2 De zaak Rembrandt. Van project naar research. Frans Grijzenhout

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "2 De zaak Rembrandt. Van project naar research. Frans Grijzenhout"

Transcriptie

1 2 De zaak Rembrandt Van project naar research Frans Grijzenhout Weinig onderzoeken in de geesteswetenschappen hebben zich de afgelopen decennia in zoveel belangstelling mogen verheugen als het Rembrandt Research Project. Begonnen in 1968 onder de aegis van Nederlandse Organisatie voor Zuiver-Wetenschappelijk Onderzoek, de voorloper van NWO, kwam het project in 1998, dankzij de persoonlijke inzet van wijlen bestuursvoorzitter Jankarel Gevers, voor vijf jaar onder de hoede van de UvA. Sinds 2004 wordt het project gefinancierd met sponsorgelden, maar de UvA biedt nog steeds onderdak en faciliteiten. De archieven van het project berusten bij het projectbureau, maar zijn eigendom van het Rijksbureau voor Kunsthistorische Documentatie in Den Haag, waarheen ze na beëindiging van het project ook zullen worden overgebracht. Wetenschappelijk onderzoek is natuurlijk altijd veel meer dan datgene wat daarvan in een archief wordt bewaard. Veel meer en veel rijker, veel inspirerender ook. Dat geldt zeker voor het Rembrandt Research Project (RRP). Net als veel oude archieven bestaat het archief voor een belangrijk deel uit administratieve gegevens, briefwisselingen en vergaderverslagen. Als werkarchief bevat het daarnaast een schat aan gegevens uit historische veilingcatalogi, fiches met overige herkomstgegevens en historische reproductieprenten uit de jaren 1630 tot 1800 naar Rembrandts schilderijen. Maar ook in het meer administratieve gedeelte van het archief klopt het leven van het project, de ups and downs van het onderzoek, de ambities, de teleurstellingen, de vondsten en de verworpen ideeën. In die zin is het archief van het RRP ook de getuigenis van een aantal eigenschappen van het levende lichaam dat dit onderzoek heeft uitgevoerd en nog steeds uitvoert: in zijn correspondentie, zijn discussies, maar ook in zijn geschreven en visuele dossiers van alle al dan niet aan Rembrandt toegeschreven schilderijen, zijn verzameling (röntgen)foto s, ektachromes, dia s, analyseresultaten van verfmonsters et cetera. Het archief als zodanig staat in dit artikel niet centraal. Dat is het onderzoek zelf. Maar zonder toegang tot dat archief had deze bijdrage met de beschrijving van het vooraanstaande Rembrandt-onderzoek aan de UvA zeker niet geschreven kunnen worden. 1 33

2 de zaak rembrandt Een eindeloos begin Wie, nu het RRP bijna veertig jaar onderweg is, terugkijkt op het allereerste begin ervan, kan een glimlach niet altijd onderdrukken. Die glimlach wordt ons met name om de mond getoverd door de uitgangspunten en de oorspronkelijke doelstellingen van het project, die wilden afrekenen met een aantal historische misvattingen, vooronderstellingen en vooroordelen ten aanzien van Rembrandt en zijn oeuvre. Maar intussen verraden diezelfde uitgangspunten en doelstellingen ook al weer hun verbondenheid, nee hun gebondenheid aan de idealen en de veronderstellingen van de jaren van ontstaan van het project. Het RRP wilde een aantal dingen anders doen, heel anders dan tot op dat ogenblik gebruikelijk was. Allereerst wilde het een project zijn. Projecten, zo meende men, onderscheidden zich van traditionele vormen van wetenschapsbeoefening door een voorafgaande heldere omschrijving van de aanpak, een duidelijke formulering van de te bereiken doelen en een strakke tijdplanning. In het geval van het RRP was het beoogde eindresultaat een geheel herziene lijst van het oeuvre van de schilder Rembrandt, geschoond van het leerlingenwerk, de kopieën en de naar men meende talrijke achttiende- en vooral negentiende-eeuwse imitaties en vervalsingen die in de loop van de tijd tot het erkende oeuvre hadden weten door te