BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUKTKENMERKEN

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUKTKENMERKEN"

Transcriptie

1 BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUKTKENMERKEN 3

2 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL NOVOSEVEN 2. KWALITATIEVE SAMENSTELLING Recombinant Stollingsfactor VIIa. Menselijk factor VII is gekloneerd en tot expressie gebracht in baby hamster niercellen (BHK cellen). Recombinant factor VII wordt uitgescheiden door de BHK cellen en wordt geactiveerd tijdens de zuiverings procedure. NovoSeven Recombinant Stollingsfactor VIIa komt qua structuur overeen met uit plasma bereid geactiveerde factor VII (humaan). Voorgestelde INN naam: eptacog alfa (geactiveerd) Oplosmiddel: Water voor injecties Ph. Eur. KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Recombinant Stollingsfactor VIIa (rfviia) 60 KIE/flacon (overeenkomend met 1,2 mg/flacon) Water voor injecties Ph. Eur. 2,2 ml. Bovengenoemde eenheden zijn Internationale Eenheden, gemeten t.o.v. de eerste internationale referentie standaard van FVIIa 89/688. Deze eenheden moeten niet worden verward met eenheden van andere stollingsfactoren, inclusief FVII. 1 KIE komt overeen met 1000 IE (Internationale Eenheden). Na klaarmaken met het benodigde volume oplosmiddel bevat elke flacon 30 KIE/ml (0,6 mg/ml). 3. FARMACEUTISCHE VORM Recombinant Stollingsfactor VIIa wordt verstrekt als poeder voor injectie. Na klaarmaken met het bijgeleverde oplosmiddel ( Water voor injectie, Ph. Eur. 2,2 ml) wordt NovoSeven direct intraveneus als bolus toegediend. 4. KLINISCHE GEGEVENS 4.1. Therapeutische indicaties Ernstige bloedingen en operaties bij patiënten die remstoffen tegen stollingsfactor VIII of IX hebben ontwikkeld. 4

3 4.2. Dosering en wijze van toediening Dosering. Doseringsgebied: Ernstige bloedingen en operaties: Vanaf 3-6 KIE (60 µg tot 120 µg) per kg lichaamsgewicht per keer in één intraveneuze toediening. De toedieningstijd is 2-5 minuten. Tijd tussen doseringen: eerst 2-3 uur, daarna tot 4-12 uur. Ernstige bloedingen De dosering is afhankelijk van het soort en de ernst van de bloedingen. Als lei draad wordt een initiële dosering van 4,5 KIE (90 µg) per kg lichaamsgewicht aanbevolen. De toediening dient elke 2 uur herhaald te worden totdat klinische vooruitgang is waargenomen. Indien continue therapie noodzakelijk is kan het doseringsinterval worden vergroot tot 3 uur gedurende 1-2 dagen. Hierna wordt het doseringsinterval vergroot tot elke 4, 6, 8 of 12 uur zolang als dit nodig wordt geacht. Een ernstige bloeding kan gedurende 2-3 weken worden behandeld. Deze behandeling kan worden verlengd indien dit klinisch noodzakelijk is. Operatief ingrijpen Een eerste dosering van 4,5 KIE (90 µg) per kg lichaamsgewicht dient onmiddelijk vóór de ingreep te worden toegediend. Deze dosering wordt herhaald na 2 uren en daarna met tussenposen van 2-3 uur gedurende de eerste uur, afhankelijk van de verrichte operatie en de klinische toestand van de patëint. Bij grote operaties dient de dosering elke 2-4 uur herhaald te worden gedurende 6-7 dagen. De tijdsduur tussen twee doseringen kan daarna worden verlengd tot 6-8 uur gedurende de volgende 2 weken. Bij grote operaties mag de patiënt tot 2-3 weken behandeld worden, todat heling is opgetreden. Antifibrinolytische middelen kunnen bloedverlies tijdens operatief ingrijpen bij hemofilie patiënten beperken, met name in delen van het lichaam met veel fibrinolytische activiteit, zoals in de mondholte. Voorlopige ervaring toont aan dat gelijktijdige antifibrinolytische therapie bij kleine en grote operaties klinisch veilig is. Bij patiënten met Factor IX remmers of verworven antilichamen tegen Factor VIII bestaat uitsluitend ervaring in het gebruik van NovoSeven in kleine operaties. Andere bloedingen In een onderzoek bij gewricht- en spierbloedingen waarbij doseringen van 35 en 70 µg/kg lichaamsgewicht (1,75 en 3,5 KIE/kg lichaamsgewicht) was geen duidelijk verschil in werkzaamheid en veiligheid tussen de twee doseringen aan te tonen. 5

4 Toediening. Los het preparaat op zoals beschreven onder 6.6. en dien het als bolus injectie toe. NovoSeven mag niet worden gemengd met infuusvloeistoffen of in een druppelinfuus worden gegeven Contra-indicaties Bekende overgevoeligheid voor muis-, hamster- of runder-eiwit kan een contraïndicatie zijn voor het gebruik van NovoSeven Speciale waarschuwingen en bijzondere voorzorgen bij gebruik Onder pathologische omstandigheden waarbij weefselfactor in circulerend bloed kan worden verwacht, bestaat een verhoogd risico op het ontwikkelen van trombose of het ontstaan van gedissemineerde intravasculaire stolling in verband met de behandeling van NovoSeven. Deze omstandigheden kunnen ook gelden voor patiënten met gevorderde atherosclerose, polytraumatismem, sepsis of D.I.C. Omdat Recombinant Stollingsfactor VIIa NovoSeven zeer geringe hoeveelheden muize IgG (maximaal 1,2 ng/mg rfviia), runder IgG (maximaal 45 ng/mg rfviia) en hamster en andere runder eiwitten (maximaal 23 ng/mg rfviia) bevat, bestaat de mogelijkheid dat patiënten die met dit product worden behandeld overgevoelig worden voor deze eiwitten. Alleen centra die gespecialiseerd zijn in de behandeling van patiënten met stollings Factor VIII of IX - remmers dienen NovoSeven toe te dienen Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie Het risico van interacties van NovoSeven met stollingsfactor concentraten is niet bekend. Gelijktijdig gebruik met prothrombine complex concentraten, geactiveerd of niet, moet worden vermeden. Laboratoriumtesten De relatie tussen de protrombine tijd (PT), de geactiveerde partiële tromboplastine tijd (aptt) en de spiegels van FVII:C is onderzocht in een laboratorium. Bij géén van deze onderzoeken is er uitgegaan van een bepaalde therapeutische concentratie. 6

5 De plasma FVII stollingsactiviteit (FVII:C) is gemeten in een één staps stollingssysteem bevattende FVII-deficiënt plasma (antigeenvrij, Novo Nordisk A/S) en tromboplastine van konijnehersenen (Type C, Manchester Comparative Reagents Ltd., UK). De stolling is gestart door het toevoegen van tromboplastine en Ca ++. Als referentie is een plasma"pool" van met citraat behandeld bloed van normale, gezonde vrijwilligers gebruikt waaraan een arbitraire sterkte van 1 E/ml werd toegekend. De protombine tijd (PT) loopt terug tot < 7 seconden en lijkt een plateau te bereiken bij een plasma FVII:C spiegel van ongeveer 5 E/ml. Eerdere gegevens duiden erop dat een klinische verbetering samengaat met een verkorting van de PT met 3-4 seconden, en dat deze verkorting tot < 7 seconden gehandhaafd blijft tijdens de behandeling met therapeutische hoeveelheden. De PT bepaling kan FVII:C spiegels > 5 E/ml niet meer onderscheiden. De PT test wordt uitgevoerd volgens de instructies van de kit 'IL TEST (TM) PT-Fibrinogen: Calcium thromboplastin for the simultaneous in vitro determination of Prothrombin Time (PT) and Fibrinogen in plasma' van Instrumentation Laboratory. Cave: Penicillines veroorzaken een reductie in de prothrombine tijd. Hoewel de toediening van NovoSeven de aptt verkort, wordt een normalisatie hiervan gewoonlijk niet gezien bij doseringen die een klinische verbetering geven. Onderzoek duidt er op dat een verkorting van seconden gepaard ging met klinische verbetering. Het is niet bekend of de aptt gebruikt kan worden bij het begeleiden van de behandeling. De aptt bepaling wordt uitgevoerd volgens de instructies in de kit 'IL TEST (TM) APTT-Micronized Silica: Cephalin with micronized silica for the in vitro determination of activated partial thromboplastin time (APTT) in plasma' van Instrumentation Laboratory. Bij alle bepalingen kunnen verschillende tromboplastinen verschillende resultaten laten zien Gebruik bij zwangerschap en het geven van borstvoeding Uit voortplantingsproeven bij dieren is gebleken dat intraveneuze toediening van NovoSeven aan manlijke en vrouwelijke ratten in doseringen tot 3,0 mg/kg lichaamsgewicht per dag (150 KIE/kg/dag) geen invloed heeft op copulatie, vruchtbaarheid en worpgrootte. Het is niet bekend of NovoSeven, toegediend aan een zwangere vrouw, de foetus zou kunnen schaden, of de vruchtbaarheid zou kunnen beïïnvloeden. NovoSeven dient uitsluitend worden toegeiend bij zwangere vrouwen indien dit noodzakelijk is. Gebruik tijdens lactatie: Het is niet bekend of dit middel wordt uitgescheiden in melk, maar aangezien veel geneesmiddelen wel worden uitgescheiden, dient men voorzichtig te zijn met het toedienen van NovoSeven bij voedende vrouwen Beïnvloeding van de rijvaardigheid en het vermogen om machines te gebruiken Niet bekend. 7

6 4.8. Bijwerkingen Tijdens de klinische studies zijn bij ruim injecties 7 milde bijwerkingen met betrekking tot de huid (o.a. uitslag, jeuk) gemeld en 19 systemische klachten (misselijkheid, koorts, hoofdpijn, malaise, zweten en veranderingen in bloeddruk). Ernstige bijwerkingen die mogelijk verband houden met de behandeling zijn in 7 gevallen gemeld (o.a. nier insufficiëntie, ataxie, cerebrovasculaire stoornis, angina pectoris, atrium aritmie, shock). Eén FVII deficiënte patiënt heeft remstoffen tegen FVII ontwikkeld na behandeling NovoSeven. met 4.9. Overdosering Bij mensen zijn geen trombotische complicaties ten gevolge van overdosering gemeld, ook niet na een toevallige toediening van 800 µg/kg lichaamsgewicht (40 KIE/kg). 5. FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN 5.1. Farmacodynamische eigenschappen Farmacotherapeutische groep: Stollingfactoren, ATC code B02B D05. NovoSeven bevat geactiveerde recombinant stollings-factor VII. Het werkingsmechanisme van FVIIa bij de inductie van stolling omvat een directe activering van FX in FXa welke daarna de conversie van prothombine in trombine start, waardoor de heamostatische prop wordt gevormd door omzetting van fibrinogeen in fibrine. Tevens activeert FVIIa de omzetting van FIX in FIXa. Het farmacodynamisch effect van FVIIa uit zich dus in een verhoging van de vorming van FIXa, FXa en van trombine. Echter, de werking van FVIIa neemt sterk toe na het vormen van een complex met weefselfactor en fosfolipiden, die blootgesteld worden na een beschadiging van de vaatwand. Daardoor zal rfviia uitsluitend lokaal hemostase veroorzaken. Systemische activatie van het stollingssysteem kan optreden in patiënten die lijden aan onderliggende ziekten die aanleiding geven voor DIC Farmacokinetische eigenschappen Met behulp van een FVII stollingstest zijn de farmacokinetische eigenschappen onderzocht in 25 episoden zónder bloeding en in 5 studie-episoden mét bloeding. NovoSeven is toegediend als eenmalige dosering van 17,5 µg (0,875 KIE), 35 µg (1,75 KIE) en 70 µg (3,5 KIE) per kg lichaamsgewicht. 8

