Een onderzoek naar de impact van narrativiteit in reclame: de modererende rol van producttype. Wetenschappelijk artikel

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Een onderzoek naar de impact van narrativiteit in reclame: de modererende rol van producttype. Wetenschappelijk artikel"

Transcriptie

1 UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT POLITIEKE EN SOCIALE WETENSCHAPPEN Een onderzoek naar de impact van narrativiteit in reclame: de modererende rol van producttype Wetenschappelijk artikel aantal woorden: 9507 JANNE VAN ROBAYS MASTERPROEF COMMUNICATIEWETENSCHAPPEN afstudeerrichting COMMUNICATIEMANAGEMENT PROMOTOR: PROF. DR. VEROLIEN CAUBERGHE COMMISSARIS: SERENA D HOOGE ACADEMIEJAAR

2 INHOUDSTAFEL DANKWOORD...2 ABSTRACT INLEIDING LITERATUUROVERZICHT EN HYPOTHESE-OPBOUW Narrativiteit binnen de reclamewereld Narratieve versus argumentatieve reclames Wanneer is een reclamespot narratief? Hoe worden advertenties verwerkt? Analytische versus argumentatieve verwerking Verwerking van een narratieve reclamespot Effectiviteit van een narratieve reclamespot De rol van producttype binnen de reclamewereld Utilitaire versus hedonische producten Het verband tussen narrativiteit en producttype De rol van transportation binnen narratieve reclames METHODE Design en respondenten Procedure Meetschalen RESULTATEN Manipulatiecheck Pretest manipulatiecheck Manipulatiecheck Hoofdeffect van narrativiteit op de reclame-, merkattitude en aankoopintentie (H1) Interactie-effect van narrativiteit en producttype op reclame-, merkattitude en aankoopintentie (H2) Mediatie van transportatie op het hoofdeffect van narrativiteit op reclame-, merkattitude en aankoopintentie (H3) Mediatie van transportatie op het interactie-effect van narrativiteit en producttype op reclame-, merkattitude en aankoopintentie (H4) Extra analyses DISCUSSIE EN CONCLUSIE BEPERKINGEN EN VERDER ONDERZOEK LITERATUURLIJST BIJLAGEN Bijlage 1: overzicht van de getoonde reclamespots Bijlage 2: vragenlijst

3 DANKWOORD Langs deze weg zou ik graag alle mensen bedanken voor hun hulp en steun om deze masterproef tot een goed einde te brengen. Allereerst zou ik mijn promotor, prof. Dr. Veroline Cauberghe, willen bedanken voor het helpen afbakenen van mijn onderzoeksvragen, voor haar raad omtrent de analyses en voor al haar antwoorden op mijn vragen. Als tweede zou ik graag Therese Morley, medewerkster bij Qualtrics, willen bedanken. Zij hielp mij bij de technische problemen die ik ondervond bij het opstellen van mijn vragenlijst. Vervolgens zou ik graag LDV United bedanken om mij toegang te geven tot hun professionele tools voor het verzamelen van bruikbare reclamespots. Verder zou ik ook mijn familie en vrienden enorm willen bedanken voor het nalezen en het tot vervelens toe aanhoren van al mijn vragen. Tenslotte bedank ik ook alle respondenten die de tijd namen om mijn vragenlijst in te vullen. 2

4 ABSTRACT Reclamespots kunnen opgesplitst worden in narratieve en argumentatieve reclames. Argumentatieve reclames overtuigen kijkers op basis van objectief te bewijzen productattributen, terwijl narratieve reclames overtuigen aan de hand van een verhaal. Narratieve reclames zorgen ervoor dat kijkers zich hooked voelen, wat leidt tot een positievere reclame- en merkattitude. Dit verklaart waarom narratieve reclames door de reclamewereld reeds zo geadapteerd zijn. De meerderheid van de tien positiefst onthaalde reclames die werden uitgezonden tijdens de Super Bowl 2015, waren narratief. In deze studie willen wij nagaan of er een verband bestaat tussen narrativiteit en producttype op reclame-, merkattitude en aankoopintentie. Hedonische producten worden aangekocht om hun affectieve waarde, terwijl utilitaire producten voor functionele redenen worden gekocht. Aangezien narratieve reclames beter symbolische behoeften kunnen overbrengen, ervaringen kunnen simuleren en gebruik maken van hedonische reclame-appeals die subjectieve en abstracte productclaims communiceren, verwachten we dat narratieve reclames effectiever zullen zijn voor hedonische producten dan voor utilitaire producten. We verwachten het omgekeerde effect bij niet-narratieve reclames. Een goed ontwikkelde narratieve advertentie kan een kijker overtuigen via transportation. Kijkers worden meegesleurd in de reclamespot en verliezen zichzelf in het verhaal. Aan de hand van een 2x2 between-subjects design onderzochten we het verband tussen narrativiteit en producttype. 238 respondenten namen deel aan het onderzoek en werden at random verdeeld in één van de vier condities. Respondenten die een narratieve reclamespot zagen, gaven een positievere reclame-en merkattitude aan dan respondenten die een nietnarratieve reclamespot zagen. Er werd geen verschil in aankoopintentie gevonden. Narratieve reclames genereren positievere reclame- en merkattitudes voor hedonische dan voor utilitaire producten. Voor aankoopintentie werd opnieuw geen verschil gevonden. Binnen de niet-narratieve conditie, werden geen verschillen tussen utilitaire en hedonische producten gevonden op de onafhankelijke variabelen. Transportation medieert het hoofdeffect van narrativiteit, maar niet (volledig) het interactie-effect van narrativiteit en producttype op reclame-, merkattitude en aankoopintentie. 3

5 1 INLEIDING Steeds meer reclames overtuigen hun kijkers aan de hand van een verhaal. Het belang van narratieve reclames is onmisbaar in de huidige en toekomstige reclamewereld. 24.1% van alle reclames die tijdens prime time worden uitgezonden, zijn narratief (Chang, 2012). De recente toename in adaptatie van narratieve reclames kan worden verklaard door de unieke eigenschappen die verhalen binnen reclames hebben. Narratieve reclames kunnen abstracte, ontastbare productattributen voorstellen op een betekenisvolle manier (Padget & Allen, 1997; Matilla, 2000) en het gevoel van ervaringen simuleren (Boller & Olson, 1991). Verhalen binnen reclames zorgen er verder voor dat consumenten zich hooked voelen tijdens het bekijken van de advertentie. Door het gevoel van hooked te zijn, in zeer lichte mate verslaafd, voelen consumenten zich positiever ten opzichte van de advertentie (Escalas, Moore & Britton, 2004). De effectiviteit van narratieve reclames werd reeds door verschillende academici (Matilla, 2000; Escalas, 2004; Polyorat, Alden & Kim, 2007; Chang, 2008; Lien & Chen, 2013) bewezen. Wat echter nog onontgonnen terrein is binnen de academische wereld, is het verband tussen narrativiteit en producttype. Utilitaire producten worden aangekocht en geconsumeerd om praktische en functionele redenen, terwijl hedonische producten gekocht en geconsumeerd worden om het verlangen naar zintuiglijk plezier of symbolische behoeften te bevredigen (Ryu, Park & Feich, 2006). In deze studie gaan we na of er verschillen te vinden zijn tussen hedonische en utilitaire producten in de narratieve en de niet-narratieve conditie. Als laatste onderzoeken we de mediërende invloed van transportation. Een goed ontwikkelde narratieve advertentie kan kijkers transporteren, meesleuren in het verhaal (Escalas, 2004). Kijkers worden geabsorbeerd in het verhaal en worden tijdelijk gekatapulteerd in een narratieve wereld. Green en Brock (2000) bewezen dat narratieve reclames overtuigen via transportation. Wij gaan na of het interactie-effect ook gemedieerd wordt door transportation. In deze studie spitsen wij ons toe op drie zaken: de effectiviteit van narratieve reclamespots ten opzichte van niet-narratieve reclamespots, het verband tussen narrativiteit en producttype en de mediërende invloed van transportation. 4

6 2 LITERATUUROVERZICHT EN HYPOTHESE-OPBOUW 1 Narrativiteit binnen de reclamewereld 1.1 Narratieve versus argumentatieve reclames Wells (1989) kiest om televisiereclame op te splitsen op basis van het dramagehalte van een reclamespot. In zijn opsplitsing kunnen reclamespots twee vormen aannemen: een drama of een argument. Een drama trekt de kijker mee in de actie, terwijl een argument de kijker op afstand houdt zoals een speech doet. Boller en Olson (1991) volgen de opsplitsing van Wells en splitsen de reclamewereld op in narratieve en argumentatieve reclames. Argumentatieve reclame brengt op basis van objectieve feiten productinformatie over naar de kijkers (Wells, 1989). Aan de hand van logische argumenten rond een gekozen productattribuut (de veiligste, de snelste ), worden consumenten overtuigd (Deighton, Romer & McQueen, 1989). Narratieve reclame overtuigt zijn kijkers daarentegen aan de hand van een verhaal (Escalas, 1998). Dit verhaal kan de consumptie van een product toelichten of gewoonweg tonen wat mensen verlangen (romantiek, vriendschap, prestaties ) (Chang, 2012 in Rodgers, Thorson, 2012). Zo kan een advertentie kijkers overtuigen dat een cruisevakantie stress vermindert en energie verschaft, of kan het tonen dat het stress vermindert door een gelukkig koppel op een cruiseboot te filmen (Chang, 2009a). 1.2 Wanneer is een reclamespot narratief? Een reclamespot is narratief wanneer het een verhaal vertelt waarin acteurs acties ondernemen om doel(en) te bereiken (Escalas, 1998, p.273). Twee basisvereisten om als narratieve reclamespot gedefinieerd te worden, zijn chronologie (Polkinghorne, 1991) en causaliteit (Escalas, 1998). Een verhaal kan niet bestaan zonder een tijdsdimensie. Er is een duidelijk onderscheidbaar begin, midden en einde (Bruner, 1990 ; Fiske, 1993). Met causaliteit bedoelt Bruner (1990) het plaatsen van verhaalelementen binnen een duidelijk gestructureerd kader. Wat eerst gebeurt, veroorzaakt wat erna gebeurt (Padgett & Allen, 1997). De doelen van de personages leiden met andere woorden tot verscheidene acties die resulteren in een bepaalde uitkomst (Bruner, 1990). Dit in tegenstelling tot argumentatieve reclamespots, waarbij ideeën en productinformatie gestructureerd worden volgens associatie zodat er logische connecties gevormd worden (Padgett & Allen, 1997). Deighton, Romer en McQueen (1989) ontwikkelden een dramatiseringsschaal om te bepalen hoe narratief een reclamespot is. Zij stelden dat een narratieve reclamespot een plot en personages bevat. De meest voorkomende plots in narratieve reclames zijn hoop (Budweiser #BestBuds), romantiek (Chanel - Coco Mademoiselle), relaties (Coca cola Share a coke) en zelfvertrouwen (Dove - Real beauty) (Chang, 2012 in Rodgers, Thorson, 2012). Een nadeel dat narratieve reclames ten opzichte van argumentatieve reclames kan hebben, ligt juist bij het interpreteren van dat plot. Twee kijkers kunnen volledig verschillende betekenissen geven aan een verhaal, terwijl de adverteerder slechts één duidelijke 5

7 betekenis voor ogen had. Opgedane ervaring en culturele kennis kunnen helpen bepalen wat hoogstwaarschijnlijk de meest voorkomende betekenis zal zijn, maar er blijft een grote kans dat verschillende interpretaties aanwezig zullen zijn tussen de consumenten. Bij argumentatieve reclames zijn de aangehaalde producteigenschappen daarentegen geordend op een logische manier. Al kunnen consumenten nog steeds niet zijn met de logica van de aangereikte productattributen, ze geven wel dezelfde betekenis aan de advertentie zoals door de adverteerder bedoeld werd (Padgett & Allen, 1997). Ook in advertenties zonder personages, kan een plot aanwezig zijn. Een luiermerk gaat de competitie aan met een ander merk om water vast te houden, een wasmiddel vecht tegen een kwaadaardige vlek Een reclamespot zonder personages die een plot bevat, wordt een demonstratie genoemd. Om van een demonstratie naar een narratieve reclamespot te gaan, zijn personages in de reclamespot noodzakelijk (Deighton, Romer & McQueen, 1989). Narratieve reclames kunnen we nog verder opsplitsen: in story advertising (Deighton, Romer & McQueen, 1989; Booth, 1983) en drama advertising (Escalas, 2004; Deighton, Romer & McQueen, 1989). Als een verteller aanwezig is in de reclamespot, spreken we van een story (Booth, 1983). Wanneer het verhaal echter louter door personages wordt uitgespeeld, krijgt het de naam drama. Narratieve reclame refereert dus naar het vertellen (story advertising) of het tonen (drama advertising) van een verhaal (Chang, 2009a). Stern (1994) splitst narratieve reclames op een andere manier op: volgens vorm. Als eerste onderscheidt hij de klassieke vorm, die gekarakteriseerd wordt door causaliteit, vaste personages en één verhaallijn die naar een oplossing leidt. Hiernaast detecteert hij de vignette vorm, die zich onderscheidt door verschillende verhaallijnen en wisselende personages. Verhalen binnen reclames hebben enkele unieke eigenschappen. Dit verklaart waarom narratieve reclames door de reclamewereld reeds zo geadapteerd zijn (Chang, 2012 in Rodgers, Thorson, 2012). 24.1% van alle reclames die tijdens prime time worden uitgezonden, zijn narratief (Chang, 2012). Narratieve reclames kunnen ten eerste abstracte, ontastbare productattributen voorstellen op een betekenisvolle manier (Padgett & Allen, 1997; Matilla, 2000). Padgett en Allen (1997) stellen dat narratieve reclames beter de symbolische betekenissen (bijvoorbeeld het gevoel van gezelligheid) en emoties (Micu & Plummer, 2010) kunnen overbrengen dan niet-narratieve reclames. Ten tweede zorgen verhalen binnen reclames voor een grotere betrokkenheid van de consumenten. Consumenten voelen zich hooked tijdens het bekijken van narratieve advertenties. Door dat gevoel van hooked te zijn, in zeer lichte mate verslaafd aan de reclamespot, voelen consumenten zich positiever. Dit uit zich in positievere attitudes ten opzichte van de advertentie (Escalas, Moore & Britton 2004). Het grootste deel van de tien leukste (positiefste reclame-attitude) reclamespots die werden uitgezonden tijdens de Super Bowl 2015, waren narratieve advertenties (Siegel, 2015). 6

