Proefverslag 310 HET GESCHEIDEN VOEREN VAN SLACHTKUIKENOUDERDIEREN - TURBOVOER, MEEL, KRUIMEL. Inleiding. Proefopzet Doel van de proef

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Proefverslag 310 HET GESCHEIDEN VOEREN VAN SLACHTKUIKENOUDERDIEREN - TURBOVOER, MEEL, KRUIMEL. Inleiding. Proefopzet Doel van de proef"

Transcriptie

1 Proefverslag 310 HET GESCHEIDEN VOEREN VAN SLACHTKUIKENOUDERDIEREN - TURBOVOER, MEEL, KRUIMEL (proef PMB-29; Hypeco-II; PV-310; Y1991) auteurs: ir. H.P. Stappers dr. H.A. Vahl september 1991 Inleiding Het gescheiden voeren van de hanen en de hennen heeft in de praktijk op veel bedrijven ingang gevonden. De bevruchting, vooral in het laatste deel van de legperiode, is daardoor verbeterd. Op het ogenblik is nog onvoldoende bekend tot welk niveau de hanen beperkt kunnen worden, met andere woorden bij welk lichaamsgewicht houden de huidige fokhanen een hoog bevruchtingspercentage tot het einde toe vol. Ook is nog onvoldoende bekend of de fokhanen op een aangepast hanenvoer, met minder Ca en eiwit, tot betere bevruchtingsresultaten in staat zijn. Van belang is verder te weten hoeveel voer de huidige moederdieren tijdens de leg minimaal nodig hebben en bij welk voerniveau de eiproductie daalt. Vanaf de productietop tot het einde van de leg nemen moederdieren gemiddeld ruim een halve kilo in gewicht toe. Dit is veel vergeleken met hennen van lichte legrassen, die meestal maar zo'n 200 g groeien na de productietop. In de praktijk worden de moederdieren in hoofdzaak op basis van legpercentage gevoerd. Zo rond de productietop wordt de voergift echter vaak tijdelijk verhoogd, in de hoop nog een hogere top te krijgen. De hennen worden dan onnodig zwaar, waardoor de hoeveelheid onderhoudsvoer voor de rest van de legperiode ook onnodig wordt verhoogd. Actueel is verder de toegenomen belangstelling voor het pelleteren van het foktoomvoer, met name om het voer als mogelijke infectiebron voor Salmonella uit te sluiten en ook om de discussie daaromheen naar de achtergrond te dringen. Tot nu toe is nog weinig ervaring opgedaan met geperst voer bij slachtkuikenmoederdieren, vandaar dat in dit onderzoek ook de vergelijking meelkruimel is opgenomen. Bij leghennen en ook slachtkuikenmoederdieren is de laatste jaren onderzoek verricht naar factoren die het eigewicht en de eisamenstelling kunnen beïnvloeden. Vooral het verhogen van het eigewicht in de eerste fase van de leg is bij slachtkuikenmoederdieren economisch aantrekkelijk, omdat daardoor het aantal broedeieren per hen kan worden verhoogd. Eén broedei brengt immers ruim 25 ct méér op dan een te klein ei dat voor de consumptie bestemd wordt. Door het toepassen van fasenvoedering kan aan de eigewicht-verhogende factoren speciaal aandacht worden geschonken. Proefopzet Doel van de proef 1. Het eigewicht verhogen in de eerste fase van de leg via een voer met extra eiwit, zetmeel, linolzuur en fosfor (turbovoer). 2. Het vergelijken van het effect van meel en kruimel. 3. De invloed nagaan van het gescheiden voeren van hanen en hennen, waarbij de gescheiden gevoerde hanen sterk worden gerantsoeneerd.

2 4. De invloed nagaan van een speciaal hanenvoer, dat minder Ca en eiwit bevat. 5. De invloed nagaan van verschillende rantsoeneringsniveaus bij de hennen in de tweede fase van de legperiode, namelijk na 30 weken. Proefbehandelingen voermethode eerste fase tweede fase 23 t/m 30 weken 31 t/m 59 weken voer voer groei g/d/d hennen hanen hennen hanen hennen 1. gescheiden A H A H 0,5 2. gescheiden A H A H 1,25 3. gescheiden A H A H 2,0 4. gescheiden A A A A 2,0 5. samen kr A A A A 2,0 6. samen m Am Am Am Am 2,0 7. samen kr B B A A 2,0 8. samen m Bm Bm Am Am 2,0 voersoort: A = normaal foktoomvoer (kruimel): controle Am = normaal foktoomvoer (meel) B = turbovoer (kruimel) Bm = turbovoer (meel) H = hanenvoer (kruimel) Het turbovoer bevatte: extra eiwit, zetmeel en linolzuur, een laag Ca-gehalte en een hoog bp-gehalte. Tabel 1 Samenstelling en berekende gehalten van de proefvoeders foktoomvoer turbovoer hanenvoer A B H diermeel destructievet 4,35-0,35 erwten 44 % zetmeel 5-9,30 luzerne 15 % re 2,50 2,50 4 maïsvoermeel USA-vetarm maïsglutenvoer < 20 % re 7,50 5,50 - maïs ,70 sojabonen getoost - - 1,10 sojaolie - 1,42 - sojaschroot I/U 48 % re 5,10 18,23 - tarwegries tapioca 66 % zetm. 11,15-16,78 tarwe 13, tarwegries vismeel 66 % re zonneblschr. 33 % re 7 2,30 1,25

3 lysine 78 % - - 0,07 krijt 7,60 6,35 0,70 methioninepremix (393) - 0,65 - monocalciumfosfaat 0,30 1,05 0,75 legpremix (LF 81) totaal 100,00 100,00 100,00 berekende gehaltes (g/kg): vocht as re linolzuur 13,6 20,7 12,8 rvet rc Ca 35,3 30,0 8,3 P 5,9 6,4 5,7 Na 1,9 1,6 1,4 zetmeel verteerbaar lysine 5,7 7,2 4,5 verteerbaar methionine 3,3 4,3 2,7 verteerbaar meth.+cyst. 5,3 6,7 4,3 beschikbaar P 3,6 4,3 3,6 K 7,1 7,4 6,7 OE-leg, kcal/kg Voor zowel het foktoomvoer als het turbovoer was de samenstelling van het kruimel- en meelvoer gelijk. Proefdieren Hypeco II-moederdieren Hypeco-fokhanen 32 afdelingen, elk met 60 hennen en 6 hanen. 8 reserve-afdelingen, elk met + 20 hennen en 6 hanen. Opfok: 0 t/m 18 weken uitbesteed via CPI/Hypeco op een opfokbedrijf te Wierden. De dieren werden gerantsoeneerd volgens Hypeco-normen. Entingen geschiedden in overleg met De Schothorst. Proefperiode geboren: 11 april weken: 14 augustus (ontvangst op De Schothorst) 59 weken: 29 mei 1990 (einde proef)

4 Voersysteem De hennen ontvingen, zoals gebruikelijk op De Schothorst, het voer uit ronde voertonnen. Om de hanen uit deze bakken te weren, werd een vlakke gril boven de voeropening geplaatst met doorlaatopeningen van 5 x 5 cm (systeem van proefbedrijf Delden). De hanen, die apart werden gevoerd, ontvingen het voer in Laco-driepoots-hanenbakken, die in de hoogte verstelbaar waren (hoogte + 45 cm). Voerschema Van 18 t/m 22 weken ontvingen alle dieren opfokmeel II (praktijksamenstelling). Het sturen van de gewichtstoename van de hennen na 30 weken geschiedde op basis van de formule van Grimbergen - Stappers: gr. voer = 25 G + 2,5 ΔG + 0,96 E + 1,6 (20-T) + 24 G ΔG E T = kg lichaamsgewicht = g groei/hen/dag = g eimassa/hen/dag = C temperatuur in het hok Het sturen van de voeropname van de hennen van 18 t/m 30 weken gebeurde op de gebruikelijke wijze, namelijk: 19e week 83 g 20e week 88 g 21e week 90 g 22e week 93 -> 111 (3 g/d/d toename) 23e week 114 -> 132 (3 g/d/d toename) 24e week 135 -> 145 (3 g/d/d toename tot 145 g) De hennen ontvingen deze 145 g voer per dag tot dat het legpercentage 60% bedroeg. Daarna steeg de voeropname met 0,5 g per 1% leg meer tot de productietop. Deze top viel rond de 30e week. Het berekende OE-gehalte van alle voeders bedroeg 2775 kcal, dus ook dat van de meelvoeders. Normaal bevatten de meelvoeders 2825 kcal, dus 50 kcal meer. Door het pelleteren ligt de OE van de kruimel gemiddeld + 50 kcal hoger. Om de OE-opname van meelen kruimelvoer gelijk te houden, moest van het meelvoer 1,8% meer worden verstrekt. Vanaf 22 weken werd daarom bij behandeling 6 en 8 (meelgroepen) de hoeveelheid voer met een factor 1,018 vermenigvuldigd. De apart gevoerde fokhanen werden als volgt beperkt gevoerd: 19e week 20e week 21e week 22e week 23e week 100 g 105 g 115 g 125 g 135 g Na 23 weken werd deze 135 g gehandhaafd. Voor de hanen, die samen met de hennen uit dezelfde voerbakken mochten eten, werd de verstrekte hoeveelheid voer gelijk gesteld aan die van de hennen. Verlichting In de 19e en 20e week ontvingen de dieren 10 uur licht per etmaal. In de 21e week werd de daglengte op 14 uur gebracht. Deze 14 uur werd gehandhaafd tot het einde van de proef. Het licht ging aan om 3 uur 's morgens en uit om 5 uur 's middags. Proefmetingen