7 De farmacokinetiek van NovoSeven na eenmalige toediening van 17,5, 35 en 70 µg vertoont een lineair gedrag. FVII stollingsactiviteit gemeten in plasma afgenomen vóór- en tijdens een 24 uurs periode na NovoSeven toediening zijn geanalyseerd. Gedurende episoden zónder bloeding was het mediane schijnbare verdelingsvolume bij een steady state en bij de eliminatie 106 en 122 ml/kg, en in episoden mét bloeding waren ze respectivelijk 107 en 121 ml/kg. De mediane klaring was 31,0 ml/u x kg in episoden zónder bloeding en 32,6 ml/u x kg in episoden mét bloeding. De eliminatie van het middel is ook beschreven door de gemiddelde verblijftijd en de halfwaarde tijd. In episoden zonder bloeding was de gemiddelde verblijftijd 3,44 uur en de halfwaarde tijd 2,89 uur (mediane waarden). In episoden mét bloeding leek de eliminatie sneller te verlopen: de totale verblijftijd bedroeg 2,97 uur en de halfwaardetijd 2,30 uur (mediane waarden). De mediane in vivo plasma recovery was 45,6% in episoden zónder bloeding en 43,5% in episoden mét bloeding. Een significant lagere plasma recovery werd gevonden in episoden mét bloeding vergeleken met episoden zónder bloeding. Dit duidt op een verbruik van rfviia in verband met weefselbeschadiging Gegevens uit het preklinisch veiligheidsonderzoek De gegevens uit het pre-klinisch veiligheidsonderzoek komen overeen met de farmacologische eigenschappen van rfviia. 6. FARMACEUTISCHE GEGEVENS 6.1. Lijst van hulpstoffen De gebruikte hulpstoffen zijn natriumchloride, calciumchloridedihydraat, glycylglycine, polysorbaat 80 en mannitol. Na oplossen met de juiste hoeveelheid oplossmiddel (water voor injectie, Ph. Eur.) bevat elke flacon 30 KIE/ml (0,6 mg/ml) NovoSeven, 3 mg/ml natriumchloride, 1,5 mg/ml calciumchloridedihydraat, 1,3 mg/ml glycylglycine, 0,1 mg/ml polysorbaat 80 en 30 mg/ml mannitol Gevallen van onverenigbaarheid NovoSeven dient niet te worden gemengd met infusievloeistoffen of gegeven te worden in een druppelinfuus Houdbaarheid Het verpakte preparaat is 2 jaar houdbaar. Het opgeloste produkt dient binnen 3 uur te worden gebruikt. 9

8 6.4. Speciale voorzorgsmaatregelen bij opslag NovoSeven moet bij een temperatuur tussen 2 en 8 C worden bewaard. Niet gebruiken na de vervaldatum. Bevriezen dient te worden vermeden om schade aan de flacon met water te voorkomen. Bescherm tegen direct zonlicht Aard en inhoud van de verpakking Flacon met NovoSeven : Glas type I (Ph.Eur.), afgesloten met een broombutylrubber schijfje en een aluminium kapje. De aldus gesloten flacon is voorzien van een snap-off-cap gemaakt van polypropyleen als verzegeling. Flacons met oplosmiddel: Glas type I (Ph.Eur.), afgesloten met een broombutylrubber schijfje met teflon en een aluminium kapje. De aldus gesloten flacon is voorzien van een snap-off-cap gemaakt van polypropyleen als verzegeling. Wegwerpspuit voor klaarmaken en toedienen: De wegwerpspuit is gemaakt van polypropyleen met de volgende afmetingen: 3ml Gebruiksaanwijzing/verwerkingsinstructies Oplossen. Werk altijd onder aseptische omstandigheden. 1. Breng NovoSeven (poeder) en water voor injectie (oplosmiddel) op kamertemperatuur (nìet boven 37 C). 2. Verwijder de dekseltjes van poeder en oplosmiddelflacon zodat het midden van de rubber sluiting zichtbaar wordt. 3. Reinig de sluiting met alcohol doekjes en laat ze drogen vóór gebruik. 4. Druk op het einde van de naald om deze uit de verpakking te halen.verwijder de beschermhuls van de naald en bevestig de wegwerpspuit uit de verpakking. 10

9 5. Trek de zuiger naar achter zodat lucht in de spuit kan komen. 6. Steek de naald door het midden van de rubber sluiting van de waterflacon en injecteer de lucht in de flacon. Houd de flacon ondersteboven en zuig daarna de totale inhoud in de spuit. 7. Injecteer het steriele water in de flacon met het poeder door het midden van de rubber sluiting (de poederflacon is niet vacuum gezogen). 8. Zwenk de flacon voorzichtig tot alles is opgelost. De bijgesloten wegwerpspuit dient te worden gebruikt voor het klaarmaken en toedienen van het preparaat. NovoSeven is uitsluitend bedoeld als bolusinjectie en mag niet worden gemengd met infusie vloeistoffen of als druppel-infuus worden gegeven. Toediening dient bij voorkeur direct te geschieden, of tenminste binnen 3 uur na oplossen. De bijgesloten wegwerpspuit is verenigbaar met het klaargemaakte produkt, maar klaargemaakt NovoSeven mag niet bewaard worden in plastic spuiten. Geneesmiddelen voor injectie dienen, wanneer mogelijk, visueel geïnspecteerd te worden op deeltjes en verkleuring vóór toedienïng. 7. Naam Registratiehouder Novo Nordisk A/S Novo Allé DK-2880 Bagsvaerd Denmark 8. NUMMER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN 9. DATUM VAN GOEDKEURING/HERZIENING VAN DE SAMENVATTING 11

10 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL NOVOSEVEN 2. KWALITATIEVE SAMENSTELLING Recombinant Stollingsfactor VIIa. Menselijk factor VII is gekloneerd en tot expressie gebracht in baby hamster niercellen (BHK cellen). Recombinant factor VII wordt uitgescheiden door de BHK cellen en wordt geactiveerd tijdens de zuiverings procedure. NovoSeven Recombinant Stollingsfactor VIIa komt qua structuur overeen met uit plasma bereid geactiveerde factor VII (humaan). Voorgestelde INN naam: eptacog alfa (geactiveerd) Oplosmiddel: Water voor injecties Ph. Eur. KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Recombinant Stollingsfactor VIIa 120 KIE/flacon (overeenkomend met 2,4 mg/flacon)water voor injecties Ph. Eur. 4,3 ml. Bovengenoemde eenheden zijn Internationale Eenheden, gemeten t.o.v. de eerste internationale referentie standaard van FVIIa 89/688. Deze eenheden moeten niet worden verward met eenheden van andere stollingsfactoren, inclusief FVII. 1 KIE komt overeen met 1000 IE (Internationale Eenheden). Na klaarmaken met het benodigde volume oplosmiddel bevat elke flacon 30 KIE/ml (0,6 mg/ml). 3. FARMACEUTISCHE VORM Recombinant Stollingsfactor VIIa wordt verstrekt als poeder voor injectie. Na klaarmaken met het bijgeleverde oplosmiddel ( Water voor injectie, Ph. Eur. 4,3 ml) wordt NovoSeven direct intraveneus als bolus toegediend. 4. KLINISCHE GEGEVENS 4.1. Therapeutische indicaties Ernstige bloedingen en operaties bij patiënten die remstoffen tegen stollingsfactor VIII of IX hebben ontwikkeld. 12

11 4.2. Dosering en wijze van toediening Dosering. Doseringsgebied: Ernstige bloedingen en operaties: Vanaf 3-6 KIE (60 µg tot 120 µg) per kg lichaamsgewicht per keer in één intraveneuze toediening. De toedieningstijd is 2-5 minuten. Tijd tussen doseringen: eerst 2-3 uur, daarna tot 4-12 uur. Ernstige bloedingen De dosering is afhankelijk van het soort en de ernst van de bloedingen. Als leidraad wordt een initiële dosering van 4,5 KIE (90 µg) per kg lichaamsgewicht aanbevolen. De toediening dient elke 2 uur herhaald te worden totdat klinische vooruitgang is waargenomen. Indien continue therapie noodzakelijk is kan het doseringsinterval worden vergroot tot 3 uur gedurende 1-2 dagen. Hierna wordt het doseringsinterval vergroot tot elke 4, 6, 8 of 12 uur zolang als dit nodig wordt geacht. Een ernstige bloeding kan gedurende 2-3 weken worden behandeld. Deze behandeling kan worden verlengd indien dit klinisch noodzakelijk is. Operatief ingrijpen Een eerste dosering van 4,5 KIE (90 µg) per kg lichaamsgewicht dient onmiddelijk vóór de ingreep te worden toegediend. Deze dosering wordt herhaald na 2 uren en daarna met tussenposen van 2-3 uur gedurende de eerste uur, afhankelijk van de verrichte operatie en de klinische toestand van de patëint. Bij grote operaties dient de dosering elke 2-4 uur herhaald te worden gedurende 6-7 dagen. De tijdsduur tussen twee doseringen kan daarna worden verlengd tot 6-8 uur gedurende de volgende 2 weken. Bij grote operaties mag de patiënt tot 2-3 weken behandeld worden, todat heling is opgetreden. Antifibrinolytische middelen kunnen bloedverlies tijdens operatief ingrijpen bij hemofilie patiënten beperken, met name in delen van het lichaam met veel fibrinolytische activiteit, zoals in de mondholte. Voorlopige ervaring toont aan dat gelijktijdige antifibrinolytische therapie bij kleine en grote operaties klinisch veilig is. Bij patiënten met Factor IX remmers of verworven antilichamen tegen Factor VIII bestaat uitsluitend ervaring in het gebruik van NovoSeven in kleine operaties. Andere bloedingen In een onderzoek bij gewricht- en spierbloedingen waarbij doseringen van 35 en 70 µg/kg lichaamsgewicht (1,75 en 3,5 KIE/kg lichaamsgewicht) was geen duidelijk verschil in werkzaamheid en veiligheid tussen de twee doseringen aan te tonen. 13

12 Toediening. Los het preparaat op zoals beschreven onder 6.6. en dien het als bolus injectie toe. NovoSeven mag niet worden gemengd met infuusvloeistoffen of in een druppelinfuus worden gegeven Contra-indicaties Bekende overgevoeligheid voor muis-, hamster- of runder-eiwit kan een contraïndicatie zijn voor het gebruik van NovoSeven Speciale waarschuwingen en bijzondere voorzorgen bij gebruik Onder pathologische omstandigheden waarbij weefselfactor in circulerend bloed kan worden verwacht, bestaat een verhoogd risico op het ontwikkelen van trombose of het ontstaan van gedissemineerde intravasculaire stolling in verband met de behandeling van NovoSeven. Deze omstandigheden kunnen ook gelden voor patiënten met gevorderde atherosclerose, polytraumatismem, sepsis of D.I.C. Omdat Recombinant Stollingsfactor VIIa NovoSeven zeer geringe hoeveelheden muize IgG (maximaal 1,2 ng/mg rfviia), runder IgG (maximaal 45 ng/mg rfviia) en hamster en andere runder eiwitten (maximaal 23 ng/mg rfviia) bevat, bestaat de mogelijkheid dat patiënten die met dit product worden behandeld overgevoelig worden voor deze eiwitten. Alleen centra die gespecialiseerd zijn in de behandeling van patiënten met stollings Factor VIII of IX - remmers dienen NovoSeven toe te dienen Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie Het risico van interacties van NovoSeven met stollingsfactor concentraten is niet bekend. Gelijktijdig gebruik met prothrombine complex concentraten, geactiveerd of niet, moet worden vermeden. Laboratoriumtesten De relatie tussen de protrombine tijd (PT), de geactiveerde partiële tromboplastine tijd (aptt) en de spiegels van FVII:C is onderzocht in een laboratorium. Bij géén van deze onderzoeken is er uitgegaan van een bepaalde therapeutische concentratie. 14

