopslag van verrijkte dienstregelinggegevens. Jaardienstregeling Dienstregeling die ingaat op de 2 e zondag van december van jaar n en geldig is tot de 2 e zaterdag van december in jaar n + 1. De Concessieverlener kan een andere ingangsdatum van de Jaardienstregeling vast stellen. KAR Korte Afstand Radio, techniek voor gegevensuitwisseling met Radio volgens Open Air Interface standaard. Logdata Door een IVS geregistreerde data met een tijdstempel en een lokatie (coördinaten). Deze data kunnen achteraf worden gebruikt vast te stellen, hoe het systeem zich heeft gedragen. Passage Vertrekbericht van halte zonder dat er een aankomstbericht aan vooraf is gegaan Prioriteit 1 Storingsmelding Prioriteit 2 melding Hieronder vallen: - Storingen waarbij langer dan 15 minuten géén KV-6 berichten van Concessiehouder worden ontvangen tijdens exploitatie uren. - Registraties (van incidenten) waarbij de reiziger niet is, cq. wordt geïnformeerd over afwijkingen in de exploitatie (vervallen halte, vervallen rit). Overige storingsmeldingen, bijvoorbeeld fouten in data KV-1 en KV-6 en het niet werken 82 Concessie Openbaar vervoer over de weg Provincie Zeeland

84 Prioriteit 3 melding Transmodel Trigger TMI Versterkingsrit VRI van KAR bij een VRI volgens de eisen, Meldingen welke geen storing betreffen, o.a. vragen. Een in Europees verband ontwikkeld referentie gegevensmodel ten behoeve van openbaar vervoersprocessen. Definieert bij welke toestand (van het IVS) het versturen van een bericht moet worden geactiveerd. (bijv. passage van een x-y coördinaat) Transmodel koppelvlakken (TransModel Interchange) Rit t.b.v. het vervoeren van reizigers, aanvullend op de gepubliceerde dienstregelingritten. (Een versterkingsrit is niet gepubliceerd in de dienstregeling). VerkeersRegelInstallatie Programma van Eisen 83

85 B14 Eisen voor de OV-chipkaart Uitsluitend digitaal beschikbaar, het kwalificatiedocument van 31 december 2009: Front-end equipment for electronic ticketing in Dutch public transport ( 84 Concessie Openbaar vervoer over de weg Provincie Zeeland

86 B15 Operationalisatie MIPOV 2008 en GOVI-elementen t.b.v. MIS OV-Oost Alleen digitaal beschikbaar. Programma van Eisen 85

87 B16 Eisen voor KAR Koppelvlak 3: Prioriteitsaanvraag bij VRI en afmelden bij Halte m.b.v. KAR K3.1. Het KAR-modem (met toebehoren) maakt voor het verzenden van KAR-berichten gebruik van de landelijke gereserveerde (afzonderlijke) frequenties voor communicatie met VRI s, dan wel met halteinformatiesystemen. Berichten worden conform de KAR open air interface specificatie [kv-3] verstuurd. K3.2. De Concessiehouder is er verantwoordelijk voor dat alle Voertuigen op de door de Wegbeheerder aangegeven posities de juiste KAR berichten versturen. K3.3. Op het moment dat een KAR-bericht (type 1) naar een VRI wordt verstuurd mag de geschatte positie van het Voertuig niet meer afwijken van de werkelijke positie, dan de afstand die overeenkomt met de afgelegde weg die het Voertuig in één seconde rijdt, met een maximum afwijking van 15 meter. Ook bij geplande en ad hoc omleidingroutes geldt deze eis. (Op een onvoorziene ongeplande omleidingroute mogen geen KAR berichten worden verstuurd, om te voorkomen dat er foutieve prioriteitaanvragen worden gestuurd). Ook indien de ontvangst van satellieten wordt afgeschermd, dient positiebepaling mogelijk te zijn. K3.4. Op basis van de volgende Triggers dienen KAR-berichten te kunnen worden verzonden: a. Passage van een KAR in- of uitmeldpunt (RD X- en RD Y-coördinaat); b. Passage van een KAR inmeldpunt met handmatige bevestiging (als er niet bij de Halte behoeft te worden gestopt); c. Start deur sluiten in haltevenster (nabij een VRI). KAR berichten dienen te worden verzonden bij passage van een door de Wegbeheerder aan te geven RD X en RD Y coördinaat. (t.b.v. voorinmelding, inmelding en uitmelding). Voor inmeldingen kan de wegbeheerder een extra conditie voorschrijven, te weten: - Inmelding alleen versturen met handmatige bevestiging door de chauffeur. - Inmelding alleen automatisch versturen op basis van het door de wegbeheerder opgegeven RD X en RD Y coördinaat. Indien geen extra conditie is voorgeschreven kan de vervoerder zelf de keuze maken tussen handmatig- en automatisch inmelden. K3.5. K3.6. K3.7. K3.8. Een KAR inmeldbericht mag niet worden verzonden op het moment dat één van de deuren open staat. Het verzenden dient te worden uitgesteld tot het moment dat de deuren sluiten. Voertuigen mogen alleen KAR-attributen versturen die door de Wegbeheerders gespecificeerd zijn. Om problemen te kunnen traceren, dient op verzoek van de Concessieverlener de Concessiehouder (tijdelijk) een brede set KAR-attributen te activeren, onder andere met de coördinaten van het moment van verzenden van het KAR-bericht. De Concessiehouder dient, indien door de Concessieverlener of diens vertegenwoordiger gewenst, inzage te geven in de logdata uit het voertuigsysteem van de gestuurde KAR-berichten. Dit om de correcte werking te kunnen toetsen/evalueren. In de logdata dienen de verzonden KAR-berichten te kunnen worden gerelateerd aan een timestamp, het lijn-, rit- en grootwagennummer, de positie op de route (ten opzichte van vorige Halte) en de coördinaten. Duidelijk dient te zijn naar welke VRI (KAR-adres) en fasecyclus een inmelding dan wel een uitmelding is verstuurd. Voor Displays uitgerust met de mogelijkheid van afmelding door middel van een KAR type 2 bericht dient het IVS een bericht naar de betreffende Display te sturen bij aankomst en bij passeren of vertrek van de Halte. Aankomst bij de Halte is gespecificeerd als het openen van één van de deuren binnen het haltevenster. Vertrek van de Halte is gespecificeerd als het verlaten van het haltevenster. De Concessiehouder dient de gegevens te beheren benodigd om een KAR-bericht naar de met een KAR-modem uitgeruste DRIS-halte te sturen. 86 Concessie Openbaar vervoer over de weg Provincie Zeeland

