ROSS VLEESKUIKEN OUDERDIEREN MANAGEMENT GIDS ROSS
|
|
- Rosalia Devos
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 VLEESKUIKEN OUDERDIEREN MANAGEMENT GIDS Het genetisch programma van Aviagen heeft als doel een sterk vleeskuiken voort te brengen met een optimale groei, een lage voederconversie, een prima bevlezing en een hoog productiegetal. Bij de ouderdieren is hetzelfde genetisch potentieel aanwezig. Om de reproductieve factoren optimaal te laten functioneren is aangepast management noodzakelijk. De gewichtscontrole door gecontroleerde voeropname tijdens de opfok en de productieperiode, is van het grootste belang om, per opgezet moederdier, een maximaal aantal ééndagskuikens van een hoge kwaliteit te verkrijgen. Deze managementgids is afgestemd op de behoeften van de Nederlandse en Belgische markt.
2
3 INHOUDSOPGAVE Blz. Inleiding 1 Inhoudsopgave 3 I. OPFOKPERIODE 1. Opfokperiode hennen 4 2. Overplaatsen van 20 weekse hennen 7 3. Opfokperiode hanen 8 II. PRODUCTIEPERIODE 1. Voeradvies tijdens de productieperiode 9 2. Selectiecriteria hanen voor het overplaatsen en bijplaatsen Hanen management tijdens de productieperiode 12 III. LICHAAMSGEWICHT & RICHTLIJN VOERGIFT 1. Ross 308 hennen Ross 708 hennen Ross hanen 15 IV. ALGEMEEN 1. Verlichtingsschema Natuurlijke daglengte Drinkwatervoorziening Behandelen, bewaren en de kwaliteit van broedeieren Stalinrichting 21 V. RESULTATEN 1. Productieresultaten en eigewichten Ross Broeduitkomsten en kuikenproductie Ross Productieresultaten en eigewichten Ross Broeduitkomsten en kuikenproductie Ross VI. VOERADVIES 1. Advies voersamenstellingen Ross ouderdieren Invloeden voer op productie en uitkomsten 28 3
4 I. OPFOKPERIODE 1. OPFOKPERIODE HENNEN 0-3 weken Een kuiken is de eerste 3-5 dagen van zijn leven beperkt thermo-regulerend. Dit houdt in dat het kuiken afhankelijk is van de omgevingstemperatuur om zijn lichaamstemperatuur op peil te houden. Wijkt de lichaamstemperatuur af van de gewenste temperatuur dan zal het kuiken minder voer op nemen. Daarmee stagneert ook de ontwikkeling van het immuunsysteem. Een goede start is van belang voor een probleemloze opfok. Temperatuur Minimaal 24 uur voordat de kuikens arriveren, dient de stal op de gewenste temperatuur te zijn. Vloer ºC, stal ºC en de gewenste RV is 50-60% Strooisel pas verdelen als de vloertemperatuur ºC is. De ideale strooiseltemperatuur bij ontvangst is ºC. De gewenste lichaamstemperatuur van een kuiken is 40-40,8 ºC. (rectaal gemeten) Houd de staltemperatuur na aankomst van de kuikens op ºC. Bouw de temperatuur pas af als de lichaamstemperatuur van de kuikens gemiddeld 40,5 C is Vang kuikens van jonge GPS herkomst >1 ºC warmer op dan de standaard. Controleer de lichaamstemperatuur van de kuikens, voornamelijk de eerste 2 dagen, regelmatig. Is deze niet binnen 40-40,8 ºC pas dan de staltemperatuur aan. Een andere goede indicator is de temperatuur van de pootjes van de kuikens. Komt de kuikentemperatuur onder de 38,5 ºC dan koelen de voetzolen af en neemt de activiteit van de kuikens af. Temperatuur schema opfok Dag 1 36 C 38 C Dag 2 35 C Dag 3 33 C Dag 4 31 C Dag 5 30 C Dag 6 29 C Dag 7 28 C Dag C 24 C Dag C 22 C Dag C 20 C Vanaf 28 dagen 20 C Water Zorg voor schoon en vers drinkwater. Spoel de waterleiding door, 1-2 uur voor ontvangst van de kuikens. Herhaal dit in de eerste levensweek minimaal 2x per dag. Maximale loopafstand voor het kuiken naar water is 2 meter Plaats het kuikenpapier onder en/of naast de waterlijnen. De ideale drinkwatertemperatuur is C. Voer Zorg voor minimaal 30 gram startvoer op kuikenpapier per kuiken bij ontvangst. Voer dicht bij water verstrekken Geef de kuikens de eerste dagen niet de volledige stal, houdt ze dicht bij voer en water door bv verlichting aan te passen of afscheidingen te voorzien. Laat de kuikens gedurende de eerste 2-3 weken onbeperkt voer opnemen tot het gewenste lichaamsgewicht bereikt is. Licht Eerste 24 uur constant aan, daarna per 2 dagen verminderen met 2 uur tot 16 uren per dag, afhankelijk van het gewicht vanaf 14 dagen terug naar 8 uur per dag. Activeer de kuikens met een minimale lichtintensiteit van lux. Kuikens van jonge GPS herkomst gedurende 5 dagen opvangen met 100 lux 4
5 Klimaat Bij opzet direct beginnen met ventileren CO 2 dient op kuikenhoogte lager dan 2500 PPM te zijn. Observeer de kuikens en kijk of ze goed verdeeld zijn over de stal. - Op elkaar kruipen: CO 2 te hoog of temperatuur te laag. - Wegkruipen tegen de buitenmuur: Temperatuur te hoog. Wegen Begin met wekelijks te wegen vanaf 7 dagen. 3-5 weken Probeer het streefgewicht op 4 weken te bereiken. Het is onvermijdelijk dat met 4 weken een deel van het koppel te licht is. Om bij het begin van de productieperiode toch een goede uniformiteit te bereiken, is het noodzakelijk dat deze kleinere dieren apart gezet worden, in een hiervoor afgescheiden deel van de opfokstal. Het meest ideale tijdstip van apart zetten is tussen 4 en 6 weken. Ongeveer 5 tot 10% van de dieren worden in een aparte afdeling geplaatst. Deze lichtere dieren worden langzaam op gewicht gebracht om op 10 weken het streefgewicht te bereiken. Daarna worden ze volgens het normale schema gehouden weken Tijdens deze periode kunnen de dieren zeer snel groeien. Een goede controle van het lichaamsgewicht tesamen met de uniformiteit is van essentieel belang. Zorg voor minimaal cm eetruimte per dier. Verstrek vanaf 6 weken regelmatig kuikenkiezel voor een goede maagwerking weken De voerhoeveelheid in deze periode is betrekkelijk constant. Hier is ruimte om door aanpassing van de dagelijkse voerhoeveelheid, het streefgewicht van 20 weken te halen. Voorkom zo veel mogelijk stress in de periode van 10 tot 15 weken. 15 weken tot begin productie Streef naar een correct gewicht op 23 weken waarbij ± 5% dagproductie wordt verwacht. Wanneer bij overgewicht na 16 weken de dieren naar het streefgewicht worden gebracht door de voerhoeveelheid constant te houden, zullen de dieren beslist later in productie komen, en verstoort men de ontwikkeling van het dier. Bij ondergewicht na 16 weken moet men niet trachten het streefgewicht geforceerd te bereiken. De groei dient dan parallel met de normale groeicurve te verlopen, en de productie begint dan iets later. In deze periode moet ook het lichtprogramma nauwgezet worden gevolgd en waar nodig worden aangepast. Opfokstallen moeten volledig donker zijn. Lichtinval tijdens de opfokperiode verstoort de synchronisatie tussen gewichtsontwikkeling en lichtstimulering. 5
6 Uniformiteit Het juiste gemiddeld gewicht van de dieren op een bepaalde leeftijd is op zichzelf geen garantie voor een goede toom. Een zo groot mogelijk aantal dieren dient een lichaamsgewicht te hebben dat zo dicht mogelijk bij het gemiddelde ligt. Deze uniformiteit wordt uitgedrukt in het percentage dieren dat ofwel 15% minder ofwel 15% meer weegt dan het gemiddeld gewicht. Een regelmatige selectie waarbij de kleinere dieren apart worden gezet is noodzakelijk. V.C.% = standaard afwijking x 100 gemiddeld lichaamsgewicht Een goede regel is dat tussen 4 en 12 weken leeftijd, 90% van de dieren een gewicht heeft, dat minder dan 15% afwijkt van het gemiddelde. Van 12 tot 20 weken ligt dit bij 85%. Vergelijk het resultaat van de wekelijkse weging altijd met dat van de voorgaande week. Indien het gewicht lager is of als er een grote afwijking is ten opzichte van het verwachte gewicht dient er direct opnieuw gewogen te worden. Alleen daarna mag de voergift aangepast worden. Ook wordt in zo n geval geadviseerd te controleren op de afgewogen voerhoeveelheid, de wateropname, het aantal dieren per afdeling en het optreden van stress en eventuele ziekten. Omrekeningstabel van Variatie Coëfficient naar Uniformiteitspercentage V.C. % Uniformiteit 90/110 85/