13 De plasma FVII stollingsactiviteit (FVII:C) is gemeten in een één staps stollingssysteem bevattende FVII-deficiënt plasma (antigeenvrij, Novo Nordisk A/S) en tromboplastine van konijnehersenen (Type C, Manchester Comparative Reagents Ltd., UK). De stolling is gestart door het toevoegen van tromboplastine en Ca ++. Als referentie is een plasma"pool" van met citraat behandeld bloed van normale, gezonde vrijwilligers gebruikt waaraan een arbitraire sterkte van 1 E/ml werd toegekend. De protombine tijd (PT) loopt terug tot < 7 seconden en lijkt een plateau te bereiken bij een plasma FVII:C spiegel van ongeveer 5 E/ml. Eerdere gegevens duiden erop dat een klinische verbetering samengaat met een verkorting van de PT met 3-4 seconden, en dat deze verkorting tot < 7 seconden gehandhaafd blijft tijdens de behandeling met therapeutische hoeveelheden. De PT bepaling kan FVII:C spiegels > 5 E/ml niet meer onderscheiden. De PT test wordt uitgevoerd volgens de instructies van de kit 'IL TEST (TM) PT-Fibrinogen: Calcium thromboplastin for the simultaneous in vitro determination of Prothrombin Time (PT) and Fibrinogen in plasma' van Instrumentation Laboratory. Cave: Penicillines veroorzaken een reductie in de prothrombine tijd. Hoewel de toediening van NovoSeven de aptt verkort, wordt een normalisatie hiervan gewoonlijk niet gezien bij doseringen die een klinische verbetering geven. Onderzoek duidt er op dat een verkorting van seconden gepaard ging met klinische verbetering. Het is niet bekend of de aptt gebruikt kan worden bij het begeleiden van de behandeling. De aptt bepaling wordt uitgevoerd volgens de instructies in de kit 'IL TEST (TM) APTT-Micronized Silica: Cephalin with micronized silica for the in vitro determination of activated partial thromboplastin time (APTT) in plasma' van Instrumentation Laboratory. Bij alle bepalingen kunnen verschillende tromboplastinen verschillende resultaten laten zien Gebruik bij zwangerschap en het geven van borstvoeding Uit voortplantingsproeven bij dieren is gebleken dat intraveneuze toediening van NovoSeven aan manlijke en vrouwelijke ratten in doseringen tot 3,0 mg/kg lichaamsgewicht per dag (150 KIE/kg/dag) geen invloed heeft op copulatie, vruchtbaarheid en worpgrootte. Het is niet bekend of NovoSeven, toegediend aan een zwangere vrouw, de foetus zou kunnen schaden, of de vruchtbaarheid zou kunnen beïïnvloeden. NovoSeven dient uitsluitend worden toegediend bij zwangere vrouwen indien dit noodzakelijk is. Gebruik tijdens lactatie: Het is niet bekend of dit middel wordt uitgescheiden in melk, maar aangezien veel geneesmiddelen wel worden uitgescheiden, dient men voorzichtig te zijn met het toedienen van NovoSeven bij voedende vrouwen Beïnvloeding van de rijvaardigheid en het vermogen om machines te gebruiken Niet bekend. 15

14 4.8. Bijwerkingen Tijdens de klinische studies zijn bij ruim injecties 7 milde bijwerkingen met betrekking tot de huid (o.a. uitslag, jeuk) gemeld en 19 systemische klachten (misselijkheid, koorts, hoofdpijn, malaise, zweten en veranderingen in bloeddruk). Ernstige bijwerkingen die mogelijk verband houden met de behandeling zijn in 7 gevallen gemeld (o.a. nier insufficiëntie, ataxie, cerebrovasculaire stoornis, angina pectoris, atrium aritmie, shock). Eén FVII deficiënte patiënt heeft remstoffen tegen FVII ontwikkeld na behandeling NovoSeven. met 4.9. Overdosering Bij mensen zijn geen trombotische complicaties ten gevolge van overdosering gemeld, ook niet na een toevallige toediening van 800 µg/kg lichaamsgewicht (40 KIE/kg). 5. FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN 5.1. Farmacodynamische eigenschappen Farmacotherapeutische groep: Stollingfactoren, ATC code B02B D05. NovoSeven bevat geactiveerde recombinant stollings-factor VII. Het werkingsmechanisme van FVIIa bij de inductie van stolling omvat een directe activering van FX in FXa welke daarna de conversie van prothombine in trombine start, waardoor de heamostatische prop wordt gevormd door omzetting van fibrinogeen in fibrine. Tevens activeert FVIIa de omzetting van FIX in FIXa. Het farmacodynamisch effect van FVIIa uit zich dus in een verhoging van de vorming van FIXa, FXa en van trombine. Echter, de werking van FVIIa neemt sterk toe na het vormen van een complex met weefselfactor en fosfolipiden, die blootgesteld worden na een beschadiging van de vaatwand. Daardoor zal rfviia uitsluitend lokaal hemostase veroorzaken. Systemische activatie van het stollingssysteem kan optreden in patiënten die lijden aan onderliggende ziekten die aanleiding geven voor DIC Farmacokinetische eigenschappen Met behulp van een FVII stollingstest zijn de farmacokinetische eigenschappen onderzocht in 25 episoden zónder bloeding en in 5 studie-episoden mét bloeding. NovoSeven is toegediend als eenmalige dosering van 17,5 µg (0,875 KIE), 35 µg (1,75 KIE) en 70 µg (3,5 KIE) per kg lichaamsgewicht. 16

15 De farmacokinetiek van NovoSeven na eenmalige toediening van 17,5, 35 en 70 µg vertoont een lineair gedrag. FVII stollingsactiviteit gemeten in plasma afgenomen vóór- en tijdens een 24 uurs periode na NovoSeven toediening zijn geanalyseerd. Gedurende episoden zónder bloeding was het mediane schijnbare verdelingsvolume bij een steady state en bij de eliminatie 106 en 122 ml/kg, en in episoden mét bloeding waren ze respectivelijk 107 en 121 ml/kg. De mediane klaring was 31,0 ml/u x kg in episoden zónder bloeding en 32,6 ml/u x kg in episoden mét bloeding. De eliminatie van het middel is ook beschreven door de gemiddelde verblijftijd en de halfwaarde tijd. In episoden zonder bloeding was de gemiddelde verblijftijd 3,44 uur en de halfwaarde tijd 2,89 uur (mediane waarden). In episoden mét bloeding leek de eliminatie sneller te verlopen: de totale verblijftijd bedroeg 2,97 uur en de halfwaardetijd 2,30 uur (mediane waarden). De mediane in vivo plasma recovery was 45,6% in episoden zónder bloeding en 43,5% in episoden mét bloeding. Een significant lagere plasma recovery werd gevonden in episoden mét bloeding vergeleken met episoden zónder bloeding. Dit duidt op een verbruik van rfviia in verband met weefselbeschadiging Gegevens uit het preklinisch veiligheidsonderzoek De gegevens uit het pre-klinisch veiligheidsonderzoek komen overeen met de farmacologische eigenschappen van rfviia. 6. FARMACEUTISCHE GEGEVENS 6.1. Lijst van hulpstoffen De gebruikte hulpstoffen zijn natriumchloride, calciumchloridedihydraat, glycylglycine, polysorbaat 80 en mannitol. Na oplossen met de juiste hoeveelheid oplossmiddel (water voor injectie, Ph. Eur.) bevat elke flacon 30 KIE/ml (0,6 mg/ml) NovoSeven, 3 mg/ml natriumchloride, 1,5 mg/ml calciumchloridedihydraat, 1,3 mg/ml glycylglycine, 0,1 mg/ml polysorbaat 80 en 30 mg/ml mannitol Gevallen van onverenigbaarheid NovoSeven dient niet te worden gemengd met infusievloeistoffen of gegeven te worden in een druppelinfuus Houdbaarheid Het verpakte preparaat is 2 jaar houdbaar. Het opgeloste produkt dient binnen 3 uur te worden gebruikt. 17

16 6.4. Speciale voorzorgsmaatregelen bij opslag NovoSeven moet bij een temperatuur tussen 2 en 8 C worden bewaard. Niet gebruiken na de vervaldatum. Bevriezen dient te worden vermeden om schade aan de flacon met water te voorkomen. Bescherm tegen direct zonlicht Aard en inhoud van de verpakking Flacon met NovoSeven : Glas type I (Ph.Eur.), afgesloten met een broombutylrubber schijfje en een aluminium kapje. De aldus gesloten flacon is voorzien van een snap-off-cap gemaakt van polypropyleen als verzegeling. Flacons met oplosmiddel: Glas type I (Ph.Eur.), afgesloten met een broombutylrubber schijfje met teflon en een aluminium kapje. De aldus gesloten flacon is voorzien van een snap-off-cap gemaakt van polypropyleen als verzegeling. Wegwerpspuit voor klaarmaken en toedienen: De wegwerpspuit is gemaakt van polypropyleen met de volgende afmetingen: 6 ml Gebruiksaanwijzing/verwerkingsinstructies Oplossen. Werk altijd onder aseptische omstandigheden. 1. Breng NovoSeven (poeder) en water voor injectie (oplosmiddel) op kamertemperatuur (nìet boven 37 C). 2. Verwijder de dekseltjes van poeder en oplosmiddelflacon zodat het midden van de rubber sluiting zichtbaar wordt. 3. Reinig de sluiting met alcohol doekjes en laat ze drogen vóór gebruik. 18

17 4. Druk op het einde van de naald om deze uit de verpakking te halen. Verwijder de beschermhuls van de naald en bevestig de wegwerpspuit uit de verpakking. 5. Trek de zuiger naar achter zodat lucht in de spuit kan komen. 6. Steek de naald door het midden van de rubber sluiting van de waterflacon en injecteer de lucht in de flacon. Houd de flacon ondersteboven en zuig daarna de totale inhoud in de spuit. 7. Injecteer het steriele water in de flacon met het poeder door het midden van de rubber sluiting (de poederflacon is niet vacuum gezogen). 8. Zwenk de flacon voorzichtig tot alles is opgelost. De bijgesloten wegwerpspuit dient te worden gebruikt voor het klaarmaken toedienen van het preparaat. en NovoSeven is uitsluitend bedoeld als bolusinjectie en mag niet worden gemengd met infusie vloeistoffen of als druppel-infuus worden gegeven. na Toediening dient bij voorkeur direct te geschieden, of tenminste binnen 3 oplossen. uur De bijgesloten wegwerpspuit is verenigbaar met het klaargemaakte produkt, maar klaargemaakt NovoSeven mag niet bewaard worden in plastic spuiten. Geneesmiddelen voor injectie dienen, wanneer mogelijk, visueel geïnspecteerd worden op deeltjes en verkleuring vóór toedienïng. te 7. Naam Registratiehouder Novo Nordisk A/S Novo Allé DK-2880 Bagsvaerd Denmark 8. NUMMER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN 9. DATUM VAN GOEDKEURING/HERZIENING VAN DE SAMENVATTING 19

