7091/1/16 REV 1 1 DG B LIMITE NL

Transcriptie

1 Raad van de Europese Unie Brussel, 5 april 2016 (OR. en) ONTWERPNOTULEN Betreft: 7091/1/16 REV 1 LIMITE PV/CONS 15 AGRI 131 PECHE e zitting van de Raad van de Europese Unie (LANDBOUW EN VISSERIJ), gehouden te Brussel op 14 maart /1/16 REV 1 1

2 INHOUD Bladzijde 1. Goedkeuring van de voorlopige agenda... 3 NIET-WETGEVINGSWERKZAAMHEDEN 2. Goedkeuring van de lijst van A-punten... 3 LANDBOUW 3. Gebruik van financiële instrumenten in de landbouw Marktsituatie en steunmaatregelen Ontwerpconclusies van de Raad over speciaal verslag nr. 13/2015 van de Europese Rekenkamer, getiteld: "De EU-steun voor houtproducerende landen in het kader van het FLEGT-actieplan"... 4 VISSERIJ 6. Ontwerpconclusies van de Raad over speciaal verslag nr. 11/2015 van de Europese Rekenkamer, getiteld: "Worden de partnerschapsovereenkomsten inzake visserij goed beheerd door de Commissie?" Diversen... 5 a) Vereenvoudiging van controles b) "Hybride" etiketteringssysteem voor voeding c) Bijeenkomst op hoog niveau over Afrikaanse varkenspest (Tallinn, 26 februari 2016) BIJLAGE - Verklaringen voor de Raadsnotulen... 7 * * * 7091/1/16 REV 1 2

3 1. Goedkeuring van de voorlopige agenda 6795/16 OJ CONS 15 AGRI 109 PECHE 66 De Raad heeft bovengenoemde agenda goedgekeurd. NIET-WETGEVINGSWERKZAAMHEDEN 2. Goedkeuring van de lijst van A-punten 6844/16 PTS A 20 De Raad heeft de lijst van A-punten in document 6844/16 goedgekeurd. De verklaringen bij deze punten staan in de bijlage. LANDBOUW 3. Gebruik van financiële instrumenten in de landbouw Presentatie door de Commissie en de EIB Gedachtewisseling De Raad heeft nota genomen van presentaties door de Commissie en de EIB over het gebruik van financiële instrumenten binnen het bestaande juridische kader. De EU-instellingen maken belanghebbenden, zoals nationale (stimulerings)banken, beheersautoriteiten en potentiële begunstigden beter bekend met de mogelijkheden en voordelen van het gebruik van financiële instrumenten. De Commissie riep de lidstaten ertoe op belanghebbenden aan te moedigen van financiële instrumenten gebruik te maken en wees op de extra financiering die beschikbaar is in het kader van het EFSI. De EIB gaf een toelichting over haar rol bij het financieren van investeringen in de landbouwsector (ongeveer 5 miljard euro per jaar), verduidelijkte bepaalde voordelen van financiële instrumenten, zoals voorafgaande financiering, preferentiële voorwaarden voor leningen en de mogelijkheid om financiële instrumenten opnieuw te gebruiken, en stelde dat zij haar bewustmakingsinitiatieven zal voortzetten, waaronder die in het kader van het memorandum van overeenstemming tussen de EIB en de Commissie (fi-compass) en samenwerkingsverbanden met de beheersautoriteiten van de lidstaten. Verscheidene lidstaten gaven de volgende reacties op de presentaties: de procedures om aanspraak te maken op financiering door financiële instrumenten, moeten eenvoudiger worden; de EIB moet een proactievere rol spelen bij het ontwikkelen en bevorderen van financiële instrumenten, onder meer om het risico van prijsschommelingen tegen te gaan; het is moeilijk om van financiële instrumenten gebruik te maken in tijden van aanhoudende crisis of wegens een gebrek aan beschikbare middelen; financiële instrumenten moeten worden aangemoedigd, maar kunnen niet volledig in de plaats komen van niet-terugvorderbare subsidies; afgezien van financiële instrumenten, moeten ook microfinanciering en overheidssubsidies worden overwogen; 7091/1/16 REV 1 3