8 Narratieve advertenties creëren ten derde het gevoel van ervaring voor consumenten door plaatsvervangende deelname (Boller & Olson, 1991). Wells (1989) stelt dat narratieve reclame werkt omdat het kijkers aanmoedigt om lessen, ervaringen en emoties mee te beleven met de personages in de reclamespot. Als laatste kunnen verhalen binnen reclames dienen als kader voor toekomstige ervaringen met het getoonde product. Consumenten construeren hun productervaringen volgens de getoonde verhalen binnen de reclamespots (Escalas, 1998). 1.3 Hoe worden advertenties verwerkt? Analytische versus narratieve verwerking Het type content binnen een reclame leidt tot narratieve of analytische verwerking (Adaval & Wyer, 1998). Narratieve reclames activeren narratieve verwerking en gedachten, gedachten die gestructureerd zijn in een verhaalvorm met opeenvolgende gebeurtenissen verbonden door causale relaties (Escalas, 2004). Binnen narratieve verwerking, begrijpen of beelden consumenten zich opeenvolgende gebeurtenissen in die gerelateerd zijn aan productconsumptie (Chang, 2012 in Rodgers, Thorson, 2012). Ze beelden zich scenario s in waarbij ze het product kopen of hebben en interpreteren de implicaties van de producteigenschappen aan de hand van hun ingebeelde scenario s (Escalas, 2004). Kijkers van de reclamespot nemen de rol op van observanten of zelfs plaatsvervangende participanten binnen het verhaal en passen de getoonde lessen of ervaringen toe op dagelijkse uitdagingen in hun eigen leven. Vanuit het perspectief van de kijker, zijn de conclusies die getrokken worden uit de advertentie hun eigen conclusies en bijgevolg niet opgedwongen (Wells, 1989). Een narratieve reclame wordt met andere woorden empathisch verwerkt (Deighton, Romer & McQueen, 1989). Argumentatieve reclames worden daarentegen evaluatief verwerkt (Deighton, Romer & McQueen, 1989). Analytische verwerking omvat de zorgvuldige bestudering van het beweerde productattribuut in de getoonde reclamespot (Adaval & Wyer, 1998). Fishbein en Ajzen (1975) stellen dat productattitudes gevormd worden op basis van de evaluatie van productovertuigingen (bijvoorbeeld het geadverteerde automerk is waarschijnlijk veilig) en het persoonlijk belang van deze overtuigingen (bijvoorbeeld veiligheid is voor mij het allerbelangrijkste wanneer ik een nieuwe auto koop). Er zijn verschillende cruciale verschillen te vinden tussen analytische en narratieve verwerking (Chang, 2012 in Rodgers, Thorson, 2012). Het is allereerst makkelijker om evaluaties te vormen aan de hand van narratieve verwerking dan aan de hand van analytische verwerking (Adaval & Wyer, 1998). In het echte leven worden gebeurtenissen vaak opgeslagen in de vorm van een verhaal, aangezien de meeste informatie en kennis ook zo gepresenteerd wordt (Schank & Abelson, 1995). Mensen hebben met andere woorden een natuurlijke neiging om informatie over mensen en acties op te slaan in verhaalvorm (Padgett & Allen, 1997). Wanneer een nieuwe boodschap in een advertentie wordt aangehaald die consistent is met de structuur van het menselijke geheugen, is het makkelijker voor mensen om die 7

9 informatie te begrijpen, te verwerken en te beoordelen. Narratieve verwerking zal dus consistenter zijn met de opgeslagen gebeurtenissen in de hoofden van mensen, wat zorgt voor een makkelijkere verwerking en vorming van evaluaties (Adaval & Wyer, 1998). Verder maken narratieve en analytische verwerking gebruik van andere evaluatiestrategieën (Chang, 2012 in Rodgers, Thorson, 2012). McGill en Anand (1989) bewezen in hun onderzoek dat wanneer aan consumenten gevraagd werd om in te beelden dat ze een appartement bezitten (narratieve verwerking), ze op zoek gingen naar alternatieven (verschillende appartementen). Hun beslissing werd gevormd op basis van deze alternatieven (Is het getoonde appartement beter of slechter dan de alternatieven?) Wanneer analytische verwerking echter getriggerd werd, gingen consumenten vooral op zoek naar productattributen (grootte, prijs ). Het product werd vervolgens geëvalueerd op basis van deze attributen. Ten derde kunnen we ook een verschil vinden in het belang van verschillende productattributen voor narratieve en analytische verwerking (Chang, 2012 in Rodgers, Thorson, 2012). Keller en McGill (1994) toonden aan dat bij narratieve verwerking de makkelijkst in te beelden productattributen (bijvoorbeeld een parketvloer in het appartement) van groter belang waren dan de moeilijk in te beelden productattributen (bijvoorbeeld de beveiliging van het appartement). Als consumenten daarentegen instructies kregen om analytisch te evalueren, hingen hun evaluaties meer af van de belangrijkste dan van de makkelijkst in te beelden productattributen Verwerking van een narratieve reclamespot Deighton, Romer en McQueen (1989) vonden dat hogere levels van dramatisering resulteerden in een lager aantal geproduceerde tegenargumenten en sterkere emotionele reacties. Deze bevindingen suggereren dat een hoger level van dramatisering narratieve verwerking aanmoedigt. Binnen narratieve verwerking, kunnen we verschillen vinden tussen de verwerking van een story en de verwerking van een drama. Als een verteller de reclamespot ondersteunt (story), kan de relevantie van een beweerd productattribuut (de veiligste auto, het luxueuste parfum ) duidelijk toegelicht worden. Dit kan wel het nadeel met zich meebrengen dat kijkers zich bewust worden van de persuasieve intentie van de reclamespot. Als er geen verteller aanwezig is in de reclamespot (drama), steunt de volledige reclamespot op de waarschijnlijkheid dat de getoonde gebeurtenissen in de reclame bijdragen aan het beweerde productattribuut van het merk. Wanneer dit slaagt, ontstaat er een empathische band tussen de kijkers en de personages. Zo ver zelfs dat in sommige gevallen het publiek niet merkt dat een productattribuut gecommuniceerd wordt. Als de gebeurtenissen in de reclamespot echter niet bijdragen aan het gewenste productattribuut, evalueert de kijker de reclamespot als bedrieglijk (Deighton, Romer & McQueen, 1989). 8

10 Narratieve verwerking kan gestimuleerd worden. Een vaak gebruikte methode om het narratief verwerken van een reclamespot te stimuleren, is het aanmoedigen van consumenten om zichzelf in de consumptiesituatie in te beelden (Philips, 1996). Deze tactiek wordt in de reclamewereld vaak gebruikt door een reclamespot te starten met Imagine yourself in.... Philips (1996) toonde aan dat consumenten die aangemoedigd werden om zichzelf in de consumptiesituatie in te beelden, meer levendige mentale beelden oproepen en product gerelateerd gedrag inbeelden dan consumenten die niet aangemoedigd werden. Ook Adaval en Wyer (1998) vonden dat participanten die uitgenodigd werden om zichzelf in een consumptiesituatie in te beelden, in vergelijking met participanten die niet uitgenodigd werden, een hogere kans op narratieve verwerking hadden. 1.4 Effectiviteit van een narratieve reclamespot Verschillende academici schreven reeds over de effecten die adverteerders zouden moeten proberen te bereiken. Kotler en Armstrong (2010) beweren dat de belangrijkste reclame-objectieven het informeren over, overtuigen van en herinneren aan het getoonde merk of product zijn. Tellis en Weiss (1995) stellen echter dat het genereren van een hogere verkoop het belangrijkste doel van een reclamespot is. Wij onderzoeken daarom het effect van narrativiteit op reclame-, merkattitude en aankoopintentie. Zoals eerder vermeld, bewezen Deighton, Romer en McQueen (1989) dat consumenten minder tegenargumenten produceren bij het zien van een narratieve reclamespot dan bij het zien van een nietnarratieve reclamespot. Wanneer een narratieve reclame succesvol is, verliest de kijker zich in het verhaal. De kijkers ervaren de gevoelens en zorgen die de karakters in de reclamespot meemaken (Deighton, Romer & McQueen, 1989). Verder vergelijken kijkers vaak de doelen en motieven van de personages binnen de reclamespot met hun eigen doelen en motieven. Als deze dezelfde zijn, kan dit leiden tot een positievere reclame-attitude door de projectie van hun eigen motivaties (Strayer, 1987). Door het gevoel van verliezen (Deighton et. Al, 1989), hun vorm en hun makkelijke wijze van verwerken (Escalas, 1998), genereren narratieve reclamespots positievere reclame-attitudes dan nietnarratieve reclamespots. Ook Chang (2009a) vond in zijn onderzoek dat narratieve reclamespots positievere reclame-attitudes opwekken dan niet-narratieve reclamespots. Verder werd in verschillende onderzoeken gevonden dat respondenten een hogere merkattitude aangeven bij het zien van een narratieve reclame dan bij het zien van een niet-narratieve reclame (Chang, 2009b; Lien & Chen, 2013). Merkattitude wordt bij narratieve reclames gevormd op basis van het getoonde verhaal in de reclamespot en niet op basis van de getoonde productargumenten (Lien & Chen, 2013). Voorlopig testte geen enkel onderzoek het effect van narrativiteit binnen reclames op aankoopintentie. We verwachten in ons onderzoek dat aankoopintentie in dezelfde lijn loopt als reclame- en merkattitude en dat participanten een hogere aankoopintentie aangeven als ze een narratieve reclamespot te zien kregen dan bij een nietnarratieve reclamespot. 9

11 In lijn met het onderzoek van Chang (2008), Escalas (2004), Matilla (2000), Polyorat, Alden en Kim (2007) en Lien en Chen (2013) verwachten we dat respondenten die een narratieve reclamespot te zien krijgen, een positievere reclame- en merkattitude en een hogere aankoopintentie zullen aangeven dan respondenten die een niet-narratieve reclamespot te zien krijgen. H1: Respondenten die een narratieve reclamespot te zien krijgen, zullen een a) positievere reclame-attitude (Aad) b) positievere merkattitude (Abr) c) hogere aankoopintentie (PI) aangeven dan respondenten die een niet-narratieve reclamespot te zien krijgen 2 De rol van producttype binnen de reclamewereld 2.1 Utilitaire versus hedonische producten Binnen de reclamewereld bestaan er verschillende manieren om producten op te delen. Eén opsplitsing, utilitaire versus hedonische producten, heeft reeds de tand des tijds doorstaan (Holbrook & Hirschman, 1982; Ryu, Park & Feick, 2006). Utilitaire producten worden aangekocht en geconsumeerd om praktische en functionele redenen (Ryu, Park & Feick, 2006). Een product kan utilitair genoemd worden als de fysieke prestatie van dat product van groot belang is (Mittal, 1989, p. 167). Het wordt gewaardeerd om zijn instrumenteel karakter en voornamelijk gebruikt om een taak te voltooien (Hassenzahl, Schöbel & Trautmann, 2008, p. 473). Voorbeelden van utilitaire producten zijn microgolfovens, computers, pijnstillers, stofzuigers, melk, waspoeder, wc-papier (Mittal, 1989; Dhar & Wertenbroch, 2000; Sloot, Verhoef, Kellevink, Commandeur & Peelen, 2004, p. 107) Hedonische producten worden daarentegen aangekocht en geconsumeerd om verlangens naar zintuiglijk plezier of symbolische behoeften, die gerelateerd zijn aan het eigen zelfbeeld en de perceptie die anderen over hen hebben, te bevredigen (Ryu, Park & Feick, 2006). Een product kan hedonisch genoemd worden als de consument vooral de expressieve kwaliteiten van het product belangrijk vindt (Mittal, 1989, p. 167). In plaats van te kijken naar de eigenschappen van het product (Hassenzahl, Schöbel & Trautmann, 2008, p. 473), wordt er op basis van de affectieve waarde van het product beoordeeld. De hedonische waarde van een product ligt in de sensatie, het plezier, de spanning, de opwinding en het amusement dat het product de gebruiker verschaft (Hassenzahl, Schöbel & Trautmann, 2008; De Rijcke, 2000). Voorbeelden van hedonische producten zijn frisdranken, borrelnootjes, chocolade, sigaretten, merkkledij, luxueuze horloges (Dhar & Wertenbroch, 2000; Sloot, Verhoef, Kellevink, Commandeur & Peelen, 2004, p. 107). Soms is het onderscheid tussen hedonische en utilitaire producten echter vaag. Een auto kunnen we bijvoorbeeld zowel als een utilitair product (een middel om zich te verplaatsen van plaats A naar plaats B) als een hedonisch product (een sportief design waarmee ik kan uitpakken) categoriseren (Dhar & Wertenbroch, 2000). 10

12 2.2 Het verband tussen narrativiteit en producttype Zoals we eerder vermeldden, worden hedonische producten aangekocht om symbolische behoeften te vervullen, terwijl utilitaire producten worden aangekocht om praktische redenen (Ryu, Park & Feich, 2006). Producten die esthetische, zintuiglijke of symbolische voordelen hebben (hedonische producten), moeten ervaren of beleefd worden om te kunnen worden beoordeeld (Holbrook & Moore, 1981). Chocolade (hedonisch) moet je proeven om het lekker te vinden, parfum (hedonisch) moet je ruiken om het te waarderen. Bij pijnstillers (utilitair) en wc-papier (utilitair) is dit daarentegen minder het geval. Boller en Olson (1991) vonden in hun onderzoek dat narratieve reclames het gevoel van ervaring kunnen simuleren door plaatsvervangende deelname via de personages in de reclamespot. Padgett en Allen (1997) bewezen hiernaast dat narratieve reclamespots beter symbolische behoeften kunnen overbrengen dan niet-narratieve reclamespots. Chang (2012) vond verder dat narratieve reclames effectiever zijn dan argumentatieve reclames als de gecommuniceerde productattributen abstract zijn. Bij hedonische producten zijn abstracte productattributen (smaak, geur, aanzien ) vaak van groter belang dan bij utilitaire producten, waar concrete productattributen het belangrijkst zijn (prijs, grootte, snelheid ). We verwachten dus dat narratieve reclames effectiever zullen zijn voor hedonische producten dan voor utilitaire producten. Als we dieper ingaan op de soorten advertenties, merken we dat advertenties gebruik maken van twee soorten reclame-appeals (overtuigingen om een product aan te schaffen): hedonische appeals (drama) en utilitaire appeals (argument). (Bruner, 1986; Deighton, Romer & McQueen, 1989; Chang, 2004). Hedonische reclame-appeals zijn overtuigingen die betrekking hebben op emoties en gevoelens (Deighton, Romer & McQueen, 1989). Ze communiceren over en helpen met het bouwen van een productpersoonlijkheid. Consumenten kunnen beelden projecteren op die productpersoonlijkheid, zoals bijvoorbeeld specifieke waarden of de levensstijl van de productgebruikers (Chang, 2004). Hedonische reclame-appeals zijn subjectief en niet gebaseerd op logisch opgebouwde informatie (Deighton, Romer & McQueen, 1989). Zo kan een reclame bijvoorbeeld beweren dat het opwindend is om het laatste Diesel-horloge te dragen, maar kan dit niet objectief bewezen worden. Voor een product dat voornamelijk hedonische behoeften vervult (hedonisch product), heeft een hedonische reclame-appeal een grotere overtuigingskracht dan een utilitaire reclame-appeal (Chang, 2004). Als een advertentie zich met andere woorden focust op wat het product symboliseert of communiceert (narratieve reclame), is deze overtuigender voor hedonische producten dan voor utilitaire producten (Shavitt, 1992). Hedonische producten leiden verder tot een verschillend psychologisch proces om het product te evalueren dan utilitaire producten (Holbrook & Moore, 1981; Holbrook & Hirschman, 1982). Het evaluatieproces voor hedonische producten is voornamelijk gebaseerd op esthetica, smaak en zintuiglijke ervaringen. Het is van groter belang hoe de betekenis van een product gecommuniceerd wordt via de reclame dan hoe de tastbare aspecten van het product via de reclame gecommuniceerd wordt. Het evaluatieproces van hedonische producten is dan ook enorm subjectief, terwijl het evaluatieproces van utilitaire producten 11