18 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL NOVOSEVEN 2. KWALITATIEVE SAMENSTELLING Recombinant Stollingsfactor VIIa. Menselijk factor VII is gekloneerd en tot expressie gebracht in baby hamster niercellen (BHK cellen). Recombinant factor VII wordt uitgescheiden door de BHK cellen en wordt geactiveerd tijdens de zuiverings procedure. NovoSeven Recombinant Stollingsfactor VIIa komt qua structuur overeen met uit plasma bereid geactiveerde factor VII (humaan). Voorgestelde INN naam: eptacog alfa (geactiveerd) Oplosmiddel: Water voor injecties Ph. Eur. KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Recombinant Stollingsfactor VIIa 240 KIE/flacon (overeenkomend met 4,8 mg/flacon) Water voor injecties Ph. Eur. 8,5 ml. Bovengenoemde eenheden zijn Internationale Eenheden, gemeten t.o.v. de eerste internationale referentie standaard van FVIIa 89/688. Deze eenheden moeten niet worden verward met eenheden van andere stollingsfactoren, inclusief FVII. 1 KIE komt overeen met 1000 IE (Internationale Eenheden). Na klaarmaken met het benodigde volume oplosmiddel bevat elke flacon 30 KIE/ml (0,6 mg/ml). 3. FARMACEUTISCHE VORM Recombinant Stollingsfactor VIIa wordt verstrekt als poeder voor injectie. Na klaarmaken met het bijgeleverde oplosmiddel ( Water voor injectie, Ph. Eur. 8,5 ml) wordt NovoSeven direct intraveneus als bolus toegediend. 4. KLINISCHE GEGEVENS 4.1. Therapeutische indicaties Ernstige bloedingen en operaties bij patiënten die remstoffen tegen stollingsfactor VIII of IX hebben ontwikkeld. 20

19 4.2. Dosering en wijze van toediening Dosering. Doseringsgebied: Ernstige bloedingen en operaties: Vanaf 3-6 KIE (60 µg tot 120 µg) per kg lichaamsgewicht per keer in één intraveneuze toediening. De toedieningstijd is 2-5 minuten. Tijd tussen doseringen: eerst 2-3 uur, daarna tot 4-12 uur. Ernstige bloedingen De dosering is afhankelijk van het soort en de ernst van de bloedingen. Als leidraad wordt een initiële dosering van 4,5 KIE (90 µg) per kg lichaamsgewicht aanbevolen. De toediening dient elke 2 uur herhaald te worden totdat klinische vooruitgang is waargenomen. Indien continue therapie noodzakelijk is kan het doseringsinterval wor den vergroot tot 3 uur gedurende 1-2 dagen. Hierna wordt het doseringsinterval vergroot tot elke 4, 6, 8 of 12 uur zolang als dit nodig wordt geacht. Een ernstige bloeding kan gedurende 2-3 weken worden behandeld. Deze behandeling kan worden verlengd indien dit klinisch noodzakelijk is. Operatief ingrijpen Een eerste dosering van 4,5 KIE (90 µg) per kg lichaamsgewicht dient onmiddelijk vóór de ingreep te worden toegediend. Deze dosering wordt herhaald na 2 uren en daarna met tussenposen van 2-3 uur gedurende de eerste uur, afhankelijk van de verrichte operatie en de klinische toestand van de patëint. Bij grote operaties dient de dosering elke 2-4 uur herhaald te worden gedurende 6-7 dagen. De tijdsduur tussen twee doseringen kan daarna worden verlengd tot 6-8 uur gedurende de volgende 2 weken. Bij grote operaties mag de patiënt tot 2-3 weken behandeld worden, todat heling is opgetreden. Antifibrinolytische middelen kunnen bloedverlies tijdens operatief ingrijpen bij hemofilie patiënten beperken, met name in delen van het lichaam met veel fibrinolytische activiteit, zoals in de mondholte. Voorlopige ervaring toont aan dat gelijktijdige antifibrinolytische therapie bij en grote operaties klinisch veilig is. kleine Bij patiënten met Factor IX remmers of verworven antilichamen tegen Factor VIII bestaat uitsluitend ervaring in het gebruik van NovoSeven in kleine operaties. Andere bloedingen In een onderzoek bij gewricht- en spierbloedingen waarbij doseringen van 35 en 70 µg/kg lichaamsgewicht (1,75 en 3,5 KIE/kg lichaamsgewicht) was geen duidelijk verschil in werkzaamheid en veiligheid tussen de twee doseringen aan te tonen. 21

20 Toediening. Los het preparaat op zoals beschreven onder 6.6. en dien het als bolus injectie toe. NovoSeven mag niet worden gemengd met infuusvloeistoffen of in een druppelinfuus worden gegeven Contra-indicaties Bekende overgevoeligheid voor muis-, hamster- of runder-eiwit kan een contraïndicatie zijn voor het gebruik van NovoSeven Speciale waarschuwingen en bijzondere voorzorgen bij gebruik Onder pathologische omstandigheden waarbij weefselfactor in circulerend bloed kan worden verwacht, bestaat een verhoogd risico op het ontwikkelen van trombose of het ontstaan van gedissemineerde intravasculaire stolling in verband met de ehandeling van NovoSeven. Deze omstandigheden kunnen ook gelden voor patiënten met gevorderde atherosclerose, polytraumatismem, sepsis of D.I.C. Omdat Recombinant Stollingsfactor VIIa NovoSeven zeer geringe hoeveelheden muize IgG (maximaal 1,2 ng/mg rfviia), runder IgG (maximaal 45 ng/mg rfviia) en hamster en andere runder eiwitten (maximaal 23 ng/mg rfviia) bevat, bestaat de mogelijkheid dat patiënten die met dit product worden behandeld overgevoelig worden voor deze eiwitten. Alleen centra die gespecialiseerd zijn in de behandeling van patiënten met stollings Factor VIII of IX - remmers dienen NovoSeven toe te dienen Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie Het risico van interacties van NovoSeven met stollingsfactor concentraten is niet bekend. Gelijktijdig gebruik met prothrombine complex concentraten, geactiveerd of niet, moet worden vermeden. Laboratoriumtesten De relatie tussen de protrombine tijd (PT), de geactiveerde partiële tromboplastine tijd (aptt) en de spiegels van FVII:C is onderzocht in een laboratorium. Bij géén van deze onderzoeken is er uitgegaan van een bepaalde therapeutische concentratie. 22

21 De plasma FVII stollingsactiviteit (FVII:C) is gemeten in een één staps stollingssysteem bevattende FVII-deficiënt plasma (antigeenvrij, Novo Nordisk A/S) en tromboplastine van konijnehersenen (Type C, Manchester Comparative Reagents Ltd., UK). De stolling is gestart door het toevoegen van tromboplastine en Ca ++. Als referentie is een plasma"pool" van met citraat behandeld bloed van normale, gezonde vrijwilligers gebruikt waaraan een arbitraire sterkte van 1 E/ml werd toegekend. De protombine tijd (PT) loopt terug tot < 7 seconden en lijkt een plateau te bereiken bij een plasma FVII:C spiegel van ongeveer 5 E/ml. Eerdere gegevens duiden erop dat een klinische verbetering samengaat met een verkorting van de PT met 3-4 seconden, en dat deze verkorting tot < 7 seconden gehandhaafd blijft tijdens de behandeling met therapeutische hoeveelheden. De PT bepaling kan FVII:C spiegels > 5 E/ml niet meer onderscheiden. De PT test wordt uitgevoerd volgens de instructies van de kit 'IL TEST (TM) PT-Fibrinogen: Calcium thromboplastin for the simultaneous in vitro determination of Prothrombin Time (PT) and Fibrinogen in plasma' van Instrumentation Laboratory. Cave: Penicillines veroorzaken een reductie in de prothrombine tijd. Hoewel de toediening van NovoSeven de aptt verkort, wordt een normalisatie hiervan gewoonlijk niet gezien bij doseringen die een klinische verbetering geven. Onderzoek duidt er op dat een verkorting van seconden gepaard ging met klinische verbetering. Het is niet bekend of de aptt gebruikt kan worden bij het begeleiden van de behandeling. De aptt bepaling wordt uitgevoerd volgens de instructies in de kit 'IL TEST (TM) APTT- Micronized Silica: Cephalin with micro nized silica for the in vitro determination of activated partial thromboplastin time (APTT) in plasma' van Instrumentation Laboratory. Bij alle bepalingen kunnen verschillende tromboplastinen verschillende resultaten laten zien Gebruik bij zwangerschap en het geven van borstvoeding Uit voortplantingsproeven bij dieren is gebleken dat intraveneuze toediening van NovoSeven aan manlijke en vrouwelijke ratten in doseringen tot 3,0 mg/kg lichaamsgewicht per dag (150 KIE/kg/dag) geen invloed heeft op copulatie, vruchtbaarheid en worpgrootte. Het is niet bekend of NovoSeven, toegediend aan een zwangere vrouw, de foetus zou kunnen schaden, of de vruchtbaarheid zou kunnen beïïnvloeden. NovoSeven dient uitsluitend worden toegediend bij zwangere vrouwen indien dit noodzakelijk is. Gebruik tijdens lactatie: Het is niet bekend of dit middel wordt uitgescheiden in m elk, maar aangezien veel geneesmiddelen wel worden uitgescheiden, dient men voorzichtig te zijn met het toedienen van NovoSeven bij voedende vrouwen Beïnvloeding van de rijvaardigheid en het vermogen om machines te gebruiken Niet bekend. 23

22 4.8. Bijwerkingen Tijdens de klinische studies zijn bij ruim injecties 7 milde bijwerkingen met betrekking tot de huid (o.a. uitslag, jeuk) gemeld en 19 systemische klachten (misselijkheid, koorts, hoofdpijn, malaise, zweten en veranderingen in bloeddruk). Ernstige bijwerkingen die mogelijk verband houden met de behandeling zijn in 7 gevallen gemeld (o.a. nier insufficiëntie, ataxie, cerebrovasculaire stoornis, angina pectoris, atrium aritmie, shock). Eén FVII deficiënte patiënt heeft remstoffen tegen FVII ontwikkeld na behandeling NovoSeven. met 4.9. Overdosering Bij mensen zijn geen trombotische complicaties ten gevolge van overdosering gemeld, ook niet na een toevallige toediening van 800 µg/kg lichaamsgewicht (40 KIE/kg). 5. FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN 5.1. Farmacodynamische eigenschappen Farmacotherapeutische groep: Stollingfactoren, ATC code B02B D05. NovoSeven bevat geactiveerde recombinant stollings-factor VII. Het werkingsmechanisme van FVIIa bij de inductie van stolling omvat een directe activering van FX in FXa welke daarna de conversie van prothombine in trombine start, waardoor de heamostatische prop wordt gevormd door omzetting van fibrinogeen in fibrine. Tevens activeert FVIIa de omzetting van FIX in FIXa. Het farmacodynamisch effect van FVIIa uit zich dus in een verhoging van de vorming van FIXa, FXa en van trombine. Echter, de werking van FVIIa neemt sterk toe na het vormen van een complex met weefselfactor en fosfolipiden, die blootgesteld worden na een beschadiging van de vaatwand. Daardoor zal rfviia uitsluitend lokaal hemostase veroorzaken. Systemische activatie van het stollingssysteem kan optreden in patiënten die lijden aan onderliggende ziekten die aanleiding geven voor DIC Farmacokinetische eigenschappen Met behulp van een FVII stollingstest zijn de farmacokinetische eigenschappen onderzocht in 25 episoden zónder bloeding en in 5 studie-episoden mét bloeding. NovoSeven is toegediend als eenmalige dosering van 17,5 µg (0,875 KIE), 35 µg (1,75 KIE) en 70 µg (3,5 KIE) per kg lichaamsgewicht. 24