dringen. De tijd die nodig was voor deze schoonmaakactie werd bij aanvang begroot op tien à twaalf jaar. Wat de aanpak betreft was gekozen voor teamwork, in een poging af te rekenen met het oude kennerschap van de individuele connaisseur, zoals in de oorspronkelijke subsidieaanvraag veelbetekenend werd gesteld. In paren van steeds wisselende samenstelling zouden de onderzoekers de wereld overtrekken om alle op dat moment aan Rembrandt toegeschreven schilderijen ter plaatse te bestuderen en vast te leggen op een gestandaardiseerd vragenformulier, dat bij de huidige stand van kennis verbluffend simpel mag worden genoemd. Om de authenticiteit van de schilderijen op een wetenschappelijke wijze te toetsen wilde het project de te onderzoeken schilderijen benaderen niet alleen met de als vanouds onontbeerlijke stijlkritische en esthetische beoordeling en iconologische inzichten en archivalische gegevens, maar ook met gebruik van natuurwetenschappelijke en technische onderzoeken, aldus de subsidieaanvraag. Projectmatig werken, in teamverband, met gebruikmaking van moderne technologie: ziedaar enige krachtige elementen van het vooruitgangsdenken van de late jaren zestig, vertaald in kunsthistorische termen. Dit alles mede mogelijk gemaakt dankzij een van de meest revolutionaire vindingen van de twintigste eeuw: het straalvliegtuig. 2 Inmiddels zijn we heel wat terughoudender geworden in het bestempelen van onderzoek als een project. De ervaring, maar ook de theorie, van het projectmanagement heeft ons geleerd dat wetenschappelijk onderzoek in 34

3 frans grijzenhout veel gevallen juist níet projectmatig kan worden aangepakt, om de doodeenvoudige reden dat het eindresultaat van zulk onderzoek nu eenmaal niet vooraf kán worden gedefinieerd, laat staan de weg erheen. 3 Zelfs een op het eerste gezicht zo eenvoudig beoogd eindresultaat als een geschoonde lijst van Rembrandts eigenhandige schilderijen blijkt in de praktijk een vrijwel onhanteerbaar concept te zijn. Factoren als tijd, geld, kwaliteit en organisatie, die een normaal project beheersbaar moeten houden, zijn dan ineens niet goed toepasbaar meer. Maar misschien moeten we dit tegelijkertijd wel als een van de belangrijkste resultaten zien van het RRP: dat het een discussie op gang heeft gebracht die zijn legitimiteit als project in engere zin inmiddels volledig heeft ondergraven, maar die, misschien desondanks, de dynamiek van ons denken over het genie Rembrandt en van de kunsthistorische wetenschap als geheel een belangrijke impuls heeft gegeven. Het Rembrandt-beeld Van alle Nederlandse kunstenaars uit de Gouden Eeuw zijn aan Rembrandt in de loop der tijden de meest monumentale eigenschappen toegeschreven. Zijn status bereikte in de negentiende eeuw die van een nationale held, zeker nadat België zich met medeneming van zijn eigen kunstheld Peter Paul Rubens van het Koninkrijk had afgescheiden. Voor Rembrandt werd in 1852 een standbeeld opgericht op de Amsterdamse Botermarkt, die werd omgedoopt tot Rembrandtplein. 4 Een rondgang door de eregalerij van het in 1885 in gebruik genomen nieuwe Rijksmuseum aan de Stadhouderskade culmineerde in een bezichtiging van de Nachtwacht. Vanaf de inhuldiging van koningin Wilhelmina in 1898, toen aan Rembrandt een nationale tentoonstelling werd gewijd in het Stedelijk Museum van Amsterdam, vielen Rembrandt, Oranjehuis en natie samen. Aanhangers van de groot-germaanse gedachte in de jaren aarzelden niet om Rembrandt allerlei onvermoede eigenschappen toe te dichten. 5 Zijn portret prijkte vanaf 1953 op het Nederlandse bankbiljet met de hoogste waarde: duizend gulden. 