Samenvatting Biologie Hoofdstuk 1 t/m hoofdstuk 5

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Samenvatting Biologie Hoofdstuk 1 t/m hoofdstuk 5"

Transcriptie

1 Samenvatting Biologie Hoofdstuk 1 t/m hoofdstuk 5 Samenvatting door een scholier 5983 woorden 19 mei ,7 23 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Havo 4, H1: inleiding in de biologie - Organismen: levende wezens, hier worden planten, dieren, schimmels en bacteriën mee bedoeld. Alle organismen vertonen levensverschijnselen. (stofwisseling, groei, ontwikkeling en voortplanting) - Generatio spontanea: Volgens deze theorie kunnen organismen vrij plotseling ontstaan uit levenloze of dode materie. - Natuurwetenschappelijk onderzoek: hierbij gaat men steeds op dezelfde manier te werk. Zo n onderzoek bestaat uit de volgende fasen. Observatie (waarnemingen), probleemstelling, hypothesevorming, experimentele fase, resultaten en conclusie. - Organenstelsel: een groep van samenwerkende organen, voorbeelden hiervan zijn het verteringsstelsel het bloedvatenstelsel en het beenderenstelsel. - Als de kop romp en staart geleidelijk in elkaar over gaan, noemen we de lichaamsvorm gestroomlijnd. Deze vorm komt voor bij waterdieren en bij vogels en zoogdieren die in het water leven. - Organen zijn opgebouwd uit cellen. Ook bij cellen hangt de vorm samen met de functie. Meestal liggen cellen met dezelfde vorm en dezelfde functie in groepen bij elkaar. Dit wordt een weefsel genoemd. - In het vacuolevocht zit water met opgeloste stoffen, o.a. zouten, glucose en andere reservestoffen, afvalstoffen en kleurstoffen. Deze kleurstoffen geven de kleur aan bloemen en vruchten. De blauwe, paarse, orde of roze kleur van bloemen wordt meestal veroorzaakt door de kleurstof anthocyaan. (anthocyaan geeft ook kleur aan de rode ui). - Proplastiden zijn kleine korrels die zich tot plastiden kunnen ontwikkelen. Uit proplastiden kunnen chloroplasten, chromoplasten en leukoplasten ontstaan. - Chloroplasten: (bladgroenkorrels) hierin vindt fotosynthese plaats. Fotosynthese is het proces waarbij met behulp van licht glucose wordt gevormd uit wateren koolstofdioxide. - Chromoplasten: (kleurstofkorrels) bevatten gele en/of rode kleurstoffen. Felle kleuren van bloemen of vruchten worden vaak veroorzaakt door deze plastiden. Chloroplasten en chromoplasten kunnen in elkaar overgaan. Denk maar aan een tomaat die rijp wordt (van groen naar rood). - Leukoplasten: deze plastiden zijn kleurloos. Leukoplasten kunnen zich ontwikkelen tot chloroplasten, chromoplasten en zetmeelkorrels. In zetmeelkorrels is zetmeel opgeslagen. - Het endoplasmatisch reticulum: het is een netwerk van dubbele membramen in het cytoplasma. Doordat de twee membranen bijna tegen elkaar aan liggen, ontstaan afgeplatte holten en kanaaltjes. De ruimten Pagina 1 van 12

2 tussen de membranen staan met elkaar in verbinding. Het endoplasmatisch reticulum vervult een functie bij het transport van stoffen in de cel. Het membranenstelsel van het endoplasmatisch reticulum gaat over in het kernmembraan. - In de chromosomen bevindt zich de informatie voor de erfelijke eigenschappen va neen organisme. Deze informatie ligt vastgelegd in moleculen van de stof DNA. - Ribosomen: dit zijn bolvormige organellen die een functie hebben bij de vorming van eiwitten. Het grootste deel van de ribosomen ligt op de membranen van het endoplasmatisch reticulum. De rest komt vrij in het cytoplasma voor. - Mitochondrien: dit zijn ronde of boonvormige organellen. Ze bestaan uit een dubbel membraan, waarvan het binnenste membraan sterk is geplooid. In mitochondrien vindt verbranding plaats. Hierbij wordt met behulp van zuurstof energie vrijgemaakt voor processen in de cel. Het aantal mitochondrien per cel is afhankelijk van de activiteit van de cel. - Het celmembraan vormt de grens tussen een cel en zijn omgeving. Het transport van stoffen tussen de cel en zijn omgeving vindt selectief plaats: het celmembraan laat bepaalde stoffen de cel ingaan, maar houdt andere stoffen tegen. Om deze reden wordt het celmembraan selectief permeabel genoemd. - Een celmembraan bestaat uit twee lagen fosfolipiden (vetachtige stoffen), waarin eiwitten liggen ingebed. - Diffusie: Het verschijnsel van stoffen die met elkaar vermengen. Bijvoorbeeld als iemand aan de ene kant van de klas de gas kraan open zet, en je het even later aan de andere kant ook kan ruiken. De gasmoleculen vermengen zich met de lucht en verspreiden zich over de hele ruimte. Diffusie is dus: verplaatsing van een stof van een plaats met een hoge concentratie naar een plaats met een lage concentratie van die stof. - Diffusiesnelheid: nettoverplaatsing van een stof per tijdseenheid. Deze is afhankelijk van de temperatuur. - Osmose: Diffusie kan ook optreden als vloeistoffen of gassen zijn gescheiden door een wand. Een wand die alle moleculen doorlaat, noemen we doorlatend of permeabel. Sommige membranen hebben poriën die zo klein zijn dat alleen watermoleculen er doorheen kunnen. Deze membranen noemen we halfdoorlatend of semi-permeabel. Als twee oplossingen met een verschillende concentratie van elkaar zijn gescheiden door een semi-permeabel membraan, treedt er osmose op. - Door de concentratie aan opgeloste stoffen heeft een oplossing een bepaalde osmotische waarde. Hoe hoger de concentratie van een oplossing is, des te hoger is de osmotische waarde. De osmotische waarde van een oplossing is afhankelijk van het aantal opgeloste deeltjes per volume-eenheid. Dit is van belang bij stoffen die in ionen uiteen vallen. - Iedere individuele cel van een veelcellig dier wordt omgeven door een dun laagje vloeistof, de weefselvloeistof. De weefselvloeistof van een organisme vormt een geheel. We noemen dit geheel het interne milieu. Ook het bloedplasma wordt tot het interne milieu gerekend. - Transportenzymen: dit zijn eiwitten in het celmembraan, en deze kunnen bv. Glucose moleculen of cl ionen door het celmembraan heen transporteren. Aan de ene zijde wordt een molecuul of ion geboden, deze binding verandert de vorm van het transportenzym waardoor het molecuul of ion wordt verplaatst naar de andere zijde van het celmembraan. De werking van een transportenzym kost de cel geen energie. Deze transport kan alleen plaats vinden met het concentratieverval mee. (van hoog naar laag dus) - Actief transport: enkele stoffen kunnen tegen het concentratieverval in gaan. Bv. Glucosemoleculen en Na+, K+ en ca2+ ionen. Dit transport vindt plaats door andere transportenzymen. Transport dat tegen het Pagina 2 van 12

3 concentratieverval in plaatsvindt, kost energie. Deze energie wordt geleverd door de mitochondriën in de cel. Hierbij is zuurstof nodig. - Turgor: de druk die door de cel op de celwand wordt uitgeoefend, dit is alleen met een plantaardige cel. De druk wordt turgor genoemd. Doordat er water wel de cel in gaat, maar er niet uitkomt loopt de druk dus op. Plantencellen met turgor worden ook wel turgescent genoemd. Door de turgor zijn de weefsels van kruidachtige planten stevig. - Plasmolyse: de benaming voor het loslaten van de celmembraan van de celwand. Dit gebeurt wanneer een cel veel water verliest door osmose of verdamping. Verrijkingsstof 1, onderzoek van het leven door de jaren heen. - De theorie van de generatio spontanea: kijk bij H1. Havo 4, H2: Voortplanting en ontwikkeling - De temperatuur in de balzak is 2 graden lager dan in de buikholte - Secretie: de productie en afgifte van stoffen door cellen - De hypofyse is een hormoonklier en bevindt zich onderaan de hypothalamus. Een deel van de hersenen. - De hypofyse maakt onder andere 2 geslachtshormonen, het follikelstimulerend hormoon (FHS) en Luteïnisterend hormoon (LH). - Onder invloed van deze 2 hormonen wordt de hormoon productie van andere geslachtshormonen geregeld. - Secundaire geslachtskenmerken van de man: Baard groei, lagere stem, schaamhaar, oksel haar (dit komt door het hormoon testosteron). Van een vrouw is dat: borsten, bekken wordt wijder, schaamhaar, okselhaar. - Primaire geslachtskenmerken: de kenmerken die je bij de geboorte ook al kunt zien. - De hormonale regeling bij de man, kijk in het boek. - De hormonale regeling bij de vrouw: kijk in het boek. - Incest: dat betekent niet alleen meer seksuele handelingen tussen bloedverwanten. Deze tijd wordt er ook onder verstaan het seksueel misbruiken van een jeugdige door een volwassene. Als de volwassene de jeugdige daar toe dwingt vanuit zijn machtspositie. - Bekende soa s of geslachtsziekte zijn: gonnoroe, syfilis, chlamydia en aids. - Gonnoroe: er komt slijm en etter uit de penis of vagina, het urineren doet pijn. Met een penicilline behandeling wordt het volledig genezen. Niet op tijd laten behandelen kan leiden tot onvruchtbaarheid. - Syfilis: het is als eerste te merken aan een zweertje aan de geslachtsorganen, mond, tong of anus. Dat zweertje ontstaat ongeveer drie weken na de infectie. Het zweertje kan weer verdwijnen maar dan kan je een paar jaar later er aan dood gaan of verlamd worden. - Chlamydia: je hebt het als er bloed of een waterige afscheiding uit de urinebuis komt. Soms geeft deze bacterie geen ziekte verschijnselen maar is het wel gewoon seksueel overdraagbaar. Met een penicilline behandeling wordt het gewoon weer genezen. - Aids: Bij aids is het afweersysteem van de besmette persoon aangetast. Hierdoor wordt de persoon vatbaar voor alle ziektes. Aids wordt veroorzaakt door HIV, maar niet alle mensen met HIV hebben aids. Het is wel meer als 50%. Iemand met HIV wordt seropositief genoemd als hij positief getest is. - Anticonceptie zonder hulpmiddelen: periodieke onthouding, de man en vrouw zorgen er voor dat ze geen seks hebben in de vruchtbare periode (de 3 a 4 dagen dat het kan). Coïtus interruptus: de man trekt de Pagina 3 van 12