23 De farmacokinetiek van NovoSeven na eenmalige toediening van 17,5, 35 en 70 µg vertoont een lineair gedrag. FVII stollingsactiviteit gemeten in plasma afgenomen vóór- en tijdens een 24 uurs periode na NovoSeven toediening zijn geanalyseerd. Gedurende episoden zónder bloeding was het mediane schijnbare verdelingsvolume bij een steady state en bij de eliminatie 106 en 122 ml/kg, en in episoden mét bloeding waren ze respectivelijk 107 en 121 ml/kg. De mediane klaring was 31,0 ml/u x kg in episoden zónder bloeding en 32,6 ml/u x kg in episoden mét bloeding. De eliminatie van het middel is ook beschreven door de gemiddelde verblijftijd en de halfwaarde tijd. In episoden zonder bloeding was de gemiddelde verblijftijd 3,44 uur en de halfwaarde tijd 2,89 uur (mediane waarden). In episoden mét bloeding leek de eliminatie sneller te verlopen: de totale verblijftijd bedroeg 2,97 uur en de halfwaardetijd 2,30 uur (mediane waarden). De mediane in vivo plasma recovery was 45,6% in episoden zónder bloeding en 43,5% in episoden mét bloeding. Een significant lagere plasma recovery werd gevonden in episoden mét bloeding vergeleken met episoden zónder bloeding. Dit duidt op een verbruik van rfviia in verband met weefselbeschadiging Gegevens uit het preklinisch veiligheidsonderzoek De gegevens uit het pre-klinisch veiligheidsonderzoek komen overeen met de farmacologische eigenschappen van rfviia. 6. FARMACEUTISCHE GEGEVENS 6.1. Lijst van hulpstoffen De gebruikte hulpstoffen zijn natriumchloride, calciumchloridedihydraat, glycylglycine, polysorbaat 80 en mannitol. Na oplossen met de juiste hoeveelheid oplossmiddel (water voor injectie, Ph. Eur.) bevat elke flacon 30 KIE/ml (0,6 mg/ml) NovoSeven, 3 mg/ml natriumchloride, 1,5 mg/ml calciumchloridedihydraat, 1,3 mg/ml glycylglycine, 0,1 mg/ml polysorbaat 80 en 30 mg/ml mannitol Gevallen van onverenigbaarheid NovoSeven dient niet te worden gemengd met infusievloeistoffen of gegeven te worden in een druppelinfuus Houdbaarheid Het verpakte preparaat is 2 jaar houdbaar. Het opgeloste produkt dient binnen 3 uur te worden gebruikt. 25

24 6.4. Speciale voorzorgsmaatregelen bij opslag NovoSeven moet bij een temperatuur tussen 2 en 8 C worden bewaard. Niet gebruiken na de vervaldatum. Bevriezen dient te worden vermeden om schade aan de flacon met water te voorkomen. Bescherm tegen direct zonlicht Aard en inhoud van de verpakking Flacon met NovoSeven : Glas type I (Ph.Eur.), afgesloten met een broombutylrubber schijfje en een aluminium kapje. De aldus gesloten flacon is voorzien van een snap-off-cap gemaakt van polypropyleen als verzegeling. Flacons met oplosmiddel: Glas type I (Ph.Eur.), afgesloten met een broombutylrubber schijfje met teflon en een aluminium kapje. De aldus gesloten flacon is voorzien van een snap-off-cap gemaakt van polypropyleen als verzegeling. Wegwerpspuit voor klaarmaken en toedienen: De wegwerpspuit is gemaakt van polypropyleen met de volgende afmetingen: 12 ml Gebruiksaanwijzing/verwerkingsinstructies Oplossen. Werk altijd onder aseptische omstandigheden. 1. Breng NovoSeven (poeder) en water voor injectie (oplosmiddel) op kamertemperatuur (nìet boven 37 C). 2. Verwijder de dekseltjes van poeder en oplosmiddelflacon zodat het midden van de rubber sluiting zichtbaar wordt. 3. Reinig de sluiting met alcohol doekjes en laat ze drogen vóór gebruik. 26

25 4. Druk op het einde van de naald om deze uit de verpakking te halen. Verwijder de beschermhuls van de naald en bevestig de wegwerpspuit uit de verpakking. 5. Trek de zuiger naar achter zodat lucht in de spuit kan komen. 6. Steek de naald door het midden van de rubber sluiting van de waterflacon en injecteer de lucht in de flacon. Houd de flacon ondersteboven en zuig daarna de totale inhoud in de spuit. 7. Injecteer het steriele water in de flacon met het poeder door het midden van de rubber sluiting (de poederflacon is niet vacuum gezogen). 8. Zwenk de flacon voorzichtig tot alles is opgelost. De bijgesloten wegwerpspuit dient te worden gebruikt voor het klaarmaken en toedienen van het preparaat. NovoSeven is uitsluitend bedoeld als bolusinjectie en mag niet worden gemengd met infusie vloeistoffen of als druppel-infuus worden gegeven. Toediening dient bij voorkeur direct te geschieden, of tenminste binnen 3 uur na oplossen. De bijgesloten wegwerpspuit is verenigbaar met het klaargemaakte produkt, maar klaargemaakt NovoSeven mag niet bewaard worden in plastic spuiten. Geneesmiddelen voor injectie dienen, wanneer mogelijk, visueel geïnspecteerd te worden op deeltjes en verkleuring vóór toedienïng. 7. Naam Registratiehouder Novo Nordisk A/S Novo Allé DK-2880 Bagsvaerd Denmark 8. NUMMER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN 9. DATUM VAN GOEDKEURING/HERZIENING VAN DE SAMENVATTING 27

26 BIJLAGE II VERGUNNING VOOR DE VERVAARDIGING EN VOORWAARDEN VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN 28

27 A HOUDER(S) VAN DE VERGUNNING(EN) VOOR DE VERVAARDIGING (Artikel 16 van Richtlijn 75/319/EEG van de Raad, zoals gewijzigd) Fabrikant van het werkzame bestanddeel: Novo-Nordisk A/S, Hallas Alle. DK-4400 Kalundborg, Denemarken Fabrikant en opslag van het eindprodukt: Novo-Nordisk A/S, Hagedorsvej, DK-2820 Gentofte, Denemarken Fabrikant die verantwoordelijk is voor het vrijgeven van de charges in de EU: Novo-Nordisk A/S, Hagedorsvej, DK-2820 Gentofte, Denemarken Sundhedsstyrelsen Lægemiddelafdelingen van Denemarken (de nationale gezondheidsraad) heeft op 21 november 1994 voor deze drie vestigingen van Novo- Nordisk A/S Denemarken een vergunning voor de vervaardiging afgegeven. B VOORWAARDEN EN BEPERKINGEN TEN AANZIEN VAN DE AFLEVERING EN HET GEBRUIK (Artikelen 2 en 3 van Richtlijn 92/26/EEG en artikel 13, lid 3, van Verordening (EEG) nr. 2309/93 van de Raad) Geneesmiddel op beperkt medisch recept, dat niet kan worden herhaald 29

28 C BIJZONDERE VERPLICHTINGEN VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN De gegevens met betrekking tot de hieronder vermelde punten dienen volgens het vastgestelde tijdschema bij het EBGB te worden ingediend. 1. Deel II C Aan de hand van een herziening van de chargeanalyses moeten de bulkspecificaties op basis van ±3 SA opnieuw worden bekeken: de gegevens hierover moeten op 1 juli 1996 worden ingediend Werkzaamheid/specifieke activiteit: de toepassing van fiduciële grenzen (95%-betrouwbaarheidsinterval) leverde voor elke test vrij constante resultaten op (d.w.z. circa %). Er zijn echter nog geen duidelijke aanvaardbaarheidsgrenzen voor dit interval vastgesteld. Er moeten grenzen worden vastgesteld om te waarborgen dat alleen statistisch valide testresultaten geaccepteerd worden, d.w.z. de fiduciële foutengrenzen (p=0,95) moeten tussen % van de geschatte werkzaamheid liggen. Deze gegevens worden op 1 juli 1996 verstrekt Er wordt een rapport over de ontwikkeling en toepassing van de RP-HPLCtest verwacht. De gegevens hierover moeten op 1 juli 1996 ingediend worden De bijgewerkte bulkspecificaties voor BHK-DNA moeten worden verstrekt. De resultaten van verdere studies voor de ontwikkeling en validatie van de nieuwe test op residueel DNA in het bulkprodukt moeten op 1 juli 1996 worden ingediend ELISA op BHK-eiwit: de resultaten van de valideringsstudie voor antisera en BHK-eiwitstandaarden moeten worden verstrekt; gegevens hierover moeten op 1 juli 1996 en daarna jaarlijks worden ingediend De resultaten van een experiment om het effect van opslag van de oogst op de parameters die verband houden met de proteolytische afbraak van rfviia, moeten op 1 april 1996 worden ingediend De resultaten van de studie betreffende de stabiliteit van voortgezette fermentatie moeten worden verstrekt. Dit moet herhaalde "southern blot"- experimenten op al geïsoleerde probes omvatten en de gegevens hierover moeten op 1 april 1996 worden ingediend. 30

29 1.8. De firma moet een nadere garantie verstrekken dat de uitgangsmaterialen virusvrij zijn door aanvullende informatie te geven over de nieuwe screeningstests op Newborn Calf Serum, inclusief het gevoeligheidsniveau en indiening van de testresultaten. De firma moet deze informatie op 1 december 1995 indienen De firma moet op 1 juli 1996 een voortgangsrapport indienen over de ontwikkeling en eventuele toepassing van een virusinactivereringsstap voor Newborn Calf Serum, d.w.z. korte hittebehandeling, UV-behandeling, enz Ingeval een nieuw adventief virus voorkomt, moet de firma de rapporteur hiervan onmiddellijk in kennis stellen, voordat het produkt verder wordt verwerkt en/of wordt vrijgegeven De firma moet permanent de resultaten van de monitoring van de fermentatiecharges op virussen en microben melden; de gegevens moeten op 1 juli 1996 en daarna jaarlijks worden ingediend De plaque-screeningstest van kweekmonsters lijkt adequaat voor het aantonen van Reovirus en deze test lijkt ook gevoelig te zijn voor bovien enterovirus. Dit virus dient routinematig als positieve controle gebruikt worden en de valideringsgegevens moeten op 1 juli 1996 ingediend worden Als een produktiegang met virus besmet is, moet de immunoaffiniteitskolom worden verwijderd en mag die niet voor de zuivering van de volgende charges worden gebruikt. Er moet een geschikt systeem worden ingevoerd waarbij ook rekening gehouden wordt met de resultaten van de bevestigingstests. De vertalingen van de procedures worden op 1 december 1995 ingediend Uit de validatiestudies blijkt dat de rfviia-recovery en het gehalte aan onzuiverheden binnen vastgestelde waarden consistent zijn; zulke kritische procesparameters (b.v. de kolombelasting in de stappen 3 en 4) mogen de in deze validatiestudies gedefinieerde maximale tolerantiegrenzen niet overschrijden en hierover moeten op 1 juli 1996 en daarna jaarlijks gegevens worden verstrekt De resultaten van de studies om de mate van gamma-carboxylering van Gla35 in relatie tot de kweekcondities na te gaan, moeten worden verstrekt; de gegevens hierover moeten op 1 juli 1996 worden ingediend. 2. Deel II C De sterilisatie van de spuiten zoals in de aanvraag beschreven, wordt gedaan door gammabestraling. De firma dient contact op te nemen met de leverancier om ervoor te zorgen dat het sterilisatieproces door zowel fysische als biologische indicatoren wordt gevalideerd, en deze validering verstrekken. De gegevens moeten op 1 januari 1996 worden ingediend. 31

Summary of the Product Characteristics

Summary of the Product Characteristics 1.3.1.1 Summary of the Product Characteristics 1.3.1.1-1 SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Bevat dinatriumcromoglicaat overeenkomend

Nadere informatie

Hulpstof met bekend effect: Opticrom, oogdruppels bevat benzalkoniumchloride. Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.