6 Sinds de eerste grote Rembrandt-tentoonstelling van 1898 werden bij de eeuwfeesten van Rembrandt in 1906 en 2006 en bij dat van zijn driehonderdste sterfjaar in 1969 telkens grote overzichtstentoonstellingen georganiseerd; maar ook tussentijds was er steeds weer een aanleiding van wetenschappelijke of cultuurtoeristische aard om de kunst van de grote meester te exposeren. En geen directeur van het Rijksmuseum mag zich geslaagd noemen zonder aan de nationale collectie een nieuwe Rembrandt te hebben toegevoegd. Wie mocht denken dat de romantische verheerlijking van Rembrandt in de negentiende eeuw uit de lucht kwam vallen, vergist zich: al tijdens zijn leven was Rembrandt een bekend schilder. Daarvan getuigen niet alleen enkele contemporaine bronnen en de vroegst bekende biografieën, maar ook de lijst van opdrachtgevers van de schilder, variërend van rijke kooplieden, 35

4 de zaak rembrandt vooraanstaande predikanten en individuele regenten tot het stadhouderlijk hof en belangrijke instellingen als de Amsterdamse staalmeesters en de stedelijke schutterij. Ondanks de classicistische kritiek op zijn kunstopvatting was Rembrandts roem al vroeg in de achttiende eeuw ook in het buitenland gevestigd; om te beginnen in Frankrijk, waar de bestudering van en de handel in Nederlandse kunst in die tijd een hoge vlucht begon te nemen, maar eveneens in Duitsland aan de hoven van verzamelende vorsten en tenslotte in Engeland, waar Sir Joshua Reynolds in de tweede helft van de achttiende eeuw zijn landgenoten de ogen opende voor de bijzondere kwaliteiten van de meester. 7 In deze, hier slechts met grove streken geschilderde, omstandigheden groeide enerzijds vooral op de kunstmarkt de begrijpelijke neiging om meer en meer werken aan Rembrandt toe te schrijven. Dit leidde uiteindelijk tot het hilarische gegeven dat de Amerikaanse douane tussen 1909 en 1976 bijna 9500 aan Rembrandt toegeschreven schilderijen, prenten en tekeningen zag passeren. 8 Anderzijds beijverden sommigen zich wel degelijk om te komen tot een wetenschappelijk inventarisatie en afbakening van Rembrandts oeuvre. Daarbij mag niet uit het oog worden verloren dat de kunstwetenschap zich in Europa in het algemeen en in Nederland in het bijzonder nog in een heel pril ontwikkelingsstadium bevond: de eerste Nederlandse leerstoel in de kunstgeschiedenis werd in 1907 in Utrecht ingesteld. De kritische beoordeling van het werk van Rembrandt moest in Nederland dus aanvankelijk plaatsvinden door kenners, opgeleid in de kunsthandel of de musea, of beide. Rembrandt als biljartspeler De eerste poging om het geschilderde werk van Rembrandt integraal in kaart te brengen werd ondernomen door de Engelse kunsthandelaar John Smith, die in 1836 een catalogue raisonné van Rembrandts oeuvre opstelde, net zoals hij dat deed van het werk van andere Nederlandse kunstenaars uit de zeventiende eeuw, zoals Jan Steen en Pieter de Hooch. 9 De Berlijnse museumdirecteur Wilhelm Bode waagde zich tegen het einde van de negentiende eeuw aan een volgende poging, daarbij geassisteerd door Cornelis Hofstede de Groot, destijds directeur van het Prentenkabinet in Amsterdam. In het voorwoord bij het eerste deel maakte Bode duidelijk wat hij beoogde: waar de geschiedbeoefening in de negentiende eeuw had geleid tot de oprichting van talrijke standbeelden voor grote mannen uit het verleden, wilde hij voor Rembrandt een waarlijk, blijvend monument oprichten door de publicatie in woord en beeld van een kritische lijst van zijn werken. En monumentaal wás het werk van Bode : een serie van acht loodzware delen met heliografische afbeeldingen van alle schilderijen, voorzien van korte beschrijvingen van de compositie en de lichtval in elk werk, want zowel het leven als het werk van Rembrandt stond voor Bode in het teken van de tegenstelling tus- 36

