Samenvatting Nederlands Hoofdstuk 1 t/m 6

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Samenvatting Nederlands Hoofdstuk 1 t/m 6"

Transcriptie

1 Samenvatting Nederlands Hoofdstuk 1 t/m 6 Samenvatting door een scholier 92 woorden 13 mei ,6 96 keer beoordeeld Vak Methode Nederlands Op niveau plus Literaire samenvatting Inhoud Hoofdstuk 1 Genreleer (blz. 3) 1.1 Fictie/non-fictie 1.2 Fictie en werkelijkheid 1.3 Hoofdgenres Epiek Mythe Sprookje (blz. 4) Sage Legende Fabel Parabel Roman en verhaal Detectives (blz. 5) Oorlogsverhalen Historische verhalen Verhalen over verre streken en onbekende culturen Multiculturele verhalen Psychologische roman Strekkings- of tendensroman Novelle Lyriek (blz. 6) Dramatiek Hoofdstuk 2 Verhaalopbouw en samenvatten 2.1 Persoonlijke smaak 2.2 Persoonlijke reactie (blz. 7) 2.3 Samenvatten 2.4 Open plekken en spanning Pagina 1 van 18

2 2.5 Structuur en tijd (blz. 8) Opbouwmogelijkheden Logisch-chronologische volgorde Niet-chronologische volgorde Fabel en sujet (blz. 9) Begin van een verhaal Tijd in verhalen Verhaalverloop Aaneengesloten en fragmentarisch Verhaallijnen 2.6 Thema en motief 2.7 Vertelsituaties Ik-vertelsituatie (blz. 10) Alwetende vertelsituatie Personale vertelsituatie 2.8 Ruimte Hoofdstuk 3 Personages 3.1 Rollen en relaties 3.2 Personages beschrijven (blz. 11) Hoofdstuk 4 Woordgebruik 4.1 Beeldspraak In uitdrukkingen Niet in uitdrukkingen Vergelijkingen Metaforen (blz. 12) Metonymia 4.2 Concreet of abstract 4.3 Stijlfiguren Hyperbool Eufemisme Understatement Ironie en sarcasme (blz. 13) Hoofdstuk 5 Teksten 5.1 Tekstdoel, -soort en vorm Tekstdoel Tekstsoort Tekstvorm (blz. 14) 5.2 Publiek 5.3 Alineaopbouw 5.4 Tekstverbanden 5.5 Tekststructuren (blz. 15) Hoofdstuk 6 Gedichten Pagina 2 van 18

3 6.1 Opbouw van gedichten Rijm en rijmschema s (blz. 16) Thema Versregel, zin en enjambement (blz. 17) Strofen Concentratie en herhaling Symbolen 6.2 Variatie Visuele poëzie Klanken Hoofdstuk 1: Genreleer 1.1 Fictie / non-fictie Teksten of programma s die feiten bevatten, en dus waar gebeurd zijn, noemt men non-fictie. Als de schrijver verschillende dingen (gebeurtenissen, personages) verzonnen heeft is een tekst of programma non-fictie. 1.2 Fictie en werkelijkheid De meeste verhalen, films, etc., die fictie zijn, lijken veel op de werkelijkheid. Dit worden realistische verhalen genoemd. Hierin komen bijvoorbeeld veel voorkomende gebeurtenissen voor. Bij zulke verhalen is het meestal niet erg moeilijk je in te leven in de gebeurtenissen. 1.3 Hoofdgenres Fictieteksten verdelen we onder in 3 hoofdgroepen (-genres): epiek, lyriek en dramatiek Epiek Met epiek bedoelen we bijvoorbeeld (jeugd)romans of verhalen. Meestal zijn ze proza (er verloopt tijd). Epiek kun je nog verder indelen: Mythe Fabel Roman Biografie Epos Sprookje Parabel Novelle Autobiografie Heldenverhaal Verhaal Memoires Legende Dagboek De derde groep is het grootst en kun je nog verder onderverdelen op basis van 3 categorieën: Tijd Onderwerp Hoofdpersoon Historisch verhaal Liefdesverhaal Ridderverhaal Toekomst verhaal Reisverhaal Cowboy/indianenverhaal Eigentijds verhaal Zeeverhaal Doktersverhaal Natuurverhaal Dierenverhaal Oorlogsverhaal Enz. Streekverhaal Avonturenverhaal Pagina 3 van 18

4 Griezelverhaal Detectiveverhaal Enz. Niet alle verhalen en romans kun je in dit schema onder te brengen, maar sommigen wel meerdere keren. En waar verhaal staat kun je meestal ook roman invullen (bijvoorbeeld historische roman) Mythen Iedere cultuur heeft haar eigen mythen, bijvoorbeeld de Griekse mythen. Die zijn bij ons het bekendst geworden en hebben veel invloed gehad op de kunst en jeugdliteratuur. De meeste mythen hebben vijf kenmerken: 1) Er wordt een antwoord gegeven op de raadsels van het leven (dood, ziekte, het ontstaan van aarde en mens) 2) Mythen werden meestal van generatie op generatie mondeling doorverteld. 3) Ook hebben ze vaak een godsdienstig karakter 4) Verschijnselen die men niet kon verklaren werden vaak toegeschreven aan hogere machte (in mythen). 5) Het leert de mens iets Sprookjes Sprookjes zijn meestal fantasierijk en wreed ( denk maar aan Roodkapje en de boze wolf of Hans en Grietje ). Er komen niet alleen mensen in voor, maar ook draken, prinsen en prinsessen, kabouters, heksen, dieren, etc. Ook zit er altijd een wijze les en. Oorspronkelijk waren sprookjes in de Middeleeuwen bedoeld om te ontspannen en wijsheid door te geven. Sprookjes hebben, in tegenstelling tot mythen, niets te maken met godsdienst. Oude sprookjes noemt men volkssprookjes. Sprookjes die later (door 1 persoon) zijn verzonnen heten kunst- of cultuursprookjes Sagen Sagen lijken veel op mythen: ze zijn mondeling doorverteld en ze zijn, net als mythen, bedoeld om te vermaken en je iets te leren. In een sage speelt meestal een held de hoofdrol, die machtige tegenstanders moet verslaan (zoals geesten, heksen, duivels). Soms gaat de held dood. De onderwerpen zijn meestal macht en liefde. Sagen bezitten wel een historische kern, maar er is veel omheen gefantaseerd Legenden Legenden zijn godsdienstige verhalen uit de Middeleeuwen over een heilig figuur (Jezus of Maria). En er gebeurt meestal een wonder. Ze werden vroeger gebruikt om aan het volk te laten zien hoe machtig god was Fabel De fabel is al een heel oud genre. Het is een kort, eenvoudig verhaal. Hierin spreken en handelen dieren net als mensen. Fabels bevatten meestal ook een wijze les. Die noemen we de moraal Parabel Een parabel is ook een kort, moralistisch verhaal. Anders van een fabel is dat er mensen een hoofdrol spelen en dat de taal meestal veel plechtiger is. Parabels worden ook wel gelijkenissen genoemd. De lezer moet namelijk een vergelijking trekken tussen de gebeurtenissen in het verhaal en de gebeurtenissen in zijn eigen wereld. In een parabel gaat het om godsdienstige zaken of om goed en kwaad. Pagina 4 van 18

5 Roman en verhaal Normaal bedoelen we met roman en verhaal hetzelfde. Dat komt doordat er ook in een roman een verhaal verteld wordt. Dus met een historisch verhaal bedoelen we meestal roman. Maar als je het precies bekijkt zitten er toch wel verschillen tussen. Een verhaal is een klein verhaal, kleiner dus als een roman. Er zijn veel minder gebeurtenissen en personages. Ze staan daarom ook bijna nooit alleen in een boek, maar meestal met een paar samen in een verhalenbundel. Een roman is veel groter en complexer dan een verhaal. Er komen meer personages in voor, die ook ingewikkelder relaties met elkaar hebben en ze veranderen ook in de loop van het verhaal. Ook vinden er meer gebeurtenissen plaats en zijn er meestal meerdere verhaallijnen. In jongerenromans, voor lezers van 14/15 jaar, wordt veel aandacht gelegd op de karakterontwikkeling van de personages. Die lijken ook veel op romans voor volwassenen. Zoals in het stuk stond over epiek (1.3.1) kun je deze ook weer onderverdelen naar tijd, onderwerp of hoofdpersoon: Detectives Detective-, misdaad- of speurdersverhalen hebben meestal een vaste opbouw. Eerst wordt er een misdaad gepleegd (vaak een moord), dan gaat een speurder aan het werk, die na veel tegenslagen de dader ontmaskert. Detectives zijn altijd spannend, omdat je zelf ook nadenkt over wie de dader is. Meestal wordt je eerst ook nog een paar keer op een dwaalspoor gezet. Sommige detectives gaan dieper in op de achtergrond van de dader en waarom hij de moord heeft gepleegd, dan is er meer aandacht voor de psychologische achtergrond van de personen. Detective verhalen zijn er voor jongeren en volwassenen Oorlogsverhalen De meeste oorlogsverhalen laten het verdriet en de ellende van de mensen in oorlogstijd zien. Vooral over vervolgingen van bepaalde groepen mensen (bv. Joden). Ook zijn er boeken die de nadruk leggen op het verdriet en de gevolgen na de oorlog. In goede oorlogsromans wordt veel aandacht besteedt aan de gedachten en gevoelens van mensen, zodat je je goed kunt inleven. De meeste oorlogsverhalen hebben de bedoeling te laten zien dat mensen elkaar verschrikkelijke dingen kunnen aandoen. De meeste oorlogsverhalen gaan over de 2e wereld oorlog en zijn geschreven voor alle leeftijden Historische verhalen In historische verhalen krijg je een beeld van een deel van de geschiedenis, bijvoorbeeld de Middeleeuwen of de Romeinse of Griekse tijd. Je hebt 2 soorten historische verhalen. Bij de een ligt de nadruk op avontuur. Het gaat dan meer over de gebeurtenissen die de personages meemaken dan om hun gedachten en gevoelens. Deze verhalen spelen zich meestal af in en spannende of roerige tijd. De andere legt meer de nadruk op het denken van de personages en hoe ze omgingen met de problemen van toen. Meestal is de hoofdpersoon een wilskrachtig buitenbeentje. Schrijvers van historische romans verrichten altijd veel onderzoek naar de tijd waar ze over schrijven. Ze proberen de manier van hoe de mensen toen leefden zo goed mogelijk te beschrijven. Meestal verzinnen ze zelf een personage, omdat, als ze een bekend historisch figuur kiezen, ze dan te veel aan de werkelijkheid zijn gebonden Verhalen over verre streken en onbekende culturen Het leuke van verhalen over verre streken en onbekende culturen is dat de mensen andere gebruiken en Pagina 5 van 18

