Het prikkelen van zintuigen heeft dat zin?

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Het prikkelen van zintuigen heeft dat zin?"

Transcriptie

1 Het prikkelen van zintuigen heeft dat zin? Een onderzoek naar de effecten van framing en zintuiglijke beschrijvingen van soa-klachten op perceptuele representaties, attitude en gedragsintentie ten aanzien van condoomgebruik Masterscriptie Communicatie en Beïnvloeding Radboud Universiteit Nijmegen 11 april 2019 Student: Desirée Leutscher Begeleider: dr. L. Vandeberg Tweede beoordelaar: dr. L.G.M.M. Hustinx

2 Samenvatting Op basis van de Grounded Cognition Theorie en onderzoek in het marketingveld is het aannemelijk gemaakt dat zintuiglijke beschrijvingen leiden tot perceptuele representaties en dat deze perceptuele representaties vervolgens de attitude en gedragsintentie positief kunnen beïnvloeden. Hierbij lijkt het benadrukken van meerdere zintuigen (multizintuiglijk) effectiever te zijn dan het benadrukken van slechts één zintuig (unizintuiglijk). Echter, binnen de gezondheidscommunicatie is het effect van zintuiglijke beschrijvingen nog onbekend. Niet alleen de mate van zintuiglijkheid maar ook hóe iets geformuleerd wordt kan de overtuigingskracht van een boodschap beïnvloeden. Een boodschap kan geframed worden door de positieve gevolgen van het uitvoeren van het aangeraden gedrag te benadrukken (winstframe), of door de negatieve gevolgen van het niet uitvoeren van het aangeraden gedrag te benoemen (verliesframe). In een experiment met een 2 (framing: winst- versus verliesframe) x 2 (zintuiglijkheid: uni- versus multizintuiglijk) tussenproefpersoonontwerp werd onderzocht of multi- (versus uni) zintuiglijke beschrijvingen leidden tot rijkere perceptuele representaties van soa-klachten en meer overreding (i.e., positievere attitude en grotere gedragsintentie ten aanzien van condoomgebruik). Tevens is getest welk frame (winst versus verlies) overtuigender was en of een eventueel framing effect gemodereerd werd door zintuiglijke beschrijvingen. Multizintuiglijke beschrijvingen bleken tot rijkere perceptuele representaties, maar niet tot een positievere attitude of grotere gedragsintentie te leiden dan unizintuiglijke beschrijvingen. Hoewel er geen hoofdeffect van framing werd gevonden, toonde een interactie dat de perceptuele representaties omtrent hoe soa-klachten eruitzien vooral beïnvloed werden door een winstframe gecombineerd met een multizintuiglijke beschrijving. Deze interactie liet verder zien dat gedragsintentie vooral beïnvloed werd door de combinatie van een verliesframe met een unizintuiglijke beschrijving. Implicaties voor theorie en praktijk zullen worden besproken. Keywords: Grounded Cognition Theorie; perceptuele representaties; zintuiglijke beschrijvingen; framing; gezondheidscommunicatie 2

3 1 Inleiding In Nederland krijgen jaarlijks meer dan mensen een seksueel overdraagbare aandoening (hierna: soa). Soa s komen het meest voor onder jongvolwassenen in de leeftijdscategorie van 15 tot 35 jaar (Hoogervorst, 2015). De meest voorkomende soa s zijn chlamydia, herpes, genitale wratten, gonorroe en hiv. Een soa hoeft niet altijd (direct) klachten te geven, maar kan wel schadelijke gevolgen hebben voor de gezondheid. Zo kan het leiden tot pijn bij het plassen, onvruchtbaarheid, een verzwakt immuunsysteem of beschadigingen aan organen. Hoe eerder een soa ontdekt wordt, hoe groter de kans dat de schadelijke gevolgen beperkt blijven (Soa Aids Nederland A, 2018). Echter, zoals voor veel zaken geldt ook hiervoor: voorkomen is beter dan genezen. Voor de meeste soa s geldt dat deze voorkomen kunnen worden door condoomgebruik. Gezien het grote aantal mensen in Nederland dat jaarlijks een soa oploopt, lijkt de communicatie ter preventie ervan nog onvoldoende effectief. De vraag rijst op welke manier een communicatieboodschap zo persuasief mogelijk gemaakt kan worden om condoomgebruik te bevorderen en daarmee het aantal mensen dat een soa oploopt terug te dringen. Uit communicatieonderzoek binnen het gezondheidsdomein blijkt dat het uitmaakt hoe de uitkomst van bepaald gezondheidsgedrag verwoord wordt. Hierbij kan gefocust worden op een positieve uitkomst bij het uitvoeren van het aangeraden gedrag, of juist op een negatieve uitkomst bij het niet uitvoeren van het aangeraden gedrag. Deze manier van een boodschap framen wordt respectievelijk ook wel winst- en verliesframing genoemd (Rothman & Salovey, 1997). Niet alleen hóe iets wordt gezegd, maar ook wát er wordt gezegd kan het effect van een communicatieboodschap beïnvloeden. Zo blijkt uit diverse onderzoeken in een marketingcontext dat het inspelen op menselijke zintuigen ertoe leidt dat mensen zich een object of (de gevolgen van) een gebeurtenis beter kunnen voorstellen. Zulke mentale representaties kunnen vervolgens de attitude en gedragsintentie ten aanzien van een product of merk beïnvloeden (Lee, Gretzel & Law, 2010; Moore & Lee, 2012). Er zijn dus aanwijzingen dat framing en zintuiglijke beschrijvingen, weliswaar in verschillende contexten, beide relevant zijn en mogelijk leiden tot een interessante wisselwerking als het gaat om gedragsverandering in reactie op een talige boodschap. De volgende onderzoeksvraag staat daarom in het huidige onderzoek centraal: Welk persuasief effect heeft framing in deze soa-context en in hoeverre wordt dit effect gemodereerd door zintuiglijke beschrijvingen?. Voor zover bekend is het gecombineerde effect van framing en zintuiglijke beschrijvingen op overreding binnen de gezondheidscommunicatie nog niet eerder onderzocht. 3

4 2 Theoretisch kader 2.1 Persuasief effect van taal Bepaalde soorten talige boodschappen zijn effectiever in het overtuigen van mensen dan andere. Zo blijkt uit diverse experimenten binnen de gezondheidscommunicatie dat informatie in een narratieve vorm, in vergelijking met feitelijke informatie, leidt tot meer overreding (De Wit, Das & Vet, 2008; Murphy, Frank, Chatterjee & Baezconde-Garbanati, 2013). Het veronderstelde proces dat hieraan ten grondslag ligt is transportatie. Transportatie bestaat uit diverse constructen, waaronder emotionele betrokkenheid bij het verhaal en het vormen van mentale beelden (Green & Brock, 2000). Tijdens het transportatieproces verplaatst de ontvanger zich mentaal in de verhalenwereld en wordt als het ware meegezogen in het verhaal. Narratieven kunnen door middel van dit transportatieproces de overtuigingen en attitudes van mensen beïnvloeden. Zo kunnen overtuigingen die gevormd zijn in de echte wereld, mogelijk veranderen op basis van de ervaring die wordt opgedaan tijdens het lezen of zien van een verhaal (Green & Brock, 2000). Eerder onderzoek toonde dat een hogere mate van transportatie resulteerde in meer kennis over baarmoederhalskanker (Murphy et al., 2013) en een grotere gedragsintentie om zich te laten vaccineren tegen Hepatitis B (De Wit et al., 2008). Murphy et al. (2013) vergeleken het effect van een narratieve versus een nonnarratieve film over de oorzaak, preventie en detectie van baarmoederhalskanker. Uit de resultaten kwam naar voren dat de narratieve film leidde tot een grotere toename in kennis over baarmoederhalskanker en een positievere attitude omtrent screening. Dit effect kan deels verklaard worden door het transportatieproces dat bij narratieven plaatsvindt. De vrouwen die meer getransporteerd werden in het verhaal hadden meer kennis over baarmoederhalskanker. Een hogere mate van transportatie leidde echter niet tot een positievere attitude ten aanzien van screening. Ook in het onderzoek van De Wit et al. (2008) is transportatie een verklarende factor. Uit de resultaten bleek dat proefpersonen bij het lezen van een narratief verhaal over een man die hepatitis B heeft opgelopen, een hogere intentie hadden om zich te laten vaccineren tegen hepatitis B dan bij het lezen van statistisch bewijs. Het onderzoek toonde dat proefpersonen minder tegenargumenten aanvoerden, omdat zij bij het lezen van het narratief meer opgingen in het verhaal en meer getransporteerd werden. Doordat er transportatie plaatsvindt lijken narratieven minder snel te leiden tot defensieve reacties en lijken ze beter geschikt in het overbrengen van gezondheidsrisico s dan statistische informatie (De Wit et al., 2008). Een ander onderliggend mechanisme met betrekking tot overreding is mentale 4

5 verbeelding. Moore en Lee (2012) deden onderzoek naar het effect van twee soorten talige boodschappen. In hun experiment vergeleken zij het effect van een functionele tekst waarin de voedingswaarde van een kaneelbroodje werd beschreven, met dat van een zintuiglijke tekst waarin het plezier van de consumptie van kaneelbroodjes werd benoemd. De resultaten lieten zien dat een zintuiglijke beschrijving, in vergelijking met een functionele beschrijving, leidde tot meer mentale visualisaties. Deze mentale visualisaties bleken te leiden tot zowel geanticipeerde emoties als hedonistische rationalisaties, welke beide een positief effect hadden op consumptie-impulsen (Moore & Lee, 2012). Bepaalde talige boodschappen leiden dus tot een levendigere mentale ervaring met betrekking tot de beschreven situatie. Deze mentale ervaring, oftewel mentale representatie, kan vervolgens leiden tot een verandering in gedrag Grounded Cognition Theorie Er bestaat veel onderzoek naar de aard van mentale representaties (e.g., Barsalou, 2008; Pecher & Zwaan, 2005; Zwaan, Stanfield & Yaxley, 2002). Mentale representaties zijn opgebouwd uit referentiële en linguïstische representaties (Pecher & Zwaan, 2005). Linguïstische representaties ontstaan op basis van talige informatie (geluid of visuele patronen) die wordt ontvangen of zelf geproduceerd. Zo kan de ontvanger bijvoorbeeld iets lezen over een paard. Bij het ontvangen van talige informatie worden echter niet alleen talige representaties (het woord paard ) gemaakt. De mentale representatie bevat ook referentiële informatie; dit zijn associaties die gevormd zijn op basis van ervaring (Pecher & Zwaan, 2005). Referentiële representaties zijn associaties die zijn opgeslagen in het geheugen tijdens percepties van en interacties met de wereld. Het zijn dus opgeslagen zintuiglijke ervaringen die opnieuw worden geactiveerd tijdens het ontvangen van talige informatie (Pecher & Zwaan, 2005). Bij het lezen van het woord paard kan bijvoorbeeld een slechte ervaring met een paard opgeroepen worden waarbij de lezer een pijnlijke voet had omdat het paard erop was gaan staan. Deze perceptuele representaties zijn multizintuiglijk; ze combineren opgeslagen informatie uit verschillende zintuigen (Barsalou, 2008). Zo kan de perceptuele representatie van een paard opgebouwd zijn uit hoe een paard ruikt, hoe zijn vacht voelt, hoe de pijn voelt als hij op je voet gaat staan en hoe het klinkt als hij hinnikt. De theorie die hieraan ten grondslag ligt is de Grounded Cognition Theorie. Deze theorie gaat ervan uit dat mentale, cognitieve processen gebaseerd zijn op fysieke interacties van mensen met hun omgeving (Pecher & Zwaan, 2005). Diverse onderzoeken leveren empirisch bewijs voor de Grounded Cognition Theorie (e.g., Vandeberg, Eerland & Zwaan, 5