88 Koppelvlak 9: Gegevens van KAR in- en uitmeldpunten K9.1. De Concessiehouder is verantwoordelijk voor het correct verwerken van de KAR/VRI-gegevens en het laden in de voertuigsystemen. Indien gegevens van een beweging/fasecyclus op een KARkruispunt ontbreken, waar wel een busroute over heen rijdt, koppelt de Concessiehouder dit zo snel mogelijk terug aan de partij die de informatie heeft aangeleverd. K9.2. Nieuwe en gewijzigde in- en/of uitmeldposities zullen zo snel mogelijk worden aangeleverd en moeten binnen 2 weken door de Concessiehouder zijn verwerkt, zodat de KAR-berichten correct door de voertuigsystemen worden verzonden. K9.3. De identificatie voor KAR in- en uitmeldpunten van de Wegbeheerder dient door de Concessiehouder te worden vertaald in een unieke PointCode (eventueel in domein Concessiehouder). Deze unieke PointCodes van de KAR in- en uitmeldpunten worden opgenomen als PointOnLink in de KV1 sets van de betreffende Lijnen. Aanvullend op de KV1 set wordt een CSV-bestand aangeleverd met de vertaling van de identificatie van de KAR in- uitmeldpunten van de Wegbeheerder naar de unieke PointCode. Programma van Eisen 87

89 B17 Wegencategorisering in de provincie Zeeland Alleen digitaal beschikbaar. Het door Gedeputeerde Staten van Zeeland vastgestelde beleid voor wegencategorisering is beschreven in digitaal bijgevoegde rapport Van wegencategorisering naar wegtypering. Wegbeheerders zijn bezig dit beleid te herijken op basis van CROW publicatie 315 Basiskenmerken wegontwerp; Categorisering en inrichting van wegen. Naar verwachting zal het nieuwe beleid worden vastgesteld in de tweede helft van 2014 of de eerste helft van Het vigerende beleid dient als basis voor de Concessie tot aan de vaststelling van het nieuwe beleid. Het nieuwe beleid dient als basis voor de resterende looptijd van de Concessie. Het gemeentelijke beleid is vastgelegd in het gemeentelijk verkeer en vervoerbeleid (meestal in GVVP-nota s). Dit beleid is voor de Concessie de basis voor openbaar vervoer binnen de bebouwde kom. 88 Concessie Openbaar vervoer over de weg Provincie Zeeland

90 B18 Aansluitpunten en zones Flexnet In onderstaand kaartbeeld zijn indicatief de zones weergeven waarbinnen met Flexnet gereisd mag worden. Tevens zijn indicatief de Aansluitpunten op het Kernnet aangegeven. De exacte invulling van de Aansluitpunten en zones vindt plaats nadat de Concessiehouder bekend is. Programma van Eisen 89

Presentatie intermodale aanbesteding concessie Rivierenland. Provincie Gelderland Stadsregio Arnhem / Nijmegen

Presentatie intermodale aanbesteding concessie Rivierenland. Provincie Gelderland Stadsregio Arnhem / Nijmegen Presentatie intermodale aanbesteding concessie Rivierenland Provincie Gelderland Stadsregio Arnhem / Nijmegen Vervoerkundige presentatie Toelichting Programma van Eisen Plaats van het PvE in totale proces

Nadere informatie

IIII UIU II II 111. Provincie Zeeland. Gedeputeerde Staten. bericht op brief van: de voorzitter van Provinciale Staten pa. Statengriffie.

IIII UIU II II 111. Provincie Zeeland. Gedeputeerde Staten. bericht op brief van: de voorzitter van Provinciale Staten pa. Statengriffie. Griffier van de Staten Geleidebrief informatief Naam voorstel 14015012 GS brief van 7 oktober 2014 jaarlijkse rapportage klachtenafhandeling OV 2013 Betreft vergadering Commissie Economie en Mobiliteit

Nadere informatie

Concessie(busvervoer(Almere(2018!2027"

Concessie(busvervoer(Almere(2018!2027 Concessie(busvervoer(Almere(20182027" OntwerpProgrammavaneisen VastgestelddoorB&WvanAlmereop15december2015 OntwerpPvEBusvervoerAlmerev3.421.docx ConcessiebusvervoerAlmere2018F2027 OntwerpProgrammavanEisen

Nadere informatie

VERVOERPLAN VOORNE-PUTTEN 2008

VERVOERPLAN VOORNE-PUTTEN 2008 VERVOERPLAN VOORNE-PUTTEN 2008 In 2007 is de concessieduur van de concessie Voorne-Putten / Rozenburg met 2 jaar verlengd door de Stadsregio Rotterdam. Naar aanleiding van deze verlenging is er een evaluatie

Nadere informatie

VERSCHILLENSTAAT HWGO 2016

VERSCHILLENSTAAT HWGO 2016 VERSCHILLENSTAAT HWGO 2016 Dienstregeling Arriva versus Connexxion Auteur: René Smaal Datum: 17-9-2015 Versie: 3.0 VERSCHILLENSTAAT HUIDIGE DIENSTREGELING ARRIVA VERSUS CONNEXXION In deze verschillenstaat

Nadere informatie

1 5 MEI 2013 ^ Onderwerp Nota van Uitgangspunten concessie treindienst Alphen aan den Rijn - Gouda 2016

1 5 MEI 2013 ^ Onderwerp Nota van Uitgangspunten concessie treindienst Alphen aan den Rijn - Gouda 2016 5 -minuten versie voor Provinciale Staten provincie pjqlland ZUID Directie DRM Afdeling Mobiliteit en Milieu Registratienummer PZH-2013-389891839 {DOS-2013-0000336) Datum vergadering Gedeputeerde Staten

Nadere informatie

Nieuwe lijnen. Beleidsplan openbaar vervoer Zeeland 2015-2025

Nieuwe lijnen. Beleidsplan openbaar vervoer Zeeland 2015-2025 Nieuwe lijnen Beleidsplan openbaar vervoer Zeeland 2015-2025 2 Beleidsplan openbaar vervoer Zeeland 2015-2025 Inhoudsopgave Samenvatting 5 1. Inleiding 7 Provincie als opdrachtgever voor OV 7 Beleidskaders

Nadere informatie

Programma van Eisen Bus Rotterdam e.o. 2012-2019 Vastgesteld op 28 september 2011

Programma van Eisen Bus Rotterdam e.o. 2012-2019 Vastgesteld op 28 september 2011 Programma van Eisen Bus Rotterdam e.o. 2012-2019 Vastgesteld op 28 september 2011 Stadsregio Rotterdam Postbus 21051 3001 AB Rotterdam Telefoon: 010 267 2389 Fax: 010 267 7347 e-mail: info@sr.rotterdam.nl

Nadere informatie

Ontwerp Programma van Eisen concessies Bus

Ontwerp Programma van Eisen concessies Bus Ontwerp Programma van Eisen concessies Bus Adviescommissie Vervoersautoriteit MRDH Sjoerd, Bosman, Directeur Openbaar Vervoer Vervoersautoriteit MRDH 16 november 2016 Concessie Stand van zaken OV-concessies

Nadere informatie

Het college van burgemeester en wethouders heeft de raad op 8 januari 2014 geïnformeerd over de ontstane situatie bij EBS.