6 gewoonten hebben, hierdoor hebben ze andere problemen waar ze anders op reageren als wij. Meestal zijn deze verhalen erg avontuurlijk Multiculturele verhalen Deze verhalen gaan over de problemen die kunnen ontstaan als verschillende culturele groepen in dezelfde maatschappij naast elkaar leven. Natuurlijk gaat het veel over discriminatie en racisme, maar ook wat de gevolgen er van zijn. Deze verhalen laten zien hoe belangrijk verdraagzaamheid en wederzijds respect is. Ook is een veelvoorkomend onderwerp de vraag in hoeverre van culturele minderheidsgroepen een of andere vorm van aanpassing mag worden verlangd en hoe ver dat dan moet gaan Psychologische roman In dit soort romans gaat het nadrukkelijk om de psychologische ontwikkeling van de hoofdpersoon. De gebeurtenissen zijn veel minder belangrijk. Maar hoe de hoofdpersoon op de gebeurtenissen reageert en hoe die er door verandert wel. Psychologische romans kunnen in alle tijden afspelen (verleden, heden of toekomst) Strekkings- of tendensroman In dit soort romans wil de schrijver een bepaalde mening over een onderwerp naar voren zetten, die staat dan ook centraal Novelle Een novelle zit tussen een roman en een verhaal in. Het is niet zo ingewikkeld als een roman. Alleen het karakter van de hoofdpersoon is een beetje uitgewerkt Lyriek Onder lyriek verstaan we gedichten. Er is veel wit op bladzijdes en de regels zijn niet volgemaakt. Gevoelens spelen een grote rol in lyriek. Er verloopt meestal geen tijd. Enkele specifieke inhoudelijke kenmerken van lyriek: Ø We zien vaak een sterken concentratie: het gedicht suggereert veel in weinig woorden. Ø Een gedicht gaat over 1 onderwerp (bij epiek kan een verhaal over meerdere onderwerpen gaan). Ø De woordkeuze is erg belangrijk (want als je weinig woorden gebruikt, moet je die goed kiezen). Ø Er wordt vaak gebruik gemaakt van de dubbelzinnigheid van woorden en zinnen: de dichter speelt een spel met de taal die zowel op de enen als op de andere manier kan worden uitgelegd; Het is een spel met letterlijke en figuurlijke betekenissen die tegelijkertijd een rol kunnen spelen. Ø Veel gedichten laten je iets bekends op een ongewone of verrassende manier zien. Ø Gedichten gaan vaak over belangrijke levensvragen als dood, liefde, eenzaamheid, geluk, verdriet, etc. Ø Dichters gebruiken vaak herhalingen en tegenstellingen. De woorden cirkelen als het ware rond het onderwerp. Meer over lyriek staat in hoofdstuk 10 over gedichten Dramatiek Dramatiek wordt ook wel toneel genoemd. Het is het opvoeren van een spel in een theater of schouwburg. Naar toneel ga je kijken, je leest het niet. Bij toneel spelen de relaties tussen de personen een grote rol. Er is geen verhaaltekst: wat er aan de hand is, blijkt uit wat de personages tegen elkaar zeggen, hoe ze dat doen en hoe ze zich gedragen. Naast de toneeltekst die de acteurs uitspreken, is er bij een toneelstuk vaak ook een neventekst, waarin aanwijzingen staan over hoe er gespeeld moet worden. Hoofdstuk 2: Verhaalopbouw en samenvatten Pagina 6 van 18

7 2.1 Persoonlijke smaak Je persoonlijke smaak is wat voor verhalen je leuk vindt. Dit kan aan verschillende dingen liggen, de hoofdpersoon, het onderwerp, het doel, etc. Hieronder staat een lijst met veel voorkomende eigenschappen van verhalen (daar ligt het aan of je een boek leuk vindt): Een jongen als hoofdpersoon Een meisje als hoofdpersoon Een leeftijdgenoot als hoofdpersoon Een allochtoon als hoofdpersoon Een hoofdpersoon die ouder is Heldhaftige hoofdpersonen Zielige hoofdpersonen Bijzondere hoofdpersonen Over andere landen Over discriminatie Over oorlog Over onderdrukking Over liefde Met avontuurlijke gebeurtenissen Over dood Over school Over godsdienst Detectives Historische gebeurtenissen Gebeurtenissen die nu plaatsvinden Science fiction Zielige verhalen Verhalen met een boodschap Verhalen die me aan het denken zetten Verhalen die me alleen vermaken Verhalen die leerzaam zijn Verhalen met terugblikken Verhalen die je langzaam moet lezen Verhalen die je snel kunt lezen Dunne boeken Met een droevig einde Met een gesloten einde Met een open einde 2.2 Persoonlijke reactie Tijdens het lezen van een verhaal vorm je je er een mening over. Die mening, zonder dat je nog dieper over het verhaal hebt nagedacht of het verder hebt bestudeerd, noemen we een eerste persoonlijke reactie gebruik je beoordelingswoorden. Enkele voorbeelden zijn: (niet) interessant(niet) herkenbaar(on)bekend/overbekendontroerend(on)samenhangendorigineel/overbekend(niet) overtuigend(on)aangenaamveelzeggend/weinigzeggendzet me wel/niet aan het denkenvreemdsaai/spannendlastig/gemakkelijkdroevig/grappigzieligsomberbraaf (niet) nieuwsgierig makend(on)begrijpelijkingewikkeldeng(on)werkelijk(on)geloofwaardigoppervlakkig/diepzinnigopwindend( niet) indrukwekkend(niet) leerzaamecht/onechtwaardeloos/waardevolshockerendlelijk/mooieenvoudigsmerig 2.3 Samenvatten Een samenvatting is een korte beschrijving van de belangrijkste gebeurtenissen. Je vertelt het verhaal in je eigen woorden na. De belangrijkste punten die in je samenvatting moeten staan zijn: Ø De belangrijkste gebeurtenissen Ø Wie de hoofdpersoon is, met welk probleem hij/zij kampt Ø Wat de hoofdpersoon beleeft Ø Of de hoofdpersoon verandert door de gebeurtenissen Ø Wie de belangrijkste andere personen zijn Ø Hoe de relatie is tussen de hoofdpersoon en de andere personen (vrienden, ouders-kinderen, geliefden, etc.) Ø Waar de gebeurtenissen zich afspelen (land,stad) Ø Wanneer de gebeurtenissen zich afspelen (verleden, heden, toekomst) 2.4 Open plekken en spanning Open plekken zijn plekken in een verhaal die vragen oproepen. Die maken de lezer nieuwsgierig. Hierdoor ontstaat spanning, omdat je antwoord wilt op je vragen. Er is dus altijd sprake van het achterhouden van informatie, van uitstel. Er zijn verschillende manieren waarop uitstel in verhalen tot stand kan komt: Ø Vertragen; Het verhaal is op het punt aangekomen dat je een antwoord lijkt te krijgen, maar er volgen Pagina 7 van 18

8 eerst nog wat uitweidingen. Ø Terugblik of herinnering; Er wordt eerst iets over vroeger verteld. Ø Andere verhaallijn; Het verhaal springt naar een andere plaats met andere gebeurtenissen. Ø Vooruitwijzing; Er wordt eerst iets verteld wat zich later heeft afgespeeld. Hoe langer het duurt voordat je antwoord krijgt op je vragen, des te sterker is de spanning die opgebouwd wordt. De schrijver kan je ook vermoedens op laten wekken of je op dwaalsporen brengen. Vooral in detectives (zie ). Vanaf een open plek totdat je antwoord krijgt op je vraag, heet een spanningsboog. Meestal bestaat een verhaal uit een heleboel verschillende kleine spanningsbogen, die samen de grote spanningsboog van het hele boek vormen. Aan het eind van een spanningsboog loopt de spanning meestal flink op. Dat noemen we een hoogtepunt of climaxmoment in het verhaal. Als je een antwoord krijgt op je vraag, verdwijnt de spanning van die boog. Meestal begint kort daarna een nieuwe boog, waarin de spanning weer oploopt naar een nieuw climaxmoment. Het belangrijkste climaxmoment zit bijna altijd aan het eind van het verhaal. 2.5 Structuur en tijd Verhalen kunnen op verschillende manieren opgebouwd worden en in verschillende tijden afspelen. Daar kun je spanning mee opwekken en de tijd waarin het gebeurt bepaalt een graat deel van het verhaal (omdat ze in andere tijden andere problemen hebben en daar anders op reageren) Opbouwmogelijkheden In een verhaal gebeuren gebeurtenissen die op een bepaalde manier met elkaar verbonden zijn. Ze hebben natuurlijk met elkaar te maken, ze hangen met elkaar samen. Hoe dat gebeurt, noemen we de structuur of opbouw van een verhaal. De opbouw hangt nauw samen met de manier waarop de tijd in een verhaal verloopt. Er zijn twee mogelijkheden: Logisch-chronologische volgorde Het verhaal wordt verteld in de volgorde hoe het gebeurt. De gebeurtenissen vloeien logisch uit elkaar voort Niet-chronologische volgorde Het verhaal begint op het moment dat er al het nodige is gebeurd dat belangrijk is voor de personen. Je komt door terugblikken en herinneringen de vroegere gebeurtenissen te weten Fabel en sujet Het fabel van een verhaal is de volgorde waarin de gebeurtenissen van het verhaal verteld worden (Logisch-chronologische of niet-chronologische volgorde). Bijvoorbeeld: B-C-A-D. De letters staan voor gebeurtenissen. De A is, als je het op volgorde zet waarin het gebeurd is, het eerst gebeurd en de D het laatst: A-B-C-D. Dit is het sujet Begin van een verhaal Je kan een verhaal op twee manieren beginnen: 1) Ab ovo: het begint met een inleidende gebeurtenis of beschrijving. Het probleem van de hoofdpersoon komt na een tijdje naar voren. Het verhaal begint als het ware bij het begin. 2) In medias res: het begint midden in de gebeurtenissen. Er zijn al de nodige belangrijke dingen gebeurd en het wordt snel duidelijk dat de hoofdpersoon een probleem heeft Tijd in verhalen Verhalen spelen zich in een bepaalde tijd af, bijvoorbeeld in de Middeleeuwen, de 2e wereldoorlog, het heden of de toekomst. Met die tijd moet je rekening houden bij het lezen van het verhaal, want die heeft Pagina 8 van 18

9 invloed op de problemen van personen en hoe de personen denken, voelen en zich gedragen. Tussen begin en eind verloopt een bepaalde hoeveelheid tijd. Bij het lezen en bestuderen van een verhaal, houd je in de gaten hoeveel tijd er verloopt. In sommige boeken verloopt vel tijd, bijvoorbeeld enkele maanden of jaren, in andere veel minder, soms maar een dag. Als er veel tijd verloopt, is de kans groot dat de hoofdpersoon behoorlijk verandert en bij boek en waarin weinig tijd verloopt niet zoveel kans. Maar dat hoeft natuurlijk niet perse. De tijd die verloopt tussen begin en eind van een verhaal, noemen we vertelde tijd. De tijd die nodig is om een verhaal te lezen, noemen we verteltijd. De verteltijd noteren we meestal in aantal bladzijden, omdat er verschillen in leestempo zijn. In veel verhalen wordt met de tijd gemanipuleerd door: Ø Terugblik of flashback: het verhaal wordt onderbroken en je leest over vroegere gebeurtenissen. Ø Vooruit- en terugwijzigingen: in enkele woorden of zinnen lees je iets over vroeger of over de toekomst, de gebeurtenissen worden niet onderbroken. Ø Tijdsprong: er wordt een stuk tijd overgeslagen. Ø Tijdverdichting: In een paar woorden wordt een groot stuk tijd samengevat. Ø Versnellen en vertragen: Soms wordt in weinig woorden veel tijd beschreven en soms in veel woorden heel precies weinig tijd. Als er versneld wordt verteld is, dat wat er verteld wordt, minder belangrijk. En als er vertraagd verteld wordt is het weer belangrijker. Als er geen sprongen in de tijd voorkomen, spreken we van continu vertellen. Als er wel sprongen in de tijd zijn, spreken we van niet-continu Verhaalverloop In de meest verhalen komt de volgende verhaalverloop voor: Kort na het begin ontstaat er een probleem voor de hoofdpersoon, wat die wil oplossen. Maar meestal lukt dat niet meteen. Na allerlei tegenslagen en moeilijkheden bereikt de hoofdpersoon een dieptepunt. Met heel veel moeite krabbelt hij daaruit op en worden de problemen min of meer overwonnen, meestal met hulp van andere personen. Schematisch: Beginsituatie; Ontstaan van het probleem; Verslechtering van de situatie; Dieptepunt; Verbetering van de situatie; Afronding Aan het eind van het verhaal is het probleem van de hoofdpersoon nog niet altijd opgelost. Dat is een open einde. Een gesloten eind is als het wel is opgelost Aaneengesloten en fragmentarisch Als er weinig tijdsprongen en terugblikken in het verhaal zitten, maakt het de indruk aaneengesloten verteld te zijn. Als er echter veel met de tijd gespeeld wordt, maakt het een verbrokkelde indruk. Dit heet fragmentarisch, omdat het uit fragmenten bestaat. Het kost vaak veel moeite om die met elkaar in verband te brengen Verhaallijnen Pagina 9 van 18