4 penis terug uit de vagina zodra hij het orgasme voelt aankomen. - De pil: de combinatiepil bevat een strip 21 of 22 tabletten, die elk een oestrogeen en een progestageen hormoon bevatten. De driefasenpil, een speciale combinatiepil waarvan een strip drie kleuren tabletten bevat. De tabletten moeten in een aangegeven volgorde worden ingenomen. Per fase wordt de hoeveelheid progestageen hoger. Minipil, deze bevatten alleen progesteron in een lage concentratie. Deze pil werkt niet langer dan 24 uur dus je moet precies op hetzelfde tijdstip de pil innemen. - Andere conceptie middelen: Het condoom. Een pessarium en het spiraaltje. - Sterilisatie: hier wordt een man of vrouw door middel van een operatie onvruchtbaar gemaakt. Bij een man worden de zaadleiders onderbroken en de uiteinden dicht gemaakt. De zaadlozing zit geen zaad meer in maar is alleen nog maar vocht, wel met dezelfde hoeveelheid. De zaadcellen worden afgebroken in de bijballen en zaadleiders. Bij een vrouw hier worden de eileiders onderbroken, waardoor eicellen niet meer in aanraking kunnen komen met zaadcellen. Vrouwen hebben hierna nog wel gewoon een menstruatie. - Toch de pil vergeten of condoom gescheurd? Morning-afterpil, je moet twee keer twee tabletten van de zware combinatiepil innemen. Je kunt hier door misselijk worden. Je kunt ook binnen 5 dagen na de geslachtsgemeenschap kun je een spiraaltje laten plaatsen dat zou het ook verhelpen. Is het daarvoor te laat, dan is er een overtijdbehandeling. Deze moet plaats vinden tussen de 10e en 16e dag na het uitblijven van de menstruatie. De baarmoeder wordt dan helemaal leeggezogen, het kan behoorlijk veel pijn doen. - Klievingsdelingen: delingen waarbij geen groei plaatsvindt. - Miskraam of (spontane) abortus: hier produceert de placenta onvoldoende progesteron en wordt een deel van het baarmoederslijmvlies samen met het embryo of de foetus afgestoten. Een miskraam kan wel veel verschillende oorzaken hebben. - Buitenbaarmoederlijke zwangerschap: de innesteling van het klompje cellen vindt buiten de baarmoeder plaats. Meestal vind het dan in de eileider plaats. Soms in de buikholte of eierstok. - Tweeling: dit kan gebeuren als er bij de ovulatie twee eicellen tegelijkertijd vrij komen. Wanneer beide eicellen worden bevrucht, ontstaat er een tweeling. Het is een twee-eiige tweeling dan. Een eeneiige tweeling ontstaat als het klompje bevruchte celen zich splitst in de eileider of baarmoeder. Elk deel kan dan uitgroeien tot een embryo. - Kunstmatige inseminatie: een arts brengt bij de vrouw sperma in van een andere man. Die andere man heeft zijn sperma geleverd via een spermabank. - In-vitrofertilisatie (IVF): als een vrouw verminderd vruchtbaar is omdat bijvoorbeeld haar eileiders zijn verstopt. Door toediening van hormonen worden in de eierstokken meerdere eicellen tot rijping gebracht. Vlak na de ovulatie haalt een arts de vrijgekomen eicellen uit de eileider. De eicellen worden in een voedingsmedium gebracht waarna de arts sperma van de man toevoegt. De bevruchting en ontwikkeling van de zygote tot klompje cellen vindt plaats in het voedingsmedium. Het klompje cellen wordt daarna geïmplanteerd in de baarmoeder. - Preïmplantatiediagnostiek: hier wordt de gezondheidstoestand van het klompje cellen onderzocht, voordat het wordt geïmplanteerd in het lichaam. - De bevalling loopt in 3 fasen, de ontsluiting, de uitdrijving en de nageboorte. De ontsluiting: de weeën duwen de baby naar beneden, dat wordt indaling genoemd, en als de opening in de baarmoeder hals groot genoeg is, wordt dat ontsluiting genoemd. De uitdrijving: de periode waarin de moeder mag gaan persen. De uitdrijving kan enkele seconde tot wel 2 uur duren. De nageboorte: als de baby geboren wordt Pagina 4 van 12

5 zit deze onder het huidsmeer. Dat beschermt de baby tegen ziekte verwekkers. De navelstreng wordt door geknipt, en het nageboorte, de placenta worden een kwartier later ook uitgeperst. - Levenscyclus van een mens: geboren worden opgroeien leven voortplanten sterven. - Levensfasen: * jaar = Baby. *1,5 4 jaar = Peuter. *4 6 jaar = kleuter. * 6 12 jaar = schoolkind. * jaar = Puber. * jaar = adolescent. * jaar = volwassene. *boven de 65 jaar = bejaarde - Grove motorische ontwikkeling: het leren bewegen met het hele lichaam - Fijne motorische ontwikkeling: bijvoorbeeld spelen met zijn voetjes, of blokjes op pakken. - Sociale ontwikkeling: het contact dat de baby al meteen leert te maken met de mensen om hem heen. Dat leren ze door de manier hoe de ouders op de baby reageren. - Actieve Euthanasie: er worden handelingen verricht om het leven van de patiënt te verkorten of te beëindigen. Passieve Euthanasie: nalaten van handelingen die het leven kunstmatig verlegen. Denk bijvoorbeeld aan ademhaling machine. Verrijkingsstof 1. - Metamorfose bij insecten: het jonge dier heet larve, en het volwassen dier het imago. - Bij een volkomen metamorfose lijken de larve en het imago helemaal niet op elkaar. Dat is o.a. bij vlinders, vliegen bijen en kevers. Bij vlinders heten de larven rupsen en bij vliegen mades. - Bij een onvolkomen metamorfose lijkt de larve al een beetje op het imago. Bijvoorbeeld sprinkhanen, krekels, oorwormen en wantsen. Havo 4, H3: Erfelijkheid. - Chromosomen: deze komen in een celkern voor. In chromosomen bevindt zich de informatie voor de erfelijke eigenschappen. Een mens heeft 46 chromosomen, chromosomen komen altijd in paren. Paren zijn gelijk in vorm en lengte. - Karyogram: de chromosomen zijn hier in paren bij elkaar gelegd. (ook wel chromosomenportret genoemd) - Het aantal chromosomen per celkern wordt aangegeven met 2n. de n geeft het aantal verschillende chromosomen aan. Bij de mens is n dus 23. Wanneer de chromosomen in de kern van een cel in paren voorkomen wordt de cel diploïd genoemd. - Een zygote is diploïd. Maar elke geslachtscel bevat een enkelvoudig stel chromosomen. We noemen zo n cel haploïd. Deze cellen hebben dus n, en niet 2n. Een geslachtscel bevat 23 chromosomen. Zaadcel 23, en eicel 23. Zo heeft de zygote weer 46 chromosomen. - Fenotype: alle uiterlijk waarneembare kenmerken van een individu. - Een chromosoom is opgebouwd uit genen. Een gen, ook wel een erffactor genoemd, bevat de informatie voor een erfelijke eigenschap. Na de bevruchting heeft de cel half de genen van je moeder en half de genen van je vader. Het totale pakketje is jou genotype. - Milieufactoren: het genotype bepaald niet alleen het fenotype. Dit wordt ook nog bepaald door milieufactoren. Voorbeelden zijn: licht, lucht, vochtigheid, temperatuur, (op)voeding, ziekten en verwondingen. - Modificatie: Een verandering in het fenotype van een organisme, veroorzaakt door een milieufactor. Een modificatie wordt niet doorgegeven aan de nakomelingen. Voorbeeld: afbreken van takken van een eik door een storm. Pagina 5 van 12

6 - Een eeneiige tweeling is ontstaan uit een zygote. Na deling van de zygote ontstaan er cellen met hetzelfde genotype. Deze cellen splitsen zich, en ontwikkelen zich tot individuen. Deze twee lijken heel erg op elkaar, aangezien het genotype hetzelfde is. - Een twee-eiige tweeling is ontstaan uit twee zaadcellen en twee eicellen. De genen in twee zaadcellen zijn niet precies hetzelfde, en in twee eicellen ook niet. De tweeling lijkt wel op elkaar, maar is dus niet precies hetzelfde. - Een ander woord voor een gen is een allel. En voor een genenpaar is dat dan allelenpaar. - Homozygoot: als je twee genen hebt die voor de haarvorm gelijk aan elkaar zijn. Deze persoon is dan homozygoot voor de eigenschap sluik haar. - Hetrozygoot: als ene persoon een gen heeft voor krullend haar, en een gen heeft voor sluik haar. Dan heb je haar met slag, en is deze persoon hetrozygoot voor de haarvorm. - Slechts een van de beide genen komt tot uiting in het fenotype. We noemen dit gen het dominante gen. Het andere gen noemen we het recessieve gen. Dit gen komt niet tot uiting. - Onvolledig dominant: als bij een eigenschap het recessieve gen toch enigszins tot uiting komt in het fenotype. Dit is bijvoorbeeld bij het gen van de oogkleur van mensen. Bruin is dominant, blauw recessief. Als je hetrozygoot bent, heb je een lichtere kleur bruin dan als je homozygoot bent. Hier komt het recessieve gen dus tot uiting in het fenotype. - Intermediair: als beide genen als het ware even sterk zijn. Dit is bij bv. Leeuwenbekjes (bloemen) ze hebben een gen voor rode bloemen, en een gen voor witte bloemen. Zijn ze hetrozygoot, dan krijgen ze roze bloemen. - In de erfelijkheidsleer of genetica, worden genen met letters aangegeven. Een dominant gen wordt aangegeven met een hoofdletter, een recessief gen met een kleine letter. Als een individu hetrozygoot is voor een gen, is het dus Aa. Is deze homozygoot, is het AA. Als 2 genen van een genenpaar beide tot uiting komen in het fenotype gebruiken we een andere schrijfwijze, een rode bloem krijgt ArAr. Een witte bloem AwAw, en een roze bloem ArAw. - Een voorbeeld over het kruisen van koeien. Zwarte haren is dominant, rode haren is recessief. Zwartharige koe die homozygoot is: AA, roodharige stier: aa. Dit is dus de combinatie van de ouders. F1, is het eerste jong. De combinaties kunnen alleen maar A x a zijn aangezien alleen deze twee genen aanwezig zijn. Hieruit komt dus voort: dit is dus wat F1 kan zijn. Nou ga je kijken wat F2 dan kan worden. F2 kan dan dus beiden worden. En neem je dus een combinatie van de twee genen. Hieruit komt dan weer voort: - Terugkruising: als je een individu waarvan je niet weet of hij homozygoot of hetrozygoot is voor het gen, kruist met iemand die homozygoot recessief is. - Een belangrijke regel tijdens kruisingen is: als twee ouders met gelijk fenotype een nakomeling krijgen met een ander fenotype, zijn beide ouders hetrozygoot voor deze eigenschap. De nakomeling is dan homozygoot recessief voor deze eigenschap. - Nog een belangrijke regel: Als twee ouders hetzelfde fenotype hebben, en een nakomeling heeft iets anders, dan is wat de ouders hebben dominant. - Autosomen: Alle chromosomen behalve het x- en het y- chromosoom. De overgebleven 2, het x- en y- chromosoom zijn niet aan elkaar gelijk. Een vrouw heeft 2 X-chromosomen, en een man, een X- chromosoom, en een Y-chromosoom. Hiermee kan het geslacht bepaald worden, en daarom krijgen deze chromosomen ook de naam geslachtschromosomen. Pagina 6 van 12