5 1. Voeropname van hanen en hennen, uitval. 2. Eigewicht (ook kleiner dan 50 g), aantal eieren. 3. Broedresultaten vanaf 26 weken; 1x per week door Cobroed (150 eieren/w. per afdeling). 4. Eisamenstelling op 30 weken bij de behandelingen 5 t/m 8, 20 eieren per behandeling. 5. Lichaamsgewicht van hanen en hennen op 20, 30, 40, 50 en 59 weken. 6. Analyses proefvoeders: re, rc, rv, zetmeel, linolzuur, Ca, P en vocht. 7. Tijdens de leg elke 9 à 10 weken bloedtiteronderzoek. Resultaten en discussie De proef had een goed verloop. De productietop bedroeg 81,5%. De uitval bij de hennen was 5,1% en bij de hanen 10,6%. De belangrijkste oorzaken van uitval waren leucosecomplex 22,3%, buikvliesontsteking 15,5% en leverruptuur 12,4%. De analyse-uitkomsten van de proefvoeders staan in tabel 2. Tabel 2 Analyse-uitkomsten van de proefvoeders (g/kg) controlevoer turbovoer hanenvoer A Am B Bm H kruimel meel kruimel meel kruimel n=11 n=10 n=2 n=2 n=4 vocht re rv rc zetmeel linolzuur 10,0 9,9 15,4 15,4 8,9 Ca 33,7 34,8 28,1 29,2 8,7 P 5,8 5,8 6,5 6,7 5,6 De analyse-uitkomsten stemden goed overeen met de berekende gehalten. Alleen de zetmeelgehalten en linolzuurgehalten kwamen gemiddeld lager uit. Het linolzuurgehalte heeft betrekking op de nieuwe tabelcijfers. Eerste fase De proefuitkomsten van de 1e fase (23 t/m 30 weken) staan in tabel 3. Tabel 3 Proefuitkomsten 1e fase (23 t/m 30 weken) gescheiden gevoerd samen gevoerd normaal (kruimel) normaal turbo AH AH AH AA kruim. meel kruim. meel ksv ,05 lichaamsgewicht (g) hennen,20 w w hanen,20 w w

6 voeropname pr dag (g) 23 t/m 30 w. hennen 146,7 147,1 147,6 147,6 147,2 149,1 147,9 149,5 0,7 hanen 135,0 135,0 135,0 135,0 147,2 149,1 147,9 149,5 0,5 50 % leg, dagen 170,5 171,1 169,5 171,5 171,8 169,5 168,8 170,3 2,2 prod. top % 78,4 83,7 81,6 84,3 82,6 76,9 85,0 79,8 4,4 leg % 23 t/m 30 w. 62,7 64,3 66,8 67,0 64,0 62,0 69,2 63,2 4,4 eigew. 23 t/m 30 w (g) 52,0 52,1 51,4 52,0 51,8 52,1 52,6 53,6 0,7 eieren per hen 1 ) < 50 g 13,0 10,5 12,6 11,0 11,1 10,2 10,2 8,0 3,4 > 50 g 26,9 30,5 29,7 31,7 29,9 29,3 33,5 32,1 4,2 eisamenstelling 30 w.: eigew. vers (g) 55,4 55,6 57,3 58,3 0,7 eigew. gekookt (g) 54,0 54,4 56,0 56,9 0,6 % schaal t.o.v gekookt gewicht 10,9 10,9 10,7 10,9 0,7 % wit " 59,2 59,5 59,4 59,4 1,3 % dooier " 29,9 29,6 29,9 29,8 1,6 wit/dooier-verh. 1,98 2,01 1,99 2,00 0,15 bevruchtings-% 94,4 94,7 93,1 92,6 94,9 92,9 93,0 93,7 2,7 vitale kuikens van de inleg % 86,8 86,9 85,5 85,1 86,2 83,7 83,9 85,9 3,1 1 ) Het aantal eieren kleiner en groter dan 50 g had betrekking op de periode van 22 t/m 31 weken. Na de 30e week kwamen er nog enkele te kleine eieren voor. Om zeker te zijn dat alle eieren het minimum broedeigewicht zullen bereiken, verdient het aanbeveling in de praktijk de eerste fase iets langer te kiezen dan 30 weken, bijv. tot 32 weken. Effect turbovoer Het turbovoer verhoogde het eigewicht gemiddeld met 1,2 g en gaf per hen 3,2 broedeieren meer. Een deel van dit grotere aantal broedeieren werd veroorzaakt door een iets hoger legpercentage. De eisamenstelling veranderde niet wezenlijk. Het schaalpercentage en de wit/dooier-verhouding bleven gelijk. Het hogere eigewicht werd dus verkregen door een evenredige toename van zowel wit, dooier als eischaal. Het turbovoer had geen invloed op de broedresultaten. De bevruchting, de uitkomst en de vitaliteit van de kuikens was goed bij alle proefgroepen. Het turbovoer gaf naast een iets hoger legpercentage ook een iets hoger lichaamsgewicht. Een verklaring voor dit hogere lichaamsgewicht zou kunnen zijn, dat de hennen met het normale foktoomvoer veel meer vet kregen aangeboden dan dat ze in het ei konden aanzetten. De vetopname bedroeg immers 10,6 g per hen per dag en de vetaanzet in de eieren bedroeg slechts 3,1 g per hen per dag. Dit betekent dat veel meer dan de helft van het opgenomen vet niet werd gebruikt voor vetaanzet en dus niet voor de gebruikelijke opwaardering in aanmerking kwam. Bij het turbovoer bedroeg de gemiddelde vetopname 6,7 g per hen per dag en de aanzet in de eieren 3,4 g. Hier was de overmaat aan vet dus duidelijk minder groot. Een betere benutting van de energie uit het turbovoer zou dus kunnen leiden tot een grotere gewichtstoename van de hennen. De voeropname was immers gelijk. In een proef met leghennen op de batterij (PLC-28, PV-311), waar ad libitum werd gevoerd, werd eenzelfde effect gezien. Daar gaf

7 een vetrijk voer een hogere voeropname en bleef desondanks het lichaamsgewicht gelijk. Het achterblijven van het legpercentage in de eerste fase van de leg bij de behandelingen op normaal foktoomvoer zou kunnen wijzen op een gering eiwittekort. In deze periode vertoonden de hennen, naast het stijgen van de eiproductie, ook nog een flinke lichaamsgroei. Effect meel-kruimel Opvallend was dat het legpercentage bij de meelgroepen minder hoog piekte dan bij de kruimelgroepen. Het eigewicht was daarentegen juist hoger bij de meelgroepen. Effect van het gescheiden voeren De hanen die gescheiden werden gevoerd, ontvingen vanaf de 23e week steeds 135 g voer per dag. Dit was beduidend minder dan de hoeveelheid die de niet-gescheiden gevoerde hanen opnamen. Op 30 weken waren deze laatsten dan ook al een halve kilo zwaarder. Van een overgewicht was echter nog geen sprake, want de bevruchting was goed. Tweede fase De proefuitkomsten van de 2e fase (31 t/m 59 weken) staan in tabel 4. Tabel 4 Proefuitkomsten 2e fase (31 t/m 59 weken) gescheiden gevoerd samen gevoerd voersoort AH AH AH AA AA AmAm AA AmAm ksv daggroei 0,5 1,25 2,0 2,0 2,0 2,0 2,0 2,0 behand ,05 31 t/m 40 w. voer/hen/dag (g) 144,7 148,7 150,0 151,8 150,1 151,0 151,0 152,7 2,7 voer/haan/dag (g) 135,0 135,0 135,0 135,0 150,1 151,0 151,0 152,7 1,5 gewicht (g): hennen 40 w hanen 40 w leg % 70,9 74,4 72,9 76,2 75,1 70,9 72,8 71,2 5,8 eigewicht (g) 58,9 59,1 58,7 59,2 58,8 59,5 59,5 60,2 0,7 bevruchtings-% 92,9 92,8 92,9 93,8 94,4 94,7 94,5 93,8 3,4 vitale kuikens v. inleg % 87,0 87,9 88,0 88,0 88,4 89,2 89,2 88,0 3,3 41 t/m 50 w. voer/hen/dag (g) 141,9 147,0 149,4 150,5 149,2 151,9 148,7 152,0 3,3 voer/haan/dag (g) 135,0 135,0 135,0 135,0 149,2 151,9 148,7 152,0 2,1 gewicht (g): hennen 50 w hanen 50 w leg % 63,3 65,0 62,9 64,3 63,4 62,3 61,2 62,2 5,3 eigewicht (g) 63,0 63,4 63,1 63,6 63,2 64,0 63,4 64,0 0,7 bevruchtings-% 91,2 90,9 92,7 93,0 93,8 91,8 92,1 90,4 5,3 vitale kuikens v. inleg % 83,7 84,0 86,7 85,6 86,3 84,8 84,7 84,1 5,1 51 t/m 59 w.