7 2. OVERPLAATSEN VAN 20 WEEKSE HENNEN Bij ontvangst De ideale stalvloertemperatuur is 20 C. Hennen en hanen lossen op de beun waar water direct beschikbaar is. Voer en water gedurende de eerste 24 uur na het lossen naar behoefte van de dieren. Na ontvangst tot begin productie Licht: Een goede aansluiting van de lichtprogramma s tussen opfokker en vermeerderaar is zeer belangrijk. Neem bij twijfel omtrent lichtintensiteit en/of daglengte geen risico. Een extra verhoging met licht is veel minder nadelig dan een teruggang in licht. Daglichtstallen: Najaar : opvangen met 14 uur licht Voorjaar : opvangen met minimaal 12 uur licht. Donkerstallen: Controleer donker stallen op lichtinval, bij twijfel over lichtinval, behandelen als daglichtstallen. Voer: Voer de hennen en de hanen gedurende de eerste 2 à 3 dagen (in functie van de tijd van het jaar) 20 tot 30 gram meer dan wat ze kregen op het opfokbedrijf. Nadien de voergift aanpassen volgens de gewichtsontwikkeling van de dieren. Vergelijk energie- en eiwitgehaltes van de voeders bij opfokker en vermeerderaar. Hanenvoersysteem: Vanaf het begin het hanenvoersysteem gebruiken. Het is tijdens de eerste weken niet erg als de hanen uit het hennenvoersysteem mee eten. Pas na 3 weken de hoogte van het hanenvoersysteem aan zodat de hennen niet meer mee kunnen eten. De correcte hoogte van het hanenvoersysteem is zo dat de hanen met hun voeten plat op de grond uit het voersysteem kunnen eten. Onderstaande tabel geeft de meting weer van de breedte van de kop van hennen en hanen op verschillende leeftijden en duidt het belang aan van het uitsluiten van hanen bij hennen vanaf 20 weken leeftijd. We adviseren een opening van mm x 60 mm Kopbreedte hennen en hanen Leeftijd (weken) Hennen (mm) Hanen (mm) Hennenvoersysteem: Het is de eerste weken niet erg als de hennen nog uit het hanenvoersysteem kunnen eten. Gewichtscontrole: Om te controleren of de dieren voldoende gewicht toenemen is het wekelijks handmatig wegen van de hanen en hennen noodzakelijk. Verhoog minimaal wekelijks de voergift. Bij overplaatsen voor 18 weken kunnen zich problemen voordoen t.a.v. vroeger, later of onregelmatig in productie komen. Het gevolg hiervan kan zijn, meer kleine eieren, meer dubbeldooiers en/of leguit met een verhoogde kans op vervetting van de hennen. 7
8 3. OPFOKPERIODE HANEN Optimaal functioneren van de hanen en een goede sperma productie is mogelijk door: een goede sturing van de gewichten. een regelmatige selectie. een dominante en agressieve activiteit. Wij adviseren om bij Ross hanen slechts de achterste teennagel te verwijderen. Gescheiden opfok Voor een gescheiden opfok van de hanen wordt geadviseerd : maximaal 5-6 hanen/m 2 1) 0-6 weken een aparte stal minimaal een: - eigen voersysteem - aparte watervoorziening Ad libitum voeren tot het gewenste gewicht bereikt is of maximaal 50 gram/haan/dag, daarna volgens lichaamsgewicht (Zie tabel blz. 15). Begin met wekelijks te wegen vanaf de eerste week. Indien de hanen met 14 dagen het gewenste gewicht niet bereikt hebben, het aantal uren licht gedurende 7 dagen laten staan. Met uiterlijk 6 weken kan door selectie het percentage hanen worden teruggebracht door met name de kleinere hanen uit te selecteren, die minder dan 1,2 x het gemiddeld hennen gewicht wegen. Een goed skeletontwikkeling is belangrijk. Pootlengte is sterk gecorreleerd met het lichaamsgewicht op 6-8 weken. 2) 6 weken tot overplaatsen/bijplaatsen Wekelijks handmatig en individueel wegen. Voerhoeveelheid aanpassen om het correcte lichaamsgewicht op de juiste leeftijd te bereiken. Regelmatig selecteren en een goede uniforme ontwikkeling waarborgen. 8
9 II. PRODUCTIEPERIODE 1. VOERADVIES TIJDENS DE PRODUCTIEPERIODE De productie periode kan worden onderverdeeld in 3 perioden De pre-legperiode Ongeveer 4 weken voor de leg ondergaat het moederdier een sterke fysiologische verandering. Voornamelijk het geslachtsapparaat ontwikkeld zich snel. Hiervoor zijn energie, eiwitten en nog andere nutriënten nodig. In de pre-legperiode voeren naar gewicht tot een dagproductie van 5% bereikt is De periode tussen de productie van de eerste eieren en de topproductie (7 weken) Er wordt gestreefd naar 5% productie op 23 weken. De maximale behoefte van het vleeskuiken moederdier ligt dan, afhankelijk van de omgevingstemperatuur, tussen de 350 en 365 Kcal OE.Leg/dag ( gram voer). Het is in de praktijk niet mogelijk de exacte behoefte aan energie, en dus aan voer, te berekenen daar de productie, onder normale omstandigheden snel stijgt van 5% tot boven 80%. Deze stijging verloopt echter niet gelijkmatig voor alle dieren. Wanneer de gemiddelde productie 50% bedraagt, is de productie van een groot aantal hennen reeds 80%. Deze dieren hebben dan reeds hun maximale behoefte aan energie en dus aan voer bereikt. Wanneer men nu de voerhoeveelheid laat stijgen, precies in functie van het legpercentage, worden de hoogproductieve dieren onder hun behoefte gevoerd. Controleer in deze periode continu de lichaamsontwikkeling, de gewichtstoename, de watervoorziening, de voerverdeling, rui, voerhoeveelheid, gezondheidstoestand, lichtintensiteit, daglengte en lichtinval om problemen van te laat in productie komen te voorkomen. Vul het voersysteem met het licht uit, dit bewaart de rust bij de dieren en voorkomt beschadiging van het veren-pak en verlies van uniformiteit. Verhoog daarna de voergift als volgt: 5% dagproductie 125 gram/hen/dag 10% dagproductie 130 gram/hen/dag 15% dagproductie 135 gram/hen/dag 20% dagproductie 140 gram/hen/dag 25% dagproductie 145 gram/hen/dag 30% dagproductie 150 gram/hen/dag 40% dagproductie 155 gram/hen/dag 50% dagproductie 160 gram/hen/dag 60% dagproductie 165 gram/hen/dag Indien kuikenkwaliteit van jonge koppels een probleem vormt, wordt aanbevolen de topvoergift te bereiken bij 40-50% dagproductie. De maximale voergift is met name afhankelijk van de voersamenstelling. Bij de geadviseerde voergift wordt uitgegaan van een voer met 2850 Kcal OE/Leg. De theoretische maximale energiebehoefte ligt op 470 Kcal OE.Leg/hen/dag. De maximale voergift wordt verstrekt tot minimaal 7-10 dagen na het bereiken van de topproductie. 9
10 Tijdstip van voeren a. Er kan gevoerd worden binnen een half uur nadat het licht is aangegaan, waarbij gelijktijdig met het licht ook drinkwater wordt verstrekt. De voerlijnen zijn dan leeg voordat het grootste deel van de eieren wordt gelegd. b. Er kan gevoerd worden 6 tot 7 uur nadat het licht in aangegaan en ongeveer een half uur nadat water wordt verstrekt. Het verdient hierbij de voorkeur om het voersysteem met het licht uit vol te draaien. Er wordt dan gevoerd nadat het grootste deel van de eieren is gelegd. Stal De optimale staltemperatuur ligt rond de 20 C. Voor iedere graad C stijging of daling neemt de voerbehoefte af of toe met 3,8 Kcal of 1,5 gram voer Voeradvies na de topproductie De hennen zijn rond 23 weken geslachtsrijp en met 30 weken fysiek volwassen en dus volledig uitgegroeid. Om te voorkomen dat de hennen na de topproductie te veel in gewicht toenemen moet uiterlijk 7-10 dagen na het bereiken van de topproductie begonnen worden met voer terug nemen. Bij het terug nemen van de voerhoeveelheid dient men rekening te houden met o.a. veranderingen in de staltemperatuur, voersamenstelling, uniformiteit, lichaamsgewicht en de gezondheidstoestand van het koppel. Verlagen van de voergift dient te gebeuren met behoud van een gewichtstoename van gram/week na 30 weken. Vanaf weken moet het verlagen van de voergift met de nodige omzichtigheid gebeuren en indien nodig zelfs verhogen ( bv. herfst- en winterkoppels). Indien na een vermindering van de voerhoeveelheid de productie sneller afneemt dan verwacht, ga dan terug naar de voorgaande voerhoeveelheid en handhaaf deze gedurende 5 dagen voor een volgende vermindering in de voerhoeveelheid per hen/dag. De onderhoudsbehoefte wordt bij zowel de hennen alsook de hanen beïnvloed door onder meer het lichaamsgewicht, de omgevingstemperatuur en de bevedering. Deze kan per situatie verschillen en de voerbehoefte per dag per dier moet daarop worden aangepast. De voergift dient te worden aangepast aan de bevederingscore door de voergift te verhogen volgens de onderstaande tabel. Bevederingscore 1: 1,5 gram/hen/dag Bevederingscore 2: 3 gram/hen/dag Bevederingscore 3: 8 gram/hen/dag Bevederingscore 4: 16 gram/hen/dag Bevederingscore 5: 24 gram/hen/dag Belangrijke aandachtspunten ten aanzien van de voergift per hen/dag zijn : de ontwikkeling van de dagproductie. hoe snel nemen de hennen het voer op. de kwaliteit van de bevedering van de hennen. de staltemperatuur. de gewichtsontwikkeling van de lichtste hennen in het koppel (% V.C.). de eigewichten. het toepassen van fase foktoomvoeders. Bij teruglopende gewichten van het koppel en/of van de 10% lichtste hennen is het aan te bevelen de voergift eenmalig met met 3-5 gram per hen/dag te verhogen. R 10
11 2. SELECTIECRITERIA HANEN VOOR HET OVERPLAATSEN EN BIJPLAATSEN Selectie en bijplaatsen van de hanen gebeurt voor en tijdens het overplaatsen naar de productiestal. Hierbij dienen de volgende regels in acht genomen te worden: Selecteer hanen op een goede bevedering, rechte borst en rug, lange loopbenen, geen kromme tenen en geen afwijkende snavels. Plaats niet meer dan 9-11 % hanen over. Verwijder nooit de beste hanen uit een koppel. Extreem zware en lichte hanen dienen niet gebruikt te worden. Met 23 weken niet meer als 9-9,5% hanen. Te veel overactieve hanen kunnen de bevruchting negatief beïnvloeden. Een goede haan vertoont een sterk dominant gedrag t.o.v. de hennen. De sleutel van een effectief hanenmanagement is dagelijkse controle en selectie van de hanen. Wanneer hanen bijplaatsen: Hanen bijplaatsen alleen uitvoeren na een beoordeling van de uitkomsten, schouw en liefst bevruchting en van de kwaliteit van de aanwezige hanen. Indien het gewenst is jonge hanen bij te plaatsen, verdient het voorkeur dit rond de 40 weken te doen. Plaats nooit meer dan 2,5% jonge hanen in eenmaal bij, en ook na het bijplaatsen niet meer als 8% goede actieve hanen. Plaats de hanen bij in het donker, bij voorkeur in de buurt van het hanenvoersysteem. Een aparte afdeling om 2-3% hanen traprijp te kunnen maken is hiervoor noodzakelijk. Bijplaatshanen dienen minimaal 4 kg te wegen wanneer ze bijgeplaatst worden bij de hennen. Bijplaatshanen bij voorkeur opvangen in een aparte hanen opfok stal die identiek is aan de inrichting van de productiestal. 11