10 In veel boeken volg je voortdurend wat de hoofdpersoon meemaakt. Dan is er maar 1 verhaallijn. Als er echter meerdere hoofdpersonen zijn en als er afwisselend wordt beschreven wat zij meemaken, zijn er meerdere verhaallijnen. Soms heb je ook wel eens een zijlijn. Dat is als een bijfiguur bijna net zoveel aandacht krijgt als de hoofdpersoon en een eigen verhaallijn krijgt. 2.6 Thema en motief Een motief is iets wat vaak terugkeert in een verhaal. In een verhaal zitten meerdere motieven. Al die motieven samen vormen het thema, of onderwerp. Het thema is het verhaal heel kort samengevat, in een (paar) woord(en). Een paar voorbeelden zijn: oorlog, eenzaamheid, angst, kindermishandeling, dood, discriminatie, vriendschap, liefde. Meestal probeer je bij het thema de diepere betekenis te beschrijven. Niet iedereen wijst hetzelfde thema aan, dat ligt eraan hoe je een verhaal interpreteert. 2.7 Vertelsituaties Als schrijvers een verhaal vertellen, scheppen ze een tussen persoon: een verteller. Dit is niet de schrijver! Je bekijkt heel het verhaal door de ogen van de verteller. Dus hij bepaald het perspectief, hoe je tegen een gebeurtenis aankijkt. Er zijn 3 verschillende vertelsituaties: Ik-vertelsituatie In zo n situatie verteld de ikpersoon wat er gebeurt. Meestal is dat de hoofdpersoon. Je ziet alles door zijn of haar ogen. Als lezer kun je ook niet meer zien dan de ik. Je komt zijn of haar gedachten en gevoelens te weten, maar niet die van de andere personen Alwetende vertelsituatie In deze situatie is de vertellen iemand die alles weet van alle personen. Hij weet wat zij zien, horen, denken en voelen. Hij staat als het ware boven het verhaal en overziet alles. Hij kan in de toekomst en in het verleden kijken. Deze verteller is een soort gids die jou als lezer bij de hand neemt en soms ook commentaar levert op de gebeurtenissen. De alwetende verteller is geen verhaalpersonage. Het lijkt soms of de schrijver aan het woord is Personale vertelsituatie Hierbij zien we de gebeurtenissen door de ogen van één personage. Dat is bij de Ik-vertelsituatie ook zo, maar bij de personale vertelsituatie staat het verhaal in de hij- of zijvorm. Het is net of er geen verteller is, alsof het verhaal zichzelf vertelt. Je leert de persoon met wie je meekijkt heel goed kennen en van de andere personages kom je veel minder te weten. Een hulpmiddel om na te gaan of je met een personale vertelsituatie te maken hebt, is de hij- of zijvorm vervangen door de ikvorm. Als dat moeiteloos lukt, is het verhaal personaal verteld. 2.8 Ruimte De ruimte is waar een verhaal zich afspeelt. In een verhaal staan omschrijvingen van die ruimte, om aan te geven waar een verhaal zich afspeelt. In sommige verhalen wordt meer aandacht besteedt aan ruimtebeschrijving dan in andere verhalen. Dat ligt meestal over hoe goed je het je kunt voorstellen. Historische verhalen en verhalen in de toekomst besteden daar meer aandacht aan dan verhalen uit het heden.ook creëert een ruimtebeschrijving een bepaald soort sfeer. Het kan het verhaal bijvoorbeeld eng maken of romantisch door de (enge of romantische) omgeving te omschrijven.er kan ook een verband bestaan tussen de ruimte en het thema van het verhaal. In oudere boeken wordt meestal meer aandacht besteedt aan ruimtebeschrijving dan in nieuwe boeken. Omdat ruimtebeschrijvingen het tempo uit het verhaal halen, dus schrijvers proberen nu in enkele zinnen Pagina 10 van 18

11 de situatie duidelijk te maken. Hoofdstuk 3: Personages 3.1 Rollen en relaties In verhalen, romans en gedichten komen altijd mensen of vermenselijkte dieren voor. De tekst gaat over de problemen van de personages. Personages hebben een bepaalde rol. Je hebt hoofd figuren, dit is de hoofdpersoon(en), en bijfiguren, de belangrijkste zijn helper en tegenstander. De hoofdpersoon is de belangrijkste figuur uit een boek. Die figuur heeft altijd een bepaald doel. De hoofdpersoon heeft moeite met het bereiken van zijn doel, om het verhaal spannend te hoeden. Er zijn hindernissen, gevaren of moeilijkheden. Dat kunnen personen, maar ook omstandigheden zijn die hem tegenwerken. Een hoofdpersoon wil altijd iets, maar dat bepaald niet zijn karakter; Hij is bijvoorbeeld niet perse heldhaftig of zelfverzekerd. Zoals al eerder gezegd, zijn de helper en de tegenstander de belangrijkste bijfiguren. De helper steunt de hoofdpersoon bij het oplossen van zijn problemen. De tegenstander daarentegen zit de hoofdpersoon dwars bij het bereiken van zijn doel. Van deze bijfiguren kunnen er meerdere in een verhaal zitten. Het is belangrijk dat je nagaat waarom een persoon iets doet. Dan pas krijg je een goed inzicht in de situatie en de gebeurtenissen. Al die personages in een verhaal hebben relaties met elkaar, bijvoorbeeld: vriend/vriendin, vader/zoon, broer/zus, baas/knecht, twee geliefden. Bij het bestuderen van een verhaal moet je goed naar die relaties kijken en je afvragen wat de gevolgen van die relaties zijn. Personages veranderen in de loop van het verhaal. Om een goed inzicht te krijgen in een verhaal vergelijk je de beginsituatie met die aan het eind. 3.2 Personages beschrijven personages kunnen allerlei eigenschappen hebben. Je moet hun innerlijk en uiterlijk kunnen beschrijven. Hieronder staat een lijst met eigenschappen, die je kunt gebruiken bij het omschrijven van een personage: Betrouwbaar - onbetrouwbaar Hard zacht Verlegen zelfverzekerd Bazig onderdanig Komt voor zichzelf op laat over zich lopen Eigenwijs meegaand Gelukkig ongelukkig Ongeïnteresseerd nieuwsgierig Druk rustig Spontaan geremd Doorzettingsvermogen geeft snel op Maakt makkelijk contact - gesloten Evenwichtig snel in paniek Bezorgd/tobberig onbezorgd/oppervlakkig Gemeen eerlijk Fantasierijk nuchter Behulpzaam egoïstisch Gewoontjes apart Grappig serieus Sportief sloom Vrolijk somber Vriendelijk onvriendelijk Slim dom Probeert problemen op te lossen geeft snel op Personages bezitten niet alleen bepaalde eigenschappen, ze hebben ook ideeën en meningen over wat wel en niet kan, over goed en kwaad. Dat zijn normen en waarden. Die zijn belangrijk voor wat ze doen. Ga bij een boek altijd na welke belangrijke beslissingen personages nemen en kijk daarbij naar hun Pagina 11 van 18

12 mening over goed en kwaad. Vaak kom je er dan achter waarom ze iets doen. Vergelijk jouw mening met die van de personages. Hoofdstuk 4: Woordgebruik 4.1 Beeldspraak Beeldspraak is figuurlijk taalgebruik. Je komt het in veel verschillende vormen tegen: In uitdrukkingen In uitdrukkingen zit beeldspraak. Je moet ze dus niet letterlijk opvatten, maar figuurlijk. Bijvoorbeeld: met een mond vol tanden staan Niet in uitdrukkingen Je komt beeldspraak niet alleen in uitdrukkingen voor, maar ook gewoon in een zin: Hij werd zo rood als een kreeft Vergelijkingen Je hebt 2 verschillende soorten vergelijkingen: een vergelijking met als en een vergelijking zonder als. Bij een vergelijking met als, begint de uitdrukking met het woord als (of iets wat daarvan is afgeleid, zoals of evenals). Niet alles met als ervoor is natuurlijk een vergelijking. Je hebt ook vergelijkingen met van. Die zijn afgeleid van vergelijkingen met als. Bijvoorbeeld: Dat is een boom van een kerel. Een kerel als een boom. Er zijn ook vergelijkingen zonder als. Dat zijn vergelijkingen waarvan de persoon waarop het betrekking heeft en de vergelijking in dezelfde zin staan. Meestal is het dan een naamwoordelijk gezegde of een bijstelling Metaforen Metaforen zijn een veelvoorkomende vorm van beeldspraak. Bij metaforen staat het beeld (datgene wat er mee bedoeld wordt) alleen in de zin. Dus zonder dat waar het betrekking op heeft. Meestal zijn metaforen uitdrukkingen. Veel metaforen worden doorveel mensen gebruikt heten clichémetaforen. Hier zijn zelfs woordenboeken van. Dichters en schrijvers bedenken meestal zelf hun metaforen, dit zijn originele metaforen Metonymia Bij metonymia is er geen overeenkomst tussen het beeld en de verbeelde. Maar er is wel een verband. Er wordt een soort synoniem gegeven. Je vindt ze vooral in krantenkoppen. Bijvoorbeeld: In het rijksmuseum hangen veel Rembrandts. Hiermee worden schilderijen van gemaakt door Rembrandt bedoeld. 4.2 Concreet of abstract De begrippen concreet en abstract worden gebruikt in verband met zelfstandige naamwoorden. Een zelfstandig naamwoord is concreet als het verwijst naar iets wat zichtbaar en tastbaar is. Als een zelfstandig naamwoord verwijst naar een zak die niet zichtbaar of tastbaar is, is het abstract. 4.3 Stijlfiguren Stijlfiguren hebben te maken met op wat voor manier je iets zegt. Je kunt het overdrijven of juist verzachten of een beetje als een grapje zeggen. Meestal doe je dat met een bepaalde bedoeling Hyperbool Een hyperbool is een overdrijving. Gevoelens worden versterkt weergegeven. Vooral in de reclame worden veel hyperbolen gebruikt. Bijvoorbeeld: Het beste onder de zon. Pagina 12 van 18

13 4.3.2 Eufemisme Eufemismen zijn woorden of zinnen die betrekking hebben op een taboe of iets wat onaangenaam is om te horen. In het algemeen dienen ze om de gevoelens van de ander te sparen. Eufemismen komen dan ook meestal voor in verband met onderwerpen die voor mensen sterk emotioneel geladen zijn, bijvoorbeeld ziekte en dood, lichamelijke verrichtingen en dingen die in sociaal opzicht een teer punt zijn. Bijvoorbeeld: Inslapen (sterven) Een zekere plaats (toilet) Overgewicht hebben (vet zijn) Ook en de politiek worden nogal eens eufemismen gebruikt om problemen te voorkomen. Voorbeeld: We hadden een open gesprek. (We hebben elkaar eens goed de waarheid gezegd.) Er is nog een klein verschil van mening. (We zijn het totaal oneens met elkaar.) Understatement Bij understatement worden gevoelens verzwakt weergegeven, net als bij eufemismen, maar het effect is als bij hyperbolen: de verzwakte gevoelens komen juist versterkt over. Understatement is dan ook een stijlfiguur die je in het gewone taalgebruik minder vaak tegenkomt dan in literaire werken. De kunstenaar koet alsof iets minder belangrijk is dan in werkelijkheid het geval is: Foutje, bedankt! of Met Dirk bleef je lachen zoals die keer dat hij zijn hoofd op de spoorlijn legde en er net een trein voorbij raasde. Ook in films zie je vaak understatement, bijvoorbeeld als de hoofdpersoon met de dood bedreigd wordt, maar net doet alsof er niets aan de hand is. In de film kan het understatement ook tot uitdrukking komen in gebaren en mimiek. Heel sterk zie je dat in de James Bond-films, waarin de koelbloedige agent 007 de hoofdrol speelt Ironie en sarcasme Als iemand emotionele argumenten aanvoert, is de toon waarop hij spreekt of schrijft vaak spottend. Als iemand een grapje wil maken en het niet al te serieus meent, spreken we van ironie. Is het de bedoeling van de spreker of de schrijver een ander te kwetsen, dan spreken we van sarcasme. Heel vaak blijkt uit de situatie of er sprake is van ironie of van sarcasme. Ook de toon waarop iets gezegd wordt, speelt een belangrijke rol. Soms is de grens moeilijk te trekken. In ieder geval is iemands taalgevoel bij de interpretatie belangrijk. Als ironie of sarcasme enigszins omsluierd worden geuit, kan er sprake zijn van understatement. Hoofdstuk 5: Teksten 5.1 Tekstdoel, -soort en -vorm Het tekstdoel, de tekstvorm en de tekstsoort horen bij elkaar; Bij een tekstdoel horen bepaalde tekstsoorten en daarbij weer verschillende tekstvormen. Hieronder staan ze in een schema: Tekstdoel Tekstsoort Tekstvorm Informeren Informatieve tekst Aankondiging Uiteenzetting Bericht Folder Pagina 13 van 18

