de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie"

Transcriptie

1 Raad van de Europese Unie Brussel, 26 juli 2016 (OR. en) 11482/16 BEGELEIDENDE NOTA van: ingekomen: 22 juli 2016 aan: Nr. Comdoc.: Betreft: CLIMA 91 ENV 510 ENER 292 TRANS 314 AGRI 431 COMPET 431 ECOFIN 729 de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie de heer Jeppe TRANHOLM-MIKKELSEN, secretaris-generaal van de Raad van de Europese Unie COM(2016) 483 final VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD over de evaluatie van de tenuitvoerlegging van Beschikking nr. 406/2009/EG overeenkomstig artikel 14 ervan Hierbij gaat voor de delegaties document COM(2016) 483 final. Bijlage: COM(2016) 483 final 11482/16 sl DG E 1B NL

2 EUROPESE COMMISSIE Brussel, COM(2016) 483 final VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD over de evaluatie van de tenuitvoerlegging van Beschikking nr. 406/2009/EG overeenkomstig artikel 14 ervan {SWD(2016) 251 final} NL NL

3 1. Inleiding Beschikking nr. 406/2009/EG 1, ook gekend als de beschikking inzake de verdeling van de inspanningen (ESD, Effort Sharing Decision), werd in 2009 als onderdeel van het klimaat- en energiepakket aangenomen en stelt voor 2020 voor alle lidstaten emissieplafonds voor broeikasgassen (BKG) vast. De beschikking bestrijkt emissies in de volgende sectoren: vervoer, gebouwen, landbouw, kleinschalige industrie en afval. Deze sectoren waren in 2013 verantwoordelijk voor meer dan 55 % van de totale BKG-uitstoot van de EU 2. Het doel van de ESD is om tegen 2020 de BKGemissies in de EU met 10 % te doen afnemen ten opzichte van 2005 en om BKG-emissiebeperkingen binnen het toepassingsgebied ervan op eerlijke en kosteneffectieve wijze te bevorderen. De ESD is in juni 2009 in werking getreden. Met dit verslag wordt voldaan aan artikel 14 van de beschikking inzake de verdeling van de inspanningen, op grond waarvan de Commissie een verslag moet opstellen ter evaluatie van de toepassing van de ESD en dit uiterlijk 31 oktober 2016 voor moet leggen aan het Europees Parlement en aan de Raad. Het beschrijft hoe de beschikking inzake de verdeling van de inspanningen tot dusver heeft gefunctioneerd, welke lessen kunnen worden getrokken ten aanzien van de door de lidstaten getroffen maatregelen ter beperking van broeikasgasemissies in de sectoren die onder de beschikking vallen, en het effect ervan op hun nationale emissies. De resultaten van de evaluatie worden nader toegelicht in het bijgaande werkdocument van de diensten van de Commissie was het eerste jaar waarin de lidstaten in het kader van de beschikking verslagen moesten opstellen en de meeste bepalingen waren ten tijde van de evaluatie nog niet toegepast. Hierdoor was het moeilijker om conclusies over hun geschiktheid te trekken en veranderingen te overwegen op basis van lessen die zijn getrokken uit eerdere ervaringen. De evaluatie zou echter gebruik kunnen maken van waardevolle aanwijzingen die voortvloeien uit de juridische uitvoering van de beschikking en de voorbereidende werkzaamheden die door de lidstaten zijn verricht. 2. Achtergrond Het klimaat- en energiepakket stelt de volgende doelen voor 2020: een vermindering met 20 % van de broeikasgasemissies ten opzichte van het niveau van 1990, een aandeel van 20 % energie uit hernieuwbare bronnen in het uiteindelijke energieverbruik van de EU en een verbetering met 20 % van de energie-efficiëntie in de EU. De doelstelling om de BKG-emissies van de Europese Unie tegen 2020 met 20 % te beperken ten opzichte van 1990 komt overeen met een vermindering met 14 % ten opzichte van Deze inspanningen zijn verdeeld over de sectoren die vallen onder de regeling voor de handel in emissierechten (ETS, Emission Trading System) en de sectoren die vallen onder de ESD. Onder de ETS moeten de emissies worden verlaagd met 21 % ten opzichte van het niveau van 2005, terwijl in sectoren onder de ESD een vermindering van 10 % ten opzichte van 2005 wordt vereist. Voor de verdeling van de inspanningen om tegen 2020 de BKG-emissies van de EU met 10 % te verminderen, zijn voor de lidstaten nationale doelstellingen voor 2020 vastgesteld die afhankelijk zijn van hun economische capaciteit op basis van hun relatieve welvaart (gemeten aan de hand van het bruto binnenlands product per hoofd van de bevolking in 2005). Die doelstellingen variëren van een 1 Beschikking nr. 406/2009/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 inzake de inspanningen van de lidstaten om hun broeikasgasemissies te verminderen om aan de verbintenissen van de Gemeenschap op het gebied van het verminderen van broeikasgassen tot 2020 te voldoen; 2 De huidige ESD bestrijkt dezelfde broeikasgassen als het Protocol van Kyoto, met uitzondering van stikstoftrifluoride (NF3). Emissies en onttrekkingen als gevolg van landgebruik, veranderingen in landgebruik en bosbouw (LULUCF, land use, land-use change and forestry) zijn niet opgenomen in de ESD. BKG-emissies door de internationale scheepvaart vallen niet onder de ESD. 3 SWD(2016)

4 emissiereductie van 20 % tegen 2020 (ten opzichte van 2005) voor de rijkste lidstaten tot een toename met 20 % voor het minst rijke land (zie figuur 1). De ESD stelt geen specifieke emissiedoelstellingen vast voor de individuele sectoren die eronder vallen, maar laat het aan de lidstaten over om te kiezen waar en hoe zij de noodzakelijke verminderingen bereiken. Emissies en onttrekkingen als gevolg van landgebruik, verandering in landgebruik en bosbouw (LULUCF) worden niet opgenomen in de ESD. Om aan hun verplichtingen te voldoen, worden de lidstaten geacht hun broeikasgasemissies te beperken in de sectoren die onder de ESD vallen en nationale beleidsinitiatieven en maatregelen uit te voeren om aan hun verplichtingen te voldoen. Indien nodig kunnen de lidstaten ook flexibiliteitsinstrumenten toepassen om aan hun verplichtingen te voldoen en de kosteneffectiviteit te vergroten. De ESD bepaalt tevens een lineair traject van overeenkomstige bindende emissieplafonds (jaarlijkse emissieruimten (AEA's, annual emission allocations)) voor elk jaar van 2013 tot Voortgang bij het verwezenlijken van de doelstellingen voor 2020 wordt gewaarborgd door jaarlijkse rapportageverplichtingen en nalevingscontroles. De lidstaten zijn verplicht verslag uit te brengen over hun BKG-emissies en de verwachte voortgang bij het nakomen van hun verplichtingen in het kader van de ESD. De lidstaten zijn verantwoordelijk voor de uitvoering van beleidsinitiatieven en maatregelen om aan hun verplichtingen uit hoofde van de ESD te voldoen en worden ondersteund door een aantal EUmaatregelen 4, waarvan sommige naar verwachting ook zullen bijdragen aan het behalen van de EUdoelstellingen voor 2020 op het gebied van hernieuwbare energie en energie-efficiëntie. Deze ondersteunende EU-beleidsinitiatieven zijn belangrijk om in de hele EU emissiereducties te stimuleren in de sectoren die onder de ESD vallen. Het is evenwel duidelijk dat emissiereducties via nationale beleidsinitiatieven en maatregelen moeten worden verwezenlijkt, met name in sectoren als vervoer en gebouwen. 4 Voorbeelden van relevante EU-wetgeving zijn de verordening inzake de CO 2 -uitstoot van personenauto s en bestelwagens, de richtlijn inzake het storten van afvalstoffen, de richtlijn betreffende de energieprestatie van gebouwen, de richtlijn energie-efficiëntie, de richtlijn hernieuwbare energie, de verordening inzake gefluoreerde broeikasgassen en klimaatregelingsapparatuur in motorvoertuigen, de richtlijn ecologisch ontwerp, de nitratenrichtlijn en de vergroening van het gemeenschappelijk landbouwbeleid. 3