12 3. HANEN MANAGEMENT TIJDENS DE PRODUCTIEPERIODE Bij het niet gescheiden voeren tijdens de productieperiode vindt, vooral bij aanvang, bij de hanen overconsumptie plaats. Dit leidt tot een te sterke toename van het gewicht, wat nadelige gevolgen heeft op de algemene conditie, bevruchting en kan leiden tot pootproblemen, voornamelijk tijdens de tweede helft van de productieperiode. Weeg regelmatig, aan het begin van de productieperiode, bij voorkeur wekelijks, individueel 10% van de hanen of een minimum van 30 hanen per afdeling. Streef er naar het aanbevolen gewicht op 30 weken te bereiken, laat de hanen hier zeker niet te zwaar worden. Is er geen wekelijkse gewichtstoename in de periode tot 30 weken, dan moet de voerhoeveelheid zo snel mogelijk verhoogd worden. Vanaf 30 weken moet de gewichtstoename beperkt blijven, hanen moeten wel door blijven groeien. Controleer ook de uniformiteitsontwikkeling van de hanen middels de (wekelijkse) handmatige wegingen. De gril dient tijdens de productieperiode dagelijks geïnspecteerd te worden op eventuele openingen of verbogen draden. Inspecteer ook, waar van toepassing de hoogte van de buizen. Een terugval in het gewicht van de hanen moet tot elke prijs vermeden worden, dit heeft een negatieve invloed op de spermaproductie. Verhogen van de voergift voor de hanen na 35 weken is bijna altijd noodzakelijk, dit kan zelfs tot boven de voergift van de hennen uitkomen. Hanen eten hun dagelijkse voerhoeveelheid meestal binnen minuten op. Bij een optimaal functionerend hanen voersysteem, kan de voergift per haan oplopen tot 200 gram/dier/dag. Selectie is een continue proces van met name niet actieve hanen en hanen met slecht beenwerk: -- tot 30 weken hanen die een niet-dominant gedrag vertonen, b.v. hanen die wegvluchten, bang zijn, op de beun blijven, voor of in de legnesten verblijven. Een goed afgesteld hanenvoersysteem fungeert namelijk als een natuurlijke selectie. - - na 30 weken hanen die een verkeerde stand tonen, bv. voorover staan of lopen, met ontstekingen aan het beenwerk en de voetzolen, zeer zware en mooie hanen. 12
13 III. LICHAAMSGEWICHT & RICHTLIJN VOERGIFT HENNEN Weken Dagen Lichaamsgewicht** Wekelijkse Richtlijn voer Opmerkingen Gram groei Gram Gram/d/d Opfok Start ad lib 2675 Kcal O.E. Kuiken/kg *** 20%ruw eiwit Opfok Kcal O.E. Kuiken/kg % ruw eiwit Opfok Kcal O.E. Kuiken/kg ,5% ruw eiwit Pre-foktoom Kcal O.E. Leg/kg ,5% ruw eiwit dagen na transport g/d/d meer Afhankelijk van: productie Foktoom eigewicht 2850 Kcal O.E. Leg/kg % ruw eiwit * lichaams gewicht temperatuur à 170 g /hen/dag Foktoom Kcal O.E. Leg/kg ,5% ruw eiwit * Foktoom Kcal O.E. Leg/kg ,5% ruw eiwit * * Bij voeders met een afwijkend energie gehalte, de voergift tijdig aanpassen op basis van gewicht ** De lichaamsgewichten zijn nuchtere gewichten *** Indien de hennen het streefgewicht met 7 dagen niet behalen, kan de tweede week ook ad lib gevoerd worden 13
14 HENNEN Weken Dagen Lichaamsgewicht** Wekelijkse Richtlijn voer Opmerkingen Gram groei Gram Gram/d/d Opfok Start ad lib 2675 Kcal O.E. Kuiken/kg *** 20%ruw eiwit Opfok Kcal O.E. Kuiken/kg % ruw eiwit Opfok Kcal O.E. Kuiken/kg ,5% ruw eiwit Pre-foktoom Kcal O.E. Leg/kg ,5% ruw eiwit dagen na transport g/d/d meer Afhankelijk van: productie Foktoom Kcal O.E. Leg/kg eigewicht 15% ruw eiwit * lichaams gewicht temperatuur à 170 g /hen/dag Foktoom Kcal O.E. Leg/kg ,5% ruw eiwit * Foktoom Kcal O.E. Leg/kg ,5% ruw eiwit * * Bij voeders met een afwijkend energie gehalte, de voergift tijdig aanpassen op basis van gewicht ** De lichaamsgewichten zijn nuchtere gewichten *** Indien de hennen het streefgewicht met 7 dagen niet behalen, kan de tweede week ook ad lib gevoerd worden 14
15 3. HANEN Weken Dagen Lichaamsgewicht** Wekelijkse Richtlijn voer Opmerkingen Gram groei Gram Gram/d/d Opfok Start ad lib 2675 Kcal O.E. Kuiken/kg ad lib 20%ruw eiwit ad lib Opfok Kcal O.E. Kuiken/kg % ruw eiwit Opfok Kcal O.E. Kuiken/kg ,5% ruw eiwit Pre-foktoom Kcal O.E. Leg/kg ,5% ruw eiwit dagen na transport g/d/d meer Voergift afhankelijk van gewicht en gewichtstoename Hanenvoer Kcal O.E. Leg % ruw eiwit * * Bij voeders met een afwijkend energie gehalte, de voergift tijdig aanpassen op basis van gewicht ** De lichaamsgewichten zijn nuchtere gewichten 15
16 IV. ALGEMEEN 1. VERLICHTINGSSCHEMA Leeftijd Daglengte Dagen Weken Voor koppels met verschillende VC% op 20 weken leeftijd Lichtsterkte in Lux VC 10% of minder VC > 10% tot tot We adviseren om Ross hennen te stimuleren met uren licht vanaf 2300 gram met een VC < 10%. Aanpassing van lichtschema en licht intensiteit vindt plaats met het overplaatsen. De lichtintensiteit met factor 3 of 4 verhogen ten opzichte van de lichtintensiteit einde opfok met een minimum van 40 Lux in de scharrelruimte. Omerkingen met betrekking tot het verlichtingsschema Tijdens de opfokperiode mag de lichthoeveelheid niet toenemen. Na 12 weken mogen noch de daglengte noch de lichtsterkte afnemen. Dit remt de sexuele ontwikkeling en de rui. De lichtprikkel moet voor het dier herkenbaar zijn. Minimaal 2-4 uur en een verhoging van de intensiteit, minimaal een verdubbeling, liefst verviervoudiging. Na het overplaatsen mogen daglengte en lichtintensiteit niet afnemen. Bij 50% productie moet de daglengte minimaal 13 uur zijn. Bij gekleurde verlichtingsbronnen kan het noodzakelijk zijn de lichtintensiteit aan te passen. Een maximale daglengte van uur kan de uitkomsten positief beïnvloeden. 16
17 2. NATUURLIJKE DAGLENGTE Week nummer Datum Zon Zon Daglengte Toe/afname op onder in minuten = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = =
18 3. DRINKWATERVOORZIENING Voldoende drinkwater, van een goede kwaliteit, tijdens de opfok- en productieperiode is een noodzakelijkheid Zeer belangrijk is dat het drinkwatersysteem net voor aankomst van de kuikens doorgespoeld wordt met schoon water zodat de kuikens direct vers en koel drinkwater ter beschikking hebben. Doe dit dagelijks gedurende de eerste week en daarna wekelijks. De ideale drinkwatertemperatuur is C. 0-3 weken Zorg voor schoon en vers drinkwater. Spoel de waterleiding door, 1-2 uur voor ontvangst van de kuikens. Herhaal dit in de eerste week minimaal 2x per dag. Maximale loopafstand voor het kuiken naar water is 2 meter. Plaats het kuikenpapier onder en/of naast de waterlijnen. De ideale drinkwatertemperatuur is C. Minimaal één drinktoren per 75 tot 100 kuikens. Zorg bij drinknippels voor de juiste hoogte en pas de waterdruk aan. Tijdens deze periode altijd volop water verstrekken weken Raadpleeg voor de aanbevolen drinkgelegenheid blz. 21 (opfok) of blz.22 (productie), ook een goede verdeling is belangrijk. Controleer de op te nemen hoeveelheid water volgens de tabel op blz. 19. Tijdens de opfokperiode vanaf 4 weken kan het noodzakelijk zijn de dagelijkse hoeveelheid drinkwater gecontroleerd te verstrekken. Doordat de dieren in hun voeropname gecontroleerd worden kunnen de dieren nu te veel water opnemen of met het water gaan knoeien. Dit kan leiden tot een verslechtering van het strooisel, additionele stress en een verhoging van de infectiedruk. Richtlijn waterverstrekking opfokperiode Water aan gelijktijdig met het voeren tot de dieren goed bijgedronken zijn. De aangegeven normen geven enkel een richting aan. Als veiligheid kan in de namiddag een uur water gegeven worden. Vooral bij hogere temperaturen moet de hoeveelheid verhoogd worden. Ook voersoort, -vorm en drinkwaterkwaliteit bepalen de voerbehoefte. Bij staltemperaturen boven de 28 C kan men zonder veel risico onbeperkt water verstrekken. Controle van de wateropname op de dieren zelf is doorslaggevend, niet de water-voerverhouding. Een goede, nauwkeurige watermeter kan hierbij een hulpmiddel zijn. De watercapaciteit en toevoer dient voldoende groot te zijn. 18