8 voer/hen/dag (g) 139,2 144,3 147,1 147,9 147,3 149,2 147,3 150,9 3,3 voer/haan/dag (g) 135,0 135,0 135,0 135,0 147,3 149,2 147,3 150,9 2,2 gewicht (g): hennen 59 w hanen 59 w leg % 56,2 55,9 53,1 53,1 55,3 52,9 54,3 54,5 5,0 eigewicht (g) 65,5 66,1 65,6 66,5 65,4 66,5 65,6 66,3 0,8 bevruchtings-% 91,3 89,3 89,9 89,8 85,0 85,6 86,2 86,1 5,0 vitale kuikens v. inleg % 78,9 77,9 79,1 77,0 73,6 73,9 74,0 75,5 4,9 23 t/m 59 w. voer/hen/dag (g) 143,1 146,9 148,6 149,6 148,6 150,4 148,9 151,4 1,5 voer/haan/dag (g) 135,0 135,0 135,0 135,0 148,6 150,4 148,9 151,4 1,5 uitval hennen % 6,8 5,9 4,0 3,6 4,4 2,9 7,2 6,0 3,4 uitval hanen % 8,3 16,6 12,5 12,5 4,2 5,7 16,7 8,3 15,0 leg % 63,5 65,3 64,1 65,4 64,7 62,3 64,5 63,0 4,3 eieren per hen 164,6 169,1 166,1 169,5 167,6 161,4 167,1 163,3 11,1 bevruchtings-% 92,2 91,6 92,1 92,4 91,9 91,3 91,5 90,8 3,8 vitale kuikens v. inleg % 83,9 84,1 85,0 84,2 83,8 83,3 83,3 83,4 3,5 AH: A was het voer voor de hennen; H het voer voor de hanen. Effect meel-kruimel Om dit effect goed te kunnen beoordelen, moeten de behandelingen met worden vergeleken. De belangrijkste uitkomsten van die vergelijking staan in tabel 5. Tabel 5 Het effect van meel en kruimel op de proefresultaten tijdens 2e fase van de leg (31 t/m 59 w.) kruimel meel significant beh. 5+7 beh. 6+8 lichaamsgewicht (g) hennen 30 w hennen 59 w * hanen 30 w hanen 59 w legpercentage 31 t/m 59 w. 63,7 62,3 eigewicht 31 t/m 59 w. 62,6 63,4 * voer per hen per dag 31 t/m 59 w. 148,9 151,3 bevruchtingspercentage 31 t/m 40 w. 94,5 94,3 bevruchtingspercentage 41 t/m 50 w. 93,0 91,1 bevruchtingspercentage 51 t/m 59 w. 85,6 85,9 bevruchtingspercentage 27 t/m 59 w. 91,7 91,1 vitale kuikens v. inleg % 31 t/m 59 w. 82,7 82,6

9 De hennen op het meelvoer werden geleidelijk aan zwaarder dan die op het kruimelvoer. Ook het eigewicht was gedurende de hele legperiode hoger. Het legpercentage was in de 2e fase bijna gelijk. De 50 kcal OE-winst, die wij aan het pelleteren hadden toegeschreven en waarvoor gecorrigeerd werd door 1,8% minder voer te verstrekken, is waarschijnlijk iets overschat in deze proef. Het kruimelvoer gaf iets natter strooisel. Het voer was namelijk iets sneller op. Met de waterrantsoenering had daar rekening mee moeten worden gehouden. In onze proefstal was het echter niet mogelijk voor elk proefhokje apart de drinktijd te regelen. De broedresultaten werden niet beïnvloed door de structuur van het voer. Effect van het gescheiden voeren Om dit effect te kunnen beoordelen moeten de behandelingen 4 en 5 met elkaar worden vergeleken. De belangrijkste uitkomsten van die vergelijking staan in tabel 6. Tabel 6 Het effect van het gescheiden voeren en rantsoeneren van de hanen hanen hanen beperkt onbeperkt sign. (gescheiden gevoerd) (niet gescheiden gevoerd) beh. 4 beh. 5 lichaamsgewicht hanen (g): 30 weken ** 40 weken ** 50 weken ** 59 weken ** voer/haan/dag (g) 31 t/m 59 w. 135,0 148,9 ** lichaamsgewicht hennen 59 w. (g) ** voer/hen/dag (g) 31 t/m 59 w. 150,1 148,9 eieren per hen 31 t/m 59 w. 131,8 131,8 bevruchtingspercentage: 31 t/m 40 w. 93,8 94,4 41 t/m 50 w. 93,0 93,8 51 t/m 59 w. 89,8 85,0 * vitale kuikens van inleg (%): 31 t/m 40 w. 88,0 88,4 41 t/m 50 w. 85,6 86,3 51 t/m 59 w. 77,0 73,6 De beperkt gevoerde hanen waren op 59 weken 774 g lichter. Een gunstig effect van dit lagere gewicht op het bevruchtingspercentage was alleen aanwezig in het laatste gedeelte van de legperiode. Wij hebben de indruk, op grond van de tot nu toe door ons uitgevoerde proeven en ook op basis van gegevens uit de praktijk, dat de bevruchting achteruit gaat als de hanen het gewicht van + 5 kg naderen en zeker als ze er overheen gaan. Het treden en ook het voltooien van de paring gaat dan minder goed. De hennen van de niet-gescheiden gevoerde behandeling waren op 59 weken 245 g lichter. De hoeveelheid voer die de hennen kregen toegediend, was bij beide behandelingen praktisch gelijk. Dit betekent dat de hanen, die samen met de hennen konden eten, meer voer hebben opgenomen dan de hennen. De aanname dat een fokhaan evenveel voer opneemt als een hen in productie, bleek niet te kloppen. Op basis van het lichaamsgewicht, in vergelijking met de behandelingen 1 en 2 waar een sterkere voederbeperking werd toegepast, kan worden geschat dat de hennen zeker 4 g minder voer hebben opgenomen dan werd gedoseerd. Dat zou betekenen dat de hanen + 40 g voer per dag méér hebben opgenomen (10 hennen op 1 haan), namelijk g per dag.

10 Het gescheiden voeren van de hennen had geen negatief effect op het legpercentage. De gril was zo groot dat geen beschadiging optrad aan ogen, kam en lellen. Effect van het speciale hanenvoer In 1987 zijn bij Hypeco I-ouderdieren verschillende hanenvoeders getest, die varieerden in eiwitgehalte en die allemaal een laag Cagehalte hadden. De resultaten met deze speciale hanenvoeders waren niet beter dan die met het normale foktoomvoer (PV-254). Omdat de hanen op de speciale hanenvoeders toen verschillend gerantsoeneerd werden en de hanen op het foktoomvoer met de hennen konden mee-eten, was een eerlijke vergelijking niet goed mogelijk. In deze proef is daarom het speciale hanenvoer getest bij de gescheiden gevoerde hanen, die namelijk allemaal evenveel voer kregen (tabel 7). Tabel 7 Het effect van het speciale hanenvoer normaal speciaal foktoomvoer hanenvoer sign. beh. 3 beh. 4 gewicht hanen (g) 59 w * voer/haan/dag (g) w gewicht hennen (g) 59 w eieren per hen w. 169,5 166,1 bevruchtingspercentage w. 92,4 92,1 percentage afleverbare w. 84,2 85,0 kuikens (van de inleg) De hanen op het normale foktoomvoer bleven in gewicht achter. Een verklaring hiervoor kan zijn dat de energie uit het voer iets minder goed werd benut, namelijk om de volgende twee redenen: 1. Vanwege het negatieve effect van het hoge Ca-gehalte op de vetvertering. Kalk kan met vetzuren, vooral de verzadigde, onoplosbare zepen vormen die niet kunnen worden verteerd. Het normale foktoomvoer bevatte meer Ca en vet dan het speciale hanenvoer. 2. Vanwege de opwaardering van de OE van vet met 15%. In de Veevoedertabel is de OE van vet voor leghennen met 15% verhoogd, omdat opgenomen vet dat voor vetaanzet wordt gebruikt (dooiervet), efficiënter wordt benut dan koolhydraten. Koolhydraten, die bestemd worden voor vetaanzet, moeten in de lever eerst worden omgebouwd tot vet en dat kost energie. Fokhanen, die geen dooiervet vormen, hebben dus eerder een overmaat aan vet dan de hennen. Het normale foktoomvoer bevatte ruim tweemaal zoveel vet dan het speciale hanenvoer. De bevruchting en het aantal afleverbare kuikens werd echter niet negatief beïnvloed. Een iets lichtere fokhaan is eerder een voordeel dan een nadeel. De angst dat door het hoge Ca-gehalte en het hoge eiwitgehalte nattere mest zou ontstaan, met als gevolg cloaca-bevuiling en lagere bevruchting, bleek ongegrond. Effect van de extra voederbeperking bij de hennen Bij de behandelingen 1, 2 en 3 werd met behulp van de formule van Grimbergen-Stappers de gewichtstoename van de hennen na 30 weken gestuurd. Deze formule is gebaseerd op balansstudies en respiratie-onderzoek. Gestreefd werd naar een groei van respectievelijk 0,5; 1,25 en 2 g per hen per dag. Deze daggroei werd echter ruim overschreden (tabel 8). Tabel 8 Effect van de verschillen in gewichtstoename van de hennen in de periode van 31 t/m 59 weken