4 en het gebruik van financiële instrumenten moeten in overeenstemming zijn met de werkzaamheden van de taskforce voor de landbouwmarkt (Agricultural Market Task Force - AMTF), de WTO en de GLB-inkomenssteun voor landbouwers. De Raad nam tevens nota van het voornemen van de Commissie om nauwer samen te werken met de EIB aan het verder ontwikkelen van financiële instrumenten en de haalbaarheid te onderzoeken van een regeling voor exportkredieten; deze onderwerpen kwamen tevens aan bod in het debat over de marktsituatie en steunmaatregelen. 4. Marktsituatie en steunmaatregelen Presentatie van een nota van het voorzitterschap Gedachtewisseling 6877/16 AGRI 120 AGRIFIN 20 AGRIORG 14 + ADD 1 Na een gedachtewisseling over document 6877/16 + ADD 1 heeft de voorzitter van de Raad een brede convergentie van de standpunten geconstateerd en de conclusies in document 7108/16 aangenomen. 5. Ontwerpconclusies van de Raad over speciaal verslag nr. 13/2015 van de Europese Rekenkamer, getiteld: "De EU-steun voor houtproducerende landen in het kader van het FLEGT-actieplan" Aanneming 6107/16 FIN 99 AGRI 67 FORETS 7 DEVGEN 21 ENV 69 RELEX 108 UD 20 + COR 1 De Raad heeft de conclusies aangenomen over speciaal verslag nr. 13/2015 van de Europese Rekenkamer, als weergegeven in document 6107/16. VISSERIJ 6. Ontwerpconclusies van de Raad over speciaal verslag nr. 11/2015 van de Europese Rekenkamer, getiteld: "Worden de partnerschapsovereenkomsten inzake visserij goed beheerd door de Commissie?" Aanneming 6258/16 AGRI 46 AGRIFIN 73 AGRIORG 10 De Raad heeft de conclusies over speciaal verslag nr. 11/2015 van de Europese Rekenkamer aangenomen, als weergegeven in document 6258/ /1/16 REV 1 4

5 7. Diversen a) Vereenvoudiging van controles Informatie van de Britse delegatie 6909/16 AGRI 121 AGRIFIN 21 De Britse minister presenteerde een non-paper (document 6909/16) waarin de Raad en de Commissie worden uitgenodigd om, in het kader van de agenda ter vereenvoudiging van het GLB, het huidige controleproces te herzien, zodat de structuur en processen evenredig worden aan de doelstellingen en risico's van de fondsen, en waarin voor verbetering vatbare terreinen worden aangeduid. De Britse non-paper kreeg brede steun van de lidstaten. Meerdere lidstaten benadrukten het evenredigheidsbeginsel. Sommige lidstaten wezen erop dat verschillende controle-instanties dezelfde elementen controleren, en dat dit een verspilling van tijd en geld is. Een aantal lidstaten herinnerden er evenwel aan dat de vereenvoudiging van het controles niet mag leiden tot risico's voor de EU-begroting. De vertegenwoordiger van de Commissie antwoordde dat verbeteringen mogelijk en welkom zijn en dat hij zijn diensten heeft gevraagd de Britse non-paper nader te bestuderen. De Raad nam nota van de informatie van de Britse delegatie over de vereenvoudiging van controles en van de opmerkingen van andere delegaties en de Commissievertegenwoordiger. b) "Hybride" etiketteringssysteem voor voeding Informatie van de Italiaanse, de Cypriotische, de Griekse, de Portugese, de Spaanse, de Roemeense en de Sloveense delegatie 6585/16 DENLEG 17 SAN 70 AGRI 99 BG/BE/FR/HR/IE/LU/LV/SK spraken hun steun uit voor de punten van zorg die in de nota aan bod komen, en over het verzoek om bijgewerkte informatie over de monitoring door de Commissie van de mogelijke impact van een "verkeerslichtsysteem" voor voedingswaarde-etikettering dat in het VK wordt aanbevolen, over het vrije verkeer van levensmiddelen op de EU-markt en over de bescherming van (traditionele) voedingsproducten van hoge kwaliteit in de EU. Een aantal delegaties wees tevens op hun voorkeur voor een geharmoniseerd etiketteringssysteem voor voeding. 7091/1/16 REV 1 5