13 eerder objectief te noemen is (Ryu, Park & Feick, 2006). Wanneer een productclaim subjectief is, is het voordeel van een hedonische appeal (ten opzichte van een utilitaire appeal), dat het de subjectieve ervaring niet moet reduceren tot woorden. Het kan de ervaring gewoonweg tonen met het doel om het getoonde gevoel over te brengen naar het publiek (Deighton, Romer & McQueen, 1989). Aangezien narratieve reclames beter symbolische behoeften kunnen overbrengen (Padgett & Allen, 1997), het gevoel van ervaringen kunnen simuleren (Boller & Olson, 1991) en meer gebruik maken van hedonische reclame-appeals (Chang, 2004) die beter subjectieve (Deighton, Romer & McQueen, 1989) en abstracte (Chang, 2012 in Rodgers, Thorson, 2012) productclaims kunnen communiceren, verwachten we dat respondenten die een narratieve reclamespot van een hedonisch product te zien krijgen, een positievere reclame- en merkattitude en een hogere aankoopintentie zullen aangeven dan respondenten die een narratieve reclamespot van een utilitair product te zien krijgen. H2.1: Respondenten die een narratieve reclamespot van een hedonisch product te zien krijgen, zullen een a) positievere reclame-attitude (Aad) b) positievere merkattitude (Abr) c) hogere aankoopintentie (PI) aangeven dan respondenten die een narratieve reclamespot van een utilitair product te zien krijgen De tweede soort reclame-appeals waar advertenties gebruik van kunnen maken, zijn utilitaire reclameappeals. Utilitaire reclame-appeals communiceren over producteigenschappen en attributen die objectief getest kunnen worden (Chang, 2004; Deighton, Romer & McQueen, 1989). Elke consument die voldoende informatie krijgt, zou tot dezelfde conclusie komen (Deighton, Romer & McQueen, 1989). Niet-narratieve advertenties maken, in tegenstelling tot narratieve reclames, meer gebruik van utilitaire reclame-appeals dan van hedonische reclame-appeals. Utilitaire producten leiden verder tot een verschillend psychologisch proces om het product te evalueren dan hedonische producten (Holbrook & Moore, 1981; Holbrook & Hirschman, 1982). Het evaluatieproces voor hedonische producten is, zoals eerder vermeld, voornamelijk gebaseerd op esthetica, smaak en zintuiglijke ervaringen. De tastbare aspecten van het geadverteerde product zijn minder van belang in de communicatie van hedonische producten. Bij het cognitieve evaluatieproces van utilitaire producten focussen consumenten zich daaretegen voornamelijk op de objectieve en tastbare attributen van een product (Ryu, Park & Feick, 2006). 12

14 Aangezien niet-narratieve reclamespots voornamelijk gebruik maken van utilitaire reclame-appeals die communiceren over objectief te testen producteigenschappen en attributen (Chang, 2004; Deighton, Romer & McQueen, 1989), verwachten we dat respondenten die een niet-narratieve reclamespot van een utilitair product te zien krijgen, een positievere reclame-, merkattitude en aankoopintentie zullen aangeven dan respondenten die een niet-narratieve reclamespot van een hedonisch product te zien krijgen. H2.2: Respondenten die een niet-narratieve reclamespot van een utilitair product te zien krijgen, zullen een a) positievere reclame-attitude (Aad) b) positievere merkattitude (Abr) c) hogere aankoopintentie (PI) aangeven dan respondenten die een niet-narratieve reclamespot van een hedonisch product te zien krijgen 3 De rol van transportation binnen narratieve reclames Escalas, Moore en Britton (2004) stellen dat de mate waarin een televisieadvertentie een goed ontwikkeld verhaal vertelt, invloed heeft op de mate waarin een advertentie de kijker meesleurt. De consument kan immers getransporteerd worden (Escalas, 2004). Transportation is een mentaal proces waarbij consumenten geabsorbeerd worden in een verhaal en tijdelijk gekatapulteerd worden in een narratieve wereld. Ze verliezen zichzelf in het verhaal en raken voor een korte periode het contact met de werkelijkheid kwijt (Green & Brock, 2000). De gebeurtenissen rondom hen worden niet opgemerkt en de tijd wordt uit het oog verloren (Green, Brock & Kaufman, 2004). Green en Brock (2000) bewezen dat narratieve reclames overtuigen via transportation. Deze vorm van overtuigen staat in scherp contrast met traditionele analytische verwerkingsmodellen, zoals het elaboration likelihood model (Petty, Cacioppo & Schumann, 1983). Dit model stelt dat attitudeverandering pas plaatsvindt na het evalueren van productargumenten en logische overwegingen. Transportation overtuigt op een andere manier, namelijk door het gevoel van ervaring te simuleren en sterke affectieve en verminderde negatieve reacties uit te lokken (Green & Brock, 2000; Escalas, 2004). Individuen die een hoge mate van transportation ervaren (in die mate dat ze geabsorbeerd raken in het verhaal), zullen minder negatieve gevoelens ten opzichte van de advertentie en sterke gevoelens ten opzichte van de personages in de reclamespot aangeven. Tijdens het verloren raken in een verhaal, worden de zorgen van de echte wereld achterwege gelaten wat kan leiden tot een vermindering van stress (Green, Brock & Kaufman, 2004). Bij het zien van een narratieve reclame, dompelen respondenten zich onder in het verhaal. Hun attitude ten opzichte van het geadverteerde product wordt gevormd op basis van hun gedachten over het verhaal en niet op basis van de getoonde productargumenten (Lien & Chen, 2013). 13

15 Niet-narratieve reclames creëren daarentegen geen alternatieve wereld die kijkers kunnen betreden en hebben daarom minder kans op het uitlokken van emoties en het oproepen van mentale beelden (Green, Brock & Kaufman, 2004). In lijn met het onderzoek van Green en Brock (2000), Green, Brock en Kaufman (2004), Escalas (2004) en Escalas, Moore en Britton (2004) verwachten we dat transportation het effect van narrativiteit op reclame-, merkattitude en aankoopintentie medieert. H3: Respondenten die een narratieve reclamespot te zien krijgen, rapporteren een significant hogere mate van transportation dan respondenten die een niet-narratieve reclamespot te zien krijgen We verwachten verder dat transportation ook het interactie-effect van producttype en narrativiteit op reclame-, merkattitude en aankoopintentie medieert. Aangezien we verwachten dat respondenten die een narratieve reclamespot van een hedonisch product te zien krijgen, een positievere reclame-, merkattitude en een hogere aankoopintentie zullen aangeven dan respondenten die een narratieve reclamespot van een utilitair product te zien krijgen (H2.1), gaan we er van uit dat transportation dit verschil kan verklaren. H4.1: Binnen de narratieve conditie, zullen respondenten die een reclamespot van hedonische producten krijgen, een significant hogere mate van transportation aangeven dan respondenten die een reclamespot van utilitaire producten krijgen Aangezien we hiernaast verwachten dat respondenten die een niet-narratieve reclamespot van een utilitair product te zien krijgen, een positievere reclame-, merkattitude en een hogere aankoopintentie zullen aangeven dan respondenten die een niet-narratieve reclamespot van een hedonisch product te zien krijgen (H2.2), gaan we er van uit dat transportation ook dit verschil kan verklaren. H4.2: Binnen de niet-narratieve conditie, zullen respondenten die een reclamespot van utilitaire producten krijgen, een hogere mate van transportation ervaren dan respondenten die een reclamespot van hedonische producten krijgen 14

16 3 METHODE 3.1 Design en respondenten Om de impact van narrativiteit en de modererende invloed van producttype in reclame na te gaan, werd een experimenteel onderzoek verricht. Deze studie werd ontworpen volgens een 2 (storytelling: narratief/niet-narratief) x 2 (producttype: hedonisch/utilitair) between-subjects design. In totaal namen er 609 respondenten deel aan deze survey waarin ze at random aan één conditie werden toegewezen. Een groot deel van deze respondenten vulde echter de vragenlijst niet volledig in, omdat ze problemen hadden met het openen van de reclamespot. Na filtering van de individuen die de vragenlijst niet volledig invulden, bleven er 238 respondenten over waaronder 65.5% vrouwen en 34.5% mannen, proportioneel verdeeld over de vier condities. De 238 respondenten werden als volgt verdeeld over de vier condities: 53 respondenten in de conditie narratief/hedonisch, 62 respondenten in de conditie narratief/utilitair, 65 respondenten in de conditie niet-narratief/hedonisch en 58 respondenten in de conditie niet-narratief/utilitair. 9 respondenten (3.8%) zijn jonger dan 18, 126 respondenten (52.9%) zijn tussen de 18 en 25 jaar, 36 respondenten (15.1%) zijn tussen de 26 en 35 jaar, 17 respondenten (7.1%) zijn tussen de 36 en 45 jaar, 41 respondenten (17.2%) zijn tussen de 46 en 55 jaar, 8 respondenten (3.4%) zijn tussen de 56 en 65 jaar en slechts 1 respondent (0.4%) is ouder dan 65 jaar. De vrij hoge frequentie in de tweede categorie (52.9 % tussen de 18 en 25) is te verklaren door het aantal studenten dat deelnam aan dit experimenteel onderzoek. Het hoogst behaalde diploma werd vervolgens als volgt verdeeld: 1.7% van de respondenten (lager onderwijs), 32.4% van de respondenten (middelbaar onderwijs), 36.6% van de respondenten (hoger niet-universitair onderwijs) en 29.4% van de respondenten (hoger universitair onderwijs). 3.2 Procedure Binnen dit onderzoek werden bestaande reclamespots gebruikt, aangezien het zelf maken van acht geloofwaardige en professionele reclamespots onmogelijk zou zijn. De verschillende reclamespots werden verzameld via Youtube en Coloribus. Voor de narratieve reclamespots werd er gekeken naar de verhaallijn binnen de reclamespot. Uitgewerkte personages, een boeiende verhaallijn en een plot waren vereisten om als narratief te worden geclassificeerd. Hiernaast werden niet-narratieve reclamespots verzameld van dezelfde duur. Het merk kwam in beide versies even lang in beeld. Alle reclamespots waarin gesproken werd, kregen Nederlandse ondertitels met behulp van MovieMaker. Na het pretesten van alle reclamespots, bleven acht reclamespots over (waarvan vier narratieve en vier niet-narratieve). Via een link werden respondenten naar de vragenlijst gestuurd, waar ze at random in een van de 4 verschillende condities werden ingedeeld. De vragenlijst werd verspreid via en sociale media. 15

17 3.3 Meetschalen Om onze vooropgestelde hypothesen te onderzoeken, is het nodig de gebruikte concepten te operationaliseren. Reclame-attitude (Aad) Om de reclame-attitude (attitude towards the ad) te meten, werd de respondent gevraagd om de getoonde reclamespot te beoordelen op tien items op een zeven-puntenschaal overgenomen uit Mitchell en Olson (1981): slecht/goed ; niet leuk/leuk ; saai/interessant ; niet doeltreffend/ doeltreffend ; onaantrekkelijk/ aantrekkelijk ; onaangenaam/ aangenaam ; smaakloos/ smaakvol ; waardeloos/ waardevol ; niet entertainend/ entertainend, slecht gemaakt/ goed gemaakt. De schaal is intern betrouwbaar met α = Merkattitude (Abr) Om de merkattitude (attitude towards the brand) te meten, werd de respondent gevraagd om de getoonde reclamespot te beoordelen op drie items overgenomen uit Lee en Mason (1999): Ik reageer gunstig op het merk ; Ik voel me positief ten opzichte van het merk ; Ik vind het merk leuk. Deze items werden beantwoord op een zeven-puntenschaal gaande van helemaal niet tot helemaal. De schaal is intern betrouwbaar met α = Aankoopintentie (Purchase intention) Om de aankoopintentie te meten, werd de respondent gevraagd om het item Hoe waarschijnlijk is het dat je dit merk zou kopen en/of gebruiken? overgenomen van Escalas (2004) te beoordelen op een zeven-puntenschaal: heel onwaarschijnlijk/ heel waarschijnlijk. Transportation De mate van transportation werd aan de hand van vier items, overgenomen van Green en Brock (2000), bevraagd: Ik was mentaal betrokken in de reclame ; Als ik naar de reclame keek, werd ik niet snel afgeleid door de omgeving ; Na het bekijken van de reclame, bleef het nog even in mijn gedachten ; Mijn gedachten dwaalden nooit af tijdens het bekijken van de reclame. Deze items werden beantwoord op een zeven-puntenschaal gaande van helemaal niet tot helemaal. De schaal is intern betrouwbaar met α = Brand recall Om na te gaan hoe goed het getoonde merk onthouden werd, werd op het einde van de survey de brand recall bevraagd. Na het invullen van demografische vragen (als buffer) diende de respondent volgende vraag te beantwoorden: Over welk merk ging de reclamespot?. 16

18 Brand recognition Naast het onthouden, werd ook het herkennen van het getoonde merk bevraagd. De respondent diende het getoonde merk in de reclamespot uit een lijst van tien merken binnen dezelfde productcategorie als het getoonde merk te halen. Afhankelijk van de conditie waarin de respondent zich bevond, kreeg men een andere lijst van merken. Voor het overzicht van de vier lijsten, zie bijlage 2. 4 RESULTATEN 4.1 Manipulatiecheck Pretest manipulatiecheck De manipulatie van narrativiteit en producttype werden getest aan de hand van twee within-subject designs. Een eerste pretest werd online rondgestuurd naar een kleine groep (n=13). Om aanvullende reclamespots te verzamelen, werd een tweede pretest gelanceerd (n=13). Van elk producttype werd een narratieve en een niet-narratieve reclamespot getest van dezelfde duur. Om de manipulatiecheck van narrativiteit na te gaan, werden tijdens de eerste pretest twaalf reclamespots at random aan de respondenten getoond, waarna narrativiteit op een zeven-punten Likert schaal werd gemeten (Er is een duidelijk verhaal waarneembaar in deze reclamespot: helemaal niet/helemaal wel ). Bij de reclamespots van Tampax (Mnar = 5.62 vs. Mnon = 5.38) en Carlsberg (Mnar = 5.23 vs. Mnon = 4.15) werd geen significant verschil gepercipieerd tussen de narratieve en de niet-narratieve reclamespots. Na de eliminatie van Tampax en Carlsberg, werd bij de overige acht reclamespots (Tide, Kia, Nespresso en Chanel) een aanzienlijk hogere narrativiteit gepercipieerd dan bij de niet-narratieve spots (Mnar = vs. Mnon = , t (12) = 8.663, p <.001). Bij de tweede pretest werden acht reclamespots at random getoond, waarna narrativiteit opnieuw werd gemeten. Bij alle reclamespots van de tweede pretest (M&M s, Kleenex, Jack Daniels en Signal) werden significante verschillen gevonden tussen de narratieve en niet-narratieve spots (Mnar = vs. Mnon = 2.75, t (12) = 5.672, p <.001). Om de manipulatiecheck van producttype (hedonisch vs. utilitair) na te gaan, werden in de eerste pretest zes verschillende producten getest (Nespresso, Kia, Tampax, Chanel no. 5, Carlsberg en Tide). In de tweede pretest werden vier producten getest (M&M s, Kleenex, Jack Daniels en Signal). De respondenten beoordeelden elk product op vier zeven-punten Likert schalen overgenomen uit Drolet, Williams en Lau-Gesk (2007): Wanneer ik een merk binnen deze productcategorie koop, is mijn beslissing voornamelijk objectief en logisch ; Wanneer ik een merk binnen deze productcategorie koop, is mijn beslissing voornamelijk gebaseerd op mijn gevoel ; Wanneer ik een merk binnen deze productcategorie koop, is mijn beslissing voornamelijk gebaseerd op functionele feiten ; Wanneer ik een merk binnen deze productcategorie koop, is mijn beslissing voornamelijk gebaseerd op emoties. 17