Het college van burgemeester en wethouders heeft de raad op 8 januari 2014 geïnformeerd over de ontstane situatie bij EBS. M E M O Aan : leden van de commissie SOB Van : Wethouder J. Krieger Tel. nr : Datum : 6 februari 2014 Onderwerp : EBS concept vervoerplan 2014/2015 Bijlagen : 1. Inleiding Tijdens de bijeenkomst van 28

Nadere informatie

Afschrift aan: Provincie Gelderland

Afschrift aan: Provincie Gelderland Syntus T.a.v. de heer T. Naberhuis Postbus 17 7000 AA DOETINCHEM Uw kenmerk: - Uw datum: 7 november 2011 Ons Kenmerk: RGS257 Onderwerp: advies Veluwe Afschrift aan: Provincie Gelderland Bijlagen: ROCOV

Nadere informatie

Nota van B&W. onderwerp Convenant beschikbare wegen Portefeuilehouder dr. Derk Reneman

Nota van B&W. onderwerp Convenant beschikbare wegen Portefeuilehouder dr. Derk Reneman gemeente Haarlemmermeer Nota van B&W onderwerp Convenant beschikbare wegen 2018 Portefeuilehouder dr. Derk Reneman Collegevergadering 14 juni 2016 inlichtingen W. Thon (0900-1 852) Registratienummer 2016.0027733

Nadere informatie

MEMO Ontwerp Programma van Eisen Concessie Zuidoost Brabant

MEMO Ontwerp Programma van Eisen Concessie Zuidoost Brabant MEMO Voor : Gemeenteraad Someren Van : Richard de Ruiter Kopie : College van burgemeester en wethouders Afdeling : RBO Betreft : Aanbesteding Openbaar Vervoer Zuidoost Brabant Datum : 02 april 2015 Ontwerp

Nadere informatie

Samenvatting ONTWERP Programma van eisen

Samenvatting ONTWERP Programma van eisen Samenvatting ONTWERP Programma van eisen Concessie OV Gooi en Vechtstreek Provincie Noord-Holland Maart 2019 Jordy van Slooten, j.vanslooten@regiogv.nl 1 Inhoud Vervoerplan Fase 1, fase 2 & fase 3 (hoofdstuk

Nadere informatie

Het nieuwe vervoerplan 2018 van EBS

Het nieuwe vervoerplan 2018 van EBS Samengevat voor u: Het nieuwe vervoerplan 2018 van EBS De komst van de Noord/Zuid metrolijn heeft grote gevolgen voor het gehele openbaar vervoer, zowel in de stad Amsterdam als de streek. Ook voor de

Nadere informatie

BELEIDSKADER OPENBAAR VERVOER DAV IN VOGELVLUCHT

BELEIDSKADER OPENBAAR VERVOER DAV IN VOGELVLUCHT BELEIDSKADER OPENBAAR VERVOER DAV IN VOGELVLUCHT September 2016 1 Beleidskader openbaar DAV in vogelvlucht Het openbaar vervoer in de regio Drechtsteden / Alblasserwaard- Vijfheerenlanden (DAV) wordt opnieuw

Nadere informatie

Bijlage 1: Overzicht van wijzigingen voorzien van een korte toelichting

Bijlage 1: Overzicht van wijzigingen voorzien van een korte toelichting Bijlage 1: Overzicht van wijzigingen voorzien van een korte toelichting Onderstaand geven we per lijn aan op welke lijnen wijzigingen hebben plaatsgevonden. Tevens geven we een korte toelichting en vermelden

Nadere informatie

Eerste evaluatie Lijnennet Leusden

Eerste evaluatie Lijnennet Leusden Eerste evaluatie Lijnennet Leusden 30 maart 2017 Maxim Meijers vervoerkundige 1 Inhoudsopgave Start concessie 11 december Wijzigingen per 5 maart Analyse lijnennet Leusden na wijzigingen Samenvatting bevindingen

Nadere informatie

DEFINITIEF PROGRAMMA VAN EISEN

DEFINITIEF PROGRAMMA VAN EISEN DEFINITIEF PROGRAMMA VAN EISEN EUROPESE AANBESTEDING CONCESSIE OPENBAAR VERVOER OVER DE WEG ZUID-HOLLAND NOORD 2012 Vastgesteld op 25 oktober 2011 Versie: Definitief Datum: 9 maart 2012 Inhoudsopgave 1

Nadere informatie

HTMbuzz Vervoerplan 2018 Vervoerplan HTMbuzz 2018 Concessie openbaar vervoer bus Haaglanden-Stad

HTMbuzz Vervoerplan 2018 Vervoerplan HTMbuzz 2018 Concessie openbaar vervoer bus Haaglanden-Stad HTMbuzz Vervoerplan 2018 Vervoerplan HTMbuzz 2018 Concessie openbaar vervoer bus Haaglanden-Stad Colofon Datum : 7 november 2016 Versie : 2 2016 HTMbuzz BV, Den Haag Inhoud INHOUD... 2 INLEIDING... 3 OVERZICHT

Nadere informatie

PROGRAMMA VAN EISEN VASTGESTELD DOOR GEDEPUTEERDE STATEN OP 3 FEBRUARI 2015 PROVINCIE-UTRECHT.NL

PROGRAMMA VAN EISEN VASTGESTELD DOOR GEDEPUTEERDE STATEN OP 3 FEBRUARI 2015 PROVINCIE-UTRECHT.NL PROGRAMMA VAN EISEN europese aanbesteding openbaar vervoer CONCESSIE PROVINCIE utrecht 2016-2023 VASTGESTELD DOOR GEDEPUTEERDE STATEN OP 3 FEBRUARI 2015 PROVINCIE-UTRECHT.NL Inhoud Pagina 1 Inleiding

Nadere informatie

Provincie Fryslân. Aanbesteding Openbaar vervoer Concessie ZOWAD

Provincie Fryslân. Aanbesteding Openbaar vervoer Concessie ZOWAD Provincie Fryslân Aanbesteding Openbaar vervoer Concessie ZOWAD Deel C - Programma van Eisen Vastgesteld door GS Fryslân op 30 juni 2015 Documentatiepagina Opdrachtgever(s) Provincie Fryslân Titel rapport

Nadere informatie

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen Besluit van ( ), houdende regels betreffende de toegankelijkheid van het openbaar vervoer en de daartoe te verrichten aanpassingen Op de voordracht van de Staatssecretarissen van Volksgezondheid, Welzijn

Nadere informatie

DEFINITIEF PROGRAMMA VAN EISEN

DEFINITIEF PROGRAMMA VAN EISEN DEFINITIEF PROGRAMMA VAN EISEN EUROPESE AANBESTEDING CONCESSIE OPENBAAR VERVOER OVER DE WEG ZUID-HOLLAND NOORD 2012 Vastgesteld op 25 oktober 2011 Versie: 1.0 Datum: 25 oktober 2011 Inhoudsopgave 1 INLEIDING...