6 De Britse delegatie herinnerde eraan dat de vrijwillige regeling, die aan de wettelijke vereisten voldoet, een essentieel instrument vormt van het nationale gezondheidsbeleid en de strijd tegen obesitas. DE herinnerde eraan dat er volgens Verordening (EU) nr. 1169/2011 verschillende regelingen naast elkaar bestaan op de EU-markt. Overeenkomstig Verordening (EU) nr. 1169/2011 moet de Commissie een verslag indienen over de effecten van dergelijke regelingen op de interne markt en over de vraag of een verdere harmonisering tegen eind 2017 raadzaam is. c) Bijeenkomst op hoog niveau over Afrikaanse varkenspest (Tallinn, 26 februari 2016) Informatie van de Estse delegatie 6808/16 AGRI 110 VETER 19 De Raad nam nota van de informatie van de Estse delegatie met betrekking tot de bijeenkomst op hoog niveau over Afrikaanse varkenspest (Tallinn, 26 februari 2016) en van de opmerkingen van de Commissievertegenwoordiger en de delegaties. ************ 7091/1/16 REV 1 6

7 BIJLAGE VERKLARINGEN VOOR DE RAADSNOTULEN Ad A-punt 1: Aanbeveling voor een besluit van de Raad tot machtiging van de Commissie om namens de Europese Unie onderhandelingen te openen betreffende de vernieuwing van het protocol tot vaststelling van de vangstmogelijkheden en de financiële tegenprestatie waarin is voorzien bij de partnerschapsovereenkomst inzake duurzame visserij tussen de Europese Unie en de Unie der Comoren = Vaststelling GEZAMENLIJKE VERKLARING VAN DE RAAD EN DE COMMISSIE "Het vigerende protocol bij de Partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Gemeenschap en de Unie der Comoren loopt eind december 2016 af. Om ervoor te zorgen dat de vaartuigen van de Unie hun visserijactiviteiten na die datum kunnen voortzetten, stemt de Raad in met de aanbeveling van de Commissie dat zij dient te worden gemachtigd om namens de Unie onderhandelingen te openen met het oog op de vernieuwing van het vigerende protocol. Hoewel de Raad en de Commissie bezorgd zijn over het samenvallen van de onderhandelingskalender voor het nieuwe protocol met een lopend proces dat ertoe zou kunnen leiden dat de Commissie de Unie der Comoren aanmerkt als niet-meewerkend derde land als bedoeld in artikel 31 van de IOO-visserijverordening 1, zijn zij van oordeel dat het nakende aflopen van de geldigheid van het vigerende protocol een passende reden is om thans onderhandelingen over een nieuw protocol te openen. De Raad neemt er evenwel nota van dat mocht de Commissie overeenkomstig artikel 33 van de IOO-visserijverordening een voorstel aannemen om de Unie der Comoren op te nemen op de lijst van niet-meewerkende derde landen, zij op dat moment verdere onderhandelingen zal opschorten en geen nieuwe voorstellen betreffende de ondertekening/voorlopige toepassing en/of sluiting van een nieuw protocol zal indienen totdat de juridische omstandigheden veranderd zijn." VERKLARING NR. 1 VAN DE COMMISSIE "De Commissie acht het niet nodig dat in een besluit van de Raad houdende machtiging om onderhandelingen te openen, een materiële rechtsgrondslag wordt opgenomen." 1 Verordening (EG) nr. 1005/2008 van 29 september 2008 houdende de totstandbrenging van een communautair systeem om illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij te voorkomen, tegen te gaan en te beëindigen. 7091/1/16 REV 1 7