5 Figuur 1: Broeikasgasemissiereductiedoelstellingen per lidstaat in 2020 uit hoofde van de ESD De emissiereductiedoelstellingen voor 2020 zijn vastgesteld ten opzichte van de uitstoot in Bron: Beschikking nr. 406/2009/EG. De ESD voorziet in een reeks flexibiliteitsinstrumenten om de lidstaten flexibiliteit te bieden bij de uitvoering van hun verplichtingen en om de algehele kosteneffectiviteit van het verwezenlijken van de gezamenlijke EU-doelstelling voor 2020 te bevorderen. Deze instrumenten hebben betrekking op de mogelijkheden van de lidstaten om in de nalevingsperiode hun eigen AEA's te beheren en onderling AEA's over te dragen. Als de BKG-emissies van een lidstaat voor een bepaald jaar de AEA's overschrijden, kan die lidstaat 5 % van de AEA's van het volgende jaar lenen of AEA's kopen van andere lidstaten of internationale projectkredieten gebruiken om te voldoen aan de jaarlijkse plafonds. Als een lidstaat een grotere emissiereductie verwezenlijkt dan nodig en dus de doelstelling voor een bepaald jaar overtreft, kan deze lidstaat het overschot aan AEA's bewaren om ze later in de nalevingsperiode te gebruiken of ze overdragen aan andere lidstaten 5. De ESD heeft een jaarlijkse rapportage- en nalevingscyclus, die bestaat uit de rapportage door de lidstaten van hun BKG-emissies in nationale inventarisverslagen, controle van de emissieinventarissen om de gerapporteerde emissies te valideren en nalevingscontroles (d.w.z. een vergelijking van de feitelijke emissies van de lidstaten met hun jaarlijkse emissieruimte voor een bepaald jaar). Als de emissies van een lidstaat zijn jaarlijkse emissieruimte overschrijden, zelfs na de toepassing van flexibiliteitsinstrumenten, zal deze lidstaat worden onderworpen aan bepaalde sancties en corrigerende maatregelen moeten nemen. 3. Methode en reikwijdte van de evaluatie De evaluatie van de beschikking inzake de verdeling van de inspanningen werd in 2015 uitgevoerd door de Commissie en werd geleid door een stuurgroep bestaande uit vertegenwoordigers van de betrokken directoraten-generaal van de Commissie. Ook het Europees Milieuagentschap (EMA) nam 5 Zie bijlage 4 bij SWD(2016) 251 voor meer informatie over de bestaande flexibiliteitsinstrumenten. 4

6 deel aan deze groep. De evaluatie werd ondersteund door een externe studie over de uitvoering van de beschikking inzake de verdeling van de inspanningen 6. Bij de evaluatie werd zowel op EU-niveau als op het niveau van de lidstaten dieper ingegaan op de effecten van de beschikking inzake de verdeling van de inspanningen, met bijzondere aandacht voor de maatregelen die de lidstaten sinds 2009 hadden genomen om hun ESD-verplichtingen na te komen. De evaluatie had betrekking op de periode van juni 2009, toen de ESD in werking is getreden, tot november In overeenstemming met het voorschrift van artikel 14 van de ESD bestreek de evaluatie alle bepalingen en voorschriften van de beschikking, onder meer over de wijze waarop de tenuitvoerlegging ervan de mededinging heeft beïnvloed. Bij de evaluatie is gekeken naar de relevantie, doeltreffendheid, efficiëntie, coherentie en de meerwaarde van de aanpak op EU-niveau met betrekking tot de uitvoering van de ESD tot dusver. Er werden gegevens gebruikt van gerapporteerde emissies en emissietrends, aangenomen beleidsinitiatieven en maatregelen en vragenlijsten en gestructureerde interviews met deskundigen van de lidstaten en andere belangrijke belanghebbenden die betrokken zijn bij de uitvoering van de ESD op nationaal niveau 7. Ook is gebruikgemaakt van de resultaten van een openbare raadpleging over de voorbereiding van een wetgevingsvoorstel inzake de vermindering van de BKG-emissies van de lidstaten in sectoren die onder de ESD vallen van 2021 tot De resultaten van de evaluatie werden gebruikt bij de voorbereiding van de effectbeoordeling bij het wetgevingsvoorstel van de Commissie om de ESD na 2020 binnen het klimaat- en energiekader 2030 voort te zetten. 4. Stand van zaken van de uitvoering De ESD bevindt zich nog in een vroeg stadium: de meeste rapportageverplichtingen voor de lidstaten uit hoofde van de ESD vonden voor het eerst plaats in 2015 en de nalevingscontrole voor de eerste twee jaren van de nalevingsperiode ( ) staat voor 2016 gepland. Dankzij de bestaande jaarlijkse rapportage over emissies is het echter mogelijk om de belangrijkste emissietrends in de lidstaten en op EU-niveau te ontwaren. Uit hoofde van de ESD moeten de lidstaten jaarlijks verslag doen van hun BKG-emissies. Zij moeten ook om de twee jaar verslag uitbrengen over de door hen uitgevoerde nationale beleidsinitiatieven en maatregelen en in 2015 geactualiseerde prognoses indienen met de verwachte vorderingen bij de verwezenlijking van hun doelstellingen voor De Commissie verzamelt elk jaar de door de lidstaten gerapporteerde informatie en publiceert een voortgangsverslag, waarin zij de vorderingen van de lidstaten bij de verwezenlijking van hun ESD-doelstellingen voor 2020 analyseert en presenteert. Een beoordeling van de vorderingen die de lidstaten maken bij de verwezenlijking van hun doelstellingen maakt ook deel uit van het landverslag dat de Commissie elk jaar in de lente publiceert in het kader van het Europees Semester. Emissietrends en -prognoses voor de EU en haar lidstaten worden ook elk jaar gepubliceerd door het Europees Milieuagentschap, dat de Commissie bijstaat bij de uitvoering van de ESD. De lidstaten hebben tot dusver voldaan aan hun rapportageverplichtingen en de uitwisseling van informatie met de Commissie functioneert goed. Deskundigen van de Commissie en van de lidstaten komen in het kader van het Comité klimaatverandering verschillende malen per jaar in werkgroepen bijeen om de uitvoering van de rapportageverplichtingen uit hoofde van de ESD te volgen. 6 Zie bijlage 3 bij SWD(2016) 251 voor een uiteenzetting van de gehanteerde methode voor de beoordeling en de gebruikte gegevens. Voor de externe studie, zie Supporting study for the Evaluation of Decision No. 406/2009/EC (Effort Sharing Decision), Ricardo Energy and Environment i.s.m. Trinomic en Vito. 7 De resultaten van de raadpleging van belanghebbenden is te vinden in bijlage 2 bij SWD(2016) Zie voor meer informatie over deze raadpleging. 5

7 In alle sectoren werden tussen 2005 en 2013 reducties in de totale uitstoot verwezenlijkt, variërend van 3 % in de landbouw tot 25 % in de afvalsector (zie figuur 2). In deze periode was er ook sprake van convergentie tussen de lidstaten wat betreft de intensiteit van de BKG-emissies, zowel per inwoner als in verhouding tot het bbp. Ook de ESD-emissies per lidstaat zijn sinds 2005 aanzienlijk gedaald. In 2013 en 2014 bleven de ESD-emissies in alle lidstaten onder hun jaarlijkse plafonds 9. De mate waarin de geplande reducties werden overtroffen was gewoonlijk groter in landen die hun emissies mochten optrekken ten opzichte van In landen die een bijzonder ernstige economische recessie doormaakten (bv. Griekenland, Portugal en Spanje) lagen de emissies ook aanzienlijk onder hun plafonds voor Figuur 2: gerealiseerde emissiereducties (hele EU) Mt CO 2 -eq ESD-sectoren aangepaste versie van figuur 3.2 van het verslag van het EMA 'Trends and projections in Europe 2015' Vervoer (excl. luchtvaart) Landbouw Afval Gebouwen Industrie Volgens prognoses die de lidstaten in 2015 indienden, zou de totale ESD-uitstoot blijven afnemen tot 2020 (zie figuur 3), waarbij op EU-niveau steeds de streefcijfers zouden worden behaald. Naar verwachting zullen 24 lidstaten hun nationale doelstellingen in eigen land verwezenlijken, terwijl vier 9 Gebaseerd op emissieverslagen die in 2015 werden ingediend. Zie ook SWD(2016) 251, blz

8 lidstaten bijkomende maatregelen zouden nodig hebben of flexibiliteitsinstrumenten binnen de ESD zouden moeten gebruiken om hun streefdoelen te behalen 10. Tot dusver heeft geen enkele lidstaat gebruikgemaakt van de in de ESD voorziene flexibiliteitsinstrumenten, aangezien alle landen voor de eerste twee jaren van de nalevingsperiode aan hun jaarlijkse emissieplafonds lijken te voldoen. In de toekomst kan worden verwacht dat flexibiliteitsinstrumenten, zoals handel met andere lidstaten, zullen worden gebruikt door een aantal lidstaten die tegen 2020 naar verwachting meer dan hun plafonds zullen uitstoten. Hoewel nog geen ervaring is opgedaan met de in de ESD voorziene flexibiliteitsinstrumenten, blijven zij ruime steun genieten en bevestigden de lidstaten hun steun ervoor in de raadpleging van de belanghebbende partijen. Figuur 3: huidige en verwachte totale ESD-uitstoot Mt CO 2 -eq ESD-emissies in het verleden Verwachte ESDemissies (scenario "met de bestaande maatregelen") Verwachte ESDemissies (scenario "met aanvullende maatregelen") ESDdoelstellingen Bron: EMA (2015) Trends and projections in Europe 2015, geactualiseerd op basis van gegevens uit de emissieinventaris van maart De zwarte stippellijn stelt het lineaire traject voor van de jaarlijkse emissieplafonds uit hoofde van de ESD voor de periode Resultaten van de evaluatie Overeenkomstig de richtsnoeren voor evaluaties van de Commissie zijn bij de evaluatie de relevantie, de efficiëntie, de doeltreffendheid, de coherentie en de meerwaarde van de aanpak op EU-niveau van de beschikking inzake de verdeling van de inspanningen beoordeeld. Ook werd nagegaan of er sprake was van enig effect op de mededinging, aangezien dit een vereiste was van artikel 14 van de ESD. 10 Voortgangsverslag inzake klimaatactie, COM(2015) 576 final. 7