14 Gebruiksaanwijzing Instructie Interview Leerboek Naslagwerk Notulen Rapport Verslag Werkstuk Menig geven / overtuigen Beschouwing Artikel Betoog Folder Ingezonden brief Aansporen / overhalen Activerende tekst Affiche Folder Oproep Reclameboodschap Tekstdoel Met het tekstdoel wordt bedoeld wat de schrijver wil bereiken met de tekst. Hij kan willen informeren, z n mening geven of de lezer willen aansporen Tekstsoort De meeste tekstsoorten kennen we ook al. Die horen allemaal bij een bepaald tekstdoel. Je hebt: een informatieve tekst, een uiteenzetting, een beschouwing, een betoog en een activerende tekst Tekstvorm Je hebt veel verschillende tekstvormen. Dit is de manier waarop je een tekst kan tegenkomen. In het schema hieronder staan alle tekstvormen met hun betekenis: Aankondiging Tekst waarin wordt verteld dat er binnenkort een bepaalde gebeurtenis zal plaatsvinden Affiche Tekst met beeld op muur of zuil waarin de aandacht voor iets wordt gevraagd Artikel Verhandeling in een krant of tijdschrift meestal over een actuele gebeurtenis Bericht Weergave van een bepaalde actuele gebeurtenis in de krant Folder Gevouwen informatie- of reclamedrukwerk Gebruiksaanwijzing Tekst met instructies hoe bepaalde handelingen moeten worden uitgevoerd Ingezonden brief Reactie in krant of tijdschrift op een bericht of artikel Instructie Aanwijzing hoe iets gedaan moet worden Interview (weergave van een) Vraaggesprek Leerboek Studieboek (schoolboek Naslagwerk Boek waarin veel informatie verzameld is Notulen Verslag van een vergadering Oproep Schriftelijke of mondelinge opwekking iets te doen Rapport Volgens opdracht uitgebracht verslag van iets Reclameboodschap Tekst of beeld met het doel de lezer over te halen iets te doen Pagina 14 van 18

15 Verslag Mededeling over de gang van zaken rond een bepaalde gebeurtenis Werkstuk Schriftelijke uiteenzetting over een bepaald onderwerp 5.2 Publiek Het publiek is de mensen waarvoor een schrijver schrijft. Dit kan natuurlijk heel erg variëren. Het ligt ook voor een deel aan het tekstdoel. Als je bijvoorbeeld mensen wilt overtuigen om een bepaald wasmiddel te kopen, richt je je vooral op huisvrouwen (-mannen). Daaraan pas je ook meestal je stijl van schrijven aan. Voor kleine kinderen gebruik je bijvoorbeeld geen moeilijke woorden. 5.3 Alineaopbouw De eerste zin van een alinea bevat meestal de hoofdzaak uit de alinea. Het is dikwijls de kernzin; De rest van een alinea bevat vaak de toelichting. Maar dat is lang niet altijd zo. Dit kan je helpen de hoofdzaak van de tekst te doorzien. 5.4 Tekstverbanden Tussen tekstdelen, bijvoorbeeld zinsdelen, zinnen of alinea s, bestaan bepaalde verbanden. Deze verbanden zorgen voor de lijn, de logische opbouw, in een tekst. Hieronder staat een schema van de verschillende tekstverbanden, met de bijbehorende signaalwoorden en een voorbeeld. Meestal ontbreken in teksten de signaalwoorden, de schrijver laat de lezer die dan als het ware zelf invullen. Tekstverband Signaalwoorden Voorbeeld Oorzakelijk / redengevend Daardoor, zodat, want, omdat, doordat, daarom Omdat het regende, bleven we thuis. Opsommend Niet alleen maar ook, ook, ten eerste ten tweede, verder, bovendien, daarnaast Niet alleen ik, maar ook mijn broer werd kletsnat. Tegenstellend Maar, daarentegen, echter, daar staat tegenover, integendeel Ik was klaar, maar mijn vriend nog lang niet. Vergelijkend Als, net als, zoals, hetzelfde, vergeleken met Vergeleken met zijn broer heeft mijn vader het ver geschopt. Concluderend / samenvattend Dus, kortom, om kort te gaan, samenvattend, alles bij elkaar Jantje wandelde uren in de regen. Het was dus logisch dat hij verkouden werd. 5.5 Tekststructuren Een tekst is altijd op een bepaalde manier opgebouwd. De schrijver begint met een inleiding, werkt een bepaalde gedachte of een probleem uit in het middenstuk en geeft aan het slot een conclusie. In een betoog begint hij met de probleemstelling (de inleiding), geeft een of meer voorbeelden, beschrijft oorzaken en gevolgen, probeert een oplossing te bedenken (het middenstuk) en geeft een conclusie (het slot). Binnen een alinea worden beweringen gevolgd door argumenten. Er zijn allerlei soorten argumenten, bijvoorbeeld zakelijke, morele en emotionele. Het beschrijven van oorzaken en gevolgen in het middenstuk is een veel voorkomende werkwijze. Toch zijn er ook nog andere mogelijkheden, die overigens met het beschrijven van oorzaken en gevolgen vaak nauw verband houden. Vooral bij informatieve teksten vind je die. De belangrijkste zijn: Het tegenover elkaar stellen van voor- en nadelen. Het tegenover elkaar stellen van de situatie van vroeger en nu. Pagina 15 van 18

16 Beschrijven van de hedendaagse situatie en het uitspreken van verwachtingen voor de toekomst. Beschrijven en vergelijken van een situatie op verschillende plaatsen. Uiteraard gebruikt een schrijver bij het opzetten van zijn betoog vaak meer dan een tekststructuur. Hoofdstuk 6: Gedichten Gedichten beschrijven meestal geen gebeurtenissen, maar eerder een toestand, situatie, gevoel, gedachte of idee. In betrekkelijk weinig woorden wordt dit duidelijk gemaakt. 6.1 Opbouw van gedichten Er zijn veel verschillende opbouwen van een gedicht. Het meest gebruikelijk is dat de laatste zin of regel de kern vormt en dat de rest van het gedicht daar naartoe werkt. De slotzin of regel is vaak verrassend of zelfs dramatisch en stelt het hele gedicht in een ander daglicht, waardoor je het nog eens leest om na te gaan hoe het mogelijk is dat je op het verkeerde been bent gezet. Ook maken dichter graag en veel gebruik van herhalingen, tegenstellingen op opsommingen, die allemaal gericht zijn op het duidelijke maken van het onderwerp. Je ziet ook vaak dat ze beelden gebruiken om iets duidelijk te maken Rijm en rijmschema s In gedichten kunnen allerlei soorten rijm voorkomen, maar het is niet zo dat gedichten altijd rijm bevatten. Tegenwoordig komen rijmloze gedichten zelfs steeds vaker voor. Er bestaan verschillende soorten rijm: Beginrijm of alliteratie; Beginrijm is gelijkheid van beginklanken van beklemtoonde lettergrepen (klinker, medeklinker of lettergreep). Voorbeeld: bruine bergen of zacht zoet zeewier. Eindrijm; Het laatste deel van het woord rijmt. Er zijn drie soorten eindrijm: -Mannelijk eindrijm: de beklemtoonde lettergreep wordt niet gevolgd door een onbeklemtoonde lettergreep: gaat - baat. -Vrouwelijk eindrijm: de beklemtoonde lettergreep wordt gevolgd door één onbeklemtoonde: maaien zwaaien. -Glijdend eindrijm: de beklemtoonde lettergreep wordt gevolgd door twee onbeklemtoonde: kinderen verminderen. Dubbelrijm; Bij bubbelrijm rijmen meer dan één beklemtoonde lettergreep: krom zijn stom zijn. Assonantie; Assonantie noemen we ook wel halfrijm of klinkerrijm. Deze laatste benaming geeft aan, waar het om gaat: alleen de beklemtoonde klinker (en niet de medeklinkers) rijmen: kaart gaat of mand stad. Binnenrijm; Bij binnenrijm rijmen woorden binnen een versregel: Ik ben geboren uit zonnegloren. Die rijm kan in verschillende volgordes toegepast worden in gedichten. Dus welke regels op elkaar rijmen. Dit is een rijmschema, de belangrijkste zijn: Naam Rijmschema Slagrijm: A A A A Gepaard rijm: A A B B C C Gekruist rijm: A B A B Omarmd rijm: A B B A Gebroken rijm: A B C A (of: A B A C) Pagina 16 van 18

17 Verspringend rijm: A B C A B C Thema Zoals in de inleiding staat gaan gedichten meestal niet over gebeurtenissen, maar over gevoelens, situaties, etc. Vaak moet je door de oppervlaktelaag heenkijken om achter de werkelijke bedoeling, het thema, van de dichter te komen. Dit geldt vooral voor hermische of gesloten gedichten. Bij open gedichten zie je vrij snel wat de dichter te zeggen heeft. In poëzie wil de dichter vaak een algemeen geldende gedachte of inzicht duidelijk maken. Het thema is dus meestal vrij abstract en algemeen. Veelvoorkomende thema s zijn: liefde, eenzaamheid, onschuld, dood, angst, vergankelijkheid. Veel moderne dichters dichten ook over dichten zelf. Zulke gedichten heten poëticale gedichten Versregel, zin en enjambement Dichters gebruiken de vorm van het gedicht en de taal om bepaalde effecten te bereiken. De verhouding tussen versregel (of dichtregel) en zin speelt daarbij een heel belangrijke rol en kan op verscheidene manieren vorm krijgen: Het eind van een versregel vals samen met het eind van een zin. De zin loopt op de volgende versregel door en het eind van de versregel valt samen met een natuurlijke pauze in de zin. De zin loopt op de volgende versregel door en het eind van de versregel valt niet samen met een natuurlijke pauze in de zin. Dit heet enjambement. Dit doorlopen van de zin aan het slot van een versregel veroorzaakt een zekere spanning in het gedicht, want woorden die bij elkaar horen, worden van elkaar gescheiden. Hierdoor wordt je nieuwsgierig, omdat je heel even moet wachten tot je verder kan lezen Strofen Zoals hierboven staat, bestaat een gedicht uit versregels. Dat zijn de basiseenheden van een gedicht, te vergelijken met zinnen in een verhaal. Strofen zijn dus hetzelfde als alinea s, maar dan in gedichten. Strofen kunnen natuurlijk variëren in lengte, hieronder staan een aantal benamingen + het aantal regels per strofe: o Distichon: 2 regels o Terzine: 3 regels o Kwartijn: 4 regels o Kwintet: 5 regels Vroeger waren de regels voor de strofenbouw veel strenger. Zo had je bijvoorbeeld een sonnet: dat moest bestaan uit twee strofen van vier regels en twee van drie Concentratie en herhaling Dichters gebruiken heel veel geconcentreerd taalgebruik. Ze willen zo veel mogelijk in zo weinig mogelijk woorden zeggen. De lezer moet dus goed nadenken over een gedicht. Het uitleggen van een tekst (of gedicht) heet interpreteren. Soms kun je gedichten op verschillende manieren lezen of uitleggen. Er zijn dan dus meerdere interpretaties mogelijk. Je hebt ook inhoudelijke concentratie, dit houdt in dat de dichter meestal één gedachte of feit beschrijft. Omdat de woorden van het gedicht rond één gedachte cirkelen zie je vaak herhalingen, soms letterlijk, maar vaker in andere woorden Symbolen Pagina 17 van 18