7 - In de eicel van een vrouw zit altijd een X-chromosoom. In de zaadcel van de man, zit een Y-chromosoom of een X-chromosoom. Zo wordt tijdens de bevruchting het geslacht bepaald. - X-chromosomaal: Genen die in het X-chromosoom ligt, maar niet voor komt in het Y-chromosoom. Het Y- chromosoom bevat vrijwel geen genen. - Hoe kun je in een stamboom zien of een allel in het X-chromosoom kan liggen?: Je weet dat een allel niet in het X-chromosoom ligt als: een dominante vader een recessieve dochter heeft, of als een recessieve moeder een dominante zoon heeft. in alle andere gevallen kan het allel wel in het X-chromosoom liggen. - Letaal allel: Allel dat in homozygote toestand al in een vroeg embryonaal staduim tot de dood leidt. - Dihybride kruising: Kruising warbij gelet wordt op de overerving van twee kenmerken. - Onafhankelijke overerving: als twee genenparen in verschillende chromosomenparen liggen. - Gekoppelde overerving: als de twee genenparen in hetzelfde chromosomenpaar liggen. - Polyhybride kruising: kruising waarbij gelet wordt op de overerving van meerdere kenmerken. Havo 4, H4, DNA - Enzymen zijn eiwitten. - Een eiwitmolecuul bestaat uit een groot aantal aan elkaar gekoppelde aminozuren. In je lichaam komen 20 verschillende aminozuren voor. De werking en eigenschappen van het eiwit worden bepaald door het aantal aminozuren waaruit een eiwitmolecuul bestaat, en de volgorde waarin de aminozuren voorkomen. - Een nucleotide bestaat uit een fosfaatgroep, desoxyribose en een stikstofbase. Kijk binas voor plaatje. In een DNA-molecuul komen 4 verschillende stikstofbasen voor: adenine, thymine, cytosine en guanine. Deze voren vasten paren in het DNA. Adenine is steeds met thymine en cytosine steeds met guanine. - Nieuwe cellen ontstaan door mitose en celdeling. Bij mitose deelt een celkern zich in tweeën waarna er twee cellen ontstaan. - De periode tussen twee mitosen wordt interfase genoemd. Mitose en de interfase vormen samen de celcyclus (binas). - DNA-replicatie: het proces voordat een mitose begint, waar elk chromosoom gekopieerd wordt. In het DNA worden de verbindingen tussen de basenparen verbroken. In het kernplasma komen vrije nucleotiden voor die zich verbinden aan de vrijkomende basen in het DNA molecuul. Steeds verbinden de adenine en thymine zich en cytosine en guanine. Er ontstaan zo 2 nieuwe nucleotideketens gevormd. - Na DNA-replicatie bestaat een chromosoom uit 2 identieke delen, de chromatiden. De plaats waar de chromatiden aan elkaar vastzitten heet centromeer. - Mitose wordt schematisch weergegeven als: 2n 2n + 2n - Ongeslachtelijke voortplanting: een deel van een individu groeit uit tot een nieuw individu. Dit kan op verschillende manieren, eencellige planten en dieren planten zich voort door celdeling. Bij aardappelplanten vindt dit plaats door knollen. Een aardbeiplant vormt uitlopers waaraan jonge planten ontstaan. - Natuurlijke manieren: alle manieren die hierboven genoemd zijn. Ongeslachtelijke voortplanting kan ook op kunstmatige wijze plaatsvinden. Bijvoorbeeld stekken, je snijd een stuk van een stengel of blad af, en op het snijvlak ontwikkelen zich wortels. Het kan ook door middel van enten. Hier worden takken vastgezet op een afgeknipte onderstam. Aan de boom die hieruit ontstaat, ontstaan dezelfde vruchten als aan de boom waarvan de enttakken afkomstig zijn. - Ongeslachtelijke voortplanting vindt plaats door mitose en celdeling. Een groep die door ongeslachtelijke voortplanting uit een individu is ontstaan heet een kloon. Pagina 7 van 12

8 - Weefselkweek: hier wordt uit een gezonde, goed groeiende plant een stukje deelvaardig weefsel gesneden. Na een aantal weken kweken ontstaat hier uit het callus. De plantjes die groeien uit het callus worden embryoïden genoemd. - Bij de mens vindt geslachtelijke voortplanting plaats. Hier smelten twee kernen van geslachtscellen samen. - Bij de vorming van geslachtscellen vindt meiose plaats, een deling waarbij de chromosomen van een paar uit elkaar gaan. Meiose bestaat uit twee opeenvolgende delingen. Bij meiose 1 ontstaan uit een diploïde cel twee haploïde cellen. (ook wel reductiedeling genoemd). Bij meiose 2 ontstaan uit de twee haploïde cellen, vier haploïde cellen. - Diploïde cel: cel met 2n chromosomen. - Haploïde cel: cel met n chromosomen. - Als bij een man in de teelbal een zaadcelmoeder meiose ondergaat, ontwikkelt elk van de vier haploïde cellen zich tot een zaadcel. Als bij een vrouw een eicelmoedercel meiose 1 ondergaat, ontstaan er dochtercellen die ongelijk zijn van grootte. Beide cellen ondergaan meiose 2 en weer zijn ze ongelijk van grote. Al het cytoplasma komt in een cel terecht en die ontwikkelt zich tot eicel. De andere 3 worden poollichaampjes genoemd en die gaan dood. - Recombinatie: het ontstaan van nieuwe combinaties van genen. Door recombinatie ontstaat een grote verscheidenheid in genotypen binnen een soort. - Kijk in het boek voor een tekening van een bloem met alle benamingen erbij. - Bestuiving: als door insecten of door de wind stuifmeelkorrels van de meeldraden overgebracht worden naar stempels van stampers van dezelfde plantensoort. Na de bestuiving groeit er een stuifmeelbuis door de stijl naar een zaadbeginsel. Bij de bevruchting versmelt de kern van de stuifmeelkorrel met de kern van de eicel. Uit de zygote kan een nieuwe plant ontstaan. - Zelfbestuiving: stuifmeel komt terecht op een stempel van dezelfde plant. - Kruisbestuiving: stuifmeel komt terecht op een stempel van een andere plant. - Veredeling: er wordt alleen verder gekruist met de nakomelingen met de meest gunstige eigenschappen. Op deze manier kan een nakomeling ontstaan met een combinatie van gunstige eigenschappen. - Zuivere lijn: dit is een groep planten die door geslachtelijke voortplanting is ontstaan en die homozygoot is voor een of meer eigenschappen. Men neemt hier bij een ouder die homozygoot is voor de gewenste eigenschap(pen). En hier kweken ze dan mee verder. - Veredelen kan ook ongewenste effecten mee brengen. Als je een soort hebt die perfect is, gebruiken de boeren alleen nog maar die soort (maïs bijvoorbeeld). Iedereen op de wereld gebruikt na een tijdje die soort aangezien deze het beste is. Als er nou een ongewenste ziekteverwekker optreed op het maïs veld, is de plant er misschien niet bestand tegen deze ziekte verwekkers, terwijl ze dat eerst wel waren maar die soort is dus uitgestorven. - Mutatie: een beschadiging in het DNA-molecuul die niet hersteld kan worden onder invloed van enzymen. Deze beschadiging is dus blijvend en is de volgorde van de stikstofbasen in het DNA blijvend gewijzigd. - RNA-molecuul: een RNA-molecuul bestaat uit een enkelvoudige keten van nucleotiden. Een RNAmolecuul wordt in de celkern gevormd, langs delen van een DNA-molecuul vraag karlien - Genetische code: Een mrna molecuul bevat informatie in gecodeerde vorm over de synthese van een eiwit, dit is de genetische code. Pagina 8 van 12