19 Tijdens de eerste pretest was de manipulatiecheck geslaagd na de eliminatie van twee productcategorieën, koffie (Nespresso) en tampons (Tampax). Auto s (Kia) (Mut = vs. Mhed = ; t (12) = 2.782, p < 0.05) en wasmiddelen (Tide) (Mut = vs. Mhed = 3.5; t (12) = 2.784, p <.05) werden eerder als utilitaire producten gezien. Parfum (Chanel) (Mhed = vs. Mut = ; t (12) = , p <.005) en alcohol (Carlsberg) (Mhed = vs. Mut = ; t (12) = , p <.005) werden gezien als hedonische producten. Bij de tweede pretest was de manipulatiecheck geslaagd bij alle vier de productcategorieën. Tandpasta (Mut = vs. Mhed = ; t (12) = 3.184, p <.005) en Kleenex (Mut = vs. Mhed = ; t (12) = 3.484, p <.005) werden beschouwd als utilitaire producten. Chocolade (Mut = vs. Mhed = ; t (12) = 5.408, p <.005) en alcohol (Mut = vs. Mhed = ; t (12) = 4.389, p <.05) werden beschouwd als hedonische producten. Na het uitvoeren van beide testen, behouden we de reclamespots van Signal en Kleenex binnen de utilitaire productcategorie en de reclamespots van Chanel en M&M s binnen de hedonische productcategorie. Voor een overzicht van de korte inhoud van de gebruikte reclamespots, zie bijlage Manipulatiecheck Voor de manipulatiecheck van narrativiteit tijdens ons onderzoek, werd aan de respondenten gevraagd om drie stellingen te beoordelen op een zeven-puntenschaal (1=helemaal niet, 4=neutraal, 7=helemaal wel): Bij het bekijken van de reclamespot heb ik een verhaal zien ontwikkelen (Leong, Ang & Heng, 1994); De reclame had een duidelijk onderscheidbaar begin, midden en einde ; De reclame toonde de evolutie van één of meerdere personages (Escalas, 2004). De manipulatie was geslaagd (Mnar = vs. Mnon = ; t (236) = -11,574, p <.001). De schaal was betrouwbaar (Cronbach s α = 0.86). Voor de manipulatiecheck van producttype, werd opnieuw aan de respondenten gevraagd om vier stellingen te beoordelen op een 7-puntenschaal (1=helemaal niet, 4=neutraal, 7=helemaal wel): Wanneer ik een merk binnen deze productcategorie koop, is mijn beslissing voornamelijk objectief en logisch ; Wanneer ik een merk binnen deze productcategorie koop, is mijn beslissing voornamelijk gebaseerd op mijn gevoel ; Wanneer ik een merk binnen deze productcategorie koop, is mijn beslissing voornamelijk gebaseerd op functionele feiten ; Wanneer ik een merk binnen deze productcategorie koop, is mijn beslissing voornamelijk gebaseerd op emoties (Drolet, Williams en Lau-Gesk, 2007). De manipulatie was geslaagd bij de vier verschillende productcategorieën. Tandpasta (Signal) (Mut = vs. Mhed = 3.6; t (59) = 3.318, p <.005) en zakdoeken (Kleenex) (Mut = vs. Mhed = ; t (59) = 6.268, p <.001) werden gezien als utilitaire producten, parfum (Chanel) (Mut = vs. Mhed = ; t (53) = , p <.001) en chocolade (M&M s) (Mut = vs. Mhed = ; t (63) = , p <.005) als hedonische producten. De schaal was ook hier betrouwbaar (Cronbach s α = 0.825). 18

20 4.2 Hoofdeffect van narrativiteit op de reclame-, merkattitude en aankoopintentie (H1) We gingen het effect van narrativiteit op reclame- (Aad), merkattitude (Abr) en aankoopintentie (PI) na. We voerden een one-way MANCOVA met reclamespot al gezien als covariate variabele uit. Er werd een significant multivariaat hoofdeffect gevonden van narrativiteit op reclame-, merkattitude en aankoopintentie (Wilks λ = 0.907, F(3,232) = 7.924, p <.001). We vonden significante hoofdeffecten van narrativiteit op reclame- (F(1,233) = , p <.001) en merkattitude (F(1,233) = 5.181, p <.05 (p =.024)). Respondenten die een narratieve reclamespot zagen, gaven positievere reclame- (Mnon = vs. Mnar = , t (236) = , p <.001) en merkattitudes (Mnon = vs. Mnar = , t (236) = , p <.001) aan dan respondenten die een niet-narratieve reclamespot zagen. Er werd echter geen significant hoofdeffect gevonden van narrativiteit op aankoopintentie (F(1,233) = 0.179, p >.05 (p =.673)). Respondenten die een narratieve reclamespot zagen, gaven zelfs een lagere aankoopintentie dan respondenten die een niet-narratieve reclamespot zagen, al bleek het gevonden verschil niet significant (Mnon = 4.46 vs. Mnar = 4.35; t (236) = 0.461, p >.05 (p =.645)). Hypothese 1a en 1b worden bevestigd. We verwerpen hypothese 1c. 4.3 Interactie-effect van narrativiteit en producttype op reclame-, merkattitude en aankoopintentie (H2) Om het interactie-effect van producttype en narrativiteit op reclame-, merkattitude en aankoopintentie na te gaan, werd een two-way MANCOVA (narrativiteit * producttype * reclamespot al gezien) met reclamespot al gezien als covariate variabele uitgevoerd. Er werd geen significant multivariaat hoofdeffect van producttype op reclame-, merkattitude en aankoopintentie (Wilks λ = 0.977, F (3,231) = 1.805, p >.05 (p =.47)). We vonden wel een significant hoofdeffect van narrativiteit en producttype op reclame-attitude (F(1,233) = 4.775, p <.05 (p =.03)). Er werden geen significant hoofdeffecten gevonden van narrativiteit en producttype op merkattitude (F(1,234) = 2.390, p >.05 (p =.123)) en aankoopintentie (F(1,234) = 1.389, p >.05 (p =.240)). Respondenten die een narratieve reclamespot van een hedonisch product zagen, gaven een positievere reclame- (Mhed = vs. Mut = , t (111) = , p <.02 (p =.017)) en merkattitude (Mhed = vs. Mut = , t (113) = , p <.005 (p =.003)) aan dan respondenten die een narratieve reclamespot van een utilitair product zagen. Er bleek echter geen significant verschil te zijn in aankoopintentie (Mhed = 4.55 vs. Mut = 4.18, t (102) = , p >.05 (p =.266)) tussen respondenten die een narratieve reclamespot van een hedonisch product zagen en respondenten die een narratieve reclamespot van een utilitair product zagen. Hypothese 2.1a en hypothese 2.1b worden bevestigd. We verwerpen hypothese 2.1c. Respondenten die een niet-narratieve reclamespot van een utilitair product zagen, gaven geen positievere reclame- (Mut = vs. Mhed = , t (121) = 1.028, p >.05 (p =.306)) en 19

21 merkattitude (Mut = vs. Mhed = 4.6, t (121) = , p >.05 (p =.283)) en hogere aankoopintentie (Mut = 4.55 vs. Mhed = 4.37, t (121) = 0.545, p >.05 (p =.58)) aan dan respondenten die een niet-narratieve reclamespot van een hedonisch product te zien kregen. We verwerpen hypothese 2.2a, 2.2b en 2.2c. 4.4 Mediatie van transportatie op het hoofdeffect van narrativiteit op reclame-, merkattitude en aankoopintentie (H3) Om na te gaan of transportatie het onderliggende mechanisme is dat het effect van narrativiteit op reclame-, merkattitude en aankoopintentie drijft, werd een simpele mediatie-analyse (Hayes, 2013; model 4) uitgevoerd. Resultaten tonen dat narrativiteit indirect reclame-attitude (B =.64, SE =.11, 95%-CI = [.45,.89]), merk-attitude (B =.36, SE =.10, 95%-CI = [.19,.57]) en aankoopintentie (B =.26, SE =.11, 95%-CI = [.07,.51]) beïnvloedt via transportatie. Narratieve reclames zorgen voor een hogere transportatie dan niet-narratieve reclames (B = 1.10, SE =.17, p <.0001). Een hogere mate van transportatie zorgt voor een positievere reclame- (B =.58, SE =.05, p <.0001) en merkattitude (B =.32, SE =.06, p <.0001) en een hogere aankoopintentie (B =.23, SE =.09, p <.001 (p =.0076)). Na transportatie toe te voegen als mediator, bleek narrativiteit geen direct effect op reclame-(b =.10, SE =.13, 95%-CI = [-.16,.36]), merkattitude (B = -.03, SE =.17, 95%-CI = [-.36,.10]) en aankoopintentie meer te hebben (B = -.37, SE =.25, 95%-CI = [.07,.51]). Hypothese 3 wordt bevestigd. 4.5 Mediatie van transportatie op het interactie-effect van narrativiteit en producttype op reclame-, merkattitude en aankoopintentie (H4) We gaan na of het interactie-effect van producttype en narrativiteit op reclame-, merkattitude en aankoopintentie gemedieerd wordt door transportatie. Dit gaan we na aan de hand van drie moderated medation analyses (Hayes, 2013; model 8). In dit model bekijken we het effect van producttype op reclame-, merkattitude en aankoopintentie met narrativiteit als moderator en transportatie als eventuele mediator. Analyse toonde aan dat de gemodereerde mediatie-analyse op reclame-attitude index significant is op het 95%-betrouwbaarheidsniveau (B =.47, SE =.20; 95%-CI [.12,.91]). De gemodereerde mediatieanalyse op merkattitude index is eveneens significant op het 95%-betrouwbaarheidsniveau (B =.27, SE =.13; 95%-CI [.08,.61]). Als laatste is de gemodereerde mediatie-analyse op aankoopintentie ook significant op het 95%-betrouwbaarheidsniveau (B =.19, SE =.10, 95%-CI [.05,.47]) Resultaten tonen aan dat er geen direct effect te vinden is van producttype op reclame-attitude binnen de niet-narratieve (B =.06, SE =.17, 95%-CI [-.28,.40]) en narratieve conditie (B =.34, SE =.18, 95%- CI [-.01,.70]). Verder vinden we ook geen direct effect van producttype op merkattitude binnen de nietnarratieve conditie (B=.40, SE =.21, 95%-CI [-.02,.81]). We kunnen wel een direct effect vaststellen van producttype op merkattitude binnen de narratieve conditie (B =.63, SE =.22, 95%-CI [.20, 1.06]). 20

22 Respondenten die een narratieve spot met een hedonisch product te zien kregen, gaven een positievere merkattitude aan dan respondenten die een narratieve spot met een utilitair product te zien kregen (Mhed = vs. Mut = , t (113) = , p <.005 (p =.003)). Tot slot is er ook geen direct effect te vinden van producttype op aankoopintentie binnen de niet-narratieve (B = -.07, SE =.32, 95%-CI [-.70,.57]) en narratieve conditie (B =.30, SE =.33, 95%-CI [-.36,.96]) We vinden echter wel indirecte effecten op de drie onafhankelijke variabelen. Utilitaire producten scoren hoger op transportatie dan hedonische producten. Respondenten die een reclamespot met een utilitair product zagen, ervaarden een hogere mate van transportatie dan respondenten die een reclamespot met een hedonisch product zagen (B = -.51, SE =.24, 95%-CI [-.98, -.05]). Een hogere transportatie leidt vervolgens tot een positievere reclame-attitude (B =.57, SE =.05, 95%-CI [.48,.67]) en een positievere merkattitude (B =.32, SE =.06, 95%-CI [.21,.44]) en een hogere aankoopintentie (B =.23, SE =.09, 95%-CI [.05,.40]). Wanneer we verder opsplitsen, vinden we een significant negatief indirect effect bij de niet-narratieve condities op reclame- (B = -.30, SE =.14, 95%-CI [-.60, -.03]), merkattitude (B = -.17, SE =.09, 95%- CI [-.38, -.02]) en aankoopintentie (B = -.12, SE =.07, 95%-CI [-.34, -.02]) Binnen de niet-narratieve conditie, scoren hedonische producten lager op transportatie dan utilitaire producten. Respondenten die een niet-narratieve reclamespot van een hedonisch product zagen, gaven een significant lagere mate van transportatie aan dan respondenten die een niet-narratieve reclamespot van een utilitair product zagen (Mhed = 3.19 vs. Mut = 3.7, t (120) = 2.096, p <.05 (p =.038)). Hypothese 4.1 wordt bevestigd. Binnen de narratieve condities, vinden we een niet-significant positief indirect effect op reclame- (B =.18, SE =.14, 95%-CI [-.07,.47]), merkattitude (B =.09, SE =.08, 95%-CI [-.03,.29]) en aankoopintentie (B =.07, SE =.06, 95%-CI [-.01,.24]). Respondenten die een narratieve reclamespot van een hedonisch product zagen, gaven een hogere mate van transportatie aan dan respondenten die een narratieve reclamespot van een utilitair product zagen. Dit verschil was echter niet significant. (Mhed = 4.7 vs. Mut = 4.4, t (113) = , p >.05 (p =.187)). We verwerpen hypothese Extra analyses We gingen na of narrativiteit en producttype een invloed hebben op brand recall en brand recognition. We vonden geen significante verschillen voor brand recall (Recall_non = 86.2% vs. recall_nar = 83.5% chi² (1, N = 238) = 0.39, p =.56) en brand recognition (Recog_non = 87.8% vs. recogn_nar = 87.8%, chi² (1, N = 238) = 0.00, p =.97) tussen de niet-narratieve en narratieve condities. We vonden echter wel significante verschillen voor brand recall (Recall_hed = 92.4% vs. recall_ut = 77.5%, chi² (1, N = 238) = , p <.005 (p =.001)) en brand recognition (Recog_hedo = 94.1% vs. recog_ut = 81.7%, chi² (1, N = 238) = 8.551, p <.005 (p =.003)) tussen hedonische en utilitaire producten. De hedonische producten werden beter onthouden en herkend dan de utilitaire producten. 21

23 5 DISCUSSIE EN CONCLUSIE De impact van narratieve reclames op de reclame-en merkattitude werd reeds bestudeerd door Deighton, Romer en McQueen (1989), Escalas (1998), Matilla (2000), Escalas (2004), Polyorat, Alden en Kim (2007), Chang (2009) en Lien en Chen (2013). Bij een succesvolle narratieve reclame wordt het gevoel van ervaring gesimuleerd door plaatsvervangende deelname via de personages (Boller & Olson, 1991). De kijker verliest zichzelf in het verhaal, waardoor minder tegenargumenten geproduceerd worden dan bij het zien van een niet-narratieve reclamespot. Dit leidt tot een positievere reclame- (Deighton, Romer & McQueen, 1989) en merkattitude (Chang, 2009; Lien & Chen, 2013). Uit de resultaten blijkt dat respondenten die een narratieve reclamespot zagen, een positievere reclame- en merkattitude aangaven dan respondenten die een niet-narratieve reclamespot zagen. De bevindingen uit de literatuur worden hierdoor bekrachtigd. Naast reclame- en merkattitude, wilden we ook de impact op aankoopintentie nagaan. Tellis en Weiss (1995) stellen namelijk dat het genereren van een hogere verkoop het hoofddoel van een reclamespot is. Er werd verwacht dat de resultaten van aankoopintentie in dezelfde lijn zouden liggen als de resultaten van reclame- en merkattitude, maar dit bleek niet het geval. Er werd geen significant effect gevonden van narrativiteit op aankoopintentie. Respondenten die een niet-narratieve reclamespot zagen, gaven zelfs een (niet-significante) hogere aankoopintentie aan dan respondenten die een narratieve reclamespot zagen. Het verwerpen van hypothese 1c betekent echter niet dat er geen werkelijk effect is van narrativiteit op aankoopintentie. Het is bijzonder moeilijk om het effect van één reclamespot op aankoopintentie af te zonderen van andere relevante variabelen zoals merkimago, productkwaliteit, productkennis, product involvement, productattributen en merktrouw (Tariq, Nawaz, Nawaz & Butt, 2013). Verder onderzoek, waarbij alle relevante variabelen worden meegenomen, zal het langdurig effect van narrativiteit op aankoopintentie moeten onderzoeken. Het doel van ons onderzoek was om het verband tussen narrativiteit en producttype na te gaan op reclame-, merkattitude en aankoopintentie, wat binnen de academische wereld nog nooit onderzocht werd onderzocht. We verwachtten in onze studie dat narratieve reclames positievere reclame- en merkattitudes en een hogere aankoopintentie genereren voor hedonische dan voor utilitaire producten om drie redenen. Allereerst hebben hedonische producten abstractere productattributen (geur, smaak ) dan utilitaire producten. Chang (2012) vond dat narratieve reclames effectiever zijn wanneer ze abstracte productattributen communiceren. Ten tweede moeten producten die esthetische, zintuiglijke of symbolische voordelen hebben (hedonische producten), beleefd of ervaren worden om te kunnen worden beoordeeld (Holbrook & Moore, 1981). Zoals we eerder aanhaalden, vonden Boller en Olson (1991) dat narratieve reclames het gevoel van ervaring kunnen simuleren door plaatsvervangende deelname via de personages. Ten derde hebben hedonische reclame-appeals, appeals die betrekking hebben op emoties, een grotere overtuigingskracht voor een product dat hedonische behoeften vervult dan voor een product dat utilitaire behoeften vervult (Chang, 2004). Aangezien narratieve reclames 22

