I I I I I I I I I I I I I I I I. januari 1996 GEMEENTE AMSTERDAM. onderdeel I: Kaart onderdeel II: Voorschriften Toelichting

Transcriptie

1 e. GEMEENTE AMSTERDAM Goedgekeurd bij besluit Wn heder?~sdeel ZEEBURG Haarlem, l Q Nnv 1996 lj (; 7 Lf s;-o Gedeputeerr! ~,.i~mf"7in Noord-Holland RaY C';-:~'~JC,f'J Zu:d van het b:.j1 3v.:J Lok::;;.:: '~;E. ';ologie Bestemmingsplan Cruquius ndustriegebied onderdeel : Kaart onderdeel : Voorschriften Toelichting januari 1996

2 e 1. GEMEENTE AMSTERDAM STADSDEEL ZEEBURG Bestemmingsplan Cruquius ndustriegebied onderdeel : Kaart (los bijgevoegd)

3 BESTEMMNGSPLAN CRUQUUS NDUSTREGEBED Goedgekeurd bij besluit Yen heden nr. Haarlem. 1 9 NOV Gedeputeerde Staten van Noord-Holland namens 082:,) 1,/' ~ ij ~ lliu~ E.J. van den i<erkhoff Rayonhcofd Zuid van h~t bureau Lokale Pla;10logle.. q 6 c..! (t f 5'0 t \

4 GEMEENTE AMSTERDAM STADSDEEL ZEEBURG 1_ Bestemmingsplan Cruquius ndustriegebied. onderdeel : Voorschriften Voor eensluidend afschrift, de Secretaris, ~ ~

5 NHOUDSOPGA VE A. B. c. Algemeen Artikel l. Artikel 2. Begripsbepalingen Wijze van meten Bepalingen m.b.t. de afzonderlijke bestemmingen Artikel 3. Bedrijven 1 (Bl) Artikel 4. Bedrijven 2 (B2) Artikel 5. Bedrijven 3 (B3) Artikel 6. Verkeersareaal (Va) Artikel 7. Water (Vw) Artikel 8. Waterkering Bepalingen m.b.t. het gehele plangebied. Artikel 9. Artikel 10. Artikel 1l. Artikel 12. Artikel 13. bijlage: Staat van nrichtingen Toegelaten bedrijven Overgangsbepalingen Algemene gebruiksbepaling Algemene vrijstellingen Strafbepaling el.1

6 . A. Algemeen n dit plan wordt verstaan onder: 1. het plan: 2. de kaart: 3. bestemmingsvlak: 4. bestemmingsgrens: 5. bouwhoogte: 6. bouwen: 7. bouwwerk: 8. gebouw: 9. bebouwing: 10. bouwgrens: 11. bebouwingspercentage: Art. 1 Begripsomsc/zrijvingen het bestemmingsplan Cruquius industriegebied, Stadsdeel Zeeburg; de tekening van het bestemmingsplan Cruquius industriegebied, Stadsdeel Zeeburg, genummerd ZB-RO-211; een op de kaart aangegeven vlak met eenzelfde bestemming; een op de kaart aangegeven lijn die de grens vormt van een bestemmingsvlak; de hoogte van de bebouwing met inbegrip van lift- en trappenhuizen, centrale verwarmings- en ventilatieinrichtingen, lichtkappen, schoorstenen en dergelijke ondergeschikte delen van gebouwen; het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk; elke constructie van enige omvang welke hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond; elk bouwwerk dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt; één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde; een op de kaart aangegeven lijn die niet door bebouwing mag worden overschreden behoudens krachtens deze voorschriften toegelaten afwijkingen; een op de kaart of in de voorschriften aangegeven percentage dat de grootte van het deel van een terrein aangeeft dat maximaal mag worden bebouwd; 1