6 2012; Zwaan et al., 2002; Zwaan, Madden, Yaxley & Aveyard, 2004). Een van de eerste onderzoeken naar dit onderwerp is van Zwaan et al. (2002). Zij onderzochten de voorspelling dat mensen perceptuele informatie activeren tijdens het begrijpen van taal. Proefpersonen lazen een zin waarna ze een plaatje van een object te zien kregen. De opdracht was om telkens aan te geven of ze over het getoonde object hadden gelezen in de zin. Een voorbeeld van een van de zinnen is: Hij zag een adelaar in de lucht. Het bleek dat proefpersonen sneller antwoordden wanneer de vorm van het object overeenkwam met de vorm die de context in de zin impliceerde (vliegend), dan wanneer deze niet overeenkwam (zittend). Met andere woorden, mensen vonden het makkelijker om plaatjes van objecten te herkennen wanneer de visuele karakteristieken van het object overeenkwamen met de beschreven situatie dan wanneer deze niet overeenkwamen. Dit wordt gezien als bewijs dat mensen bij het verwerken van taal een mentale representatie maken die perceptuele (in dit geval visuele) informatie bevat. Hierna hebben legio onderzoeken op verschillende manieren aangetoond dat er bij het verwerken van taal perceptuele representaties gevormd worden (e.g., Vandeberg et al., 2012; Zwaan et al., 2004) Persuasief effect van zintuiglijkheid Uit de hierboven besproken literatuur wordt ten eerste duidelijk dat talige informatie op een perceptuele manier gerepresenteerd kan worden. Daarnaast laat de transportatieliteratuur zien dat het zich mentaal verplaatsen in een verhalenwereld overredend kan werken. Het is daarom aannemelijk dat zintuiglijke informatie in een tekst leidt tot een rijkere perceptuele representatie en dat dit zorgt voor een groter persuasief effect. De vraag of en hoe zintuiglijkheid overredend werkt is binnen het domein van gezondheidscommunicatie nog niet belicht. Studies binnen het marketingveld daarentegen hebben wel aangetoond dat het activeren van de zintuigen middels fysieke prikkels, afbeeldingen en beschrijvingen overredend kan zijn en gedragsverandering in de hand kan werken (e.g., Elder & Krishna, 2009; Lee et al., 2010; Lwin, Morrin, Chong & Goh, 2016; Moore & Lee, 2012). Onderzoek naar zintuiglijke marketing toont dat de vijf menselijke zintuigen tastzin, reukzin, gehoor, smaakzin en gezichtsvermogen (BertilHultan & van Dijk, 2009) elkaar kunnen beïnvloeden en dat dit een persuasief effect kan hebben (DuBose, Cardello & Maller, 1980; Elder & Krishna, 2009; Lee et al., 2010; Lwin et al., 2016). Empirisch bewijs voor de samenwerking van zintuigen en het effect op overreding wordt bijvoorbeeld geleverd door DuBose et al. (1980). Zij onderzochten het interactieve effect van de kleur en smaak van voedsel en drankjes op de ervaren smaakintensiteit en de algemene waardering voor het 6

7 product. Uit het onderzoek kwam naar voren dat de kleur van een product het oordeel van consumenten over andere eigenschappen van het product beïnvloedde. Proefpersonen kregen bijvoorbeeld een plakje cake te proeven terwijl er verder geen informatie over de naam of smaak werd vermeld. Resultaten toonden dat bij een cake met citroensmaak waaraan veel gele kleurstof was toegevoegd, de citroensmaak als meer intens werd ervaren dan wanneer er minder gele kleurstof was toegevoegd. Bovendien bleek er een significant interactie-effect van kleur en smaak op de algemene waardering voor de cake; de cake zonder citroensmaak werd meer gewaardeerd wanneer er meer kleurstof was toegevoegd aan de cake (DuBose et al., 1980). Ook Lwin et al. (2016) onderzochten het gecombineerde effect van het prikkelen van twee verschillende zintuigen, namelijk geur en gezichtsvermogen, op overreding. De resultaten toonden dat de crossmodale interactie van geur en gezichtsvermogen, waarbij de twee zintuigen geprikkeld werden middels twee aparte stimuli, een effect had op consumentengedrag. Het ruiken van een geur tijdens het zien van een advertentie leidde er namelijk toe dat de aandacht gericht werd op het object in de advertentie, mits de geur en het object bij elkaar pasten en dus congruent waren (bijvoorbeeld citroengeur en afwasmiddel). Deze focus op het object in de advertentie had vervolgens positieve effecten op de advertentieherinnering en de aankoopintentie. Beide studies tonen dat het prikkelen van meerdere zintuigen overredend kan werken. Niet alleen fysieke prikkels, maar ook zintuiglijke taal kan perceptuele representaties oproepen en overredend werken (Elder & Krishna, 2009; Lee et al., 2010). Uit onderzoek van Lee et al. (2010) blijk dat kleine verschillen in tekst, zoals de hoeveelheid zintuiglijke termen, invloed kunnen hebben op mentale beeldvorming en attitudes. Lee et al. (2010) onderzochten of websites over vakantiebestemmingen die de zintuigen prikkelen, door middel van zintuiglijke talige beschrijvingen (bijvoorbeeld lush green), een positieve invloed hadden op de mate van mentale beeldvorming van consumenten en uiteindelijk op de attitude ten opzichte van de bestemming. Nadat proefpersonen een webpagina over een tropisch vakantieoord hadden bekeken, is mentale beeldvorming gemeten door onder andere het item Er kwamen veel beelden in mij op te gebruiken. De resultaten toonden dat multizintuiglijke beschrijvingen, in vergelijking met niet-zintuiglijke functionele beschrijvingen, inderdaad een positieve invloed hadden op de mate van mentale beeldvorming. De hogere mate van mentale beeldvorming ten gevolge van de zintuiglijke beschrijvingen leidde tot een groter gevoel van virtuele aanwezigheid op de bestemming en dat resulteerde uiteindelijk in een positievere attitude omtrent het vakantieoord (Lee et al., 2010). Met andere woorden, zintuiglijke beschrijvingen leiden tot meer mentale beeldvorming (en dus een meer zintuiglijke 7

8 representatie), wat leidt tot een groter gevoel van aanwezigheid (cf. transportatie), wat overredend werkt. Verder blijkt uit onderzoek van Elder en Krishna (2009) dat het aanspreken van meerdere zintuigen tegelijk (versus één) overredend kan werken. Het proeven van een product na het zien van een multizintuiglijke slogan ( Stimulate your senses ) in een voedingsadvertentie, leidde bij een thought-listing procedure tot meer positieve zintuiglijke gedachten (bijvoorbeeld Ik hou van de textuur ) én tot een positievere beoordeling van de smaak dan hetzelfde proces met een unizintuiglijke slogan ( Long lasting flavor ). De aangedragen reden hiervoor is dat smaak wordt gevormd door alle vijf de zintuigen en dat multizintuiglijke slogans positieve gedachtes over alle vijf de zintuigen (in plaats van alleen over smaak ) oproepen, en op die manier leiden tot een hogere positieve beoordeling van waargenomen smaak (Elder & Krishna, 2009) 1. Uit bovenstaande bespreking kan opgemaakt worden dat zintuigen elkaar beïnvloeden en dat het aanspreken van meerdere zintuigen tegelijk (versus één of geen) overredend kan werken. In het huidige onderzoek wordt onderzocht of deze kennis ingezet kan worden binnen het gezondheidsdomein om een communicatieboodschap optimaal effectief te maken en preventiegedrag met betrekking tot soa s te bevorderen. Op basis van de combinatie van transportatieliteratuur, de Grounded Cognition Theorie en bevindingen uit het zintuiglijke marketingveld kan verwacht worden dat ook binnen het gezondheidsdomein het aanspreken van meerdere zintuigen leidt tot meer overreding dan het aanspreken van slechts één zintuig. Binnen de huidige context betekent dit niet alleen beschrijven hoe soa-klachten eruitzien, maar ook hoe ze voelen en ruiken. In het huidige onderzoek is onderstaande hypothese geformuleerd: H1: Multizintuiglijke beschrijvingen van soa s leiden tot rijkere perceptuele mentale representaties van de klachten, en tot een positievere attitude en grotere gedragsintentie ten aanzien van condoomgebruik dan unizintuiglijke beschrijvingen. 2.2 Framing in gezondheidscommunicatie Het effect van (multi-) zintuiglijke beschrijvingen is naar het beste weten van de onderzoeker nog niet onderzocht binnen het domein gezondheidscommunicatie. Binnen dit domein is er 1 Een punt van kritiek bij dit onderzoek is dat de multizintuiglijke slogan ( Stimulate your senses ) erg algemeen is en niet refereert aan concrete zintuigen. 8

9 wel veel onderzoek naar het effect van framing op attitude en gedragsintentie (e.g., Apanovitch, McCarthy & Salovey, 2003; Garcia-Retamero & Cokely, 2011; Latimer et al., 2008; Linville, Fischer & Fischhoff, 1993). Bij onderzoek naar framing wordt het effect van een boodschap die de nadelen van het niet uitvoeren van het aangeraden gedrag benadrukt (verlies), vergeleken met een boodschap die de voordelen van het wel uitvoeren van het aangeraden gedrag benadrukt (winst). Verliesframes kunnen op twee manieren geformuleerd worden; het bereiken van een ongewenste uitkomst (bijvoorbeeld Als je geen condoom gebruikt heb je meer kans op een soa ) of het niet bereiken van een gewenste uitkomst (bijvoorbeeld Als je geen condoom gebruikt blijf je waarschijnlijk niet soa-vrij ). Een winstframe daarentegen benadrukt het verkrijgen van een gewenste uitkomst (bijvoorbeeld Als je een condoom gebruikt blijf je waarschijnlijk soa-vrij ), of het vermijden van een ongewenste uitkomst (bijvoorbeeld Als je een condoom gebruikt heb je minder kans op een soa ) (Rothman & Salovey, 1997). Volgens de Prospect Theorie (Kahneman & Tversky, 1979) neigen mensen ernaar om risico s te vermijden wanneer zij bepaalde voordelen verkrijgen door hun gedrag, maar zijn ze bereid om meer risico te nemen wanneer ze bepaalde nadelen willen voorkomen. Het effect van een verlies- of winstframe hangt dus af van het feit of het aangeraden gedrag als risicovol wordt beschouwd (Rothman & Salovey, 1997). De veronderstelling op basis van de Prospect Theorie is dat wanneer het uitvoeren van bepaald gedrag gepaard gaat met een klein risico op een onprettige uitkomst (preventiegedrag), een winstframe persuasiever is. Een verliesframe daarentegen is effectiever wanneer het uitvoeren van bepaald gedrag mogelijk een relatief groot risico met zich meebrengt (detectiegedrag) (Garcia-Retamero & Cokely, 2011). In lijn met deze veronderstelling blijkt uit diverse experimenten dat winstframes in vergelijking met verliesframes effectiever zijn bij het promoten van preventiegedrag, zoals meer bewegen (Latimer et al., 2008) en stoppen met roken (Schneider et al., 2001). Eveneens in overeenstemming met de Prospect Theorie laten de resultaten van verscheidene andere experimenten zien dat een verliesframe effectiever is bij het promoten van detectiegedrag, zoals screening op HIV (Apanovitch et al., 2003) en borstzelfonderzoek (Meyerowitz & Chaiken, 1987). Op basis van de Prospect Theorie kan verwacht worden dat een winstframe in vergelijking met een verliesframe effectiever is bij het promoten van condoomgebruik omdat dit preventiegedrag is. De bevindingen van bestaande onderzoeken zijn echter gemixt en dit is mogelijk te wijten aan verschillende moderatoren die een rol spelen (Latimer, Salovey & Rothman, 2007). Twee experimenten van Garcia-Retamero en Cokely (2011) en Linville et al. 9