9 - De meeste mutaties zijn recessief. En komen hierdoor ook niet tot uiting in het fenotype. - Mutant: een individu bij wie een mutatie wel tot uiting is gekomen in het fenotype. Het fenotype waarbij geen enkelen mutatie waarneembaar is, wordt wildtype genoemd. - Een voorbeeld van een gunstige mutatie: het minder gevoelig worden van een bacterie voor een bepaald bestrijdingsmiddel. - Mutaties kunnen ook spontaan plaats vinden. Onder natuurlijke omstandigheden komen mutaties niet vaak voor, maar door blootstelling aan bv. Radioactieve straling, röntgenstraling of UV-straling kunnen virussen of mutaties vaker voor komen. Deze invloeden worden mutageen genoemd. Alle stoffen die mutageen zijn, zijn in principe ook carcinogeen (kankerverwekkend). - Goedaardige tumor: als tumoren langzaam groeien omdat omringende celen remmende stoffen invloed hebben op de delingssnelheid. Hierbij verandert er meestal niets in de bouw van het weefsel. Het wordt ook wel een vetknobbel genoemd. - Kwaadaardige tumor: bij kanker ontstaat er een kwaadaardige tumor. Meestal is kanker het gevolg van mutaties in geven van een cel. De mutaties hebben tot gevolg dat de cel ongevoelig is geworden voor stoffen die de celdeling remmen. De ontstane cellen hebben een afwijkende vorm en kunnen niet goed functioneren, de bouw van de weefsels worden hierbij ook verstoord. - Primaire tumor: de primaire tumor alleen is meestal niet dodelijk. Deze kan nog operatief verwijderd worden. De cellen kunnen ook door bestraling gedood worden. - Secundaire tumoren: als de primaire tumor is uitgezaaid. Andere cellen in andere delen van het lichaam zijn nou ook besmet, genezing is in dit stadium heel moeilijk. - Syndroom van down: tijdens de zwangerschap kan dit worden vast gesteld, door middel van vruchtwaterpunctie worden chromosomen uit het lichaam gehaald, en zo kunnen ze zien door middel van een Karyogram te maken of alles goed is. Iemand die het syndroom van down heeft trisomie 21. Het afwijkende chromosomenaantal veroorzaakt een typisch uiterlijk. - Non-disjunctie: als er tijdens Meiose 1 de chromosomen van een chromosomenpaar bij elkaar blijven. Bij meiose 2 kan er van Non-disjunctie gesproken worden als beide chromatiden van een chromosoom niet uit elkaar gaan. - Biotechnologie: dit is de tak van biologie waarbij organismen worden gebruikt om producten te vervaardigen voor de mens. - Recombinant-DNA-techniek: er wordt een stukje erfelijk materiaal uit cellen van het ene individu weg gehaald, en vervolgens wordt het ingebracht in cellen van een ander individu. De verandering die men op deze manier bij een individu aanbrengt wordt genetische modificatie genoemd. Een genetisch gemodificeerd individu wordt transgeen genoemd. - Celfusietechniek: men laat twee typen cellen versmelten tot een cel. Verrijkingsstof 1, Crossing-over - Recombinatie: dit treedt op bij geslachtelijke voortplanting. Bij elke bevruchting ontstaat een nieuwe combinatie van genen, en daarom is er een grote verscheidenheid in genotypen. - Crossing-over: aan het begin van meiose 1 komen de chromosomen van een chromosomenpaar bij elkaar te liggen. Wanneer de chromosomen zich spiraliseren kunnen de chromatiden van de beide chromosomen van een paar in elkaar verstrengeld raken. Er kunnen dan breuken optreden in de DNAmoleculen van de chromatiden. Meestal hersteld de breuk, maar soms treedt Crossing-over op. Hierbij hecht een afgebroken chromosoomdeel zich aan het andere chromosoom van het chromosomenpaar. Pagina 9 van 12

10 Hierdoor ontstaan geslachtscellen met nieuwe combinatie van genen. Verrijkingsstof 2, oorzaken en behandeling van kanker - Oorzaken van kanker kunnen zijn: Roken (veroorzaakt longkanker), voedingsgewoonten (als het voedsel zwart is geworden, kan het kanker verwekkende stoffen bevatten) en zonnestraling (de UV-straling kan huidkanker veroorzaken). Havo 4, H5: ordening en evolutie - De organismen kun je in 4 rijken onderverdelen, bacteriën, schimmels, planten en dieren. Hierbij wordt er op verschillende kenmerken gelet. Deze worden indelingscriteria genoemd. - Eerste indelingscriterium: het aantal cellen waaruit organismen bestaan. Tweede kenmerk: de celgrootte. Derde indelingscriterium: het bezit van organellen. (organel is een deel van een cel met een eigen functie) en het 4e criterium is of ze in het bezit zijn van celwanden. En als laatste wordt ook de voedingswijze als indelingscriterium gebruikt. - Organische stoffen: deze zijn afkomstig van organismen of van producten van organismen. Koolhydraten, eiwitten en vetten zijn voorbeelden van organische stoffen. Moleculen van organische stoffen bevatten altijd een of meer koolstofatomen (C). - Anorganische stoffen: deze komen zowel in organismen als in de levenloze natuur voor. Deze stoffen zijn opgebouwd uit kleine, eenvoudig gebouwde moleculen. IJzer koolstofmono-oxide, koolstofdioxide water en zuurstof zijn voorbeelden. - Op grond van de voedingswijze zijn organismen in te delen in autotrofe en heterotrofe organismen. Autotroof: zelfvoedend. Autotrofe organismen nemen uit hun omgeving alleen anorganische stoffen op. Hieruit maken ze organische stoffen, waaruit ze bestaan. Organismen met bladgroen zijn autotroof. (vb. is planten en sommige soorten bacteriën). Heterotroof: ze hebben een ander nodig voor voedsel. Heterotrofe organismen zijn niet in staat om organische stoffen te maken uit alleen anorganische stoffen als grondstoffen. Ze moeten organische stoffen van andere organismen als voedsel opnemen. Uit deze organische stoffen maken ze hun eigen organische stoffen. Hierbij zijn ook anorganische stoffen nodig. (vb. meeste soorten bacteriën, schimmels en dieren). - Je kunt alles indelen in afdelingen. Afdelingen zijn verder onder te verdelen in klassen, klassen in orden, orden in families, families in geslachten en geslachten in soorten. Voorbeeld: Afdeling (gewervelden), klasse (zoogdieren, vogels, reptielen enz.), orde van zoogdieren (roofdieren, knaagdieren, vleermuizen, enz.), familie van roofdieren (katachtigen, hondachtigen, marterachtigen, enz.), geslacht van katachtigen (panters, katten, jachtluipaarden, enz.), soort van panters (panter, tijger, leeuw, enz.) kijk blz Virussen vallen buiten de ordening van organismen in 4 rijken. Ze zijn erg klein, een stuk kleiner als bacteriën. - HIV wordt ook veroorzaakt door een virus, deze neemt de witte bloedcellen als gastheercellen, en zo sterven deze dus. - Organismen die veel op elkaar lijken, hoeven niet tot dezelfde soort te behoren. Een sint-bernardshond en een dwergpoedel lijken niet op elkaar. Het zijn 2 verschillende rassen van een soort. Organismen behoren tot een soort als ze in staat zijn zich onderling voort te planten. - Populatie: een soort bestaat uit een of meer populaties, dat is een groep individuen van dezelfde soort in een bepaald gebied die samen een voortplantingsgemeenschap vormen. - Bij de wetenschappelijke naamgeving van dieren, staat de geslachtsnaam voorop, en daarachter staat Pagina 10 van 12

11 dan de soort aanduiding. Soms staat ook nog de naam van de persoon die de naam gegeven heeft erachter. Bijvoorbeeld voor een madeliefje: Bellis perennis L. Bellis is de geslachtsnaam, perennis is de soortnaam en L. staat voor Linnaeus die het madeliefje deze wetenschappelijke naam gegeven heeft. - Cyanobacteriën vormen een aparte groep binnen het rijk van de bacteriën. Deze bacteriën bevatten chlorofyl en blauwe pigmenten, en komen in allerlei milieus voor. - Gisten zijn eencellige schimmels. Schimmels kunnen eencellig of veelcellig zijn. Veelcellige schimmels bestaan meestal uit lange draden, schimmeldraden. - Planten worden ingedeeld in 5 afdelingen. Kijk afbeelding 21! - Het dieren rijk wordt ook ingedeeld in afdelingen. Kijk afbeelding 28! - 2 belangrijke indelingscriteria voor het dierenrijk zijn symmetrie en het skelet. Veel dieren zijn tweezijdig symmetrisch, hun lichaam is slechts een manier in twee ongeveer gelijke helften te verdelen. Holtedieren zijn straalsgewijs symmetrisch, deze dieren zijn op veel manieren in twee ongeveer gelijke helften te verdelen. Dieren die op geen een manier in twee ongeveer gelijke helften te delen is noemen we asymmetrisch. (pantoffeldiertje). Het skelet kan uitwendig zijn, inwendig zijn of het organisme kan gewoon helemaal geen skelet hebben. - Evolutie: de ontwikkeling die in de loop van miljarden jaren dat er uit eenvoudig gebouwde organismen steeds ingewikkelder gebouwde organismen zijn ontstaan. - Het neodarwinisme is een evolutietheorie door Charles Darwin, deze evolutietheorie gaat uit van verscheidenheid in genotypen, natuurlijke selectie en soortvorming door isolatie. - Fossielen: dit zijn versteende overblijfselen van organismen of afdrukken van organismen in gesteenten. De wetenschap die zich bezighoudt met het verzamelen en bestuderen van fossielen heet de paleontologie. - Homologe organen: organen die overeenkomst in de bouw vertonen en een gelijke embryonale ontstaanswijze hebben. Voorbeelden: de vleugel van een vleermuis, de voorvin van een walvis, de voorpoot van een mol en de arm van een mens. - Analoge organen: deze organen hebben overeenkomst in functie maar die berust niet op verwantschap. Deze organen zijn niet ontstaan uit dezelfde grondvorm. Voorbeeld: de vleugel van een vleermuis en de vleugel van een bij. - Rudimentaire organen: dit zijn organen die in de loop van de jaren hun functie zijn verloren. Bijvoorbeeld de poten van een slang of een walvis. - Het schema van tijdperken verdeeld in perioden Kijk afbeelding 48 - Endosymbiosetheorie: vrij levende bacteriën zouden als organellen in andere cellen zijn gaan leven. Ontstaan aarde, 4,6 miljard jaar geleden. Ontstaan leven, 3,8 miljard jaar geleden (de eerste eenvoudige vormen van leven, in t water) 2,3 miljard jaar geleden: ontstaan overeenkomstige organismen van bacteriën 1,5 miljard jaar geleden: eerste cellen met organellen Eind Precambrium: veelcellige organismen als zeewieren, sponzen. 400 miljoen jaar geleden: ontstaan landplanten en vissen, vlak daarna ook landdieren. 350 miljoen jaar geleden: amfibieën, eerste planten met vaatbundels Carboon: eerste reptielen, wouden, insecten. 250 miljoen jaar geleden: naaktzadige zaadplanten 200 miljoen jaar geleden: bedektzadige zaadplanten. Pagina 11 van 12

12 Mesozoïcum en Jura: bloeitijd reptielen, sauriërs, en ook de eerste zoogdieren en vogels. 65 miljoen jaar geleden: uitsterving sauriërs (oorzaak: inslag groot rotsblok, temperatuur daling door stofwolk) 1 miljoen jaar geleden: eerste primitieve mensen jaar geleden: huidige mensenrassen. Verrijkingsstof 1, determineren - Determineren: je kunt organismen die je niet kent ook indelen in een rijk, afdeling, klasse, orde, familie, geslacht of soort, door op de kenmerken te letten. Dat is determineren. Verrijkingsstof 2, de evolutie van de mens - Sommige mensen denken dat wij mensen afstammen van de mensaap (chimpansee) dat is niet waar, we hebben waarschijnlijk dezelfde voorouder gehad. Een kleine halfaap die in de boom woonde zo groot als een muis. Pagina 12 van 12

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 1

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 1 Samenvatting door een scholier 1499 woorden 22 december 2004 6,4 120 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Samenvatting Biologie Hoofdstuk 1 Organismen zijn: planten, dieren en mensen

Nadere informatie

Door recombinatie ontstaat een grote vescheidenheid in genotypen binnen een soort. (genetische

Door recombinatie ontstaat een grote vescheidenheid in genotypen binnen een soort. (genetische Chromosomen bestaan voor een groot deel uit DNA DNA bevat de erfelijke informatie van een organisme. Een gen(ook wel erffactor) is een stukje DNA dat de informatie bevat voor een erfelijke eigenschap(bvb

Nadere informatie

Mitose is een ander woord voor gewone celdeling. Door gewone celdeling blijft het aantal chromosomen in lichaamscellen gelijk (46 chromosomen).