Hulpstof met bekend effect: Opticrom, oogdruppels bevat benzalkoniumchloride. Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1. SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1 NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Opticrom, oogdruppels, oplossing 20 mg/ml Opticrom Unit Dose, oogdruppels, oplossing 20 mg/ml 2 KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING

Nadere informatie

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN. Water voor injecties B. Braun, oplosmiddel voor parenteraal gebruik 100% m/v

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN. Water voor injecties B. Braun, oplosmiddel voor parenteraal gebruik 100% m/v SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Water voor injecties B. Braun, oplosmiddel voor parenteraal gebruik 100% m/v 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING 100 ml oplossing

Nadere informatie

MINI-PLASCO NACL B. BRAUN 0,9 %, oplossing voor injectie. Mini-Plasco van: 10 ml 20 ml Natriumchloride...0,09 g...0,18 g

MINI-PLASCO NACL B. BRAUN 0,9 %, oplossing voor injectie. Mini-Plasco van: 10 ml 20 ml Natriumchloride...0,09 g...0,18 g SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL MINI-PLASCO NACL B. BRAUN 0,9 %, oplossing voor injectie 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Mini-Plasco van: 10 ml 20 ml Natriumchloride...0,09

Nadere informatie

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN. Water voor Injecties B. Braun, oplosmiddel voor parenteraal gebruik

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN. Water voor Injecties B. Braun, oplosmiddel voor parenteraal gebruik SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Water voor Injecties B. Braun, oplosmiddel voor parenteraal gebruik 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING 1000 ml oplosmiddel

Nadere informatie

Addiphos Samenvatting van Product Kenmerken

Addiphos Samenvatting van Product Kenmerken Samenvatting van Product Kenmerken 1 NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Addiphos 2 KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Een ml Addiphos bevat: Monokaliumfosfaat Dinatriumfosfaat 2H20 Kaliumhydroxide 170,1

Nadere informatie

16024 GHRH SPC SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

16024 GHRH SPC SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL GHRH Ferring 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Een ampul poeder voor injectievloeistof bevat 66,7 µg somatorelineacetaat,

Nadere informatie

Bevat dinatriumcromoglicaat overeenkomend met 20 mg natriumcromoglicaat per ml.

Bevat dinatriumcromoglicaat overeenkomend met 20 mg natriumcromoglicaat per ml. 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Natriumcromoglicaat oogdruppels 20 mg/ml, oogdruppels, oplossing 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Bevat dinatriumcromoglicaat overeenkomend met 20 mg natriumcromoglicaat

Nadere informatie

Baxter S.A. Water voor Injecties (Viaflo) Samenvatting van de productkenmerken 1/6 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL

Baxter S.A. Water voor Injecties (Viaflo) Samenvatting van de productkenmerken 1/6 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Samenvatting van de productkenmerken 1/6 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Water voor Injecties Viaflo, oplosmiddel voor parenteraal gebruik. 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Elke zak bevat 100

Nadere informatie

ARTELAC ARTELAC ARTELAC EDO NAAM VAN HET GENEESMIDDEL. ARTELAC 3,20 mg/ml Oogdruppels. ARTELAC EDO 3,20 mg/ml Oogdruppels (TRAMEDICO) XIV B 11

ARTELAC ARTELAC ARTELAC EDO NAAM VAN HET GENEESMIDDEL. ARTELAC 3,20 mg/ml Oogdruppels. ARTELAC EDO 3,20 mg/ml Oogdruppels (TRAMEDICO) XIV B 11 ARTELAC ARTELAC ARTELAC EDO NAAM VAN HET GENEESMIDDEL ARTELAC 3,20 mg/ml Oogdruppels ARTELAC EDO 3,20 mg/ml Oogdruppels (TRAMEDICO) XIV B 11 KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Actieve bestanddelen:

Nadere informatie

Water voor injecties Fresenius Kabi, oplosmiddel voor parenteraal gebruik.

Water voor injecties Fresenius Kabi, oplosmiddel voor parenteraal gebruik. 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Water voor injecties Fresenius Kabi, oplosmiddel voor parenteraal gebruik. 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Water voor injecties 100 g Per 100 ml oplosmiddel

Nadere informatie

Kruidvat Paracetamol 120, 240, 500 en 1000 mg, zetpillen bevatten als werkzaam bestanddeel per zetpil 120, 240, 500 resp. 1000 mg paracetamol.

Kruidvat Paracetamol 120, 240, 500 en 1000 mg, zetpillen bevatten als werkzaam bestanddeel per zetpil 120, 240, 500 resp. 1000 mg paracetamol. 1.3.1.1 SmPC Page 1 of 5 1.3.1.1 SUMMARY OF PRODUCT CHARACTERISTICS Samenvatting van de productkenmerken 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Kruidvat Paracetamol 120 mg, zetpillen. Kruidvat Paracetamol 240 mg,

Nadere informatie

DEEL IB SAMENVATTING VAN DE KENMERKEN VAN HET PRODUCT. NYSTATINE LABAZ, suspensie voor oraal gebruik

DEEL IB SAMENVATTING VAN DE KENMERKEN VAN HET PRODUCT. NYSTATINE LABAZ, suspensie voor oraal gebruik DEEL IB SAMENVATTING VAN DE KENMERKEN VAN HET PRODUCT NYSTATINE LABAZ, suspensie voor oraal gebruik 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Nystatine Labaz, suspensie voor oraal gebruik 100.000 E/ml 2. KWALITATIEVE

Nadere informatie

SAMENVATTING VAN DE KENMERKEN VAN HET PRODUCT

SAMENVATTING VAN DE KENMERKEN VAN HET PRODUCT SAMENVATTING VAN DE KENMERKEN VAN HET PRODUCT 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL NaCl 0,9 % B. Braun, oplossing voor injectie. 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING 1000 ml oplossing bevat: Natriumchloride

Nadere informatie

VITAMINE C TEVA 250 MG VITAMINE C TEVA 100 MG. VITAMINE C TEVA 500 MG tabletten

VITAMINE C TEVA 250 MG VITAMINE C TEVA 100 MG. VITAMINE C TEVA 500 MG tabletten 1.3.1 : Productinformatie Bladzijde : 1 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Vitamine C Teva 50 mg, Vitamine C Teva 100 mg, Vitamine C Teva 250 mg, Vitamine C Teva 500 mg, 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING

Nadere informatie

BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Ferrum-Homaccord; Druppels voor oraal gebruik, oplossing 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING 100 g oplossing bevat:

Nadere informatie

Dettol Deel IB 1 Samenvatting van productkenmerken. Dettol chloroxylenol 48 mg/ml, concentraat voor oplossing voor cutaan gebruik

Dettol Deel IB 1 Samenvatting van productkenmerken. Dettol chloroxylenol 48 mg/ml, concentraat voor oplossing voor cutaan gebruik 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Dettol chloroxylenol 48 mg/ml, concentraat voor oplossing voor cutaan gebruik 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Chloroxylenol 4,8 % g/v Voor hulpstoffen, zie rubriek

Nadere informatie

BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Nux vomica-homaccord; Druppels voor oraal gebruik, oplossing. 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING 100 g oplossing

Nadere informatie

Thiamini hydrochloridum 100 mg/ml, oplossing voor injectie thiaminehydrochloride

Thiamini hydrochloridum 100 mg/ml, oplossing voor injectie thiaminehydrochloride 1.3.1 : Bijsluiter Bladzijde : 1 BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER Thiamini hydrochloridum 100 mg/ml, thiaminehydrochloride Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken

Nadere informatie

Version 7.3.1, 03/2010 BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

Version 7.3.1, 03/2010 BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN Version 7.3.1, 03/2010 BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Norit 200, capsules 200 mg, hard 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING De capsule bevat 200

Nadere informatie

MEDIAVEN FORTE 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING 3. FARMACEUTISCHE VORM 4. KLINISCHE GEGEVENS

MEDIAVEN FORTE 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING 3. FARMACEUTISCHE VORM 4. KLINISCHE GEGEVENS MEDIAVEN FORTE 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL MEDIAVEN 10 mg, tabletten MEDIAVEN FORTE 30 mg, filmomhulde tabletten (Naftazon) 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING - Actief bestanddeel: MEDIAVEN

Nadere informatie

BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUKTKENMERKEN

BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUKTKENMERKEN BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUKTKENMERKEN 1. BENAMING VAN HET DIERGENEESMIDDEL Pentofel 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Per dosis van 1 ml : Actieve bestanddelen Geïnactiveerd kattenziekte

Nadere informatie

LAXEERSTROOP TEVA 667 mg/ml, stroop. MODULE I : ALGEMENE GEGEVENS Datum : 9 februari : Productinformatie Bladzijde : 1

LAXEERSTROOP TEVA 667 mg/ml, stroop. MODULE I : ALGEMENE GEGEVENS Datum : 9 februari : Productinformatie Bladzijde : 1 1.3.1 : Productinformatie Bladzijde : 1 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Laxeerstroop Teva. 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Laxeerstroop Teva is een waterige oplossing van 667 mg lactulose per

Nadere informatie

BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Transipeg 5,9 g, poeder voor drank. 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Dit product bevat per sachet van 6,9 gram.

Nadere informatie

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN. Addaven bevat: 1 ml 1 injectieflacon (10 ml)

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN. Addaven bevat: 1 ml 1 injectieflacon (10 ml) SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Addaven concentraat voor oplossing voor infusie 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Addaven bevat: 1 ml 1 injectieflacon (10

Nadere informatie

BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1. NAAM VAN HET DIERGENEESMIDDEL ANTI-TETANUSSERUM 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Kwalitatief is een gezuiverd gemengd antiserum bekomen van

Nadere informatie

OPTICROM OPTICROM (MELISANA) XIV B 3 e. Naam van het geneesmiddel: OPTICROM 2 % oogdruppels, oplossing Natrium cromoglicaat

OPTICROM OPTICROM (MELISANA) XIV B 3 e. Naam van het geneesmiddel: OPTICROM 2 % oogdruppels, oplossing Natrium cromoglicaat OPTICROM OPTICROM (MELISANA) XIV B 3 e Naam van het geneesmiddel: OPTICROM 2 % oogdruppels, oplossing Natrium cromoglicaat Kwalitatieve en kwantitatieve samenstelling: Natrium cromoglicaat 20 mg per ml.