Nadere informatie

8 mei: nieuwe dienstregeling HWGO

8 mei: nieuwe dienstregeling HWGO Home Contact Mijn Connexxion Reizen Vervoerbewijzen Service en contact Webshop Home! Reizen Mijn Connexxion Dienstregeling zoeken Halte zoeken 8 mei: nieuwe dienstregeling HWGO 18 april 2016 Reis plannen

Nadere informatie

BEHEERSPROTOCOL VOOR HET TOEZICHT DOOR HET OV-BUREAU GRONINGEN DRENTHE OP DE CONCESSIEHOUDERS

BEHEERSPROTOCOL VOOR HET TOEZICHT DOOR HET OV-BUREAU GRONINGEN DRENTHE OP DE CONCESSIEHOUDERS BEHEERSPROTOCOL VOOR HET TOEZICHT DOOR HET OV-BUREAU GRONINGEN DRENTHE OP DE CONCESSIEHOUDERS 21 oktober 2005 Het OV-bureau Groningen Drenthe ontwikkelt, organiseert en beheert het openbaar vervoer en

Nadere informatie

Dienstregeling 2012 Regio Noord-Holland Noord

Dienstregeling 2012 Regio Noord-Holland Noord Dienstregeling 2012 Regio Noord-Holland Noord Auteursrecht voorbehouden. Het geheel of gedeeltelijk overnemen of kopiëren van de inhoud van deze dienstregeling is zonder voorafgaande schriftelijke toestemming

Nadere informatie

Dienstregeling 2015-2016

Dienstregeling 2015-2016 Zeeland Tholen Dienstregeling 2015-2016 Geldig vanaf 30 augustus 2015 Kernnet 102 Bergen op Zoom - Tholen - Oude-Tonge 107/108 Bergen op Zoom - St. Maartensdijk Buurtbus 214/614 Anna Jacobapolder - Steenbergen

Nadere informatie

Dienstregeling Connexxion in Zeeland per 1 maart 2015

Dienstregeling Connexxion in Zeeland per 1 maart 2015 Dienstregeling Connexxion in Zeeland per 1 maart 2015 De nieuwe dienstregeling van Connexxion voor heel Zeeland is bekend. Deze gaat in op 1 maart. Het nieuwe openbaar vervoersnetwerk is ontstaan uit een

Nadere informatie

Griffier van de Staten. Geleidebrief informatief. Naam voorstel Conceptverslag OPOV 4 november 2014

Griffier van de Staten. Geleidebrief informatief. Naam voorstel Conceptverslag OPOV 4 november 2014 Griffier van de Staten Geleidebrief informatief Naam voorstel 14016615 Conceptverslag OPOV 4 november 2014 Betreft vergadering Commissie Economie en Mobiliteit 24 november 2014 Te verzenden aan Cie. groep

Nadere informatie

Samenvatting ONTWERP Programma van eisen

Samenvatting ONTWERP Programma van eisen Samenvatting ONTWERP Programma van eisen Concessie OV Gooi en Vechtstreek Provincie Noord-Holland 28 maart 2019 Jordy van Slooten/ Erik Verkerk 1 Inhoud Voorgeschiedenis Vervoerplan fase 1, fase 2 & fase

Nadere informatie

Convenant Landelijk Tarievenkader OV-chipkaart 2009

Convenant Landelijk Tarievenkader OV-chipkaart 2009 Convenant Landelijk Tarievenkader OV-chipkaart 2009 PARTIJ bij het Convenant Landelijk Tarievenkader OV-chipkaart 2009 A) Het regionaal openbaar lichaam ---------------, ten deze rechtsgeldig vertegenwoordigd

Nadere informatie

Geachte heer Koster, Aan Connexxion t.a.v. de heer R. Koster HILVERSUM

Geachte heer Koster, Aan Connexxion t.a.v. de heer R. Koster HILVERSUM Aan Connexxion t.a.v. de heer R. Koster HILVERSUM datum : 18 mei 2009 uw kenmerk : - ons kenmerk : 2009/0538/bm-rar bijlage(n) : - Onderwerp : Advies RAR Vervoerplan Connexxion Amstel- en Meerlanden 2010

Nadere informatie

Griffier van de Staten. Geleidebrief informatief. Concept-verslag OPOV 26 november Naam voorstel

Griffier van de Staten. Geleidebrief informatief. Concept-verslag OPOV 26 november Naam voorstel Griffier van de Staten Geleidebrief informatief Naam voorstel 13026882 Concept-verslag OPOV 26 november 2013 Betreft vergadering Commissie E&M van 13 januari 2014 Te verzenden aan Cie. E&M groep 1 t/m

Nadere informatie

Behoefte van de reiziger centraal

Behoefte van de reiziger centraal GVB Vervoerplan 2019 voor de dienstregeling van het jaar 2019 Behoefte van de reiziger centraal De start van de Noord/Zuidlijn is 22 juli 2018. We realiseren ons dat op moment van het uitbrengen van Vervoerplan

Nadere informatie

Uitvoeringsregels (bijlage 1 van het LTK)

Uitvoeringsregels (bijlage 1 van het LTK) Uitvoeringsregels (bijlage 1 van het LTK) Besproken in het ROVB d.d. Vastgesteld door IPO op en SkVV op, ter vervanging van bijlage 1 vastgesteld op Versie 31 oktober 2012 Algemeen 1. Definities In aanvulling

Nadere informatie

Wijzigingen in de dienstregeling Gemeente Echt-Susteren

Wijzigingen in de dienstregeling Gemeente Echt-Susteren Wijzigingen in de dienstregeling Gemeente Echt-Susteren Vanaf 11 december gaat onder de naam Limburgnet de nieuwe dienstregeling voor het openbaar vervoer in Limburg van start. In deze brief informeren

Nadere informatie

STATEN ZUID. provincie HQLLAND. Memo. Martin van Engelshoven - Huls. Beantwoording vragen inzake concept-pve. Geachte Statenleden,

STATEN ZUID. provincie HQLLAND. Memo. Martin van Engelshoven - Huls. Beantwoording vragen inzake concept-pve. Geachte Statenleden, Memo provincie HQLLAND ZUID STATEN Contact I.G.M. de Bondt 070-441 7112 lgm.de.bondt@pzh.nl Datum 17 Oktober 2011 Aan Martin van Engelshoven - Huls Kopie aan Onderwerp Beantwoording vragen inzake concept-pve

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2010 2011 32 424 Wijziging van de Wet personenvervoer 2000, houdende regels ter bevordering van de kwaliteit in het taxivervoer A GEWIJZIGD VOORSTEL VAN

Nadere informatie

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van. B.K. Potjer (GroenLinks) (d.d. 11 november 2015) Nummer 3096

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van. B.K. Potjer (GroenLinks) (d.d. 11 november 2015) Nummer 3096 van Gedeputeerde Staten op vragen van B.K. Potjer (GroenLinks) (d.d. 11 november 2015) Nummer 3096 Onderwerp Openbaar Vervoer Hoeksche Waard Goeree Overflakkee Aan de leden van Provinciale Staten Toelichting

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van Provinciale Staten van Noord-Holland De heer J. Remkes Postbus MD Haarlem

Aan de Voorzitter van Provinciale Staten van Noord-Holland De heer J. Remkes Postbus MD Haarlem Aan de Voorzitter van Provinciale Staten van Noord-Holland De heer J. Remkes Postbus 123 2000 MD Haarlem Haarlem, 2 mei 2016. Onderwerp: Regionaal openbaar vervoer & inter-concessie stroomlijnen Geachte

Nadere informatie

Vragen van de heer J.H. Leever (ONH), inzake kosten HOV Huizen Hilversum en reizigersaantallen OV Gooi en Vechtstreek.