18 Dichters maken graag gebruik van zelfbedachte symbolen: in hun werk verwijzen bepaalde woorden naar bepaalde verschijnselen. Je moet soms aardig wat van een dichter weten om zijn individuele symbolen te kunnen achterhalen. Gedichten bestaan uit woorden, maar deze woorden verwijzen vaak naar een diepere betekenis of bedoeling. De woorden die er staan, noemen we de oppervlaktelaag, de diepere betekenis de symbolische laag. 6.2 Variatie Sommige dichter spelen een beetje met gedichten: ze doen er allerlei rare dingen mee, zoals: Visuele poëzie Dichters werken in de eerste plaats met taal, maar zij kunnen ook spelen met de ruimte van papier. Zij kunnen de ruimte aanpassen aan de taal en de inhoud van het gedicht. Het gedicht wordt dan een soort schilderij Klanken Sommige dichters leggen veel nadruk op het klankmateriaal: zij spelen met klanken en de betekenis is en zulke gedichten minder belangrijk. Het gedicht ontstaat door dezelfde klanken bij elkaar te plaatsen: we noemen dit associëren (aan elkaar rijgen, met elkaar verbinden). Pagina 18 van 18

Fictie samengevat voor vwo+ ~ SKO

Fictie samengevat voor vwo+ ~ SKO Fictie samengevat voor vwo+ ~ SKO Inhoud Hoofdgenres:... 2 Tijd en opbouw... 3 Perspectief en vertelsituaties... 5 Spanning... 6 Personages... 7 Ruimte... 8 SKO vwo+ 1 Hoofdgenres: Proza epiek Poëzie lyriek

Nadere informatie

Samenvatting Nederlands Over lezen en zakelijk lezen

Samenvatting Nederlands Over lezen en zakelijk lezen Samenvatting Nederlands Over lezen en zakelijk lezen Samenvatting door een scholier 3186 woorden 19 juni 2007 5,2 35 keer beoordeeld Vak Methode Nederlands Op niveau plus Over lezen Eigenschappen van verhalen:

Nadere informatie

Samenvatting Nederlands Module 1 t/m 3

Samenvatting Nederlands Module 1 t/m 3 Samenvatting Nederlands Module 1 t/m 3 Samenvatting door een scholier 1502 woorden 16 december 2010 6 8 keer beoordeeld Vak Methode Nederlands Laagland Module 1 Motivaties Verschillende motivaties waardoor

Nadere informatie

Samenvatting Nederlands Genreleer

Samenvatting Nederlands Genreleer Samenvatting Nederlands Genreleer Samenvatting door een scholier 2806 woorden 14 november 2003 5,7 35 keer beoordeeld Vak Nederlands Blok 1: 2.2 Persoonlijke smaak. Iedereen heeft voorkeuren, dus ook bij

Nadere informatie

6,2. Samenvatting door een scholier 1487 woorden 8 maart keer beoordeeld. Nederlands

6,2. Samenvatting door een scholier 1487 woorden 8 maart keer beoordeeld. Nederlands Samenvatting door een scholier 1487 woorden 8 maart 2006 6,2 4 keer beoordeeld Vak Methode Nederlands Laagland Hoofdstuk 4 Open Plekken Plekken in het verhaal die vragen oproepen, het zijn nog niet ingevulde

Nadere informatie

2 Jouw mening. Het probleem van de hoofdpersoon. De andere personen; kort beschrijven. Vooral in hun relatie tot de hoofdpersoon.

2 Jouw mening. Het probleem van de hoofdpersoon. De andere personen; kort beschrijven. Vooral in hun relatie tot de hoofdpersoon. Formulier leesverslag Nederlands. Jouw naam Datum Klas Leraar/ lerares paraaf beoordeling A Het boek Titel van het boek Naam schrijver/ schrijfster Naam van de uitgever en jaar van verschijnen. Gebruikte

Nadere informatie

Samenvatting Anders laagland hoofdstuk 1 t/m 6

Samenvatting Anders laagland hoofdstuk 1 t/m 6 Samenvatting Anders laagland hoofdstuk 1 t/m Samenvatting door S. 1847 woorden 22 maart 2013 5,5 5 keer beoordeeld Vak Anders H. 1 1 Persoonlijke smaak Je ontwikkeld je persoonlijke smaak met behulp ban

Nadere informatie

Samenvatting Nederlands Cursus 1,2 en 3

Samenvatting Nederlands Cursus 1,2 en 3 Samenvatting Nederlands Cursus 1,2 en 3 Samenvatting door J. 1308 woorden 6 december 2012 6,2 13 keer beoordeeld Vak Methode Nederlands Laagland Zakelijke teksten > eenduidige teksten met als doel informatie

Nadere informatie

Momentopname tijdsverloop (proza), in een gedicht is er meestal alleen sprake van een ogenblik of één gebeurtenis (gevoel en gedachtes)

Momentopname tijdsverloop (proza), in een gedicht is er meestal alleen sprake van een ogenblik of één gebeurtenis (gevoel en gedachtes) Samenvatting door P. 781 woorden 25 oktober 2013 7,5 2 keer beoordeeld Vak Methode Nederlands Eldorado 1. Een spel met woorden: Een dichter vindt het belangrijk dat zijn boodschap overkomt. Hij vindt het

Nadere informatie

Workshop BLIKSEM - Leesbegrippen in de BLIKSEM Oefenteksten en Toetsen

Workshop BLIKSEM - Leesbegrippen in de BLIKSEM Oefenteksten en Toetsen Leesbegrippen Groep 5 1. alinea (7)* 2. anekdote (2) 3. bedoeling van de schrijver (3) 4. boodschap overbrengen (1) 5. bronvermelding (2) 6. conclusie (1) 7. de bedoeling van de schrijver (2) 8. de clou

Nadere informatie

Samenvatting Nederlands Hoofdstuk 1 t/m 11

Samenvatting Nederlands Hoofdstuk 1 t/m 11 Samenvatting Nederlands Hoofdstuk 1 t/m 11 Samenvatting door een scholier 10 woorden 6 april 2001 6,6 190 keer beoordeeld Vak Methode Nederlands Laagland HOOFDSTUK 1. PERSOONLIJKE SMAAKONTWIKKELING Leesdossier:

Nadere informatie

De volgende onderdelen moeten in het verslag worden verwerkt:

De volgende onderdelen moeten in het verslag worden verwerkt: Het maken van een leesverslag in klas 3 en 4 VMBO Basis Voor het examenonderdeel fictie moet je een aantal boeken lezen. Gebruik bij het maken van het leesverslag het schema hieronder. Werk het schema

Nadere informatie

Verslag Nederlands Cursus 1 en 2

Verslag Nederlands Cursus 1 en 2 Verslag Nederlands Cursus 1 en 2 Verslag door Nora 2633 woorden 14 februari 2018 0 keer beoordeeld Vak Nederlands Nora Bouwman, 4D 5B Nederlands Samenvatting Laagland cursus 1 & 2 PWW4 klas 4 (april 2017)

Nadere informatie

Samenvatting Nederlands Hoofdstuk 1 t/m 12

Samenvatting Nederlands Hoofdstuk 1 t/m 12 Samenvatting Nederlands Hoofdstuk 1 t/m 12 Samenvatting door een scholier 1984 woorden 11 maart 2006 6,3 11 keer beoordeeld Vak Methode Nederlands Laagland Samenvatting Laagland H1: Het leesdossier bestaat

Nadere informatie

CONCEPT. Domein A 1: Lezen van zakelijke teksten. Tussendoelen Nederlands onderbouw vo havo/vwo

CONCEPT. Domein A 1: Lezen van zakelijke teksten. Tussendoelen Nederlands onderbouw vo havo/vwo Tussendoelen Nederlands onderbouw vo havo/vwo Domein A 1: Lezen van zakelijke teksten Subdomein A 1.1: Woordenschat 1.1 h/v de betekenis van onbekende woorden afleiden uit de context; 1.2 h/v de betekenis

Nadere informatie

Wanneer Sylvia en Laura naar een toneelstuk gaan. Ontmoet Silvia Alfred en het klikt gelijk tussen hun.

Wanneer Sylvia en Laura naar een toneelstuk gaan. Ontmoet Silvia Alfred en het klikt gelijk tussen hun. Boekverslag door een scholier 1916 woorden 14 februari 2003 5,5 21 keer beoordeeld Auteur Genre Harry Mulisch Psychologische roman Eerste uitgave 1975 Vak Nederlands Samenvatting: Laura is al een paar

Nadere informatie

Prestatie. 8.2 Metrum en ritme. 8.3 Vormvaste gedichten en vrij vers. 8.4 Rijm. Samenvatting door een scholier 2042 woorden 10 oktober 2006

Prestatie. 8.2 Metrum en ritme. 8.3 Vormvaste gedichten en vrij vers. 8.4 Rijm. Samenvatting door een scholier 2042 woorden 10 oktober 2006 Samenvatting door een scholier 2042 woorden 10 oktober 2006 6.9 20 keer beoordeeld Vak Literatuurkunde Hoofdstuk 8 8.1 Prestatie In vergelijking met verhalen en romans spelen het wit om de tekst heen,

Nadere informatie

Lever je verslag in een snelhechter in. Zorg dat je een mooi titelblad hebt, waar de naam van je boek, je eigen naam, klas en inleverdatum op staat.

Lever je verslag in een snelhechter in. Zorg dat je een mooi titelblad hebt, waar de naam van je boek, je eigen naam, klas en inleverdatum op staat. Boekverslag Van het boek dat je gelezen hebt moet je een verslag maken. In het verslag moeten al onderstaande punten aan de orde komen. Sommige antwoorden weet je meteen. Soms kunnen er ook vragen zijn,

Nadere informatie

Beoordelingscriteria verslag Kunstvakken1

Beoordelingscriteria verslag Kunstvakken1 Beoordelingscriteria verslag Kunstvakken1 Planning van de activiteiten: Datum: Activiteit: inleveren voor: Opdracht 1 Voorstelling aula Stantepede 7 februari 2019 Herkansen 14 februari 2019 Opdracht 2

Nadere informatie

4 havo. 1

4 havo.  1 4 havo 1 chronologisch= de in tijd op elkaar volgende momenten of gebeurtenissen Als lezer leg je verbanden: je moet je zelf de juiste chronologische volgorde van de gebeurtenissen vaststellen. hoofdpersoon

Nadere informatie

Samenvatting Nederlands Lezen Hoofdstuk 1, 2 en 3

Samenvatting Nederlands Lezen Hoofdstuk 1, 2 en 3 Samenvatting Nederlands Lezen Hoofdstuk 1, 2 en 3 Samenvatting door E. 951 woorden 24 november 2012 5,5 4 keer beoordeeld Vak Methode Nederlands Nieuw Nederlands NEDERLANDS LEZEN H1 1: Leesstrategieën

Nadere informatie

Aantekeningen die je moet leren voor het SE Leesvaardig voor Eldeweek 2 en je eindexamen!! Goed bewaren dus!!!! Naam: Leesvaardig Blok 1

Aantekeningen die je moet leren voor het SE Leesvaardig voor Eldeweek 2 en je eindexamen!! Goed bewaren dus!!!! Naam: Leesvaardig Blok 1 Aantekeningen die je moet leren voor het SE Leesvaardig voor Eldeweek 2 en je eindexamen!! Goed bewaren dus!!!! Naam: Leesvaardig Blok 1 Tekstverband Signaalwoord Voorbeeld Reden Omdat, want, daarom Ik

Nadere informatie

Samenvatting Nederlands Over lezen

Samenvatting Nederlands Over lezen Samenvatting Nederlands Over lezen Samenvatting door M. 943 woorden 16 januari 2013 8,7 5 keer beoordeeld Vak Methode Nederlands Op nieuw niveau Over lezen 2.2 Spanning Open plekken: zijn plekken in een

Nadere informatie

Onderdeel: lezen Algemene informatie: Wat moet je kennen: Wat moet je kunnen: Toetsing:

Onderdeel: lezen Algemene informatie: Wat moet je kennen: Wat moet je kunnen: Toetsing: Onderdeel: lezen Lesperiode: 1 Nieuw Nederlands 1 en 2 De leerling kent en herkent vaste tekststructuren. De leerling kent de besproken tekststructuren. (probleem/oplossingstructuur, verklaringstructuur,

Nadere informatie

De bedoeling van een recensie is om anderen een indruk te geven van het boek dat je gelezen hebt.