Nadere informatie

BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Oculo-Heel; Oogdruppels, oplossing 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Oculo-Heel bevat per monodosis van 0,45 ml

Nadere informatie

Soluvit N, poeder voor oplossing voor intraveneuze infusie

Soluvit N, poeder voor oplossing voor intraveneuze infusie Title IB1 Product RVG 09077 Compiled by Approved by B. Van den Daele Date 18/04/2005 2(7) SmPC Verhuis_SPC NL Soluvit_ Replaces Rv HO142.1B1.doc 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Soluvit N, poeder voor oplossing

Nadere informatie

Healthypharm B.V., Etten-Leur, The Netherlands XT Luis 4% g/g, oplossing voor cutaan gebruik RVG Dimeticon

Healthypharm B.V., Etten-Leur, The Netherlands XT Luis 4% g/g, oplossing voor cutaan gebruik RVG Dimeticon 1.3.1.1 Summary of product characteristics 1.3.1.1-1 SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL XT Luis 4% g/g oplossing voor cutaan gebruik 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING

Nadere informatie

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Glucose 5% B. Braun, oplossing voor infusie Glucose 10% B. Braun, oplossing voor infusie 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING 1000 ml bevat: Glucose monohydraat voor

Nadere informatie

Samenvatting van de Productkenmerken

Samenvatting van de Productkenmerken Samenvatting van de Productkenmerken 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL XT Luis 4% g/g oplossing voor cutaan gebruik 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Dimeticon 4% g/g Voor een volledige lijst van

Nadere informatie

BIJLAGE A SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

BIJLAGE A SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN BD/2015/REG NL 8652/zaak 458188 3 BIJLAGE A SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN BD/2015/REG NL 8652/zaak 458188 4 1. NAAM VAN HET DIERGENEESMIDDEL MAMYZIN, poeder voor suspensie voor injectie voor runderen

Nadere informatie

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Glucose 5% B. Braun, oplossing voor infusie Glucose 20% B. Braun, oplossing voor infusie Glucose 30% B. Braun, oplossing voor infusie Glucose

Nadere informatie

BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1/5 1. NAAM VAN HET DIERGENEESMIDDEL 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Werkzame bestanddelen: Per 500 ml: 95,0 g calciumgluconaat 22,5 g calciumgluceptaat

Nadere informatie

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN. PROTAGENS MONO 2 %, oogdruppels, oplossing, voor éénmalig gebruik

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN. PROTAGENS MONO 2 %, oogdruppels, oplossing, voor éénmalig gebruik SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL PROTAGENS MONO 2 %, oogdruppels, oplossing, voor éénmalig gebruik 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING 1 ml oplossing bevat 20

Nadere informatie

Vergroting van het circulerend volume bij dehydratie

Vergroting van het circulerend volume bij dehydratie 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Glucose 3,75% en natriumchloride 0,225%, infusievloeistof 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Bevat per 1000 ml: Glucose monohydraat, 41,25 g overeenkomend met Glucose

Nadere informatie

SAMENVATTING VAN DE KENMERKEN VAN HET PRODUCT

SAMENVATTING VAN DE KENMERKEN VAN HET PRODUCT SAMENVATTING VAN DE KENMERKEN VAN HET PRODUCT 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL FLAMMAZINE 1% Crème 50 g 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Zilversulfadiazine 1 g per 100 g crème. Voor hulpstoffen:

Nadere informatie

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Zaditen 0,25 mg/ml, oogdruppels, oplossing 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Eén ml bevat 0,345 mg ketotifenfumaraat, wat

Nadere informatie

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Sedistress 100 harde capsules. 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Iedere capsule bevat 100 mg zuiver droog extract van de bovengrondse delen van Passiflora incarnata

Nadere informatie

Een ampul poeder voor injectievloeistof bevat 133,4 µg corticorelinetrifluoracetaat (humaan), overeenkomend met 100 µg corticoreline (humaan).

Een ampul poeder voor injectievloeistof bevat 133,4 µg corticorelinetrifluoracetaat (humaan), overeenkomend met 100 µg corticoreline (humaan). 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL CRH Ferring 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Een ampul poeder voor injectievloeistof bevat 133,4 µg corticorelinetrifluoracetaat (humaan), overeenkomend met 100

Nadere informatie

BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Neurexan; Tabletten 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING 1 tablet (301,5 mg) bevat: Avena sativa D2 0,6 mg Coffea cruda

Nadere informatie

Samenvatting van de Kenmerken van het Product

Samenvatting van de Kenmerken van het Product 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Vitalipid Novum Adult, concentraat voor oplossing voor infusie Vitalipid Novum Infant, concentraat voor oplossing voor infusie 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING

Nadere informatie

1.3. PRODUCT INFORMATION

1.3. PRODUCT INFORMATION 1.3. PRODUCT INFORMATION 1.3.1. SPC, LABELLING AND PACKAGE LEAFLET 1.3.1.1. SUMMARY OF PRODUCT CHARACTERISTICS SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN STODAL, stroop 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL STODAL, stroop

Nadere informatie

2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING. Vi-polysaccharide van Salmonella typhi (Ty2 stam)

2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING. Vi-polysaccharide van Salmonella typhi (Ty2 stam) 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Typherix, oplossing voor injectie in een voorgevulde spuit Tyfus polysaccharidevaccin 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Elke dosis vaccin à 0,5 ml bevat: Vi-polysaccharide

Nadere informatie

1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL

1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL DURATEARS oogzalf 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Dit geneesmiddel bevat geen werkzame stoffen. Hulpstof met gekend effect: 1 g oogzalf bevat 30 mg lanoline.

Nadere informatie

BIJLAGE A SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

BIJLAGE A SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN BIJLAGE A SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1. NAAM VAN HET DIERGENEESMIDDEL TOLFINE, 40 mg/ml, oplossing voor injectie voor runderen en varkens 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Per ml:

Nadere informatie

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN. REVERTOR 5 mg/ml Oplossing voor Injectie voor honden en katten 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN. REVERTOR 5 mg/ml Oplossing voor Injectie voor honden en katten 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1. NAAM VAN HET DIERGENEESMIDDEL REVERTOR 5 mg/ml Oplossing voor Injectie voor honden en katten 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING 1 ml bevat: Werkzaam

Nadere informatie

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIK(ST)ER. Octaplex 500 IE poeder en oplosmiddel voor injectie. Humaan protrombinecomplex

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIK(ST)ER. Octaplex 500 IE poeder en oplosmiddel voor injectie. Humaan protrombinecomplex BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIK(ST)ER Octaplex 500 IE poeder en oplosmiddel voor injectie Humaan protrombinecomplex Lees de hele bijsluiter zorgvuldig door voordat u start met het gebruik van dit

Nadere informatie

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN. NORGALAX, 0,12 g / 10 g, gel voor rectaal gebruik. 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN. NORGALAX, 0,12 g / 10 g, gel voor rectaal gebruik. 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL NORGALAX, 0,12 g / 10 g, gel voor rectaal gebruik. 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Actief bestanddeel: Natriumdocusaat 0,12

Nadere informatie

BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL DURATEARS Z, oogzalf. 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING DURATEARS Z oogzalf bevat geen werkzame stof. Voor de

Nadere informatie

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR GEBRUIKERS. Nonafact 100 IE/ml poeder en oplosmiddel voor oplossing voor injectie Menselijke stollingsfactor IX

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR GEBRUIKERS. Nonafact 100 IE/ml poeder en oplosmiddel voor oplossing voor injectie Menselijke stollingsfactor IX 1 B. BIJSLUITER 2 BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR GEBRUIKERS Nonafact 100 IE/ml poeder en oplosmiddel voor oplossing voor injectie Menselijke stollingsfactor IX Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel

Nadere informatie

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN. NARCOSTOP 5 mg/ml oplossing voor injectie voor honden en katten 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN. NARCOSTOP 5 mg/ml oplossing voor injectie voor honden en katten 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1. NAAM VAN HET DIERGENEESMIDDEL NARCOSTOP 5 mg/ml voor honden en katten 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING 1 ml bevat: Werkzaam bestanddeel: Atipamezol

Nadere informatie

BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL NovoSeven 1 mg (50 KIE) poeder en oplosmiddel voor oplossing voor injectie NovoSeven 2 mg (100 KIE) poeder en oplosmiddel voor

Nadere informatie

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Helixate NexGen 250 IE Poeder en oplosmiddel voor oplossing voor injectie 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Recombinant

Nadere informatie

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Pulmocap Thymus, stroop 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING 1 ml stroop (overeenkomend met 1,1 g) bevat 110 mg (0,11 ml) vloeibaar

Nadere informatie

Lees deze bijsluiter op een rustig moment aandachtig door, ook als dit geneesmiddel al eerder aan u werd toegediend. De tekst kan gewijzigd zijn.

Lees deze bijsluiter op een rustig moment aandachtig door, ook als dit geneesmiddel al eerder aan u werd toegediend. De tekst kan gewijzigd zijn. I B2.4. Ontwerp van de bijsluiter voor Aafact Informatie voor de patiënt Lees deze bijsluiter op een rustig moment aandachtig door, ook als dit geneesmiddel al eerder aan u werd toegediend. De tekst kan

Nadere informatie

Bijsluiter: informatie voor de gebruik(st)er

Bijsluiter: informatie voor de gebruik(st)er Bijsluiter: informatie voor de gebruik(st)er Cofact 250 IE, poeder en oplosmiddel voor oplossing voor injectie. Cofact 500 IE, poeder en oplosmiddel voor oplossing voor injectie. Humaan protrombine complex

Nadere informatie

BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1/5 1. NAAM VAN HET DIERGENEESMIDDEL 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Per ml: Werkzame bestanddelen: Butafosfan 100 mg Cyanocobalamine (vitamine

Nadere informatie

ETOS AMYLMETACRESOL PLUS DICHLOORBENZYLALCOHOL HONING & CITROEN zuigtabletten

ETOS AMYLMETACRESOL PLUS DICHLOORBENZYLALCOHOL HONING & CITROEN zuigtabletten 1.3.1 : Productinformatie Bladzijde: 1 SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Elke zuigtablet bevat: Amylmetacresol 0,60 mg 2,

Nadere informatie

GLYCERINE Suppo's Kela

GLYCERINE Suppo's Kela GLYCERINE Suppo's Kela GLYCERINE Suppo's Kela NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Glycerine suppo s kela volwassenen zetpillen. Glycerine suppo s kela baby en kinderen zetpillen. (KELA PHARMA) ATC5 Rangschikking

Nadere informatie

GHRH Ferring, 50 microgram, Poeder en oplosmiddel voor oplossing voor injectie

GHRH Ferring, 50 microgram, Poeder en oplosmiddel voor oplossing voor injectie 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL GHRH Ferring, 50 microgram, Poeder en oplosmiddel voor oplossing voor injectie 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Werkzaam bestanddeel: 50 µg somatoreline als acetaat.