9 5.1 Relevantie De doelstellingen van de ESD blijven relevant en beantwoorden nog steeds overtuigend aan de behoeften van de EU. Met name blijft het noodzakelijk antropogene emissies van broeikasgassen te blijven beperken en passende mechanismen in te stellen om rekening te houden met de volledige maatschappelijke kosten van de klimaatverandering. De ESD blijft ook relevant om marktfalen aan te pakken, aangezien het bindende karakter van de beschikking helpt om passende prijssignalen voor emissiereductie te geven. De conclusies van de Europese Raad van oktober 2014 over het beleidskader voor klimaat en energie 2030 bevestigden het belang van de ESD en van de voortzetting ervan tot 2030 met alle elementen die worden toegepast uit hoofde van de beschikking inzake het verdelen van de inspanningen voor De aanneming in december 2015 van de Overeenkomst van Parijs bevestigt het engagement op het hoogste niveau van de EU om in de Unie, ook tot 2030 en daarna, een sterke vermindering van de uitstoot van broeikasgassen door te voeren. Overeenkomstig haar voorgenomen nationaal vastgestelde bijdrage (INDC) verbindt de EU zich ertoe om de emissies op haar grondgebied tegen 2030 met ten minste 40 % te verlagen ten opzichte van Doeltreffendheid De EU ligt op schema om haar streefcijfer voor de vermindering van BKG-emissies in de ESDsectoren tegen 2020 te halen. Uit de verslagen die de lidstaten in 2015 hebben ingediend, blijkt dat de BKG-emissies in 2013 en 2014 in alle lidstaten onder hun jaarlijkse plafonds voor die jaren bleven. In 2013 lag de totale uitstoot die onder de ESD valt op EU-niveau 9,7 % lager dan in In 2014 namen de onder de ESD vallende EU-emissies verder af tot 12,9 % onder het niveau van 2005, wat lager was dan het ESD-streefcijfer voor de gehele EU voor Dat betekent dat de EU op schema ligt om in 2020 haar ESD-doelstelling te halen en dat alle lidstaten aan de reductie in BKG-emissies hebben bijgedragen. De verwezenlijkte emissiereductie betekent een grote prestatieverbetering in vergelijking met het scenario waarbij het beleid ongewijzigd zou zijn gebleven sinds het moment waarop de doelstellingen voor 2020 werden overeengekomen. De emissiereducties zijn tot dusver veel groter dan werd verwacht in 2007 toen de Europese Raad overeenstemming bereikte over de algemene EUklimaatdoelstellingen voor 2020 en de Commissie de effectbeoordeling van het klimaat- en energiepakket uitvoerde. Volgens het scenario met ongewijzigd beleid in die effectbeoordeling zouden de ESD-emissies in de EU tussen 2005 en 2020 naar verwachting met 2,4 % toenemen 11. De economische recessie heeft tot dusver ook een effect gehad op BKG-emissies in sommige ESDsectoren (met name het goederenvervoer) en deze effecten zullen naar verwachting merkbaar blijven tot Veel van de sectoren die onder de ESD vallen (zoals gebouwen en landbouw) worden echter niet rechtstreeks beïnvloed door schommelingen in het bbp en zijn gevoeliger voor beleidsstimulansen, wat de conclusie ondersteunt dat sommige BKG-reducties in de ESD-sectoren aan beleidsinterventies op EU- en lidstaatniveau kunnen worden toegeschreven. Met andere woorden: de bereikte emissiereducties kunnen deels worden toegeschreven aan beleidsinitiatieven en maatregelen op het vlak van klimaat en energie die reeds door de lidstaten zijn ingevoerd (waarvan een aantal als reactie op de ESD) en die de emissies de komende jaren naar verwachting verder zullen doen afnemen. Deze constatering wordt bevestigd door een ontledingsanalyse voor de periode met betrekking tot CO 2 -emissies uit de verbranding van fossiele brandstoffen, die goed zijn voor ongeveer 80 % van de totale BKG-uitstoot, zowel in ETS- als ESD-sectoren. Uit de analyse bleek dat 11 SEC(2008) 85/3 EG. Zie ook Supporting study for the Evaluation of Decision No. 406/2009/EC (Effort Sharing Decision), blz

10 technologische veranderingen het meest aan de daling van de emissies hebben bijgedragen. Zij droegen veel meer bij dan verschuivingen binnen en tussen economische sectoren en compenseerden ruimschoots de bbp-gerelateerde drijvende factoren van emissies in tijden van economische crisis. Uit de resultaten bleek dat de CO 2 -emissies tussen 2005 en 2012 met 11,5 % zijn gedaald. Technologische veranderingen hadden de meest significante impact op de daling van de emissies: zij veroorzaakten een daling met 18,5 % en droegen veel meer bij dan de verschuiving tussen economische sectoren. Over het algemeen hebben de beleidsinitiatieven op het vlak van klimaat en energie aanzienlijk bijgedragen aan een toename van het gebruik van minder koolstofintensieve technologieën, met inbegrip van hernieuwbare energie. De groei van de economische activiteit (bbp) heeft geleid tot een stijging van de emissies met 6,8 %. Structurele veranderingen in de economie (bij ongewijzigd bbp en constante CO 2 -intensiteit in elke economische sector) veroorzaakten een bescheiden toename van de emissies met 1,7 % 12. Het was niet mogelijk te kwantificeren in hoeverre de vastgestelde emissietrend in het verleden en de verwachte toekomstige emissietrends redelijkerwijs aan specifieke beleidsmaatregelen kunnen worden toegeschreven. Het is met name moeilijk om de impact van de ESD op nationale beleidsinitiatieven op het vlak van klimaat en energie te onderscheiden van die van andere EU-brede initiatieven in het kader van het klimaat- en energiepakket die een meer directe impact hebben op de verschillende veroorzakers van emissies. Terwijl sommige belanghebbenden van mening waren dat de ESD in bepaalde lidstaten een belangrijke stimulans voor nieuwe nationale beleidsinitiatieven en maatregelen is geweest, meenden anderen dat de ESD tot dusver geen of weinig invloed heeft gehad op nationale beleidsontwikkelingen. De mate van invloed van de ESD lijkt eveneens te variëren van lidstaat tot lidstaat, wat mogelijk een weerspiegeling is van de verschillende posities van de lidstaten ten aanzien van hun ESD-streefcijfers, d.w.z. of zij meer maatregelen moeten nemen of niet. Uit de evaluatie van de ESD bleek dat in de meeste jaren vanaf 2007, toen de Europese Raad overeenstemming bereikte over de algemene klimaatdoelstellingen voor 2020, een stijging te zien was in de invoering van nationale beleidsinitiatieven in de ESD-sectoren. Zonder de ESD zouden maatregelen ter beperking van emissies in de ESD-sectoren op het niveau van de lidstaten misschien niet of langzamer zijn genomen. 5.3 Efficiëntie De kosten en baten in verband met de uitvoering van maatregelen in de ESD-sectoren zijn slecht te kwantificeren, aangezien het moeilijk is om een rechtstreeks verband te leggen tussen de vele nationale beleidsinitiatieven op het vlak van klimaat en energie enerzijds en emissiereducties in sectoren die onder de ESD vallen anderzijds. Dit is ook te wijten aan het feit dat de lidstaten bij de melding van nationale beleidsinitiatieven en maatregelen te weinig informatie verstrekken over hun verwachte en werkelijke kosten en baten. De belangrijkste winst als gevolg van de ESD heeft betrekking op de reductie van broeikasgasemissies in de sectoren die onder de beschikking vallen. Naast de directe kosten heeft de uitvoering van de ESD mogelijk ook een aantal economische nevenvoordelen opgeleverd, zoals verbeteringen op het gebied van luchtkwaliteit en continuïteit van de energievoorziening. Een ander meer kwalitatief voordeel van de ESD is dat zij de lidstaten helpt bij het instellen van institutionele kaders, doelstellingen en procedures voor gegevensverzameling en rapportage om emissies terug te dringen in de ESD-sectoren. Dit voordeel komt duidelijker naar voren in lidstaten waar de beleidsinitiatieven waarmee in deze sectoren de uitstoot wordt verlaagd, zijn overgedragen aan het regionale niveau. 12 Voortgangsverslag inzake klimaatactie, COM(2015) 576 final, blz. 9. 9