5 frans grijzenhout sen licht en donker. Een heel enkele keer werd zo n beschrijving uitgebreid met de weergave van kritische aantekeningen van anderen over kwesties van toeschrijving. 10 De verschijning van het laatste deel van Bodes serie was enigszins opgehouden door het werk van zijn assistent Hofstede de Groot aan een publicatie van alle tot op dat moment bekende geschreven bronnen over Rembrandt. 11 Dit initiatief getuigt van een belangwekkend aspect van de beoefening van de kunstgeschiedenis omstreeks 1900: de geduldige verzameling van allerlei archiefbronnen over het leven en werk van kunstenaars uit het verleden. Iets vergelijkbaars deed Hofstede de Groot in 1915 met de publicatie van het aan Rembrandt gewijde deel van zijn Beschreibendes und kritisches Verzeichnis der Werke der hervorragendsten holländischen Maler des XVII. Jahrhunderts, een kritische bewerking van de catalogus van Smith, mede gebaseerd op Hofstede de Groots uitgebreide verzameling aantekeningen uit oude en recente museum- en veilingcatalogi, aangevuld met zijn onvermoeibare observaties uit eigen waarneming. Dit alles resulteerde in een lijst van 595 aan Rembrandt toegeschreven schilderijen. 12 Opvallend is dat Hofstede de Groot in zijn Verzeichnis al een apart hoofdstuk wijdt aan de Schüler und Nachahmer Rembrandts. Daarin bekent hij zichzelf tot de etwas weitherzige Gruppe van Rembrandt-onderzoekers die erop uit is diens oeuvre te vergroten met nieuwe toeschrijvingen, zij het met gebruikmaking van een gezonde dosis (zelf)kritiek. Dit in tegenstelling tot de Hyperkritik van eine mehr skeptische Gruppe die onechte werken uit het gecodificeerde oeuvre van de kunstenaar wil schiften en deze tracht toe te schrijven aan Rembrandts leerlingen. Tegenover de aan hun bureaustoel vastgekleefde onderzoekers stelt Hofstede de Groot zichzelf en anderen, die particuliere collecties en veilingen bezoeken en connecties onderhouden met de kunsthandel. Hoewel ook hij in bijna de helft van de gevallen de hem voorgehouden schilderijen niet aan Rembrandt toeschrijft en zich daarmee de haat van menig handelaar op de hals haalt, wil Hofstede de Groot de in ihren Stuben hockenden Kritiker er graag op wijzen dat nog menig schilderij van Rembrandt dat we alleen kennen uit contemporaine beschrijvingen, wacht op ontdekking. Hofstede de Groot wist als geen ander wat de bezwaren tegen zijn visie waren van jene Kritiker [ ] die sich hauptsächlich vom Studierzimmer aus an der Forschung beteiligen : de kwaliteitsverschillen tussen de aan Rembrandt toegeschreven werken waren zo groot, dat ze onmogelijk allemaal van dezelfde meester konden zijn, zelfs als men rekening hield met diens artistieke ontwikkeling. In de tweede plaats brachten zij naar voren dat we van veel leerlingen van Rembrandt nauwelijks of geen gesigneerde werken kennen, hetgeen er wel op moest duiden dat hun werken onder de naam van Rembrandt in omloop zijn. Hofstede de Groot bracht daar tegenin dat er geen enkele menselijke activiteit bestaat die zich ononderbroken ontwikkelt van het onvolkomene naar het volkomene. Altijd was er sprake van tijdelijke terugval en van mindere perioden: Kein Billardspieler spielt so gut, 37

6 de zaak rembrandt dass er nicht auch seine schlechten Tage hätte, aldus Hofstede de Groot, en dat gold ook voor het genie Rembrandt. En wat die leerlingen betreft: van de besten van hen Ferdinand Bol, Govert Flinck, Gerbrandt van den Eeckhout en Nicolaas Maes durven we met een redelijke zekerheid te zeggen wat ze geschilderd hebben; maar het is ondenkbaar dat werk van de minder getalenteerden onder hen Isaac de Jouderville, Karel van der Pluym of Heiman Dullaert zou kunnen doorgaan voor werk van de meester. 13 Ik ben zo uitvoerig ingegaan op de opmerkingen van Hofstede de Groot, omdat de door hem aangebrachte onderscheidingen grosso modo ook opgaan voor het RRP en (een deel van) zijn critici en omdat we de door hem in 1915 naar voren gebrachte argumenten in dezelfde of in enigszins aangepaste vorm zullen terugvinden in de debatten over de werkwijze en de resultaten van het RRP. Hofstede de Groots werk vond een vervolg in dat van Wilhelm Valentiner, die in zijn Rembrandt, wiedergefundene Gemälde (1921) 711 werken aan Rembrandt toeschreef; 120 daarvan had hij in de daaraan voorafgaande jaren ontdekt. 