10 (1993) zijn in lijn met de Prospect Theorie. Linville et al. (1993) onderzochten het effect van winst- versus verliesframes op de intentie tot condoomgebruik. De tekst bij het winstframe beschreef dat bij het gebruik van een bepaald type condoom er negentig procent kans is dat men het AIDS virus niet oploopt bij het hebben van geslachtsgemeenschap. Het verliesframe benadrukte dat er bij condoomgebruik tien procent kans is dat men alsnog het virus oploopt. Uit de resultaten bleek dat het winstframe een significant positiever effect op de intentie had dan het verliesframe. In de winstconditie had 85 procent van de respondenten de intentie om een condoom te gebruiken terwijl dit percentage in de verliesconditie slechts 63 procent was. Garcia-Retamero en Cokely (2011) bestudeerden het effect van winst- versus verliesframes op attitude en gedragsintentie ten aanzien van condoomgebruik (preventiegedrag) en screening op soa s (detectiegedrag). De tekst van het verliesframe bij preventiegedrag benadrukte bijvoorbeeld dat het niet gebruiken van een condoom de kans op soa s en ernstige gezondheidsrisico s vergroot. De resultaten toonden dat boodschappen met een winstframe een positiever effect hadden op preventiegedrag en boodschappen met een verliesframe juist op detectiegedrag. Na het lezen van de boodschap hadden proefpersonen in de winstframeconditie een positievere attitude ten aanzien van condoomgebruik dan proefpersonen die de boodschap met een verliesframe lazen. Ook de intentie om een condoom te gebruiken was sterker na het lezen van een winst- dan na het lezen van een verliesframe en dit effect werd gemedieerd door attitude (Garcia-Retamero & Cokely, 2011). De resultaten van een meta-analyse van O Keefe en Jensen (2007) naar het effect van winst- versus verliesframes op preventiegedrag, wijzen echter uit dat er met betrekking tot de preventie van soa s geen significante verschillen zijn gevonden tussen een winst- of verliesframe. Latimer et al. (2007) stellen in een reactie op deze meta-analyse dat onderzoekers, ondanks deze teleurstellende resultaten, zeker niet moeten stoppen met onderzoek naar het optimaliseren van winstframes bij preventiegedrag. Een mogelijke reden voor het uitblijven van een effect is volgens hen namelijk dat moderatoren een grote rol spelen. In het huidige onderzoek wordt onderzocht of zintuiglijkheid een moderator is op tekstniveau. De besproken onderzoeken laten geen eenduidige resultaten zien wat betreft het effect van winst- versus verliesframes op preventiegedrag met betrekking tot soa s. In het huidige onderzoek wordt daarom getracht een antwoord te vinden op onderstaande onderzoeksvraag: RQ1: Welke vorm van framing (winst versus verlies) leidt tot een positievere attitude en grotere gedragsintentie ten aanzien van condoomgebruik? 10

11 2.3 Zintuiglijke beschrijvingen en framing in gezondheidscommunicatie Uit bovenstaande bespreking blijkt dat zowel zintuiglijke beschrijvingen als de keuze voor een bepaald frame een effect kunnen hebben op het overtuigingsproces. Zintuiglijke beschrijvingen hebben een effect op mentale beeldvorming (Babin & Burns, 1997; Lee et al., 2010) en dus op het zich kunnen voorstellen van een situatie. Dit zou kunnen betekenen dat multizintuiglijke (versus unizintuiglijke) beschrijvingen eraan bijdragen dat men zich het winst- of verliesframe beter kan voorstellen, wat het effect van framing (het verschil tussen winst- en verliesframes) kan uitvergroten. Het zou kunnen dat hierdoor, in tegenstelling tot wat blijkt uit de bevindingen van de meta-analyse van O Keefe en Jensen (2007), wel een verschil in effectiviteit wordt gevonden tussen winst- en verliesframes op preventiegedrag omtrent soa s. In dit geval zou zintuiglijkheid dus kunnen dienen als moderator op tekstniveau. Echter, een andere mogelijkheid wordt aangedragen in de studie naar de impact van framing op intentie tot condoomgebruik van Garcia-Retamero en Cokely (2011), waarin een beeldende moderator juist het framing effect verzwakte. Na het lezen van een tekstuele boodschap hadden proefpersonen in de winstframeconditie een positievere attitude en grotere intentie ten aanzien van condoomgebruik dan degenen die het verliesframe te zien kregen. Toen er echter een afbeelding (grafiek) werd toegevoegd aan de tekstuele gezondheidsinformatie bleken de winst- en verliesframes even effectief. Een betere voorstelling van de situatie, in dit experiment weliswaar niet door middel van zintuiglijke beschrijvingen maar door een grafiek, bleek het positieve effect van winst- (versus verlies) frames kleiner te maken. Het verliesframe werd door de visuele weergave even effectief in het beïnvloeden van de attitude en gedragsintentie ten aanzien van condoomgebruik als het winstframe. Naar aanleiding van deze mogelijke opties omtrent het gecombineerde effect van framing en zintuiglijkheid is onderstaande onderzoeksvraag ontstaan: RQ2: Wordt het effect van framing op perceptuele mentale representaties omtrent de klachten van soa s en op de attitude en gedragsintentie ten aanzien van condoomgebruik gemodereerd door multi- versus unizintuiglijke beschrijvingen, en zo ja, op welke manier? 11

12 3 Methode 3.1 Onderzoeksontwerp Om de hypothese en de twee onderzoeksvragen te beantwoorden is er een experiment uitgevoerd. Het experiment had een 2 (framing: winst- versus verliesframe) X 2 (zintuiglijkheid: uni- versus multizintuiglijk) tussenproefpersoonontwerp. Bij een tussenproefpersoonontwerp wordt elke proefpersoon slechts aan één conditie blootgesteld. Hierdoor kan voorkomen worden dat blootstelling aan de eerste tekst, de reactie op de volgende teksten beïnvloedt (Maes, Ummelen & Hoeken, 1996). Figuur 1: Analysemodel 3.2 Proefpersonen De populatie waaruit de steekproef is getrokken bestond uit Nederlandse jongvolwassenen (leeftijdscategorie: 18 tot 35 jaar). In het algemeen komen soa s namelijk het meest voor onder jongvolwassenen (Hoogervorst, 2015). Voor de werving van proefpersonen is er gebruik gemaakt van convenience en snowball sampling (Baxter & Babbie, 2003). Vanwege ethische instemming is ervoor gekozen geen proefpersonen jonger dan 18 jaar te laten deelnemen. In totaal waren er 229 responses. Incomplete responses (n= 36) en responses waarbij de tekst van het stimulusmateriaal korter dan 45 seconden was bekeken (n= 38), en dus niet aandachtig gelezen, zijn verwijderd. In de introductietekst stond vermeld dat respondenten niet ouder dan 34 jaar mochten zijn. De respondenten die deze tekst niet goed hadden gelezen en bij leeftijd het getal 35 of hoger hadden ingevuld zijn ook verwijderd (n= 4). Hierna bleven er 151 respondenten over. Het merendeel van deze respondenten, namelijk 68.9 procent (n= 104), was vrouw. De leeftijd lag tussen de 19 en 34 jaar (M= 25.95, SD= 2.87). Het opleidingsniveau van het merendeel van de respondenten was WO (68.2%, n= 103). Iets minder dan een kwart (24.5%, n= 37) gaf aan een HBO opleiding gevolgd te 12

13 hebben. Verder had 4.6 procent van de respondenten (n= 7) MBO als hoogste opleidingsniveau, 0.7 procent VWO (n= 1), 0.7 procent HAVO (n= 1) en 1.3 procent VMBO (n= 2). Iets meer dan de helft van de respondenten, namelijk 59.6 procent (n= 90), had het afgelopen half jaar één vaste sekspartner. Ongeveer een kwart (25.2%, n= 38) had enkele of meerdere wisselende contacten, 3.3 procent had één onenight-stand (n= 5) en 11.9 procent (n= 18) had geen sekspartner het afgelopen half jaar. Uit een Chi-kwadraattoets bleek geen significant verband tussen Conditie en Geslacht (2 (3)= 2.59, p=.459), tussen Conditie en Opleidingsniveau (2 (15)= 11.67, p=.704) en tussen Conditie en Seksueel contact (2 (9)= 7.76, p=.559). Uit een eenweg-variantieanalyse van Conditie op Leeftijd, bleek geen significant effect van Conditie (F (3, 147) <1). Deze resultaten laten zien dat de kenmerken van de proefpersonen evenredig verdeeld waren over de vier condities. Van het totale aantal respondenten zaten er 37 in conditie 1 (winstunizintuiglijk), 34 in conditie 2 (winst-multizintuiglijk), 44 in conditie 3 (verliesunizintuiglijk) en 36 in conditie 4 (verlies-multizintuiglijk). 3.3 Materiaal Het stimulusmateriaal (zie Bijlage 1) bestond uit teksten over twee veelvoorkomende soa s in Nederland (chlamydia en gonorroe) en de klachten die daarbij kunnen ontstaan. Er is gekozen voor teksten omdat uit bovenstaande bespreking is gebleken dat zintuiglijke taal kan leiden tot perceptuele representaties en dat dit vervolgens weer de attitude en gedragsintentie kan beïnvloeden. Mogelijk leiden zintuiglijke beschrijvingen zelfs tot rijkere perceptuele representaties dan een afbeelding, omdat de ontvanger bij het lezen van een tekst geen andere keus heeft dan zich een eigen voorstelling te maken van de situatie terwijl die bij een foto al gegeven is (Babin & Burns, 1997). Bovendien is een beschrijving gangbaarder bij het onderwerp soa s dan een foto. Er is gekozen voor chlamydia en gonorroe omdat deze beide in de top vijf van meest voorkomende soa s staan. Daarnaast kunnen zowel mannen als vrouwen beide soa s krijgen maar blijkt uit onderzoek dat vrouwen vaker klachten ervaren bij chlamydia en mannen juist vaker bij gonorroe (Soa Aids Nederland B, 2018). Door beide soa s te verwerken in de tekst was er een grotere kans dat de manipulatie zowel mannen als vrouwen aan zou spreken. Bovendien hebben deze twee soa s overlappende klachten waardoor ze samen in een tekst beschreven konden worden, wat de manipulatie van multizintuiglijkheid vergemakkelijkt. Er is één basistekst opgesteld om alle versies van de tekst (zie Bijlage 1) zo veel mogelijk identiek te houden, met uitzondering van de gemanipuleerde factoren. De basistekst 13