Vragen van de heer J.H. Leever (ONH), inzake kosten HOV Huizen Hilversum en reizigersaantallen OV Gooi en Vechtstreek. Vragen nr. 34 Aan de leden van Provinciale Staten van Noord-Holland Haarlem, 7 mei 2013 Vragen van de heer J.H. Leever (ONH), inzake kosten HOV Huizen Hilversum en reizigersaantallen OV Gooi en Vechtstreek.

Nadere informatie

CONCEPT. concessie ZAANSTREEK

CONCEPT. concessie ZAANSTREEK CONCEPT concessie ZAANSTREEK Ingaande: 15 december 2013 CONCESSIE ZAANSTREEK Vervoerplan 2014 Auteur: R.Appel Datum: 14-05-2013 Versie: 1.0 Pagina 2 van 13 Inhoudsopgave H.1 INLEIDING.4 H.2 VOORGESTELDE

Nadere informatie

Actieprogramma Kabinetsstandpunt Evaluatie Wet Personenvervoer 2000

Actieprogramma Kabinetsstandpunt Evaluatie Wet Personenvervoer 2000 Actieprogramma Kabinetsstandpunt Evaluatie Wet Personenvervoer 2000 Ministerie van Verkeer en Waterstaat Den Haag, Mei 2006 Actieprogramma Kabinetsstandpunt Evaluatie Wet Personenvervoer 2000 1 Actie 1

Nadere informatie

WIJZIGINGEN BUSLIJNEN 2011 DRECHTSTEDEN, ALBLASSERWAARD, VIJFHEERENLANDEN

WIJZIGINGEN BUSLIJNEN 2011 DRECHTSTEDEN, ALBLASSERWAARD, VIJFHEERENLANDEN WIJZIGINGEN BUSLIJNEN 2011 DRECHTSTEDEN, ALBLASSERWAARD, VIJFHEERENLANDEN Belangrijkste wijzigingen Vanaf 2 januari 2011 is deze nieuwe dienstregeling voor de streeklijnen in de regio Drechtsteden, Alblasserwaard

Nadere informatie

BELEIDSREGELS BUURTBUSPROJECTEN STADSREGIO AMSTERDAM HERIJKING 2012

BELEIDSREGELS BUURTBUSPROJECTEN STADSREGIO AMSTERDAM HERIJKING 2012 BELEIDSREGELS BUURTBUSPROJECTEN STADSREGIO AMSTERDAM HERIJKING 2012 Inhoudsopgave Beleidsregels buurtbusprojecten Stadsregio Amsterdam... 1 Préambule... Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Stadsregio Amsterdam

Nadere informatie

buurtbus 190 Schouwen

buurtbus 190 Schouwen Vanaf 7 april 2013 Uitbreiding buurtbus 190 Schouwen Flyer Buurtbus Schouwen.indd 1 190313 13:22 Uitbreiding van buurtbus 190 Schouwen Met ingang van maandag 8 april 2013 wijzigt het een en ander voor

Nadere informatie

Samenvatting reizigersconsultatie 2018 Maxim Meijers Syntus Utrecht

Samenvatting reizigersconsultatie 2018 Maxim Meijers Syntus Utrecht Maxim Meijers Syntus Utrecht 07-05-2018 Inleiding In 2018 heeft Syntus Utrecht voorafgaand aan het schrijven van het vervoerplan de Utrechtse reizigers en inwoners gevraagd om mee te denken over het OV

Nadere informatie

ORGANISATIE OV-CONCESSIEMANAGEMENT PROVINCIE NOORD-BRABANT

ORGANISATIE OV-CONCESSIEMANAGEMENT PROVINCIE NOORD-BRABANT ORGANISATIE OV-CONCESSIEMANAGEMENT PROVINCIE NOORD-BRABANT 1. Context De provincie Noord-Brabant is concessieverlener voor het openbaar vervoer in zijn gebied, m.u.v. het SRE-gebied. De provincie is voornemens

Nadere informatie

OPENBAAR VERVOER CONCESSIE DAV

OPENBAAR VERVOER CONCESSIE DAV OPENBAAR VERVOER CONCESSIE DAV Hoofdlijnen Ontwerp Programma van Eisen 31 januari 2017 Hooflijnen Programma van Eisen Dav concessie 1 Het openbaar vervoer in de regio Drechtsteden/AlblasserwaardVijfheerenlanden

Nadere informatie

Krachten bundelen voor een toekomstvast doelgroepenvervoer en OV

Krachten bundelen voor een toekomstvast doelgroepenvervoer en OV Krachten bundelen voor een toekomstvast doelgroepenvervoer en OV Prof. dr. Henk Meurs MuConsult / Radboud Universiteit Nijmegen 20 juni 2013 - s Hertogenbosch Agenda Ontwikkelingen doelgroepenvervoer 2030

Nadere informatie

mermeer Aan de leden van de gemeenteraad van Haarlemmermeer Ruimtelijke Ontwikkeling W. Thon

mermeer Aan de leden van de gemeenteraad van Haarlemmermeer Ruimtelijke Ontwikkeling W. Thon mermeer Aan de leden van de gemeenteraad van Haarlemmermeer Postbus 250 2130 AG Hoofddorp Bezoekadres: Raadhuisplein 1 Hoofddorp Telefoon 0900 1852 Telefax 023 563 95 50 Cluster Contactpersoon Telefoon

Nadere informatie

Beleidsregels. Innovatieve particuliere initiatieven. Aanvullend personenvervoer

Beleidsregels. Innovatieve particuliere initiatieven. Aanvullend personenvervoer Beleidsregels Innovatieve particuliere initiatieven Aanvullend personenvervoer Vastgesteld bij besluit van het dagelijks bestuur van de Stadsregio Amsterdam van 6 december 2012 Aanleiding In de vergadering

Nadere informatie

Dag van de Light Rail. Willem Benschop, directeur Vervoersautoriteit MRDH 28 januari 2015

Dag van de Light Rail. Willem Benschop, directeur Vervoersautoriteit MRDH 28 januari 2015 1 Dag van de Light Rail Willem Benschop, directeur Vervoersautoriteit MRDH 28 januari 2015 Inhoud 1. De Vervoersautoriteit Metropoolregio Rotterdam Den Haag Opheffing stadsregio s Waarom opschaling? 2.