24 gebruik maken van hedonische reclame-appeals (Shavitt, 1992), verwachten we dat narratieve reclamespots effectiever zullen zijn voor hedonische dan voor utilitaire producten. Uit de resultaten blijkt dat respondenten die een narratieve reclamespot van een hedonisch product zagen, een positievere reclame- en merkattitude aangaven dan respondenten die een narratieve reclamespot van een utilitair product zagen. De bevindingen uit de literatuur worden ook hier bekrachtigd. Er bleek echter opnieuw geen verschil te zijn in aankoopintentie tussen utilitaire en hedonische producten in de narratieve conditie. Ook hier betekent het verwerpen van H2.1c niet dat er geen werkelijk effect is van narrativiteit en producttype op aankoopintentie. Verder langdurig onderzoek zal het interactie-effect van narrativiteit en producttype op aankoopintentie moeten testen. We verwachtten hiernaast dat respondenten die een niet-narratieve reclamespot van een utilitair product te zien krijgen, een positievere reclame- en merkattitude en een hogere aankoopintentie aangeven dan respondenten die een niet-narratieve reclamespot van een hedonisch product te zien krijgen. Utilitaire producten worden, in tegenstelling tot hedonische producten, geëvalueerd op basis van hun objectieve en tastbare productattributen (Ryu, Park & Feich, 2006). We verwachtten dan ook dat utilitaire reclameappeals, die communiceren over objectief testbare productattributen (Chang, 2004; Deighton, Romer & McQueen, 1989), effectiever zullen zijn voor utilitaire producten dan voor hedonische producten. Aangezien niet-narratieve reclames meer gebruik maken van utilitaire reclame-appeals dan van hedonische reclame-appeals, verwachtten we dat niet-narratieve reclamespots effectiever zullen zijn voor utilitaire dan voor hedonische producten. Uit de resultaten blijkt echter dat er geen verschil te vinden is op reclame-, merkattitude en aankoopintentie tussen niet-narratieve reclamespots van utilitaire en hedonische producten. Aangezien het verband tussen producttype en narrativiteit onontgonnen terrein is op academisch vlak, is het moeilijk om alternatieve verklaringen te vinden voor het verwerpen van deze hypothese. Een mogelijke verklaring kan liggen bij de nuance tussen niet-narratieve en argumentatieve reclamespots. Er is al veel onderzoek verricht naar argumentatieve reclames en de argumentatieve verwerking van een reclamespot (Deighton, Romer & McQueen, 1989; Wells, 1989; Chang, 2012). Argumentatieve reclames maken gebruik van utilitaire reclame-appeals, maar de vraag blijft of dit bij niet-narratieve reclames ook altijd het geval is. Niet-narratieve reclames maken meer gebruik van utilitaire reclame-appeals dan van hedonische reclame-appeals, maar de mogelijkheid bestaat dat niet-narratieve reclames in sommige gevallen geen enkele reclame-appeal communiceren. In dit onderzoek maakten de niet-narratieve reclames van de utilitaire producten duidelijk gebruik van utilitaire reclame-appeals, terwijl de niet-narratieve reclames van de hedonisch producten dit niet deden. Alhoewel de getoonde reclamespots allemaal niet-narratief waren, bleken de niet-narratieve reclames van de utilitaire producten argumentatief en de niet-narratieve reclames van de hedonische producten niet. Verder onderzoek moet uitwijzen hoe niet-narratieve reclames gebruik maken van reclame-appeals en of niet-narratieve reclames op dezelfde manier verwerkt worden als argumentatieve reclames. 23

25 Een goed ontwikkeld verhaal kan de kijker meesleuren of transporteren (Escalas, 2004; Escalas, Moore & Britton, 2004). Transportation is een mentaal proces waarbij consumenten worden geabsorbeerd in een verhaal (Green & Brock, 2000). Green & Brock (2000) bewezen dat narratieve reclames overtuigen via transportation. Individuen die een hoge mate van transportation ervaren, zullen minder negatieve gevoelens ten opzichte van de advertentie aangeven (Escalas, 2004). Niet-narratieve reclames creëren daarentegen geen alternatieve wereld die kijkers kunnen betreden en hebben daarom een lage kans op transportation (Green, Brock & Kaufman, 2004). Uit onze resultaten blijkt dat transportation het effect van narrativiteit op reclame-, merkattitude en aankoopintentie medieert. Narratieve reclames zorgen voor een hogere transportation wat op zijn beurt zorgt voor een positievere reclame- en merkattitude en een hogere aankoopintentie. Wanneer transportation werd toegevoegd als mediator, bleek narrativiteit zelfs geen direct effect op reclame- en merkattitude te hebben. Ook hier worden de bevindingen uit de literatuur bekrachtigd. We onderzochten verder of transportation ook het interactie-effect van narrativiteit en producttype op reclame-, merkattitude en aankoopintentie medieert. Uit onze resultaten bleek dat respondenten die een niet-narratieve reclamespot van een utilitair product zagen, een hogere mate van transportation aangeven dan respondenten die een niet-narratieve reclamespot van een hedonisch product zagen. Aangezien een hogere mate van transportation zorgt voor een positievere reclame- en merkattitude en een hogere aankoopintentie, zouden we kunnen verwachten dat respondenten die een niet-narratieve reclamespot van een utilitair product zagen, een positievere reclame- en merkattitude en een hogere aankoopintentie aangaven dan respondenten die een niet-narratieve reclamespot van een hedonisch product zagen. Zoals we hiervoor al vermeldden, bleek hier echter geen significant verschil tussen te vinden. Verder bleek uit onze resultaten dat er geen verschil was in transportation tussen hedonische en utilitaire producten in de narratieve conditie. Hieruit zouden we kunnen afleiden dat er geen verschil is tussen de reclame-, merkattitudes en aankoopintenties aangegeven door respondenten die een narratieve reclamespot van een hedonisch product en een narratieve reclamespot van een utilitair product zagen. Zoals we hiervoor al rapporteerden, vonden we hiertussen echter wel een verschil. Uit deze resultaten, kunnen we concluderen dat het interactie-effect (mede) verklaard wordt door een andere mediator dan transportation. Om hier meer inzicht in te krijgen, zal verder onderzoek naar mediatoren rond het interactie-effect van producttype en narrativiteit op reclame-, merkattitude en aankoopintentie moeten worden verricht. 24

26 6 BEPERKINGEN EN VERDER ONDERZOEK Hoewel we in deze studie streefden naar een zo betrouwbaar en valide mogelijk onderzoek rond het effect van narrativiteit en producttype op reclame-, merkattitude en aankoopintentie, dienen we enkele beperkingen te vermelden. Allereerst werd de vragenlijst via sociale media en s verspreid. We beseffen dat hierdoor een deel van de populatie wordt uitgesloten voor deelname aan het onderzoek. De leeftijdsgroep van jaar is oververtegenwoordigd, terwijl de oudere leeftijdsgroepen ondervertegenwoordigd zijn. Drolet, Williams en Lau-Gesk (2007) vonden in hun onderzoek dat oudere consumenten (leeftijd hoger dan 65 jaar) positievere reclame-attitudes ten opzichte van affectieve (versus rationale) reclames aangaven, ongeacht het producttype. Jonge consumenten (leeftijd van jaar) prefereerden affectieve reclames voor hedonische producten en rationele reclames voor utilitaire producten. Rationele en affectieve reclames kunnen we niet volledig gelijkstellen aan niet-narratieve en narratieve reclames. Toch zou het interessant kunnen zijn om bij verder onderzoek leeftijd mee te analyseren. Er namen vervolgens aanzienlijk meer vrouwen deel aan het onderzoek. Ons onderzoek is echter niet genderspecifiek, waardoor deze beperking weinig tot geen invloed zal hebben op de resultaten. Ten tweede maakten we gebruik van bestaande reclamespots van bekende merken. Dit omdat het zelf creëren van acht verschillende reclamespots onprofessioneel en onmogelijk zou zijn. Het nadeel is echter dat de respondenten de reclamespots al gezien kunnen hebben, wat eventueel een invloed kan hebben op hun reclame-, merkattitude en aankoopintentie. We probeerden dit echter op te vangen door te bevragen of ze de reclamespot al gezien hadden en dit mee te nemen in onze analyses als covariate variabele. Voorgaande onderzoeken rond narrativiteit werkten steeds met bekende merken (Escalas, Moore & Britton, 2004; Chang, 2009, Lien & Chen, 2013), maar ook hier kan voorgaande merkattitude een invloed spelen. Het zou bijgevolg ook interessant kunnen zijn om na te gaan of narrativiteit dezelfde effecten genereert bij onbekende merken. Ten derde werden in ons onderzoek de cognitieve capaciteiten van het individu niet mee gemeten. De effectiviteit van narratieve reclames hangt af van de cognitieve capaciteiten van het individu (Chang, 2009). Onze studie houdt ten vierde geen rekening met de kwaliteit van het verhaal. Een narratieve reclame die een onaantrekkelijk en saai verhaal vertelt, zal niet noodzakelijk effectiever zijn dan een niet-narratieve reclame (Lien & Chen, 2011). 25

27 Als laatste zou onze procedure voor vertekening kunnen zorgen doordat we onze participanten aanzetten om hun volle aandacht bij de reclamespot te houden, wat ze in de realiteit niet altijd zullen doen (Maher, Hu & Kolbe, 2006). 26

28 7 LITERATUURLIJST Adaval, R., & Wyer, R. S. (1998). The role of narratives in consumer information processing. Journal of Consumer Psychology, 7(3), Boller, G. W., & Olson, J. C. (1991). Experiencing AD Meanings-Crucial Aspects of Narrative Drama Processing. Advances in consumer research, 18, Booth, W. C. (1983). The rhetoric of fiction. University of Chicago Press. Bruner, J. S. (1990). Acts of meaning. Harvard University Press. Chang, C. (2004). How mood and ad-self-congruency affect the relative influence of hedonic ad appeals and utilitarian ad appeals on product evaluations. Advances in Consumer Research, 31, Chang, C. (2008). Increasing mental health literacy via narrative advertising. Journal of Health Communication, 13(1), Chang, C. (2009a). " Being Hooked" By Editorial Content: The Implications for Processing Narrative Advertising. Journal of Advertising, 38(1), Chang, C. (2009b). Repetition variation strategies for narrative advertising. Journal of Advertising, 38(3), Chang, C. (2012). The Role of Ad Evoked Consumption Visions in Predicting Brand Attitudes: A Relevancy Principle Model. Psychology & Marketing, 29(12), De Rijcke, J. G. (2000). Handboek marketing. Garant. Deighton, J., Romer, D., & McQueen, J. (1989). Using drama to persuade. Journal of Consumer research, Dhar, R., & Wertenbroch, K. (2000). Consumer choice between hedonic and utilitarian goods. Journal of marketing research, 37(1), Drolet, A., Williams, P., & Lau-Gesk, L. (2007). Age-related differences in responses to affective vs. rational ads for hedonic vs. utilitarian products. Marketing letters, 18(4), Escalas, J. E. (1998). Advertising narratives: What are they and how do they work. Representing consumers: Voices, views, and visions, Escalas, J. E. (2004). Imagine yourself in the product: Mental simulation, narrative transportation, and persuasion. Journal of advertising, 33(2),

29 Escalas, J. E., & Bettman, J. R. (2003). 13 Using narratives to discern self-identity related consumer goals and motivations. The Why of Consumption: Contemporary perspectives on consumer motives, goals, and desires, 1, 237. Escalas, J. E., Moore, M. C., & Britton, J. E. (2004). Fishing for feelings? Hooking viewers helps!. Journal of Consumer Psychology, 14(1), Fishbein, M., & Ajzen, I. (1975). Belief, attitude, intention and behavior: An introduction to theory and research. Fiske, S. T. (1993). Social cognition and social perception. Annual review of psychology, 44(1), Green, M. C., & Brock, T. C. (2000). The role of transportation in the persuasiveness of public narratives. Journal of personality and social psychology, 79(5), 701. Green, M. C., Brock, T. C., & Kaufman, G. F. (2004). Understanding media enjoyment: The role of transportation into narrative worlds. Communication Theory, 14(4), Hassenzahl, M., Schöbel, M., & Trautmann, T. (2008). How motivational orientation influences the evaluation and choice of hedonic and pragmatic interactive products: The role of regulatory focus. Interacting with Computers, 20(4), Holbrook, M. B., & Hirschman, E. C. (1982). The experiential aspects of consumption: Consumer fantasies, feelings, and fun. Journal of consumer research, Holbrook, M. B., & Moore, W. L. (1981). Feature interactions in consumer judgments of verbal versus pictorial presentations. Journal of Consumer Research, Keller, P. A., & McGill, A. L. (1994). Differences in the relative influence of product attributes under alternative processing conditions: Attribute importance versus attribute ease of imagability. Journal of Consumer Psychology, 3(1), Kotler, P., & Armstrong, G. (2010). Principles of marketing. Pearson Education. Lee, Y.H./Mason, C. (1999): Responses to Information Incongruency in Advertising: The Role of Expectancy, Relevancy and Humor. Journal of Consumer Research, 26, Leong, S. M., Ang, S. H., & Heng, L. (1994). Using Drama To Persuade: The Effects of Involvement and Ad Form on Persuasion. Asia Pacific Advances in Consumer Research, 1, Lien, N. H., & Chen, Y. L. (2013). Narrative ads: The effect of argument strength and story format. Journal of Business Research, 66(4),