11 nagestreefde daggroei (g) 0,5 1,25 2,0 beh. 1 beh. 2 beh. 3 gewicht hennen (g) 30 w gewicht hennen (g) 59 w groei (g) 31 t/m 59 w daggroei 31 t/m 40 w. 3,3 4,5 4,5 daggroei 41 t/m 50 w. 3,1 3,4 4,3 daggroei 51 t/m 59 w. 0,2 1,6 2,1 daggroei 31 t/m 59 w. 2,3 3,2 3,7 voer/hen/dag (g) 31 t/m 59 w. 141,7 146,8 148,9 leg-% 31 t/m 59 w. 63,5 65,1 63,0 bevruchtings-% 31 t/m 59 w. 91,8 91,0 91,8 afleverbare kuikens % van inleg 31 t/m 59 w. 83,2 83,3 84,6 De werkelijke daggroei werd met het vorderen van de leeftijd geleidelijk minder. Dit heeft te maken met de aard van de aanzet. In het eerste deel van de legperiode heeft nog weefsel- en spiergroei plaats, bestaande uit + 20% eiwit en + 80% water. In het laatste deel van de legperiode vindt overwegend vetaanzet plaats. Dit vraagt veel meer energie. Immers 1 g eiwit bevat 5,7 kcal en 1 g vet bevat 9,3 kcal. Daar komt nog bij dat de hennen met het vorderen van de legperiode steeds kaler worden, waardoor steeds meer lichaamswarmte door uitstraling via de huid verloren gaat. De factor 2,5 ΔG in de formule geldt dus niet voor de gehele legperiode, en is voor de eerste helft van de legperiode te hoog. In een volgende proef, waar het thema voederbeperking bij hennen opnieuw aan de orde komt, moet deze factor dus aan het leeftijdstraject worden aangepast. Interessant was dat de extra voerbeperking van 7,2 g voer (beh. 1 ten opzichte van 3) niet geleid heeft tot een negatief effect op de eiproductie en de broedresultaten. Deze 7,2 g per dag betekende een besparing van 1,5 kg voer per hen over de gehele legperiode. Waarschijnlijk kan er nog meer voer worden bespaard, want de hennen groeiden in de periode van 31 t/m 59 weken nog ruim 450 g. Vergeleken met leghennen is dat erg veel. Het is van belang te weten waar de ondergrens ligt, dus dat voerniveau waarbij de keuze voor behoud van groei nog niet ten koste gaat van de eiproductie. Opvallend was verder dat de hanen van de behandelingen 1, 2 en 3, alhoewel ze evenveel voer kregen toegediend, niet even zwaar waren. Ze waren lichter naarmate de hennen strenger werden gerantsoeneerd. Dit betekent, dat de scheiding van de voeropname via het voedersysteem niet voor 100% is geslaagd. Samenvatting In een proef met ruim 2000 Hypeco-II slachtkuikenmoederdieren werd de invloed nagegaan van verschillende voederhoeveelheden op de prestaties van de hennen en die van de hanen. De belangrijkste uitkomsten zijn hier in het kort samengevat. 1. Een turbovoer van 23 t/m 30 weken, dat extra eiwit, extra zetmeel, extra linolzuur, extra P en minder Ca bevatte, verhoogde het eigewicht met 1,2 g. Het aantal broedeieren (>50 g) steeg daardoor met 3,2 stuks. De eisamenstelling en de broedresultaten werden door het turbovoer niet wezenlijk beïnvloed. 2. De vergelijking meel-kruimel viel ten gunste van de kruimel uit. Het legpercentage was gedurende de eerste fase van de legperiode iets beter. Het strooisel werd op het kruimelvoer iets natter, maar dit had geen negatief effect op de broedresultaten. De hennen op het kruimelvoer bleven in gewicht iets achter. Dit betekent dat de 50 kcal OE-winst, die aan het pelleteren wordt toegeschreven, in deze proef iets te hoog was ingeschat. 3. Een apart hanenvoer met minder eiwit en minder Ca gaf geen betere bevruchting. D e hanen werden wel iets zwaarder, waarschijnlijk door een betere energiebenutting (Ca/vet-effect). 4. De hanen die via gescheiden voedering sterk werden gerantsoeneerd, bereikten een eindgewicht van 4,1 kg. De onbeperkt gevoerde hanen wogen toen 4,9 kg. Bij de gerantsoeneerde hanen was aan het einde van de legperiode (51 t/m 59 w.) de

12 bevruchting + 5% beter. De onbeperkt gevoerde hanen, die qua voeropname gelijk werden gesteld aan de hennen, hadden echter méér opgenomen. Dit ging ten koste van de opname van de hennen. Deze bleven daardoor in gewicht achter. 5. Een extra voerbeperking van 7,2 g per hen per dag na 30 weken had geen negatief effect op het legpercentage en de broedresultaten. Het gaf in totaal een besparing van 1,5 kg voer per hen.

Proefverslag 275. Instituut voor de Veevoeding "De Schothorst" Meerkoetenweg 26, Postbus AM LELYSTAD tel.nr

Proefverslag 275. Instituut voor de Veevoeding De Schothorst Meerkoetenweg 26, Postbus AM LELYSTAD tel.nr Proefverslag 275 Weglaten van vismeel in het foktoomvoer van slachtkuikenouderdieren Toevoegen van extra vitaminen en spoorelementen Verhogen van het eigewicht tijdens het begin van de leg (proef PMA-29;

Nadere informatie

HET EFFECT VAN SEMI-AD LIBITUM TROGVOEDERING EN AD LIBITUM BRIJBAKVOEDERING MET SLACHTVARKENSVOEDER EW 1,10 OF EW 1,03

HET EFFECT VAN SEMI-AD LIBITUM TROGVOEDERING EN AD LIBITUM BRIJBAKVOEDERING MET SLACHTVARKENSVOEDER EW 1,10 OF EW 1,03 Proefverslag 322 HET EFFECT VAN SEMI-AD LIBITUM TROGVOEDERING EN AD LIBITUM BRIJBAKVOEDERING MET SLACHTVARKENSVOEDER EW 1,10 OF EW 1,03 (proef VMC-31; PV-322; Y1992) auteur: ir. C.H.M. Smits februari 1992

Nadere informatie

Proefverslag 349. Inleiding. VOEDERPROEF PSC-31 Doel van de proef. (voederproef PSC-31 en verteringsproef LPD-31; PV-349; Y1992) oktober 1992

Proefverslag 349. Inleiding. VOEDERPROEF PSC-31 Doel van de proef. (voederproef PSC-31 en verteringsproef LPD-31; PV-349; Y1992) oktober 1992 Proefverslag 349 HET EXPANDEREN EN/OF PELLETEREN VAN SLACHTKUIKENVOEDERS EN HET VERWERKEN VAN EEN TECHNOLOGISCH BEHANDELD RAAPZAAD/ PAARDEBONENMENGSEL IN SLACHTKUIKENVOEDERS (voederproef PSC-31 en verteringsproef

Nadere informatie

Proefverslag 350 VERLAGING VAN HET RUW EIWITGEHALTE IN VOEDER VOOR LACTERENDE ZEUGEN. Inleiding. Proefopzet Proefdieren. Proefbehandelingen lactatie

Proefverslag 350 VERLAGING VAN HET RUW EIWITGEHALTE IN VOEDER VOOR LACTERENDE ZEUGEN. Inleiding. Proefopzet Proefdieren. Proefbehandelingen lactatie Proefverslag 350 VERLAGING VAN HET RUW EIWITGEHALTE IN VOEDER VOOR LACTERENDE ZEUGEN (proef VFB-31; PV-350; Y1992) december 1992 auteurs: ir. C.H.M. Smits dr. ir. P.J. van der Aar Inleiding Het systeem

Nadere informatie

Soja en sesam zijn te vervangen door regionale eiwitrijke grondstoffen in 100% biologisch leghennenvoer

Soja en sesam zijn te vervangen door regionale eiwitrijke grondstoffen in 100% biologisch leghennenvoer Soja en sesam zijn te vervangen door regionale eiwitrijke grondstoffen in 100% biologisch leghennenvoer Berry Reuvekamp en Thea Fiks - van Niekerk Thea en Berry zijn onderzoekers bij Wageningen Livestock

Nadere informatie

Proefverslag 433 SCREENING OF EMULSIFIERS. Screening van emulgatoren

Proefverslag 433 SCREENING OF EMULSIFIERS. Screening van emulgatoren Proefverslag 433 Screening van emulgatoren (proeven LPE-33, LPF-33 en PSL-33 ; PV-433; Y1995) auteurs: ir. C. Adams dr. W.A.G. Veen ir. C.H.M. Smits oktober 1995 trefwoorden: emulgatoren, vetvertering

Nadere informatie

6.1 Energiewaardering bij pluimvee. 6.2 Vleeskuikens

6.1 Energiewaardering bij pluimvee. 6.2 Vleeskuikens 6 Pluimvee 6.1 Energiewaardering bij pluimvee Tot 1990 was de bij volwassen hanen bepaalde OE (OEpl) de enige energiewaarde voor pluimvee. Sinds 1990 wordt de OE-waarde voor vleeskuikens (OEslk) echter

Nadere informatie

De invloed van extra vitamine E, seleen en arseen op de humorale immuniteit en de technische resultaten bij slachtkuikens

De invloed van extra vitamine E, seleen en arseen op de humorale immuniteit en de technische resultaten bij slachtkuikens Proefverslag 290 De invloed van extra vitamine E, seleen en arseen op de humorale immuniteit en de technische resultaten bij slachtkuikens (2 proeven PSE-29 en PSC-30, PV-290; Y1990) auteurs: dr. H.A.

Nadere informatie

Een vergelijking van vismelen door opname in biggenvoeders op basis van geselecteerde kwaliteitscriteria

Een vergelijking van vismelen door opname in biggenvoeders op basis van geselecteerde kwaliteitscriteria Proefverslag 527 Een vergelijking van vismelen door opname in biggenvoeders op basis van geselecteerde kwaliteitscriteria (proef VOC38; projectcode VO955; PV527; Y1999) auteurs: dr. A. Veldman ir. G.J.

Nadere informatie

Het effect van verschillende voer strategieën tijdens de opfokperiode vkod

Het effect van verschillende voer strategieën tijdens de opfokperiode vkod Het effect van verschillende voer strategieën tijdens de opfokperiode vkod 24 september, 2013 Rick van Emous Problemen sector 1. Bevruchting te laag 2. Kwaliteit eendagskuikens (jonge maar ook oudere)

Nadere informatie

Veel energierijke grondstoffen zijn geschikt voor 100% biologisch leghennenvoer

Veel energierijke grondstoffen zijn geschikt voor 100% biologisch leghennenvoer Veel energierijke grondstoffen zijn geschikt voor 100% biologisch leghennenvoer Berry Reuvekamp en Thea Fiks - van Niekerk Thea en Berry zijn onderzoekers bij Wageningen Livestock Research onderdeel van

Nadere informatie

Oplopend percentage kool-/raapzaadschilfers in 100% biologisch legvoer kan niet zonder meer

Oplopend percentage kool-/raapzaadschilfers in 100% biologisch legvoer kan niet zonder meer Oplopend percentage kool-/zaadschilfers in 100% biologisch legvoer kan niet zonder meer Berry Reuvekamp en Thea Fiks - van Niekerk Thea en Berry zijn onderzoekers bij Wageningen Livestock Research onderdeel

Nadere informatie

Proefverslag 351 VOERSTRATEGIEËN VOOR HET MESTEN VAN LAMMEREN. Inleiding. Proefopzet Proefdoel. Proefbehandelingen. (proef SVA-32: PV-351; Y1992)

Proefverslag 351 VOERSTRATEGIEËN VOOR HET MESTEN VAN LAMMEREN. Inleiding. Proefopzet Proefdoel. Proefbehandelingen. (proef SVA-32: PV-351; Y1992) Proefverslag 351 VOERSTRATEGIEËN VOOR HET MESTEN VAN LAMMEREN (proef SVA-32: PV-351; Y1992) december 1992 auteur: ir. J.J. Heeres-van der Tol Inleiding In de eerste lammerenproef (SVA-31), uitgevoerd in

Nadere informatie

In deze circulaire zal aandacht worden besteed aan maatregelen om deze ongewenste situaties te voorkomen of te beperken.