7 12. bouwlaag: 13. bijzondere bouwlagen: 14. souterrain: 15. woonschip: 16. bedrijfsschip: 17. pleziervaartuig: 18. detailhandel: 19. dienstwoning: 20. Dagelijks Bestuur: een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren is begrensd, met uitzondering van bijzondere bouwlagen; kelders, souterrains, kappen en dakopbouwen; een bijzondere bouwlaag waarvan de vloer onder het gemiddelde aangrenzende straatpeil is gelegen en waarbij de vloer van de bovengelegen bouwlaag maximaal 2 m boven het gemiddelde aangrenzende straatpeil is gelegen; een vaartuig, hoe ook genaamd en van welke aard ook, uitsluitend of hoofdzakelijk gebezigd als of bestemd tot woon- of nachtverblijf van één of meer personen; een vaartuig, hoe ook genaamd en van welke aard ook, dat wordt gebruik:t als, of is bestemd tot opslagruimte entof voor de uitoefening van enig bedrijf of beroep; een vaartuig, hoe ook genaamd en van welke aard ook, dat wordt gebruik.-t als of is bestemd tot recreatief verblijf dan wel voor het beoefenen van de watersport; het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die deze goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit. een woning in of bij een gebouw of op een terrein, kennelijk slechts bedoeld voor (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar gelet op de bestemming entof het gebruik van het gebouw of het terrein, noodzakelijk is. het Dagelijks Bestuur van het Stadsdeel Zeeburg. 2 el.1

8 . Art. 2 Wijze van meten 1. De begrenzing van de onderscheidene bestemmingen, voor zover niet op de kaart in maten vastgelegd, wordt vastgesteld door middel van meting op de kaart met een nauwkeurigheidsgraad van 1 meter. 2. De bouwhoogte van bouwwerken wordt gemeten in meters boven het gemiddelde aangrenzende straatpeil tot aan het hoogste punt van het betrokken bouwwerk, tenzij in deze voorschriften anders is bepaald. 3

9 B. Bepalingen m.b.t. de afzonderlijke bestemmingen Art. 3 Bedrijven i (Bi) 1. De gronden, op de kaart bestemd voor Bedrijven 1 (Bl), zijn aangewezen voor bedrijven, met inbegrip van daarbij behorende erven, bergingen en nevenruimten alsmede ontsluitingswegen, al dan niet gebouwde parkeervoorzieningen, en groenvoorzieningen. 2. Op de in lid 1 genoemde gronden mag slechts worden gebouwd ten dienste van de aldaar omschreven bestemming. 3. Voor de in de leden 1 en 2 genoemde gronden en bebouwing gelden de volgende maxima: bebouwing: maximum bouwhoogte: 15 m, met in achtneming van het bepaalde in lid 5; maximum bebouwingspercentage: zoals op de kaart aangegeven; minimum aantal parkeerplaatsen: 1 parkeerplaats per 125 m 2 bruto gebouwde vloeroppervlal-te 4. n afwijking van het bepaalde in de leden 1 en 2 mag ter plaatse van de op de kaart aangegeven nadere aanduiding 'recreatieve voorzieningen toegestaan' bebouwing worden opgericht en gebruikt ten behoeve van een recreatieve voorziening met een vloeroppervlakte van ten hoogste 200 m 2 4a. Het Dagelijks Bestuur is bevoegd vrijstelling te verlenen van het bepaalde in leden 1 en 2 ten behoeve van het oprichten en gebruiken van dienstwoningen voor de in lid 1 genoemde bedrijven. 5. Met betrekking tot de in lid 3 aangegeven bouwhoogte geldt dat de maximum bouwhoogte 10 meter bedraagt langs de bestemmingsgrenzen met de bestemmingen 'verkeersareaal' (Va) en 'vaarwater' (Vw), waarbij de toegestane bouwhoogte evenredig met de afstand tot deze grenzen toeneemt tot de maximum bouwhoogte als bedoeld in lid 3 is bereih. 6. n afwijking van het bepaalde in lid 3 geldt dat op de gronden welke op de kaart nader zijn aangeduid met "bedrijfserf' en begrensd zijn door middel van een bouwgrens geen bebouwing mag worden opgericht, met uitzondering van kranen en andere haveninstallaties welke bedoeld zijn voor laden en lossen of overslag van goederen en materialen vanaf of naar vrachtschepen. Voor de genoemde kranen en andere haveninstallaties geldt een maximum bouwhoogte van 25 m. 4, e