30 Maher, J. K., Hu, M. Y., & Kolbe, R. H. (2006). Children's recall of television ad elements: an examination of audiovisual effects. Journal of Advertising, 35(1), Mattila, A. S. (2000). The role of narratives in the advertising of experiential services. Journal of Service Research, 3(1), McGill, A. L., & Anand, P. (1989). The effect of vivid attributes on the evaluation of alternatives: The role of differential attention and cognitive elaboration. Journal of Consumer Research, Micu, A. C., & Plummer, J. T. (2010). Measurable emotions: How television ads really work. Journal of Advertising Research, 50(2), Mitchell, Andrew A. & Jerry C. Olson (1981), Are Product Attribute Beliefs the Only Mediator of Advertising Effects on Brand Attitude?, Journal of Marketing Research, 18, Mittal, B. (1989). Measuring purchase decision involvement. Psychology & Marketing, 6(2), Padgett, D., & Allen, D. (1997). Communicating experiences: A narrative approach to creating service brand image. Journal of advertising, 26(4), Petty, R. E., Cacioppo, J. T., & Schumann, D. (1983). Central and peripheral routes to advertising effectiveness: The moderating role of involvement. Journal of Consumer Research, Philips, D.C. (1996). The epistemological status of narratives: The truth will never fade. Teaching and Teacher Education, 12, 0-8. Polkinghorne, D. E. (1991). Narrative and self-concept. Journal of narrative and life history, 1(2-3), Polyorat, K., Alden, D. L., & Kim, E. S. (2007). Impact of narrative versus factual print ad copy on product evaluation: The mediating role of ad message involvement. Psychology & Marketing, 24(6), Rodgers, S., Thorson, E. (2012). Advertising theory. New York: Routledge. Ryu, G., Park, J., & Feick, L. (2006). The role of product type and country of origin in decisions about choice of endorser ethnicity in advertising. Psychology & Marketing, 23(6), Schank, R. C., & Abelson, R. P. (1995). Knowledge and memory: The real story. Knowledge and memory: The real story. Advances in social cognition, 8, Shavitt, S. (1992). Evidence for predicting the effectiveness of value-expressive versus utilitarian appeals: a reply to Johar and Sirgy. Journal of Advertising, 21(2),

31 Siegel, A. (2015). The 10 best Super Bowl XLIX commercials, according to Ad meter. Verkregen op 18 juni 2015 via << Sloot, L. M., Verhoef, P.C., Kellevink, R., Commandeur, H. & Peelen, E. (2004): Het Verklaren van Consumentenreacties bij Out-of-Stock, Haarlem, Stern, B. B. (1994). Classical and vignette television advertising dramas: Structural models, formal analysis, and consumer effects. Journal of Consumer Research, Strayer, J. (1987). Affective and cognitive perspectives on empathy. Tariq, M. I., Nawaz, M. R., Nawaz, M. M., & Butt, H. A. (2013). Customer perceptions about branding and purchase intention: a study of FMCG in an emerging market. Journal of Basic and Applied Scientific Research, 3(2), Tellis, G. J., & Weiss, D. L. (1995). Does TV advertising really affect sales? The role of measures, models, and data aggregation. Journal of Advertising,24(3), Wells, W.D. (1989). Lectures and dramas. In P. Cafferata & A. Tybout (Eds.), Cognitive and affective responses to advertising (p 13-21). Lexington, MA: D.C. Heath. 30

32 8 BIJLAGEN 8.1 Bijlage 1: Overzicht van de getoonde reclamespots 1 Hedonische producten Chanel Narratief Een jonge vrouw loopt snel om haar trein te halen. Op de trein ontmoet ze een knappe man en de vonk slaat onmiddellijk over. Gedurende de nacht worden er speelse blikken gewisseld en twijfelen ze beiden om naar elkaars kamer te gaan. Ze doen het uiteindelijk niet. De dag erna stapt de vrouw van de trein en maakt ze een boottocht. Ze trekt een foto van een andere boot, waarop diezelfde man te zien is die naar haar kijkt. Wanneer ze terug in het treinstation is, staat de man achter haar en kust haar in de nek. Hun omhelzing verandert in het logo van Chanel. Niet-narratief Het flesje van Chance Chanel wordt gefilmd vanuit verschillende hoeken terwijl het aan het ronddraaien is. Op het einde verschijnt het logo van Chanel. M&M s Narratief Op een feestje waarschuwt een jonge vrouw een vrouwelijke M&M dat ze uit de buurt van Kristen moet blijven. Ze vertelt haar dat Kristen zichzelf niet kan beheersen wanneer er chocolade in de buurt is. In de volgende scène zien we een mannelijke M&M het feestje verlaten met Kristen, waarop hij de vrouwelijke M&M bedankt om hen aan elkaar voor te stellen. Hierna verschijnt het logo met de tekst Parties are better with M&M s. Op het einde zitten de mannelijke M&M en Kristen in de auto, waarop de mannelijke M&M vraagt of ze iets kleins wil gaan eten. Kristen antwoordt hierop dat ze gewoon in de auto kunnen eten. Als laatste beeld wordt de auto uit de verte gefilmd en horen we schreeuwen uit de auto van de mannelijke M&M. Niet-narratief Een golf van M&M s die constant van kleur veranderd, wordt gefilmd. Op het einde verschijnt het logo en de tekst Chocolate is better in color. 31

33 2 Utilitaire producten Signal Narratief Een jonge vrouw stapt uit haar appartement en ziet dat haar wagen vast staat tussen twee auto s. Ze loopt terug naar binnen en poetst haar tanden met Signal White Now. Wanneer ze terug buiten is, glimlacht ze naar verschillende mannen. Deze zijn zo betoverd door haar witte glimlach dat ze haar auto opheffen. Op het einde zien we de jonge vrouw wegrijden in haar wagen, waarna een afbeelding van de verpakking van Signal White Now verschijnt en een voice-over volgende tekst zegt: Signal White Now: the only toothpaste that instantly whitens your smile. Niet-narratief In een laboratorium worden verschillende onderzoekers in witte labojassen gefilmd die de tandpasta Signal Expert Protection bekijken. Een voice-over bespreekt alle voordelen die Signal Expert Protection ten opzichte van andere tandpasta s heeft. Op het einde verschijnt een afbeelding van de verpakking van Signal Expert Protection en de tekst De ultieme bescherming van Signal. Kleenex Narratief Verschillende mijlpalen uit het leven van een jong koppel worden gefilmd. Als eerste vraagt een jonge man een jonge vrouw ten huwelijk. Hierna wordt een beeld getoond dat de jonge man en de jonge vrouw een muur in hun nieuwe huis aan het schilderen zijn. Daarna zien we dat ze samen naar een echografie kijken. Als laatste wordt getoond dat de jonge vrouw de echografie in haar keuken ophangt, waar ook haar jonge dochter zit. Ze neemt een Kleenex-zakdoekje en veegt de vuile mond van haar dochter af. Op het einde wordt de verpakking van Kleenex Balsem gefilmd en verschijnt de tekst Always there, always will be. Niet-narratief Een oudere vrouw toont de verschillende Kleenex-verpakkingen op verschillende plaatsen: in haar auto, in haar slaapkamer en in haar bureau. Op het einde worden de verschillende Kleenex-verpakkingen gefilmd en verschijnt de tekst Kleenex. One to suit every nose. 32

34 8.2 Bijlage 2: Vragenlijst Deze vragenlijst zal slechts 5 à 10 minuutjes van uw tijd in beslag nemen. Het is van groot belang dat u de volledige vragenlijst invult, anders worden uw antwoorden niet opgeslagen. Er zijn geen goede of foute antwoorden, uw eerlijke mening volstaat. Ik dank u enorm voor uw medewerking. Janne Van Robays Masterstudente communicatiewetenschappen afstudeerrichting communicatiemanagement Zorg ervoor dat je over geluid beschikt en dat je luidsprekers aanstaan. Bekijk volgende reclamespot aandachtig (klik op volgende). Beoordeel de reclamespot op volgende dimensies: Slecht Goed Niet leuk Leuk Saai Interessant Niet doeltreffend Doeltreffend Onaantrekkelijk Aantrekkelijk Onaangenaam Aangenaam Smaakloos Smaakvol Waardeloos Waardevol Niet entertainend Entertainend Slecht gemaakt Goed gemaakt 33

Masterscriptie. De rol van betrokkenheid bij de effectiviteit van narratieve en argumentatieve advertenties

Masterscriptie. De rol van betrokkenheid bij de effectiviteit van narratieve en argumentatieve advertenties Masterscriptie De rol van betrokkenheid bij de effectiviteit van narratieve en argumentatieve advertenties Naam Nikki Theuns Studentnummer S4141660 E-mailadres n.theuns@student.ru.nl Opleiding Master Communicatie

Nadere informatie

Management Summary. Auteur Tessa Puijk. Organisatie Van Diemen Communicatiemakelaars

Management Summary. Auteur Tessa Puijk. Organisatie Van Diemen Communicatiemakelaars Management Summary Wat voor een effect heeft de vorm van een bericht op de waardering van de lezer en is de interesse in nieuws een moderator voor dit effect? Auteur Tessa Puijk Organisatie Van Diemen

Nadere informatie

Masterscriptie. De kracht van narratieve advertenties

Masterscriptie. De kracht van narratieve advertenties Masterscriptie De kracht van narratieve advertenties Een onderzoek naar de invloed van argumentkwaliteit en productbetrokkenheid in narratieve advertenties Engelse titel: The power of narrative ads Keywords:

Nadere informatie

- Mensen gaan meer variëteit kiezen bij hun consumptiekeuzes wanneer ze weten dat hun gedrag nauwkeurig publiekelijk zal onderzocht worden.

- Mensen gaan meer variëteit kiezen bij hun consumptiekeuzes wanneer ze weten dat hun gedrag nauwkeurig publiekelijk zal onderzocht worden. Abstract: - 3 experimenten - Mensen gaan meer variëteit kiezen bij hun consumptiekeuzes wanneer ze weten dat hun gedrag nauwkeurig publiekelijk zal onderzocht worden. - Studie 1&2: consumenten verwachten

Nadere informatie

Special advertising: SBS ident Spots DVJ Insights

Special advertising: SBS ident Spots DVJ Insights Special advertising: SBS ident Spots DVJ Insights Lucas Hulsebos & Anneke Kuipers November 2015 Inleiding 2 Inleiding SBS biedt adverteerders de mogelijkheid om via special advertising betere effecten

Nadere informatie

Geven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte.

Geven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte. Een chronische en progressieve aandoening zoals multiple sclerose (MS) heeft vaak grote consequenties voor het leven van patiënten en hun intieme partners. Naast het omgaan met de fysieke beperkingen van

Nadere informatie

Hoe marketingcommunicatie werkt

Hoe marketingcommunicatie werkt OHT 3.1 Hoe marketingcommunicatie werkt In dit hoofdstuk zul je het volgende leren: Hoe de hiërarchie van effecten de werking van communicatie kan beschrijven Het belang van attitudevorming voor het overtuigen

Nadere informatie

De invloed van burgerbronnen in het nieuws

De invloed van burgerbronnen in het nieuws De invloed van burgerbronnen in het nieuws Dit rapport beschrijft de resultaten van de vragenlijst rond burgerbronnen in het nieuws die u invulde in januari 7. Namens de Universiteit Antwerpen en de onderzoeksgroep

Nadere informatie

Special advertising: SBS Billboards DVJ Insights

Special advertising: SBS Billboards DVJ Insights Special advertising: SBS s DVJ Insights Ronald Jansen & Robin Koenen Maart 2016 onderzoeksopzet 2 Inleiding SBS biedt adverteerders de mogelijkheid om via special advertising nog betere effecten voor het

Nadere informatie

TV reclame creëert sterke en blijvende emotionele banden met het merk

TV reclame creëert sterke en blijvende emotionele banden met het merk TV reclame creëert sterke en blijvende emotionele banden met het merk Leveraging Synergy and Emotion in a Multi-platform World A Neuroscience-Informed Model of Engagement, Journal of Advertising Research

Nadere informatie

Communicating about Concerns in Oncology K. Brandes

Communicating about Concerns in Oncology K. Brandes Communicating about Concerns in Oncology K. Brandes Nederlandse samenvatting Uit een recente rapportage van KWF Kankerbestrijding blijkt dat 64% van de (ex-) patiënten met kanker zorgen ervaart over psychosociale

Nadere informatie

jean mineur mediavision

jean mineur mediavision jean mineur mediavision achtergrond Jean Mineur Mediavision exploiteert bioscoopreclame voor 75 bioscopen in Nederland. In de bioscoop zorgt het overweldigende beeld en geluid ervoor dat adverteerders

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Het managen van weerstand van consumenten tegen innovaties

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Het managen van weerstand van consumenten tegen innovaties Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Het managen van weerstand van consumenten tegen innovaties De afgelopen decennia zijn er veel nieuwe technologische producten en diensten geïntroduceerd op de

Nadere informatie

Autobiografisch geheugen in longitudinaal perspectief

Autobiografisch geheugen in longitudinaal perspectief Samenvatting Autobiografisch geheugen in longitudinaal perspectief Stabiliteit en verandering in gerapporteerde levensgebeurtenissen over een periode van vijf jaar Het belangrijkste doel van dit longitudinale,

Nadere informatie

Multitasken met media en de modererende rol van de complexiteit van persuasieve boodschappen

Multitasken met media en de modererende rol van de complexiteit van persuasieve boodschappen UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM GRADUATE SCHOOL OF COMMUNICATION Multitasken met media en de modererende rol van de complexiteit van persuasieve boodschappen In hoeverre is multitasken met verschillende media

Nadere informatie

Al spelend leren: onderzoek naar de educatieve (meer)waarde van computergames in de klas Project Ben de Bever

Al spelend leren: onderzoek naar de educatieve (meer)waarde van computergames in de klas Project Ben de Bever Al spelend leren: onderzoek naar de educatieve (meer)waarde van computergames in de klas Project Ben de Bever 2010-2011 Een onderzoek van: Universiteit Gent Katarina Panic Prof. Dr. Verolien Cauberghe

Nadere informatie

Hoe spreken beeldmerken in reclame tot de verbeelding?

Hoe spreken beeldmerken in reclame tot de verbeelding? Hoe spreken beeldmerken in reclame tot de verbeelding? Het effect van beeldmerkprominentie op attitude en gedragsintentie door persuasion knowledge en transportatie in narratieve audiovisuele reclame Suzanne

Nadere informatie

Effecten van embedded advertising. Vandaag. Waarom Werkt Embedded Advertising? Bewijs van effectiviteit en 3 verklaringen. Effecten van regelgeving

Effecten van embedded advertising. Vandaag. Waarom Werkt Embedded Advertising? Bewijs van effectiviteit en 3 verklaringen. Effecten van regelgeving Effecten van embedded advertising en de bijbehorende regelgeving dr. Eva van Reijmersdal (dr.) Sophie Boerman Universiteit van Amsterdam Vandaag Bewijs van effectiviteit en 3 verklaringen 1. Likeability

Nadere informatie

FACEBOOK. HYPE OF HEILIGE GRAAL?

FACEBOOK. HYPE OF HEILIGE GRAAL? FACEBOOK. HYPE OF HEILIGE GRAAL? WETENSCHAPPELIJK ONDERZOEK NAAR DE INVLOED VAN FACEBOOK OP DE RELATIE TUSSEN MERK EN MENS ENGAGEMENT OP FACEBOOK, HEEFT DAT NOU ZIN? Engagement. Als er één term is die

Nadere informatie

Moral Misfits. The Role of Moral Judgments and Emotions in Derogating Other Groups C. Wirtz

Moral Misfits. The Role of Moral Judgments and Emotions in Derogating Other Groups C. Wirtz Moral Misfits. The Role of Moral Judgments and Emotions in Derogating Other Groups C. Wirtz Mensen die als afwijkend worden gezien zijn vaak het slachtoffer van vooroordelen, sociale uitsluiting, en discriminatie.