19 Productieperiode Zorg dat de dieren na het overplaatsen direct beschikken over water. Controleer de wateropname dagelijks. Een korte periode van watertekort kan zich snel uiten in een sterke productiedaling. Te weinig water heeft een nadelige invloed op de ei grootte. Een goede richtlijn is hier: Water aan - gelijktijdig met het voeren tot minimaal twee uur nadat het voer op is, - een uur in de namiddag net voor het licht uit gaat. Controle van de wateropname op de dieren zelf is doorslaggevend, niet de water-voerverhouding. Een goede, nauwkeurige watermeter kan hierbij een hulpmiddel zijn, controleer de krop conditie in de namiddag. Opmerkingen t.a.v. de drinkwatervoorziening Laat jaarlijks uw water chemisch en bacteriologisch onderzoeken. Een Ross ouderdier is een relatief trage eter en daardoor ook een relatief trage drinker. Te strenge gecontroleerde wateropname kan een nadelige invloed hebben op bepaalde fysiologische processen. Slechte strooiselkwaliteit is meestal het gevolg van een ventilatieprobleem, niet van overmatige wateropname. Water steeds beschikbaar zolang het voer aanwezig is. Nippels dienen minimum 80 ml/min te geven aan het einde van de leiding, dit onder volle belasting. Waterbehoefte bij 20 C Leeftijd in weken Opname/100 dieren/dag Liters tot vanaf De waterbehoefte stijgt met ± 6,5% per C boven 20 C. 19
20 4. BEHANDELEN, BEWAREN EN DE KWALITEIT VAN BROEDEIEREN Voor het eigenlijke broedproces begint kunnen we bij broedeieren twee periodes onderscheiden. De stalperiode, onderverdeeld in ovulering, bevruchting, eivorming en het leggen en rapen van de eieren. De lengte is 24 tot 32 uur. De bewaarperiode, onderverdeeld in bewaring op het bedrijf, tijdens het vervoer en in de broederij. De lengte is minimaal 2 dagen tot maximaal 14 dagen. Tijdens de stalperiode vindt embryonale ontwikkeling plaats, te onderscheiden in : Embryonale ontwikkeling voor het leggen, afhankelijk van de genetisch bepaalde groeisnelheid, de lichaamstemperatuur en de tijdsduur in de eileider die o.m. bepaald wordt door de ouderdom en het productie niveau van het koppel. Embryonale ontwikkeling voor het bewaren, afhankelijk van de embryonale groei en de snelheid van afkoelen o.m. bepaald door nesttype, raapfrequentie en broedsheid. Management factoren van invloed op de broedeikwaliteit zijn naar optreden te onderscheiden in vier plaatsen: De stal De gezondheidstoestand van de dieren. De verhouding hanen t.o.v. hennen. Aantal en soort legnesten. Systeem en frequentie van eieren rapen. Aantal grondeieren. Eieren met de punt naar beneden plaatsen. Schaalkwaliteit. Strooiselkwaliteit. Het bedrijf Het opslag c.q. verpakkingsmateriaal. Sorteren en verpakken van de eieren. Bescherming tegen weersinvloeden. Bewaarplaats voor broedeieren. Wassen en ontsmetten van broedeieren. Schoonmaken en ontsmetten van de bewaarplaats. Bewaartijd, temperatuur en relatieve vochtigheid. De bewaarruimte De bewaarruimte moet voorzien zijn van een gladde vloer, plafond en wanden en moet gemakkelijk schoongemaakt kunnen worden. Goed geïsoleerd en van buiten af bereikbaar. Voorzien van verwarming, koeling en bevochtigingsinstallatie met besturing. Dagelijkse registratie van temperatuur en relatieve luchtvochtigheid. Minimaal wekelijks schoonmaken en ontsmetten. Regelmatige bacteriologische controle doorvoeren, bv. tijdens het bloedonderzoek c.q. het mestonderzoek. De aanbevolen bewaartemperatuur en relatieve vochtigheid bij een bewaartijd van 0-7 dagen is C bij 75% R.V. Breng de eieren naar de bewaarruimte, direct na het rapen of zodra een container vol is. Haal nooit eieren uit de bewaarruimte terug naar de stal en/of de voerruimte. Dit verhoogt de kans op condensvorming en geeft temperatuurschommelingen voor het embryo. Vul containers bij in de bewaarruimte. Controleer regelmatig de temperatuur verdeling in de bewaarruimte. De grootte van de bewaarruimte is afhankelijk van het koppel grootte, aard van verpakkingsmateriaal en bewaartijd. Bij een koppel van hennen en een bewaartijd van 7 dagen is ongeveer 30 m 3 voldoende. Transport Klimaatscontrole tijdens vervoer. Hygiene eierwagen. Hygiene opslag- en verpakkingsmateriaal. Deugdelijke toestand opslag- en verpakkingsmateriaal. R 20
21 5. STALINRICHTING 5.1. Opfokstal Indien stallen langer zijn dan 50 meter, is het aangewezen bij pannen en sleepketting dat het systeem gevuld wordt in de midden van de stal, en dit in beide richtingen. Let er op dat de aanvoervijzels voldoende debiet hebben zodat de capaciteit nooit beperkt wordt. Het voer moet verdeeld zijn over het gehele voersysteem in 4 minuten. Het is aangewezen springtafels te gebruiken vanaf ca 6 weken leeftijd. Drinkwatersysteem. Nippels (ook cups). Belangrijk is dat de wateropbrengst en verdeling van drinkpunten voldoende goed is. Het voordeel is dat de stallen dan droger blijven. Bij ronddrinkers zijn de aantallen, de afstelling en de verdeling belangrijk. Verlichting: Regelbare verlichting met een spectrum dat bij het daglicht zo nauw mogelijk aansluit. Verwarming. Een combinatie van plaatselijke- en ruimteverwarming is ideaal, bij keuze heeft plaatselijke verwarming de voorkeur boven ruimteverwarming. Bij ruimteverwarming is het tijdig op temperatuur zijn van de stal (24 uur voor ontvangst) belangrijk. Bezetting 8 tot 9 hennen/m 2 (exclusief hanen). Een opfokstal moet goed donker zijn zonder lichtinval. Combinatie van nokventilatie (winter) en lengte ventilatie (zomer). Geen volledige, aaneengesloten beun. Ventilatie: Maximale ventilatie behoefte: 4,5 m 3 /kg levend gewicht/uur Minimale ventilatie behoefte: 1,0 m 3 /kg levend gewicht/uur Rekening houden met hoge tegendruk die kan leiden tot capaciteitsverlies (bv: lichtfilters, ) Verder zijn noodzakelijk: - een voerweger - een watermeter - een goede dierweger Normen opfokstal : Hanen Hennen Bezetting per m 2 : Eetlengte in cm: Dieren per voerpan: Dieren / Spinfeeder: Dieren per drinkpunt: - ronddrinkers cups nippels
22 5.2. Productiestal Voersysteem voor hennen: 1) Minimale afstand tussen de voerlijnen van 1 m. 2) Sleepketting met een grill, opening 45 mm breed en 60 mm hoog. 3) Spiraal met een grill, opening 45 mm breed en 60 mm hoog of spiraal met rollerbar, plaats de rol zo laag als mogelijk en pas aan gedurende de ronde in functie van de hennen. (zie tabel blz. 7) 4) Aandacht voor de afstand van de pannen in de lijn. Voersysteem voor hanen: 1) Voergoten langs de kant waarbij handmatig of mechanisch kan gevoederd worden. 2) Een stabiele pan. Hennen en hanen moeten allen tegelijk kunnen eten Indien de stallen langer zijn dan 50 meter is het aangewezen dat het systeem gevuld wordt in de midden van de stal, en dit in beide richtingen. Let er op dat de aanvoervijzels voldoende groot zijn dat de capaciteit nooit beperkt wordt. Het voer moet verdeeld worden over het gehele voersysteem in 4 minuten. Drinkwatersysteem, ronddrinkers, naar de toekomst steeds meer nippels o.a. door nadruk droge mest. Belangrijk bij gesloten systemen zijn de doorloopsnelheid, druk, aantal drinkpunten en de verdeling. Afstand tussen de nippels 20 cm, en een wateropbrengst per nippel van 80 ml/min/nippel aan het eind van de lijn terwijl de dieren drinken. Automatische wegrollegnesten in combinatie met beun. Stevige instap legnest is belangrijk, hoogte 10 tot 12 cm. Beun met roosters tot maximaal 50% van staloppervlak. Minimaal één voerlijn hennen en hanenvoersysteem in scharrelruimte. Watervoorziening op de beun. Adviesbeunhoogte van 20 cm ter beperking grondeieren. Verlichting: Regelbare verlichting met een spectrum dat bij het daglicht zo nauw mogelijk aansluit. Bijverwarming noodzakelijk, met een combinatie van nok- (winter) en lengteventilatie (zomer) als meest economische oplossing. Normen productiestal: Bezetting per m2 met beun: hennen/m 2 6,4 dieren/m 2 7,0 Maximale hoogte beun: 50 cm, advies 20 cm Eetlengte voergoot: haan 20 cm hen 15 cm Aantal dieren per voerpan: haan 8-10 hen Aantal dieren per drinkpunt: ronddrinker 75 cup 15 nippel 6 Maximale ventilatiebehoefte: 4,5 m 3 /kg levend gewicht/uur Minimale ventilatiebehoefte: 1,0 m 3 /kg levend gewicht/uur Staltemperatuur: 20 C Legnesten: - individuele strooiselnesten» 5 hennen per nestvak - gemeenschappelijk wegrolnest» 90 hennen per strekkende meter Lichtintensiteit: de lichtintensiteit met factor 3 of 4 verhogen ten opzichte van de lichtintensiteit einde opfok met een minimum van 40 Lux in de scharrelruimte Verder zijn noodzakelijk: een voerweger een watermeter een hanenvoersysteem een dierweger R 22