10 ra. 6a. Het Dagelijks Bestuur is bevoegd vrijstelling te verlenen van het bepaalde in lid 6 ten behoeve van het oprichten van bebouwing ter plaatse de gronden welke op de kaart nader zijn aangeduid met 'bedrijfserf, met dien verstande dat het bepaalde in lid 3 in acht genomen wordt. 7. n afwijking van het bepaalde in de leden 3 en 5 is het Dagelijks Bestuur bevoegd vrijstelling te verlenen van de toegestane bouwhoogte, indien dit uit stedebouwkundig oogpunt aanvaardbaar is, met dien verstande dat de maximum bouwhoogte met 5 meter wordt vergroot ter plaatse van maximaal 25% van het bestemmingsvlak. 8. n afwijking van het bepaalde in leden 3 en 4 is het Dagelijks Bestuur bevoegd vrijstelling te verlenen van de toegestane bouwhoogte ten behoeve silo's en dergelijk opslagvoorzieningen tot een bouwhoogte van ten hoogste 25 meter en ten behoeve van kranen en andere overslaginstallaties tot ten hoogste 40 meter, mits hiervoor niet meer dan 5% van de oppervlakte van het bestemmingsvlak wordt aangewend; 9. Het Dagelijks Bestuur is bevoegd nadere eisen te stellen ten aanzien van het aantal parkeerplaatsen als bedoeld in lid 3, indien vanwege de aard van een bedrijf verwacht mag worden dat meer parkeervoorzieningen noodzakelijk zijn. 10. n afwijking van het bepaalde in de leden 1 en 2 mag per bedrijf maximaal 40% van het vloeroppervlak worden gebruikt ten behoeve van tot het bedrijf behorende kantoren. 11. Met betrekking tot de onder lid 1 genoemde bedrijven dient het bepaalde in artikel 9 in acht te worden genomen. 12. Als verboden gebruik als bedoeld in artikel 11 lid 1 van deze voorschriften wordt in ieder geval verstaan het gebruik van de in de leden 1 en 2 genoemde gronden en bebouwing ten behoeve van detailhandel. 12a. Het Dagelijks Bestuur is bevoegd vrijstelling te verlenen van het bepaalde in lid 12 ten behoeve detailhandel als ondergeschikte nevenactiviteit van bedrijven als bedoeld in lid 1. 5

11 Art. 4 Bedrijven 2 (B2) 1. De gronden, op de kaart bestemd voor Bedrijven 2 (B2), zijn aangewezen voor bedrijven, met inbegrip van daarbij behorende erven, bergingen en nevenruimten alsmede ontsluitingswegen, al dan niet gebouwde parkeervoorzieningen en groenvoorzieningen. 2. Op de in lid 1 genoemde gronden mag slechts worden gebouwd ten dienste van de aldaar omschreven bestemming. 3. Voor de in de leden 1 en 2 genoemde gronden en bebouwing gelden de volgende maxima: bebouwing: maximum bouwhoogte: 15 m, met in achtneming van het bepaalde in lid 4; maximum bebouwingspercentage: zoals op de kaart aangegeven; minimum aantal parkeerplaatsen: 1 parkeerplaats per 125 m 2 bruto gebouwde vloeroppervlal.'te 3a. Het Dagelijks Bestuur is bevoegd vrijstelling te verlenen van het bepaalde in leden 1 en 2 ten behoeve van het oprichten en gebruiken van dienstwoningen voor de in lid 1 genoemde bedrijven. 4. Met betrekking tot de in lid 3 aangegeven bouwhoogte geldt dat de maximum bouwhoogte 10 meter bedraagt langs de bestemmingsgrenzen met de bestemmingen 'verkeersareaal' (Va) en 'vaarwater' (Vw), waarbij de toegestane bouwhoogte evenredig met de afstand tot deze grenzen toeneemt tot de maximum bouwhoogte als bedoeld in lid 3 is bereikt. 5. n afwijking van het bepaalde in lid 3 geldt dat op de gronden welke op de kaart nader zijn aangeduid met "bedrijfserf' en begrensd zijn door middel van een bouwgrens geen bebouwing mag worden opgericht, met uitzondering van kranen en andere haveninstallaties welke bedoeld zijn voor laden en lossen of overslag van goederen en materialen vanaf of naar vrachtschepen. Voor de genoemde kranen en andere haveninstallaties geldt een maximum bouwhoogte van 25 m. Sa. Het Dagelijks Bestuur is bevoegd vrijstelling te verlenen van het bepaalde in lid 5 ten behoeve van het oprichten van bebouwing ter plaatse de gronden welke op de kaart nader zijn aangeduid met 'bedrijfserf, met dien verstande dat het bepaalde in lid 3 in acht genomen wordt

