Werkstuk Geschiedenis Franse revolutie

Transcriptie

1 Werkstuk Geschiedenis Franse revolutie Werkstuk door een scholier 4149 woorden 19 juli ,4 66 keer beoordeeld Vak Geschiedenis Inleiding Ik vond het best moeilijk om een onderwerp uit de hele franse geschiedenis te kiezen, je kunt het over zoveel onderwerpen doen want de franse geschiedenis is erg groot en breed. In het begin zat ik te denken om het over Napoleon te doen, want je kunt er veel informatie over vinden en het is een interessant onderwerp en natuurlijk hebben we het al een keer behandeld bij geschiedenis. Ik zat ook nog te denken om het over de zonnekoning Lodewijk XIV te doen, maar ik was bang dat ik daar nooit vier bladzijden over kon vertellen. Dus uiteindelijk heb ik besloten om het over de Franse revolutie te doen. Omdat het een groot en breed onderwerp is, waar erg veel informatie over te vinden is. De Franse revolutie duurt een lange tijd, waarin veel factoren uiteindelijk de oorzaak zijn van de Franse revolutie. Maar voordat de uiteindelijke revolutie plaatsvond is er heel erg veel gebeurd in Frankrijk. Het heeft namelijk te maken met de koningen, de oorlogen en natuurlijk ook de enorme staatsschuld. En dit zijn nog maar een paar voorbeelden. Ik vond het leuk om op een van de oorzaken dieper in te gaan. Ik heb gekozen voor de koningen, maar ik heb me beperkt tot Lodewijk XIII, Lodewijk XIV, Lodewijk XV en Lodewijk XVI. Het is natuurlijk leuk om te lezen hoe het koningshuis in de tijd leefde, hoeveel macht ze hadden en wat ze allemaal met die macht deden en konden doen. Ik heb over elke koning apart hun leven verteld, met daarin het aantal vrouwen en kinderen, wat ze deden om Frankrijk weer op te bouwen, hoeveel macht ze hadden en of ze geliefd waren bij het volk. Over het algemeen hielden alle koningen wel van vrouwen, deden ze niet veel om Frankrijk er weer bovenop te helpen, hadden ze absolute macht en waren niet echt geliefd bij het volk. Natuurlijk moest ik ook nog een extra opdracht maken die te maken had met het onderwerp van mijn werkstuk. In de eerste instantie moest die opdracht gaan over La Congergerie. Maar daar was niet echt veel over te vinden. Dus besloot ik het over een ander onderwerp te doen: Joseph Ignace Guillotin. Dit is de man die het veel-gebruikte moordapparaat uitgevonden heeft. Maar er zelf uiteindelijk ook onder belandde. Ik hoop dat u het een leuk en interessant werkstuk vindt! Lodewijk XIII Lodewijk XIII was de heerser van Frankrijk van 1601 tot Een belangrijk persoon in het leven van Lodewijk de 13e was Anna van Oostenrijk, het was zijn vrouw en moeder van zijn kinderen. Hij trouwde op Pagina 1 van 8

2 15 jarige leeftijd met haar. Alle moederliefde van Anna ging uit naar haar oudste zoon Lodewijk XIV, de troonopvolger, terwijl ze in 1640 nog een zoon Philippe had gekregen. Anna had het soms best zwaar, een man als heerser van een groot land en 2 kinderen om op te voeden waarvan één zelf ook koning moest worden. In moeilijke tijden vond ze veel steun bij haar lievelingszoon Lodewijk de 14e. Een van die perioden was natuurlijk rond de dood van haar man in 1643, toen richtte ze zich vol op Lodewijk XIV. Er brak ook een zware tijd voor haar aan omdat zij voor regentes moest spelen, omdat haar zoon Lodewijk de 14e nog niet mocht regeren met een leeftijd van 4 jaar. Dat lukte haar niet zo goed, maar gelukkig werd ze door Kardinaal Marazin geholpen. In 1666 overleed Anna van Oostenrijk. Lodewijk XIV Lodewijk de 14e is geboren op 5 september 1638 in Sint-Germaïnen-Laye. Zijn vader. Lodewijk de 14e was ervan overtuigd dat hij de plaatsvervanger