23 V. RESULTATEN 1. PRODUCTIERESULTATEN EN EIGEWICHTEN 308 Leeftijd % Ei/ % Ei/ Eieren/ Eieren/ Broedei/ Broedei/ Ei- Ei- 22 weekse aanwezige hen/ hen hen hen gewicht massa hen hen week cum. week cum. (g) (g) 23 5,4 5,4 0,4 0,4 0,0 0,0 49,0 2, ,5 21,6 1,5 1,9 0,9 0,9 51,0 10, ,3 51,6 3,6 5,5 2,6 3,5 52,2 26, ,3 72,9 5,1 10,5 4,5 8,0 53,7 39, ,1 81,9 5,7 16,2 5,2 13,1 55,0 45, ,1 86,1 6,0 22,2 5,6 18,7 56,2 48, ,3 87,5 6,0 28,2 5,8 24,5 57,3 50, ,4 86,8 6,0 34,2 5,7 30,2 58,2 50, ,4 85,9 5,9 40,1 5,7 35,9 59,0 50, ,4 85,1 5,8 45,9 5,7 41,6 59,8 50, ,4 84,3 5,8 51,7 5,6 47,2 60,4 50, ,3 83,3 5,7 57,4 5,5 52,7 61,0 50, ,2 82,3 5,6 63,0 5,5 58,2 61,6 50, ,1 81,4 5,5 68,5 5,4 63,6 62,1 50, ,0 80,4 5,5 74,0 5,3 69,0 62,5 50, ,9 79,4 5,4 79,4 5,3 74,2 62,9 50, ,8 78,5 5,3 84,7 5,2 79,4 63,3 49, ,7 77,5 5,2 89,9 5,1 84,5 63,7 49, ,6 76,5 5,2 95,1 5,0 89,6 64,0 49, ,4 75,4 5,1 100,1 4,9 94,5 64,4 48, ,2 74,3 5,0 105,1 4,9 99,4 64,7 48, ,0 73,2 4,9 110,0 4,8 104,1 65,1 47, ,8 72,1 4,8 114,8 4,7 108,8 65,4 47, ,6 71,0 4,7 119,6 4,6 113,4 65,8 46, ,4 69,9 4,6 124,2 4,5 118,0 66,1 46, ,2 68,8 4,6 128,8 4,4 122,4 66,5 45, ,0 67,7 4,5 133,3 4,4 126,8 66,8 45, ,8 66,5 4,4 137,7 4,3 131,1 67,2 44, ,6 65,4 4,3 142,0 4,2 135,3 67,5 44, ,4 64,3 4,2 146,2 4,1 139,4 67,9 43, ,2 63,1 4,1 150,3 4,0 143,4 68,2 43, ,0 62,0 4,1 154,4 3,9 147,3 68,5 42, ,8 60,8 4,0 158,4 3,9 151,2 68,8 41, ,6 59,7 3,9 162,3 3,8 155,0 69,1 41, ,4 58,5 3,8 166,1 3,7 158,7 69,4 40, ,2 57,3 3,7 169,8 3,6 162,3 69,6 39, ,0 56,2 3,6 173,4 3,5 165,8 69,8 39, ,7 54,9 3,5 177,0 3,4 169,2 70,0 38,4 Deze resultaten zijn behaald onder goede huisvesting- en managementomstandigheden, die door o.a. entprogramma s, ziekten en andere faktoren negatief beïnvloed kunnen worden. Ze kunnen derhalve niet als gegarandeerde productiekenmerken gebruikt worden. 23
24 2. BROEDUITKOMSTEN EN KUIKENPRODUCTIE 308 Leeftijd % Overleg/week % Uitkomst/week Kuikens/week Kuikens cum ,0 70,0 0,6 0, ,0 77,0 2,0 2, ,0 80,0 3,6 6, ,0 82,6 4,3 10, ,0 84,7 4,7 15, ,0 86,5 5,0 20, ,8 87,7 5,0 25, ,9 88,6 5,1 30, ,5 88,9 5,0 35, ,7 89,4 5,0 40, ,9 89,8 5,0 45, ,9 89,6 4,9 50, ,7 89,4 4,8 55, ,3 89,1 4,8 59, ,1 88,8 4,7 64, ,9 88,5 4,6 69, ,6 88,0 4,5 73, ,4 87,5 4,4 78, ,2 87,0 4,3 82, ,0 86,5 4,2 86, ,5 85,8 4,1 90, ,0 85,1 4,0 94, ,8 84,4 3,9 98, ,6 83,7 3,8 102, ,1 82,8 3,7 105, ,7 81,9 3,6 109, ,2 81,0 3,5 113, ,7 80,1 3,4 116, ,2 79,2 3,2 119, ,6 78,1 3,1 122, ,0 77,0 3,0 125, ,3 75,9 2,9 128, ,5 74,8 2,8 131, ,7 73,5 2,7 134, ,9 72,2 2,6 136, ,1 70,9 2,5 139, ,2 69,5 2,4 141,7 Deze resultaten zijn behaald onder goede huisvesting- en managementomstandigheden, die door o.a. entprogramma s, ziekten en andere faktoren negatief beïnvloed kunnen worden. Ze kunnen derhalve niet als gegarandeerde productiekenmerken gebruikt worden. 24
25 3. PRODUCTIERESULTATEN EN EIGEWICHTEN 708 Leeftijd % Ei/ % Ei/ Eieren/ Eieren/ Broedei/ Broedei/ Ei- Ei- 22 weekse aanwezige hen/ hen hen hen gewicht massa hen hen week cum. week cum. (g) (g) 23 1,7 1,7 0,1 0,1 0,0 0,0 47,8 0, ,3 16,4 1,1 1,3 0,7 0,7 49,7 8, ,5 43,7 3,0 4,3 2,2 2,9 51,2 22, ,5 70,1 4,9 9,2 4,3 7,2 52,6 36, ,8 82,6 5,7 14,9 5,2 12,4 53,9 44, ,4 86,5 6,0 20,9 5,6 18,0 55,1 47, ,8 87,0 6,0 26,9 5,6 23,6 56,1 48, ,8 86,2 5,9 32,8 5,7 29,3 57,2 49, ,8 85,3 5,9 38,7 5,6 34,9 58,1 49, ,8 84,5 5,8 44,5 5,6 40,6 58,9 49, ,8 83,7 5,7 50,2 5,6 46,1 59,7 49, ,8 82,8 5,7 55,9 5,5 51,6 60,4 50, ,8 82,0 5,6 61,4 5,4 57,0 60,9 49, ,8 81,1 5,5 67,0 5,4 62,4 61,4 49, ,8 80,2 5,4 72,4 5,4 67,7 61,9 49, ,8 79,4 5,4 77,8 5,2 72,9 62,3 49, ,9 78,5 5,3 83,1 5,2 78,0 62,7 49, ,4 77,2 5,2 88,3 5,0 83,1 63,0 48, ,0 75,9 5,1 93,4 4,9 88,0 63,4 48, ,6 74,6 5,0 98,4 4,9 92,9 63,7 47, ,2 73,3 4,9 103,4 4,8 97,6 64,1 47, ,8 72,0 4,8 108,2 4,7 102,3 64,4 46, ,4 70,7 4,7 112,9 4,6 106,9 64,8 45, ,0 69,3 4,6 117,5 4,5 111,3 65,1 45, ,6 68,0 4,5 122,0 4,4 115,7 65,4 44, ,2 66,7 4,4 126,5 4,3 120,0 65,8 43, ,8 65,3 4,3 130,8 4,2 124,2 66,1 43, ,9 63,4 4,2 135,0 4,1 128,2 66,5 42, ,0 61,6 4,1 139,0 3,9 132,2 66,8 41, ,1 59,7 3,9 143,0 3,8 136,0 67,2 40, ,2 57,7 3,8 146,8 3,7 139,6 67,5 39, ,3 55,8 3,7 150,4 3,5 143,2 67,8 37, ,3 53,9 3,5 153,9 3,4 146,6 68,1 36, ,4 52,0 3,4 157,3 3,3 149,8 68,4 35, ,5 50,0 3,3 160,6 3,1 153,0 68,7 34, ,6 48,1 3,1 163,7 3,0 156,0 68,9 33, ,7 46,1 3,0 166,7 2,9 158,9 69,1 31, ,9 44,3 2,9 169,6 2,8 161,6 69,3 30,7 Deze resultaten zijn behaald onder goede huisvesting- en managementomstandigheden, die door o.a. entprogramma s, ziekten en andere faktoren negatief beïnvloed kunnen worden. Ze kunnen derhalve niet als gegarandeerde productiekenmerken gebruikt worden. 25
26 4. BROEDUITKOMSTEN EN KUIKENPRODUCTIE 708 Leeftijd % Overleg/week % Uitkomst/week Kuikens/week Kuikens cum ,0 72,0 0,5 0, ,0 72,0 1,6 2, ,0 79,0 3,4 5, ,4 82,0 4,3 9, ,8 83,5 4,6 14, ,9 85,4 4,8 19, ,2 86,9 5,0 24, ,2 87,9 5,0 29, ,2 88,9 5,0 34, ,4 89,2 5,0 39, ,8 89,7 4,9 44, ,1 90,0 4,9 48, ,2 90,0 4,8 53, ,9 89,7 4,7 58, ,7 89,4 4,7 63, ,5 89,1 4,6 67, ,3 88,7 4,5 72, ,1 88,3 4,4 76, ,9 87,9 4,3 80, ,7 87,6 4,1 84, ,5 87,3 4,0 88, ,1 86,8 3,9 92, ,8 86,3 3,8 96, ,3 85,6 3,7 100, ,8 84,9 3,6 104, ,1 83,9 3,5 107, ,4 82,9 3,3 110, ,2 81,7 3,2 114, ,0 80,5 3,0 117, ,5 79,3 2,9 119, ,5 78,0 2,7 122, ,7 76,7 2,6 125, ,0 75,4 2,4 127, ,3 74,1 2,3 130, ,3 72,8 2,2 132, ,6 71,4 2,0 134, ,5 70,0 1,9 136,1 Deze resultaten zijn behaald onder goede huisvesting- en managementomstandigheden, die door o.a. entprogramma s, ziekten en andere faktoren negatief beïnvloed kunnen worden. Ze kunnen derhalve niet als gegarandeerde productiekenmerken gebruikt worden. 26
27 VI. VOERADVIES 1. ADVIES VOERSAMENSTELLINGEN OUDERDIEREN Voersoort Opfok start Opfok 1 Opfok 2 Prefoktoom Foktoom 1 Foktoom 2 Foktoom 3 Hanenvoer Leeftijd weken 0 tot 2 2 tot 6 6 tot tot tot tot 50 > Leeftijd dagen Energie/kcal/kg OE kuiken* OE Leg Aminozuren Sch. Vert Sch. Vert Sch. Vert Sch. Vert Sch. Vert Sch. Vert Sch. Vert Sch. Vert Lysine % 0,90 0,64 0,48 0,51 0,57 0,53 0,50 0,40 Meth + Cyst % 0,70 0,58 0,46 0,49 0,55 0,52 0, Methionine % 0,38 0,28 0,29 0,30 0,33 0,32 0,30 0,26 Threonine % 0,61 0,48 0,37 0,39 0,45 0,43 0,40 0,30 Valine % 0,67 0,50 0,41 0,43 0,53 0,50 0,47 0,33 Iso-Leucine % 0,59 0,46 0,37 0,39 0,48 0,46 0,43 0,31 Arginine % 1,00 0,74 0,60 0,63 0,75 0,73 0,69 0,47 Tryptofaan % 0,15 0,12 0,11 0,12 0,13 0,12 0,12 0,07 Leucine % 1,05 0,72 0,64 0,69 0,89 0,86 0,80 0,47 Ruw eiwit % ,5 14, ,5 13,5 12 Ruw vet % ,5-4, Mineralen Calcium % 1,0 1,0 0,9 1,2 3,0 3,2 3,3 0,7 Opn Fosfor % 0,41 0,41 0,32 0,32 0,32 0,31 0,30 0,32 Natrium % 0,18 0,18 0,18 0,18 0,18 0,18 0,18 0,18 Chloor % 0,18 0,18 0,18 0,18 0,18 0,18 0,18 0,18 Kalium % 0,65 0,65 0,65 0,75 0,75 0,75 0,75 0,60 Spoorelementen toegevoegd/kg Koper mg Jodium mg 1,25 1,25 1, IJzer mg Mangaan mg Selenium mg 0,3 0,3 0,3 0,3 0,3 0,3 0,3 0,3 Zink mg Vitaminen toegevoegd/kg Vitamine A IE Vitamine D3 IE Vitamine E IE Vitamine K mg Tiamine (B1) mg Riboflavine (B2) mg Nicotinezuur mg Panthoteenzuur mg Pyridoxine (B6) mg Biotine mg 0,2 0,2 0,2 0,4 0,4 0,4 0,4 0,4 Foliumzuur mg 1,5 1,5 1, Vitamine B12 mg 0,02 0,02 0,02 0,03 0,03 0,03 0,03 0,03 Minimum spec. Choline/kg mg Linolzuur % ,5 1,25 1,2 1 R - Koper, Mangaan, Zink: % in organische vorm toevoegen. - Selenium: 65% in organische vorm toevoegen - OE kuiken volgens CVB 2011* 27
28 2. INVLOEDEN VOER OP PRODUCTIE EN UITKOMSTEN Tabel 1: Invloeden voer op productiekenmerken Tabel 2: Invloeden op broeduitkomsten Tabel 3: Vitaminen tekorten 28
ROSS VLEESKUIKEN OUDERDIEREN MANAGEMENT GIDS
1 2015 VLEESKUIKEN OUDERDIEREN MANAGEMENT GIDS Het genetisch programma van Aviagen heeft tot doel een sterk vleeskuiken voort te brengen met een optimale groei, een lage voederconversie, een prima bevlezing
Nadere informatieVLEESKUIKEN STANDAARDEN EN STREEFRESULTATEN ROSS308
VLEEKUIKEN TANDAARDEN EN TREEFREULTATEN R Inleiding MANAGEMENT AANBEVELINGEN VR R VLEEKUIKEN Het Ross vleeskuiken heeft de laatste jaren een aantal genetische veranderingen ondergaan, om de skelet groei
Nadere informatieStudieavond 8 en 9 februari 2012. Ross ouderdieren tot 30 weken. Genetische ontwikkelingen
Studieavond 8 en 9 februari 2012 Otto van Tuijl Aviagen EPI Ross ouderdieren tot 30 weken Genetische ontwikkelingen Alle begin is moeilijk goede start Conditioneren in de opfok Entingen, hoe, wat, waar
Nadere informatieResultaten & Voedings Supplement. vleeskuiken. cobb-vantress.com
Vleeskuiken Resultaten & Voedings Supplement vleeskuiken cobb-vantress.com Introductie Deze uitgave bevat zowel de technische als de slachterij doelstellingen voor uw Cobb5 vleeskuikens samen met de nutritionele
Nadere informatieWelzijn (opfok) vleeskuikenouderdieren
Bij tweemaal per dag voeren Welzijn (opfok) vleeskuikenouderdieren Jan van der Haar (PV) en Sander van Voorst (ID-Lelystad) Praktijkcentrum "Het Spelderholt" heeft in samenwerking met ID-Lelystad onderzocht
Nadere informatieOpstarten van ééndagskuikens
Discussienamiddag Opstarten van ééndagskuikens Dinsdag 25 mei 2010 Broeierij Van Hulst Antibioticagebruik in pluimveesector te hoog Kracht v pluimveehouder INDIVIDUELE RESULTATEN CRUCIAAL Managementcapaciteiten
Nadere informatieHet effect van verschillende voer strategieën tijdens de opfokperiode vkod
Het effect van verschillende voer strategieën tijdens de opfokperiode vkod 24 september, 2013 Rick van Emous Problemen sector 1. Bevruchting te laag 2. Kwaliteit eendagskuikens (jonge maar ook oudere)
Nadere informatieBreedmax : Een zeer volledig voedingssupplement met duidelijk wetenschappelijke achtergrond
: Een zeer volledig voedingssupplement met duidelijk wetenschappelijke achtergrond In het wild eten vogels naast zaden ook insecten, larven, bloemknoppen, fruit, bladeren, boomschors, groenvoer en aarde.