12 . 6. n afwijking van het bepaalde in leden 3 en 4 is het Dagelijks Bestuur bevoegd vrijstelling te verlenen van de toegestane bouwhoogte, indien dit uit stedebouwk:undig oogpunt aanvaardbaar is, met dien verstande dat de maximum bouwhoogte met 5 meter wordt vergroot ter plaatse van maximaal 25% van het bestemmingsvlak. 7. n afwijking van het bepaalde in leden 3 en 4 is het Dagelijks Bestuur bevoegd vrijstelling te verlenen van de toegestane bouwhoogte ten behoeve silo's en dergelijk opslagvoorzieningen tot een bouwhoogte van ten hoogste 25 meter en ten behoeve van kranen en andere overslaginstallaties tot ten hoogste 40 meter, mits hiervoor niet meer dan 5% van de oppervla1."te van het bestemmingsvlak wordt aangewend; 8. Het Dagelijks Bestuur is bevoegd nadere eisen te stellen ten aanzien van het aantal parkeerplaatsen als bedoeld in lid 3, indien vanwege de aard van een bedrijf verwacht mag worden dat meer parkeervoorzieningen noodzakelijk zijn. 9. n afwijking van het bepaalde in de leden 1 en 2 mag per bedrijf maximaal 40% van het vloeroppervlak worden gebruij".-t ten behoeve van tot het bedrijf behorende kantoren. 10. Met betrekking tot de onder lid 1 genoemde bedrijven dient het bepaalde in artikel 9 in acht te worden genomen. 11. Als verboden gebruik als bedoeld in artikel 11 lid 1 van deze voorschriften wordt in ieder geval verstaan het gebruik van de in de leden 1 en 2 genoemde gronden en bebouwing ten behoeve van detailhandel. lla. Het Dagelijks Bestuur is bevoegd vrijstelling te verlenen van het bepaalde in lid 11 ten behoeve detailhandel als ondergeschikte nevenactiviteit van bedrijven als bedoeld in lid 1. 7

13 Art. 5 Bedrijven 3 (B3) 1. De gronden, op de kaart bestemd voor Bedrijven 3 (B3), zijn aangewezen voor bedrijven, kantoren en horeca- en recreatieve en sociaal-culturele voorzieningen, met inbegrip van daarbij behorende erven, bergingen en nevenruimten alsmede ontsluitingswegen, al dan niet gebouwde parkeervoorzieningen en groenvoorzieningen. 2. Op de in lid 1 genoemde gronden mag slechts worden gebouwd ten dienste van de aldaar omschreven bestemming. 3. Voor de in de leden 1 en 2 genoemde gronden en bebouwing gelden de volgende maxima: bebouwing: maximum bouwhoogte: 15 m, met in achtneming van het bepaalde in lid 4; maximum bebouwingspercentage: zoals op de kaart aangegeven; minimum aantal parkeerplaatsen: 1 parkeerplaats per 125 m 2 bruto gebouwde vloeroppervlakte kantoren: maximum vloeroppervlakte per vestiging: 400 m 2 horecavoorzieningen: maximum vloeroppervlakte per vestiging: 200 m 2 3a. Het Dagelijks Bestuur is bevoegd vrijstelling te verlenen van het bepaalde in leden 1 en 2 ten behoeve van het oprichten en gebruiken van dienstwoningen voor de in lid 1 genoemde bedrijven. 4. Met betrekking tot de in lid 3 aangegeven bouwhoogte geldt dat de maximum bouwhoogte 10 meter bedraagt langs de bestemmingsgrenzen met de bestemmingen 'verkeersareaal' (Va) en 'vaarwater' (Vw), waarbij de toegestane bouwhoogte evenredig met de afstand tot deze grenzen toeneemt tot de maximum bouwhoogte als bedoeld in lid 3 is bereikt. 5. n afwijking van het bepaalde in lid 3 geldt dat op de gronden welke op de kaart nader zijn aangeduid met "bedrijfserf' en begrensd zijn door middel van een bouwgrens geen bebouwing mag worden opgericht. 5a. Het Dagelijks Bestuur is bevoegd vrijstelling te verlenen van het bepaalde in lid 5 ten behoeve van het oprichten van bebouwing ter plaatse de gronden welke op de kaart nader zijn aangeduid met 'bedrijfserf, met dien verstande dat het bepaalde in lid 3 in acht genomen wordt. 8 -.