van God op de aarde zou zijn en hij hoefde volgens hem daarom ook alleen maar rekening te houden met God. Hij moest er ook voor zorgen dat zijn land goed leefde en goed bestuurd werd. In de eerste jaren heeft hij ook veel voor zijn regering gedaan. Lodewijk XIV werd op 13-jarige leeftijd in de kathedraal van Reims gezalfd en gekroond tot de heerser van Frankrijk. Maar het duurde nog even voordat hij echt zelf kon gaan regeren, dat deed hij pas ongeveer 10 jaar later. Lodewijk de 14e was bezeten van macht en erg ijdel, hij was een echte liefhebber van natuur, kunst en muziek. Hij vond het ook niet erg als er vals werd gespeeld, als tenminste niemand anders dan hijzelf bevoordeeld werd. Hij had altijd honger, maar dronk niet veel alcohol en was erg tegen vloeken. Lodewijk werd ook wel de Zonnekoning genoemd, want de zon laat haar licht over de hele wereld stralen, en hij wilde niet over de wereld stralen maar heersen. In 1660 trouwde Lodewijk XIV met Maria-Theresia van Spanje, die in 1683 overleed. Zij kregen samen zes kinderen, alle kinderen behalve de kroonprins overlijden al op jonge leeftijd. Maria-Theresia was niet echt een aantrekkelijke vrouw en Lodewijk had dan ook al voor haar dood andere relaties met vrouwen, onder wie de dochter van Karel I van Engeland, Henriette, en Louise de La Vallière. Na de dood van koningin Maria-Theresia trouwde hij met Madame de Maintenon, zij was een zeer intelligente en gelovige vrouw die een goede invloed op Lodewijk had. Lodewijk XIV werd opgevolgd door zijn achterkleinzoon Lodewijk XV, voor wie eerst een regent optrad. Zijn eigen zoon en kleinzoon waren ondertussen namelijk al gestorven. Het grafschrift van Lodewijk XIV: "Ci-gît Louis le Petit, ce dont le peuple est ravi. S'il eut vécu moins de 20 ans, il eut été nommé le Grand." Het betekent: "Hier rust Louis de Kleine, waar het volk niet rouwig om is. Had hij 20 jaar minder geleefd, zou hij de Grote geweest zijn.". Ze hebben dit geschreven omdat het eerste deel van zijn regeerperiode werd hij aangezien als een zeer goede koning, die Frankrijk vooruit hielp op allerlei gebieden. De laatste 20 jaar deed hij het veel slechter. Onder andere de luxe van Versailles was erg egoïstisch ten opzichte van het volk, waardoor zij niet langer tevreden waren. Lodewijk XV Lodewijk XV werd in 1710 geboren. Lodewijk XV volgde heerser Lodewijk XIV op, maar hij was niet de zoon maar de achterkleinzoon van hem. Dit was zo omdat de kinderen van Lodewijk de 14e al waren gestorven. Pagina 2 van 8

3 Lodewijk de 15e trouwde met Maria Leszczynska, de dochter van de in 1709 verdreven Poolse koning Stanislaw Leszczynski. Hij stond onder hoge druk omdat er werd gevreesd dat als hij kinderloos zou overlijden de kroon aan de Spaanse Bourbons of aan de Orléans zou overgaan, en dat mocht natuurlijk niet gebeuren. Lodewijk de 15e had geen politiek inzicht net als zijn overgrootvader, was besluitloos, onzeker en ongeïnteresseerd. Hij liet zich wel altijd omringen door veel mooie vrouwen, en hij hield net als alle andere Lodewijken wel van een feestje. De staat had door al die feestjes een zeer hoge schuld opgebouwd. Toen Lodewijk de 15e op 10 mei 1774 overleed aan de kinderpokken, moest hij zonder ceremonie en ander toeters en bellen begraven worden. Hier is natuurlijk een logische verklaring voor: het volk had immers een bloedhekel aan Lodewijk en wilde daarom niet dat de staat nóg meer geld aan hem zou gaan uitgeven dan dat hij zelf al had gedaan. Lodewijk XV werd opgevolgd door kleinzoon Lodewijk XVI. Lodewijk XVI Lodewijk XVI werd geboren op 23 augustus 1754 in Versailles. In 