Mitose is een ander woord voor gewone celdeling. Door gewone celdeling blijft het aantal chromosomen in lichaamscellen gelijk (46 chromosomen). Samenvatting door M. 1493 woorden 28 februari 2014 5 5 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Genotype en fenotype Veel eigenschappen zijne erfelijk. Je hebt deze eigenschappen geërfd van

Nadere informatie

Begrippenlijst Biologie DNA

Begrippenlijst Biologie DNA Begrippenlijst Biologie DNA Begrippenlijst door een scholier 1969 woorden 27 juni 2007 7,8 51 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Begrippen Allel: Elk van de genen van een genenpaar

Nadere informatie

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 3 + 4

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 3 + 4 Samenvatting Biologie Hoofdstuk 3 + 4 Samenvatting door een scholier 1472 woorden 23 oktober 2007 6,5 24 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Hoofdstuk 3 - Genetica Homologe chromosomen

Nadere informatie

6,4. Samenvatting door E woorden 6 december keer beoordeeld. Biologie voor jou

6,4. Samenvatting door E woorden 6 december keer beoordeeld. Biologie voor jou Samenvatting door E. 1393 woorden 6 december 2016 6,4 18 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Thema 4: Erfelijkheid 5-HTTPLR gen heeft invloed op de hoeveelheid geluk die je ervaart.

Nadere informatie

Thema: Inleiding in de biologie & Cellen

Thema: Inleiding in de biologie & Cellen Thema: Inleiding in de biologie & Cellen HENRY N. HASSENKHAN SCHOLENGEMEENSCHAP LELYDORP [HHS-SGL] ARTHUR A. HOOGENDOORN ATHENEUM - VRIJE ATHENEUM - AAHA Docent: A. Sewsahai VWO DOELSTELLINGEN (1) 4V:

Nadere informatie

Samenvatting Erfelijkheid Vmbo 3a Biologie voor Jou. Erfelijke informatie ligt in de celkern in de chromosomen. Chromosomen bestaan weer uit DNA.

Samenvatting Erfelijkheid Vmbo 3a Biologie voor Jou. Erfelijke informatie ligt in de celkern in de chromosomen. Chromosomen bestaan weer uit DNA. Samenvatting Erfelijkheid Vmbo 3a Biologie voor Jou 4.1 Fenotype Genotype = waarneembare eigenschappen van een individu = de erfelijke informatie in het DNA Genotype + milieufactoren = fenotype Erfelijke

Nadere informatie

Samenvatting Biologie Thema 1 t/m 4

Samenvatting Biologie Thema 1 t/m 4 Samenvatting Biologie Thema 1 t/m 4 Samenvatting door een scholier 1945 woorden 3 januari 2002 6,6 234 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Samenvatting SE biologie thema 1 tot en met

Nadere informatie

Samenvatting door F woorden 3 juni keer beoordeeld. Biologie voor jou

Samenvatting door F woorden 3 juni keer beoordeeld. Biologie voor jou Samenvatting door F. 1187 woorden 3 juni 2012 7 18 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Basisstof 1: Ordening in vier rijken Rijken(indelingscriteria): - Bacteriën - Schimmels - Planten

Nadere informatie

5,8. Hoofdstuk 1. Samenvatting door een scholier 2273 woorden 3 oktober keer beoordeeld. Biologie voor jou

5,8. Hoofdstuk 1. Samenvatting door een scholier 2273 woorden 3 oktober keer beoordeeld. Biologie voor jou Samenvatting door een scholier 2273 woorden 3 oktober 2011 5,8 9 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Hoofdstuk 1 Basisstof 1 Wat is biologie? Organismen: levende wezens (planten, dieren,

Nadere informatie

8,6. Samenvatting door Jasmijn 2032 woorden 9 januari keer beoordeeld. Biologie voor jou. Biologie samenvatting hoofdstuk 4 Genetica

8,6. Samenvatting door Jasmijn 2032 woorden 9 januari keer beoordeeld. Biologie voor jou. Biologie samenvatting hoofdstuk 4 Genetica Samenvatting door Jasmijn 2032 woorden 9 januari 2018 8,6 5 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Biologie samenvatting hoofdstuk 4 Genetica 2 Fenotype, genotype en epigenetica Erfelijke

Nadere informatie

Samenvattingen. Samenvatting Thema 4: Erfelijkheid. Basisstof 1. Basisstof 2. Erfelijke eigenschappen:

Samenvattingen. Samenvatting Thema 4: Erfelijkheid. Basisstof 1. Basisstof 2. Erfelijke eigenschappen: Samenvatting Thema 4: Erfelijkheid Basisstof 1 Erfelijke eigenschappen: - Genotype: o genen liggen op de chromosomen in kernen van alle cellen o wordt bepaald op moment van de bevruchting - Fenotype: o

Nadere informatie

Antwoorden door een scholier 1825 woorden 28 februari keer beoordeeld

Antwoorden door een scholier 1825 woorden 28 februari keer beoordeeld Antwoorden door een scholier 1825 woorden 28 februari 2005 6 511 keer beoordeeld Vak Biologie Biologie Thema 5 Opdracht 1 1. Het uiterlijk is een fenotype van een organisme. 2. Alle erfelijke informatie

Nadere informatie

6,1. Samenvatting door een scholier 1949 woorden 7 februari keer beoordeeld. Biologie voor jou

6,1. Samenvatting door een scholier 1949 woorden 7 februari keer beoordeeld. Biologie voor jou Samenvatting door een scholier 1949 woorden 7 februari 2011 6,1 46 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Basisstof 1: chromosomen Chromosomen: komen voor in een celkern bevindt zich de

Nadere informatie

6,7. Samenvatting door een scholier 1509 woorden 31 maart keer beoordeeld. Biologie voor jou. Hoofdstuk 1

6,7. Samenvatting door een scholier 1509 woorden 31 maart keer beoordeeld. Biologie voor jou. Hoofdstuk 1 Samenvatting door een scholier 1509 woorden 31 maart 2003 6,7 42 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Hoofdstuk 1 Orgaan= een deel van een organisme met een of meerdere functies, een

Nadere informatie

Examen Voorbereiding Cellen

Examen Voorbereiding Cellen Examen Voorbereiding Cellen Teylingen College Leeuwenhorst 2015/2016 Thema 2 Cellen Begrippenlijst: Begrip Organellen Plastiden Stamcellen Embryonale stamcellen Adulte stamcellen Endoplasmatisch reticulum

Nadere informatie

Samenvatting Biologie Thema 5 Erfelijkheid en Evolutie

Samenvatting Biologie Thema 5 Erfelijkheid en Evolutie Samenvatting Biologie Erfelijkheid en Evolutie Samenvatting door een scholier 1888 woorden 16 juni 2016 6,5 5 keer beoordeeld Vak Biologie Basisstof 1 De zichtbare eigenschappen (het uiterlijk) van een

Nadere informatie

Bij ongeslachtelijke voortplanting groeit een deel van een individu uit tot een nieuw individu. Dit kan op verschillende manieren :

Bij ongeslachtelijke voortplanting groeit een deel van een individu uit tot een nieuw individu. Dit kan op verschillende manieren : Samenvatting door een scholier 1923 woorden 10 maart 2002 7,6 81 keer beoordeeld Vak Biologie Basisstof 1: Eiwitmolecuul bestaan uit een groot aantal aan elkaar gekoppelde aminozuren. In het lichaam zijn

Nadere informatie

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 1

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 1 Samenvatting Biologie Hoofdstuk 1 Samenvatting door een scholier 1701 woorden 2 oktober 2007 4,7 22 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Hoofdstuk 1 Basisstof 1: wat is biologie??: Organismen

Nadere informatie

Samenvatting Biologie Thema 3: Voortplanting en ontwikkeling

Samenvatting Biologie Thema 3: Voortplanting en ontwikkeling Samenvatting Biologie Thema 3: Voortplanting en ontwikkeling Samenvatting door een scholier 1708 woorden 10 mei 2012 4,9 14 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou 1. Voorplanting en bevruchting

Nadere informatie

6.9. Boekverslag door S woorden 24 maart keer beoordeeld. Thema 4 DNA

6.9. Boekverslag door S woorden 24 maart keer beoordeeld. Thema 4 DNA Boekverslag door S. 2580 woorden 24 maart 2003 6.9 55 keer beoordeeld Vak Biologie Thema 4 DNA Basisstof 1: chromosomen bevindt zich de informatie voor de erfelijke eigenschappen. Via enzymen kunnen erfelijke

Nadere informatie

Het genotype van een individu staat in de chromosomen. Daar staat namelijk de erfelijke informatie in van alle eigenschappen die erfelijk zijn.

Het genotype van een individu staat in de chromosomen. Daar staat namelijk de erfelijke informatie in van alle eigenschappen die erfelijk zijn. Opdracht door een scholier 1105 woorden 13 november 2004 5,9 55 keer beoordeeld Vak Biologie Basis erfelijkheidsleer Ik kan de bouw en functie van chromosomen beschrijven. In de kern van een cel komen

Nadere informatie

Samenvatting Biologie Thema 3 en 4

Samenvatting Biologie Thema 3 en 4 Samenvatting Biologie Thema 3 en 4 Samenvatting door een scholier 2927 woorden 4 april 2011 7,2 48 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Biologie: Samenvatting hoofdstuk 3 Samenvatting

Nadere informatie

Zijn er bij deze onderwerpen deficiënties, dan kun je via de volgende sites je kennis vergroten: - -

Zijn er bij deze onderwerpen deficiënties, dan kun je via de volgende sites je kennis vergroten: -  - VOORKENNIS BIOLOGIE Inhoud Organen en Cellen... 2 Voortplanting... 3 Erfelijkheid... 3 Planten... 4 Verbranding en ademhaling... 5 Voeding en vertering... 5 De cursus biologie, die je voorbereidt op het

Nadere informatie

Voorbeelden organel: celkern, vacuole, mitochondriën en endoplasmatisch rediculum.