De bedoeling van een recensie is om anderen een indruk te geven van het boek dat je gelezen hebt. Het recensieboekje. De bedoeling van een recensie is om anderen een indruk te geven van het boek dat je gelezen hebt. Door het lezen van een recensie kan een ander kind besluiten het boek ook te gaan lezen.

Nadere informatie

Samenvatting Nederlands Hoofdstuk 1,2,3 par 1 en 2: algemene theorie en lezen

Samenvatting Nederlands Hoofdstuk 1,2,3 par 1 en 2: algemene theorie en lezen Samenvatting Nederlands Hoofdstuk 1,2,3 par 1 en 2: algemene theorie en lezen Samenvatting door L. 1007 woorden 25 juni 2013 4,2 2 keer beoordeeld Vak Methode Nederlands Taaldomein hoofdstuk 1 1.1 Schrijfdoel

Nadere informatie

Boekverslag Nederlands Ik en mijn speelman door Aart van der Leeuw

Boekverslag Nederlands Ik en mijn speelman door Aart van der Leeuw Boekverslag Nederlands Ik en mijn speelman door Aart van der Leeuw Boekverslag door een scholier 1705 woorden 29 juli 2006 6,2 13 keer beoordeeld Auteur Genre Aart van der Leeuw Liefdesroman Eerste uitgave

Nadere informatie

Samenvatting Nederlands Module 9

Samenvatting Nederlands Module 9 Samenvatting Nederlands Module 9 Samenvatting door een scholier 1519 woorden 26 juni 2004 7,5 55 keer beoordeeld Vak Methode Nederlands Kiliaan Module 9: A3 Tekstsoorten A4 Structuur van de boodschap C4

Nadere informatie

Hanneke van Herk. 1. Beschrijvingsopdracht: Uitgewerkt persoonlijke reactie:

Hanneke van Herk. 1. Beschrijvingsopdracht: Uitgewerkt persoonlijke reactie: 1. Beschrijvingsopdracht: Motivatie: Ik heb dit boek gelezen, omdat ik een deel van de film had gezien en nieuwsgierig was naar de rest van het verhaal. Ik was eerst begonnen aan het boek Karakter van

Nadere informatie

Melissa Even 4T4 Mevr. Scholten

Melissa Even 4T4 Mevr. Scholten Zakelijke gegevens. De titel van het boek is De engel Yannick. De naam van de auteur is Do van Ranst. De naam van de uitgever is Do Van Ranst en Davidsfonds uitgeverij nv. Het jaar dat het is verschenen

Nadere informatie

Boekverslag Nederlands Het leven is vurrukkulluk

Boekverslag Nederlands Het leven is vurrukkulluk Boekverslag Nederlands Het leven is vurrukkulluk door Remco Campert Boekverslag door een scholier 1848 woorden 12 januari 2012 5,3 3 keer beoordeeld Auteur Genre Remco Campert Psychologische roman Eerste

Nadere informatie

Boekvergelijking. lessenserie

Boekvergelijking. lessenserie Boekvergelijking lessenserie Les 1 - introductie Uitleg periode C met handelingsdelen Niveau bepalen Boek uitzoeken Uitleg periode C Twee boeken lezen Boeken met elkaar vergelijken op een onderdeel uit

Nadere informatie

FICTIEDOSSIER NEDERLANDS LEERJAAR 3 EN 4 BK

FICTIEDOSSIER NEDERLANDS LEERJAAR 3 EN 4 BK FICTIEDOSSIER NEDERLANDS LEERJAAR 3 EN 4 BK Pagina 0 WOORD VOORAF Je zit nu in 3 VMBO en het eindexamen lijkt nog ver weg... Maar niets is minder waar. Dit jaar start je namelijk al volop met de voorbereidingen

Nadere informatie

Boekverslag door een scholier 1899 woorden 27 september keer beoordeeld. Eerste uitgave 1997 Nederlands

Boekverslag door een scholier 1899 woorden 27 september keer beoordeeld. Eerste uitgave 1997 Nederlands Boekverslag door een scholier 1899 woorden 27 september 2006 6 13 keer beoordeeld Auteur Genre Caja Cazemier Jeugdboek Eerste uitgave 1997 Vak Nederlands Opdracht 1: 1 Onderwerp: Het onderwerp van het

Nadere informatie

Samenvatting Dautzenberg H8

Samenvatting Dautzenberg H8 Samenvatting Dautzenberg H8 Paragraaf 56 Elk boek kun je in drieën verdelen: voorwerk, eigenlijke tekst, nawerk. Onder voorwerk verstaan we alles wat voorafgaat aan het eerste hoofdstuk: omslag, titel,

Nadere informatie

Samenvatting Nederlands Lezen h 1.2 t/m 5.2 2

Samenvatting Nederlands Lezen h 1.2 t/m 5.2 2 Samenvatting Nederlands Lezen h 1.2 t/m 5.2 2 Samenvatting door Ive 1045 woorden 27 juni 2018 5,3 3 keer beoordeeld Vak Methode Nederlands Talent Samenvatting Nederlands 1.2 t/m 5.2 1.2 Leesstrategieën

Nadere informatie

Samenvatting Literatuurkunde Cursus 1 Literatuur en lezer

Samenvatting Literatuurkunde Cursus 1 Literatuur en lezer Samenvatting Literatuurkunde Cursus 1 Literatuur en lezer Samenvatting door M. 1143 woorden 24 januari 2016 9 21 keer beoordeeld Vak Methode Literatuurkunde Laagland Nederlands literatuur cursus 1 1 Lezers

Nadere informatie

Onderdeel: Grammatica zinsdelen Algemene informatie: Wat moet je kennen: Wat moet je kunnen: Toetsing:

Onderdeel: Grammatica zinsdelen Algemene informatie: Wat moet je kennen: Wat moet je kunnen: Toetsing: Onderdeel: Grammatica zinsdelen Lesperiode: 2 1, 2 en 5 Extra materiaal: PowerPoint Stappenplan zinsdelen op blz. 268 t/m 270 zinsdelen: Onderwerp Werkwoordelijk- en naamwoordelijk gezegde Lijdend voorwerp

Nadere informatie

In het gras van Anna Enquist en Het onzichtbare labyrinth van Gerrit Komrij

In het gras van Anna Enquist en Het onzichtbare labyrinth van Gerrit Komrij Leeswijzer Poëzie In het gras van Anna Enquist en Het onzichtbare labyrinth van Gerrit Komrij Voor het eerst brengt Senia Literair een leeswijzer uit voor de bespreking van gedichten. In de leeswijzer

Nadere informatie

Boekverslag Nederlands Mijn tante Coleta door R.J. Peskens

Boekverslag Nederlands Mijn tante Coleta door R.J. Peskens Boekverslag Nederlands Mijn tante Coleta door R.J. Peskens Boekverslag door een scholier 1975 woorden 2 juli 2011 9,5 3 keer beoordeeld Auteur Genre R.J. Peskens Psychologische roman Eerste uitgave 1976

Nadere informatie

Samenvatting Nederlands Hoofdstuk 1 t/m 11

Samenvatting Nederlands Hoofdstuk 1 t/m 11 Samenvatting Nederlands Hoofdstuk 1 t/m 11 Samenvatting door een scholier 2700 woorden 20 december 2006 7,4 33 keer beoordeeld Vak Methode Nederlands Laagland HOOFDSTUK 1. Leesdossier Uitkomsten van de

Nadere informatie

5.8. Stijlfiguren: Tekststijlen: Boekverslag door S. 770 woorden 3 april keer beoordeeld. Nederlands

5.8. Stijlfiguren: Tekststijlen: Boekverslag door S. 770 woorden 3 april keer beoordeeld. Nederlands Boekverslag door S. 770 woorden 3 april 2007 5.8 20 keer beoordeeld Vak Methode Nederlands Eldorado Poëzie analyse Stijl: karakteristieke manier van schrijven en een bepaalde schrijver Stijlfiguren: -

Nadere informatie

Samenvatting Nederlands Gedichten

Samenvatting Nederlands Gedichten Samenvatting Nederlands Gedichten Samenvatting door een scholier 1227 woorden 12 mei 2003 5,4 58 keer beoordeeld Vak Nederlands Begrippen: 1. Betekenispatroon: de dochter kiest woorden die op elkaar lijken,

Nadere informatie

Samenvatting door een scholier 948 woorden 16 maart keer beoordeeld. Nederlands. Samenvatting Literatuur in zicht hoofdstuk 1 poëzieanalyse

Samenvatting door een scholier 948 woorden 16 maart keer beoordeeld. Nederlands. Samenvatting Literatuur in zicht hoofdstuk 1 poëzieanalyse Samenvatting door een scholier 948 woorden 16 maart 2016 9 6 keer beoordeeld Vak Nederlands Samenvatting Literatuur in zicht hoofdstuk 1 poëzieanalyse Par. 1.1. Inleiding Vorm: manier waarop het gedicht

Nadere informatie

5.3 SAMENVATTEND SCHEMA SOORTEN VERBANDEN

5.3 SAMENVATTEND SCHEMA SOORTEN VERBANDEN 10.2.9 Andere verbanden Soms worden ook nog de volgende verbanden onderscheiden: 1 toelichtend verband (komt sterk overeen met het uitleggend verband) 2 argumenterend verband 3 verklarend verband Deze

Nadere informatie

Boekverslag: 3/4 BBL 2010-2011

Boekverslag: 3/4 BBL 2010-2011 Boekverslag: 3/4 BBL 2010-2011 Leen een jeugdroman in de bibliotheek in je woonplaats of in de mediatheek op school. Maak een verslag door middel van het beantwoorden van de vragen. Vul dit boekje in.