11 De kosten van de uitvoering van de ESD vloeien voort uit twee hoofdbronnen: de uitvoering van beleidsinitiatieven en maatregelen in relevante sectoren en ESD-rapportage. Met betrekking tot de rapportagekosten bleek de ESD op efficiënte wijze resultaten te boeken, hoewel er wellicht nog kansen zijn om de administratieve lasten verder te beperken. De kosten in verband met rapportage en naleving zijn gering en zijn voornamelijk voor rekening van de Commissie en het Europees Milieuagentschap. Er bleken geen grote verschillen te bestaan tussen de lidstaten. Er zijn wellicht kansen om de administratieve kosten op EU-niveau te verlagen, bijvoorbeeld door vereenvoudigde of minder frequente nalevingscontroles. Met betrekking tot de flexibiliteitsinstrumenten die door de ESD zijn voorzien, hebben drie lidstaten aangegeven dat zij van plan waren om AEA's van anderen te kopen, terwijl tien lidstaten AEA's wilden verkopen. De geringe vraag naar dergelijke overdrachten kan te verklaren zijn uit het feit dat de ESD zich nog in een vroeg stadium van uitvoering bevindt; ook zouden lidstaten er door bepaalde andere factoren, die niet in de evaluatie zijn meegenomen, de voorkeur aan kunnen geven nationale maatregelen uit te voeren in plaats van AEA's te kopen van andere lidstaten. 5.4 Coherentie De interviews met belanghebbenden, en in mindere mate de literatuurstudie, lijken erop te wijzen dat de doelstellingen van de ESD grotendeels in overeenstemming zijn met andere EU-beleidsinitiatieven op het vlak van klimaat en energie, zoals het emissiehandelssysteem en maatregelen op het vlak van energie-efficiëntie en hernieuwbare energie. De belanghebbenden zagen een sterke coherentie met de EU-doelstellingen inzake energie-efficiëntie en hernieuwbare energie, hoewel sommigen vraagtekens plaatsten bij de coherentie van de doelstellingen zelf. Doordat de lidstaten flexibel kunnen zijn in de manier waarop zij hun emissieplafonds respecteren, worden de ESD-doelstellingen als grotendeels coherent met de nationale beleidsvorming beschouwd. Er is mogelijk een gebrek aan coherentie tussen de ESD en andere maatregelen met betrekking tot landbouw en landgebruik, verandering in landgebruik en bosbouw (LULUCF). Dit mogelijke gebrek aan coherentie heeft deels te maken met andere internationale verbintenissen en niet met EUbeleidsinitiatieven; zo is landbouw zowel opgenomen in de ESD als in het Protocol van Kyoto, terwijl LULUCF wel in het Protocol van Kyoto, maar niet in de ESD wordt behandeld. Ook de coherentie met andere rapportageverplichtingen wordt als sterk beschouwd, met name ten aanzien van EU-interne en internationale rapportagevereisten. Men zag echter wel mogelijkheden om de rapportageverplichtingen uit hoofde van de ESD en die uit hoofde van energie-gerelateerde EUwetgeving te stroomlijnen. 5.5 Meerwaarde van de aanpak op EU-niveau Vóór de inwerkingtreding van de ESD waren er in verreweg de meeste EU-lidstaten geen of slechts zwakke drijfveren binnen het binnenlandse beleid, hetgeen doet vermoeden dat de maatregelen zonder de ESD mogelijk niet of langzamer zouden zijn genomen. Uit de evaluatie bleek dat sommige lidstaten in hun eigen nationale wetgeving uitgingen van ambitieuzere BKG-streefcijfers dan die van de ESD en dus mogelijk hoe dan ook actie zouden hebben ondernomen. Deze redenering houdt echter geen rekening met het feit dat het mogelijk juist de besprekingen over de 2020-doelstellingen van de EU zijn geweest die het vaststellen van nationale doelstellingen hebben gestimuleerd, door de zekerheid te bieden dat andere EU-lidstaten een minimum aan actie zouden ondernemen. Zelfs als er binnen lidstaten andere drijvende factoren waren, werd de ESD gezien als een aanvullende positieve factor, ook al was zij geen dominante drijfveer. Een andere belangrijke meerwaarde van de ESD tot op heden is de verbetering van de kwaliteit van de uitstootgegevens en -prognoses voor ESD-sectoren op nationaal niveau, wat heeft bijgedragen tot een 10

12 verbetering van de beleidsvoorbereiding. De jaarlijkse rapportage van emissies, gecombineerd met de tweejaarlijkse rapportage van beleidsinitiatieven, maatregelen en prognoses, houdt de lidstaten beter op de hoogte van de vorderingen, niet alleen op het vlak van de BKG-emissies, maar ook van andere aspecten van het klimaat- en energiebeleid. De rapportageverplichtingen bieden hun en andere belanghebbenden in de EU ook een instrument om hun prestaties te vergelijken met die van andere landen in de EU. Er was brede consensus onder de belanghebbenden dat er ook voor de periode na 2020 behoefte blijft bestaan aan een instrument zoals de ESD. 5.6 Mededinging In de evaluatie is onderzocht of nationale beleidsinitiatieven en maatregelen die door de lidstaten in het kader van de ESD zijn uitgevoerd, mogelijk tot verstoringen op de interne markt van de EU hebben geleid. Wegens het gebrek aan specifieke gegevens over de gevolgen van dergelijke nationale maatregelen op de interne markt van de EU zijn de evaluatieresultaten uitsluitend gebaseerd op de meningen van belanghebbenden. De meeste belanghebbenden gaven aan dat de ESD niet of nauwelijks invloed heeft gehad op de mededinging binnen de EU. Twee respondenten gaven aan dat de nationale beleidsinitiatieven voor de reductie van broeikasgassen die voortvloeiden uit de ESD de mogelijkheden voor productiegroei in de landbouw zouden kunnen beperken vanwege een vermeend lager reductiepotentieel in die sector. Geen enkele belanghebbende gaf echter voorbeelden waarbij nationale beleidsinitiatieven en maatregelen die voortvloeiden uit de ESD negatieve gevolgen hadden voor specifieke ondernemingen of delen van een sector. 6. Conclusies De ESD bevindt zich nog in een vroeg stadium van uitvoering. Niettemin blijkt uit de tot dusver verzamelde informatie dat ESD-streefcijfers doeltreffend zijn geweest bij het stimuleren van nieuwe nationale beleidsinitiatieven en maatregelen ter bevordering van effectieve BKG-emissiereducties binnen het kader van de ESD. Sinds 2009 zijn de meeste emissiereducties het gevolg van technologische veranderingen en van beleidsinitiatieven die hebben geleid tot een toename van het gebruik van minder koolstofintensieve technologieën. Dit effect werd versterkt door het feit dat de ESD werd gelanceerd als onderdeel van het 2020-pakket, samen met een aantal andere klimaat- en energie-initiatieven van de EU, met name op het gebied van energie-efficiëntie en hernieuwbare energie. Voor meerdere ESD-sectoren, waaronder gebouwen, vervoer, landbouw en afval, kan een deel van de emissiereducties tot dusver worden toegeschreven aan factoren die worden beïnvloed door beleidsinterventies in het kader van het 2020-pakket. Hoewel kon worden vastgesteld dat de ESD enig effect heeft gehad bij het stimuleren van nieuwe nationale beleidsinitiatieven in sommige lidstaten, waren er in dit stadium onvoldoende elementen om het totale effect van de ESD op de BKG-emissies te kwantificeren. De gegevens over de directe kosten van nationale beleidsinitiatieven die in het kader van de ESD werden uitgevoerd, zijn erg beperkt en het was dan ook niet mogelijk om deze kosten met zekerheid vast te stellen. Dit is deels te wijten aan het feit dat de lidstaten bij de melding van nationale beleidsinitiatieven en maatregelen tot dusver te weinig informatie hebben verstrekt over de verwachte en werkelijke kosten en baten. Uit de evaluatie blijkt dat de ESD op het niveau van de lidstaten tot beperkte extra administratieve lasten heeft geleid, hoewel er wellicht mogelijkheden zijn om de administratieve kosten op EU-niveau te verminderen, bijvoorbeeld door vereenvoudigde of minder frequente nalevingscontroles. De ESD blijft coherent met andere EU-beleidsinitiatieven op het vlak van klimaat en energie. Uit de openbare raadpleging bleek dat er onder de belanghebbenden sterke consensus bestaat dat er ook na 2020 nog steeds behoefte is aan een instrument zoals de ESD. 11

13 De evaluatie liet zien dat de ESD meerwaarde biedt door actie op EU-niveau. De belanghebbenden uit de lidstaten waren het er in grote mate over eens dat de ESD heeft geleid tot een groter bewustzijn van het reductiepotentieel in ESD-sectoren en een bijdrage heeft geleverd aan het opzetten van nieuwe nationale institutionele en juridische kaders. De ESD heeft ook de coördinatie op het vlak van BKGemissiereductie onder de ESD-sectoren en tussen nationale en regionale of lokale overheden verbeterd. De belanghebbenden hebben geen bewijs aangeleverd voor de veronderstelling dat nationale beleidsinitiatieven die voortvloeien uit de ESD zouden hebben geleid tot verstoringen op de interne markt van de EU. 12