Nadere informatie

Universiteit Utrecht Master Psychologie, Sociale Psychologie THESIS

Universiteit Utrecht Master Psychologie, Sociale Psychologie THESIS Running head: MEESLEPENDE COMMERCIALMUZIEK EN MANIPULATIEVE INTENTIE 1 Universiteit Utrecht Master Psychologie, Sociale Psychologie THESIS Meeslepende Muziek in Tv-commercials en Cues van Manipulatieve

Nadere informatie

Gezondheidsvaardigheden in de Nederlandse volwassen bevolking Het doel van het eerste deel van dit proefschrift, was te onderzoeken in hoeverre

Gezondheidsvaardigheden in de Nederlandse volwassen bevolking Het doel van het eerste deel van dit proefschrift, was te onderzoeken in hoeverre Samenvatting Inleiding In Nederland wordt van burgers verwacht dat zij een zelfstandige en verantwoordelijke rol vervullen met betrekking tot hun gezondheid en zorg. Dit is het gevolg van verschillende

Nadere informatie

Attitudevorming & verandering. dinsdag 6 maart 2012

Attitudevorming & verandering. dinsdag 6 maart 2012 Attitudevorming & verandering H9 Wat vertellen attitudes over consumenten? Wat vertellen attitudes over consumenten? Mensen die van sushi houden zullen het waarschijnlijk eten Wat vertellen attitudes over

Nadere informatie

Effectief vloggen Toepassen van persuasive design als je een vlogger bent.

Effectief vloggen Toepassen van persuasive design als je een vlogger bent. Effectief vloggen Toepassen van persuasive design als je een vlogger bent. Laura Schutte MS303B Vloggen lijkt erg makkelijk. Je filmt je dagelijkse leven en je deelt dit op internet, met name op YouTube.

Nadere informatie

Effectiviteit muziek in TV reclame. Master Thesis Ronald Veldman, Erasmus Universiteit Rotterdam, SPOT samenvatting

Effectiviteit muziek in TV reclame. Master Thesis Ronald Veldman, Erasmus Universiteit Rotterdam, SPOT samenvatting Effectiviteit muziek in TV reclame Master Thesis Ronald Veldman, Erasmus Universiteit Rotterdam, SPOT samenvatting The role of music in commercials, a nostalgic approach Ronald Veldman, Erasmus Universiteit

Nadere informatie

MANTELZORG, GOED GEVOEL

MANTELZORG, GOED GEVOEL UITKOMSTEN ONDERZOEK: MANTELZORG, GOED GEVOEL Inhoud: Theorie & Vragen Methode Theoretische achtergrond: Mantelzorgers zijn iets minder gelukkig dan de rest van de bevolking (CBS, 2016). Mantelzorg brengt

Nadere informatie

Gebruikte technieken in Engelse slogans Onderzoekspresentatie

Gebruikte technieken in Engelse slogans Onderzoekspresentatie Gebruikte technieken in Engelse slogans Onderzoekspresentatie 2.1 Kernboodschap De kernboodschap is dat Engelstalige advertenties slechter worden gewaardeerd, maar beter worden onthouden dan hun Nederlandstalige

Nadere informatie

Factsheet: De beleving van een vroege eerste geslachtsgemeenschap

Factsheet: De beleving van een vroege eerste geslachtsgemeenschap Factsheet: De beleving van een vroege eerste geslachtsgemeenschap Katrien Symons (contact: Katrien.Symons@UGent.be) Prof. Dr. Mieke Van Houtte Dr. Hans Vermeersch ACHTERGROND Een vroege eerste geslachtsgemeenschap

Nadere informatie

Online Compass, your digital effectiveness guide

Online Compass, your digital effectiveness guide Met de studie Online Compass, uitgevoerd tijdens het tweede semester van 2012, komt IP tegemoet aan de vraag van mediacentrales die hun digitale strategie willen verfijnen door precies die online reclameformats

Nadere informatie

Wetenschappelijk artikel

Wetenschappelijk artikel UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT POLITIEKE EN SOCIALE WETENSCHAPPEN Onderzoek naar de impact van verhalende versus niet-verhalende bannerreclame op productevaluatie, met betrokkenheid en prominentie als mediërende

Nadere informatie

het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en

het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en Samenvatting In de laatste 20 jaar is er veel onderzoek gedaan naar de psychosociale gevolgen van kanker. Een goede zaak want aandacht voor kanker, een ziekte waar iedereen in zijn of haar leven wel eens

Nadere informatie

VUL DE MBTI VRAGENLIJST IN VANUIT JE GEVOEL EN PERSOONLIJKHEID, NIET VANUIT JE FUNCTIE

VUL DE MBTI VRAGENLIJST IN VANUIT JE GEVOEL EN PERSOONLIJKHEID, NIET VANUIT JE FUNCTIE Wat is jouw voorkeur gedrag? In welke omgeving kom je wel en niet tot je recht en waarom? Hoe reageer jij bij stress of bij veranderingen? Nieuwsgierig naar jouw profiel? Vul onderstaande MBTI-vragenlijst

Nadere informatie

Het effect van hedonisme versus eudaimonisme in narratieve reclames op de attitude ten opzichte van de reclame

Het effect van hedonisme versus eudaimonisme in narratieve reclames op de attitude ten opzichte van de reclame Het effect van hedonisme versus eudaimonisme in narratieve reclames op de attitude ten opzichte van de reclame Benice Feij 5641721 Communicatie- en Informatiewetenschappen Begeleider: Björn t Hart Aantal

Nadere informatie

Effect publieksvoorlichting

Effect publieksvoorlichting Effect publieksvoorlichting Inleiding Om het effect van de voorlichtingsbijeenkomsten te kunnen meten is gevraagd aan een aantal deelnemers aan deze bijeenkomsten om zowel voorafgaand aan de voorlichting

Nadere informatie

Zijn advertorials de oplossing?

Zijn advertorials de oplossing? 2014 Zijn advertorials de oplossing? Master s Thesis Graduate School of Communication Master s programme Communication Science Persuasive Communication Effecten van advertorials en tijdschriftadvertenties

Nadere informatie

Afstudeerproject Persuasieve Communicatie

Afstudeerproject Persuasieve Communicatie Afstudeerproject Persuasieve Communicatie Emoties Emoties of informatie? Een onderzoek naar de invloed van emotionele versus functionele merkpositionering en merkbetrokkenheid op de merkattitude van de

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting 11 Nederlandse Samenvatting Bij beslissingen over het al dan niet vergoeden van behandelingen wordt vaak gebruikt gemaakt van kosteneffectiviteitsanalyses, waarin de kosten worden afgezet tegen de baten.

Nadere informatie

Rapport voor deelnemers M²P burgerpanel

Rapport voor deelnemers M²P burgerpanel Rapport voor deelnemers M²P burgerpanel Weergaven van publieke opinie in het nieuws en hun invloed op het publiek Dit rapport beschrijft de resultaten van een onderzoek over weergaven van publieke opinie

Nadere informatie

Beleving van de eerste geslachtsgemeenschap bij jonge starters. Drs. Katrien Symons Promotor: Prof. Dr. Mieke Van Houtte NVVS, 30 Maart 2012

Beleving van de eerste geslachtsgemeenschap bij jonge starters. Drs. Katrien Symons Promotor: Prof. Dr. Mieke Van Houtte NVVS, 30 Maart 2012 Beleving van de eerste geslachtsgemeenschap bij jonge starters Drs. Katrien Symons Promotor: Prof. Dr. Mieke Van Houtte NVVS, 30 Maart 2012 Geslachtsgemeenschap op jonge leeftijd 20% van de 14 jarigen

Nadere informatie

Summary in Dutch. Samenvatting

Summary in Dutch. Samenvatting Samenvatting In de theorie van het menselijk kapitaal zijn kennis en gezondheid uitkomsten van bewuste investeringsbeslissingen. Veel van de keuzes hieromtrent lijken in de praktijk echter niet weldoordacht.

Nadere informatie

HOOFDSTUK 1: MERKEN & STRATEGISCH MERKENMANAGEMENT

HOOFDSTUK 1: MERKEN & STRATEGISCH MERKENMANAGEMENT HOOFDSTUK 1: MERKEN & STRATEGISCH MERKENMANAGEMENT 1 INTRODUCTIE H:1 Een merk is in de eerste plaats een product. Een product is fysiek, een service, winkel, persoon, organisatie, plaats of een idee. Een

Nadere informatie

Vier aanvullende notities aangeboden m.b.t. beeldgeletterdheid

Vier aanvullende notities aangeboden m.b.t. beeldgeletterdheid Vier aanvullende notities aangeboden m.b.t. beeldgeletterdheid...... Op 5 juli 2018 stuurden EYE Filmmuseum, Beeld en Geluid en Mediawijzer.net een extra feedbackbrief naar het ontwikkelteam Digitale geletterdheid.

Nadere informatie

dat individuen met een doelpromotie-oriëntatie positieve eigeneffectiviteitswaarnemingen

dat individuen met een doelpromotie-oriëntatie positieve eigeneffectiviteitswaarnemingen 133 SAMENVATTING Sociale vergelijking is een automatisch en dagelijks proces waarmee individuen informatie over zichzelf verkrijgen. Sinds Festinger (1954) zijn assumpties over sociale vergelijking bekendmaakte,

Nadere informatie

Bijlage 1: het wetenschappelijk denk- en handelingsproces in het basisonderwijs 1

Bijlage 1: het wetenschappelijk denk- en handelingsproces in het basisonderwijs 1 Bijlage 1: het wetenschappelijk denk- en handelingsproces in het basisonderwijs 1 Bijlage 1: Het wetenschappelijk denk- en handelingsproces in het basisonderwijs: Stadium van het instructie model Oriëntatiefase

Nadere informatie

Let's Talk about Alcohol: The Role of Interpersonal Communication and Health Campaigns H. Hendriks

Let's Talk about Alcohol: The Role of Interpersonal Communication and Health Campaigns H. Hendriks Let's Talk about Alcohol: The Role of Interpersonal Communication and Health Campaigns H. Hendriks Let's talk about alcohol: The role of interpersonal communication and health campaigns Hanneke Hendriks

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch)

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) 159 Ouders spelen een cruciale rol in het ondersteunen van participatie van kinderen [1]. Participatie, door de Wereldgezondheidsorganisatie gedefinieerd als

Nadere informatie

Geclaimde informatie als persuasieve boodschap

Geclaimde informatie als persuasieve boodschap Geclaimde informatie als persuasieve boodschap Een onderzoek naar het effect van claims op de consument Student: Floortje van Helden Studentnummer: 10444491 Docent: Charlotte Blom, werkgroep 2 Universiteit

Nadere informatie

HOOFDSTUK 2: KLANTGERICHTE MERKMEERWAARDE

HOOFDSTUK 2: KLANTGERICHTE MERKMEERWAARDE HOOFDSTUK 2: KLANTGERICHTE MERKMEERWAARDE 1 INTRODUCTIE H:2 Waaraan kun je een effectieve merkenpositionering herkennen? Wat zijn de bronnen van klantgerichte merkmeerwaarde en welke effecten of voordelen

Nadere informatie

Samenvatting in het Nederlands

Samenvatting in het Nederlands Samenvatting in het Nederlands (Summary in Dutch) 1. Het overtuigingsproces Op basis van modellen als het Elaboration Likelihood Model (Petty & Cacioppo, 1986a; Petty & Wegener, 1999), het Heuristic-Systematic

Nadere informatie

Do Fathers Matter? The Relative Influence of Fathers versus Mothers on the Development of Infant and Child Anxiety E.L. Möller

Do Fathers Matter? The Relative Influence of Fathers versus Mothers on the Development of Infant and Child Anxiety E.L. Möller Do Fathers Matter? The Relative Influence of Fathers versus Mothers on the Development of Infant and Child Anxiety E.L. Möller Samenvatting 207 Samenvatting Zijn vaders belangrijk? De relatieve invloed

Nadere informatie

De Toegevoegde Waarde van Branded Content. Onderzoek naar het effect van branded content

De Toegevoegde Waarde van Branded Content. Onderzoek naar het effect van branded content De Toegevoegde Waarde van Branded Content Onderzoek naar het effect van branded content Wie zijn wij? Ingrid van der Werf Senior Research Consultant Sanoma Media Michiel Rotteveel Directeur Onderzoek MediaTest

Nadere informatie

Internetpanel Dienst Regelingen

Internetpanel Dienst Regelingen Internetpanel Dienst Regelingen Resultaten peiling 20: evaluatie panel December 2012 1. Inleiding Het Internetpanel Dienst Regelingen bestaat nu bijna vijf jaar. Dat vinden de opdrachtgever Dienst Regelingen

Nadere informatie

Het effect van levendigheid in een verhaal op de mate van transportatie, overtuiging en herinnering

Het effect van levendigheid in een verhaal op de mate van transportatie, overtuiging en herinnering Het effect van levendigheid in een verhaal op de mate van transportatie, overtuiging en herinnering Datum: 12 augustus 2015 Naam: Alisa Vogelpoel Studentnummer: 4247388 Cursus: Thema: Opleiding: Masterscriptie

Nadere informatie

PRODUCTINFORMATIE IN WEBWINKELS: GERICHT OP HET HART OF HET

PRODUCTINFORMATIE IN WEBWINKELS: GERICHT OP HET HART OF HET PRODUCTINFORMATIE IN WEBWINKELS: GERICHT OP HET HART OF HET VERSTAND? 2012-2013 Masterthesis Communicatiewetenschap Charina Ori Een onderzoek naar de invloed van het type productinformatie in webwinkels

Nadere informatie

De effecten van het gebruik van visuele metaforen binnen utilitaire en hedonische producten op de productattitude.

De effecten van het gebruik van visuele metaforen binnen utilitaire en hedonische producten op de productattitude. De effecten van het gebruik van visuele metaforen binnen utilitaire en hedonische producten op de productattitude. C.V. van Aart Universiteit Twente Faculteit Gedragswetenschappen April 2011 Begeleiders:

Nadere informatie

Evaluatierapport Gezond Eten en Bewegen

Evaluatierapport Gezond Eten en Bewegen Evaluatierapport Gezond Eten en Bewegen Inleiding Dit verslag is gebaseerd op 54 evaluatieformulieren die verzameld werden bij de 152 deelnemers aan de cursussen Gezond eten en bewegen (respons rate 35.5%)

Nadere informatie

EXPLORE!THE STORY DE KRACHT VAN HET VERHAAL

EXPLORE!THE STORY DE KRACHT VAN HET VERHAAL EXPLORE!THE STORY DE KRACHT VAN HET VERHAAL AUTEUR: MASJA NOTENBOOM INHOUD EXPLORE!THESTORY, DE KRACHT VAN HET VERHAAL WANNEER EXPLORE!THESTORY? HOE WERKT EXPLORE!THESTORY? VOORDELEN EXPLORE!THESTORY 3

Nadere informatie

Just Stream It. De effectiviteit van online video. 4 november 2008 MIE, Rotterdam. Menno van der Steen, Universal Media Andy Santegoeds, RTL Nederland

Just Stream It. De effectiviteit van online video. 4 november 2008 MIE, Rotterdam. Menno van der Steen, Universal Media Andy Santegoeds, RTL Nederland Just Stream It De effectiviteit van online video 4 november 2008 MIE, Rotterdam Menno van der Steen, Universal Media Andy Santegoeds, RTL Nederland Agenda 2 Online video is booming Uitgesteld kijken Grootschalig

Nadere informatie

Perspectief & Gelijkenis in Narratieve Overtuiging

Perspectief & Gelijkenis in Narratieve Overtuiging Masterthesis: Perspectief & Gelijkenis in Narratieve Overtuiging Het effect van perspectief en gelijkenis op transportatie en zelfrefereren in narratieve overtuiging Naam: Student nummer: Begeleider: Tweede

Nadere informatie

Richtlijnen effectieve OOH campagnes

Richtlijnen effectieve OOH campagnes Gebaseerd op 135+ Brand Lift studies Richtlijnen effectieve OOH campagnes Voorwoord In 2016 zijn de onderzoeksresultaten van 136 Out-of-Home campagnes geanalyseerd door de Vrije Universiteit Amsterdam

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting Het is een uitdaging om ouderen te identificeren die baat kunnen hebben bij een interventie gericht op de preventie van beperkingen in het dagelijks leven op het moment dat dergelijke