In deze circulaire zal aandacht worden besteed aan maatregelen om deze ongewenste situaties te voorkomen of te beperken. SCH-1996-20 DE INTERNE OF VOERGEBONDEN WARMTE VAN VARKENSVOEDERS Inleiding Van de energie die met het voer aan varkens wordt verstrekt komt een aanzienlijk deel vrij als warmte. Dit is de interne of voergebonden

Nadere informatie

100% biologisch legvoer zonder exotische grondstoffen leidt tot lagere voederwaarde

100% biologisch legvoer zonder exotische grondstoffen leidt tot lagere voederwaarde 100% biologisch legvoer zonder exotische grondstoffen leidt tot lagere voederwaarde Berry Reuvekamp en Thea Fiks - van Niekerk Thea en Berry zijn onderzoekers bij Wageningen Livestock Research onderdeel

Nadere informatie

Samenvatting. Samenvatting

Samenvatting. Samenvatting Samenvatting 106 Samenvatting Samenvatting Actieve sportpaarden krijgen vaak vetrijke rantsoenen met vetgehalten tot 130 g/kg droge stof. De toevoeging van vet verhoogt de energiedichtheid van voeders.

Nadere informatie

Opneembaar fosforbehoefte van leghennen

Opneembaar fosforbehoefte van leghennen Opneembaar fosforbehoefte van leghennen Laura Star Marinus van Krimpen Inhoud Achtergrond Opzet van de proef Resultaten Discussie Conclusie Aanbevelingen 2004-2014 Schothorst Feed Research. All rights

Nadere informatie

1.Interactie op-niveau x. 2.Dosis respons proef. MMM-4 Verminderen fosforverliezen bij vleeskuikens. Twee fosforexperimenten vleeskuikens 27/11/2013

1.Interactie op-niveau x. 2.Dosis respons proef. MMM-4 Verminderen fosforverliezen bij vleeskuikens. Twee fosforexperimenten vleeskuikens 27/11/2013 MMM-4 Verminderen fosforverliezen bij vleeskuikens 26 november, 2013 Marinus van Krimpen, Paul Bikker, Age Jongbloed Twee fosforexperimenten vleeskuikens 1.Interactie op-niveau x Ca/oP-verhouding x groeisnelheid

Nadere informatie

Welzijn (opfok) vleeskuikenouderdieren

Welzijn (opfok) vleeskuikenouderdieren Bij tweemaal per dag voeren Welzijn (opfok) vleeskuikenouderdieren Jan van der Haar (PV) en Sander van Voorst (ID-Lelystad) Praktijkcentrum "Het Spelderholt" heeft in samenwerking met ID-Lelystad onderzocht

Nadere informatie

Stikstofretentie en -excretie door varkens; verschillen tussen beren en borgen

Stikstofretentie en -excretie door varkens; verschillen tussen beren en borgen Stikstofretentie en -excretie door varkens; verschillen tussen beren en borgen Commissie Deskundigen Meststoffenwet. Notitie opgesteld door Dr. P. Bikker, Livestock Research, Wageningen University Goedgekeurd

Nadere informatie

trefwoorden: vismeel, vismeelkwaliteit, eiwitverteerbaarheid, biogene aminen, aminozuren, versheid, droogtemperatuur, productiewijze

trefwoorden: vismeel, vismeelkwaliteit, eiwitverteerbaarheid, biogene aminen, aminozuren, versheid, droogtemperatuur, productiewijze Proefverslag 507 De waarde van verschillende vismeelkwaliteiten (proef VOE-37, projectcode VO95-5 ; PV-507; Y1998) auteurs: dr. A. Veldman ir. G.J. Borggreve november 1998 trefwoorden: vismeel, vismeelkwaliteit,

Nadere informatie

Aanmeldingsformulier voor proeven met gewervelde dieren.

Aanmeldingsformulier voor proeven met gewervelde dieren. Aanmeldingsformulier voor proeven met gewervelde dieren. Secretariaat DEC Aanvrager: Afdeling: Titel dierproef: Practicum ANU30806: Invloed koolhydraten en vetten op de energiestofwisseling bij varkens

Nadere informatie

EVALUATIE VAN DE LEGPERIODE IN COMMERCIËLE LEGHENLIJNEN

EVALUATIE VAN DE LEGPERIODE IN COMMERCIËLE LEGHENLIJNEN SFR-2009-33 Lelystad, 15 januari 2010 EVALUATIE VAN DE LEGPERIODE IN COMMERCIËLE LEGHENLIJNEN North Carolina State University in de Verenigde Staten heeft een programma opgezet ter ondersteuning van legpluimveehouders

Nadere informatie

Proefverslag 348 HET EFFECT VAN FOLIUMZUUR OP DE REPRODUCTIVITEIT VAN ZEUGEN. Inleiding. (proef VFA-30; PV-348; Y1992) oktober 1992

Proefverslag 348 HET EFFECT VAN FOLIUMZUUR OP DE REPRODUCTIVITEIT VAN ZEUGEN. Inleiding. (proef VFA-30; PV-348; Y1992) oktober 1992 Proefverslag 348 HET EFFECT VAN FOLIUMZUUR OP DE REPRODUCTIVITEIT VAN ZEUGEN (proef VFA-30; PV-348; Y1992) oktober 1992 auteurs: ir. C.H.M. Smits dr.ir. P.J. van der Aar Inleiding Foliumzuur is een in

Nadere informatie

Proefverslag 500. Het effect van het EW-gehalte en het FK-niveau op de NH 3 -emissie bij vleesvarkens, geschat via metingen op balanskooien

Proefverslag 500. Het effect van het EW-gehalte en het FK-niveau op de NH 3 -emissie bij vleesvarkens, geschat via metingen op balanskooien Proefverslag 500 Het effect van het EW-gehalte en het FK-niveau op de NH 3 -emissie bij vleesvarkens, geschat via metingen op balanskooien (fase 4 van BTOC-project SBC 95019) (proef LVE-37, projectcode

Nadere informatie

Proefverslag 476. Effect van α-galactosiden op de technische resultaten van vleeskuikens

Proefverslag 476. Effect van α-galactosiden op de technische resultaten van vleeskuikens Proefverslag 476 Effect van α-galactosiden op de technische resultaten van vleeskuikens (proef PSF-36, projectcode PS94-2; PV-476; Y1997) auteurs dr. A. Veldman ir. A. Smulders ir. H. Enting juni 1997

Nadere informatie

Effect van voer tijdens de biggenopfok op mesterijresultaten

Effect van voer tijdens de biggenopfok op mesterijresultaten Effect van voer tijdens de biggenopfok op mesterijresultaten Introductie Er wordt veel over gespeculeerd, maar het is tot op heden niet goed bekend wat het effect van voeding in de biggenopfok is op de

Nadere informatie

De meeste eieren legt een kip in haar eerste levensjaar. Met

De meeste eieren legt een kip in haar eerste levensjaar. Met 6. Eieren Over eieren alleen is een boek vol te schrijven. Kippen spelen dan ook een zeer belangrijke rol in de wereldvoedselvoorziening. Zo n gewoon ding dat je elke dag eet zit heel geraffineerd in elkaar

Nadere informatie

(p=0,012) % kalkst leeftijd (week)

(p=0,012) % kalkst leeftijd (week) Provinciale Dienst voor Land- en Tuinbouw Mededeling nr. 115 Pluimvee nr. 27 Tarwe bij leghennen ir. J. Zoons ing. K. De Baere Op het Proefbedrijf voor de Veehouderij van de Provinciale Dienst voor Land

Nadere informatie

Evalueren van de mestuitscheidingscijfers en de mestsamenstellingscijfers voor pluimvee

Evalueren van de mestuitscheidingscijfers en de mestsamenstellingscijfers voor pluimvee Proefbedrijf voor de Veehouderij Poiel 77-2440 Geel - tel.: 014 56 28 70 - fax: 014 56 28 71 - e-mail: info@proefbedrijf.provant.be Bodemkundige Dienst van België v.z.w. W.de Croylaan 48-3001 Heverlee

Nadere informatie

Vervanging van sojaschroot in mengvoer: effect op carbon footprint

Vervanging van sojaschroot in mengvoer: effect op carbon footprint Vervanging van sojaschroot in mengvoer: effect op carbon footprint Resultaten van verschillende scenario s; project alternatieve eiwitten (F4F) en Nevedi/N&M/UDV 27 mei 2014 Marinus van Krimpen, Herman

Nadere informatie

Proefbedrijf voor de Veehouderij

Proefbedrijf voor de Veehouderij Huisvesting van leghennen in verrijkte en en volière Pluimvee nr. 44 Kris De Baere INLEIDING Op 27 september jl. organiseerde het Proefbedrijf voor de Veehouderij van de Provincie Antwerpen haar jaarlijkse

Nadere informatie

Studieavond 8 en 9 februari 2012. Ross ouderdieren tot 30 weken. Genetische ontwikkelingen

Studieavond 8 en 9 februari 2012. Ross ouderdieren tot 30 weken. Genetische ontwikkelingen Studieavond 8 en 9 februari 2012 Otto van Tuijl Aviagen EPI Ross ouderdieren tot 30 weken Genetische ontwikkelingen Alle begin is moeilijk goede start Conditioneren in de opfok Entingen, hoe, wat, waar

Nadere informatie

Inhoud. Voerwinst.nl. Inleiding Succesfactoren voor scherpere EWconversie. Voerwinst.nl Praktijkvoorbeelden uit netwerkgroep Conclusies 27-3-2014