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 20.7.2016 COM(2016) 483 final VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD over de evaluatie van de tenuitvoerlegging van Beschikking nr. 406/2009/EG overeenkomstig

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 2.3.2016 COM(2016) 62 final 2016/0036 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende de ondertekening, namens de Europese Unie, van de Overeenkomst van Parijs, die

Nadere informatie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie Raad van de Europese Unie Brussel, 8 maart 2017 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2017/0047 (NLE) 7098/17 VOORSTEL van: ingekomen: 3 maart 2017 aan: Nr. Comdoc.: Betreft: AELE 28 EEE 7 N 9 ISL 4 FL

Nadere informatie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie Raad van de Europese Unie Brussel, 2 december 2016 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2016/0382 (COD) 15120/16 ADD 9 BEGELEIDENDE NOTA van: ingekomen: 1 december 2016 aan: ENER 417 CLIMA 168 CONSOM

Nadere informatie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie Raad van de Europese Unie Brussel, 12 juli 2016 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2016/0213 (NLE) 11120/16 VOORSTEL van: ingekomen: 12 juli 2016 aan: Nr. Comdoc.: Betreft: ENER 281 RELEX 619 COWEB

Nadere informatie

Raad van de Europese Unie Brussel, 26 juli 2016 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 26 juli 2016 (OR. en) Raad van de Europese Unie Brussel, 26 juli 2016 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2016/0231 (COD) 11483/16 VOORSTEL van: ingekomen: 22 juli 2016 aan: Nr. Comdoc.: Betreft: CLIMA 92 ENV 511 ENER 293

Nadere informatie

452 ( ) Nr juli 2015 ( ) ingediend op. Ontwerp van decreet

452 ( ) Nr juli 2015 ( ) ingediend op. Ontwerp van decreet ingediend op 452 (2014-2015) Nr. 1 30 juli 2015 (2014-2015) Ontwerp van decreet houdende instemming met de Overeenkomst tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en IJsland, anderzijds, betreffende

Nadere informatie

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument SEC(2008) 1995.

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument SEC(2008) 1995. RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 12 juni 2008 (13.06) (OR. fr) Interinstitutioneel dossier: 2008/0110 (COD) 10637/08 ADD 2 AGRILEG 104 CODEC 769 INGEKOMEN DOCUMENT van: de heer Jordi AYET PUIGARNAU,

Nadere informatie

Raad van de Europese Unie Brussel, 7 november 2016 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 7 november 2016 (OR. en) Raad van de Europese Unie Brussel, 7 november 2016 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2016/0346 (NLE) 14116/16 COEST 289 WTO 316 VOORSTEL van: ingekomen: 31 oktober 2016 aan: Nr. Comdoc.: Betreft: de

Nadere informatie

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van EUROPESE COMMISSIE Brussel, 4.3.2019 C(2019) 1616 final GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE van 4.3.2019 tot wijziging van de bijlagen VIII en IX bij Richtlijn 2012/27/EU wat betreft de

Nadere informatie

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 20.7.2016 COM(2016) 482 final 2016/0231 (COD) Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD betreffende bindende jaarlijkse broeikasgasemissiereducties

Nadere informatie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie Raad van de Europese Unie Brussel, 17 december 2015 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2015/0314 (NLE) 15405/15 ASIM 176 BEGELEIDENDE NOTA van: ingekomen: 16 december 2015 aan: Nr. Comdoc.: Betreft:

Nadere informatie

INTERNATIONALE OVEREENKOMSTEN

INTERNATIONALE OVEREENKOMSTEN L 207/1 II (Niet-wetgevingshandelingen) INTERNATIONALE OVEREENKOMSTEN BESLUIT (EU) 2015/1339 VAN DE RAAD van 13 juli 2015 betreffende de sluiting, namens de Europese Unie, van de wijziging van Doha van

Nadere informatie

Raad van de Europese Unie Brussel, 18 augustus 2016 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 18 augustus 2016 (OR. en) Raad van de Europese Unie Brussel, 18 augustus 2016 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2016/0248 (NLE) 11723/16 TRANS 324 VOORSTEL van: ingekomen: 17 augustus 2016 aan: Nr. Comdoc.: Betreft: de heer

Nadere informatie

Raad van de Europese Unie Brussel, 19 juli 2017 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 19 juli 2017 (OR. en) Raad van de Europese Unie Brussel, 19 juli 2017 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2017/0160 (NLE) 11431/17 VOORSTEL van: ingekomen: 19 juli 2017 aan: Nr. Comdoc.: Betreft: ACP 86 WTO 171 COAFR 217

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 10.6.2016 COM(2016) 395 final 2016/0184 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende de sluiting, namens de Europese Unie, van de Overeenkomst van Parijs, die is

Nadere informatie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie Raad van de Europese Unie Brussel, 6 februari 2017 (OR. en) 5917/17 ADD 1 BEGELEIDENDE NOTA van: ingekomen: 1 februari 2017 aan: CLIMA 23 ENV 99 ENER 36 TRANS 44 IND 24 COMPET 73 MI 95 ECOFIN 66 de heer

Nadere informatie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie Raad van de Europese Unie Brussel, 1 juni 2017 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2017/0105 (NLE) 9741/17 VOORSTEL van: ingekomen: 29 mei 2017 aan: Nr. Comdoc.: Betreft: COEST 113 PHYTOSAN 8 VETER 42

Nadere informatie

Raad van de Europese Unie Brussel, 2 maart 2015 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 2 maart 2015 (OR. en) Raad van de Europese Unie Brussel, 2 maart 2015 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2015/0051 (NLE) 6144/15 VOORSTEL van: ingekomen: 3 maart 2015 aan: Nr. Comdoc.: Betreft: SOC 70 EMPL 31 ECOFIN 97 EDUC

Nadere informatie

VERSLAG VAN DE COMMISSIE

VERSLAG VAN DE COMMISSIE EUROPESE COMMISSIE Brussel, 23.9.2016 COM(2016) 618 final VERSLAG VAN DE COMMISSIE Verslag met het oog op de berekening van de toegewezen hoeveelheid van de Unie, alsook het verslag met het oog op de berekening

Nadere informatie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie Raad van de Europese Unie Brussel, 1 oktober 2015 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2015/0222 (NLE) 12579/15 PECHE 331 VOORSTEL van: ingekomen: 1 oktober 2015 aan: Nr. Comdoc.: Betreft: de heer Jordi

Nadere informatie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie Raad van de Europese Unie Brussel, 14 februari 2017 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2017/0027 (NLE) 6286/17 VOORSTEL van: ingekomen: 13 februari 2017 aan: Nr. Comdoc.: Betreft: ENV 133 MI 128 WTO

Nadere informatie

Raad van de Europese Unie Brussel, 18 mei 2017 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 18 mei 2017 (OR. en) Raad van de Europese Unie Brussel, 18 mei 2017 (OR. en) 9438/17 ADD 1 MAP 12 BEGELEIDENDE NOTA van: ingekomen: 17 mei 2017 aan: de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretaris-generaal van

Nadere informatie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie Raad van de Europese Unie Brussel, 27 mei 2016 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2016/0151 (COD) 9479/16 ADD 2 BEGELEIDENDE NOTA van: ingekomen: 26 mei 2016 aan: Nr. Comdoc.: Betreft: AUDIO 68 DIGIT

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 2.2.2017 COM(2017) 51 final 2017/0016 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende de sluiting van de in Kigali goedgekeurde overeenkomst tot wijziging van het Protocol

Nadere informatie

Raad van de Europese Unie Brussel, 9 januari 2015 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 9 januari 2015 (OR. en) Raad van de Europese Unie Brussel, 9 januari 2015 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2013/0376 (NLE) 10400/1/14 REV 1 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: CLIMA 60 ENV 492 ENER 207 ONU

Nadere informatie

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT DE RAAD Brussel, 16 juli 2015 (OR. en) 2014/0011 (COD) PE-CONS 32/15 CLIMA 55 ENV 316 MI 328 IND 82 ENER 178 ECOFIN 368 TRANS 168 COMPET 235 CODEC 742 WETGEVINGSBESLUITEN

Nadere informatie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie Raad van de Europese Unie Brussel, 9 februari 2016 (OR. en) 5969/16 BEGELEIDENDE NOTA van: ingekomen: 13 januari 2016 aan: Nr. Comdoc.: Betreft: COMPET 43 ENT 26 EDUC 22 ETS 3 JUR 65 MI 70 DELACT 18 de

Nadere informatie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie Raad van de Europese Unie Brussel, 9 juni 2017 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2017/0115 (CNS) 10175/17 ADD 4 FISC 136 TRANS 263 IA 104 VOORSTEL van: ingekomen: 1 juni 2017 aan: Nr. Comdoc.: Betreft:

Nadere informatie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie Raad van de Europese Unie Brussel, 17 maart 2017 (OR. en) 7415/17 ENV 270 MI 241 DELACT 52 BEGELEIDENDE NOTA van: ingekomen: 15 maart 2017 aan: Nr. Comdoc.: Betreft: de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur,