1765 stierf zijn vader, die eigenlijk Lodewijk XV moest opvolgen, dus daardoor werd Lodewijk XVI de nieuwe heerser van Frankrijk. Hij volgde in plaats van zijn vader dus zijn grootvader op. Hij trouwde in 1770 met Marie Antoinette, de dochter van de Oostenrijkse keizerin Maria Theresia. In 1774 kwam Lodewijk op de troon als Lodewijk XVI. Hij maakte een einde aan de heerschappij van de maîtresses in Frankrijk en hij werd erg populair onder het volk, wat nog niet veel vorsten was gelukt. Hij was niet een erg intelligente man en hij had niet veel interesse in de politiek, maar hij hield van zijn volk; hij organiseerde bijvoorbeeld vaak jachtpartijen. Hij was heel besluiteloos en zwak, daardoor lukte ook hem het niet om de enorme staatsschuld af te lossen. De zich snel opvolgende bestuurders, die ook een poging waagden, zagen al snel dat zij ook niet in staat waren om de enorme staatsschuld af te kunnen lossen. Je zou denken dat het hof nu wel zou bezuinigen, maar het tegendeel wordt bewezen: Frankrijk helpt in 1778 de Amerikaanse koloniën in hun strijd tegen het moederland. De al diepe schuld, wordt door deze oorlog nog dieper. Lodewijk XVI werd voor al zijn daden veroordeeld tot de doodstraf door de guillotine, hij stierf op 21 januari 1793 in Parijs en werd 38 jaar. Ook zijn vrouw Marie-Antoinette onderging hetzelfde lot: onder de guillotine. Alleen zij kwam 17 oktober aan de beurt. De drie standen De Franse bevolking was verdeeld in 3 standen: 1e stand: Geestelijken 2e stand: Adel 3e stand: Arbeiders De Geestelijkheid vormde de eerste stand en zij bezaten 20% van het land. De geestelijken hadden een aantal taken zoals: het verzamelen van alle belastingen, en het zorgen voor onderwijs. De geestelijken hadden het erg goed in die tijd, want zij hadden privileges, speciale rechten, een aantal van die privileges waren: ze hoefden geen belasting te betalen en ze konden niet door een gewone rechtbank gestraft worden. Pagina 3 van 8

4 De Adel was de tweede stand en bezat, net als de geestelijken, 20% van het land. De edelen hadden vaak militaire of belangrijke politieke banen. Soms werkten ze samen met de geestelijkheid. Ook de edelen hadden privileges, zij hoefden namelijk ook geen belasting te betalen. Ze kregen goed onderwijs en wisten veel over politiek. Een edelman mocht niet een beroep uitoefenen of handel drijven, als ze dit wel deden mochten ze niet meer bij de adel horen. De derde stand was de laagste stand. Deze groep bestond uit burgers en arbeiders uit de steden en boeren van het platteland. Tussen al deze arme mensen was ook een groep van rijke kooplieden ontstaan, zij hadden veel geld verdiend met het drijven van handel en bezaten daardoor dan ook 20% van het land. De rijke burgers wilden zich graag gaan bemoeien met de politiek, want in die tijd mocht dat niet. Hun zonen mochten niet in het leger, want dat mocht alleen als je van adel was. Ook moesten ze veel belasting betalen. De boeren van het platteland bezaten samen ongeveer 40% van het land, maar elke boer had maar een heel klein stukje. Frankrijk voor de revolutie Frankrijk was in het midden van de 18e eeuw een machtig en rijk land in Europa. Rond die tijd, was Frankrijk druk bezig met de industriële revolutie; in de steden van Frankrijk ontstonden langzaam fabrieken en veel industrie. De belangrijkste industrieën waren de textiel industrie en de staal industrie. De omstandigheden van de arbeiders die in de fabrieken werkten was zeer slecht. Voor maar heel weinig loon moesten ze heel hard en lang werken. Zelfs kinderen werden naar de fabrieken gestuurd om daar te