Voorbeelden organel: celkern, vacuole, mitochondriën en endoplasmatisch rediculum. Samenvatting door S. 1531 woorden 1 mei 2015 6.3 25 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Paragraaf 1. De levende natuur wordt ingedeeld in 3 domeinen: Bacteriën Archea Eukaryoten Bacteriën

Nadere informatie

Antwoorden Biologie Thema 4

Antwoorden Biologie Thema 4 Antwoorden Biologie Thema 4 Antwoorden door een scholier 2182 woorden 18 januari 2005 7 433 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Opdracht 1 1 In de chromosomen zit de informatie voor

Nadere informatie

4.5. Boekverslag door N woorden 11 april keer beoordeeld. Biologie voor jou BS1

4.5. Boekverslag door N woorden 11 april keer beoordeeld. Biologie voor jou BS1 Boekverslag door N. 1802 woorden 11 april 2013 4.5 6 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou BS1 Pigment wordt veroorzaakt door enzymen, oftewel: eiwitten, bestaande uit een groot aantal

Nadere informatie

van een muskiet weer? Leg je antwoord uit.

van een muskiet weer? Leg je antwoord uit. 30 3 VMBO KGT A BEANTWOORD DE VOLGENDE VRAGEN. Afbeelding 1 Bij een muskiet is het aantal chromosomen in een lichaamscel 6. In afbeelding 1 geven beide tekeningen schematisch een delende cel van een muskiet

Nadere informatie

Samenvatting biologie thema 2

Samenvatting biologie thema 2 Samenvatting biologie thema 2 Doelstelling 1 Je moet in een context een cel kunnen beschrijven als zelfstandig functionerende biologische eenheid. - Zelforganisatie is zichtbaar in de structuur van cellen

Nadere informatie

Tussen de trofoblast en de kiemschijf wordt de navelstreng gevormd.

Tussen de trofoblast en de kiemschijf wordt de navelstreng gevormd. Biologie SE4 Hoofdstuk 6 Paragraaf 1 Tijdens de ovulatie komt een eicel vrij uit een van de beide ovaria. Deze eicel komt terecht in een eileider. Een van de zaadcellen die de tocht van de vagina naar

Nadere informatie

Een modificatie is een verandering in je fenotype, je geeft dit echter niet door aan volgende generaties het is dus geen genotype.

Een modificatie is een verandering in je fenotype, je geeft dit echter niet door aan volgende generaties het is dus geen genotype. Samenvatting door A. 2698 woorden 16 mei 2013 7,8 1 keer beoordeeld Vak Biologie Samenvatting 3.1 De chromosomen bevatten de informatie voor de erfelijke eigenschappen, dit is vastgelegd in het DNA. De

Nadere informatie

Praktische opdracht Biologie Cellen

Praktische opdracht Biologie Cellen Praktische opdracht Biologie Cellen Praktische-opdracht door een scholier 1674 woorden 12 juni 2004 5,9 513 keer beoordeeld Vak Biologie Cellen Elk organisme op aarde is opgebouwd uit één of meer cellen.

Nadere informatie

Geslachtelijke voortplanting: de kernen van twee geslachtscellen (eicel en zaadcel) versmelten. Dat het bevruchting. Ze vormen samen een nieuwe cel.

Geslachtelijke voortplanting: de kernen van twee geslachtscellen (eicel en zaadcel) versmelten. Dat het bevruchting. Ze vormen samen een nieuwe cel. Samenvatting Voortplanting en ontwikkeling Geslachtelijke voortplanting: de kernen van twee geslachtscellen (eicel en zaadcel) versmelten. Dat het bevruchting. Ze vormen samen een nieuwe cel. Geslachtscellen

Nadere informatie

*Een Heterotroof wil zeggen dat ze Organische stoffen nodig hebben om te kunnen leven. Deze nemen ze op uit de omgeving.

*Een Heterotroof wil zeggen dat ze Organische stoffen nodig hebben om te kunnen leven. Deze nemen ze op uit de omgeving. Samenvatting door een scholier 1724 woorden 26 maart 2012 6,4 51 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Biologie Thema 5 Ordening en Evolutie. Basisstof 1 Ordening in vier rijken: Een halve

Nadere informatie

Biologie (jaartal onbekend)

Biologie (jaartal onbekend) Biologie (jaartal onbekend) 1) Bijgevoegde fotografische afbeelding geeft de elektronenmicroscopische opname van een organel (P) van een cel. Wat is de belangrijkste functie van dit organel? A. Het transporteren

Nadere informatie

Samenvatting door een scholier 2016 woorden 11 oktober keer beoordeeld

Samenvatting door een scholier 2016 woorden 11 oktober keer beoordeeld Samenvatting door een scholier 2016 woorden 11 oktober 2010 7 1 keer beoordeeld Vak Biologie Hoofdstuk 1 wat is biologie? Organisme- levende wezens Alle organisme vertonen levensverschijnselen Dingen in

Nadere informatie

Doelstelling 1: Je moet de organismen kunnen indelen in 4 rijken en van elk rijk de kenmerken kunnen noemen.

Doelstelling 1: Je moet de organismen kunnen indelen in 4 rijken en van elk rijk de kenmerken kunnen noemen. Boekverslag door Een scholier 1128 woorden 15 januari 2005 5.1 80 keer beoordeeld Vak Biologie Biologie boek A Thema 5 Ordening en revolutie Doelstelling 1: Je moet de organismen kunnen indelen in 4 rijken

Nadere informatie

Samenvatting Biologie Thema 2

Samenvatting Biologie Thema 2 Samenvatting Biologie Thema 2 Samenvatting door een scholier 1384 woorden 17 maart 2014 6,3 9 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Er zijn verschillende indelingscriteria deze hebben

Nadere informatie

Verslag Biologie Biologie dossier

Verslag Biologie Biologie dossier Verslag Biologie Biologie dossier Verslag door Z. 1608 woorden 16 juni 2015 6,2 8 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Nectar Om dit verslag volledig te kunnen begrijpen, heb je de afbeeldingen uit het

Nadere informatie

ERFELIJKHEID. 1 N i e t a l l e m a a l h e t z e l f d e Afbeelding 17-2

ERFELIJKHEID. 1 N i e t a l l e m a a l h e t z e l f d e Afbeelding 17-2 ERFELIJKHEID 1 N i e t a l l e m a a l h e t z e l f d e Afbeelding 17-2 Afbeelding 17-1 Mensen uit elkaar houden vind je vast makkelijker. Toch hebben ook mensen veel meer overeenkomsten dan verschillen.

Nadere informatie

Samenvatting Biologie Voortplanting

Samenvatting Biologie Voortplanting Samenvatting Biologie Voortplanting Samenvatting door een scholier 1797 woorden 13 december 2005 7 9 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Teelballen: produceren zaadcellen en testosteron

Nadere informatie

6,5. Samenvatting door een scholier 1879 woorden 19 januari keer beoordeeld. Biologie voor jou

6,5. Samenvatting door een scholier 1879 woorden 19 januari keer beoordeeld. Biologie voor jou Samenvatting door een scholier 1879 woorden 19 januari 2011 6,5 47 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Biologie Samenvatting H1 B1 Organismen (levende wezens): Bacteriën, schimmels,

Nadere informatie

Samenvatting Biologie H1+2

Samenvatting Biologie H1+2 Samenvatting Biologie H1+2 Samenvatting door Marjolein 2356 woorden 20 december 2017 7,5 1 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Biologie samenvatting: https://www.scholieren.com/verslag/samenvatting-biologie-h12

Nadere informatie

8.1. Boekverslag door L woorden 15 december keer beoordeeld. Biologie voor jou. Biologie samenvatting biologie voor jou havo 4 thema 2

8.1. Boekverslag door L woorden 15 december keer beoordeeld. Biologie voor jou. Biologie samenvatting biologie voor jou havo 4 thema 2 Boekverslag door L. 2738 woorden 15 december 2014 8.1 43 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Biologie samenvatting biologie voor jou havo 4 thema 2 Samenvatting biologie h.2 2.1: weefselonderzoek

Nadere informatie

HAVO 5 Begrippenlijst Erfelijkheid allel Allelen zijn verschillende vormen van een gen. Zij liggen in homologe chromosomen op precies dezelfde

HAVO 5 Begrippenlijst Erfelijkheid allel Allelen zijn verschillende vormen van een gen. Zij liggen in homologe chromosomen op precies dezelfde HAVO 5 Begrippenlijst Erfelijkheid allel Allelen zijn verschillende vormen van een gen. Zij liggen in homologe chromosomen op precies dezelfde plaats. Allelen coderen voor dezelfde eigenschap bijvoorbeeld

Nadere informatie

Samenvatting Biologie Thema 1, 2 en 5

Samenvatting Biologie Thema 1, 2 en 5 Samenvatting Biologie Thema 1, 2 en 5 Samenvatting door een scholier 3428 woorden 31 januari 2008 7,3 14 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Thema 1: Organismen: levende wezens: - Planten

Nadere informatie

Samenvatting Biologie voor Jou VMBO 3 Thema 3 Voortplanting

Samenvatting Biologie voor Jou VMBO 3 Thema 3 Voortplanting Samenvatting Biologie voor Jou VMBO 3 Thema 3 Voortplanting 3.1 Bevruchting = kernen van twee geslachtscellen smelten samen Mitose = gewone celdeling beide dochtercellen evenveel chromosomen als moedercel

Nadere informatie

B2 Zelf cellen bekijken Preparaat om cellen door een microscoop te bekijken maak je eerst een preperaat

B2 Zelf cellen bekijken Preparaat om cellen door een microscoop te bekijken maak je eerst een preperaat Samenvatting door L. 1614 woorden 6 september 2016 10 1 keer beoordeeld Vak Biologie Biologie Thema 2 Cellen B1 Weefselonderzoek Kanker bij kanker is de celdeling van een cel ontregeld en ontstaat een

Nadere informatie

Oefen Repetitie thema Erfelijkheid

Oefen Repetitie thema Erfelijkheid Oefen Repetitie thema Erfelijkheid Als er geen punten bij een vraag staan, dan is die vraag 1 punt waard. Onderdeel A: waar of niet waar? 1. Een zichtbare eigenschap maakt deel uit van het fenotype van

Nadere informatie

Aantekeningen hoofdstuk 3 Voortplanting BBL

Aantekeningen hoofdstuk 3 Voortplanting BBL Aantekeningen hoofdstuk 3 Voortplanting BBL 3.1 Zwanger 1. Wanneer ben je vruchtbaar? Vruchtbaar zijn: de. van een jongen kunnen een.. van een meisje bevruchten. Jongens zodra ze. vormen. Meisjes zodra

Nadere informatie

Samenvatting Biologie Hoofdstuk.1 p.1 t/m 6

Samenvatting Biologie Hoofdstuk.1 p.1 t/m 6 Samenvatting Biologie Hoofdstuk.1 p.1 t/m 6 Samenvatting door een scholier 1894 woorden 6 november 2007 5,4 10 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Biologie hoofdstuk 1. Basisstof 1.

