AOI- 5 Indicatorenset integrale geboortezorg

Transcriptie

1 AOI- 5 Indicatorenset integrale geboortezorg Antwoorden op gestelde vragen tijdens het webinar Implementatie indicatorenset integrale geboortezorg 25 september

2 Inleiding Op 25 september 2017 zond het CPZ een webinar uit over de invoering van de indicatorenset integrale geboortezorg. Wat houdt deze set in? Wat verandert er qua werkwijze? Wat moet er allemaal gebeuren? Op welke wijze ondersteunt de set de kwaliteitsverbetering in het VSV? Moeten we op een andere manier registreren? Deze en meer vragen kwamen aan bod in het webinar. Tijdens het webinar konden deelnemers vragen stellen aan Anna Krüger, lid CPZ Taskforce en Simone Vankan, verloskundige en betrokken bij het VSV dat samen met het WKZ in 2009 opgericht is. In dit document vind je de antwoorden terug op de vragen over de AOI- 5 (Adverse Outcome Index) U kunt het webinar bekijken via deze link:

3 Vragen over AOI- 5 (Adverse Outcome Index) 1. Wat is de AOI- 5? De AOI- 5 is een gevalideerde uitkomstmaat voor de geboortezorg. Het gaat om 5 niet- gewenste uitkomsten (Adverse Outcome Index) die uit de Perined- registraties wordt gehaald voor het hele VSV. De 5 uitkomsten zijn: Sterfte baby, opname baby op de NICU, Apgar >/7, fluxus en ernstige perineumruptuur. Perined gebruikt de gekoppelde monodisciplinaire data om daar de AOI- 5 uit te halen. Een soort filter, dus. Alle uitkomsten krijgen een cijfer (deels naar gelang de ongewenstheid van de uitkomst) en deze cijfers worden opgeteld en gedeeld waardoor er 1 getal uitkomt. Dat getal gaat door onderlinge vergelijking van VSV's en door interne analyse bij het VSV steeds meer een waarde krijgen in wat het zegt over de kwaliteit van zorgverlening in het VSV. De AOI- 5 is in wezen een thermometer voor de stand van zaken van de kwaliteit en een reden om de eigen data te analyseren en cyclisch te bespreken. 2. Wat kun je doen met de uitkomsten? Je kunt bijvoorbeeld ieder kwartaal naar de uitkomsten kijken van de indicatoren. Deze geven zicht op de kwaliteit van zorg die met elkaar geleverd op. Wat gaat goed, wat heeft aandacht nodig, noem maar op. Door de uitkomsten met elkaar te analyseren, kun je plannen met elkaar opstellen over hoe je de zorgverlening kunt verbeteren. Door de uitkomsten herhaaldelijk te analyseren en te beoordelen, weet je als VSV of je plan heeft gewerkt om de zorg te verbeteren of dat je je plan moet bijstellen. Hierdoor pas je een kwaliteitscyclus toe. 3. Hoe kan AOI 5 kwaliteit van zorg ketenbreed weergeven? Kan bijvoorbeeld kraamzorg hiermee voldoende gemonitord worden? Uit de validatiestudie van de AOI- 5 blijkt dat deze zicht geeft op de kwaliteit van de hele keten. Daarnaast geven de indicatoren plaats- en aard van zorg, alsmede de Borstvoedingsindicatie en de klantervaringen aanvullende data. Hoewel sommige ketendelen hierdoor meer gemonitord worden dan andere gaat het om indicatoren en uitkomsten van het gehele proces in het VSV.

4 Vragen over AOI Hoe is het in het VSV van het WKZ ervaren dat de resultaten (outcome) over het gehele VSV bekend werden gemaakt. M.a.w.: werd het door zorgverleners als spannend ervaren en hoe ben je hier mee om gegaan? Simone Vankan: Het is binnen het VSV WKZ eigenlijk niet als erg spannend ervaren dat uitkomsten over het gehele VSV bekend werden gemaakt. Na jaren van relatie opbouw, was en is er voldoende vertrouwen en respect voor elkaar om binnen het VSV hier goed mee om te gaan. Wel was het even slikken de eerste keer voor ons allemaal. Ook wij hadden het idee dat we als VSV betere uitkomsten zouden hebben en dit bleek helaas tegen te vallen op sommige punten, met name onze HPP- resultaten. Maar gelukkig waren er ook goede resultaten, zo hebben wij bijvoorbeeld een hoog borstvoedingscijfer t.o.v. landelijke cijfers. En dat is ook fijn om te delen met elkaar. 5. Wordt het ook mogelijk om indicatoren in onderlinge samenhang te analyseren, bijv. slagen borstvoeding in relatie tot Aoi- 5 score? Dat geeft mogelijk extra informatie om je scores te interpreteren. Zeker. Het is juist de bedoeling van de complete indicatorenset: de AOI- 5, Aard (spontaan/instrumenteel/sectio C)- en Plaats van de zorg (thuis/poliklinisch/klinisch), Borstvoedingsindicator en de cliëntervaring horen bij elkaar en moeten in hun samenhang het leer- en verbeterproces van het VSV op gang brengen en de kwaliteit verbeteren. Het mooiste is als het VSV hiervoor een systeem voor een cyclische beoordeling van de kwaliteit invoert, bijvoorbeeld de PDCA- cyclus - Plan, Do, Check, Act - cyclus. 6. De subjectiviteit van het registreren blijft een probleem. Hoe kunnen we dat oplossen? Die onscherpte zit op meer punten in de registratievragen en dus in de AOI- 5 uitkomsten. Het blijft belangrijk om te monitoren op het registratieproces en bij te stellen waar het kan/moet. Op een hoger niveau zou er misschien een klankbordgroep moeten komen?

5 Vragen over AOI Hoe ga je om met de uitkomsten van AOI 5 van verloskundigen die bevallingen verrichten in het ziekenhuis, maar niet lid zijn van het VSV? Het toerekenen van zorggevallen aan een VSV vindt op dit moment bij Perined plaats op grond van zorgpatronen: bevallingen die in een ziekenhuis plaatsvinden, zowel in de eerste als de tweede lijn, worden toegerekend aan het VSV waar dat ziekenhuis onder valt. Hiernaast worden thuisbevallingen op grond van het verwijspatroon van de betreffende eerstelijns praktijk verdeeld over de VSV's. 8. Levert de LVR zelf de AOI- 5 aan of moet je die als VSV zelf gaan opzoeken in P- insight? In P'Insight is de AOI- 5 ingebouwd. Je kunt deze dus over je eigen VSV- gegevens oproepen. Waar gemachtigd levert Perined ook de AOI- 5 rechtstreeks aan het portal aan dat voor doorgeleiding naar ZiN zorg draagt.