werken, omdat anders het gezin niet rond kon komen. De industrie groeide, en industrie betekent handel, dus er moesten ook dingen vervoerd worden naar andere plaatsen en landen. Dus de wegen in Frankrijk moesten worden verbeterd. Maar natuurlijk wilde Frankrijk daar niet veel geld aan uitgeven dus werden de boeren die eigenlijk op het platteland hoorden te werken gedwongen om hun akkers in de steek te laten en urenlang per dag aan de wegen te werken. Frankrijk werd in die tijd bestuurd door Lodewijk XVI, hij was een absoluut vorst en had veel macht: - Rechtsprekende macht (hij mocht oordelen over de overtreders van de wet) - Wetgevende macht (hij had de macht om wetten te bedenken en ze zelf vast te stellen) - Uitvoerende macht (hij had de macht om te besluiten en wetten in praktijk te brengen) De koning kon dus alles doen wat hij zelf wilde, hij had overal de macht voor. Wat waren de oorzaken voor de Franse Revolutie? Frankrijk had een hoge staatsschuld. De koning had geen geld meer. Om toch aan een beetje geld te komen, ging hij meer belasting bij de derde stand heffen. De derde stand moest veel belasting betalen, maar ze hadden geen inspraak over hoe het belastinggeld besteed werd. De graanoogst in 1788 was heel slecht. Daardoor werden de graanprijzen heel hoog. De bevolking van ontevreden over de moeilijke omstandigheden, de ongelijkheid tussen de verschillende standen en dat ze geen politieke inspraak hadden. De 3e stand was zeer geïnteresseerd in de ideeën van de filosofen. Die dachten; verstand zou licht brengen in de duisternis van het geloof. Liberte, egalite, fraternite: Vrijheid, gelijkheid, broederlijkheid. De burgerij nam de VS als voorbeeld, dat was toen een democratische onafhankelijke staat. In 1788 roept Lodewijk XVI de Staten Generaal bijeen. De bedoeling van die vergadering was dat de drie standen een nieuwe belastingsregeling opstellen. De burgerij wilde iets heel anders, zij wilden een Pagina 4 van 8

5 democratie en een grondwet die de koning niet meer het recht gaf om absoluut te regeren. Onder druk van de adel besloot de Franse koning Lodewijk XVI in 1788 om voor het eerst sinds 1614 de Staten-Generaal bij elkaar te roepen. Geestelijken, edelen en boeren en burgers moeten hun vertegenwoordigers kiezen. De Staten Generaal bestond uit drie verschillende standen. De geestelijkheid (300 leden), de adel (300 leden) en de arbeiders (600 leden). * De belangrijkste klasse was de geestelijkheid. Dat waren mensen zoals de hogere geestelijken, dorpspastoors en predikanten, die ook hoge functies hadden. Zij hadden veel privileges, hadden een zeer goed leven en hoefden bovendien geen belasting te betalen. * Na de geestelijkheid komt de adel. Mensen van adel waren bijvoorbeeld: ministers, officiers in het leger en op schepen. Net als de geestelijken hadden mensen met adellijk bloed privileges en hoefden zij ook geen belasting te betalen. De adel had het erg goed in die tijd. * Als laatst bestond er de minst invloedrijke maar grootste stand, want de 3e stand bestond uit 24 miljoen leden waarvan maar 600 meededen in de Staten Generaal. De 3e stand bestond uit: boeren, arbeiders en kooplieden. De 3e stand had alleen plichten en nauwelijks rechten. Ze hadden geen politieke macht, moesten belastingen betalen, inkomsten en oogst afstaan aan de koning, extra geld betalen op zout, tabak, wijn en op de geboorte van een kind. Ook moesten de boeren minstens tien dagen onbetaalde arbeid verrichten voor de koning en de zoons van boeren en arbeiders moesten vanaf 16 jaar in het leger om het land te verdedigen bij oorlog. De Staten-Generaal De