Nadere informatie

Vervoerplan RET 2016 Rotterdam, 10 maart 2015

Vervoerplan RET 2016   Rotterdam, 10 maart 2015 Vervoerplan RET 2016 Rotterdam, 10 maart 2015 ALGEMEEN Hieronder worden de wijzigingen in lijnvoering, route en frequentie beschreven die RET voorstelt voor de dienstregeling 2016. Niet alle wijzigingen

Nadere informatie

HTMbuzz. HTMbuzz Vervoerplan Vervoerplan HTMbuzz 2018 Concessie openbaar vervoer bus Haaglanden-Stad. I ki

HTMbuzz. HTMbuzz Vervoerplan Vervoerplan HTMbuzz 2018 Concessie openbaar vervoer bus Haaglanden-Stad. I ki Vervoerplan 2018 Vervoerplan 2018 Concessie openbaar vervoer bus Haaglanden-Stad I ki I Colofon Datum : 7 november 2016 Versie : 2 2016 BV, Den Haag inhoud INHOUD 2 INLEIDING 3 OVERZICHT BUSLIJNEN DIENSTREGELING

Nadere informatie

December MEE op weg 3. een nieuwe busvervoerder 4 winterse uitstapjes 6

December MEE op weg 3. een nieuwe busvervoerder 4 winterse uitstapjes 6 December 2013 MEE op weg 3 een nieuwe busvervoerder 4 winterse uitstapjes 6 voorwoord Een nieuwe periode breekt aan! Het openbaar vervoer in Zeeland haalt regelmatig het nieuws. Er staat ook veel te veranderen

Nadere informatie

Wijzigingen dienstregeling 2019 Zuid-Holland Noord

Wijzigingen dienstregeling 2019 Zuid-Holland Noord Wijzigingen dienstregeling 2019 Zuid-Holland Noord Algemeen Op basis van rijtijdanalyses (metingen voorjaar 2018) is het mogelijk dat rijtijden wijzigen en daarmee vertrek- en aankomsttijden. Ook infrastructurele

Nadere informatie

Openbaar Vervoer in Brabant Vraaggericht, Verbindend en Verantwoord

Openbaar Vervoer in Brabant Vraaggericht, Verbindend en Verantwoord Openbaar Vervoer in Brabant Vraaggericht, Verbindend en Verantwoord Ruud van Heugten Gedeputeerde Mobiliteit & Financiën Presentatie Land van Cuijk 18 september 2013 Vormen van OV in Brabant Rol en Taakverdeling

Nadere informatie

Directiereglement Voorgesteld door de directie op: 14 juni 2011 Vastgesteld door de raad van toezicht op: 14 juni 2011

Directiereglement Voorgesteld door de directie op: 14 juni 2011 Vastgesteld door de raad van toezicht op: 14 juni 2011 Directiereglement Voorgesteld door de directie op: 14 juni 2011 Vastgesteld door de raad van toezicht op: 14 juni 2011 HOOFDSTUK I. ALGEMEEN Artikel 1. Begrippen en terminologie Dit Reglement is opgesteld

Nadere informatie

Dienstregeling Zeeland Tholen. Geldig vanaf 1 maart 2015

Dienstregeling Zeeland Tholen. Geldig vanaf 1 maart 2015 Zeeland Tholen Dienstregeling 2015 Geldig vanaf 1 maart 2015 Kernnet 102 Bergen op Zoom - Tholen - Oude-Tonge 107/108 Bergen op Zoom - St. Maartensdijk Spitsnet 209 St. Annaland - Bergen op Zoom Scholierennet

Nadere informatie

College van Gedeputeerde Staten statenvoorstel. Aan Provinciale Staten,

College van Gedeputeerde Staten statenvoorstel. Aan Provinciale Staten, PS2009MME12-1 - College van Gedeputeerde Staten statenvoorstel Datum : 8 september 2009 Nummer PS : PS2009MME12 Afdeling : MOB Commissie : MME Registratienummer : 2009int247334 Portefeuillehouder : Ekkers

Nadere informatie

Ontwerp Programma van Eisen Rail Rotterdam 2016-2026 Vastgesteld op 12 maart 2014

Ontwerp Programma van Eisen Rail Rotterdam 2016-2026 Vastgesteld op 12 maart 2014 Ontwerp Programma van Eisen Rail Rotterdam 2016-2026 Vastgesteld op 12 maart 2014 Stadsregio Rotterdam Postbus 21051 3001 AB Rotterdam Telefoon: 010 267 2389 Fax: 010 267 7347 e-mail: info@sr.rotterdam.nl

Nadere informatie

OPENBAAR VERVOER CONCESSIE DAV

OPENBAAR VERVOER CONCESSIE DAV OPENBAAR VERVOER CONCESSIE DAV Hoofdlijnen Definitief Programma van Eisen 4 april 2017 Hooflijnen Programma van Eisen Dav concessie 1 Het openbaar vervoer in de regio Drechtsteden/Alblasserwaard- Vijfheerenlanden

Nadere informatie

Aanbesteding OV-concessies Flevoland, Gelderland en Overijssel. Concept Nota van Uitgangspunten

Aanbesteding OV-concessies Flevoland, Gelderland en Overijssel. Concept Nota van Uitgangspunten Aanbesteding OV-concessies Flevoland, Gelderland en Overijssel Concept Nota van Uitgangspunten Doelstellingen nieuwe concessies Op basis van OV-visies volgende doelstellingen voor de nieuwe concessies

Nadere informatie

OV enquête SP Zeeland 2013. Rapportage reizers- en chauffeursonderzoek Openbaar Vervoer Zeeland 2013

OV enquête SP Zeeland 2013. Rapportage reizers- en chauffeursonderzoek Openbaar Vervoer Zeeland 2013 Rapportage reizers- en chauffeursonderzoek Openbaar Vervoer Zeeland 2013 1 Inhoud Inleiding... 3 1.Resultaten reizigersenquête... 5 Enkele reacties van reizigers.... 8 2.Resultaten chauffeursenquête...

Nadere informatie

Openbaar vervoer en gemeenten

Openbaar vervoer en gemeenten Openbaar vervoer en gemeenten Inhoud Het functioneren van het OV-systeem Rol en verantwoordelijkheid Provincie gemeenten/regio Recente ontwikkelingen in het busvervoer Twee functies OV Sociale functie

Nadere informatie

Nationaal verkeerskundecongres 2018

Nationaal verkeerskundecongres 2018 Nationaal verkeerskundecongres 2018 Pilot LoVie in Brabantstad Onno Pruis (Auteur is werkzaam bij Movin Vervoeradvies) Ronald Ruchti (Auteur 2 is werkzaam bij MoVie) Telefoonnummer indiener (Auteur 1 is

Nadere informatie

Bijlage D.9 Opties Huidige Dienstregeling en Pluspakket

Bijlage D.9 Opties Huidige Dienstregeling en Pluspakket Bijlage D.9 Opties Huidige Dienstregeling en Pluspakket In deze bijlage worden de volgende opties beschreven: Optie Huidige Dienstregeling; Opties Pluspakket. Optie Huidige Dienstregeling De inschrijver

Nadere informatie

hierna te noemen QWHOVNO (Quick-Wins Hoogwaardig Openbaar Vervoer Noordoost-Brabant)

hierna te noemen QWHOVNO (Quick-Wins Hoogwaardig Openbaar Vervoer Noordoost-Brabant) BESTUURSOVEREENKOMST TUSSEN DE PROVINCIE NOORD-BRABANT EN DE GEMEENTEN BERNHEZE, EINDHOVEN, OSS, S HERTOGENBOSCH, SCHIJNDEL, UDEN EN VEGHEL MET BETREKKING TOT HET REALISEREN VAN QUICK-WINS VOOR HET HOV