Nadere informatie

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 19.12.2017 COM(2017) 769 final 2017/0347 (COD) Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot intrekking van Verordening (EU) nr. 256/2014 van het Europees

Nadere informatie

Raad van de Europese Unie Brussel, 9 september 2016 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 9 september 2016 (OR. en) Raad van de Europese Unie Brussel, 9 september 2016 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2016/0265 (COD) 12056/16 ADD 2 BEGELEIDENDE NOTA van: ingekomen: 7 september 2016 aan: Nr. Comdoc.: Betreft: ECOFIN

Nadere informatie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie Raad van de Europese Unie Brussel, 2 december 2016 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2016/0379 (COD) 15135/16 ADD 8 BEGELEIDENDE NOTA van: ingekomen: 1 december 2016 aan: Nr. Comdoc.: ENER 418 ENV

Nadere informatie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie Raad van de Europese Unie Brussel, 12 april 2016 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2012/0011 (COD) 7805/16 BEGELEIDENDE NOTA van: ingekomen: 11 april 2016 aan: Nr. Comdoc.: Betreft: DATAPROTECT 26

Nadere informatie

Hierbij gaat voor de delegaties document C(2015) 4394 final. Bijlage: C(2015) 4394 final /15 hh DGG 3A. Raad van de Europese Unie

Hierbij gaat voor de delegaties document C(2015) 4394 final. Bijlage: C(2015) 4394 final /15 hh DGG 3A. Raad van de Europese Unie Raad van de Europese Unie Brussel, 6 juli 2015 (OR. en) 10588/15 BEGELEIDENDE NOTA van: aan: Nr. Comdoc.: Betreft: MI 444 ENT 133 COMPET 333 DELACT 84 de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de

Nadere informatie

de heer Uwe CORSEPIUS, secretaris-generaal van de Raad van de Europese Unie

de heer Uwe CORSEPIUS, secretaris-generaal van de Raad van de Europese Unie RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 23 december 2013 (OR. en) 18165/13 Interinstitutioneel dossier: 2013/0448 (NLE) VOORSTEL van: ingekomen: 20 december 2013 aan: Nr. Comdoc.: Betreft: ENV 1234 ENER 599

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 20 mei 2014 (OR. en) 10071/14 Interinstitutioneel dossier: 2014/0134 (NLE) AVIATION 120 COEST 175 NIS 27 RELEX 437

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 20 mei 2014 (OR. en) 10071/14 Interinstitutioneel dossier: 2014/0134 (NLE) AVIATION 120 COEST 175 NIS 27 RELEX 437 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 20 mei 2014 (OR. en) 10071/14 Interinstitutioneel dossier: 2014/0134 (NLE) AVIATION 120 COEST 175 NIS 27 RELEX 437 BEGELEIDENDE NOTA van: de heer Jordi AYET PUIGARNAU,

Nadere informatie

Fiche 6: Mededeling Een snellere overgang van Europa naar een koolstofarme economie

Fiche 6: Mededeling Een snellere overgang van Europa naar een koolstofarme economie Fiche 6: Mededeling Een snellere overgang van Europa naar een koolstofarme economie 1. Algemene gegevens a) Titel voorstel Een snellere overgang van Europa naar een koolstofarme economie; mededeling bij

Nadere informatie

VR MED.0081/1

VR MED.0081/1 VR 2017 1702 MED.0081/1 DE VLAAMSE MINISTER VAN OMGEVING, NATUUR EN LANDBOUW MEDEDELING AAN DE LEDEN VAN VLAAMSE REGERING Betreft: Voortgangsrapport van Vlaams mitigatieplan 2013-2020 met Broeikasgasinventaris

Nadere informatie

Raad van de Europese Unie Brussel, 9 juni 2017 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 9 juni 2017 (OR. en) Raad van de Europese Unie Brussel, 9 juni 2017 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2017/0124 (NLE) 10201/17 FISC 137 VOORSTEL van: ingekomen: 8 juni 2017 aan: Nr. Comdoc.: Betreft: de heer Jordi AYET

Nadere informatie

Milieu-actualiteit NON-ETS. 3 mei 2018

Milieu-actualiteit NON-ETS. 3 mei 2018 Milieu-actualiteit NON-ETS 3 mei 2018 Europees beleid NON-ETS sectoren (effort sharing regulation) Welke doelstellingen 2021-2030? Europese doelstellingen 2030 (tov 2005) - 40 % BKG emissies - 30 % voor

Nadere informatie

10819/03 Interinstitutioneel dossier: 2001/0245 (COD)

10819/03 Interinstitutioneel dossier: 2001/0245 (COD) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 8 juli 2003 (14.07) (OR. en) 10819/03 Interinstitutioneel dossier: 2001/0245 (COD) CODEC 891 JUR 273 ENV 362 MI 157 IND 96 ENER 204 NOTA van: aan: Betreft: het secretariaat-generaal

Nadere informatie

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 16 november 2007 (16.11) (OR. en) 15314/07 Interinstitutioneel dossier: 2007/0244 (CNS) LIMITE AGRILEG 171

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 16 november 2007 (16.11) (OR. en) 15314/07 Interinstitutioneel dossier: 2007/0244 (CNS) LIMITE AGRILEG 171 Conseil UE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 16 november 2007 (16.11) (OR. en) PUBLIC 15314/07 Interinstitutioneel dossier: 2007/0244 (CNS) LIMITE AGRILEG 171 INGEKOMEN DOCUMENT van: de heer Jordi AYET

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 20 juni 2014 (OR. en) 11190/14 Interinstitutioneel dossier: 2014/0188 (NLE) AVIATION 137 ISR 2

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 20 juni 2014 (OR. en) 11190/14 Interinstitutioneel dossier: 2014/0188 (NLE) AVIATION 137 ISR 2 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 20 juni 2014 (OR. en) 11190/14 Interinstitutioneel dossier: 2014/0188 (NLE) AVIATION 137 ISR 2 BEGELEIDENDE NOTA van: de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens

Nadere informatie

PAKKET ENERGIE-UNIE BIJLAGE STAPPENPLAN VOOR DE ENERGIE-UNIE. bij de

PAKKET ENERGIE-UNIE BIJLAGE STAPPENPLAN VOOR DE ENERGIE-UNIE. bij de EUROPESE COMMISSIE Brussel, 25.2.2015 COM(2015) 80 final ANNEX 1 PAKKET ENERGIE-UNIE BIJLAGE STAPPENPLAN VOOR DE ENERGIE-UNIE bij de MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET

Nadere informatie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie Raad van de Europese Unie Brussel, 29 maart 2017 (OR. en) 7791/17 ADD 1 TELECOM 76 COMPET 226 MI 288 BEGELEIDENDE NOTA van: ingekomen: 23 maart 2017 aan: de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens

Nadere informatie

WERKDOCUMENT VAN DE DIENSTEN VAN DE COMMISSIE SAMENVATTING VAN DE EFFECTBEOORDELING. bij

WERKDOCUMENT VAN DE DIENSTEN VAN DE COMMISSIE SAMENVATTING VAN DE EFFECTBEOORDELING. bij EUROPESE COMMISSIE Brussel, 30.11.2016 SWD(2016) 419 final PART 1/2 WERKDOCUMENT VAN DE DIENSTEN VAN DE COMMISSIE SAMENVATTING VAN DE EFFECTBEOORDELING bij Voorstel voor een richtlijn van het Europees

Nadere informatie

Raad van de Europese Unie Brussel, 20 oktober 2014 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 20 oktober 2014 (OR. en) Raad van de Europese Unie Brussel, 20 oktober 2014 (OR. en) 14484/14 EF 267 ECOFIN 940 DELACT 200 BEGELEIDENDE NOTA van: ingekomen: 17 oktober 2014 aan: Nr. Comdoc.: Betreft: de heer Jordi AYET PUIGARNAU,

Nadere informatie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie Raad van de Europese Unie Brussel, 24 januari 2017 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2017/0010 (NLE) 5569/17 ENV 50 COMPET 37 VOORSTEL van: ingekomen: 19 januari 2017 aan: Nr. Comdoc.: Betreft: de

Nadere informatie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie Raad van de Europese Unie Brussel, 24 augustus 2017 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2017/0205 (NLE) 11719/17 FISC 175 VOORSTEL van: ingekomen: 23 augustus 2017 aan: Nr. Comdoc.: Betreft: de heer

Nadere informatie

WERKDOCUMENT VAN DE DIENSTEN VAN DE COMMISSIE SAMENVATTING VAN DE EFFECTBEOORDELING. bij

WERKDOCUMENT VAN DE DIENSTEN VAN DE COMMISSIE SAMENVATTING VAN DE EFFECTBEOORDELING. bij EUROPESE COMMISSIE Brussel, 21.12.2017 SWD(2017) 479 final WERKDOCUMENT VAN DE DIENSTEN VAN DE COMMISSIE SAMENVATTING VAN DE EFFECTBEOORDELING bij Voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement

Nadere informatie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie Raad van de Europese Unie Brussel, 22 juni 2017 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2017/0138 (CNS) 10582/17 ADD 1 FISC 149 ECOFIN 572 IA 115 VOORSTEL van: ingekomen: 22 juni 2017 aan: de heer Jordi

Nadere informatie

Raad van de Europese Unie Brussel, 12 januari 2015 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 12 januari 2015 (OR. en) Raad van de Europese Unie Brussel, 12 januari 2015 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2014/0359 (NLE) 5187/15 ENV 11 ENT 11 ONU 3 VOORSTEL van: ingekomen: 9 januari 2015 aan: Nr. Comdoc.: Betreft: de

Nadere informatie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie Raad van de Europese Unie Brussel, 17 maart 2017 (OR. en) 7431/17 EF 52 ECOFIN 216 DELACT 53 BEGELEIDENDE NOTA van: ingekomen: 16 maart 2017 aan: Nr. Comdoc.: Betreft: de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur,

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 4 februari 2010 (OR. en) 6056/10 Interinstitutioneel dossier: 2010/0028 (NLE) ANTIDUMPING 8 COMER 16

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 4 februari 2010 (OR. en) 6056/10 Interinstitutioneel dossier: 2010/0028 (NLE) ANTIDUMPING 8 COMER 16 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 4 februari 2010 (OR. en) 6056/10 Interinstitutioneel dossier: 2010/0028 (NLE) ANTIDUMPING 8 COMER 16 VOORSTEL van: de Commissie d.d.: 4 februari 2010 Betreft: Voorstel

Nadere informatie

WERKDOCUMENT VAN DE DIENSTEN VAN DE COMMISSIE SAMENVATTING VAN DE EFFECTBEOORDELING. bij

WERKDOCUMENT VAN DE DIENSTEN VAN DE COMMISSIE SAMENVATTING VAN DE EFFECTBEOORDELING. bij EUROPESE COMMISSIE Brussel, 30.11.2016 SWD(2016) 406 final WERKDOCUMENT VAN DE DIENSTEN VAN DE COMMISSIE SAMENVATTING VAN DE EFFECTBEOORDELING bij het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement

Nadere informatie

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument SEC(2008) 2863

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument SEC(2008) 2863 RAAD VA DE EUROPESE U IE Brussel, 19 november 2008 (20.11) (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2008/0222 (COD) 15906/08 ADD 2 E ER 390 E V 847 CO SOM 188 CODEC 1585 I GEKOME DOCUME T van: de heer Jordi

Nadere informatie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie Raad van de Europese Unie Brussel, 8 februari 2017 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2017/0018 (NLE) 6080/17 FISC 37 VOORSTEL van: ingekomen: 7 februari 2017 aan: Nr. Comdoc.: Betreft: de heer Jordi

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 5.10.2017 COM(2017) 582 final 2017/0253 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende het namens de Europese Unie in het Gemengd Comité van de EER in te nemen standpunt

Nadere informatie

Raad van de Europese Unie Brussel, 20 februari 2018 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 20 februari 2018 (OR. en) Raad van de Europese Unie Brussel, 20 februari 2018 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2018/0036 (NLE) 6321/18 VOORSTEL van: ingekomen: 19 februari 2018 aan: Nr. Comdoc.: Betreft: RECH 49 MED 3 AGRI

Nadere informatie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie Raad van de Europese Unie Brussel, 16 juni 2017 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2017/0131 (NLE) 10415/17 FISC 144 VOORSTEL van: ingekomen: 15 juni 2017 aan: Nr. Comdoc.: Betreft: de heer Jordi AYET

Nadere informatie

Raad van de Europese Unie Brussel, 12 maart 2015 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 12 maart 2015 (OR. en) Raad van de Europese Unie Brussel, 12 maart 2015 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2013/0371 (COD) 7105/15 BEGELEIDENDE NOTA van: ingekomen: 10 maart 2015 aan: Nr. Comdoc.: Betreft: ENV 162 MI 162

Nadere informatie

Zittingsdocument B7-0000/2013 ONTWERPRESOLUTIE. naar aanleiding van vraag voor mondeling antwoord B7-0000/2013

Zittingsdocument B7-0000/2013 ONTWERPRESOLUTIE. naar aanleiding van vraag voor mondeling antwoord B7-0000/2013 EUROPEES PARLEMENT 2009-2014 Zittingsdocument 22.4.2013 B7-0000/2013 ONTWERPRESOLUTIE naar aanleiding van vraag voor mondeling antwoord B7-0000/2013 ingediend overeenkomstig artikel 115, lid 5, van het

Nadere informatie

14129/15 gys/gra/hw 1 DG B 3A

14129/15 gys/gra/hw 1 DG B 3A Raad van de Europese Unie Brussel, 20 november 2015 14129/15 SOC 668 EMPL 438 ECOFIN 853 POLGEN 166 NOTA van: het secretariaat-generaal van de Raad aan: het Comité van permanente vertegenwoordigers (1e

Nadere informatie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie Raad van de Europese Unie Brussel, 2 juni 2017 (OR. en) 9940/17 ADD 3 ECOFIN 491 UEM 185 INST 242 BEGELEIDENDE NOTA van: ingekomen: 1 juni 2017 aan: de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 31 januari 2006 (01.02) (OR. en) 5853/06 Interinstitutioneel dossier: 2006/0010 (CNS) SOC 42 ECOFIN 27

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 31 januari 2006 (01.02) (OR. en) 5853/06 Interinstitutioneel dossier: 2006/0010 (CNS) SOC 42 ECOFIN 27 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 31 januari 2006 (01.02) (OR. en) 5853/06 Interinstitutioneel dossier: 2006/0010 (CNS) SOC 42 ECOFIN 27 VOORSTEL van: de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de

Nadere informatie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie Raad van de Europese Unie Brussel, 6 april 2016 (OR. en) 7604/16 UD 69 DELACT 58 BEGELEIDENDE NOTA van: ingekomen: 5 april 2016 aan: Nr. Comdoc.: Betreft: de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens

Nadere informatie

Raad van de Europese Unie Brussel, 4 augustus 2017 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 4 augustus 2017 (OR. en) Raad van de Europese Unie Brussel, 4 augustus 2017 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2017/0183 (NLE) 11618/17 FISC 172 VOORSTEL van: ingekomen: 3 augustus 2017 aan: Nr. Comdoc.: Betreft: de heer Jordi

Nadere informatie

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument SEC(2008) 2167.

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument SEC(2008) 2167. RAAD VA DE EUROPESE U IE Brussel, 8 juli 2008 (09.07) (OR. fr) Interinstitutioneel dossier: 2008/0141 (COD) 11555/08 ADD 2 SOC 413 CODEC 936 I GEKOME DOCUME T van: de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur,

Nadere informatie

10667/16 oms/hh 1 DGG 2B

10667/16 oms/hh 1 DGG 2B Raad van de Europese Unie Brussel, 27 juni 2016 (OR. en) 10667/16 RESULTAAT BESPREKINGEN van: aan: het secretariaat-generaal van de Raad de delegaties FSTR 35 FC 29 REGIO 42 SOC 434 AGRISTR 36 PECHE 243

Nadere informatie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie Raad van de Europese Unie Brussel, 21 september 2017 (OR. en) 12415/17 BEGELEIDENDE NOTA van: ingekomen: 20 september 2017 aan: Nr. Comdoc.: Betreft: AGRI 492 AGRIFIN 92 AGRIORG 88 DELACT 160 de heer Jordi

Nadere informatie

Broeikasgasemissies Landbouw en Visserij: cijfers en beleid

Broeikasgasemissies Landbouw en Visserij: cijfers en beleid Broeikasgasemissies Landbouw en Visserij: cijfers en beleid Rondetafel Klimaat, 20/06/2016 Departement Landbouw en Visserij Inhoud (1) Waar wil Europa naartoe? (2) Waar staat Vlaanderen? Landbouw en visserij?