Nadere informatie

BETAMINE 474,5 mg dragees

BETAMINE 474,5 mg dragees BETAMINE 474,5 mg dragees BETAMINE NAAM VAN HET GENEESMIDDEL BETAMINE 474,5 mg omhulde tabletten (KELA PHARMA) ATC5 Rangschikking Klasse Omschrijving KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Elke omhulde

Nadere informatie

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1 / 6 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Pulmocap Hedera, stroop 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING 1 ml siroop (overeenkomend met 1,1 g) bevat 5,4 mg extract

Nadere informatie

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Vitintra Adult, infusievloeistof (concentraat) Vitintra Infant, infusievloeistof (concentraat) 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING

Nadere informatie

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN. Kruidvat Amylmetacresol Plus Dichloorbenzylalcohol honing & citroen zuigtabletten

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN. Kruidvat Amylmetacresol Plus Dichloorbenzylalcohol honing & citroen zuigtabletten SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Kruidvat Amylmetacresol Plus Dichloorbenzylalcohol honing & citroen zuigtabletten 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Elke zuigtablet

Nadere informatie

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL PROTAGENS 2%, oogdruppels, oplossing 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING 1 ml oplossing bevat 20 mg povidon (polyvinylpyrrolidon).

Nadere informatie

DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN, In overeenstemming met de MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT,

DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN, In overeenstemming met de MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT, BD/2014/REG NL 9518/zaak 425182 DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN, In overeenstemming met de MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT, Gezien het verzoek van Bio Enterprise B.V. te Vroomshoop

Nadere informatie

MODULE ZURE OORDRUPPELS MET HYDROCORTISON DMB 1% FNA

MODULE ZURE OORDRUPPELS MET HYDROCORTISON DMB 1% FNA MODULE 1.3.1.1 APPLICATION FORM SUMMARY OF PRODUCT CHARACTERISTICS ZURE OORDRUPPELS MET HYDROCORTISON DMB 1% FNA Regulatory Affairs February 2017 Page 1 of 6 SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1. NAAM

Nadere informatie

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Endekay 0,4 % Thixotrope Fluogel 0,4% met fruitsmaak 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Bevat het werkzame bestanddeel 0,4%

Nadere informatie

Version 1.3, 04/2010 SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

Version 1.3, 04/2010 SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN Version 1.3, 04/2010 SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL SOMATOSTATINE-BELPHARMA 3 mg poeder en oplosmiddel voor oplossing voor infusie 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE

Nadere informatie

BIJSLUITER. Ketodolor 100 mg/ml oplossing voor injectie voor paarden, runderen en varkens

BIJSLUITER. Ketodolor 100 mg/ml oplossing voor injectie voor paarden, runderen en varkens BIJSLUITER Ketodolor 100 mg/ml oplossing voor injectie voor paarden, runderen en varkens 1. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN EN DE FABRIKANT VERANTWOORDELIJK

Nadere informatie

DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN, In overeenstemming met de MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT,

DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN, In overeenstemming met de MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT, BD/2015/REG NL 3563/zaak 462677 DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN, In overeenstemming met de MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT, Gezien het verzoek van Boehringer Ingelheim B.V. te

Nadere informatie

HAL Allergy Prick Test Positieve Controle 10 mg/ml, oplossing voor huidpriktest

HAL Allergy Prick Test Positieve Controle 10 mg/ml, oplossing voor huidpriktest 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL HAL Allergy Prick Test Positieve Controle 10 mg/ml, oplossing voor huidpriktest 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Een ml oplossing voor huidpriktest bevat 10 mg

Nadere informatie

LACTULOSE KELA 500ML FLES

LACTULOSE KELA 500ML FLES LACTULOSE KELA 500ML FLES LACTULOSE KELA NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Lactulose Kela vloeistof voor oraal gebruik (KELA PHARMA) ATC5 Rangschikking Klasse Omschrijving MAAGDARMKANAAL EN STOFWISSELING LAXANTIA

Nadere informatie

CERULYX 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING 3. FARMACEUTISCHE VORM 4. KLINISCHE GEGEVENS

CERULYX 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING 3. FARMACEUTISCHE VORM 4. KLINISCHE GEGEVENS CERULYX SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL CERULYX 4,55% oordruppels, oplossing. 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Xyleen mengsel van isomeren: Xylol: 455mg/10ml

Nadere informatie

BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL NovoSeven 1 mg (50 KIE) poeder en oplosmiddel voor oplossing voor injectie NovoSeven 2 mg (100 KIE) poeder en oplosmiddel voor

Nadere informatie

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Lactulose 680 mg/ml drank 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Elke ml drank bevat 0,68 g lactulose. Voor de volledige lijst

Nadere informatie

URO-VAXOM SAMENVATTING VAN DE KENMERKEN VAN HET PRODUCT

URO-VAXOM SAMENVATTING VAN DE KENMERKEN VAN HET PRODUCT - 1 - SAMENVATTING VAN DE KENMERKEN VAN HET PRODUCT 1. BENAMING Uro-Vaxom 6 mg, harde capsules. 2. SAMENSTELLING 1 capsule bevat 60 mg x-om-89 lyofilisaat overeenkomend met 6 mg E. coli extract. Voor een

Nadere informatie

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL BRONCHO-VAXOM Kinderen, capsules, hard BRONCHO-VAXOM Volwassenen, capsules, hard 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING BRONCHO-VAXOM

Nadere informatie

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL trianal vitis caps harde capsules 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Elke harde capsule bevat 300 mg Vitis vinifera L., folium

Nadere informatie

BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1 1. NAAM VAN HET DIERGENEESMIDDEL 3000 IE/ml oogdruppels, oplossing 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Elke ml bevat: Werkzaam bestanddeel: Gentamicine...

Nadere informatie

BIJSLUITER. Narcostop 5 mg/ml oplossing voor injectie voor honden en katten

BIJSLUITER. Narcostop 5 mg/ml oplossing voor injectie voor honden en katten BIJSLUITER Narcostop 5 mg/ml oplossing 1. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN EN DE FABRIKANT VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE, INDIEN VERSCHILLEND Registratiehouder:

Nadere informatie

2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING. Actief bestanddeel: Gezuiverd capsulair Vi polyoside van Salmonella typhi (stam Ty2): 25 microgram

2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING. Actief bestanddeel: Gezuiverd capsulair Vi polyoside van Salmonella typhi (stam Ty2): 25 microgram SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL TYPHIM Vi, 25 microgram/dosis, oplossing voor injectie Polyoside buiktyfusvaccin 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Eén dosis

Nadere informatie

BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1 1. NAAM VAN HET DIERGENEESMIDDEL Virbagen Omega 5 ME voor honden Virbagen Omega 10 ME voor honden 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING FLACON

Nadere informatie

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL BIFITERAL siroop 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING 100 ml Bifiteral siroop bevatten 66,7 g lactulose galactose lactose epilactose

Nadere informatie

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1. NAAM VAN HET DIERGENEESMIDDEL GESTAVET 3000 poeder en oplosmiddel voor oplossing voor injectie voor varkens. 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Liophilisaat

Nadere informatie

SUMMARY OF PRODUCT CHARACTERISTICS

SUMMARY OF PRODUCT CHARACTERISTICS SUMMARY OF PRODUCT CHARACTERISTICS 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL A.Vogel Cystoforce blaasformule 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING 1 ml [ 0,955 g] A.Vogel Cystoforce blaasformule bevat: 715

Nadere informatie

Gerenvooieerde versie CALCIPOTRIOL 50 MICROGRAM/G ZALF PCH zalf

Gerenvooieerde versie CALCIPOTRIOL 50 MICROGRAM/G ZALF PCH zalf 1.3.1 : Productinformatie Bladzijde : 1 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Calcipotriol 50 microgram/g PCH,. 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Zalf: calcipotriol 50 microgram per gram. Hulpstoffen:

Nadere informatie

Summary of product characteristics

Summary of product characteristics 1.3.1.1 Summary of product characteristics 1.3.1.1-1 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Zilversulfadiazine CF 10 mg/g, crème 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING 10 mg zilversulfadiazine per gram crème.

Nadere informatie

1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL. VENORUTON 300 mg capsules, hard VENORUTON FORTE 500 mg tabletten VENORUTON ZAKJES 1000 mg poeder voor drank

1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL. VENORUTON 300 mg capsules, hard VENORUTON FORTE 500 mg tabletten VENORUTON ZAKJES 1000 mg poeder voor drank 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL VENORUTON 300 mg capsules, hard VENORUTON FORTE 500 mg tabletten VENORUTON ZAKJES 1000 mg poeder voor drank 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Venoruton 300 mg

Nadere informatie

Therapeutische indicaties: Behandeling van acne: matige of ernstige acne, overwegend papuleus en pustuleus; polymorfe acne.

Therapeutische indicaties: Behandeling van acne: matige of ernstige acne, overwegend papuleus en pustuleus; polymorfe acne. ACNERYNE ACNERYNE (GALDERMA) XIV A 6 b Naam van het geneesmiddel: ACNERYNE 4 % (Erythromycinum) Kwalitatieve en kwantitatieve samenstelling: Acneryne 4 % gel bevat 4 g erythromycine per 100 gram gel. Voor

Nadere informatie

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN. BRONCHOSTOP Duo Hoestpastilles tijm- en heemstwortelextract

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN. BRONCHOSTOP Duo Hoestpastilles tijm- en heemstwortelextract SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1. NAAM VAN HET MEDISCH PRODUCT BRONCHOSTOP Duo Hoestpastilles tijm- en heemstwortelextract 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING 1 pastille bevat: 51,1 mg

Nadere informatie

De verpakking bevat een oplossing die klaar is voor gebruik. De oplossing in de voorgevulde spuit is klaar voor injectie.

De verpakking bevat een oplossing die klaar is voor gebruik. De oplossing in de voorgevulde spuit is klaar voor injectie. HYALGAN 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Hyalgan 20 mg/2 ml oplossing voor injectie. 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Natrium hyaluronaat (Hyalectin) 20 mg/ 2 ml. 3. FARMACEUTISCHE VORM Oplossing

Nadere informatie

SUMMARY OF PRODUCT CHARACTERISTICS

SUMMARY OF PRODUCT CHARACTERISTICS SUMMARY OF PRODUCT CHARACTERISTICS 1 NAAM VAN HET GENEESMIDDEL A.Vogel Atrosan tabletten 2 KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Een filmomhulde tablet ( 855 mg) bevat: 480 mg extract (als droogextract)

Nadere informatie

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL MICROLAX, oplossing voor rectaal gebruik 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Eén ml Microlax bevat: - Natriumlaurylsulfoacetaat

Nadere informatie

NOSCAPINE HCl TEVA 1 MG/ML stroop. MODULE I : ALGEMENE GEGEVENS Datum : 13 november : Productinformatie Bladzijde : 1

NOSCAPINE HCl TEVA 1 MG/ML stroop. MODULE I : ALGEMENE GEGEVENS Datum : 13 november : Productinformatie Bladzijde : 1 1.3.1 : Productinformatie Bladzijde : 1 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Noscapine HCl Teva 1 mg/ml, 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Noscapine HCl Teva 1 mg/ml bevat 1 mg noscapinehydrochloride

Nadere informatie

BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1 1. NAAM VAN HET DIERGENEESMIDDEL 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Werkzame bestanddelen: Varkensfollitropine : 500 µg Varkenslutropine : 100

Nadere informatie

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN = BIJSLUITER

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN = BIJSLUITER SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN = BIJSLUITER 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL FLAMMAZINE 1% Crème 20 g FLAMMAZINE 1% Crème 500 g 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Zilversulfadiazine 1 g per

Nadere informatie

PRIMENE 10 % Deel IB1 1/5

PRIMENE 10 % Deel IB1 1/5 Deel IB1 1/5 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL. 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING g/l L-Isoleucine 6,70 L-Leucine 10,0 L-Valine 7,60 L-Lysine 11,0 L-Methionine 2,40 L-Fenylalanine 4,20 L-Treonine

Nadere informatie