Staten Generaal werd in 1788 opgeroepen. Dit was al 175 jaar niet meer gebeurd. De vergadering werd gehouden in het paleis van Versailles. Dit gebouw is gebouwd door de Bourbons om te laten zien hoe rijk en machtig zij waren. Door de eeuwen heen is het gebouw uitgebreid met grotere zalen, galerijen, woonkamers, staatskamers, terrassen en binnenplaatsen. Bij de Staten-Generaal waren alle drie de standen aanwezig. Alleen de 3e stand was in het nadeel, want aangezien de 1e en 2e stand het altijd met elkaar eens waren zou de 3e stand het altijd verliezen. De stand zou altijd op 2-1 komen. Van te voren konden de vertegenwoordigers een brief naar koning schrijven waarin ze hun mening vertelden en konden schrijven over de dingen waar ze ontevreden over waren. De edelen schreven dat ze nooit hun speciale rechten op wilden geven. De boeren schreven dat een belangrijke en zware plicht afgeschaft wilden hebben: de plicht om belasting te betalen aan de adel. Verder wilde de derde stand één stem per persoon in plaats van één per stand. Maar al die wensen kwamen niet in vervulling; alles bleef zoals het was. De 3e stand was erg teleurgesteld en besloot nooit meer te vergaderen met de 1e en 2e stand, zij noemden zich de vertegenwoordigers van het volk. Ze richtten een eigen vergadering op die ze de Nationale vergadering of in het Frans: Assemblé Nationale. 14 juli 1789 Op 14 juli ontstond er opnieuw ontrust in Parijs. Het begon al 2 dagen eerder, toen het volk te horen kreeg dat de koning Lodewijks XVI zijn minister van financiën, Necker, ontslagen had. Necker was juist geliefd bij het volk en hij kreeg veel vertrouwen van het volk, omdat hij de derde stand zou kunnen helpen. Hij wilde Pagina 5 van 8

6 namelijk dat er meer boeren en arbeiders, mensen van de 3e stand, bij de Staten-Generaal aanwezig moest zijn. Daarmee werd hij zeer geliefd bij het volk. De koning stemde hiermee in en werd hierdoor ook populairder. Het volk dacht dat de koning aan hun zijde stond, maar dat deed hij alleen om zijn troon te behouden. Het volk was bang en boos tegelijk. De koersen op de beurs in Parijs daalden meteen. Ook waren de mensen bang voor invallen van buitenlandse troepen. Doordat Necker ontslagen was, wilde het volk een opstand! Het volk was er achter gekomen dat de koning verschillende buitenlandse troepen in Versailles hield en dat de koning nu waarschijnlijk in wilde grijpen. En dat moesten zij natuurlijk tegenhouden! De menigte stemde voor en ze spraken af dat ze een herkenningsteken moesten hebben. Dat herkenningsteken werd een kastanjeblad. Toen trokken de opstandelingen in een lange stoet door de straten. Met stenen, ijzeren staven, knotsen en bijlen in de hand. Ze gingen plunderen. Hier begon alle ellende en het werd nog veel erger. Een burger heeft normaal gesproken geen wapens, een edelman meestal wel. Een deel van het volk wist geweren te stelen van een militair hospitaal. De commandant van dit hospitaal had tegen het noodcomité gezegd dat de geweren niet weg mochten. Het noodcomité was een organisatie om de burgers te helpen met het verdedigen van de stad. Zij en enkele burgers luisterden niet naar het verbod van de commandant en plunderden het hospitaal. De rest van het volk moest ook nog wapens hebben. Zij gingen ook plunderen, onder andere in het stadhuis want daar waren ook zo n geweren opgeslagen in de kelders. Deze werden verdeeld onder de burgers die ook lid waren van het noodcomité. Daarnaast zijn er nog enkele andere gebouwen en instellingen, waar wapens opgeslagen liggen, door grote groepen bestormd en geplunderd. Het volk was klaar om naar