14 begon met feiten over de problematische situatie in Nederland rondom soa s en beschreef verder de klachten en gezondheidsproblemen ten gevolge van soa s. In alle versies werd de tekst afgesloten met het algemene advies om condooms op zak te hebben en indien nodig een test te doen bij de GGD of huisarts. Uitgaande van de basistekst zijn in de rest van de tekst variaties in framing en zintuiglijkheid verwerkt. Deze variaties resulteerden in vier versies van de tekst; een winstframe met een unizintuiglijke beschrijving, een winstframe met een multizintuiglijke beschrijving, een verliesframe met een unizintuiglijke beschrijving en een verliesframe met een multizintuiglijke beschrijving. De teksten zijn gebaseerd op een combinatie van informatie van een webpagina van Soa Aids Nederland C (2018), een webpagina van Het Huisartsenteam en stimulusmateriaal uit het onderzoek van Garcia- Retamero en Cokely (2011). De onafhankelijke variabele framing is geoperationaliseerd door te beschrijven dat bij het gewenste gedrag (condoomgebruik) een ongewenste uitkomst in de vorm van de beschreven soa-klachten kan worden voorkomen (winstframe) of dat ongewenst gedrag (geen condoomgebruik) een ongewenste uitkomst in de vorm van soa-klachten tot gevolg kan hebben (verliesframe) (Rothman & Salovey, 1997). De onafhankelijke variabele zintuiglijkheid is geoperationaliseerd door de klachten ten gevolge van soa s in één (unizintuiglijk) of meerdere (multizintuiglijk) modaliteiten te beschrijven. De multizintuiglijke tekst beschreef haptische (tastzin), visuele (gezichtsvermogen) en geur (reukvermogen) kenmerken van de klachten. Hierbij zijn de haptische kenmerken van soaklachten omschreven als een branderig of stekend gevoel bij het plassen, jeuk rondom de anus en een zeurende pijn in de onderbuik (vrouwen) of in de balzak (mannen). Ook de geur van afscheiding behorende bij een soa is benoemd; een vieze, weeïge doordringende geur. Daarnaast zijn ook de visuele kenmerken van de klachten beschreven; afscheiding met een pusachtige substantie en een gele of zelfs groene kleur. Bij de unizintuiglijke versie zijn drie haptische kenmerken, zijnde het fysieke gevoel van branderigheid of een stekend gevoel, jeuk en pijn benoemd. Door bij iedere modaliteit drie kenmerken te beschrijven kon een mogelijk verschil in effect tussen de unizintuiglijke en multizintuiglijke tekst niet te wijten zijn aan een verschil in concreetheid. Pretest Er is een pretest afgenomen (zie Bijlage 2) om na te gaan of de manipulaties van framing en zintuiglijkheid geslaagd waren en of de vier versies als gelijk werden ervaren wat betreft informatiegehalte, complexiteit en realisme. Om te testen of de soa-klachten bij alle versies 14

15 even concreet beschreven waren is ook gevraagd hoe angstig men zich voelde na het lezen van de tekst. Uit de pretest kwam naar voren dat de manipulatie van zintuiglijkheid was geslaagd; in de multizintuiglijke condities werden meer zintuigen waargenomen dan in de unizintuiglijke condities (zie Bijlage 2, tabel 2). Ook bleek de manipulatie van framing geslaagd; mensen in de winstframeconditie scoorden hoger op de voordelen van condoomgebruik (versus de nadelen van het niet gebruiken van een condoom) dan mensen in de verliesframeconditie (zie Bijlage 2, tabel 3). Uit de pretest bleken de condities weinig te verschillen op informatiegehalte en mate van angst. Echter, er waren wel verschillen op complexiteit en mate van realisme (zie Bijlage 2, tabel 4). Deze factoren zijn niet goed aan te passen in de tekst want (mogelijk) inherent aan de manipulatie. Deze laatste twee controlevragen zijn daarom meegenomen in het experiment om mogelijke alternatieve verklaringen uit te sluiten. 3.4 Instrumentatie In het huidige onderzoek zijn drie afhankelijke variabelen gemeten: attitude en gedragsintentie ten aanzien van condoomgebruik ter preventie van soa s en perceptuele representaties van de klachten van soa s. Daarnaast zijn er in de vragenlijst (zie Bijlage 3) ook twee manipulatiechecks opgenomen, voor zintuiglijkheid en voor framing. Ten slotte zijn er nog twee controlevragen gesteld over het realisme en de complexiteit van de teksten. Voor het meten van de attitude en gedragsintentie ten aanzien van condoomgebruik is gebruik gemaakt van aangepaste schalen van Garcia-Retamero en Cokely (2011). Deze zijn veranderd van een negenpunts- naar een zevenpuntsschaal in verband met consistentie over alle items van het huidige onderzoek. Attitude ten aanzien van condoomgebruik is gemeten aan de hand van zes items met een zevenpunts Likertschaal (helemaal niet - heel erg). De items luidden: Hoe effectief is volgens jou het gebruik van een condooms bij een nieuw seksueel contact om soa s te voorkomen?; Hoe belangrijk vind je het om condooms te gebruiken bij een nieuw seksueel contact?; Hoe gunstig is het om condooms te gebruiken bij een nieuw seksueel contact?; Hoe welwillend sta je tegenover het gebruik van condooms bij een nieuw seksueel contact?; Hoe goed vind je het om condooms te gebruiken bij een nieuw seksueel contact?; Hoe verstandig vind je het om condooms te gebruiken bij een nieuw seksueel contact?. De betrouwbaarheid van de schaal is geanalyseerd met behulp van Cronbach s alpha. De betrouwbaarheid van deze schaal was adequaat (α =.71) en de items werden daarom samengevoegd tot een gemiddelde schaalscore voor verdere analyse. Gedragsintentie ten aanzien van condoomgebruik is gemeten aan de hand van twee items met 15

16 een zevenpunts Likertschaal (ik ben absoluut niet van plan om dit te doen ik ben absoluut van plan om dit te doen) en (ik weet zeker dat ik dit niet ga doen ik weet zeker dat ik dit ga doen). Deze items volgden op de vraag: Hoe aannemelijk is het dat je bij een nieuw seksueel contact condooms zult gaan gebruiken?. Wegens een datalogging probleem is het tweede item geëxcludeerd en is enkel het eerste item geanalyseerd. Om de perceptuele representaties te meten is gebruik gemaakt van schalen voor levendigheid en kwantiteit. Deze zijn gebaseerd op een samenvoeging van schalen uit het onderzoek van Babin en Burns (1997) en Green en Brock (2000). Levendigheid werd gemeten aan de hand van vier van de acht meest toepasselijke items van Babin en Burns (1997) met een zevenpunts Likertschaal (sterk mee oneens sterk mee eens). De vier items waren: Bij het lezen van de tekst was mijn beeldvorming over de klachten van soa s.. (1) helder; (2) gedetailleerd; (3) vaag; (4) levendig. Het item vaag werd omgepoold voor analyse. De betrouwbaarheid van deze schaal was adequaat (α =.70) en de items zijn dus samengevoegd. Kwantiteit werd gemeten door middel van drie items met een zevenpunts Likertschaal (sterk mee oneens - sterk mee eens) gebaseerd op een schaal van Green en Brock (2000). Deze items luidden: Tijdens het lezen van de tekst kon ik me goed voorstellen hoe de klachten van soa s ruiken; Tijdens het lezen van de tekst kon ik me goed voorstellen hoe de klachten van soa s lichamelijk voelen; Tijdens het lezen van de tekst kon ik me goed voorstellen hoe de klachten van soa s eruitzien. De betrouwbaarheid van de schaal was niet adequaat (α =.63). Omdat deze drie items verschillende aspecten van kwantiteit meten zijn ze niet samengevoegd tot een schaal, maar elk apart geanalyseerd. De manipulatiecheck voor zintuiglijkheid is gemeten met het item: Welke zintuigen werden gebruikt in de tekst om de klachten van soa's te beschrijven?. Proefpersonen konden één of meerdere van de volgende opties aanvinken: tastzin, reukzin, gehoor, smaakzin en gezichtsvermogen. Om te controleren of de manipulatie van framing geslaagd was, is een item van Latimer et al. (2008) gebruikt. Dit item had een zevenpunts Likertschaal en luidde: De informatie die ik net heb gelezen was (erg gericht op de nadelen van het niet gebruiken van een condoom - erg gericht op de voordelen van condoomgebruik). Op basis van de pretest zijn twee controlevragen gesteld om te achterhalen of alle condities gelijk waren wat betreft complexiteit en realisme. Voor complexiteit is het zevenpunts Likertschaalitem van Elder en Krishna (2009) gebruikt. Dit item was: De tekst was complex (sterk mee oneens - sterk mee eens). Het item met een zevenpunts Likertschaal voor realisme luidde: Zou deze tekst in een folder van de GGD gestaan kunnen hebben? (zeer onwaarschijnlijk - zeer waarschijnlijk). 16

17 3.5 Procedure Om proefpersonen te werven is er mondeling en via Whatsapp aan het netwerk van de onderzoeker gevraagd de vragenlijst in te vullen en door te sturen. Ook werd er op Facebook een oproep geplaatst met een link naar de vragenlijst in Qualtrics. De proefpersonen kregen bij het klikken op de link eerst een introductietekst te lezen waarin werd beschreven dat het ging om een onderzoek naar soa s en condoomgebruik. De specifieke interesse in de (gecombineerde) invloed van framing en zintuiglijke beschrijvingen werd niet vermeld, om beïnvloeding van de resultaten te voorkomen. Verder stond er in deze introductie dat het onderzoek ongeveer vijf tot tien minuten duurt, invullen van de vragenlijst anoniem is, de resultaten vertrouwelijk worden verwerkt en dat deelname aan het onderzoek vrijwillig is. Ten slotte moesten proefpersonen verklaren achttien jaar of ouder te zijn en toestemming te geven voor het gebruik van de antwoorden. Proefpersonen werden random toegewezen aan een conditie en kregen een van de vier versies van de soa-boodschap te lezen. Hierna beantwoordden ze een aantal stellingen. Deze stellingen hadden achtereenvolgens betrekking op de attitude en intentie ten aanzien van condoomgebruik ter preventie van soa s en de perceptuele mentale representaties van de klachten van soa s. Om beïnvloeding van de antwoorden bij attitude en intentie zoveel mogelijk te voorkomen werden de perceptuele representaties als laatste bevraagd. Ook zijn er manipulatiechecks voor zintuiglijkheid en framing uitgevoerd. Vervolgens zijn de controlevragen met betrekking tot complexiteit en realisme gesteld. Tot slot werden demografische gegevens zoals geslacht, leeftijd, opleidingsniveau en aantal seksuele contacten bevraagd. Zowel aan het begin als aan het eind van het onderzoek werden de proefpersonen bedankt voor hun deelname. 4 Resultaten Er is een tweeweg-multivariate variantieanalyse (MANOVA) uitgevoerd om het hoofdeffect van de twee tussenproefpersoonfactoren Framing en Zintuiglijkheid en het interactie-effect tussen Framing en Zintuiglijkheid op de afhankelijke variabelen Perceptuele representaties van de klachten van soa s en op de Attitude en Gedragsintentie ten aanzien van condoomgebruik te meten. Ook zijn er independent samples t-toetsen en zowel een- als tweeweg ANOVAs voor de manipulatiechecks en controlevragen uitgevoerd. In enkele gevallen was Levene s test significant. Dit is niet gerapporteerd omdat ongelijke variantie geen probleem is bij gelijkwaardige groepsgroottes. Om die reden bleef het geoorloofd ANOVAs uit te voeren. 17

18 4.1 Manipulatiecheck Om te controleren of proefpersonen die werden blootgesteld aan de multizintuiglijke soaboodschap deze als zintuiglijker beoordeelden dan proefpersonen die de unizintuiglijke boodschap lazen, is er een manipulatiecheck uitgevoerd. Dit is gedaan door bij zowel de unials multizintuiglijke conditie per proefpersoon het aantal juiste antwoorden te tellen waarbij de verwachting was dat proefpersonen in de multizintuiglijke conditie een hogere score zouden halen dan degenen in de unizintuiglijke conditie. Uit de independent samples t-toets van Zintuiglijkheid op het Waargenomen aantal zintuigen bleek een sterk 2 significant verschil tussen de unizintuiglijke en de multizintuiglijke teksten (t (101.63)= 17.32, p <.001, d= 1.07). Proefpersonen die de multizintuiglijke soa-boodschap lazen (M= 2.44, SD= 0.70), namen meer zintuigen waar dan proefpersonen die werden blootgesteld aan de unizintuiglijke boodschap (M= 0.84, SD= 0.37). De manipulatie van zintuiglijkheid was dus geslaagd. Ook is er een manipulatiecheck gedaan voor framing. Uit een eenweg-variantieanalyse van Framing op Perceptie van frame bleek een middelmatig 3 maar significant hoofdeffect van Framing (F (1, 147)= 10.31, p=.002, partiële η 2 =.07). Proefpersonen die de boodschap met een winstframe lazen (M= 4.87, SD= 2.34) scoorden hoger op voordelen dan proefpersonen in de verliesconditie (M= 3.58, SD= 2.53). De manipulatie van framing was dus geslaagd. 4.2 Controlevariabelen Om te controleren of alle condities gelijk aan elkaar waren wat betreft mate van complexiteit en realisme zijn er twee controlevragen gesteld. Uit de tweeweg-variantieanalyse van Zintuiglijkheid en Framing op Complexiteit bleek geen significant hoofdeffect van Zintuiglijkheid (F (1, 147) <1) of van Framing (F (1, 147) <1). Wel trad er een middelmatig significant interactie-effect op tussen Framing en Zintuiglijkheid (F (1, 147)= 10.76, p=.001, partiële η 2 =.07). Een independent samples t-toets toonde dat bij de unizintuiglijke tekst een verliesframe (M= 3.32, SD= 1.54 ) complexer werd gevonden dan een winstframe (M= 2.35, SD= 1.23). Dit verschil was sterk significant (t (79)= 3.14, p=.003, d=.70). Bij de multizintuiglijke conditie was er geen significant verschil, tussen een verlies- versus een winstframe, op Complexiteit (t (61)= 1.65, p=.103). Uit de tweeweg-variantieanalyse van Zintuiglijkheid en Framing op Realisme bleek geen significant effect van Zintuiglijkheid (F 2 Interpretatie Cohen s d: zwak effect (d = ), middelmatig effect (d = ), sterk effect (d > 0.50). 3 Interpretatie partiële η2 : zwak effect (partiële η2 = ), middelmatig effect (partiële η2 = ), sterk effect (partiële η2 >