Nadere informatie

CONCEPT. Domein A 1: Lezen van zakelijke teksten. Tussendoelen Nederlands onderbouw vo, vmbo

CONCEPT. Domein A 1: Lezen van zakelijke teksten. Tussendoelen Nederlands onderbouw vo, vmbo Tussendoelen Nederlands onderbouw vo, vmbo Domein A 1: Lezen van zakelijke teksten Subdomein A 1.1: Woordenschat 1.1 vmbo de betekenis van onbekende woorden afleiden uit de context; 1.2 vmbo de betekenis

Nadere informatie

Het meisje in mijn hoofd. Naam: Emma Oude Weernink Klas: 3T2 Docent: Mevrouw Scholten

Het meisje in mijn hoofd. Naam: Emma Oude Weernink Klas: 3T2 Docent: Mevrouw Scholten Het meisje in mijn hoofd. Naam: Emma Oude Weernink Klas: 3T2 Docent: Mevrouw Scholten Inhoudsopgave: Zakelijke gegevens Samenvatting van het boek Over de auteur Over het boek Leeservaringen Onderwerp Gebeurtenissen

Nadere informatie

Programma van Inhoud en Toetsing

Programma van Inhoud en Toetsing Onderdeel: Grammatica zinsdelen (RTTI) Lesperiode: 1 Aantal lessen per week: 4 Hoofdstuk: 1, 2,3 & 5 Theorie blz 28, 68, 108, 188, 189 De leerling moet de volgende zinsdelen kennen: persoonsvorm onderwerp

Nadere informatie

Programma van Inhoud en Toetsing

Programma van Inhoud en Toetsing Onderdeel: Grammatica zinsdelen (RTTI) Lesperiode: 1 Hoofdstuk: 1, 2,3 & 5 Theorie blz 28, 68, 108, 188, 189 De leerling moet de volgende zinsdelen kennen: persoonsvorm onderwerp werkwoordelijk gezegde

Nadere informatie

Onderdeel: Spelling (RTTI) Algemene informatie: Wat moet je kennen: Wat moet je kunnen: Toetsing:

Onderdeel: Spelling (RTTI) Algemene informatie: Wat moet je kennen: Wat moet je kunnen: Toetsing: Onderdeel: Spelling (RTTI) Lesperiode: 1 3 Nieuw Nederlands 5 e editie Hoofdstuk: 1 t/m 5 Theorie blz 3, 78, 122, 165, 166, 209 De leerling kent de volgende vormen van beeldspraak: Metafoor Vergelijking

Nadere informatie

Oorlogswinter. Denice Surink

Oorlogswinter. Denice Surink Oorlogswinter Inhoud 1. Zakelijke gegevens... 3 2. Samenvatting... 3 3. Over de auteur... 3 4. Over het boek... 4 5. Leeservaringen... 4 6. Recensie.... 5 1. Zakelijke gegevens A. Het boek heet oorlogswinter.

Nadere informatie

Samenvatting Nederlands Cursus lezen en schrijven(h1)

Samenvatting Nederlands Cursus lezen en schrijven(h1) Samenvatting Nederlands Cursus lezen en schrijven(h1) Samenvatting door V. 1312 woorden 4 januari 2013 6,7 9 keer beoordeeld Vak Methode Nederlands Nieuw Nederlands Cursus lezen Hoofdstuk 1: De verschillende

Nadere informatie

Leesvaardigheid H1.1 Leesstrategieën

Leesvaardigheid H1.1 Leesstrategieën Samenvatting door F. 808 woorden 9 januari 2016 8,2 20 keer beoordeeld Vak Methode Nederlands Nieuw Nederlands Leesvaardigheid H1 Leesstrategieën Leesdoel Lees-Strategie Aanpak Bekijk een boek: Onderwerp

Nadere informatie

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT) 2016-2017 Vak: Nederlands Klas: vmbo-tl 2 Onderdeel: Spelling 1 & 2 Digitale methode 1F Spelling: verdubbeling en verenkeling. 1F Spelling: vorming van het bijvoeglijk naamwoord. 1F Werkwoordspelling waarvan

Nadere informatie

Leen een jeugdroman in de bibliotheek in je woonplaats of in de mediatheek op school. Maak een verslag door middel van het beantwoorden van de vragen.

Leen een jeugdroman in de bibliotheek in je woonplaats of in de mediatheek op school. Maak een verslag door middel van het beantwoorden van de vragen. Naam: Klas: TL/KBL Leen een jeugdroman in de bibliotheek in je woonplaats of in de mediatheek op school. Maak een verslag door middel van het beantwoorden van de vragen. In dit stencil vind je de eisen

Nadere informatie

6,2. Boekverslag door een scholier 1782 woorden 18 april keer beoordeeld

6,2. Boekverslag door een scholier 1782 woorden 18 april keer beoordeeld Boekverslag door een scholier 1782 woorden 18 april 2004 6,2 299 keer beoordeeld Auteur Genre Erik Hazelhoff Roelfzema Biografie, Oorlogsroman Eerste uitgave 1970 Vak Nederlands 3. Verantwoording keuze

Nadere informatie

Samenvatting door Manou 656 woorden 24 mei keer beoordeeld. Nederlands. Samenvatting Nederlands leesvaardigheid.

Samenvatting door Manou 656 woorden 24 mei keer beoordeeld. Nederlands. Samenvatting Nederlands leesvaardigheid. Samenvatting door Manou 656 woorden 24 mei 2016 6 24 keer beoordeeld Vak Methode Nederlands Nieuw Nederlands Samenvatting Nederlands leesvaardigheid Leesvaardigheid Schrijfdoelen en Tekstsoorten Er zijn

Nadere informatie

De theorie voor leesvaardigheid in de vorm van een stappenplan

De theorie voor leesvaardigheid in de vorm van een stappenplan De theorie voor leesvaardigheid in de vorm van een stappenplan 1. Globaal lezen a. Lees eerst altijd een tekst globaal. Dus: titel, inleiding, tussenkopjes, slot en bron. b. Denk na over het onderwerp,

Nadere informatie

Naam: Silke Bouwman Klas: 3T2 Lerares: Mevr. Scholten

Naam: Silke Bouwman Klas: 3T2 Lerares: Mevr. Scholten Naam: Silke Bouwman Klas: 3T2 Lerares: Mevr. Scholten Inhoudsopgave 1. Zakelijke gegevens 2. Samenvatting van het boek 3. Over de auteur 4. Over het boek 5. Leeservaringen 6. Recensie en eigen mening 1.

Nadere informatie

1. Dit gedicht is iets minder dan die van Remco Campert. Dat komt omdat ik het verhaaltje over het fietsen op die berg niet echt interessant vind.

1. Dit gedicht is iets minder dan die van Remco Campert. Dat komt omdat ik het verhaaltje over het fietsen op die berg niet echt interessant vind. Praktische-opdracht door een scholier 1924 woorden 12 februari 2004 4,1 49 keer beoordeeld Vak Nederlands Opdracht A. 1. Het gedicht vind ik wel leuk. Zelf hou ik niet van gedichten. Maar het verhaal over

Nadere informatie

Druk de A, B en C vragen op hetzelfde kleur papier af (v.b. op geel papier) Druk de P-vragen op een afwijkende kleur papier af en de D vragen ook.

Druk de A, B en C vragen op hetzelfde kleur papier af (v.b. op geel papier) Druk de P-vragen op een afwijkende kleur papier af en de D vragen ook. Praten over boeken Kaartjes van iden hambers Handleiding bij onderstaande kaartjes: llereerst treft u een aantal pagina s aan met kaartjes met vragen. Deze zijn per categorie ingedeeld. -vragen: Eerste

Nadere informatie

Leerlijn Leeslink niveau 3 (groep 7-8) schooljaar

Leerlijn Leeslink niveau 3 (groep 7-8) schooljaar Startles 35 Introductieles Het vak begrijpend en studerend lezen. Wat houdt het in? Wat heb je er aan? Nu en straks op de middelbare school? de 1 36 De leerling kan: - verschillende leesdoelen noemen -

Nadere informatie

Het informatieve doel: Een zender verstrekt gegevens over een gebeurtenis of situatie. Hij onthoudt zich van een eigen beoordeling van die gegevens.

Het informatieve doel: Een zender verstrekt gegevens over een gebeurtenis of situatie. Hij onthoudt zich van een eigen beoordeling van die gegevens. Samenvatting door een scholier 944 woorden 11 januari 2004 6,1 29 keer beoordeeld Vak Nederlands Nederlands Module 3 A4 Functies van een inleiding: aandacht trekken onderwerp aankondigen Aandachttrekken:

Nadere informatie

Oriënterend lezen. Globaal lezen. Intensief lezen. Zoekend leen. Kritisch lezen. Studerend lezen

Oriënterend lezen. Globaal lezen. Intensief lezen. Zoekend leen. Kritisch lezen. Studerend lezen Samenvatting Nederlands leesvaardigheid 1 en 2 en argumenteren katern Lezen hoofdstuk 1 Leesstrategieën Manieren van heten leesstrategieën Leesdoel Leesstrategie Aanpak vaststellen Snel bepalen of een

Nadere informatie

Ted van Lieshout Floor van de Ven, H3G, Uitgeveri Plaats Jaar uitgave en druk Aantal bladzijdes Genre Inhoudsopgave Samenvatting

Ted van Lieshout Floor van de Ven, H3G, Uitgeveri Plaats Jaar uitgave en druk Aantal bladzijdes Genre Inhoudsopgave Samenvatting Boekverslag door F. 1662 woorden 8 juni 2016 7 7 keer beoordeeld Auteur Ted van Lieshout Genre Psychologische roman, Jeugdboek Eerste uitgave 1996 Vak Nederlands Gebr. Ted van Lieshout Floor van de Ven,

Nadere informatie

Leerlijn Leeslink niveau 3 (groep 7-8) schooljaar

Leerlijn Leeslink niveau 3 (groep 7-8) schooljaar Startles 35 Introductieles Het vak begrijpend en studerend lezen. Wat houdt het in? Wat heb je er aan? Nu en straks op de middelbare school? de 1 36 De leerling kan: - verschillende leesdoelen noemen -

Nadere informatie

Boekverslag Nederlands Beemdgras door Judith Herzberg

Boekverslag Nederlands Beemdgras door Judith Herzberg Boekverslag Nederlands Beemdgras door Judith Herzberg Boekverslag door een scholier 1204 woorden 11 januari 2005 5,2 21 keer beoordeeld Auteur Genre Judith Herzberg Poëzie Eerste uitgave 1968 Vak Nederlands

Nadere informatie

Stercollectie Nederlands hv123

Stercollectie Nederlands hv123 Samenvatting Lezen ONDERWERP B AAN SLAG VAN - EEN STAP TEKST 1-4 Je kunt omschrijven wat het onderwerp van een tekst is. Je kunt vier punten noemen waar je op let als je het onderwerp van een tekst moet

Nadere informatie

Project Op zoek naar poëziekenners?

Project Op zoek naar poëziekenners? Taaldag Antwerpen februari 2011 Project Op zoek naar poëziekenners? LEERPLAN p.42-43 3 Literatuur 3.1 Concept < > Via dit leerplan willen we onze leerlingen literair competent maken. Om dat doel te bereiken

Nadere informatie

Gedichtbespreking Nederlands Voor wie ik liefheb wil ik heten

Gedichtbespreking Nederlands Voor wie ik liefheb wil ik heten Gedichtbespreking Nederlands Voor wie ik liefheb wil ik heten Gedichtbespreking door een scholier 2033 woorden 4,2 43 keer beoordeeld 28 oktober 2001 Auteur Genre Neeltje Maria Min Poëzie Eerste uitgave

Nadere informatie

Samenvatting Nederlands Alle hoofdstukken

Samenvatting Nederlands Alle hoofdstukken Samenvatting Nederlands Alle hoofdstukken Samenvatting door een scholier 1969 woorden 28 april 2009 6 65 keer beoordeeld Vak Nederlands ~Hoofdstuk 1 Laat wat van je horen! De uiterlijke kenmerken van een

Nadere informatie

Bekijk bij een boek: Titel Flaptekst Inhoudsopgave Voorwoord Auteur. Lees de voorkeursplaatsen: Stel vast:

Bekijk bij een boek: Titel Flaptekst Inhoudsopgave Voorwoord Auteur. Lees de voorkeursplaatsen: Stel vast: Samenvatting door M. 1142 woorden 21 oktober 2013 5,6 7 keer beoordeeld Vak Methode Nederlands Nieuw Nederlands Leesdoel Leesstrategie Aanpak Snel vaststellen of een tekst bruikbaar of interessant is voor

Nadere informatie

Samenvatting door een scholier 1141 woorden 26 januari keer beoordeeld. Nederlands. Nederlands Proefwerk Schrijven H.3.

Samenvatting door een scholier 1141 woorden 26 januari keer beoordeeld. Nederlands. Nederlands Proefwerk Schrijven H.3. Samenvatting door een scholier 1141 woorden 26 januari 2011 6 13 keer beoordeeld Vak Methode Nederlands Op niveau Nederlands Proefwerk Schrijven H.3. 1. Omgaan met informatie. 1.1 Een onderwerp kiezen.