Nadere informatieORAL BAR VOOR DE HOND
ORAL BAR VOOR DE HOND Voor honden tot 10kg Voor honden vanaf 10kg Speciale structuur, vorm en grootte afgestemd op het gebit van kleine honden. Speciale structuur, vorm en grootte afgestemd op het gebit
Nadere informatieUrinary S/O Moderate Calorie Diet
Bij de behandeling van blaasstenen of blaasgruis zal uw dierenarts uw kat meestal een speciale dieetvoeding voorschrijven. Royal Canin Urinary S/O Moderate Calorie Diet is speciaal ontwikkeld ter ondersteuning
Nadere informatie6.1 Energiewaardering bij pluimvee. 6.2 Vleeskuikens
6 Pluimvee 6.1 Energiewaardering bij pluimvee Tot 1990 was de bij volwassen hanen bepaalde OE (OEpl) de enige energiewaarde voor pluimvee. Sinds 1990 wordt de OE-waarde voor vleeskuikens (OEslk) echter
Nadere informatieEffect van broedeitemperatuur en gewichtsverlies op broeduitkomsten van eieren uit de leg/vermeerderingssector
Effect van broedeitemperatuur en gewichtsverlies op broeduitkomsten van eieren uit de leg/vermeerderingssector Sander Lourens, onderzoeker broederij Inleiding Vooral de temperatuur van eieren is een belangrijke
Nadere informatieSpinfeeder laat veel stof opwaaien
Spinfeeder laat veel stof opwaaien Ing. H.H. Ellen, onderzoeker bedrijfsuitrusting en klimaat Tijdens de opfok van vleeskuikenouderdieren heeft het Praktijkonderzoek Pluimveehouderij (PP) Het Spelderholt
Nadere informatieEnquête Bedrijfsmanagement
Project Evalueren van de mestuitscheidings- en mestsamenstellingscijfers voor de pluimvee Volièrehuisvesting Proefbedrijf voor de Veehouderij Bodemkundige Dienst van België Poïel 77 W. de Croylaan 48 2440
Nadere informatieSturen op voetzoollaesies: niet eenvoudig, maar betaalt zich terug
Sturen op voetzoollaesies: niet eenvoudig, maar betaalt zich terug Pluimvee relatiedag, 13 juni 2013, Barneveld Jan van Harn Afsprakenkader In oktober 2009 is er overeenstemming bereikt tussen de pluimveesector
Nadere informatieDroogvoeding Verpakking van 1,5kg en 3,5kg
Voeding speelt een belangrijke rol bij de behandeling van diabetes mellitus. Daarom zal uw dierenarts uw kat meestal een speciale dieetvoeding voorschrijven zoals Royal Canin Diabetic Diet. Diabetic Diet
Nadere informatieCALM DIET VOOR DE KAT
Wanneer uw kat last heeft van stress of een stressvolle situatie wordt verwacht, kan uw dierenarts een speciale dieetvoeding voorschrijven. Calm Diet van Royal Canin is speciaal ontwikkeld voor katten
Nadere informatieDiabetic. Waarschuwing Het Diabetic dieet is niet geschikt voor pups, teven tijdens dracht en lactatie en honden met een verhoogde energie-behoefte.
DIABETIC DIET VOOR DE HOND Voeding speelt een belangrijke rol bij de behandeling van diabetes mellitus. Daarom zal uw dierenarts uw hond meestal een speciale dieetvoeding voorschrijven zoals Royal Canin
Nadere informatieUrinary S/O Moderate Calorie Diet
Bij de behandeling van blaasstenen of blaasgruis zal uw dierenarts uw kat meestal een speciale dieetvoeding voorschrijven. Royal Canin Urinary S/O Moderate Calorie Diet is speciaal ontwikkeld ter ondersteuning
Nadere informatieHEPATIC DIET VOOR DE KAT
Bij de behandeling van leveraandoeningen zal uw dierenarts uw kat meestal een speciale dieetvoeding voorschrijven. Hepatic Diet van Royal Canin is speciaal ontwikkeld ter ondersteuning van de behandeling
Nadere informatiede voedingskundige samenstelling + onderbouwing
de voedingskundige samenstelling + onderbouwing algemene informatie van de drinkvoeding, waarop de hoeveelheden van de ingrediënten zijn gebaseerd: Volledige voeding; drinkvoeding wordt zes keer op een
Nadere informatieProefverslag 310 HET GESCHEIDEN VOEREN VAN SLACHTKUIKENOUDERDIEREN - TURBOVOER, MEEL, KRUIMEL. Inleiding. Proefopzet Doel van de proef
Proefverslag 310 HET GESCHEIDEN VOEREN VAN SLACHTKUIKENOUDERDIEREN - TURBOVOER, MEEL, KRUIMEL (proef PMB-29; Hypeco-II; PV-310; Y1991) auteurs: ir. H.P. Stappers dr. H.A. Vahl september 1991 Inleiding
Nadere informatieBelang van goed water
Belang van goed water Dr Guillaume Counotte Wat is goed water? Smakelijk Beschikbaar Niet schadelijk voor dieren Niet schadelijk voor producten (ei, vlees) 1 Waterbehoefte Normale omstandigheden: 1,6-2
Nadere informatieVoetzoollaesies bij vleeskuikens
Voetzoollaesies bij vleeskuikens Praktische tips om voetzoollaesies te herkennen en te voorkomen Gebruik van de waaier Voetzoollaesies bij vleeskuikens worden veroorzaakt door nat en plakkerig strooisel.
Nadere informatieUrinary S/O Diet Small Dog
URINARY S/O DIET SMALL DOG Bij de behandeling van blaasstenen of blaasgruis zal uw dierenarts uw hond meestal een speciale dieetvoeding voorschrijven. Royal Canin Urinary S/O Small Dog Diet is speciaal
Nadere informatieFokken, Broeden en Opfokken Een partner met ervaring
Fokken, Broeden en Opfokken Een partner met ervaring Relatiedag 1 juni 2016 Gerrit Morren Productmanager Broedei, Kuiken, Leghen Zuivere lijnen Moederdieren Broeden en kuikenkwaliteit Opfok Broedei, Kuiken,
Nadere informatieObesity Management Diet
Bij de behandeling van overgewicht of vetzucht zal uw dierenarts uw kat een speciale dieetvoeding voorschrijven. Royal Canin Management Diet is speciaal ontwikkeld om katten op een verantwoorde en effectieve
Nadere informatieObesity Management Diet
OBESITY MANAGEMENT DIET VOOR DE HOND Bij de behandeling van overgewicht of vetzucht zal uw dierenarts uw hond een speciale dieetvoeding voorschrijven. Royal Canin Management Diet is speciaal ontwikkeld
Nadere informatieRoyal Canin (early) cardiac diet
Royal Canin (early) cardiac diet Voeding speelt een belangrijke rol bij de behandeling van een hartaandoening. Daarom zal uw dierenarts uw huisdier meestal een speciale dieetvoeding voorschrijven, zoals
Nadere informatieSATIETY SUPPORT DIET VOOR DE KAT
SATIETY SUPPORT DIET VOOR DE KAT Bij de behandeling van overgewicht of vetzucht zal uw dierenarts uw kat een speciale dieetvoeding voorschrijven. Royal Canin Satiety Support Diet is speciaal ontwikkeld
Nadere informatieOpfok en transitie. Management. Voeding en nutritie. Stalinrichting en inventaris. Dier. Schijf van vijf
Management Opfok en transitie Schijf van vijf Voeding en nutritie Stalinrichting en inventaris Dier opfok & transitie Iedere ronde vraagt een goede start. De opstart bepaalt de prestaties van uw hennen
Nadere informatieRENAL DIET VOOR DE HOND
RENAL DIET VOOR DE HOND Bij de behandeling van een nieraandoening zal uw dierenarts uw hond meestal een speciale dieetvoeding voorschrijven. Royal Canin Renal Diet is speciaal ontwikkeld voor honden ter
Nadere informatiePraktische kalveropfoktips van 0 tot 3 maanden. Ger v. Wersch Rayonmanager Nutrifeed 2. Onderwerpen. Nutrifeed onderdeel van Royal FrieslandCampina
Nutrifeed onderdeel van Royal FrieslandCampina 1 Praktische kalveropfoktips van 0 tot 3 maanden Ger v. Wersch Rayonmanager Nutrifeed 2 Onderwerpen Management rond geboorte Volle melk of melkvervanger Meest
Nadere informatieIX European symposium on Poultry welfare
IX European symposium on Poultry welfare Uppsala, Sweden 17-20 Juni 2013 6 november 2013, Rick van Emous Hoofdpunten Sessies: Welfare & Nutrition Welfare assessment Transport & slaughter Welfare & Nutrition
Nadere informatie(Voor de EER relevante tekst)
L 230/8 NL 25.8.2016 VERORDENING (EU) 2016/1413 VAN DE COMMISSIE van 24 augustus 2016 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 432/2012 tot vaststelling van een lijst van toegestane gezondheidsclaims voor
Nadere informatieIn deze circulaire zal aandacht worden besteed aan maatregelen om deze ongewenste situaties te voorkomen of te beperken.