Nadere informatie

3.Mitose. 2.Mitose. Hoeveel chromatiden bevat een menselijke cel maximaal tijdens te mitose?

3.Mitose. 2.Mitose. Hoeveel chromatiden bevat een menselijke cel maximaal tijdens te mitose? In welke cellen vindt mitose plaats? Hoeveel chromatiden bevat een menselijke cel maximaal tijdens te mitose? Hoeveel centromeren bevat een menselijke cel maximaal tijdens de mitose? Een cel ondergaat

Nadere informatie

28 Testkruising testkruising = een kruising om te achterhalen of een organisme homozygoot of heterozygoot is. Voorbeeld van een testkruising om te bepalen of een organisme homozygoot of heterozygoot is

Nadere informatie

Primaire geslachtskenmerken

Primaire geslachtskenmerken Puberteit Primaire geslachtskenmerken -Secundaire geslachtskenmerken -Puberteit -Hormonen -Hypofyse -Groeispurt Wat is het?: Geslachtskenmerken die je vanaf je geboorte hebt. Voorbeelden: Vagina en Penis

Nadere informatie

Samenvatting Biologie Erfelijkheid

Samenvatting Biologie Erfelijkheid Samenvatting Biologie Erfelijkheid Samenvatting door een scholier 3283 woorden 20 november 2002 6,9 200 keer beoordeeld Vak Biologie.1 wanneer zijn eigenschappen erfelijk? - Zichtbare eigenschappen van

Nadere informatie

3 Rundveefokkerij Melkproductiecontrole Selectie Fokwaardeschatting Inseminatieplannnen 69 3.

3 Rundveefokkerij Melkproductiecontrole Selectie Fokwaardeschatting Inseminatieplannnen 69 3. Inhoud Voorwoord 5 Inleiding 6 1 Veiligheidsvoorschriften 9 1.1 Genen en hun vererving 9 1.2 Genotype en fenotype 14 1.3 Erfelijke gebreken 18 1.4 Genfrequenties 25 1.5 Afsluiting 27 2 Fokmethoden 28 2.1

Nadere informatie

7,1. Antwoorden door Een scholier 1903 woorden 23 mei keer beoordeeld. Biologie voor jou. Biologie Samenvatting Thema 4 Voortplanting

7,1. Antwoorden door Een scholier 1903 woorden 23 mei keer beoordeeld. Biologie voor jou. Biologie Samenvatting Thema 4 Voortplanting Antwoorden door Een scholier 1903 woorden 23 mei 2004 7,1 324 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Biologie Samenvatting Thema 4 Voortplanting Je moet primaire en secundaire geslachtskenmerken

Nadere informatie

De romp bestaat uit een borstholte en een buikholte, gescheiden door het middenrif.

De romp bestaat uit een borstholte en een buikholte, gescheiden door het middenrif. Samenvatting Thema 1: Organen en cellen Basisstof 1 Levenskenmerken (levensverschijnselen): - stofwisseling (ademhaling, voeding, uitscheiding) - groei - voortplanting - reageren op prikkels - ontwikkeling

Nadere informatie

Juli blauw Biologie Vraag 1

Juli blauw Biologie Vraag 1 Biologie Vraag 1 Bij bijen komt parthenogenese voor. Dit is de ontwikkeling van een individu uit een onbevruchte eicel. Bij bijen ontstaan de darren (mannelijke bijen) parthenogenetisch. De koningin en

Nadere informatie

Juli geel Biologie Vraag 1

Juli geel Biologie Vraag 1 Biologie Vraag 1 Bij bijen komt parthenogenese voor. Dit is de ontwikkeling van een individu uit een onbevruchte eicel. Bij bijen ontstaan de darren (mannelijke bijen) parthenogenetisch. De koningin en

Nadere informatie

6,8. Samenvatting door B. 999 woorden 25 juni keer beoordeeld. Biologie voor jou. H3 Voortplanting

6,8. Samenvatting door B. 999 woorden 25 juni keer beoordeeld. Biologie voor jou. H3 Voortplanting Samenvatting door B. 999 woorden 25 juni 2016 6,8 2 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou H3 Voortplanting 1: Jongens en meisjes Primaire geslachtskenmerken: geslachtskenmerken die een

Nadere informatie

9, Samenvatting door een scholier 1855 woorden 27 november keer beoordeeld. Hoofdstuk 2 Biologie bedrijven

9, Samenvatting door een scholier 1855 woorden 27 november keer beoordeeld. Hoofdstuk 2 Biologie bedrijven Samenvatting door een scholier 1855 woorden 27 november 2009 9,5 2 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Nectar Hoofdstuk 2 Biologie bedrijven 2.1 Het doel van natuurwetenschappelijk werk is: iets te weten

Nadere informatie

7,1. Basisstof 1; Wat is biologie? Basisstof 2, Natuurwetenschappelijk onderzoek. Basisstof 3, Organen, cellen en weefsels.

7,1. Basisstof 1; Wat is biologie? Basisstof 2, Natuurwetenschappelijk onderzoek. Basisstof 3, Organen, cellen en weefsels. Samenvatting door een scholier 2620 woorden 3 november 2003 7,1 66 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Thema 1; Inleiding in de biologie. Basisstof 1; Wat is biologie? Biologie is het

Nadere informatie

Taxonomen (ca. 1850): Organismen vertonen kenmerken van zowel planten als dieren. Wetenschappers gingen dus op kenmerken letten.

Taxonomen (ca. 1850): Organismen vertonen kenmerken van zowel planten als dieren. Wetenschappers gingen dus op kenmerken letten. Ordening van organismen: vroeger: plantenrijk - dierenrijk Taxonomen (ca. 1850): Organismen vertonen kenmerken van zowel planten als dieren. Wetenschappers gingen dus op kenmerken letten. huidige indeling:

Nadere informatie

Paragraaf 6.1 Primaire en secundaire geslachtskenmerken

Paragraaf 6.1 Primaire en secundaire geslachtskenmerken H6 Voortplanting Vragen en antwoorden Paragraaf 6.1 Primaire en secundaire geslachtskenmerken 1. Wat zijn geslachtskenmerken? Kenmerken waaraan we kunnen zien of iemand een man of een vrouw is. 2. Wat

Nadere informatie

Voortplanting. Hoofdstuk 6

Voortplanting. Hoofdstuk 6 Voortplanting Hoofdstuk 6 Leerdoelen Je kunt de delen van een baarmoeder met embryo kunnen noemen met hun functies en kenmerken Je kunt beschrijven hoe de geboorte van een kind plaatsvindt Bevruchting

Nadere informatie

7,3. Samenvatting door een scholier 2182 woorden 15 december keer beoordeeld. Biologie voor jou

7,3. Samenvatting door een scholier 2182 woorden 15 december keer beoordeeld. Biologie voor jou Samenvatting door een scholier 2182 woorden 15 december 2002 7,3 188 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Biologie H2 voortplanting Basisstof 1 De Testes (teelballen) produceren elke

Nadere informatie

ERFELIJKE INFORMATIE IN DE CEL

ERFELIJKE INFORMATIE IN DE CEL DE CEL 1. INLEIDING... 3 2. ONDERDELEN VAN DE CEL...4 2.1. CYTOPLASMA... 4 2.2. CELMEMBRAAN... 4 2.2.1. Functies van het celmembraan...5 2.2.2. Bouw van het celmembraan (eenheidsmembraan)...5 2.2.3. Transportmogelijkheden

Nadere informatie

Basisstof 7 Genetische variatie

Basisstof 7 Genetische variatie Afbeelding 33. RNA-interferentie.1 RNA bevat 2 complementaire sequenties die aan elkaar plakken, zodat er een haarspeld structuur ontstaat (1 van afbeelding 33). Het enzym Dicer knipt het dubbele RNA in

Nadere informatie

Antwoorden Biologie Thema 4 en 5

Antwoorden Biologie Thema 4 en 5 Antwoorden Biologie Thema 4 en 5 Antwoorden door een scholier 1925 woorden 4 april 2004 6,5 94 keer beoordeeld Vak Biologie Thema 4: Voortplanting Basisstof 1: Opdracht 1: 1. Geslachtskenmerken die bij

Nadere informatie

zweet stinkt schaam haar ongesteld brede heupen borst groei schaamlippen groeien groeispurt

zweet stinkt schaam haar ongesteld brede heupen borst groei schaamlippen groeien groeispurt Samenvatting door L. 623 woorden 5 maart 2016 0 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou pubertijd Dit is wanneer je hypofyse gaat werken de hypofyse is een hormoonklier hypofyse is de belangrijkste

Nadere informatie

2 Voortplanten met organen Bouw en werking van geslachtsorganen Werking van geslachtshormonen Afsluiting 31

2 Voortplanten met organen Bouw en werking van geslachtsorganen Werking van geslachtshormonen Afsluiting 31 Inhoud Voorwoord 5 Inleiding 6 1 Voortplanten van genen 9 1.1 Genetica 9 1.2 Kruisingen 13 1.3 Crossing-over en mutatie 16 1.4 Erfelijkheid en praktijk 17 1.5 Inteelt en inteeltdepressie 21 1.6 Afsluiting

Nadere informatie

Begrippenlijst Biologie Thema 4 DNA, paragraaf 1 t/m 9

Begrippenlijst Biologie Thema 4 DNA, paragraaf 1 t/m 9 Begrippenlijst Biologie Thema 4 DNA, paragraaf 1 t/m 9 Begrippenlijst door een scholier 2843 woorden 2 april 2007 7,2 74 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Biologie thema 4, DNA, samenvatting

Nadere informatie

Welke van de bovenstaande celorganellen of levensprocessen kunnen zowel in prokaryote, als in eukaryote cellen voorkomen?