Nadere informatie

Project Op zoek naar poëziekenners?

Project Op zoek naar poëziekenners? Project Op zoek naar poëziekenners? Oriënteren/voorbereiden Werkwijze: 1 Je krijgt van de leerkracht de naam van een dichter. 2 Je brengt een dichtbundel van deze dichter mee naar de klas. Datum:. 3 Je

Nadere informatie

Boekverslag Nederlands Een spin in het web door Lis

Boekverslag Nederlands Een spin in het web door Lis Boekverslag Nederlands Een spin in het web door Lis van der Geer Boekverslag door een scholier 3293 woorden 3 maart 2005 7,4 118 keer beoordeeld Auteur Genre Lis van der Geer Jeugdboek Eerste uitgave 2003

Nadere informatie

Praten over boeken in de klas Het vragenspel van Aidan Chambers

Praten over boeken in de klas Het vragenspel van Aidan Chambers Praten over boeken in de klas Het vragenspel van idan hambers We weten pas wat we denken als we het onszelf horen zeggen. (idan hambers). Elk individu, kind en volwassene, beleeft een tekst op geheel eigen

Nadere informatie

Leerlijn Leeslink niveau 3 (groep 7-8) schooljaar 2013-2014

Leerlijn Leeslink niveau 3 (groep 7-8) schooljaar 2013-2014 Startles 35 Introductieles Het vak begrijpend en studerend lezen. Wat houdt het in? Wat heb je er aan? Nu en straks op de middelbare school? de 1 36 De leerling kan: - verschillende leesdoelen noemen -

Nadere informatie

Vragenlijst Kinder- en jeugdboeken

Vragenlijst Kinder- en jeugdboeken Vragenlijst Kinder- en jeugdboeken Recensent Kenmerken mediaproduct Titel Auteur Illustrator (indien van toepassing) Uitgever Aantal pagina s Jaar van uitgave ISBN Zet een x in juiste hokje 1. Soort boek

Nadere informatie

Mijn Fictiedossier. Kelsey Oosterkamp 3T2

Mijn Fictiedossier. Kelsey Oosterkamp 3T2 Mijn Fictiedossier. Naam: Klas: Leraar: Kelsey Oosterkamp 4T2 Mevr. Owel Zakelijke gegevens. De titel van het boek is OMG ik ben zwanger. De naam van de schrijver is Maria mosterd. De uitgever is van Gennep,

Nadere informatie

Leerlijn Leeslink niveau 3 (groep 7-8) schooljaar 2013-2014

Leerlijn Leeslink niveau 3 (groep 7-8) schooljaar 2013-2014 Startles 35 Introductieles Het vak begrijpend en studerend lezen. Wat houdt het in? Wat heb je er aan? Nu en straks op de middelbare school? de 1 36 De leerling kan: - verschillende leesdoelen noemen -

Nadere informatie

6,9. Boekverslag door Een scholier 1690 woorden 10 december keer beoordeeld. Charles Dickens Novelle, Fantasy & SF Eerste uitgave 1843

6,9. Boekverslag door Een scholier 1690 woorden 10 december keer beoordeeld. Charles Dickens Novelle, Fantasy & SF Eerste uitgave 1843 Boekverslag door Een scholier 1690 woorden 10 december 2002 6,9 340 keer beoordeeld Auteur Genre Charles Dickens Novelle, Fantasy & SF Eerste uitgave 1843 Vak Engels Algemeen: Titel: A Christmas Carol

Nadere informatie

Boekverslag Nederlands Parken en woestijnen door M. Vasalis

Boekverslag Nederlands Parken en woestijnen door M. Vasalis Boekverslag Nederlands Parken en woestijnen door M. Vasalis Boekverslag door een scholier 2520 woorden 11 mei 2002 6,1 56 keer beoordeeld Auteur Genre M. Vasalis Poëzie Eerste uitgave 1940 Vak Nederlands

Nadere informatie

Samenvatting Stille Lippen - Dirk Bracke

Samenvatting Stille Lippen - Dirk Bracke Boekverslag door een scholier 2077 woorden 26 november 2002 7,3 315 keer beoordeeld Auteur Genre Dirk Bracke Jeugdboek Eerste uitgave 1999 Vak Nederlands Samenvatting Stille Lippen - Dirk Bracke Elien

Nadere informatie

Hanneke van Herk. Beschrijvingsopdracht:

Hanneke van Herk. Beschrijvingsopdracht: Beschrijvingsopdracht: Motivatie: Ik heb voor dit boek gekozen, omdat dit boek in het werkboek van Laagland werd aangeraden bij deze opdracht. Ik heb ook voor dit boek gekozen, omdat ik het er wel leuk

Nadere informatie

Vragen literatuur 6-VWO Deze vragenlijst is grotendeels gebaseerd op de Coach van Noordhoff. Literaire begrippen

Vragen literatuur 6-VWO Deze vragenlijst is grotendeels gebaseerd op de Coach van Noordhoff. Literaire begrippen Vragen literatuur 6-VWO Deze vragenlijst is grotendeels gebaseerd op de Coach van Noordhoff. A Literaire begrippen 1. Wat is het verschil tussen een Vergleich (vergelijking) en een Metapher (metafoor)?

Nadere informatie

Ik heb dit boek gekozen, omdat ik hem kreeg bij de Grote Lijsters vorig jaar. Toen ik de achterkant had gelezen, wilde ik weten hoe het zou aflopen.

Ik heb dit boek gekozen, omdat ik hem kreeg bij de Grote Lijsters vorig jaar. Toen ik de achterkant had gelezen, wilde ik weten hoe het zou aflopen. Boekverslag door een scholier 1942 woorden 16 juni 2007 7 13 keer beoordeeld Auteur Genre Tim Krabbé Psychologische roman Eerste uitgave 2002 Vak Nederlands I Beschrijvingsopdracht. 1. Motivatie van mijn

Nadere informatie

Mijn fictiedossier. Naam: Gijs Azink Klas: 3T1 Leraar: Owel

Mijn fictiedossier. Naam: Gijs Azink Klas: 3T1 Leraar: Owel Mijn fictiedossier Naam: Gijs Azink Klas: 3T1 Leraar: Owel 1 Inhoud: 1. Zakelijke gegevens...blz 3 2. Samenvatting.blz 3/4 3. Over de auteur Ellen Tijsinger.blz 4 4. Over het boek. blz 4/5 5. Leeservaringen..blz

Nadere informatie

Samenvatting door Wietske 990 woorden 16 januari keer beoordeeld. Nederlands. 93: Stijlfiguren

Samenvatting door Wietske 990 woorden 16 januari keer beoordeeld. Nederlands. 93: Stijlfiguren Samenvatting door Wietske 990 woorden 16 januari 2016 0 keer beoordeeld Vak Methode Nederlands Op niveau 93: Stijlfiguren Stijlfiguur Betekenis Voorbeeld Antithese Tegenstelling Jong geleerd, oud gedaan

Nadere informatie

Boekverslag door C woorden 27 mei keer beoordeeld. Psychologische roman Eerste uitgave 1975 Nederlands. Boek: Twee Vrouwen

Boekverslag door C woorden 27 mei keer beoordeeld. Psychologische roman Eerste uitgave 1975 Nederlands. Boek: Twee Vrouwen Boekverslag door C. 1393 woorden 27 mei 2016 0 keer beoordeeld Auteur Harry Mulisch Genre Psychologische roman Eerste uitgave 1975 Vak Nederlands 2. structuurvragen Titelbeschrijving: Boek: Twee Vrouwen

Nadere informatie

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT) Onderdeel: Hoofdstuktoets [Je leert over] onderwerp, deelonderwerpen en hoofgedachte. 2F Ik kan onderwerp en deelonderwerpen van een tekst vinden. 2F Ik kan de hoofdgedachte van een tekst vinden. 2F Ik

Nadere informatie

Boekverslag Nederlands Ik mail je door Yvonne Kroonenberg

Boekverslag Nederlands Ik mail je door Yvonne Kroonenberg Boekverslag Nederlands Ik mail je door Yvonne Kroonenberg Boekverslag door een scholier 1665 woorden 24 april 2006 6,4 82 keer beoordeeld Auteur Genre Yvonne Kroonenberg Jeugdboek Eerste uitgave 2004 Vak

Nadere informatie

6,1. fiets was in december 1969 en is uitgegeven door G. A. Van Oorschot. Het is opgedragen aan Ineke (wie. Op de fiets gaat alles wel langzaam

6,1. fiets was in december 1969 en is uitgegeven door G. A. Van Oorschot. Het is opgedragen aan Ineke (wie. Op de fiets gaat alles wel langzaam Boekverslag door Een scholier 1240 woorden 21 augustus 1998 6,1 65 keer beoordeeld Genre Rutger Kopland Poëzie Eerste uitgave 1969 Vak Nederlands Titel Alles op de fiets Rutger Kopland Rutger Kopland is

Nadere informatie

Beoordeling power-point groep 5

Beoordeling power-point groep 5 Beoordeling power-point groep 5 Leerkracht: Leerling: Onderdeel 2 4 6 8 10 Opmerkingen Titeldia: Duidelijke titel met onderwerp/naam/groep Inhoudsopgave: Puntsgewijs wat ga je behandelen. Plaatjes: Functioneel

Nadere informatie

Boekverslag & presentatie

Boekverslag & presentatie Boekverslag & presentatie groep 8 schooljaar 2015-2016 Inhoudsopgave: Blz. 1 Blz. 2 Blz. 3 Blz. 3 Blz. 3 Blz. 4 + 5 Blz. 6 Voorbeeld kaft Inhoudsopgave Stap 1: Het lezen van je boek Stap 2: Titelpagina

Nadere informatie

Naam:. Klas:. Schooljaar:..

Naam:. Klas:. Schooljaar:.. Handleiding Lezen voor je literatuurlijst Nederlands Havo bovenbouw Naam:. Klas:. Schooljaar:.. Inhoudsopgave Lezen voor de lijst 3 Bepalen van je leesniveau 4 Overzicht van de leesniveaus 5 Literatuurlijsten

Nadere informatie

Leeswijzer Poëzie, najaar 2010

Leeswijzer Poëzie, najaar 2010 Leeswijzer Poëzie, najaar 2010 De idioot in het bad van Marie Vasalis en Ik heb nooit van Gerrit Kouwenaar Voor het tweede achtereenvolgende jaar brengt Stichting Senia een leeswijzer uit voor de bespreking

Nadere informatie

6,5. Boekverslag door een scholier 1870 woorden 16 augustus keer beoordeeld. C. Joh. Kieviet. Eerste uitgave 1891 Nederlands

6,5. Boekverslag door een scholier 1870 woorden 16 augustus keer beoordeeld. C. Joh. Kieviet. Eerste uitgave 1891 Nederlands Boekverslag door een scholier 1870 woorden 16 augustus 2005 6,5 168 keer beoordeeld Auteur Genre C. Joh. Kieviet Jeugdboek Eerste uitgave 1891 Vak Nederlands Analyse van kinder- en jeugdliteratuur. Uit

Nadere informatie

Mondeling se4. Lise Visschedijk 4G2

Mondeling se4. Lise Visschedijk 4G2 Mondeling se4 Lise Visschedijk 4G2 15 februari 2019 Underdog Elfie Tromp Het achterhuis Anne Frank In transit Margaretha van Andel De liefdesbrieven van Abelard & Lily Laura Creedle Love, Simon- Becky

Nadere informatie

Boekverslag Nederlands De Cock en het duel in de nacht door A.C. Baantjer

Boekverslag Nederlands De Cock en het duel in de nacht door A.C. Baantjer Boekverslag Nederlands De Cock en het duel in de nacht door A.C. Baantjer Boekverslag door een scholier 1798 woorden 23 februari 2000 7,6 102 keer beoordeeld Auteur Genre A.C. Baantjer Thriller & Detective

Nadere informatie