Nadere informatie

Basisvoorzieningenniveau Openbaar Vervoer

Basisvoorzieningenniveau Openbaar Vervoer Basisvoorzieningenniveau Openbaar Vervoer Behorend bij Statenvoorstel 02/09 Inhoud 1 Inleiding... 3 1.1 Eenduidig en transparant beleid is wenselijk...3 1.2 Basisvoorzieningenniveau en toetsingskader...3

Nadere informatie

ONTWERP PROGRAMMA VAN EISEN Concessie Zaanstreek 2010

ONTWERP PROGRAMMA VAN EISEN Concessie Zaanstreek 2010 ONTWERP PROGRAMMA VAN EISEN Concessie Zaanstreek 2010 Versie 19 maart 2009 1 van 58 Versie 19 maart 2009 2 van 58 INHOUD 1 INLEIDING... 7 1.1 OV in de hoofdrol... 7 1.1.1 Ambities van de Stadsregio...

Nadere informatie

Provincie Zeeland. Griffier van de Staten. Geleidebrief informatief. Conceptverslag vergadering OPOV van 9 september Naam v oorstel

Provincie Zeeland. Griffier van de Staten. Geleidebrief informatief. Conceptverslag vergadering OPOV van 9 september Naam v oorstel Griffier van de Staten Geleidebrief informatief Provincie Zeeland Naam v oorstel 14013586 Conceptverslag vergadering OPOV van 9 september 2014 Betreft vergadering Commissie Economie en Mobiliteit 13 oktober

Nadere informatie

Beleidsregels toewijzen individuele gehandicaptenparkeerplaatsen Wijk bij Duurstede 2013

Beleidsregels toewijzen individuele gehandicaptenparkeerplaatsen Wijk bij Duurstede 2013 Beleidsregels toewijzen individuele gehandicaptenparkeerplaatsen Wijk bij Duurstede 2013 Vastgesteld d.d.: 26 maart 2013 In werking: d.d. : 11 april 2013 Beleidsregels individuele gehandicaptenparkeerplaatsen

Nadere informatie

INTENTIEVERKLARING. Partijen: The Hague Trains Holding B.V. Arriva Personenvervoer Nederland B.V. Met ondersteuning van: Gemeente Den Haag

INTENTIEVERKLARING. Partijen: The Hague Trains Holding B.V. Arriva Personenvervoer Nederland B.V. Met ondersteuning van: Gemeente Den Haag INTENTIEVERKLARING Partijen: The Hague Trains Holding B.V. Arriva Personenvervoer Nederland B.V. Met ondersteuning van: Gemeente Den Haag The Brussels Airport Company N.V Deze intentieverklaring ("Intentieverklaring")

Nadere informatie

Openbaar vervoer Hoeksche Waard Goeree-Overflakkee Gemeenteraad Korendijk 27 mei Erik van der Kooij & Marcel Scheerders

Openbaar vervoer Hoeksche Waard Goeree-Overflakkee Gemeenteraad Korendijk 27 mei Erik van der Kooij & Marcel Scheerders Openbaar vervoer Hoeksche Waard Goeree-Overflakkee Gemeenteraad Korendijk 27 mei 2014 Erik van der Kooij & Marcel Scheerders Programma 1. Context 2. Beleid OV HWGO 3. Nota van Uitgangspunten OV-concessie

Nadere informatie

Beste Wijkraad of vertegenwoordiger van bedrijven/kantorenparken,

Beste Wijkraad of vertegenwoordiger van bedrijven/kantorenparken, Aan Wijkraden en bedrijven in de gemeente Apeldoorn Van Syntus Betreft Wijzigingen dienstregeling in december Datum 11 november 2016 Beste Wijkraad of vertegenwoordiger van bedrijven/kantorenparken, Over

Nadere informatie

Kenmerken per buslijn

Kenmerken per buslijn Kenmerken per buslijn Lijn 104 Renesse Hellevoetsluis (-Spijkenisse) Lijn 104 biedt de verbinding tussen Renesse - Ouddorp Hellevoetsluis en ontsluit de westkant van Goeree-Overflakkee. Lijn 104 stopt

Nadere informatie

Statenvoorstel. Beleidskader Openbaar Vervoer Drechtsteden / Alblasserwaard-Vijfheerenlanden.

Statenvoorstel. Beleidskader Openbaar Vervoer Drechtsteden / Alblasserwaard-Vijfheerenlanden. Statenvoorstel Vergaderdatum GS: 27 september 2016 Geheim: nee Portefuillehouder: F. Vermeulen Uiterlijke beslistermijn: 9 november 2016 Behandeld ambtenaar : J.C. Wassens E-mailadres: jc.wassens@pzh.nl

Nadere informatie

Behoefte van de reiziger centraal

Behoefte van de reiziger centraal GVB Vervoerplan 2019 voor de dienstregeling van het jaar 2019 Behoefte van de reiziger centraal Het nieuwe Noord/Zuidlijn netwerk rijdt pas enkele maanden. We realiseren ons dat op moment van het uitbrengen

Nadere informatie

Overeenkomst inzake het uitbreiden van de NS-Dienstregeling in de nacht tussen Haarlem en Amsterdam

Overeenkomst inzake het uitbreiden van de NS-Dienstregeling in de nacht tussen Haarlem en Amsterdam Overeenkomst inzake het uitbreiden van de NS-Dienstregeling in de nacht tussen Haarlem en Amsterdam Tussen NS Reizigers B.V. en Gemeente Haarlem De ondergetekenden: 1. De besloten vennootschap met beperkte

Nadere informatie

Concessiedocument 2: Programma van Eisen. Concessie Openbaar Vervoer Gooi en Vechtstreek

Concessiedocument 2: Programma van Eisen. Concessie Openbaar Vervoer Gooi en Vechtstreek Concessiedocument 2: Concessie Openbaar Vervoer Gooi en Vechtstreek 17 juli 2011 juli 2019 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen 4 Artikel 1 Definities 5 Artikel 2 Het Concessiegebied 6 Artikel

Nadere informatie

CONCEPT-PROGRAMMA VAN EISEN

CONCEPT-PROGRAMMA VAN EISEN PZH-2011-297070221 CONCEPT-PROGRAMMA VAN EISEN EUROPESE AANBESTEDING OPENBAAR VERVOERDIENSTEN CONCESSIE OPENBAAR VERVOER OVER DE WEG ZUID-HOLLAND NOORD 2012-2022 Vastgesteld op 14 juli 2011 Inhoudsopgave

Nadere informatie

Geldig vanaf 6 januari 2013

Geldig vanaf 6 januari 2013 170 Eindhoven Station } Dommelen 171 Eindhoven Station } Valkenswaard } Dommelen 172 Eindhoven Station } Valkenswaard } Luyksgestel 174 Eindhoven Station } Veldhoven } Bergeijk 177 Veldhoven } Valkenswaard