Inhoud. Voerwinst.nl. Inleiding Succesfactoren voor scherpere EWconversie. Voerwinst.nl Praktijkvoorbeelden uit netwerkgroep Conclusies 27-3-2014 Voerwinst.nl Netwerk Verbetering karkaskwaliteit Biologische Varkens datum 30 mei 2013 Inhoud Inleiding Succesfactoren voor scherpere EWconversie Voerwinst.nl Praktijkvoorbeelden uit netwerkgroep Conclusies

Nadere informatie

Hennen gezond houden tot 100 weken en langer? Robert Pottgüter, nutritionist bij Lohmann Tierzucht

Hennen gezond houden tot 100 weken en langer? Robert Pottgüter, nutritionist bij Lohmann Tierzucht Hennen gezond houden tot 100 weken en langer? Robert Pottgüter, nutritionist bij Lohmann Tierzucht LOHMANN TIERZUCHT The specialist for layer breeding. 1111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111

Nadere informatie

Verlengde legcyclus bij leghennen

Verlengde legcyclus bij leghennen Verlengde legcyclus bij leghennen Doctoraatsproject 2013-2017 Proefbedrijf Pluimveehouderij Instituut voor Landbouw en Visserijonderzoek Anikó Molnár Promotoren: Evelyne Delezie Luc Maertens Johan Zoons

Nadere informatie

De invloed van Bergafat F 100 op melkproductie en samenstelling in tankmelk van melkkoeien in mid-lactatie op een siësta beweidingssysteem

De invloed van Bergafat F 100 op melkproductie en samenstelling in tankmelk van melkkoeien in mid-lactatie op een siësta beweidingssysteem De invloed van Bergafat F 100 op melkproductie en samenstelling in tankmelk van melkkoeien in mid-lactatie op een siësta beweidingssysteem Proefverslag nr. 649 oktober 2004 auteur: dr. ir. W.M. van Straalen

Nadere informatie

Lezing Rijpaardenfokvereniging Limburg

Lezing Rijpaardenfokvereniging Limburg Lezing Rijpaardenfokvereniging Limburg Bijzonderheden spijsvertering paard Het paard: Produceert voortdurend maagzuur Is een lange duureter Heeft een zeer kleine maag Heeft relatief weinig zetmeelsplitsende

Nadere informatie

Effect van Digestarom 1301 op de technische resultaten van witvleeskalveren

Effect van Digestarom 1301 op de technische resultaten van witvleeskalveren Effect van Digestarom 1301 op de technische resultaten van witvleeskalveren Uitgevoerd door: Feed Innovation Services BV Wageningen In opdracht van: Speerstra Feed Ingredients BV Lemmer Mei 2007 Digestarom

Nadere informatie

VLEESKUIKEN STANDAARDEN EN STREEFRESULTATEN ROSS308

VLEESKUIKEN STANDAARDEN EN STREEFRESULTATEN ROSS308 VLEEKUIKEN TANDAARDEN EN TREEFREULTATEN R Inleiding MANAGEMENT AANBEVELINGEN VR R VLEEKUIKEN Het Ross vleeskuiken heeft de laatste jaren een aantal genetische veranderingen ondergaan, om de skelet groei

Nadere informatie

Tabellenboek Veevoeding voedernormen Pluimvee en voederwaarden voedermiddelen voor Pluimvee

Tabellenboek Veevoeding voedernormen Pluimvee en voederwaarden voedermiddelen voor Pluimvee Tabellenboek Veevoeding 2016 voedernormen Pluimvee en voederwaarden voedermiddelen voor Pluimvee CVB-reeks nr. 54 november 2016 Federatie Nederlandse Diervoederketen 2016 Alle auteursrechten en databankrechten

Nadere informatie

Resultaten & Voedings Supplement. vleeskuiken. cobb-vantress.com

Resultaten & Voedings Supplement. vleeskuiken. cobb-vantress.com Vleeskuiken Resultaten & Voedings Supplement vleeskuiken cobb-vantress.com Introductie Deze uitgave bevat zowel de technische als de slachterij doelstellingen voor uw Cobb5 vleeskuikens samen met de nutritionele

Nadere informatie

Review forfaits vleeskuikenouderdieren Uitvoeringsregeling Meststoffenwet

Review forfaits vleeskuikenouderdieren Uitvoeringsregeling Meststoffenwet Review forfaits vleeskuikenouderdieren Uitvoeringsregeling Meststoffenwet DATUM 27 mei 2014 AUTEUR Dr. Ir. C.M. Groenestein Karin Groenestein, Bert Ipema, Age Jongbloed en Rick Emous Wageningen UR Livestock

Nadere informatie

Perspectief Kroos Toepassing diervoer. Gert Hemke Hemke Nutri Consult

Perspectief Kroos Toepassing diervoer. Gert Hemke Hemke Nutri Consult Perspectief Kroos Toepassing diervoer Gert Hemke Hemke Nutri Consult Agenda Kringloop : gebruik mest en stallucht Samenstelling kroos Basis voederwaarde Componenten met extra waarde Functionele activiteit

Nadere informatie

Samenvatting. Samenvatting

Samenvatting. Samenvatting Samenvatting 119 120 Samenvatting Dit proefschrift beschrijft onderzoek naar de voorziening met essentiële vetzuren van gespeende biggen. Gewervelde dieren hebben in de voeding de essentiële vetzuren linolzuur

Nadere informatie

Samenvatting, conclusies en aanbevelingen

Samenvatting, conclusies en aanbevelingen Samenvatting, conclusies en aanbevelingen In publiceerde de toenmalige oedingsraad de Nederlandse voedingsnormen. Deze waren hoofdzakelijk gericht op de preventie van deficiëntieverschijnselen. De laatste

Nadere informatie

Proefverslag 429. Zink in het dragende zeugenvoer ZINC IN FEED FOR PREGNANT SOWS

Proefverslag 429. Zink in het dragende zeugenvoer ZINC IN FEED FOR PREGNANT SOWS Proefverslag 429 Zink in het dragende zeugenvoer (proef VFD-33; PV-429; Y1995) auteurs: drs. A. Dirkzwager dr. A. Veldman september 1995 trefwoorden: Zink, huidconditie, zeugen, kleur, huidscore, Zn, plasmaspiegels,

Nadere informatie

Nieuwe strategieën inzake pluimveevoeding

Nieuwe strategieën inzake pluimveevoeding Nieuwe strategieën inzake pluimveevoeding Evelyne Delezie WPSA studiedag 10-11-2015 OVERZICHT 1. Insecten in pluimveevoeding 2. Langer aanhouden van leghennen 3. Epigenetica: neonataal Insecten in pluimveevoeding

Nadere informatie

HENNEN OP LEEFTIJD VANUIT FOKTECHNISCH PERSPECTIEF

HENNEN OP LEEFTIJD VANUIT FOKTECHNISCH PERSPECTIEF HENNEN OP LEEFTIJD VANUIT FOKTECHNISCH PERSPECTIEF Frans van Sambeek Institut de Sélection animale Technisch Directeur De Schothorst seminar 25 November 2009 Ede Trend in het aanhouden van hennen Bruine

Nadere informatie

Vergelijking van vloersystemen bij eenden

Vergelijking van vloersystemen bij eenden Vergelijking van vloersystemen bij eenden F. E. de Buisonjé, onderzoeker eendenhouderij In dit artikel worden resultaten gepresenteerd van twee ronden onderzoek van een volledig roostervloer, een half

Nadere informatie

Panbonis in Pluimvee

Panbonis in Pluimvee Panbonis in Pluimvee Panbonis Panbonis bestaat uit een mengsel van tarwemeel en bladeren van Solanum glaucophylum, deze laatste bevatten 1,25- dihydroxyvitamine D3 glycoside, dit kan beschouwd worden als

Nadere informatie

X C D X C D. landbouw en natuurlijke omgeving 2009 dierhouderij en -verzorging gezelschapsdieren CSPE BB. minitoets bij opdracht 1

X C D X C D. landbouw en natuurlijke omgeving 2009 dierhouderij en -verzorging gezelschapsdieren CSPE BB. minitoets bij opdracht 1 landbouw en natuurlijke omgeving 2009 dierhouderij en -verzorging gezelschapsdieren SPE BB minitoets bij opdracht 1 variant d Naam kandidaat Kandidaatnummer Meerkeuzevragen - Omcirkel het goede antwoord

Nadere informatie

Tabellenboek Veevoeding voedernormen Pluimvee en voederwaarden voedermiddelen voor Pluimvee

Tabellenboek Veevoeding voedernormen Pluimvee en voederwaarden voedermiddelen voor Pluimvee Tabellenboek Veevoeding 2018 voedernormen Pluimvee en voederwaarden voedermiddelen voor Pluimvee CVB-reeks nr. 60 Juli 2018 Federatie Nederlandse Diervoederketen 2018 Alle auteursrechten en databankrechten

Nadere informatie

Magnesium in drinkwater voor weidende droge koeien

Magnesium in drinkwater voor weidende droge koeien Magnesium in drinkwater voor weidende droge koeien J. Zonderland (ROC Bosma Zathe) K. Kalis (Gezondheidsdienst voor Dieren in Noord-Nederland) Als weidende koeien krachtvoer krijgen of als koeien op stal

Nadere informatie

Quinoa-GPS in het rantsoen voor melkkoeien

Quinoa-GPS in het rantsoen voor melkkoeien Quinoa-GPS in het rantsoen voor melkkoeien Ronald Zom, Herman van Schooten en Ina Pinxterhuis Quinoa is een eenvoudig te telen gewas dat in korte tijd een hoge opbrengst geeft, goed te conserveren is en

Nadere informatie

Proefverslag 432 DAMAGE TO THE STOMACH WALL IN FATTENING PIGS. Maagwandbeschadigingen bij vleesvarkens

Proefverslag 432 DAMAGE TO THE STOMACH WALL IN FATTENING PIGS. Maagwandbeschadigingen bij vleesvarkens Proefverslag 432 Maagwandbeschadigingen bij vleesvarkens Proef I: Proef II: Effect van deeltjesgrootte op de technische resultaten en op de maagwandscore bij vleesvarkens (VMA-34; PV-432). Effect van deeltjesgrootte