14 De voormalige directeur van het Haagse Mauritshuis Abraham Bredius, die inmiddels op voet van oorlog leefde met zowel Hofstede de Groot als Valentiner, publiceerde in 1935 zijn Rembrandt: schilderijen, waarin hij 611 werken aan Rembrandt toeschreef. Geheel in tegenstelling tot het uitputtende en belangrijke archiefonderzoek dat Bredius eerder had verricht naar talrijke Nederlandse schilders, is zijn Rembrandt-catalogus primair een plaatjesboek: de foto s van de kunstwerken moesten, zo vond Bredius, in dit geval maar voor zichzelf spreken. 15 De inleiding en de summiere verklarende teksten achter in het boek waren geschreven door de jonge kunsthistoricus Horst Gerson, die optrad als ghostwriter voor de tachtigjarige Bredius. 16 Kurt Bauch reduceerde de lijst van Bredius in 1966 nog eens met bijna zeventig werken tot 562, eveneens zonder behoorlijke toelichting. 17 Voorafgaande aan het Rembrandt-jaar 1969 publiceerde Gerson inmiddels hoogleraar kunstgeschiedenis in Groningen zijn eigen Rembrandtmonografie. 18 In een poging het onder Valentiner opgezwollen corpus van Rembrandts schilderijen te doen afslanken tot nog gezondere proporties dan Bredius en Bauch al hadden gedaan, kwam Gerson tot het voor velen onthutsend lage getal van 420 aan Rembrandt toe te schrijven schilderijen. In tegenstelling tot Bredius van wiens populaire boek Gerson in 1969 nog een gereviseerde editie verzorgde leverde Gerson in zijn eigen boek volwaardige teksten ter inleiding en als toelichting op de door hem gekozen schilderijen. Hoewel Gerson door sommigen werd betiteld als een iconoclast, 19 was het hem niet te doen om radicale uitspraken, verre van dat. Uitdrukkelijk waarschuwde hij de lezer dat zijn boek niet bedoeld was als een definitieve lijst van alle schilderijen van Rembrandt. Hij sprak eerlijk van zijn aarzelingen, van verandering van opinie, soms zelfs nog nadat de 38

7 frans grijzenhout Afbeelding 1. De leden van het Rembrandt Research project tijdens de wekelijkse lunchbijeenkomst, Van links naar rechts: J. G. van Gelder, L. Peese Binkhorst, S.H. Levie, B. Haak, E. van de Wetering, J. Bruyn en P.J.J. van Thiel. afbeeldingen van het boek gedrukt waren. Twijfelgevallen en dat waren er nog al wat verontrustten hem diep. 20 Gerson reflecteerde onder meer op de vraag wat de precieze betekenis is geweest van Rembrandts leerlingen voor diens productie als kunstenaar. 21 Hij kwam tot een conclusie die de leden van het RRP en hun critici hem niet zouden nazeggen: by and large determining the distinction between autograph and studio works is not the kind of problem that dogs the Rembrandt scholar. 22 Zuivering In hetzelfde jaar dat Gerson zijn monografie publiceerde, begon het team van het RRP aan zijn werk. Bij aanvang bestond het uit Josua Bruyn, hoogleraar kunstgeschiedenis aan de UvA, Jan Emmens en Jan van Gelder, beiden hoogleraar kunstgeschiedenis in Utrecht, Bob Haak, opgeleid in de kunsthandel en destijds conservator en later directeur van het Amsterdams Historisch Museum, Simon Levie, toen directeur van het Amsterdams Historisch Museum en later van het Rijksmuseum, en Pieter van Thiel, conservator en later directeur van de afdeling schilderijen van het Rijksmuseum. Al spoedig werd het team aangevuld met Ernst van de Wetering, destijds nog student kunstgeschiedenis en vanaf 1969 medewerker van het kort tevoren opgerichte Centraal Laboratorium voor Onderzoek van Voorwerpen van Kunst en Wetenschap, later hoogleraar kunstgeschiedenis aan de UvA. Emmens overleed in 1971, Van Gelder trok zich vanaf 1974 steeds meer terug en overleed in 1980 (afbeelding 1). 39