SCH-1996-20 DE INTERNE OF VOERGEBONDEN WARMTE VAN VARKENSVOEDERS Inleiding Van de energie die met het voer aan varkens wordt verstrekt komt een aanzienlijk deel vrij als warmte. Dit is de interne of voergebonden
Nadere informatieStudiedag Vitale hennen Verbod op snavelbehandeling
Studiedag Vitale hennen Verbod op snavelbehandeling Praktijkmaatregelen opfok- en leghennen Wilco van de Kuilen 11-3-2015 Inhoud Inleiding Preventieve maatregelen opfok Preventieve maatregelen leg Reactieve
Nadere informatieis e r n ie t! Bewust Beter Betaalbaar
B e te r is e r n ie t! Premium Care Beter voor uw hond is er niet! Premium Care is zeer gezonde A-merk kwaliteit voeding voor een heel gunstige prijs. De voeding heeft de beste verteerbaarheid door een
Nadere informatieDisclosure belangen spreker
Disclosure belangen spreker Wondzorg Symposium 14 oktober 2014 (potentiële) belangenverstrengeling Voor bijeenkomst mogelijk relevante relaties met bedrijven Sponsoring of onderzoeksgeld Honorarium of
Nadere informatieSKIN CARE DIET VOOR DE HOND
SKIN CARE DIET VOOR DE HOND Voeding speelt een belangrijke rol bij de behandeling van huidaandoeningen. Vaak zal uw dierenarts daarom een speciale dieetvoeding voorschrijven, zoals Skin Care Diet van Royal
Nadere informatieGastro-Intestinal Diet
GASTRO-INTESTINAL DIET Voeding speelt een belangrijke rol bij de behandeling van maag-darmaandoeningen. Daarom zal uw dierenarts uw hond meestal een speciale dieetvoeding voorschrijven. Bij de behandeling
Nadere informatieVentilatie en verwarming: de sleutel tot een optimaal stalklimaat
Ventilatie en verwarming: de sleutel tot een optimaal stalklimaat Proefbedrijf Pluimveehouderij Sofie Cardinaels 1-22/11/2017 Ventilatie en verwarming: de sleutel tot een optimaal stalklimaat Klimaatinstellingen
Nadere informatieVragen. Groeien en bloeien
Groeien en bloeien Kamerplanten staan langer in de huiskamer dan een boeket of bloemstuk. Een plant heeft bepaalde zaken nodig om goed te kunnen groeien en bloeien. Om een goed advies te kunnen geven moet
Nadere informatieRICHTLIJN 96/8/EG VAN DE COMMISSIE. van 26 februari 1996
Nr. L 55/22 NL I Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen 6. 3. 96 RICHTLIJN 96/8/EG VAN DE COMMISSIE van 26 februari 1996 inzake voedingsmiddelen die zijn bestemd om in energiebeperkte diëten te
Nadere informatieRICHTLIJN 96/8/EG VAN DE COMMISSIE
1996L0008 NL 20.06.2007 001.001 1 Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen B RICHTLIJN 96/8/EG VAN DE COMMISSIE van 26 februari
Nadere informatie10/06/2014. Gezonde kuikens in gezonde pluimveeketens. De vleeskuikenketen. Volledig geïntegreerde ketens met top-down control
Gezonde kuikens in gezonde pluimveeketens Sander.lourens@wur.nl De vleeskuikenketen Volledig geïntegreerde ketens met top-down control vs Zelfstandige ondernemers per schakel 1 Volledig geïntegreerde ketens
Nadere informatieProtocol leghennen productieperiode
Protocol monitoring leg-productie Instructies Protocol leghennen productieperiode Materialen nodig voor monitoring: Klembord Pen / potlood Fototoestel Luxmeter Rolmaat (voor evt. opmeten diverse oppervlaktes)
Nadere informatieANALLERGENIC DIET VOOR DE HOND
ANALLERGENIC DIET VOOR DE HOND Bij de behandeling van voedselovergevoeligheid zal uw dierenarts uw hond een speciale dieetvoeding voorschrijven. Royal Canin Anallergenic Diet is speciaal ontwikkeld voor
Nadere informatieHYPOALLERGENIC DIET VOOR DE HOND
HYPOALLERGENIC DIET VOOR DE HOND Bij de behandeling van voedselovergevoeligheid zal uw dierenarts uw hond een speciale dieetvoeding voorschrijven. Royal Canin Hypoallergenic Diet is speciaal ontwikkeld
Nadere informatieProefbedrijf voor de Veehouderij
Pluimvee nr. 36 Strooiselkwaliteit bij vleeskuikens: een belangrijk aandachtspunt Kris De Baere Johan Zoons INLEIDING Na de dioxinecrisis werd het gebruik van dierlijke producten in veevoeders sterk in
Nadere informatieStandaardprocedure. A-P1 Optimaliseren van het ventilatiesysteem
Standaardprocedure A-P1 Optimaliseren van het ventilatiesysteem Deel 1: Dimensionering en instellingen Stap 1: Controleer de instelling van de minimumventilatie De minimumventilatie is vereist om schadelijke
Nadere informatieEVALUATIE VAN DE LEGPERIODE IN COMMERCIËLE LEGHENLIJNEN
SFR-2009-33 Lelystad, 15 januari 2010 EVALUATIE VAN DE LEGPERIODE IN COMMERCIËLE LEGHENLIJNEN North Carolina State University in de Verenigde Staten heeft een programma opgezet ter ondersteuning van legpluimveehouders
Nadere informatieEr zijn verschillende meetmethodes waarmee u kunt vaststellen of u een gezond gewicht hebt:
Een gezond gewicht Een gezond gewicht Hebt u een gezond gewicht? Energiebalans Bewegen Hoe behoudt u een gezond gewicht? Tips voor het behouden van een gezond gewicht Tips voor het bereiken van een gezond
Nadere informatieMagnesium in drinkwater voor weidende droge koeien
Magnesium in drinkwater voor weidende droge koeien J. Zonderland (ROC Bosma Zathe) K. Kalis (Gezondheidsdienst voor Dieren in Noord-Nederland) Als weidende koeien krachtvoer krijgen of als koeien op stal
Nadere informatieAfleiding van de normen voor mineralen en spoorelementen voor paarden en pony s. Dr. A.M. van den Top Adviesbureau VOER-RAAD
Afleiding van de normen voor mineralen en spoorelementen voor paarden en pony s Dr. A.M. van den Top Adviesbureau VOER-RAAD Indeling Opzet onderzoek Factoriële methode voor berekening van de mineralenbehoefte
Nadere informatieBIJLAGEN. bij GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE
EUROPESE COMMISSIE Brussel, 25.9.2015 C(2015) 6507 final ANNEXES 1 to 5 BIJLAGEN bij GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 609/2013 van het Europees
Nadere informatieHypoallergenic Moderate Calorie Diet
HYPOALLERGENIC MODERATE CALORIE DIET VOOR DE HOND Bij de behandeling van voedselovergevoeligheid zal uw dierenarts uw hond een speciale dieetvoeding voorschrijven. Royal Canin Hypoallergenic Moderate Energy
Nadere informatiePure Whey Eiwit - Kennismakingsset
Zo ondersteunt Pure Whey Eiwit uw gezondheid Eiwitten zijn belangrijke bouwstoffen voor het lichaam. Ze zijn nodig voor groei, herstel en instandhouding van lichaamscellen en weefsels. Niet voor niets
Nadere informatievoeradvies voor efficiënte vleesvarkensproductie voeradvies tn50juni
voeradvies voor efficiënte vleesvarkensproductie voeradvies tn50juni 2017 E-mail: info@topigsnorsvin.nl www.topigsnorsvin.nl Inleiding Topigs Norsvin heeft het voeradvies van de TN50 zeugen in beeld gebracht
Nadere informatieAANVULLENDE VOORSCHRIFTEN IKB EI VOOR LEGEINDBEDRIJVEN SCHARRELHUISVESTING (VOORSCHRIFT 5C)
AANVULLENDE VOORSCHRIFTEN IKB EI VOOR LEGEINDBEDRIJVEN SCHARRELHUISVESTING (VOORSCHRIFT 5C) INHOUDSOPGAVE TOELICHTING WEGING BIJ AFWIJKINGEN 2 G1. ALGEMEEN 3 G2. VOEDSELVEILIGHEID 3 G3. INRICHTING / DIERENWELZIJN
Nadere informatielandbouw en natuurlijke omgeving 2011 dierhouderij en -verzorging productiedieren CSPE KB minitoets bij opdracht 13
landbouw en natuurlijke omgeving 2011 dierhouderij en -verzorging productiedieren CSPE KB minitoets bij opdracht 13 variant a Naam kandidaat Kandidaatnummer Meerkeuzevragen - Omcirkel het goede antwoord
Nadere informatieVOERADVIES VOOR EFFICIËNTE VLEESVARKENSPRODUCTIE VOER- ADVIES TN50. April
VOERADVIES VOOR EFFICIËNTE VLEESVARKENSPRODUCTIE VOER- ADVIES TN50 April 2016 E-mail: info@topigsnorsvin.com www.topigsnorsvin.com Inleiding Topigs Norsvin heeft het voeradvies van de TN50 zeugen in beeld
Nadere informatie2 Huisvestingsvorm Volledig strooiselvloer 3 Drinkwater Drinkwatervoorziening voorzien van antimorssysteem 4a Verwarmings- en luchtcirculatiesysteem
Nummer systeem Naam systeem Diercategorie BWL 2010.13.V2 Systeembeschrijving van oktober 2011 Stal met luchtmengsysteem voor droging strooisellaag in combinatie met een warmtewisselaar Vleeskuikens, (groot-)
Nadere informatieProductfiches. Katten SCIENCE ANIMA S
Productfiches Katten SCIENCE ANIMA S Inhoud 1/2 INHOUD 1. 2. Com-Cat 30ml... Winmix 50g... 4-5 6-7 Inhoud 2/2 productfiche - Com-Cat 1/2 COM-CAT GEWICHTSCONTROLE SPIJSVERTERING - GLANZENDE VACHT COM-CAT
Nadere informatieVersie: 12-11-2012. Norm Welzijnsaspect / voorziening Normen kenmerk met 2 sterren Opmerking Interpretatie Sanctie Algemeen BLKA01 BLKA01A
VLEESKUIKENS Dierenwelzijnsnormen voor vleeskuikens met 2 sterren: Scharrelkip met uitloop De specifieke normen voor het kenmerk en de benodigde controle voor zover IKB daarin al niet voorziet, staan ook
Nadere informatie1.Interactie op-niveau x. 2.Dosis respons proef. MMM-4 Verminderen fosforverliezen bij vleeskuikens. Twee fosforexperimenten vleeskuikens 27/11/2013
MMM-4 Verminderen fosforverliezen bij vleeskuikens 26 november, 2013 Marinus van Krimpen, Paul Bikker, Age Jongbloed Twee fosforexperimenten vleeskuikens 1.Interactie op-niveau x Ca/oP-verhouding x groeisnelheid
Nadere informatieProefbedrijf voor de Veehouderij
Gebruik van strooisel en voeders met lager eiwitgehalte bij vleeskuikens Pluimvee nr. 43 Kris De Baere INLEIDING Op 27 september jl. organiseerde het Proefbedrijf voor de Veehouderij van de Provincie Antwerpen
Nadere informatieWater op het pluimveebedrijf
Water op het pluimveebedrijf Water is zeer belangrijk voor het pluimveebedrijf. In de eerste plaats als drinkwater voor de kippen, maar ook om de stallen te reinigen en eventueel af te koelen. Water heeft
Nadere informatieOpvang ééndagskuikens: adviezen uit de praktijk
proefbedrijf pluimveehouderij vzw Departement Economie, Streekbeleid en Europa Poiel 77-2440 Geel mededeling 91 PROEFBEDRIJF PLUIMVEEHOUDERIJ VZW Opvang ééndagskuikens: adviezen uit de praktijk Ine Kempen
Nadere informatieHYPOALLERGENIC DIET VOOR DE KAT
HYPOALLERGENIC DIET VOOR DE KAT Bij de behandeling van voedselovergevoeligheid zal uw dierenarts uw kat een speciale dieetvoeding voorschrijven. Royal Canin Hypoallergenic Diet is speciaal ontwikkeld voor
Nadere informatie2 Huisvestingsvorm Volledig strooiselvloer 3 Drinkwater Drinkwatervoorziening voorzien van antimorssysteem Verwarmings- en luchtcirculatiesysteem
Rav-nummer Naam systeem Diercategorie BWL 2011.13.V5 Systeembeschrijving van November 2017 Stal met warmteheaters met luchtmengsysteem voor droging strooisellaag Vleeskuikens (E 5.14), (groot-)ouderdieren
Nadere informatieDe onderhoudsbehoefte aan VEM en DVE kan berekend worden met de volgende formules:
2 Schapen 2.1 Onderhoudsbehoefte De onderhoudsbehoefte aan VEM en DVE kan berekend worden met de volgende formules: VEM onderhoud (per dag) = 30 x LG 0,75 DVE (onderhoud, inclusief wolgroei) (g/dag) =
Nadere informatieEEN EI HOORT ERBIJ. Literatuuronderzoek NLT
EEN EI HOORT ERBIJ Literatuuronderzoek NLT Voedingsdeskundigen Roshano Dewnarain, Lisa Hamminga, Ruben Bouwsma, Sarah Falcone V4b Natuur Leven en Techniek Begeleider: M.Wijnhold 1 Inhoudsopgave Inleiding...