19 (1, 147) <1), Framing (F (1, 147 )= 1.88, p=.172), of de interactie tussen Zintuiglijkheid en Framing (F (1, 147) <1). Dit betekent dat de teksten in de vier condities niet verschilden wat betreft mate van realisme. 4.3 Effect van framing en zintuiglijkheid op perceptuele representaties, attitude en gedragsintentie Confirmatieve analyse Om de hypothese en de twee onderzoeksvragen te kunnen beantwoorden is er een tweewegmultivariate variantieanalyse uitgevoerd, met als factoren Framing en Zintuiglijkheid en als afhankelijke variabelen Perceptuele representaties in termen van tast, geur en gezichtsvermogen (op basis van een lage Cronbach s alpha) en levendigheid, Attitude en Gedragsintentie. Uit deze analyse bleek een sterk significant multivariaat hoofdeffect van Zintuiglijkheid (F (6, 142 )= 25.94, p= <.001, partiële η 2 =.52). Uit univariate analyses bleek een sterk significant effect van Zintuiglijkheid op Geur (F (1, 147)= , p <.001, partiële η 2 =.47). Proefpersonen die de multizintuiglijke tekst lazen konden zich beter voorstellen hoe de klachten van soa s ruiken (M= 4.34, SD=.17) dan proefpersonen die de unizintuiglijke tekst lazen (M= 1.75, SD=.16). Daarnaast was er een zwak effect van Zintuiglijkheid op Tast (F (1, 147)= 6.02, p=.015, partiële η 2 =.04). Proefpersonen die de multizintuiglijke tekst lazen konden zich beter voorstellen hoe de klachten van soa s lichamelijk voelen (M= 5.20, SD=.18) dan proefpersonen die de unizintuiglijke tekst lazen (M= 4.61, SD=.16). Ook trad er een sterk effect van Zintuiglijkheid op Gezichtsvermogen op (F (1, 147)= 37.38, p<.001, partiële η 2 =. 20). Proefpersonen die de multizintuiglijke tekst lazen konden zich beter voorstellen hoe de klachten van soa s eruitzien (M= 4.84, SD=.19) dan proefpersonen die de unizintuiglijke tekst lazen (M= 3.25, SD=.18). Tot slot bleek ook een middelmatig effect van Zintuiglijkheid op Levendigheid (F (1, 147)= 18.50, p<.001, partiële η 2 =.11). Proefpersonen die de multizintuiglijke tekst zagen rapporteerden een levendigere beeldvorming van de klachten van soa s (M= 4.90, SD=.09) dan proefpersonen die de unizintuiglijke tekst te zien kregen (M= 4.39, SD=.08). Uit univariate analyses bleek geen significant hoofdeffect van Zintuiglijkheid op Attitude (F (1, 147) < 1) of op Gedragsintentie (F (1, 147) <1). De resultaten toonden geen significant multivariaat hoofdeffect van Framing (F (6, 142)= 1.04, p=.400), maar wel een middelmatig marginaal interactie-effect tussen Zintuiglijkheid en Framing (F (6, 142)= 1.93, p=.081, partiële η 2 =.08 ). Uit univariate analyses bleek geen significant interactie-effect van Zintuiglijkheid en Framing op Perceptuele representaties in termen van Tast (F (1, 147)= 2.46, p=.119), Geur (F (1, 147) < 19

20 1) of Levendigheid (F (1, 147) < 1). Ook was er geen significant interactie-effect op Attitude (F (1, 147)= 1.11, p=.294). Wel bleek er een zwak maar significant interactie-effect van Zintuiglijkheid en Framing op Gedragsintentie (F (1, 147)= 5.23, p=.024, partiële η 2 =.03). Een independent samples t-toets toonde dat in de unizintuiglijke conditie een verliesframe (M= 6.55, SD=.93) leidde tot een grotere gedragsintentie dan een winstframe (M= 6.05, SD= 1.15). Dit verschil was significant (t (79)= 2.13, p=.037, d=.48) met een middelmatige effectgrootte. Bij de multizintuiglijke conditie was er geen significant verschil, tussen een verlies- versus een winstframe, op Gedragsintentie (t (68)= 1.13, p=.262). Daarnaast was er een zwak marginaal interactie-effect op Gezichtsvermogen (F (1, 147)= 3.72, p=.056, partiële η 2 =.03). Uit een independent samples t-toets kwam naar voren dat bij de multizintuiglijke conditie een winstframe (M= 5.18, SD= 1.49) ertoe leidde dat proefpersonen zich beter konden voorstellen hoe soa-klachten eruitzien dan een verliesframe (M= 4.50, SD= 1.54). Dit verschil was marginaal (t (68)= 1.87, p=.066, d=.45), met een medium effectgrootte. Bij de unizintuiglijke conditie was er geen significant effect van Framing op Gezichtsvermogen (t (79) <1). Tabel 1 laat de gemiddelden en standaardafwijkingen zien van zintuiglijkheid en framing op de afhankelijke variabelen. 20

21 Tabel 1. Perceptuele representatie: geur De gemiddelden en standaardafwijkingen (tussen haakjes) van de afhankelijke variabelen in functie van de condities zintuiglijkheid en framing (1= laagste score op de schaal, 7= hoogste score op de schaal) Unizintuiglijk Multizintuiglijk Winst Verlies Winst Verlies n = 37 n = 44 n = 34 n = (1.01) 1.75 (1.10) 4.26 (1.94) 4.42 (1.44) Perceptuele representatie: tast 4.27 (1.59) 4.95 (1.24) 5.24 (1.67) 5.17 (1.38) Perceptuele representatie: gezichtsvermogen 3.08 (1.59) 3.41 (1.72) 5.18 (1.49) 4.50 (1.54) Perceptuele representatie: levendigheid 4.42 (0.78) 4.35 (0.73) 5.01 (0.80) 4.78 (0.62) Attitude 6.46 (0.53) 6.55 (0.60) 6.48 (0.46) 6.37 (0.61) Intentie 6.05 (1.15) 6.55 (.93) 6.29 (.97) 6.03 (1.00) Exploratieve analyse Uit de tweeweg-multivariate variantieanalyse bleek geen significant effect van Zintuiglijkheid noch van Framing op Attitude en Gedragsintentie. Een mogelijk verklarende factor die hierbij een rol zou kunnen spelen is de mate waarin de proefpersonen vaste of geen vaste seksuele contacten hadden. Om hierin inzicht te verkrijgen is een exploratieve analyse gedaan. Deze analyse is uitgevoerd middels een tweeweg-multivariate variantieanalyse, met als tussenproefpersoonfactoren Framing, Zintuiglijkheid en Seksueel contact en als afhankelijke 21

STOPPEN MET ROKEN WERKT BETER DAN NIET STOPPEN MET ROKEN

STOPPEN MET ROKEN WERKT BETER DAN NIET STOPPEN MET ROKEN STOPPEN MET ROKEN WERKT BETER DAN NIET STOPPEN MET ROKEN Een experimenteel onderzoek naar de rol van de formulering van het antecedent en de formulering van het consequent bij de framing-effecten van een

Nadere informatie

Framing van een gezondheidsboodschap

Framing van een gezondheidsboodschap Framing van een gezondheidsboodschap Een experimenteel onderzoek naar de rol van emoties en gewicht in de effectiviteit van een winst- en verliesframe bij een boodschap over het eten van minder suiker.

Nadere informatie

De Invloed van de Kwetsbaarheid van de Lezer van een Tekst ter Preventie van Hart- en Vaatziekten op de Effectiviteit van Framing.

De Invloed van de Kwetsbaarheid van de Lezer van een Tekst ter Preventie van Hart- en Vaatziekten op de Effectiviteit van Framing. Onderzoeksverslag Masterscriptie De Invloed van de Kwetsbaarheid van de Lezer van een Tekst ter Preventie van Hart- en Vaatziekten op de Effectiviteit van Framing. Lauret Gerner S4219910 30 januari 2017

Nadere informatie

RADBOUD UNIVERSITEIT NIJMEGEN. Bachelorscriptie. De invloed van betrokkenheid op de effectiviteit van doelframing. Evelien Beeren S

RADBOUD UNIVERSITEIT NIJMEGEN. Bachelorscriptie. De invloed van betrokkenheid op de effectiviteit van doelframing. Evelien Beeren S RADBOUD UNIVERSITEIT NIJMEGEN Bachelorscriptie De invloed van betrokkenheid op de effectiviteit van doelframing. Evelien Beeren S4517954 29-1-2016 Begeleidster: Anneke de Graaf Thema 3: Winst- en verliesframing

Nadere informatie

De nadelen van roken of de voordelen van niet-roken?

De nadelen van roken of de voordelen van niet-roken? De nadelen van roken of de voordelen van niet-roken? Een onderzoek naar de effecten van framing en emoties als mediator op de attitude en intentie van rokers om te stoppen met roken Masterscriptie Communicatie

Nadere informatie

Management Summary. Auteur Tessa Puijk. Organisatie Van Diemen Communicatiemakelaars

Management Summary. Auteur Tessa Puijk. Organisatie Van Diemen Communicatiemakelaars Management Summary Wat voor een effect heeft de vorm van een bericht op de waardering van de lezer en is de interesse in nieuws een moderator voor dit effect? Auteur Tessa Puijk Organisatie Van Diemen

Nadere informatie

Risicoperceptie als moderator in de effectiviteit van winst- en verliesframes en de rol van het verwerkingsproces

Risicoperceptie als moderator in de effectiviteit van winst- en verliesframes en de rol van het verwerkingsproces Risicoperceptie als moderator in de effectiviteit van winst- en verliesframes en de rol van het verwerkingsproces Naam: E-mail: Studentnr.: Instelling: Opleiding: Specialisatie: Eerste lezer: Tweede lezer:

Nadere informatie

De invloed van goalframing op de attitude en gedragsintentie van twee gezondheidsgerelateerde boodschappen

De invloed van goalframing op de attitude en gedragsintentie van twee gezondheidsgerelateerde boodschappen 2018 Radboud Universiteit Mitchel van Schijndel S4222474 1 e beoordelaar: W.G. Reijnierse 2 e beoordelaar: J.M. Sanders [FRAMING IN GEZONDHEIDSCOMMUNICATIE] De invloed van goalframing op de attitude en

Nadere informatie

De kracht van narrativiteit in vaccinatieboodschappen Communication about vaccination: the power of a story