Nadere informatie

Onderzoeksopzet. Marktonderzoek Klantbeleving

Onderzoeksopzet. Marktonderzoek Klantbeleving Onderzoeksopzet Marktonderzoek Klantbeleving Utrecht, september 2009 1. Inleiding De beleving van de klant ten opzichte van dienstverlening wordt een steeds belangrijker onderwerp in het ontwikkelen van

Nadere informatie

Laag Vaardigheden Leerdoelen Formulering van vragen /opdrachten

Laag Vaardigheden Leerdoelen Formulering van vragen /opdrachten Blooms taxonomie Laag Vaardigheden Leerdoelen Formulering van vragen /opdrachten Evalueren Evalueren = de vaardigheid om de waarde van iets (literatuur, onderzoeksrapport, presentatie etc) te kunnen beoordelen

Nadere informatie

[2012] Online hotel reviews. Yvette Dijkhof Masterthesis Universiteit van Amsterdam Scriptiebegeleider: Dr. ir. Peeter Verlegh

[2012] Online hotel reviews. Yvette Dijkhof Masterthesis Universiteit van Amsterdam Scriptiebegeleider: Dr. ir. Peeter Verlegh [2012] Online hotel reviews Yvette Dijkhof Masterthesis Universiteit van Amsterdam Scriptiebegeleider: Dr. ir. Peeter Verlegh Online hotel reviews Onderzoek naar positieve en negatieve online reviews over

Nadere informatie

Content in Motion. Digitale Levenslijnen & Gemedieerde Herinneringen

Content in Motion. Digitale Levenslijnen & Gemedieerde Herinneringen Content in Motion Digitale Levenslijnen & Gemedieerde Herinneringen Herinneren Herinneren: Het opslaan en oproepen van zintuiglijke ervaringen in het bewustzijn over momenten die hebben plaatsgevonden

Nadere informatie

De rol van logocomplexiteit & producttype

De rol van logocomplexiteit & producttype De rol van logocomplexiteit & producttype Onderzoek naar de invloed van logocomplexiteit met betrekking tot informationele versus transformationele producttypen op de productattitude en logo appreciatie

Nadere informatie

Experimentele manipulaties van self-affirmation: een overzicht van de verschillende toepassingen

Experimentele manipulaties van self-affirmation: een overzicht van de verschillende toepassingen Experimentele manipulaties van self-affirmation: een overzicht van de verschillende toepassingen Universiteit van Amsterdam, Media & Communicatie Instituut, Afdeling Communicatiewetenschap Naam: Jean-michel

Nadere informatie

Everyday Multiscreening. How the Simultaneous Usage of Multiple Screens Affects Information Processing and Advertising Effectiveness. C.M.

Everyday Multiscreening. How the Simultaneous Usage of Multiple Screens Affects Information Processing and Advertising Effectiveness. C.M. Everyday Multiscreening. How the Simultaneous Usage of Multiple Screens Affects Information Processing and Advertising Effectiveness. C.M. Segijn Dutch Summary (Nederlandse samenvatting) Alledaags multiscreening.

Nadere informatie

2 Online informatie voor patiënten. Welkom! Onderzoeksverslagen. Evaluatie van

2 Online informatie voor patiënten. Welkom! Onderzoeksverslagen. Evaluatie van Welkom! Welkom bij de vijfde PanelCom nieuwsbrief. Als lid van PanelCom houden wij u op de hoogte van onderzoeken waar u aan kunt meewerken én de onderzoeken waar u mogelijk aan hebt meegewerkt. Wij waarderen

Nadere informatie

Motivatie volwassenen om te sporten en bewegen

Motivatie volwassenen om te sporten en bewegen Motivatie volwassenen om te sporten en bewegen Factsheet 2019/2 Remko van den Dool Figuur 1 Motivatie om te sporten en bewegen, volgens bevolking 18 tot 79 jaar, naar meting en mate van sporten en bewegen

Nadere informatie

online winkelomgeving minder in staat is affectieve responsen te initiëren en de drang tot kopen te stimuleren. Daarom werd verondersteld dat online

online winkelomgeving minder in staat is affectieve responsen te initiëren en de drang tot kopen te stimuleren. Daarom werd verondersteld dat online Samenvatting Tegenwoordig is het internet sterk geïntegreerd in bijna elke dagelijkse activiteit, van het lezen van een krant tot het regelen van bankzaken en ook het doen van onze aankopen (CBS, 2006b).

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Dit proefschrift gaat over de invloed van inductieprogramma s op het welbevinden en de professionele ontwikkeling van beginnende docenten, en welke specifieke kenmerken van inductieprogramma s daarvoor

Nadere informatie

(Pr)Emotie bij advertenties

(Pr)Emotie bij advertenties (Pr)Emotie bij advertenties Een onderzoek naar het meten van emoties bij advertenties met het Product Emotion Measurement Instrument (PrEmo) drs. Paul Ketelaar en drs. Marnix van Gisbergen Communicatiewetenschap

Nadere informatie

Reclame In dit hoofdstuk zul je het volgende leren:

Reclame In dit hoofdstuk zul je het volgende leren: OHT 7.1 Reclame In dit hoofdstuk zul je het volgende leren: De stappen in de ontwikkeling van een reclamecampagne De informatie die je over de doelgroepen van een reclamecampagne nodig hebt De doelstellingen

Nadere informatie

Brandmanagement. persuasive storytelling. TIPS OM storytelling als brandingsstrategie toe te passen. aan de hand van

Brandmanagement. persuasive storytelling. TIPS OM storytelling als brandingsstrategie toe te passen. aan de hand van Brandmanagement aan de hand van persuasive storytelling TIPS OM storytelling als brandingsstrategie toe te passen Lorem ipsum Brandmanagement, wat is het? Brand management is een strategie waarbij een

Nadere informatie

Experimentele studie naar de effecten van sponsorship disclosure bij adverteren middels Instagram

Experimentele studie naar de effecten van sponsorship disclosure bij adverteren middels Instagram Experimentele studie naar de effecten van sponsorship disclosure bij adverteren middels Instagram Universiteit van Amsterdam Graduate School Of Communication Master Thesis Persuasieve Communicatie Shanna

Nadere informatie

Hoe goed of slecht beleeft men de EOT-regeling? Hoe evolueert deze beleving in de eerste 30 maanden?

Hoe goed of slecht beleeft men de EOT-regeling? Hoe evolueert deze beleving in de eerste 30 maanden? Hoe goed of slecht beleeft men de EOT-regeling? Hoe evolueert deze beleving in de eerste 30 maanden? Auteur: Ruben Brondeel i.s.m. Prof. A. Buysse Onderzoeksvraag Tijdens het proces van een echtscheiding

Nadere informatie

Spelen in het groen. Agnes van den Berg Roderik Koenis Magdalena van den Berg

Spelen in het groen. Agnes van den Berg Roderik Koenis Magdalena van den Berg Spelen in het groen Effecten van een bezoek aan een natuurspeeltuin op het speelgedrag, de lichamelijke activiteit, de concentratie en de stemming van kinderen Agnes van den Berg Roderik Koenis Magdalena

Nadere informatie

Een vaccinerend narratief

Een vaccinerend narratief Een vaccinerend narratief Onderzoek naar in welke mate de kenmerken tijd en perspectief effect hebben op de narratieve processen transportatie en identificatie en op de attitude van de lezer ten opzichte

Nadere informatie

CONCEPT TEST. SNEL Real-time inzichten. BETAALBAAR Vanaf 995 UUR. GEMAK Optimale User Experience RESULTATEN

CONCEPT TEST. SNEL Real-time inzichten. BETAALBAAR Vanaf 995 UUR. GEMAK Optimale User Experience RESULTATEN CONCEPT TEST Binnen 24 uur feedback van 100 klanten op jouw concept RESULTATEN 24 SNEL Real-time inzichten GEMAK Optimale User Experience BETAALBAAR Vanaf 995 UUR WAT WE DOEN In 45 seconden 24 UUR TEST

Nadere informatie

Analytisch denken Het oplossen van problemen door vragen te ontleden in kleinere delen, verbanden leggen en logische conclusies trekken.

Analytisch denken Het oplossen van problemen door vragen te ontleden in kleinere delen, verbanden leggen en logische conclusies trekken. Creatief denken Het flexibel kunnen inspelen op nieuwe omstandigheden. Associëren, brainstormen en het bedenken van nieuwe originele dingen en originele oplossingen voor problemen. Analytisch denken Het

Nadere informatie

Stand van zaken jongeren en de e-sigaret en andere alternatieve rookwaren

Stand van zaken jongeren en de e-sigaret en andere alternatieve rookwaren Stand van zaken jongeren en de e-sigaret en andere alternatieve rookwaren Onderzoek in opdracht van VWS December 2017 244108113 Inhoud 1 Inleiding 01 2 Belangrijkste resultaten en samenvatting 07 3 In

Nadere informatie

ONGEWENST INTRUSIEF GEDRAG: EEN STUDIE NAAR DE ROL VAN RELATIEKENMERKEN BIJ GESCHEIDEN EX-KOPPELS.

ONGEWENST INTRUSIEF GEDRAG: EEN STUDIE NAAR DE ROL VAN RELATIEKENMERKEN BIJ GESCHEIDEN EX-KOPPELS. ONGEWENST INTRUSIEF GEDRAG: EEN STUDIE NAAR DE ROL VAN RELATIEKENMERKEN BIJ GESCHEIDEN EX-KOPPELS. Auteur: Olivia De Smet i.s.m. Prof. A. Buysse Onderzoeksvraag Ongewenst intrusief gedrag houdt in dat

Nadere informatie

Lesideeën. Hedendaagse Propaganda Analyseren. uitgewerkt door

Lesideeën. Hedendaagse Propaganda Analyseren. uitgewerkt door Lesideeën uitgewerkt door Hedendaagse Propaganda Analyseren Activiteiten als aanvulling op de leerervaring bij het online Mind Over Media platform www.mindovermedia.be 1 Les 4 Waar vind je propaganda?

Nadere informatie

Mathilde Descheemaeker Adriaan Spruyt Dirk Hermans

Mathilde Descheemaeker Adriaan Spruyt Dirk Hermans Mathilde Descheemaeker Adriaan Spruyt Dirk Hermans Experimentele psychopathologie Op zoek naar de psychologische processen die een rol spelen bij het ontstaan, in stand houden en terugval van psychopathologie

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Het aantal eerste en tweede generatie immigranten in Nederland is hoger dan ooit tevoren. Momenteel wonen er 3,2 miljoen immigranten in Nederland, dat is 19.7% van de totale

Nadere informatie

NEO-PI-3. Werkgerelateerd persoonlijkheidsprofiel. HTS Report. Jeroen de Vries ID Datum Kandidatenrapport

NEO-PI-3. Werkgerelateerd persoonlijkheidsprofiel. HTS Report. Jeroen de Vries ID Datum Kandidatenrapport NEO-PI-3 Werkgerelateerd persoonlijkheidsprofiel HTS Report ID 15890-3155 Datum 18.07.2017 Kandidatenrapport NEO-PI-3 Inleiding 2 / 12 INLEIDING Het NEO-PI-3 werkgerelateerde persoonlijkheidsprofiel Probleemoplossing

Nadere informatie

Het effect van narratieve kenmerken op de merkattitude en de aankoopintentie van de ontvanger: Een experiment.

Het effect van narratieve kenmerken op de merkattitude en de aankoopintentie van de ontvanger: Een experiment. Het effect van narratieve kenmerken op de merkattitude en de aankoopintentie van de ontvanger: Een experiment. Naam student: Daniël van Hees Studentnummer: S4353420 E-mailadres: Danielvan.hees@student.ru.nl

Nadere informatie

De relatie tussen intimiteit, aspecten van seksualiteit en hechtingsstijl in het dagelijks leven van heteroseksuele mannen en vrouwen.

De relatie tussen intimiteit, aspecten van seksualiteit en hechtingsstijl in het dagelijks leven van heteroseksuele mannen en vrouwen. De relatie tussen intimiteit, aspecten van seksualiteit en hechtingsstijl in het dagelijks leven van heteroseksuele mannen en vrouwen. The Relationship between Intimacy, Aspects of Sexuality and Attachment

Nadere informatie

Perceptie. dinsdag 6 maart 2012

Perceptie. dinsdag 6 maart 2012 Perceptie H7 Gestuurde perceptie... Perceptie betekent observatie, hoe je iets waarneemt, je blik zoals in is een glas half vol of half leeg?. Je perceptie wordt beïnvloed door je ervaringen en je basishouding

Nadere informatie

SAMENVATTING Het doel van dit proefschrift is drieledig. Ten eerste wordt inzicht verschaft in het gebruik van directe-rede-constructies (bijvoorbeeld Marie zei: Kom, we gaan! ) door sprekers met afasie.

Nadere informatie

IN-STORE COMMUNICATIE

IN-STORE COMMUNICATIE UIVERSITEIT GET FACULTEIT ECOOMIE E BEDRIJFSKUDE ACADEMIEJAAR 2009 2010 I-STORE COMMUICATIE Masterproef voorgedragen tot het bekomen van de graad van Master in de Toegepaste Economische Wetenschappen Valerie

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch)

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) (Summary in Dutch) Omgaan met Informatie over Complexe Onderwerpen: De Rol van Bronpercepties In het dagelijkse leven hebben mensen een enorme hoeveelheid informatie tot hun beschikking (bijv. via het

Nadere informatie

(In)effectiviteit van Angstcommunicaties op Verminderen van Lichamelijke Inactiviteit: Rol van Attitudefuncties, Self-Monitoring en Self-Esteem

(In)effectiviteit van Angstcommunicaties op Verminderen van Lichamelijke Inactiviteit: Rol van Attitudefuncties, Self-Monitoring en Self-Esteem (In)effectiviteit van Angstcommunicaties 1 (In)effectiviteit van Angstcommunicaties op Verminderen van Lichamelijke Inactiviteit: Rol van Attitudefuncties, Self-Monitoring en Self-Esteem (In)effectiveness

Nadere informatie

Samenvatting, conclusies en discussie

Samenvatting, conclusies en discussie Hoofdstuk 6 Samenvatting, conclusies en discussie Inleiding Het doel van het onderzoek is vast te stellen hoe de kinderen (10 14 jaar) met coeliakie functioneren in het dagelijks leven en wat hun kwaliteit

Nadere informatie

AOS docentonderzoek. Rapporteren en presenteren

AOS docentonderzoek. Rapporteren en presenteren Het forum AOS docentonderzoek Rapporteren en presenteren Wanneer is je onderzoek geslaagd? Evalueren en beoordelen Oefening 4 (pagina 316 of 321) Rapporteren en presenteren Verspreiding van resultaten

Nadere informatie

De leeftijd van een model in een advertentie voor 50-plussers

De leeftijd van een model in een advertentie voor 50-plussers September 2017 De leeftijd van een model in een advertentie voor 50-plussers INLEIDING Een advertentie is effectiever wanneer de leeftijd van het model in de advertentie overeenkomt met de gevoelsleeftijd

Nadere informatie

Wetenschappelijk artikel

Wetenschappelijk artikel UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT POLITIEKE EN SOCIALE WETENSCHAPPEN Product placement op Facebook: de impact van merkprominentie in Facebook posts van celebrities versus non-celebrities op jongeren Wetenschappelijk

Nadere informatie

Positieve en blijvende veranderingen met een ZKM traject

Positieve en blijvende veranderingen met een ZKM traject Mensen staan na een ZKM traject bijna altijd positiever in het leven en ze denken vaak ook positiever over zichzelf. Wie een ZKM traject heeft gedaan is daar doorgaans heel tevreden over en is dat een

Nadere informatie