8 VERKLARING NR. 2 VAN DE COMMISSIE "In aansluiting op artikel 31, lid 2, van Verordening (EU) nr. 1380/2013 van het Europees Parlement en de Raad inzake het gemeenschappelijk visserijbeleid erkent de Commissie ten volle het belang van de duurzame exploitatie van mariene biologische hulpbronnen en de daaruit voortvloeiende noodzaak te zorgen voor een correcte toepassing van het concept overschot, als geformuleerd in artikel 62, lid 2, van het Verdrag van de Verenigde Naties inzake het recht van de zee (Unclos), vooral wanneer een partnerschapsovereenkomsten inzake duurzame visserij en de bijbehorende protocollen de toegang van de externe EU-vloot tot hulpbronnen in de wateren van het partnerland regelen. Met betrekking tot artikel 64 van het Unclos en artikel 31, lid 4, van Verordening (EU) nr. 1380/2013 is de Commissie evenwel van oordeel dat het concept overschot in mindere mate van toepassing is op visserijactiviteiten die over grote afstanden trekkende visbestanden exploiteren, waarbij adequate beheersdoelstellingen en passende beheersmaatregelen - regels inzake prioritaire toegang, vangst-, capaciteits- of inspanningsbeperkingen, en verdeelsleutels waar van toepassing - in eerste instantie op regionaal of subregionaal niveau moeten worden vastgesteld door de overeenkomstsluitende partijen bij bevoegde regionale organisaties voor visserijbeheer, met inachtneming van het relevante wetenschappelijk advies." Ad A-punt 3: Ontwerpbesluit van de Raad inzake het namens de Europese Unie in te nemen standpunt in het Comité havenstaatcontrole van het Memorandum van overeenstemming van Parijs inzake havenstaatcontrole = Vaststelling VERKLARING VAN BULGARIJE, KROATIË, ESTLAND, FRANKRIJK, IERLAND, LETLAND, LITOUWEN, LUXEMBURG, POLEN, PORTUGAL, ROEMENIË, SLOVENIË EN SPANJE "De methode voor het meten van de prestaties van de vlaggenstaat is voor het eerst ingevoerd bij de vorige havenstaatcontroleregeling, in het kader van het MOU van Parijs. Elk jaar wordt de ZGWlijst ("zwarte/grijze/witte" lijst / "black/grey/white" (BGW) list) bekendgemaakt. Deze lijst bestrijkt het gehele spectrum, van kwaliteitsvlaggen tot slecht presterende vlaggen die als hoog of zeer hoog risico worden beschouwd. De ZGW-lijst wordt opgesteld aan de hand van een specifieke wiskundige methode voor het indelen van scheepsregistraties in drie groepen - wit, grijs en zwart - waarbij vlaggen op de zwarte lijst slechter dan gemiddeld en vlaggen op de witte lijst beter dan gemiddeld presteren. Sinds het begin van de ZGW-lijst heeft deze onderliggende berekeningsmethode een ongelijke impact op landen met een relatief kleine vloot, waardoor zij in een nadelige positie komen ten opzichte van landen met een grotere vloot. Deze kwestie wordt al bijna 10 jaar besproken in verschillende EU-fora. 7091/1/16 REV 1 8