De kracht van narrativiteit in vaccinatieboodschappen Communication about vaccination: the power of a story Masterscriptie Communicatie & Beïnvloeding Specialisatie Gezondheidscommunicatie Radboud Universiteit Nijmegen De kracht van narrativiteit in vaccinatieboodschappen Communication about vaccination: the

Nadere informatie

De overtuigingskracht van een regulatory fit en de samenhang tussen cognitieve dissonantie en weerstand. Radboud Universiteit Nijmegen

De overtuigingskracht van een regulatory fit en de samenhang tussen cognitieve dissonantie en weerstand. Radboud Universiteit Nijmegen De overtuigingskracht van een regulatory fit en de samenhang tussen cognitieve dissonantie en weerstand Radboud Universiteit Nijmegen Masterscriptie Geertje Steeghs s4126890 E-mail: geertjesteeghs@hotmail.com

Nadere informatie

Masterscriptie. De rol van betrokkenheid bij de effectiviteit van narratieve en argumentatieve advertenties

Masterscriptie. De rol van betrokkenheid bij de effectiviteit van narratieve en argumentatieve advertenties Masterscriptie De rol van betrokkenheid bij de effectiviteit van narratieve en argumentatieve advertenties Naam Nikki Theuns Studentnummer S4141660 E-mailadres n.theuns@student.ru.nl Opleiding Master Communicatie

Nadere informatie

Master s thesis Een onderzoek naar de invloed van message framing

Master s thesis Een onderzoek naar de invloed van message framing Master s thesis Een onderzoek naar de invloed van message framing op de overtuiging van individuen om deel te nemen aan het bevolkingsonderzoek naar darmkanker en welke rol risicoperceptie en de regulatieve

Nadere informatie

Het effect van levendigheid in een verhaal op de mate van transportatie, overtuiging en herinnering

Het effect van levendigheid in een verhaal op de mate van transportatie, overtuiging en herinnering Het effect van levendigheid in een verhaal op de mate van transportatie, overtuiging en herinnering Datum: 12 augustus 2015 Naam: Alisa Vogelpoel Studentnummer: 4247388 Cursus: Thema: Opleiding: Masterscriptie

Nadere informatie

Een kwestie van smaak?

Een kwestie van smaak? Een kwestie van smaak? Een onderzoek naar de effectiviteit van uni- en multizintuiglijke voedingsadvertenties en de invloed van mentale verbeelding en congruentie [A matter of taste? An investigation into

Nadere informatie

Geven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte.

Geven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte. Een chronische en progressieve aandoening zoals multiple sclerose (MS) heeft vaak grote consequenties voor het leven van patiënten en hun intieme partners. Naast het omgaan met de fysieke beperkingen van

Nadere informatie

VOORLICHTING = VEILIG?

VOORLICHTING = VEILIG? VOORLICHTING = VEILIG? De invloed van seksuele voorlichting op middelbare scholen op het condoomgebruik onder studenten. Ilse Slabbekoorn 10753672 Communicatiewetenschap Afstudeerproject Bas van den Putte

Nadere informatie

Ieder nadeel heeft zijn voordeel

Ieder nadeel heeft zijn voordeel Ieder nadeel heeft zijn voordeel Positieve en negatieve framing in gezondheidscommunicatie Masterscriptie Communicatie- & Informatiewetenschappen: Communicatie & Beïnvloeding Amber Buitkamp s4609077 a.buitkamp@student.ru.nl

Nadere informatie

Het effect van humor in bedreigende gezondheidscommunicatie

Het effect van humor in bedreigende gezondheidscommunicatie Het effect van humor in bedreigende gezondheidscommunicatie Radboud Universiteit Faculteit: Letteren Master: Communicatie en Beïnvloeding Cursus: Masterscriptie Communicatie en Beïnvloeding- LETCIW401

Nadere informatie

hoofdstuk 2 een vergelijkbaar sekseverschil laat zien voor buitenrelationeel seksueel gedrag: het hebben van seksuele contacten buiten de vaste

hoofdstuk 2 een vergelijkbaar sekseverschil laat zien voor buitenrelationeel seksueel gedrag: het hebben van seksuele contacten buiten de vaste Samenvatting Mensen zijn in het algemeen geneigd om consensus voor hun eigen gedrag waar te nemen. Met andere woorden, mensen denken dat hun eigen gedrag relatief vaak voorkomt. Dit verschijnsel staat

Nadere informatie

Jongeren van de drank af

Jongeren van de drank af Jongeren van de drank af Een onderzoek naar het effect van humor op de overtuigingskracht van bedreigende voorlichtingsboodschappen over alcoholgebruik Masterscriptie Communicatie & Beïnvloeding Student:

Nadere informatie

- Mensen gaan meer variëteit kiezen bij hun consumptiekeuzes wanneer ze weten dat hun gedrag nauwkeurig publiekelijk zal onderzocht worden.

- Mensen gaan meer variëteit kiezen bij hun consumptiekeuzes wanneer ze weten dat hun gedrag nauwkeurig publiekelijk zal onderzocht worden. Abstract: - 3 experimenten - Mensen gaan meer variëteit kiezen bij hun consumptiekeuzes wanneer ze weten dat hun gedrag nauwkeurig publiekelijk zal onderzocht worden. - Studie 1&2: consumenten verwachten

Nadere informatie

DE JUISTE HOUDING AANNEMEN OF EEN ONJUISTE HOUDING VOORKOMEN?

DE JUISTE HOUDING AANNEMEN OF EEN ONJUISTE HOUDING VOORKOMEN? DE JUISTE HOUDING AANNEMEN OF EEN ONJUISTE HOUDING VOORKOMEN? Effecten en onderliggende processen van het gebruik van negaties binnen winsten verliesframes in de persuasieve gezondheidscommunicatie Naam:

Nadere informatie

Factsheet: De beleving van een vroege eerste geslachtsgemeenschap

Factsheet: De beleving van een vroege eerste geslachtsgemeenschap Factsheet: De beleving van een vroege eerste geslachtsgemeenschap Katrien Symons (contact: Katrien.Symons@UGent.be) Prof. Dr. Mieke Van Houtte Dr. Hans Vermeersch ACHTERGROND Een vroege eerste geslachtsgemeenschap

Nadere informatie

Masterscriptie. Individueel MA-scriptietraject NMTC

Masterscriptie. Individueel MA-scriptietraject NMTC Masterscriptie raming op acebook Individueel MA-scriptietraject NMTC 2016-2017 Naam: Maayke Scherpenhuijzen Studentnummer: 4378083 Telefoon: 06-48708350 E-mail: maayke.scherpenhuijzen@student.ru.nl Onderzoeksthema:

Nadere informatie

Samenvatting Impliciet leren van kunstmatige grammatica s: Effecten van de complexiteit en het nut van de structuur

Samenvatting Impliciet leren van kunstmatige grammatica s: Effecten van de complexiteit en het nut van de structuur Samenvatting Impliciet leren van kunstmatige grammatica s: Effecten van de complexiteit en het nut van de structuur Hoewel kinderen die leren praten geen moeite lijken te doen om de regels van hun moedertaal

Nadere informatie

De invloed van betrokkenheid op de effectiviteit van doelframing in de gezondheidscommunicatie

De invloed van betrokkenheid op de effectiviteit van doelframing in de gezondheidscommunicatie De invloed van betrokkenheid op de effectiviteit van doelframing in de gezondheidscommunicatie Theoretisch bachelorwerkstuk - herkansing 29/01/16 Merel Klijn Velderman - S4241991 Academisch jaar 2015-2016

Nadere informatie

Kerncijfers leefstijlmonitor seksuele gezondheid 2015

Kerncijfers leefstijlmonitor seksuele gezondheid 2015 Kerncijfers leefstijlmonitor seksuele gezondheid 2015 Over welke cijfers hebben we het? In Nederland worden gegevens over de leefstijl van de bevolking verzameld door meerdere thema-instituten die elk

Nadere informatie

De rol van transportatie en identificatie binnen narratieven op de overtuigingskracht van een tekst over nierdonatie

De rol van transportatie en identificatie binnen narratieven op de overtuigingskracht van een tekst over nierdonatie De rol van transportatie en identificatie binnen narratieven op de overtuigingskracht van een tekst over nierdonatie Naam: Evelien Beeren Studentnummer: S4517954 Eerste lezer: L. Hustinx Tweede lezer:

Nadere informatie

Winst- en verliesframing in gezondheidscommunicatie

Winst- en verliesframing in gezondheidscommunicatie RADBOUD UNIVERSITEIT NIJMEGEN Winst- en verliesframing in gezondheidscommunicatie In hoeverre heeft de mate van betrokkenheid invloed op de effectiviteit van doelframing in gezondheidscommunicatie? Bachelorscriptie

Nadere informatie

Het effect van metaforen en fear appeals in gezondheidsboodschappen op de attitude en intentie ten aanzien van zonbescherming

Het effect van metaforen en fear appeals in gezondheidsboodschappen op de attitude en intentie ten aanzien van zonbescherming Het effect van metaforen en fear appeals in gezondheidsboodschappen op de attitude en intentie ten aanzien van zonbescherming The effect of metaphors and fear appeals in health messages on attitude and

Nadere informatie

Gezondheidsvaardigheden in de Nederlandse volwassen bevolking Het doel van het eerste deel van dit proefschrift, was te onderzoeken in hoeverre

Gezondheidsvaardigheden in de Nederlandse volwassen bevolking Het doel van het eerste deel van dit proefschrift, was te onderzoeken in hoeverre Samenvatting Inleiding In Nederland wordt van burgers verwacht dat zij een zelfstandige en verantwoordelijke rol vervullen met betrekking tot hun gezondheid en zorg. Dit is het gevolg van verschillende

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting. Verschillende vormen van het visuele korte termijn geheugen en de interactie met aandacht

Nederlandse samenvatting. Verschillende vormen van het visuele korte termijn geheugen en de interactie met aandacht Nederlandse samenvatting Verschillende vormen van het visuele korte termijn geheugen en de interactie met aandacht 222 Elke keer dat je naar iets of iemand op zoek bent, bijvoorbeeld wanneer je op een

Nadere informatie

Energiedrankjes: een blikje overgewicht!

Energiedrankjes: een blikje overgewicht! Bachelorscriptie Energiedrankjes: een blikje overgewicht! Een experiment over de invloed van message framing en stemming op de attitude ten opzichte van het drinken van energiedrank en de intentie van

Nadere informatie

Samenvatting (Dutch summary)

Samenvatting (Dutch summary) Samenvatting (Dutch summary) Deze studie onderzocht seksueel risicogedrag van homoseksuele mannen in vaste relaties, voornamelijk onder mannen die deelnemen aan de Amsterdamse Cohort Studies onder Homoseksuele

Nadere informatie

Radboud Universiteit Nijmegen, Faculteit der Letteren, Communicatie- en Informatiewetenschappen Master Communicatie & Beïnvloeding

Radboud Universiteit Nijmegen, Faculteit der Letteren, Communicatie- en Informatiewetenschappen Master Communicatie & Beïnvloeding Verhalen van levensbelang Experiment over de invloed van de explicietheid van de boodschap in narratieven over orgaandonatie op de overtuigingskracht van de boodschap. Instelling: Programma: Cursus: Titel:

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Het managen van weerstand van consumenten tegen innovaties

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Het managen van weerstand van consumenten tegen innovaties Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Het managen van weerstand van consumenten tegen innovaties De afgelopen decennia zijn er veel nieuwe technologische producten en diensten geïntroduceerd op de

Nadere informatie

How to present online information to older cancer patients N. Bol

How to present online information to older cancer patients N. Bol How to present online information to older cancer patients N. Bol Dutch summary (Nederlandse samenvatting) Dutch summary (Nederlandse samenvatting) Goede informatievoorziening is essentieel voor effectieve

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting (Dutch Summary)

Nederlandse Samenvatting (Dutch Summary) Nederlandse Samenvatting (Dutch Summary) NEDERLANDSE SAMENVATTING 195 H et belangrijkste doel van deze dissertatie was het onderzoeken van de rol die afbeeldingen van ogen kunnen spelen in het regelen

Nadere informatie

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar Alcoholgebruik Psychosociale gezondheid Genotmiddelen Voeding, bewegen en gewicht Seksueel gedrag Samenvatting en aanbevelingen Monitor jongeren 12 tot 24 jaar Jongerenmonitor In 2011 is in de regio IJsselland

Nadere informatie

Vijftig procent vol of vijftig procent leeg?