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 29.5.2019 COM(2019) 245 final 2019/0120 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende het namens de Europese Unie in het Gemengd Comité van de EER in te nemen standpunt

Nadere informatie

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN 15.10.2015 L 268/1 II (Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2015/1844 VAN DE COMMISSIE van 13 juli 2015 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 389/2013 wat betreft de

Nadere informatie

Raad van de Europese Unie Brussel, 4 juli 2014 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 4 juli 2014 (OR. en) Raad van de Europese Unie Brussel, 4 juli 2014 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2014/0194 (COD) 5520/14 BEGELEIDENDE NOTA van: ingekomen: 26 juni 2014 aan: Nr. Comdoc.: Betreft: ECOFIN 49 UEM 12 STATIS

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 13 september 2007 (17.09) (OR. en) 12907/07 Interinstitutioneel dossier: 2007/0181 (CNS)

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 13 september 2007 (17.09) (OR. en) 12907/07 Interinstitutioneel dossier: 2007/0181 (CNS) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 13 september 2007 (17.09) (OR. en) 12907/07 Interinstitutioneel dossier: 2007/0181 (CNS) AVIATION 150 RELEX 649 MA 7 VOORSTEL van: de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur,

Nadere informatie

Raad van de Europese Unie Brussel, 11 augustus 2017 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 11 augustus 2017 (OR. en) Raad van de Europese Unie Brussel, 11 augustus 2017 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2017/0188 (NLE) 11653/17 FISC 173 VOORSTEL van: ingekomen: 9 augustus 2017 aan: Nr. Comdoc.: Betreft: de heer Jordi

Nadere informatie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie Raad van de Europese Unie Brussel, 1 maart 2016 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2016/0052 (NLE) 6677/16 VOORSTEL van: ingekomen: 23 februari 2016 aan: Nr. Comdoc.: Betreft: AELE 7 EEE 4 N 8 ISL 4

Nadere informatie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie Raad van de Europese Unie Brussel, 26 september 2017 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2017/0233 (NLE) 12544/17 FISC 199 VOORSTEL van: ingekomen: 25 september 2017 aan: Nr. Comdoc.: Betreft: de heer

Nadere informatie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie Raad van de Europese Unie Brussel, 20 oktober 2015 (OR. en) 13159/15 FIN 699 BEGELEIDENDE NOTA van: ingekomen: 20 oktober 2015 aan: Nr. Comdoc.: de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal

Nadere informatie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie Raad van de Europese Unie Brussel, 19 mei 2017 (OR. en) 9533/17 AGRI 281 AGRIORG 51 DELACT 86 BEGELEIDENDE NOTA van: ingekomen: 19 mei 2017 aan: Nr. Comdoc.: Betreft: de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur,

Nadere informatie

Raad van de Europese Unie Brussel, 7 juli 2016 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 7 juli 2016 (OR. en) Raad van de Europese Unie Brussel, 7 juli 2016 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2016/0208 (COD) 10678/16 ADD 2 BEGELEIDENDE NOTA van: ingekomen: 6 juli 2016 aan: Nr. Comdoc.: Betreft: EF 208 ECOFIN

Nadere informatie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie Raad van de Europese Unie Brussel, 12 april 2017 (OR. en) 8199/17 BEGELEIDENDE NOTA van: ingekomen: 10 april 2017 aan: Nr. Comdoc.: Betreft: DENLEG 31 AGRI 197 SAN 150 DELACT 71 de heer Jordi AYET PUIGARNAU,

Nadere informatie

Raad van de Europese Unie Brussel, 6 juli 2017 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 6 juli 2017 (OR. en) Raad van de Europese Unie Brussel, 6 juli 2017 (OR. en) 11042/17 BEGELEIDENDE NOTA van: ingekomen: 5 juli 2017 aan: Nr. Comdoc.: D050682/02 Betreft: de Europese Commissie het secretariaat-generaal van

Nadere informatie

De nieuwe energie-efficiëntierichtlijn - Uitdagingen & oplossingen -

De nieuwe energie-efficiëntierichtlijn - Uitdagingen & oplossingen - De nieuwe energie-efficiëntierichtlijn l - Uitdagingen & oplossingen - DG Energie 22 juni 2011 ENERGIEVOORZIENING NOG AFHANKELIJKER VAN IMPORT Te verwachten scenario gebaseerd op cijfers in 2009 in % OLIE

Nadere informatie

ADVIES VAN DE COMMISSIE. van over het ontwerpbegrotingsplan van België. {SWD(2018) 511 final}

ADVIES VAN DE COMMISSIE. van over het ontwerpbegrotingsplan van België. {SWD(2018) 511 final} EUROPESE COMMISSIE Brussel, 21.11.2018 C(2018) 8011 final ADVIES VAN DE COMMISSIE van 21.11.2018 over het ontwerpbegrotingsplan van België {SWD(2018) 511 final} NL NL ALGEMENE OVERWEGINGEN ADVIES VAN DE

Nadere informatie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie Raad van de Europese Unie Brussel, 23 mei 2017 (OR. en) 9601/17 ADD 4 JAI 537 ASIM 57 CO EUR-PREP 27 BEGELEIDENDE NOTA van: ingekomen: 17 mei 2017 aan: de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de

Nadere informatie

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 27 januari 2012 (30.01) (OR. en) 5859/12 Interinstitutioneel dossier: 2012/0002 ( LE) FISC 15

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 27 januari 2012 (30.01) (OR. en) 5859/12 Interinstitutioneel dossier: 2012/0002 ( LE) FISC 15 RAAD VA DE EUROPESE U IE Brussel, 27 januari 2012 (30.01) (OR. en) 5859/12 Interinstitutioneel dossier: 2012/0002 ( LE) FISC 15 VOORSTEL van: de Europese Commissie d.d.: 26 januari 2012 Nr. Comdoc.: COM(2012)

Nadere informatie

de heer Jeppe TRANHOLM-MIKKELSEN, secretaris-generaal van de

de heer Jeppe TRANHOLM-MIKKELSEN, secretaris-generaal van de Raad van de Europese Unie Brussel, 28 november 2018 (OR. en) 14848/18 COEST 237 WTO 307 BEGELEIDENDE NOTA van: ingekomen: 27 november 2018 aan: Nr. Comdoc.: Betreft: de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur,

Nadere informatie

Raad van de Europese Unie Brussel, 12 april 2018 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 12 april 2018 (OR. en) Raad van de Europese Unie Brussel, 12 april 2018 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2018/0089 (COD) 7877/18 ADD 5 VOORSTEL van: ingekomen: 12 april 2018 aan: Nr. Comdoc.: Betreft: CONSOM 102 MI 247

Nadere informatie

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument SEC(2009) 918 definitief.

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument SEC(2009) 918 definitief. RAAD VA DE EUROPESE U IE Brussel, 7 juli 2009 (08.07) (OR. en) 11783/09 ECOFI 505 UEM 211 I GEKOME DOCUME T van: de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretaris-generaal van de Europese Commissie

Nadere informatie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie Raad van de Europese Unie Brussel, 14 oktober 2015 (OR. en) 13021/15 ENER 354 ENV 627 DELACT 136 BEGELEIDENDE NOTA van: ingekomen: 12 oktober 2015 aan: Nr. Comdoc.: Betreft: de heer Jordi AYET PUIGARNAU,

Nadere informatie

Hierbij gaat voor de delegaties document D040155/01.

Hierbij gaat voor de delegaties document D040155/01. Raad van de Europese Unie Brussel, 24 september 2015 (OR. en) 12353/15 ENV 586 ENT 199 MI 583 BEGELEIDENDE NOTA van: de Europese Commissie ingekomen: 23 september 2015 aan: Nr. Comdoc.: D040155/01 Betreft:

Nadere informatie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie Raad van de Europese Unie Brussel, 1 december 2016 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2016/0371 (CNS) 14822/16 ADD 2 FISC 209 ECOFIN 1113 IA 128 BEGELEIDENDE NOTA van: ingekomen: 1 december 2016 aan:

Nadere informatie

*** ONTWERPAANBEVELING

*** ONTWERPAANBEVELING EUROPEES PARLEMENT 2009-2014 Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid 29.1.2014 2013/0376(E) *** ONTWERPAANBEVELING over het voorstel voor een besluit van de Raad tot vaststelling van

Nadere informatie

Raad van de Europese Unie Brussel, 18 juli 2014 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 18 juli 2014 (OR. en) Raad van de Europese Unie Brussel, 18 juli 2014 (OR. en) 12039/14 ENV 682 CLIMA 76 ENT 165 BEGELEIDENDE NOTA van: ingekomen: 16 juli 2014 aan: Nr. Comdoc.: D034584/01 Betreft: de Europese Commissie het

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 28 mei 2008 (04.06) (OR. en) 9935/08 SOC 316 COMPET 194

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 28 mei 2008 (04.06) (OR. en) 9935/08 SOC 316 COMPET 194 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 28 mei 2008 (04.06) (OR. en) 9935/08 SOC 316 COMPET 194 VERSLAG van: het Comité van permanente vertegenwoordigers (1e deel) aan: de Raad EPSCO Nr. vorig doc.: 9081/08

Nadere informatie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie Raad van de Europese Unie Brussel, 30 mei 2016 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2016/0148 (COD) 9565/16 ADD 1 VOORSTEL van: ingekomen: 26 mei 2016 aan: Nr. Comdoc.: Betreft: CONSOM 126 MI 393 COMPET

Nadere informatie

Raad van de Europese Unie Brussel, 8 maart 2016 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 8 maart 2016 (OR. en) Raad van de Europese Unie Brussel, 8 maart 2016 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2016/0067 (NLE) 6914/16 WTO 56 VOORSTEL van: ingekomen: 8 maart 2016 aan: Nr. Comdoc.: Betreft: de heer Jordi AYET

Nadere informatie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie Raad van de Europese Unie Brussel, 21 december 2016 (OR. en) 15756/16 BEGELEIDENDE NOTA van: ingekomen: 19 december 2016 aan: Nr. Comdoc.: Betreft: ENT 239 MI 810 ENV 822 DELACT 260 de heer Jordi AYET

Nadere informatie