de Bastille te gaan. Op naar de Bastille, riepen duizenden Parijzenaars. Om dat vreselijke, angstaanjagende gebouw te bestormen en te plunderen. Ondertussen, in de Bastille maakte ook de gouverneur, markies de Launay zich op voor de strijd. Hij had gehoord wat er zich buiten afspeelde. In de Bastille waren Launay zelf en nog zo n tachtig soldaten. Launay wist niet wat hij moest doen, maar het volk was erg ongeduldig. Hij had het eerst nog in zijn hoofd om zichzelf met de Bastille en al in de lucht te laten vliegen door in de kruitkamer een vuurtje aan te steken. Maar hij realiseerde zich dat dit geen goede oplossing was. Maar toen bedacht hij iets: hij besloot een briefje geven aan een van zijn onderdanen. Deze was gericht aan het volk. Hij wilde zich eindelijk overgeven. In het briefje vroeg hij het volk om een vrije aftocht voor de gehele bemanning van de Bastille. Het volk stemde daarin toe. Er zou hem niets overkomen. Hij liet de poorten openen en de ophaalbruggen ophalen. Een oorverdovend lawaai breekt los, de menigte juicht en stormt naar binnen. Launay had al zo n gevoel dat het volk hem belazerde. Hij voelde zich vreselijk verslagen. Hij had besloten om zichzelf te doden met zijn zwaard. Maar de menigte was al naar binnen gestormd en ze hadden ervoor gezorgd dat dit hem niet lukte. Het volk kon nu met eigen gen zien hoe de Bastille er echt uit ziet, er waren ook nog zeven gevangenen die natuurlijk meteen door het volk bevrijd werden. Het schrikbewind In de tijd van de Franse revolutie waren er twee groepen: * De Girondijnen * Jacobijnen De Girondijnen waren de gematigden, zij waren niet revolutionair en hadden geen extreme gedachten die Pagina 6 van 8

7 ze over heel Europa wilden doorvoeren. De Jacobijnen werden gesteund door het volk van Parijs en zij waren wel erg radicaal. Ze wilden een strak regime en wilden de revolutionaire gedachten uitspreiden over Europa. Door het uit de weg ruimen van de Girondijnen kwamen de Jacobijnen aan de macht. Onder leiding van Robespierre stootten de Jacobijnen de Girondijnen uit de regering en gingen alleen regeren. Robespierre stelde zich aan tot het hoofd van de Comité de la Salut Public, dit was het dagelijkse bestuur van de Nationale Conventie en die bestond uit twaalf man. Robespierre voerde een politiek van voortdurende verdachtmakingen en dreigementen. Veel mensen werden onder zijn bewind omgebracht. Duizenden kwamen door deze man onder de guillotine terecht. Toen Lodewijk onthoofd was, werd zijn hoofd aan het volk getoond. Ondertussen bleef Robespierre maar doorgaan met mensen verdacht maken. Toch kwam door zijn eigen schrikbewind Robespierre zelf ook onder de guillotine terecht. Het hoogtepunt uit de Franse revolutie was hiermee beëindigd. Voordelen van de Franse revolutie Een tijdje na de Franse Revolutie moesten alle edelen en geestelijken afstand doen van hun speciale privileges. Er was een voorlopige grondwet. Die grondwet was een verklaring van de rechten van de mens en van de burger. De standen werden afgeschaft en waren rechten en vrijheden voor de burgers. Zo mochten ze bijvoorbeeld hun geloof uiten en mochten naar een school die bij hun eigen geloof pastte. De definitieve grondwet kwam in Frankrijk werd een constitutionele monarchie: * Constitutioneel = gebaseerd op een grondwet * Monarchie = koning blijft staatshoofd Maar ook de macht werd in drieën gedeeld: * Uitvoerende macht: koning en ministers * Wetgevende macht: 1 kamer gekozen op basis van cijnskiesrecht (alleen wie een bedrag betaalde mocht stemmen) * Rechtsprekende macht: gekozen rechters De kerkelijke bezittingen