Vijftig procent vol of vijftig procent leeg? Vijftig procent vol of vijftig procent leeg? Een onderzoek naar de invloed van message-framing van cijfermatige risico-informatie op risicoperceptie en risicogedrag met betrekking tot condoomgebruik. Master

Nadere informatie

Persuasieve gezondheidscommunicatie: hoe en door wie?

Persuasieve gezondheidscommunicatie: hoe en door wie? PERSUASIEVE GEZONDHEIDSCOMMUNICATIE 1 Persuasieve gezondheidscommunicatie: hoe en door wie? Een experimenteel onderzoek naar de invloed van message framing en endorsement op de attitude tegenover fruit

Nadere informatie

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar Alcoholgebruik Psychosociale gezondheid Genotmiddelen Voeding, bewegen en gewicht Seksueel gedrag Samenvatting en aanbevelingen Monitor jongeren 12 tot 24 jaar Jongerenmonitor In 2011 is in de regio IJsselland

Nadere informatie

Kerncijfers leefstijlmonitor seksuele gezondheid 2016

Kerncijfers leefstijlmonitor seksuele gezondheid 2016 Kerncijfers leefstijlmonitor seksuele gezondheid 2016 Over welke cijfers hebben we het? In Nederland worden gegevens over de leefstijl van de bevolking verzameld door meerdere thema-instituten die elk

Nadere informatie

I want you to work out!

I want you to work out! I want you to work out! Een experiment naar de persuasieve kracht van de bron, het frame en de sociale omgeving op de attitude ten opzichte van sport. Universiteit van Amsterdam - Communicatiewetenschap

Nadere informatie

De invloed van verhaalkenmerken op de overtuigingskracht van narratieve gezondheidsinterventies.

De invloed van verhaalkenmerken op de overtuigingskracht van narratieve gezondheidsinterventies. De invloed van verhaalkenmerken op de overtuigingskracht van narratieve gezondheidsinterventies. Een experimenteel onderzoek naar de effectiviteit van de verhaalkenmerken gedrag en valentie op de overtuiging

Nadere informatie

ONGEWENST INTRUSIEF GEDRAG: EEN STUDIE NAAR DE ROL VAN RELATIEKENMERKEN BIJ GESCHEIDEN EX-KOPPELS.

ONGEWENST INTRUSIEF GEDRAG: EEN STUDIE NAAR DE ROL VAN RELATIEKENMERKEN BIJ GESCHEIDEN EX-KOPPELS. ONGEWENST INTRUSIEF GEDRAG: EEN STUDIE NAAR DE ROL VAN RELATIEKENMERKEN BIJ GESCHEIDEN EX-KOPPELS. Auteur: Olivia De Smet i.s.m. Prof. A. Buysse Onderzoeksvraag Ongewenst intrusief gedrag houdt in dat

Nadere informatie

Kerncijfers leefstijlmonitor seksuele gezondheid 2017

Kerncijfers leefstijlmonitor seksuele gezondheid 2017 Kerncijfers leefstijlmonitor seksuele gezondheid 217 Over welke cijfers hebben we het? In Nederland worden gegevens over de leefstijl van de bevolking verzameld door meerdere thema-instituten die elk op

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Het aantal eerste en tweede generatie immigranten in Nederland is hoger dan ooit tevoren. Momenteel wonen er 3,2 miljoen immigranten in Nederland, dat is 19.7% van de totale

Nadere informatie

Karaktergelijkenis: een kwestie van perspectief

Karaktergelijkenis: een kwestie van perspectief Karaktergelijkenis: een kwestie van perspectief Een onderzoek naar de mate waarin de verhaalkenmerken karaktergelijkenis en perspectief effect hebben op gezondheidsgerelateerde narratieve overtuigingskracht

Nadere informatie

De sociale psychologie van waargenomen rechtvaardigheid en de rol van onzekerheid

De sociale psychologie van waargenomen rechtvaardigheid en de rol van onzekerheid Kees van den Bos De sociale psychologie van waargenomen rechtvaardigheid en de rol van onzekerheid In deze bijdrage wordt sociaal-psychologisch onderzoek naar sociale rechtvaardigheid besproken. Sociaal-psychologen

Nadere informatie

Samenvatting Proefschrift Fostering Monitoring and Regulation of Learning Mariëtte H. van Loon, Universiteit Maastricht

Samenvatting Proefschrift Fostering Monitoring and Regulation of Learning Mariëtte H. van Loon, Universiteit Maastricht Samenvatting Proefschrift Fostering Monitoring and Regulation of Learning Mariëtte H. van Loon, Universiteit Maastricht Dit proefschrift beschrijft onderzoek naar metacognitieve vaardigheden van leerlingen

Nadere informatie

nederlandse samenvatting Dutch summary

nederlandse samenvatting Dutch summary Dutch summary 211 dutch summary De onderzoeken beschreven in dit proefschrift zijn onderdeel van een grootschalig onderzoek naar individuele verschillen in algemene cognitieve vaardigheden. Algemene cognitieve

Nadere informatie

Gezondheid en verhalen: De overtuigingskracht van narratieven en het effect van retrospectieve reflectie en transportatie in gezondheidscommunicatie

Gezondheid en verhalen: De overtuigingskracht van narratieven en het effect van retrospectieve reflectie en transportatie in gezondheidscommunicatie Gezondheid en verhalen: De overtuigingskracht van narratieven en het effect van retrospectieve reflectie en transportatie in gezondheidscommunicatie Health and storytelling: The persuasiveness of narratives

Nadere informatie

Bachelorthesis. Rianne Meijers ANR: Communicatie- en Informatiewetenschappen Specialisatie Bedrijfscommunicatie en Digitale Media

Bachelorthesis. Rianne Meijers ANR: Communicatie- en Informatiewetenschappen Specialisatie Bedrijfscommunicatie en Digitale Media De invloed van gepersonifieerde reclamecampagnes op verantwoord eetgedrag Een onderzoek naar verandering van de intentie van gedrag na blootstelling aan een gepersonifieerde non-profit reclamecampagne

Nadere informatie

Een vaccinerend narratief

Een vaccinerend narratief Een vaccinerend narratief Onderzoek naar in welke mate de kenmerken tijd en perspectief effect hebben op de narratieve processen transportatie en identificatie en op de attitude van de lezer ten opzichte

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting 11 Nederlandse Samenvatting Bij beslissingen over het al dan niet vergoeden van behandelingen wordt vaak gebruikt gemaakt van kosteneffectiviteitsanalyses, waarin de kosten worden afgezet tegen de baten.

Nadere informatie

Communicating about Concerns in Oncology K. Brandes

Communicating about Concerns in Oncology K. Brandes Communicating about Concerns in Oncology K. Brandes Nederlandse samenvatting Uit een recente rapportage van KWF Kankerbestrijding blijkt dat 64% van de (ex-) patiënten met kanker zorgen ervaart over psychosociale

Nadere informatie

ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN

ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN Dr. C.P. van Linschoten Drs. P. Moorer Definitieve versie 27 oktober 2014 ARGO BV Inhoudsopgave 1. INLEIDING EN VRAAGSTELLING... 3 1.1 Inleiding... 3 1.2 Vraagstelling...

Nadere informatie

SAMENVATTING Het doel van dit proefschrift is drieledig. Ten eerste wordt inzicht verschaft in het gebruik van directe-rede-constructies (bijvoorbeeld Marie zei: Kom, we gaan! ) door sprekers met afasie.

Nadere informatie

Een speelvriendje op batterijen: hoe gaan kinderen om met robots?

Een speelvriendje op batterijen: hoe gaan kinderen om met robots? Behavioural Science Institute Afdeling Sociale en Cultuurpsychologie Een speelvriendje op batterijen: hoe gaan kinderen om met robots? Terugkoppeling onderzoeksresultaten mei-juni 2016 Sari Nijssen, promovenda

Nadere informatie

Zin in een (sterk, warm, donker) kopje koffie?

Zin in een (sterk, warm, donker) kopje koffie? Zin in een (sterk, warm, donker) kopje koffie? Een onderzoek naar crossmodale beschrijvingen en positieve en negatieve framing van advertentieteksten. Keywords: crossmodale beschrijvingen, framing, marketing,

Nadere informatie

Biowalking voor ouderen

Biowalking voor ouderen Biowalking voor ouderen Een pilot onderzoek naar de effecten van en ervaringen met Biowalking voor ouderen Dr. Jolanda Maas Vrije Universiteit Amsterdam, afdeling Klinische Psychologie 1. Inleiding IVN

Nadere informatie

De effectiviteit van de factor bekendheid met betrekking tot framing

De effectiviteit van de factor bekendheid met betrekking tot framing De effectiviteit van de factor bekendheid met betrekking tot framing Sanne van Zeijl Bachelor Scriptie - November 2016 Communicatie- en Informatiewetenschappen Radboud Universiteit Nijmegen Begeleid door

Nadere informatie

Het effect van designcomplexiteit en kleur op de waardering van het logo en de merkattitude en de rol van productattitude- en gebruik

Het effect van designcomplexiteit en kleur op de waardering van het logo en de merkattitude en de rol van productattitude- en gebruik Het effect van designcomplexiteit en kleur op de waardering van het logo en de merkattitude en de rol van productattitude- en gebruik Auteur: Kars Tiecken Studentnummer: s4518209 E-mailadres: k.tiecken@student.ru.nl

Nadere informatie

Rapport voor deelnemers M²P burgerpanel

Rapport voor deelnemers M²P burgerpanel Rapport voor deelnemers M²P burgerpanel Weergaven van publieke opinie in het nieuws en hun invloed op het publiek Dit rapport beschrijft de resultaten van een onderzoek over weergaven van publieke opinie

Nadere informatie

Doelframing in gezondheidscommunicatie: een experimentele studie naar de effecten van doelframing en mate van betrokkenheid

Doelframing in gezondheidscommunicatie: een experimentele studie naar de effecten van doelframing en mate van betrokkenheid Doelframing in gezondheidscommunicatie: een experimentele studie naar de effecten van doelframing en mate van betrokkenheid Theoretisch gestuurd bachelorwerkstuk Nienke van Beek s4245687 nienkevan.beek@student.ru.nl

Nadere informatie

Datum: , Telefoonnummer: , adres:

Datum: , Telefoonnummer: ,  adres: Datum: 01-02-2017, Telefoonnummer: 0611114247, e-mailadres: nicole.schaeffers@student.ru.nl Samenvatting Huidkanker is al jaren een groot probleem in de Nederlandse samenleving. Het smeren van zonnebrandcrème

Nadere informatie

het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en

het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en Samenvatting In de laatste 20 jaar is er veel onderzoek gedaan naar de psychosociale gevolgen van kanker. Een goede zaak want aandacht voor kanker, een ziekte waar iedereen in zijn of haar leven wel eens

Nadere informatie

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar Alcoholgebruik Psychosociale gezondheid Genotmiddelen Voeding, bewegen en gewicht Seksueel gedrag Samenvatting en aanbevelingen Monitor jongeren 12 tot 24 jaar Jongerenmonitor In 2011 is in de regio IJsselland

Nadere informatie

Samenvatting. Audiovisuele aandacht in de ruimte

Samenvatting. Audiovisuele aandacht in de ruimte Samenvatting Audiovisuele aandacht in de ruimte Theoretisch kader Tijdens het uitvoeren van een visuele taak, zoals het lezen van een boek, kan onze aandacht getrokken worden naar de locatie van een onverwacht

Nadere informatie

WEL OF NIET VACCINEREN?