14 . 6. n afwijking van het bepaalde in leden 3 en 4 is het Dagelijks Bestuur bevoegd vrijstelling te verlenen van de toegestane bouwhoogte, indien dit uit stedebouwk.. undig oogpunt aanvaardbaar is, met dien verstande dat de maximum bouwhoogte met 5 meter wordt vergroot ter plaatse van maximaal 25% van het bestemmingsvlak. 7. n afwijking van het bepaalde in lid 3 is het Dagelijks Bestuur bevoegd vrijstelling te verlenen van de maximum vloeroppervlakte per vestiging voor horecavoorzieningen, met dien verstande dat de maximum vloeroppervlak:te per vestiging wordt vergroot tot ten hoogste 400 m 2 8. Het Dagelijks Bestuur is bevoegd nadere eisen te stellen ten aanzien van het aantal parkeerplaatsen als bedoeld in lid 3, indien vanwege de aard van de activiteiten verwacht mag worden dat meer parkeervoorzieningen noodzakelijk zijn. 9. Met betrekking tot de onder lid 1 genoemde bedrijven dient het bepaalde in artikel 9 in acht te worden genomen. 10. Als verboden gebruik als bedoeld in artikel 11 lid 1 van deze voorschriften wordt in ieder geval verstaan het gebruik van de in de leden 1 en 2 genoemde gronden en bebouwing ten behoeve van detailhandel. Da. Het Dagelijks Bestuur is bevoegd vrijstelling te verlenen van het bepaalde in lid 10 ten behoeve detailhandel als ondergeschik:te nevenactiviteit van bedrijven als bedoeld in lid 1. 9

15 Art. 6 Verkeersareaal (Va) 1. De gronden, op de kaart bestemd voor Verkeersareaal (Va) zijn aangewezen voor rijwegen, ongebouwde parkeervoorzieningen, fiets- en voetpaden met inbegrip van bijbehorende bermen en groenvoorzieningen. 2. Op de in lid 1 genoemde gronden mogen slechts bouwwerken geen gebouwen zijnde met een maximale bouwhoogte van 3 meter ten dienste van de aldaar genoemde bestemming worden gebouwd. 3. Ter plaatse van de op de plankaart, binnen de in lid 1 genoemde bestemming aangegeven nadere aanduiding "waterkering", dient het met betrekking tot deze kering bepaalde in artikel 8 in acht genomen te worden. 10.1

16 e Art. 7 Water Ww) De gronden, op de kaart bestemd voor Water (Vw), zijn aangewezen voor havens, waterberging, vaarwater en daarbij behorende oevervoorzieningen. Op de in lid 1 genoemde gronden mogen uitsluitend bouwwerken geen gebouwen zijnde ten behoeve van deze bestemming worden gebouwd. Als verboden gebruik als bedoeld in artikel 11 lid 1 van deze voorschriften wordt in ieder geval verstaan het gebruik van de in lid 1 genoemde gronden als: a. ligplaats voor woonschepen en pleziervaartuigen; b. ligplaats voor bedrijfsschepen, anders dan het gebruik als ligplaats voor het laden en lossen of de overslag van goederen of het tijdelijk gebruik als wachtplaats door binnenvaartschepen. 11