werden eigendom van de staat en de geestelijken moesten de eed van trouw zweren aan de staat. Extra opdracht Ik doe mijn extra opdracht over Joseph Ignace Guillotin. Joseph Ignace Guillotin was een revolutionair politicus en lid van de 3e stand. Zijn bekendheid heeft hij te danken aan zijn mening over het doden van veroordeelden. Hij vond namelijk dat de veroordeelden t e veel moesten lijden en dat de dood verzacht moest worden. Natuurlijk was de guillotine niet pijnloos maar dit apparaat zou in elk geval voor een snelle dood kunnen zorgen. Voordat de guillotine echt gebruikt werd, kon een ter dood veroordeelde edelman kiezen of hij met het zwaard of met de bijl ter dood zou worden gebracht. Voor iemand uit het volk, de 3e stand dus, was er slechts rad en het radbreken, tenzij hij veroordeeld was tot vierendeling. Terechtstellingen van veroordeelden waren bijzondere gebeurtenissen, want hoewel de een het zag als vermaak en animatie zag de ander het als een dramatisch en schandelijk moment. Pagina 7 van 8

8 Ook Joseph Ignace Guillotin is zelf vaak getuige geweest bij verschillende terechtstellingen van mensen. Hij zette zich in voor het geven van dezelfde straffen voor dezelfde misdaden. Volgens verhalen kwam Docteur Guillotin op het idee van mechanische onthoofding door een bezoekje aan een marionettentheater in Parijs waar Les Quatre Fils Aymon werd opgevoerd. In dit spel snijdt een apparaat een van de poppen handig en bekwaam de kop af. Na afloop van dit theater zou Docteur Guillotin zijn guillotine uitgevonden hebben. In elk geval doet Guillotin enkele dagen later het voorstel om de doodstraf voortaan te laten gebeuren door de guillotine. "De guillotine werkt als de bliksem, het hoofd vliegt door de lucht, het bloed gutst eruit en de persoon is niets meer!" Uiteindelijk is het ontwerp gereed voor gebruik. De Nationale Vergadering neemt het voorstel aan. Op 25 april 1792 werd de guillotine voor het eerst geprobeerd op een echte veroordeelde. Tot stomme verbazing en teleurstelling van het publiek werd het hoofd van de bandiet Nicolas-Jean Pelletier snel en netjes van de romp gescheiden. Vanaf 13 augustus 1792 stond het zeer dodelijke apparaat opgesteld op de Place du Carrousel. En heeft in de Franse geschiedenis heel van hoofden bloederig van de romp gescheiden! Bronvermelding Ik heb veel verschillende bronnen gebruikt zowel uit boeken als van internet. Mijn gebruikte bronnen zijn: * Geschiedenisboek 2e jaar * Bibliotheekboek L Histoire de France * Internet (waarvan de onderstaande sites) Mijn eigen mening Ik wist natuurlijk al best veel van dit onderwerp want we hebben dit vorig jaar uitgebreid behandeld bij geschiedenis. Maar dat was nu juist in mijn voordeel, omdat je dan eerder ziet of het goede informatie is en of er nog iets bij moet of juist overbodig is. Ik ben bij het maken van dit werkstuk wel een aantal dingen te weten gekomen die ik nog niet wist. En vooral de extra opdracht vond ik erg leuk. Want ik wist natuurlijk wel wat een guillotine was, maar niet wie de man was dit apparaat uitgevonden heeft. Ik vond het zelf wel erg opmerkelijk dat hij uiteindelijk zelf ook de dood gevonden heeft door zijn eigen uitvinding. Het leukste deel van het werkstuk vind ik zelf het stuk over de vier heersers van Frankrijk. Ik vind het altijd wel leuk om te lezen hoe deze vorsten vroeger nou leefden, en hoeveel macht ze hadden in eigen land en of ze daar goede daden mee verrichtten of het juist misbruikten. Ik hoop dat u vond dat ik genoeg informatie over de Franse revolutie in mijn werkstuk heb verwerkt en dat u het snapte. Pagina 8 van 8