Nadere informatie

Effect van broedeitemperatuur en gewichtsverlies op broeduitkomsten van eieren uit de leg/vermeerderingssector

Effect van broedeitemperatuur en gewichtsverlies op broeduitkomsten van eieren uit de leg/vermeerderingssector Effect van broedeitemperatuur en gewichtsverlies op broeduitkomsten van eieren uit de leg/vermeerderingssector Sander Lourens, onderzoeker broederij Inleiding Vooral de temperatuur van eieren is een belangrijke

Nadere informatie

biggen Marinus van Krimpen

biggen Marinus van Krimpen Voeding en gezondheid van biologisch biggen Marinus van Krimpen Inhoud: Knelpunten als gevolg van EU-regelgeving Resultaten biggenproeven: 1. met CCM 2. met erwten 3. met Pre-starter Conclusies en tips

Nadere informatie

Belang van goed water

Belang van goed water Belang van goed water Dr Guillaume Counotte Wat is goed water? Smakelijk Beschikbaar Niet schadelijk voor dieren Niet schadelijk voor producten (ei, vlees) 1 Waterbehoefte Normale omstandigheden: 1,6-2

Nadere informatie

Hasten Spint komkommer

Hasten Spint komkommer Hasten Spint komkommer Uitgave SURfaPLUS Trading September 2014 INHOUD: HASTEN VERBETERT EFFECTIVITEIT ABAMECTINE TEGEN SPINT IN KOMKOMMER (PAG 1) NIEUW HASTEN SOLO HEEFT GEEN EFFECT OP BESTRIJDING (3)

Nadere informatie

DE JUISTE BEER OP HET JUISTE VOEDER?

DE JUISTE BEER OP HET JUISTE VOEDER? Tekst: Sander Palmans (KU Leuven), Steven Janssens (KU Leuven) Jef Van Meensel en Sam Millet (ILVO) DE JUISTE BEER OP HET JUISTE VOEDER? Hoe representatief is de fokwaardeschatting van eindberen voor praktijkbedrijven?

Nadere informatie

Proefbedrijf voor de Veehouderij

Proefbedrijf voor de Veehouderij Gebruik van strooisel en voeders met lager eiwitgehalte bij vleeskuikens Pluimvee nr. 43 Kris De Baere INLEIDING Op 27 september jl. organiseerde het Proefbedrijf voor de Veehouderij van de Provincie Antwerpen

Nadere informatie

X C D X C D. landbouw en natuurlijke omgeving 2009 dierhouderij en -verzorging gezelschapsdieren CSPE KB. minitoets bij opdracht 1

X C D X C D. landbouw en natuurlijke omgeving 2009 dierhouderij en -verzorging gezelschapsdieren CSPE KB. minitoets bij opdracht 1 landbouw en natuurlijke omgeving 2009 dierhouderij en -verzorging gezelschapsdieren CSPE KB minitoets bij opdracht 1 variant c Naam kandidaat Kandidaatnummer Meerkeuzevragen - Omcirkel het goede antwoord

Nadere informatie

We gaan vooruit! Voeding en bigkwaliteit. Kennissessie biggenopfok maandag 7 december Albert Timmerman

We gaan vooruit! Voeding en bigkwaliteit. Kennissessie biggenopfok maandag 7 december Albert Timmerman We gaan vooruit! Voeding en bigkwaliteit Kennissessie biggenopfok maandag 7 december Albert Timmerman In 10 stappen naar kwaliteitsbiggen Stap 1 Eerste brandstof Biestopname: big moet 24 uur na geboorte

Nadere informatie

De invloed van procescondities op de afdoding van Enterobacteriaceae en de invloed van stoombehandeling van meelvoeders op de aminozuur gehalten

De invloed van procescondities op de afdoding van Enterobacteriaceae en de invloed van stoombehandeling van meelvoeders op de aminozuur gehalten Proefverslag 509 De invloed van procescondities op de afdoding van Enterobacteriaceae en de invloed van stoombehandeling van meelvoeders op de aminozuur gehalten (proef LAA-37 + LXC-38, projectcode AN97-1;

Nadere informatie

Optimale biggen voeding Hoe verteerd een big en hoe kan ik hem daarbij helpen?

Optimale biggen voeding Hoe verteerd een big en hoe kan ik hem daarbij helpen? Optimale biggen voeding Hoe verteerd een big en hoe kan ik hem daarbij helpen? Albert Timmerman Hoe kunnen we door middel van voer onze biggen helpen opnemen en verteren en daarmee de weerstand en resultaten

Nadere informatie

Dit demonstratieproject werd medegefinancierd door Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling: Europa investeert in zijn platteland

Dit demonstratieproject werd medegefinancierd door Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling: Europa investeert in zijn platteland Beste lezer, In het kader van het ADLO Demonstratieproject Optimalisatie van het houden van intacte beren en immunocastraten bezorgen we u graag een vijfde nummer van onze nieuwsbrief ivm de invloed van

Nadere informatie

Ministerie van Economische Zaken Directie Agrokennis t.a.v. de Directeur de heer ir. M.A.A.M. Berkelmans Postbus EK Den Haag

Ministerie van Economische Zaken Directie Agrokennis t.a.v. de Directeur de heer ir. M.A.A.M. Berkelmans Postbus EK Den Haag Postbus 47 6700 AA Wageningen Ministerie van Economische Zaken Directie Agrokennis t.a.v. de Directeur de heer ir. M.A.A.M. Berkelmans Postbus 20401 2500 EK Den Haag Wettelijke Onderzoekstaken Natuur &

Nadere informatie

Fosfor op maat: wat is te bereiken via de voeding?

Fosfor op maat: wat is te bereiken via de voeding? Fosfor op maat: wat is te bereiken via de voeding? Ant Koopmans Wilfried van Straalen Gezonde Melkveehouderij, Zwolle, 15-01-14 Indeling Fosfor huishouding en behoefte Effect van laag P: Korte termijn:

Nadere informatie

Voeding van dieren, steeds vaker een belasting?!

Voeding van dieren, steeds vaker een belasting?! Voeding van dieren, steeds vaker een belasting?! dr. Harry Vahl Fidin, 23 sept. 2008 Vahl Feed and Health Fidin Seminar 2008 1 Introductie Deugt het voer (nog) wel? Nu een andere vraag: Is huidige voeding

Nadere informatie

suis bij biggen via voeding

suis bij biggen via voeding Bestrijding van Streptococcus suis bij biggen via voeding Carola van der Peet-Schwering, Nienke Dirx, Rudolf Raymakers Overzicht presentatie Aanleiding onderzoek Doel Opzet onderzoek Resultaten Conclusies

Nadere informatie

landbouw en natuurlijke omgeving 2009 dierhouderij en -verzorging gezelschapsdieren CSPE BB minitoets bij opdracht 1 A B X C D foto 1 foto 2

landbouw en natuurlijke omgeving 2009 dierhouderij en -verzorging gezelschapsdieren CSPE BB minitoets bij opdracht 1 A B X C D foto 1 foto 2 landbouw en natuurlijke omgeving 2009 dierhouderij en -verzorging gezelschapsdieren SPE BB minitoets bij opdracht 1 variant b Naam kandidaat Kandidaatnummer Meerkeuzevragen - Omcirkel het goede antwoord

Nadere informatie

KAN KOOLZAADKOEK INGESCHAKELD WORDEN IN

KAN KOOLZAADKOEK INGESCHAKELD WORDEN IN KAN KOOLZAADKOEK INGESCHAKELD WORDEN IN MELKVEERANTSOENEN? J. De Boever, J. Vanacker, S. De Campeneere en D. De Brabander Vlaamse Overheid, Instituut voor Landbouw- en Visserijonderzoek, Eenheid Dier Koolzaadolie

Nadere informatie

Stimulans. Innovatieve vleesvarkensvoeders. Samen naar een optimaal rendement.

Stimulans. Innovatieve vleesvarkensvoeders. Samen naar een optimaal rendement. Stimulans Innovatieve vleesvarkensvoeders Samen naar een optimaal rendement www.cavdenham.nl Inhoudsopgave Stimulans-lijn in een notendop 3 Stimulans vleesvarkensvoerlijnen 4 Innovatie 6 Ervaring in de

Nadere informatie

Praktijkproef Baby Big XL

Praktijkproef Baby Big XL Praktijkproef Baby Big Om een duidelijker beeld te krijgen van de prestaties van biggen, gevoerd met Baby Big en de gebruikelijke kleine korrel, zijn 12 verschillende praktijkproeven opgezet op 11 bedrijven.

Nadere informatie

PLUIMVEE HARTSLAG #26

PLUIMVEE HARTSLAG #26 Een publicatie van MSD Animal Health Juli 2018 - Jaargang 7 PLUIMVEE HARTSLAG #26 door Peter gemeten Bloedluizen bestrijden rendeert! DYNAMIC IMMUNITY Doeltreffende bestrijding van rode vogelmijt loont!

Nadere informatie

We gaan Vooruit! De Heus Vooruitgang zit in onze genen!