Nadere informatie

connexxion.nl Vragen, klachten of suggesties? Regio Voorne Putten en Rozenburg

connexxion.nl Vragen, klachten of suggesties? Regio Voorne Putten en Rozenburg Vragen, klachten of suggesties? Ga naar connexxion.nl/klantenservice of bel 0900-266 63 99 (lokaal tarief) maandag t/m vrijdag tussen 08.00 en 19.00 uur. Regio Voorne Putten en Rozenburg connexxion.nl

Nadere informatie

Van: M. Bouwman Tel nr: 8350 Nummer: 14A.00922

Van: M. Bouwman Tel nr: 8350 Nummer: 14A.00922 VOORSTEL AAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS & RAADSINFORMATIEBRIEF Van: M. Bouwman Tel nr: 8350 Nummer: 14A.00922 Datum: 2 december 2014 Team: Ruimtelijke plannen Tekenstukken: Ja Bijlagen: 2 Afschrift aan:

Nadere informatie

Kaders nieuwe OV concessie hoofdlijnen Limburgnet. 24 februari 2014

Kaders nieuwe OV concessie hoofdlijnen Limburgnet. 24 februari 2014 Kaders nieuwe OV concessie hoofdlijnen Limburgnet 24 februari 2014 Bij de formulering van de kaders voor de nieuwe concessie met name gekeken naar: ervaringen huidige concessie à sterke en zwakke punten

Nadere informatie

Specificatie bestedingsplan Decentralisatie-uitkering Verkeer en Vervoer 2017

Specificatie bestedingsplan Decentralisatie-uitkering Verkeer en Vervoer 2017 Bijlage bij Statenbrief - zaaknummer 2016-012800 Specificatie bestedingsplan Decentralisatie-uitkering Verkeer en Vervoer 2017 In deze bijlage worden de bestedingen in het bestedingsplan DU 2017 gespecificeerd.

Nadere informatie

Overstapinformatie in voertuigen Aanpak probleem 1 PvA Ketenintegratie. 21 december 2009

Overstapinformatie in voertuigen Aanpak probleem 1 PvA Ketenintegratie. 21 december 2009 Overstapinformatie in voertuigen Aanpak probleem 1 PvA Ketenintegratie 21 december 2009 .. Colofon Opgesteld door: Betty Haubrich Datum: 21 december 2009 Status: Definitief Versienummer: 1.2 2 INHOUDSOPGAVE

Nadere informatie

Bijlage D.5: Kernnetwerk en Pluspakket

Bijlage D.5: Kernnetwerk en Pluspakket ijlage D.5: Kernnetwerk en Pluspakket In deze bijlage D.5 is beschreven welke verbindingen de inschrijver dient aan te bieden in haar Vervoerplan Kernnetwerk. D.5 bestaat uit de volgende documenten: D.5.1:

Nadere informatie

Betreft vergadering Commissie Economie 12 februari Commissiegriffier Annemieke Lobik

Betreft vergadering Commissie Economie 12 februari Commissiegriffier Annemieke Lobik Griffier van de Staten Geleidebrief informatief Naam voorstel Afschrift van brief aan GS van FNV Streekvervoer d.d. 15 16002103 januari 2016 Betreft vergadering Commissie Economie 12 februari 2016 Te verzenden

Nadere informatie

Connexxion Internetpanel Zuid-Holland 2004

Connexxion Internetpanel Zuid-Holland 2004 Connexxion Internetpanel Zuid-Holland 2004 Samenvatting van de resultaten Connexxion Afdeling Marketing & Verkoop December 2004 1. Inleiding In het voorjaar van 2004 konden busreizigers in Zuid-Holland

Nadere informatie

Toelichting bij de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Utrecht 2019

Toelichting bij de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Utrecht 2019 Toelichting bij de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Utrecht 2019 Inleiding In de wet is vastgelegd dat de gemeente een verordening dient vast te stellen met daarin de kaders voor de

Nadere informatie

Openbaar Vervoer in Limburg Zorgeloos reizen van deur tot deur

Openbaar Vervoer in Limburg Zorgeloos reizen van deur tot deur Openbaar Vervoer in Limburg Zorgeloos reizen van deur tot deur Zorgeloos reizen van deur tot deur Woon je in de stad of in een kleine kern, ga je naar je werk, of reis je in je vrije tijd; het Limburgs

Nadere informatie

Plan van aanpak Monitoring OV-visie Holland Rijnland

Plan van aanpak Monitoring OV-visie Holland Rijnland Plan van aanpak Projectnaam/ onderwerp: Status: vastgesteld, DB 12 december 2013 Naam auteur(s): Claudia de Kort en Iris de Bruyne 1. Inleiding/ aanleiding Het Algemeen Bestuur van Holland Rijnland heeft

Nadere informatie

Provinciale Staten VOORBLAD

Provinciale Staten VOORBLAD Provinciale Staten VOORBLAD Onderwerp SIS-nummer Agendering (advies griffie) Behandelwijze Overlegpunten/ beslispunten Stand van zaken Veluwelijn PS2011-579 Commissie MIE 12-10 X Kennis van nemen Kaderstellen

Nadere informatie

Concessie Vervoer Zuidoost Fryslân en Vlieland, Terschelling en Ameland (ZOWAD)

Concessie Vervoer Zuidoost Fryslân en Vlieland, Terschelling en Ameland (ZOWAD) Concessie Vervoer Zuidoost Fryslân en Vlieland, Terschelling en Ameland (ZOWAD) Het College van Gedeputeerde Staten van Fryslân [ ] Inhoud Pagina 1 Algemene bepalingen... 6 2 De Concessie... 6 3 Inhoudelijke

Nadere informatie

OV Visie Holland Rijnland Midden-Holland

OV Visie Holland Rijnland Midden-Holland OV Visie Holland Rijnland Midden-Holland - Voor de OV Visie - Voor de OV-Concessie Zuid-Holland Noord Fred van der Blij 14 februari 2018 OV Visie is gezamenlijk proces Vanuit 19 gemeenten afspraak om OV

Nadere informatie

TOELICHTING op de gemeenschappelijke regeling openbaar lichaam OV-bureau van de gemeente Groningen en de provincies Groningen en Drenthe

TOELICHTING op de gemeenschappelijke regeling openbaar lichaam OV-bureau van de gemeente Groningen en de provincies Groningen en Drenthe TOELICHTING op de gemeenschappelijke regeling openbaar lichaam OV-bureau van de gemeente Groningen en de provincies Groningen en Drenthe I. ALGEMEEN DEEL Inleiding De gemeente Groningen en de provincies

Nadere informatie

Kerntaak/plandoel: Regionale bereikbaarheid en regionaal openbaar vervoer

Kerntaak/plandoel: Regionale bereikbaarheid en regionaal openbaar vervoer STATENBRIEF Onderwerp: Wijzigingen per concessie voor de dienstregeling 2017 Portefeuillehouder: Conny Bieze Kerntaak/plandoel: Regionale bereikbaarheid en regionaal openbaar vervoer Het college van Gedeputeerde

Nadere informatie