8 de zaak rembrandt Afbeelding 2. Bob Haak bestudeert een schilderij in een privécollectie in Zweden, Het RRP was onder meer ontstaan door de ervaring die Bob Haak als jonge medewerker van het Rijksmuseum had gehad bij de opbouw van de Rembrandt-tentoonstelling van Met toenemende argwaan had hij gezien hoe allerlei aan Rembrandt toegeschreven schilderijen het museum in werden gedragen die, ook als ze uit dezelfde tijd stamden, sterk konden verschillen in kwaliteit en schildertrant. Op zoek naar de ratio achter de toeschrijvingen raakte Haak in toenemende mate ontevreden over de summiere wijze waarop Bredius (alias Gerson ) in 1935 en Bauch in 1966 hun oordeel hadden onderbouwd. Samen met Bruyn formuleerde Haak de ambitie van het project als een radicale herziening van de Rembrandt canon, een poging om Rembrandt s oeuvre te definiëren en te zuiveren van ongerechtigheden en wel met rationele en navolgbare argumenten. 24 Men nam blijkens de oorspronkelijke aanvraag voor ondersteuning bij NWO een aanvraag die slechts uit zeven kantjes bestond geen genoegen meer met de ongeargumenteerde keus van Bredius en Bauch en was uit op zuivering en kritische schifting van de aan Rembrandt toegeschreven schilderijen. 25 Aanvankelijk was men van plan slechts 150 werken uitgebreid te bestuderen waarvan de authenticiteit al min of meer vaststond, maar al gauw werd afgesproken het hele corpus van de door Bredius gepubliceerde schilderijen aan het onderzoek te onderwerpen. De aanvraag resulteerde in een eerste toezegging door NWO voor ondersteuning met ruim vijftigduizend gulden per jaar, een bedrag dat, vermeerderd met vertaal- en publicatiekosten, in de loop van de tijd zou oplopen tot een geschat totaal van, omgerekend, circa 2,25 miljoen euro. De oer-hollandse hang naar zuivering werd met name door Bruyn bij 40

9 frans grijzenhout diverse gelegenheden nadrukkelijk onderstreept: Rembrandts oeuvre zou er sterker uit tevoorschijn komen. 26 In die gedachte klinkt de opvatting van Bode door dat juist een kritische lijst van Rembrandts oeuvre het mooiste en meest duurzame monument voor hem zou opleveren. Bruyn vertaalde de oorspronkelijke intenties van het team ook in termen die ons doen terugdenken aan het onderscheid dat Hofstede de Groot in 1915 had gemaakt: waar deze had gesproken van een ruimhartig ingestelde groep Rembrandtonderzoekers versus een hyperkritische, sprak Bruyn van expansionisten, die zoals Hofstede de Groot, Valentiner en in zeker zin ook nog Bredius de neiging hadden steeds meer werken aan Rembrandt toe te schrijven en reductionisten. Het RRP kon wat hem betreft tot die laatste groep gerekend worden. Dat niet iedereen binnen het team die benadering ten volle ondersteunde, blijkt wel uit de gelijktijdig uitgesproken woorden van de jonge Ernst van de Wetering dat het veel erger zou zijn één echte Rembrandt ten onrechte te verwerpen dan er tien onechte per ongeluk te accepteren. 27 Tientallen jaren later zou dit bij aanvang reeds sluimerende verschil van inzicht de onderzoeksgroep splijten. De eerste jaren van het project gingen voornamelijk op aan de vele reizen die wereldwijd moesten worden ondernomen door de leden van het team (afbeelding 2). In 1972 had men vrijwel alle door Bredius opgenomen schilderijen onder ogen gehad. Daarna begon het vergelijken, het discussiëren voornamelijk tijdens de vrijdaglunches op de kamer van Bruyn in het Kunsthistorisch Instituut aan de Johannes Vermeerstraat en het schrijven. Het zou tot 1982 duren voordat het eerste deel van A corpus of Rembrandt paintings over Rembrandts Leidse jaren verscheen. In een woord vooraf zette Bruyn de doelstellingen en de opzet van het project nog eens uitvoerig uiteen. Het is, dunkt me, tekenend voor het optimisme en de vitaliteit van die beginperiode van de onderneming, dat dit voorwoord begon met een history of the project. 