9 De dwingende noodzaak van een eerlijke ZGW-methode is nog acuter geworden nu Richtlijn 2009/16/EG betreffende havenstaatcontrole in werking is getreden. Om in aanmerking te komen voor een voorkeursbehandeling uit hoofde van de herschikte EU-richtlijn, moet een vlaggenstaat op de witte lijst staan. Deze nieuwe stimulans indachtig, komen lidstaten met een kleinere vloot als gevolg van de huidige berekeningsmethode in een positie waarin de aanwezigheid op de grijze prestatielijst eerder accidenteel is en geen systematische trend. Op het ogenblik staan reeds vijf EU-lidstaten op de grijze lijst. Hoewel de nieuwe richtlijn 2009/16/EG betreffende havenstaatcontrole de volgende overweging (15) bevat: "(15) De lidstaten dienen zich te beijveren om de methode voor de opstelling van de witte, grijze en zwarte lijst van vlaggenstaten in het kader van het MOU van Parijs te evalueren, teneinde ervoor te zorgen dat met deze lijst recht wordt gedaan, met name aan vlaggenstaten met kleine vloten", is er geen concrete vooruitgang geboekt. Concrete actie op dit gebied uit de weg blijven gaan is onaanvaardbaar en zal de aantrekkelijkheid van scheepsregistraties van betrokken lidstaten in het gedrang brengen, hetgeen een uitvlaggingsen verplaatsingstrend kan doen ontstaan. De formulering, waarmee louter dringende actie, bijvoorbeeld zo spoedig mogelijk, in het vooruitzicht wordt gesteld, is niet krachtig genoeg om aan te zetten tot onmiddellijke en noodzakelijke actie om tot een oplossing te komen, net zomin als de overwegingen waarin het probleem wordt toegelicht. Het verleden leert dat algemene formuleringen in een overweging geen stimulans vormen voor een volgehouden optreden om het probleem op te lossen. Hoewel het voorzitterschap tijdens de vergadering van het Coreper (1e deel) van 19 februari 2016 heeft bevestigd dat de formulering "zo spoedig mogelijk" betrekking heeft op het meerjarige kaderbesluit van de Raad voor de periode , is het van essentieel belang om in de tekst een concrete termijn - mei op te nemen, waarbinnen de lidstaten die aan het MOU van Parijs gebonden zijn en samen in het belang van de Unie handelen, ernaar streven het ontwikkelen van een alternatieve methode voor het opstellen van de witte, grijze en zwarte lijst van vlaggenstaten te ondersteunen." VERKLARING VAN DE COMMISSIE "Met betrekking tot bijlage 2 bevestigt de Commissie dat zij zal handelen binnen de grenzen van de bevoegdheden die haar in de Verdragen zijn toegedeeld en volgens de daarin bepaalde procedures, voorwaarden en doelstellingen. De instellingen dienen hun bevoegdheden uit te oefenen met inachtneming van de bevoegdheden van de andere instellingen." 7091/1/16 REV 1 9

10 Ad A-punt 11: Gedelegeerde Verordening (EU) /... van de Commissie van tot correctie van Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/63 tot aanvulling van Richtlijn 2014/59/EU van het Europees Parlement en de Raad van wat de vooraf te betalen bijdragen aan afwikkelingsfinancieringsregelingen betreft = Voornemen geen bezwaar te maken tegen een gedelegeerde handeling GEZAMENLIJKE VERKLARING VAN DUITSLAND, OOSTENRIJK EN SPANJE "Wij maken bezwaar tegen Gedelegeerde Verordening (EU).../... van de Commissie van tot correctie van Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/63 ("corrigendum"), aangezien de behandeling van derivaten bedoeld in artikel 5, lid 3, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/63 wezenlijk zou veranderen, hetgeen verder gaat dan een louter technische aanpassing, zoals de Commissie beweert. Wij verzoeken om verschuiving van de bezwaartermijn teneinde samen met de andere instellingen, met name de Commissie, een oplossing uit te werken." VERKLARING VAN SLOVENIË "Slovenië is van oordeel dat de wijzigingen die de Commissie heeft aangebracht in de Gedelegeerde Verordening van tot correctie van Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/63 tot aanvulling van Richtlijn 2014/59/EU van het Europees Parlement en de Raad van wat de vooraf te betalen bijdragen aan afwikkelingsfinancieringsregelingen betreft, niet de vereiste rechtszekerheid bieden in het gedeelte over de wijziging van artikel 5, lid 3, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/63. Gezien het belang van deze bepaling voor de berekening van het op een risicoanalyse gebaseerde deel van de bijdragen aan het gemeenschappelijk afwikkelingsfonds, acht Slovenië het opportuun die bepaling op korte termijn verder te onderzoeken en/of te herzien op basis van een effectbeoordeling." 7091/1/16 REV 1 10