We gaan Vooruit! De Heus Vooruitgang zit in onze genen! We gaan Vooruit! De Heus Vooruitgang zit in onze genen! De Heus legt zich toe op diervoeding Volledig scala aan producten: compleet voer, concentraten, premixen, speciaal voer Diervoederconcepten die zorgen

Nadere informatie

ENERGIECONCENTRATIE EN ENERGIESOORT IN KRACHTVOEDERS VOOR INTENSIEF GEMESTE STIERTJES

ENERGIECONCENTRATIE EN ENERGIESOORT IN KRACHTVOEDERS VOOR INTENSIEF GEMESTE STIERTJES Proefverslag 305 ENERGIECONCENTRATIE EN ENERGIESOORT IN KRACHTVOEDERS VOOR INTENSIEF GEMESTE STIERTJES (proeven RVA-29 en RVB-29; PV-305; Y1991) auteurs: ir. J.J. Heeres-van der Tol drs. J. Veling juli

Nadere informatie

Meten van voerefficiëntie voor betere benutting eigen ruwvoer. Meten van voerefficiëntie voor betere benutting eigen ruwvoer

Meten van voerefficiëntie voor betere benutting eigen ruwvoer. Meten van voerefficiëntie voor betere benutting eigen ruwvoer Meten van voerefficiëntie voor betere benutting eigen ruwvoer Januari 2013 Meten van voerefficiëntie voor betere benutting eigen ruwvoer Herman van Schooten (WUR-LR) Hans Dirksen (DMS) Januari 2013 Inleiding

Nadere informatie

Het gebruik van DDGS bij vleesvarkens. Samenstelling (g/kg DS) Samenstelling (g/kg DS) Sam Millet. Studiedag Recent voedingsonderzoek op ILVO DIER

Het gebruik van DDGS bij vleesvarkens. Samenstelling (g/kg DS) Samenstelling (g/kg DS) Sam Millet. Studiedag Recent voedingsonderzoek op ILVO DIER tarwe milo/ maïs fermentatie Het gebrui van bij vleesvarens ethanol draf Sam Millet solubles Wet cae Ingedite solubles DGS Studiedag Recent voedingsonderzoe op ILVO DIER Instituut voor Landbouw- en Visserijonderzoe

Nadere informatie

Kostprijs volière-eieren gemiddeld 1,2 cent hoger.

Kostprijs volière-eieren gemiddeld 1,2 cent hoger. Kostprijs volière-eieren gemiddeld 1,2 cent hoger. P. van Horne, LEI gedetacheerde bij het Praktijkonderzoek voor de Pluimveehouderij Op semi-praktijkschaal is gedurende meerdere ronden het etagesysteem

Nadere informatie

Voeding van zeugen voor vitale biggen mogelijkheden en beperkingen

Voeding van zeugen voor vitale biggen mogelijkheden en beperkingen Inleiding Achtergrond, ontwikkeling biggenproductie Voeding van zeugen voor vitale biggen mogelijkheden en beperkingen SFR themadag 24 januari 8 aul Bikker en Godelieve Kranendonk Invloed voeding (energievoorziening)

Nadere informatie

CALM DIET VOOR DE KAT

CALM DIET VOOR DE KAT Wanneer uw kat last heeft van stress of een stressvolle situatie wordt verwacht, kan uw dierenarts een speciale dieetvoeding voorschrijven. Calm Diet van Royal Canin is speciaal ontwikkeld voor katten

Nadere informatie

PRAKTISCH. VOEDING VAN UW KAT normen en hoeveelheid. over houden van huisdieren

PRAKTISCH. VOEDING VAN UW KAT normen en hoeveelheid.   over houden van huisdieren l a n d e l i j k i n f o r m a t i e c e n t r u m g e z e l s c h a p s d i e r e n PRAKTISCH VOEDING VAN UW KAT normen en hoeveelheid over houden van huisdieren Het juiste voer en de juiste hoeveelheid

Nadere informatie

X C D X C D. landbouw en natuurlijke omgeving 2009 dierhouderij en -verzorging gezelschapsdieren CSPE BB. minitoets bij opdracht 1

X C D X C D. landbouw en natuurlijke omgeving 2009 dierhouderij en -verzorging gezelschapsdieren CSPE BB. minitoets bij opdracht 1 landbouw en natuurlijke omgeving 2009 dierhouderij en -verzorging gezelschapsdieren SPE BB minitoets bij opdracht 1 variant a Naam kandidaat Kandidaatnummer Meerkeuzevragen - Omcirkel het goede antwoord

Nadere informatie

Droogvoeding Verpakking van 1,5kg en 3,5kg

Droogvoeding Verpakking van 1,5kg en 3,5kg Voeding speelt een belangrijke rol bij de behandeling van diabetes mellitus. Daarom zal uw dierenarts uw kat meestal een speciale dieetvoeding voorschrijven zoals Royal Canin Diabetic Diet. Diabetic Diet

Nadere informatie

Spinfeeder laat veel stof opwaaien

Spinfeeder laat veel stof opwaaien Spinfeeder laat veel stof opwaaien Ing. H.H. Ellen, onderzoeker bedrijfsuitrusting en klimaat Tijdens de opfok van vleeskuikenouderdieren heeft het Praktijkonderzoek Pluimveehouderij (PP) Het Spelderholt

Nadere informatie

Gezond voeren met een optimale melkproductie. Thomas Schonewille Faculteit Diergeneeskunde Afdeling Voeding

Gezond voeren met een optimale melkproductie. Thomas Schonewille Faculteit Diergeneeskunde Afdeling Voeding Gezond voeren met een optimale melkproductie Thomas Schonewille Faculteit Diergeneeskunde Afdeling Voeding Periodes in en rondom de droogstand-afkalven Droogzetten Afkalven Transitieperiode Einde lactatie

Nadere informatie

PRAKTISCH. VOEDING VAN UW KAT normen en hoeveelheid. www.licg.nl over houden van huisdieren

PRAKTISCH. VOEDING VAN UW KAT normen en hoeveelheid. www.licg.nl over houden van huisdieren l a n d e l i j k i n f o r m a t i e c e n t r u m g e z e l s c h a p s d i e r e n PRAKTISCH VOEDING VAN UW KAT normen en hoeveelheid over houden van huisdieren Het juiste voer en de juiste hoeveelheid

Nadere informatie

Kort verslag oriënterende voerproef hooi

Kort verslag oriënterende voerproef hooi Kort verslag oriënterende voerproef hooi Voerproef naar de invloed van hooi op melkproductie en melksamenstelling Uitgevoerd voor het netwerk Heerlijk, Helder Hooi Locatie proef: proefboerderij Zegveld

Nadere informatie

Soycomil Soja-eiwitconcentraat

Soycomil Soja-eiwitconcentraat Soycomil Soja-eiwitconcentraat Algemeen Er zijn verschillende soja-eiwitconcentraten op de markt met onderling verschillende gehaltes aan eiwit en ruwe celstof. Soycomil is een hoogwaardige soja-eiwitconcentraat

Nadere informatie

Minpunten: bevat erg veel zetmeel; kan beperkend werken in een konijnenvoer

Minpunten: bevat erg veel zetmeel; kan beperkend werken in een konijnenvoer Voedermiddelen De volgende voedermiddelen zullen in dit document aan bod komen: gerst, maïs, tarwe, tarwegries/zemelen/kriel, tarwevoerbloem, tarweglutenvoermeel, ontvette palmpitten, ontvet raapzaad,

Nadere informatie

LEGLANGER: Naar een hoger rendement door het verantwoord verlengen van de legperiode

LEGLANGER: Naar een hoger rendement door het verantwoord verlengen van de legperiode LEGLANGER: Naar een hoger rendement door het verantwoord verlengen van de legperiode Sarah Teerlynck, Evelyne Delezie, Tommy Van Limbergen, Johan Van Erum, Olivier Oben, Nathalie Sleeckx en Ine Kempen

Nadere informatie

Studiemiddag biologische pluimveehouderij. Ine Kempen/Annelies Beeckman

Studiemiddag biologische pluimveehouderij. Ine Kempen/Annelies Beeckman Studiemiddag biologische pluimveehouderij Ine Kempen/Annelies Beeckman 1-19/05/2016 Sluiten van kringlopen: Kenmerken biologische pluimveehouderij Regionaal voeder Pluimveebedrijven weinig extra grond

Nadere informatie

Eiwitbehoeftes van zwarte soldatenvlieg larven

Eiwitbehoeftes van zwarte soldatenvlieg larven Eiwitbehoeftes van zwarte soldatenvlieg larven Larven van de zwarte soldatenvlieg zijn in staat om heel wat verschillende reststromen om te zetten tot nutritionele biomassa. In het kader van de projecten

Nadere informatie

Van dit product worden onderstaand allereerst de gehalten van de benodigde componenten weergegeven:

Van dit product worden onderstaand allereerst de gehalten van de benodigde componenten weergegeven: REKENVOORBEELDEN VOEDERWAARDEN HERKAUWERS 1 Energiewaarde herkauwers: VEM en VEVI In het rekenvoorbeeld voor de VEM-en VEVI waarde voor herkauwers wordt uitgegaan van een willekeurige partij palmpitschilfers

Nadere informatie

Nederlandse. Samenvatting

Nederlandse. Samenvatting Nederlandse Samenvatting Het metabole syndroom is tegenwoordig een veel voorkomend ziektebeeld dat getypeerd wordt door een combinatie van verschillende aandoeningen. Voornamelijk in de westerse landen

Nadere informatie

SKIN CARE DIET VOOR DE HOND

SKIN CARE DIET VOOR DE HOND SKIN CARE DIET VOOR DE HOND Voeding speelt een belangrijke rol bij de behandeling van huidaandoeningen. Vaak zal uw dierenarts daarom een speciale dieetvoeding voorschrijven, zoals Skin Care Diet van Royal

Nadere informatie

Proefverslag 364 KWALITEITSBEOORDELING VAN VISMEEL. Inleiding. (proef LAB-30; PV-364; Y1993)

Proefverslag 364 KWALITEITSBEOORDELING VAN VISMEEL. Inleiding. (proef LAB-30; PV-364; Y1993) Proefverslag 364 KWALITEITSBEOORDELING VAN VISMEEL (proef LAB-30; PV-364; Y1993) auteurs: ir. G.J. Borggreve dr. A. Veldman ir. C.H.M. Smits juni 1993 Inleiding Vismeel kan aanzienlijk variëren in kwaliteit.

Nadere informatie

Van harte welkom op studieavond vleesvarkenshouderij.

Van harte welkom op studieavond vleesvarkenshouderij. Van harte welkom op studieavond vleesvarkenshouderij. Neem een kijkje in onze innovatieve keuken Boeren richting de toekomst Agenda: 19.45 uur Ontvangst 20.00 uur Opening Marcel van Zeeland, Coppens Diervoeding

Nadere informatie