Nadere informatieGastro-Intestinal Low Fat Diet
GASTRO-INTESTINAL LOW FAT DIET Voeding speelt een belangrijke rol bij de behandeling van maagdarmaandoeningen. Daarom zal uw dierenarts uw hond meestal een speciale dieetvoeding voorschrijven. Bij de behandeling
Nadere informatieSoycomil Soja-eiwitconcentraat
Soycomil Soja-eiwitconcentraat Algemeen Er zijn verschillende soja-eiwitconcentraten op de markt met onderling verschillende gehaltes aan eiwit en ruwe celstof. Soycomil is een hoogwaardige soja-eiwitconcentraat
Nadere informatieBenodigde minimumventilatie bij open en gesloten verwarmingssystemen bij vleeskuikens
Benodigde minimumventilatie bij open en gesloten verwarmingssystemen bij vleeskuikens Presentatie themamiddag vleeskuikens Hilko Ellen, André Aarnink, Jan van Harn 11 juni 214 Achtergrond Vleeskuikenstallen:
Nadere informatieSoja en sesam zijn te vervangen door regionale eiwitrijke grondstoffen in 100% biologisch leghennenvoer
Soja en sesam zijn te vervangen door regionale eiwitrijke grondstoffen in 100% biologisch leghennenvoer Berry Reuvekamp en Thea Fiks - van Niekerk Thea en Berry zijn onderzoekers bij Wageningen Livestock
Nadere informatieBrandwonden en voedingstherapie
Brandwonden en voedingstherapie Auteur: A. Meijer Vertaald/bijgewerkt: Nieuwsbrief: 1989 Pagina: 31-33 Jaargang: 5 Nummer: 1 Toestemming: Illustraties: Bijzonderheden: Kernwoorden: voeding brandwonden
Nadere informatieAan het einde van deze workshop weet u: Welke voedingsaspecten belangrijk zij bij de behandeling en preventie van wonden. Wat de gevolgen zijn van de
(potentiële) belangenverstrengeling Voor bijeenkomst mogelijk relevante relaties met bedrijven Sponsoring of onderzoeksgeld Honorarium of andere (financiële) vergoeding Aandeelhouder Andere relatie, namelijk
Nadere informatieFIBRE RESPONSE DIET. Droogvoeding Verpakking van 2kg, 7,5kg en 14kg
FIBRE RESPONSE DIET Voeding speelt een belangrijke rol bij de behandeling van maagdarmaandoeningen. Daarom zal uw dierenarts uw hond meestal een speciale dieetvoeding voorschrijven. Voor sommige maag-darmaandoeningen
Nadere informatieVoederwaarde-onderzoek Gras ingekuild Kuilkenner Excellent kuil 1
Onderzoek Onderzoek-/ordernummer: Datum verslag: 731267/002743994 22-07-2011 Oogstdatum: Datum monstername: Monster genomen door: Contactpersoon monstername: 16-05-2011 07-07-2011 Dick Huiberts: 0652002131
Nadere informatieSensitivity Control Diet voor de hond
SENSITIVITY CONTROL DIET Bij de behandeling van voedselovergevoeligheid zal uw dierenarts uw hond of kat een speciale dieetvoeding voorschrijven. Royal Canin Sensitivity Control Diet is speciaal ontwikkeld
Nadere informatie2 Paard en voeropname Gebit en speeksel Maag en darmorganen Afsluiting 20
Inhoud Voorwoord 5 Inleiding 6 1 Samenstelling voedermiddelen 11 1.1 Weenderananlyse 11 1.2 Droge stof en water 13 1.3 Anorganische stoffen 13 1.4 Organische stoffen 14 1.5 Afsluiting 15 2 Paard en voeropname
Nadere informatieReview forfaits vleeskuikenouderdieren Uitvoeringsregeling Meststoffenwet
Review forfaits vleeskuikenouderdieren Uitvoeringsregeling Meststoffenwet DATUM 27 mei 2014 AUTEUR Dr. Ir. C.M. Groenestein Karin Groenestein, Bert Ipema, Age Jongbloed en Rick Emous Wageningen UR Livestock
Nadere informatie2 Huisvestingsvorm Volledig strooiselvloer 3 Drinkwater Drinkwatervoorziening voorzien van antimorssysteem Verwarmings- en luchtcirculatiesysteem
Nummer systeem Naam systeem Diercategorie BWL 2010.13.V5 Systeembeschrijving van Juli 2015 Stal met luchtmengsysteem voor droging strooisellaag in combinatie met een warmtewisselaar Vleeskuikens, (groot-)
Nadere informatieMS Semen Storage Pro
MS Semen Storage Pro 150 4508425 NL MS Semenstorage PRO 150 Gebruiksaanwijzing... 3 4508425/11-01-2016/F Inhoud MS Semen Storage Pro 150... 1 Bepalingen... 3 Introductie... 4 MS Semen Storage... 5 Aanbevelingen...
Nadere informatieVeer- en huidbeschadigingen door het achterwege laten van ingrepen bij vleeskuikenouderdieren
Veer- en huidbeschadigingen door het achterwege laten van ingrepen bij vleeskuikenouderdieren J. W. van der Haar, onderzoeker vermeerdering A. van Voorst, onderzoeker diergezondheidszorg Bij het Praktijkonderzoek
Nadere informatieStandaardprocedure. A-V1 Optimalisatie van het ventilatiesysteem
Standaardprocedure A-V1 Optimalisatie van het ventilatiesysteem Deel 1: Dimensionering en instellingen (in te vullen per afdeling) Stap 1: Ventileer niet te weinig en niet te veel! Bepaal met behulp van
Nadere informatieVoorschriften IKB Ei Legeindbedrijven, vrije uitloop, versie 3.2
BIJLAGE IIId: VOORSCHRIFTEN LEGEINBERIJVEN, VRIJE UITLOOP (BEHORENE BIJ BIJLAGE 1 VOORSCHRIFTEN IKB EI) Het bestuur van de Stichting IKB Ei heeft, gelet op Artikel 12 van de Algemene Voorwaarden IKB Ei
Nadere informatielandbouw en natuurlijke omgeving dierhouderij en -verzorging productiedieren CSPE BB
Examen VMBO-BB 2014 gedurende 240 minuten landbouw en natuurlijke omgeving dierhouderij en -verzorging productiedieren CSPE BB Naam kandidaat Kandidaatnummer Bij dit examen horen een bijlage, een uitwerkbijlage
Nadere informatieEvaluatie, Leerpunten en Plannen Perfecte Roos Energiezuinig geteeld. 31-10-2014, Arie de Gelder
Evaluatie, Leerpunten en Plannen Perfecte Roos Energiezuinig geteeld 31-10-2014, Arie de Gelder Opmerkingen vooraf De genoemde punten staan open voor discussie Er is geen prioriteit in de volgorde Als
Nadere informatieRaad van de Europese Unie Brussel, 12 mei 2016 (OR. en)
Raad van de Europese Unie Brussel, 12 mei 2016 (OR. en) 8540/16 ADD 1 REV 1 DENLEG 34 AGRI 222 SAN 162 BEGELEIDENDE NOTA van: de Europese Commissie ingekomen: 10 mei 2016 aan: het secretariaat-generaal
Nadere informatie2 Huisvestingsvorm Volledig strooiselvloer 3 Drinkwater Drinkwatervoorziening voorzien van antimorssysteem Verwarmings- en luchtcirculatiesysteem
Nummer systeem Naam systeem Diercategorie BWL 2010.13.V6 Systeembeschrijving van November 2017 Vervangt BWL 2010.13.V5 van Juli 2015 Stal met luchtmengsysteem voor droging strooisellaag in combinatie met
Nadere informatieVerwarming vleeskuikenstallen
Verwarming vleeskuikenstallen Kris De Baere, Jenny Löffel 15 juni 2011 1 Verwarmingssystemen Directe systemen: verbrandingsproces in stal zelf Warmtekanon => meest gebruikte verwarmingssysteem - zonder
Nadere informatielandbouw en natuurlijke omgeving dierhouderij en -verzorging productiedieren CSPE KB
Examen VMBO-KB 2014 gedurende 200 minuten landbouw en natuurlijke omgeving dierhouderij en -verzorging productiedieren CSPE KB Het examen landbouw en natuurlijke omgeving CSPE KB bestaat uit twee deelexamens
Nadere informatieBijlage 12: Beoordelingssysteem vleeskuikens
IKB KIP Beoordelingssysteem vleeskuikens IKB Kip Bijlage 12: Beoordelingssysteem vleeskuikens Het bestuur van het Productschap Pluimvee en eieren heeft, gelet op Bijlage 1.1B Voorschriften IKB Kip slachterijen
Nadere informatieStalklimaat en ventilatie Gevolgen bij varkens. R. Geers FBIW Biosystemen DVK ZTC
Stalklimaat en ventilatie Gevolgen bij varkens R. Geers FBIW Biosystemen DVK ZTC Inhoud Inleiding Definitie van een slecht klimaat Waarom ventileren? Hoe ventileren? Normen Capaciteit Luchtinlaatoppervlakte
Nadere informatiekonijnen- en caviavoeders
Kwekersgamma konijnen- en caviavoeders tuin dier bakplezier Kwekersgamma konijnenvoeders Rabbit Breed pellet 345 20 kg Rabbit Allround pellet 346 10 kg en 20 kg Rabbit Allround FINISH pellet 347 20 kg
Nadere informatieDeLaval waterdrinkbakken Meer water betekent meer melk
DeLaval waterdrinkbakken Meer water betekent meer melk 2 Meer water betekent al haar drinkbehoeftes kennen Verhoogde wateropname verbetert de melkproductie Melk bestaat uit bijna 90% water, dus het is
Nadere informatie