17 NADERE AANDUDNGEN Art. 8 Waterkering 1. De gronden op de kaart nader aangeduid als 'waterkering' zijn aangewezen voor waterkering. 2. Onverminderd het bepaalde in de voorschriften van dit bestemmingsplan en het bepaalde in de leden 3 en 4 is het verboden op de in lid 1 genoemde gronden bebouwing op te richten of werkzaamheden, anders dan normale onderhoudswerken, uit te voeren. 3. Het Dagelijks Bestuur is bevoegd vrijstelling te verlenen van het in lid 2 genoemde verbod als de beheerder van de gronden heeft verklaard geen bezwaar te hebben tegen de bebouwing of de werkzaamheden. 4. Het Dagelijks Bestuur is tevens bevoegd vrijstelling te verlenen als de in lid 3 genoemde verklaring wordt geweigerd, nadat door Gedeputeerde Staten van Noord-Holland een verklaring van geen bezwaar is afgegeven. 12.

18 . C. Bepalingen met betrekking tot het gehele plangebied. Art. 9 Toegelaten bedrijven 1. Voor zover op de gronden mag worden gebouwd en gronden enlof bebouwing mogen worden gebruikt ten behoeve van bedrijven, mag dit slechts voor bedrijven die in de bij deze voorschriften behorende Staat van nrichtingen vallen onder: a. voor zover het de bestemmingsvlakken B betreft: de categorieën, l en U voor de delen op de kaart nader aangeduid met milieucategorie U; de categorieën, l, en V: voor de delen op de kaart nader aangeduid met milieucategorie V; b. voor zover het bestemmingsvlak B2 betreft: de categorieën, l, 111 en V, alsmede categorie V, met dien verstande dat als categorie V bedrijf uitsluitend is toegestaan een betonmortelcentrale; c. voor zover het bestemmingsvlak B3 betreft: de categorieën, en ; 2. Het Dagelijks Bestuur van de Stadsdeelraad is bevoegd vrijstelling te verlenen van het bepaalde in lid 1 voor het bouwen en het gebruik van gronden en bebouwing ten behoeve van een bedrijf dat: a. niet in de Staat van nrichtingen voorkomt en in vergelijking met bedrijven die vallen onder de toegelaten categorieën geen blijvende, onevenredige afbreuk doet aan het woon- en leefmilieu; b. in de Staat van nrichtingen voorkomt en valt onder één of meer categorieën hoger dan toegelaten, mits het desbetreffende bedrijf in vergelijking met bedrijven die vallen onder de toegelaten categorieën geen blijvende, onevenredige afbreuk doet aan het woon- en leefmilieu, echter met uitzondering van het bestemmingsvlak B voor de delen op de kaart nader aangeduid met milieucategorie en het bestemmingsvlak B3; c. na uitbreiding, wijziging of aanpassing in de Staat van nrichtingen valt onder één of meer categorieën hoger dan toegelaten, mits de uitbreiding, wijziging of aanpassing niet tot gevolg heeft, dat het bedrijf in vergelijking met bedrijven, die vallen onder de toegelaten categorieën, blijvende, onevenredige afbreuk doet aan het woon- en leefmilieu, echter met uitzondering van het bestemmingsvlak B voor de delen op de kaart nader aangeduid met milieucategorie en het bestemmingsvlak B3. 13

19 3. Het Dagelijks Bestuur is bevoegd, overeenkomstig het bepaalde in Art. 11 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening en met inachtneming van het bepaalde in lid 5 van dit artikel, het plan te wijzigen, in dier voege dat: a. aan de Staat van nrichtingen bedrijven en bedrijfssoorten worden toegevoegd; b. in de Staat van nrichtingen opgenomen bedrijven en bedrijfssoorten worden ingedeeld bij een andere categorie. 14.

20 . Art. 10 Overgangsbepalingen 1. a. Bebouwing welke op de eerste dag van de tervisielegging van het ontwerp-plan bestond of nadien kon worden gebm:.wd krachtens een eerder verleende of nog te verlenen bouwvergunning, die voor wat betreft bestemming en/of omvang niet overeenstemt met het plan, mag - tenzij een raadsbesluit tot onteigening is genomen - gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd, mits daardoor geen grotere afwijking van het plan ontstaat. b. Bebouwing als bedoeld onder a mag - tenzij een raadsbesluit tot onteigening is genomen - in geval van tenietgaan ten gevolge van een calamiteit, worden herbouwd, mits de bouwvergunning binnen 2 jaar na tenietgaan is aangevraagd en mits daardoor geen grotere afwijking van het plan ontstaat. 2. a. Het gebruik van gronden en bouwwerken dat afwijkt van het plan op het tijdstip waarop het plan rechtskracht verkrijgt, mag worden voortgezet. b. Het is verboden het afwijkende gebruik te veranderen in andere vormen van gebruik, tenzij daardoor geen grotere afwijking van het plan ontstaat. 15