Welke van de bovenstaande celorganellen of levensprocessen kunnen zowel in prokaryote, als in eukaryote cellen voorkomen? Biologie Vraag 1 Celorganellen en levensprocessen bij levende cellen zijn: 1. Ribosomen 2. ATP synthese 5. DNA polymerase 3. Celmembranen 6. Fotosynthese 4. Kernmembraan 7. Mitochondria Welke van de bovenstaande

Nadere informatie

Bevruchting : het versmelten van de kern van een eicel + zaadcel - door bevruchting ontstaat een bevruchte eicel : nieuw individu

Bevruchting : het versmelten van de kern van een eicel + zaadcel - door bevruchting ontstaat een bevruchte eicel : nieuw individu Thema 3. Voortplanting en ontwikkeling 1. Voorplanting en bevruchting Voorplanting begint bij de bevruchting Bevruchting : het versmelten van de kern van een eicel + zaadcel - door bevruchting ontstaat

Nadere informatie

6.3. Samenvatting door W woorden 3 december keer beoordeeld. 1. De indeling van de levende natuur. Domeinen

6.3. Samenvatting door W woorden 3 december keer beoordeeld. 1. De indeling van de levende natuur. Domeinen Samenvatting door W. 1211 woorden 3 december 2015 6.3 4 keer beoordeeld Vak Biologie 1. De indeling van de levende natuur Domeinen Levende natuur wordt ingedeeld in 3 domeinen 1. 2. 3. Bacteriën prokaryoot

Nadere informatie

6.3. Boekverslag door Sevde 3877 woorden 26 januari keer beoordeeld. Biologie voor jou. Biologie

6.3. Boekverslag door Sevde 3877 woorden 26 januari keer beoordeeld. Biologie voor jou. Biologie Boekverslag door Sevde 3877 woorden 26 januari 2017 6.3 22 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Biologie 3.1 Baby -> peuter -> kleuter -> schoolkind -> puber -> adolescent -> volwassen

Nadere informatie

Level 1. Vul het juiste woord in

Level 1. Vul het juiste woord in Level 1 Vul het juiste woord in Keuze uit: Gen, Allel, Locus, Dominant, Recessief, Co-dominantie, Monohybride kruising, Dihybride kruising, Autosoom, Autosomale overerving, X-chromosomale overerving, Intermediair

Nadere informatie

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 1 en 2

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 1 en 2 Samenvatting Biologie Hoofdstuk 1 en 2 Samenvatting door een scholier 5722 woorden 9 november 2010 7,1 8 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou HOOFDSTUK 1: INLEIDING IN DE BIOLOGIE Basisstof

Nadere informatie

Level 1. Vul het juiste woord in

Level 1. Vul het juiste woord in Level 1 Vul het juiste woord in Keuze uit: Gen, Allel, Locus, Dominant, Recessief, Co-dominantie, Monohybride kruising, Dihybride kruising, Autosoom, Autosomale overerving, X-chromosomale overerving, Intermediair

Nadere informatie

Biologie 2000 Vraag 1 De plaats waar de chromatiden van een chromosoom tijdens de eerste fasen van een cel/kerndeling aan mekaar vastzitten noemt men: A. Centriool B. Centromeer C. Centrosoom D. Chromomeer

Nadere informatie

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 3: Cellen

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 3: Cellen Samenvatting Biologie Hoofdstuk : Cellen Samenvatting door Anna 1714 woorden 12 november 2017 8,1 29 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Nectar Hoofdstuk : Cellen Paragraaf 1: Celonderdelen Om het overzicht

Nadere informatie

Samenvatting Biologie Thema 1: Organen en cellen

Samenvatting Biologie Thema 1: Organen en cellen Samenvatting Biologie Thema 1: Organen en cellen Samenvatting door M. 721 woorden 15 januari 2014 7,1 28 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Organismen Organismen is een levend wezen:

Nadere informatie

6.7. Werkstuk door een scholier 1654 woorden 17 april keer beoordeeld. Biologie voor jou. Erfelijkheidsmateriaal

6.7. Werkstuk door een scholier 1654 woorden 17 april keer beoordeeld. Biologie voor jou. Erfelijkheidsmateriaal Werkstuk door een scholier 1654 woorden 17 april 2006 6.7 33 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Erfelijkheidsmateriaal Het menselijk lichaam bestaat uit een veel organen, deze organen

Nadere informatie

Samenvatting Biologie Thema 1-2

Samenvatting Biologie Thema 1-2 Samenvatting Biologie Thema 1-2 Samenvatting door M. 2549 woorden 8 oktober 2015 6,3 3 keer beoordeeld Vak Biologie 1. Wat is Biologie? Biologie is de studie van de organismen, alle organismen vertonen

Nadere informatie

Samenvatting Biologie Biologie Thema 3; Voortplanting

Samenvatting Biologie Biologie Thema 3; Voortplanting Samenvatting Biologie Biologie Thema 3; Voortpl Samenvatting door R. 2279 woorden 14 februari 2014 6,9 14 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Paragraaf 1; Jongens en Meisjes Puberteit:

Nadere informatie

Voortplanting. Examen VMBO-GL en TL. biologie CSE GL en TL. Bij dit examen hoort een bijlage.

Voortplanting. Examen VMBO-GL en TL. biologie CSE GL en TL. Bij dit examen hoort een bijlage. Examen VMBO-GL en TL Voortplanting biologie CSE GL en TL Bij dit examen hoort een bijlage. Dit examen bestaat uit 29 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 36 punten te behalen. Voor elk vraagnummer staat

Nadere informatie

De cel, didactische schrijfopdracht 4 VMBO T Een reis door de subcellulaire structuur van de cel

De cel, didactische schrijfopdracht 4 VMBO T Een reis door de subcellulaire structuur van de cel De cel, didactische schrijfopdracht 4 VMBO T Een reis door de subcellulaire structuur van de cel Auteurs: Sjoerd Schouten & Kelly Simons Studentnr: 0889861, 0879682 Datum: 8 Februari 2015 instituut: Hogeschool

Nadere informatie

Biologie Voortplanting en ontwikkeling Havo

Biologie Voortplanting en ontwikkeling Havo Biologie Voortplanting en ontwikkeling Havo D O C E N T : A. S E W S A H A I H E N R Y N. H A S S A N K H A N S C H O L E N G E M E E N S C H A P L E L Y D O R P ( HHS- S G L ) Boek: 4H Doelstellingen

Nadere informatie

THEMA 5 BOEK 4 ORDENING EN EVOLUTIE. Biologie HAVO Drs. L. Grotenbreg

THEMA 5 BOEK 4 ORDENING EN EVOLUTIE. Biologie HAVO Drs. L. Grotenbreg THEMA 5 BOEK 4 ORDENING EN EVOLUTIE Biologie HAVO Drs. L. Grotenbreg Basisstof 6 EVOLUTIE OVERTUIGINGEN TOT 1859 Ontstaan van het leven op aarde volgens de theorie van de schepping (Creationisme) Ontstaan

Nadere informatie

Samenvatting Biologie Thema 1, 2, 3: Inleiding in de biologie, Cellen en Voortplanting

Samenvatting Biologie Thema 1, 2, 3: Inleiding in de biologie, Cellen en Voortplanting Samenvatting Biologie Thema 1, 2, 3: Inleiding in de biologie, Cellen en Voortplanting Samenvatting door Robin 2610 woorden 26 maart 2018 6,3 12 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Thema

Nadere informatie

Antwoorden Biologie Thema 4 erfelijkheid

Antwoorden Biologie Thema 4 erfelijkheid Antwoorden Biologie Thema 4 erfelijkheid Antwoorden door een scholier 1762 woorden 24 januari 2003 7,2 298 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Opdracht 1 1 In de chromosomen zit de informatie

Nadere informatie

Oplossingen Biologie van 2000

Oplossingen Biologie van 2000 www. Oplossingen Biologie van 2000 Disclaimer: Alle uitwerkingen zijn onder voorbehoud van eventuele fouten. Er is geen enkele aansprakelijkheid bij de auteur van deze documenten. Vraag 1 Om deze vraag

Nadere informatie

Voortplanting en celdeling

Voortplanting en celdeling Voortplanting en celdeling Inleiding Kenmerkend voor de levende natuur is het streven om de soort in stand te houden. Voor de groene plant als groep komt daar nog bij het vastleggen en beschikbaar maken

Nadere informatie

BIOLOGIE Havo / Vwo 4 Submicroscopische cel: celorganellen

BIOLOGIE Havo / Vwo 4 Submicroscopische cel: celorganellen www.dlwbiologie.wordpress.com BIOLOGIE Havo / Vwo 4 Submicroscopische cel: celorganellen Havo 4 Thema 2 Basisstof 5 (blz. 68 en 69) De submicroscopische cel. Binas 79 B, C, D. Vwo 4 Thema 2 Basisstof 5

Nadere informatie

Biologie Samenvatting H11+12

Biologie Samenvatting H11+12 Biologie Samenvatting H11+12 11.1 Puberteit Hoe noem je de verschillen tussen jongens en meisjes? Alle kenmerken waarin jongens en meisjes verschillen, heten geslachtskenmerken. Primaire geslachtskenmerken:

Nadere informatie

Boek 4 Thema 5 Ordening en Evolutie

Boek 4 Thema 5 Ordening en Evolutie 1 Boek 4 Thema 5 Ordening en Evolutie Doelstelling 1 Je moet de organismen kunnen indelen in vier rijken en van elk rijk de kenmerken kunnen noemen. Het rijk van de bacteriën. Eencellig; celgrootte 1 10

Nadere informatie

6,1. Samenvatting door een scholier 7611 woorden 9 november keer beoordeeld. Biologie voor jou. Thema 1; Inleiding in de biologie.

6,1. Samenvatting door een scholier 7611 woorden 9 november keer beoordeeld. Biologie voor jou. Thema 1; Inleiding in de biologie. Samenvatting door een scholier 7611 woorden 9 november 2004 6,1 57 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Thema 1; Inleiding in de biologie. Basisstof 1; Wat is biologie? Biologie is het

Nadere informatie

Samenvatting door een scholier 1681 woorden 19 juni keer beoordeeld. Genetica

Samenvatting door een scholier 1681 woorden 19 juni keer beoordeeld. Genetica Samenvatting door een scholier 1681 woorden 19 juni 2004 6 78 keer beoordeeld Vak Biologie Genetica A. Inleiding Ouders en nakomelingen bezitten gelijke kenmerken, maar toch vertonen ze verschillen. Wat

Nadere informatie