WEL OF NIET VACCINEREN? Radboud University WEL OF NIET VACCINEREN? Een onderzoek naar de effecten van sociale normen in pro-vaccinatieboodschappen A research on the effects of social norms in pro-vaccine messages Student: Jodie

Nadere informatie

Onderzoeksopzet. Marktonderzoek Klantbeleving

Onderzoeksopzet. Marktonderzoek Klantbeleving Onderzoeksopzet Marktonderzoek Klantbeleving Utrecht, september 2009 1. Inleiding De beleving van de klant ten opzichte van dienstverlening wordt een steeds belangrijker onderwerp in het ontwikkelen van

Nadere informatie

BELANGRIJKSTE BEVINDINGEN

BELANGRIJKSTE BEVINDINGEN APRIL 213 INHOUD Het doel van de thermometer is een eerste berichtgeving over de stand van zaken in 212 over seksuele gezondheid in Nederland. De thermometer bevat nieuwe gegevens van de soa-centra, aangiftecijfers,

Nadere informatie

Gelieve deze vragen te beantwoorden vooraleer de vragenlijst in te vullen. Indien u nee antwoordt op vraag 1, hoeft u geen vragenlijst invullen

Gelieve deze vragen te beantwoorden vooraleer de vragenlijst in te vullen. Indien u nee antwoordt op vraag 1, hoeft u geen vragenlijst invullen BIJLAGE 3 VRAGENLIJST VROUWEN Gelieve deze vragen te beantwoorden vooraleer de vragenlijst in te vullen 1. Hebt u ooit seksueel contact* gehad? Ja Nee Indien u nee antwoordt op vraag 1, hoeft u geen vragenlijst

Nadere informatie

Samenvatting. Exploratieve bewegingen in haptische waarneming. Deel I: de precisie van haptische waarneming

Samenvatting. Exploratieve bewegingen in haptische waarneming. Deel I: de precisie van haptische waarneming Exploratieve bewegingen in haptische waarneming Haptische waarneming is de vorm van actieve tastwaarneming waarbij de waarnemer de eigenschappen van een object waarneemt door het object met zijn of haar

Nadere informatie

Samenvatting onderzoek Pijnbestrijding bij Q-koorts

Samenvatting onderzoek Pijnbestrijding bij Q-koorts Samenvatting onderzoek Pijnbestrijding bij Q-koorts Geschreven door: Murel Arts Student Universiteit Maastricht Master Health Education and Promotion Begeleider: Marlie van Santvoort Stichting Q-support

Nadere informatie

Wat motiveert om te sporten?

Wat motiveert om te sporten? Wat motiveert om te sporten? Een experiment naar de overtuigingskracht van de regulerende focus frames in gezondheidscommunicatie op de sportintentie. Carlyn Hendriks (10792953) Afstudeerproject Persuasieve

Nadere informatie

Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4. Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4

Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4. Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Samenvatting SAMENVATTING 189 Depressie is een veelvoorkomende psychische stoornis die een hoge ziektelast veroorzaakt voor zowel de samenleving als het individu. De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO)

Nadere informatie

Fort van de Democratie

Fort van de Democratie Fort van de Democratie Stichting Vredeseducatie / peace education projects Het Fort van de Democratie WERKT! Samenvatting van een onderzoek door de Universiteit van Amsterdam naar de effecten van de interactieve

Nadere informatie

Samenvatting Zoeken naar en leren begrijpen van speciale woorden Herkenning en de interpretatie van metaforen door schoolkinderen

Samenvatting Zoeken naar en leren begrijpen van speciale woorden Herkenning en de interpretatie van metaforen door schoolkinderen Samenvatting Zoeken naar en leren begrijpen van speciale woorden Herkenning en de interpretatie van metaforen door schoolkinderen Onderzoek naar het gebruik van metaforen door kinderen werd populair in

Nadere informatie

Gebruik van narratieven in de marketingcommunicatie

Gebruik van narratieven in de marketingcommunicatie Gebruik van narratieven in de marketingcommunicatie Bachelorscriptie Naam: Agnieta van den Brink Studentnummer: 4337026 Eerste begeleider: Dr. De Graaf Tweede begeleider: Drs. Onrust Samenvatting Onderzoek

Nadere informatie

Seksuele inhibitie en excitatie: een verkennende studie van factoren die samenhangen met variatie in excitatie en inhibitie

Seksuele inhibitie en excitatie: een verkennende studie van factoren die samenhangen met variatie in excitatie en inhibitie Seksuele inhibitie en excitatie: een verkennende studie van factoren die samenhangen met variatie in excitatie en inhibitie Wouter Pinxten (contact: Wouter.Pinxten@UGent.be) Prof. Dr. John Lievens Achtergrond

Nadere informatie

Effect publieksvoorlichting

Effect publieksvoorlichting Effect publieksvoorlichting Inleiding Om het effect van de voorlichtingsbijeenkomsten te kunnen meten is gevraagd aan een aantal deelnemers aan deze bijeenkomsten om zowel voorafgaand aan de voorlichting

Nadere informatie

De invloed van burgerbronnen in het nieuws

De invloed van burgerbronnen in het nieuws De invloed van burgerbronnen in het nieuws Dit rapport beschrijft de resultaten van de vragenlijst rond burgerbronnen in het nieuws die u invulde in januari 7. Namens de Universiteit Antwerpen en de onderzoeksgroep

Nadere informatie

hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Hoofdstuk 5

hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Hoofdstuk 5 SAMENVATTING 117 Pas kortgeleden is aangetoond dat ADHD niet uitdooft, maar ook bij ouderen voorkomt en nadelige gevolgen kan hebben voor de patiënt en zijn omgeving. Er is echter weinig bekend over de

Nadere informatie

Narratieven in gezondheidscommunicatie over mentale aandoeningen

Narratieven in gezondheidscommunicatie over mentale aandoeningen Narratieven in gezondheidscommunicatie over mentale aandoeningen Perspectief op het doorbreken van stigma s rondom postnatale depressie Masterscriptie Aantal woorden: 8627 Cursus: Master Scriptie - Communicatie

Nadere informatie

Het effect van gedetailleerde instructies op de transportatie en identificatie binnen een narratief

Het effect van gedetailleerde instructies op de transportatie en identificatie binnen een narratief Radboud Universiteit Nijmegen ( Cecile van de Kamp) Bachelor scriptie Communicatie en informatiewetenschappen 06-06 - 2017 Het effect van gedetailleerde instructies op de transportatie en identificatie

Nadere informatie

Inleiding. Familiale kwetsbaarheid en geslacht. Samenvatting

Inleiding. Familiale kwetsbaarheid en geslacht. Samenvatting Inleiding Depressie en angst zijn veel voorkomende psychische stoornissen. Het ontstaan van deze stoornissen is gerelateerd aan een breed scala van risicofactoren, zoals genetische kwetsbaarheid, neurofysiologisch

Nadere informatie

Vroeginterventie via het internet voor depressie en angst

Vroeginterventie via het internet voor depressie en angst Samenvatting 141 Vroeginterventie via het internet voor depressie en angst Hoofdstuk 1 is de inleiding van dit proefschrift. Internetbehandeling voor depressie en angst is bewezen effectief. Dit opent

Nadere informatie

THEMADOSSIER CHLAMYDIA

THEMADOSSIER CHLAMYDIA THEMADOSSIER CHLAMYDIA 1. Soa s Soa s zijn seksueel overdraagbare aandoeningen. Je kan ze dus oplopen door seksueel contact of door contact met het bloed van een besmet persoon. Volgens recent onderzoek

Nadere informatie

Invloed van narrativiteit en framing op attitudes en gedragsintentie in fondsenwervende communicatie.

Invloed van narrativiteit en framing op attitudes en gedragsintentie in fondsenwervende communicatie. Invloed van narrativiteit en framing op attitudes en gedragsintentie in fondsenwervende communicatie. English: Influences of narrativity and framing on attitudes and behavioural intention in charity communication.

Nadere informatie

Rapportgegevens Marketing en sales potentieel test

Rapportgegevens Marketing en sales potentieel test Rapportgegevens Marketing en sales potentieel test Respondent: Jill Voorbeeld Email: voorbeeld@testingtalents.nl Geslacht: vrouw Leeftijd: 39 Opleidingsniveau: wo Vergelijkingsgroep: Normgroep marketing

Nadere informatie

Let's Talk about Alcohol: The Role of Interpersonal Communication and Health Campaigns H. Hendriks

Let's Talk about Alcohol: The Role of Interpersonal Communication and Health Campaigns H. Hendriks Let's Talk about Alcohol: The Role of Interpersonal Communication and Health Campaigns H. Hendriks Let's talk about alcohol: The role of interpersonal communication and health campaigns Hanneke Hendriks

Nadere informatie

Terugkerende aanvallen

Terugkerende aanvallen Genitale herpes Herpes genitalis is een seksueel overdraagbare aandoening (soa), die wordt veroorzaakt door een virus. Dit virus zorgt voor een pijnlijke infectie van de huid en de slijmvliezen in en rond

Nadere informatie

Het effect van normcommunicatie op de gedragsdeterminanten die bloeddonatie bij nietdonoren

Het effect van normcommunicatie op de gedragsdeterminanten die bloeddonatie bij nietdonoren Bachelorscriptie Communicatie- en Informatiewetenschappen Faculteit der Letteren Het effect van normcommunicatie op de gedragsdeterminanten die bloeddonatie bij nietdonoren voorspellen. The effect of norm

Nadere informatie

Masterscriptie. Het effect van verschillende webcareclusters op attitude, imago en reputatie bij product en dienst gerelateerde tweets

Masterscriptie. Het effect van verschillende webcareclusters op attitude, imago en reputatie bij product en dienst gerelateerde tweets Masterscriptie Het effect van verschillende webcareclusters op attitude, imago en reputatie bij product en dienst gerelateerde tweets Auteur: Eva Wellens Studentnummer: s4514408 Contact: e.wellens@student.ru.nl

Nadere informatie

Radboud Universiteit. Invloed van dialogen versus monologen en high versus low involvement producten op evaluatie van radioreclame

Radboud Universiteit. Invloed van dialogen versus monologen en high versus low involvement producten op evaluatie van radioreclame Radboud Universiteit Invloed van dialogen versus monologen en high versus low involvement producten op evaluatie van radioreclame Masterscriptie Communicatie & Beïnvloeding Auteur: Dilek Köksal Studentnummer:

Nadere informatie

Perseverative cognition: The impact of worry on health. Nederlandse samenvatting

Perseverative cognition: The impact of worry on health. Nederlandse samenvatting Perseverative cognition: The impact of worry on health Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting Perseveratieve cognitie: de invloed van piekeren op gezondheid Iedereen maakt zich wel eens zorgen.

Nadere informatie

Seks onder je 25 e. Onderzoek naar de seksuele gezondheid van jarigen in Gelderland-Zuid

Seks onder je 25 e. Onderzoek naar de seksuele gezondheid van jarigen in Gelderland-Zuid Seks onder je 25 e Onderzoek naar de seksuele gezondheid van 17-25 jarigen in Gelderland-Zuid Onderzoek naar relaties en seks Seks onder je 25e is een onderzoek van Rutgers en Soa Aids Nederland. In 2016

Nadere informatie

MANTELZORG, GOED GEVOEL

MANTELZORG, GOED GEVOEL UITKOMSTEN ONDERZOEK: MANTELZORG, GOED GEVOEL Inhoud: Theorie & Vragen Methode Theoretische achtergrond: Mantelzorgers zijn iets minder gelukkig dan de rest van de bevolking (CBS, 2016). Mantelzorg brengt

Nadere informatie