21 Art. 11 Algemene gebruiksbepaling 1. Het is verboden de in het plan begrepen gronden en de zich daarop bevindende bebouwing te gebruiken op een wijze of tot een doel strijdig met de bestemming of de daarbij behorende voorschriften. 2. Als verboden gebruik als bedoeld in lid 1 wordt in ieder geval begrepen het gebruik van gronden en bebouwing ten dienste van inrichtingen en bedrijven die zijn begrepen onder artikel 2.4 van het "inrichtingen- en vergunningenbesluit" (Stbl. 1993, nr.50), met uitzondering van een betonmortelcentrale ter plaatse van het bestemmingsvlak B2 (Cruquiusweg nr. 71) 3. Het Dagelijks Bestuur verleent vrijstelling van het bepaalde in het eerste lid wanneer strikte toepassing daarvan leidt tot een beperking van het meest doelmatige gebruik die niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd. 4. Het Dagelijks Bestuur verleent vrijstelling van het bepaalde in het eerste lid mits het verlenen van vrijstelling niet zal leiden tot een ingrijpende en/of onomkeerbare wijziging van en inbreuk op de bestemming. 16.1

22 . Art. 12 A/gemene vrijstellingen ndien niet op grond van een andere bepaling van deze voorschriften vrijstelling kan worden verleend, is het Dagelijks Bestuur bevoegd vrijstelling te verlenen van de desbetreffende bepalingen van het plan in dier voege dat: a. in het plangebied worden gebouwd: gebouwen ten behoeve van de openbare dienst (maximum-bouwhoogte 3,5 meter, maximum-vloeroppervlaj..:te 20 m 2 ), alsmede bouwwerken, geen gebouwen zijnde zoals gedenktekens, plastieken, vrijstaande muren, straatmeubilair, openbare verlichting, bewegwijzeringsconstructies, geluidwerende voorzieningen, bruggen, steigers, duikers en andere waterbouwkundige constructies, mits hiertoe gezamenlijk niet meer dan 2% van de totale oppervlakte van het plangebied wordt aangewend; b. geringe afwijkingen van de bestemmingsgrenzen welke in het belang zijn van een ruimtelijk of technisch beter verantwoorde realisering van bestemmingen of bouwwerken of welke noodzakelijk zijn in verband met de werkelijke toestand van het terrein, worden toegestaan, mits de afwijking in situering niet meer dan 2 meter bedraagt; c. de in de voorschriften toegestane maximale bouwhoogten in geringe mate worden overschreden, doch de betrokken bouwhoogte met niet meer dan 2 meter wordt vergroot; d. de in de voorschriften toegestane ma' imale bouwhoogten, anders dan bedoeld in c, met ten hoogste 6 meter worden overschreden ten behoeve van lift- en trappenhuizen en centrale verwarmingsinstallaties en ten hoogste 8 meter worden overschreden ten behoeve van schoorstenen, ventilatieinrichtingen, antennes en reclametoestellen; e. de bebouwingsgrenzen en/of bestemmingsgrenzen worden overschreden tot ten hoogste 2 meter ten behoeve van balkons, bordessen, galerijen, luifels, buitentrappen en lift- en trappenhuizen en andere ondergeschikte delen van gebouwen; f. het in de voorschriften opgenomen minimum aantal parkeerplaatsen wordt verminderd, indien dat vanuit de bedrijfsvoering beargumenteerd kan worden. 17

23 Art. 13 Strafbepaling Overtreding van het bepaalde in Artikel 11 lid 1, alsmede Artikel 10 lid 2 onder b, wordt aangemerkt als een strafbaar feit, als bedoeld in Art. 59 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening. el 18.