28 Dit wekt de indruk dat het project op het ogenblik van verschijnen van deel I voor de samenstellers, of in elk geval voor Bruyn, in mentale zin al was voltooid en dat de geschiedenis ervan reeds geschreven kon worden. Niets bleek echter minder waar. Dachten de onderzoekers aanvankelijk de gehele klus met de publicatie van vier delen in twaalf of (later) maximaal achttien jaar te kunnen klaren, na het verschijnen van het tweede deel in 1986 werd het einde geprojecteerd omstreeks de eeuwwisseling. 29 Het derde deel werd in 1989 gepubliceerd, het vierde in 2005 en een vijfde deel ligt nog in het verschiet. Maar het RRP zal nooit worden voltooid in zijn oorspronkelijke opzet. Onder vuur Al vóór de verschijning van deel I van het Corpus bestond bij deze en gene een flinke dosis scepsis ten aanzien van de schaal het was het eerste grote 41

10 de zaak rembrandt door NWO gefinancierde project in de destijds nog zeer kleinschalige wereld van de universitaire en museale kunstgeschiedenis en de aanpak van het project. Die scepsis ontaardde bij sommigen in opwinding en bij een enkeling in woede na kennisname van de inhoud van het eerste en met name het tweede deel. Hebben we ons in het begin licht geamuseerd over de kennelijke tijdgebondenheid van de aanpak van de onderzoekers, nu moeten we ons verbazen over de felheid waarmee de intellectuele strijd rond dit project is gevoerd. De meest evenwichtige kritiek op het project is door de jaren heen geformuleerd in The Burlington Magazine. Diverse keren wijdde dit magazine for connaisseurs recensies, oorspronkelijke artikelen en zelfs editorials aan het project. Bij het verschijnen van het eerste deel prees het tijdschrift de onderneming als een nieuwe vorm van kennerschap, na jaren waarin de sociale geschiedenis van de kunst het onderzoek had gedomineerd. Maar The Burlington formuleerde ook, zij het in terughoudende termen, een aantal van de kritiekpunten die in de jaren daarna steeds opnieuw en soms in heel wat minder genuanceerde woorden door anderen naar voren zouden worden gebracht. Allereerst had men bezwaar tegen de eindeloze, droge beschrijvingen van de kunstwerken in het Corpus, die een tegenwicht moesten bieden tegen het onnavolgbare estheticisme van de generatie-bredius. Omzichtig merkte de redactie van het tijdschrift voorts op dat de Rembrandt-onderzoekers misschien wel te veel uitgingen van een grote mate van consistentie in Rembrandts werk, zowel in zijn technische uitvoering als in zijn stilistische ontwikkeling. Er werden voorzichtige kanttekeningen geplaatst bij de pogingen tot objectivering van het oordeel van het team versus de inherente subjectiviteit van het kennerschap. En er waren vragen rond de werking van het team: was het wel mogelijk om als groep tot een eensluidend oordeel te komen over de toeschrijving van individuele schilderijen? Was er niet af en toe sprake van groepsdwang? 30 Het duurde niet lang of het vlaggenschip van de Nederlandse kunstgeschiedenis werd met zwaarder geschut onder vuur genomen. Vooral de visie van het onderzoeksteam op Rembrandts werkwijze en op de gang van zaken in zijn atelier leidde tot verhitte discussies en commentaren. Een van de oorspronkelijke veronderstellingen van het team was geweest dat veel van de door Bredius opgevoerde schilderijen achttiende- of negentiende-eeuwse navolgingen of zelfs regelrechte vervalsingen van Rembrandt zouden zijn. Het bij aanvang van het project met nogal wat fanfare aangekondigde natuurwetenschappelijk onderzoek aan de schilderijen bleek echter al snel niet veel meer te kunnen aantonen dan dat het in vrijwel alle gevallen wel degelijk om zeventiende-eeuwse doeken of panelen ging: met name de door het project met vrucht toegepaste dendrochronologische onderzoeksmethode bood hier veelal uitsluitsel. 31 Microscopisch onderzoek van verfmonsters en textieldraden, dendrochronologie van panelen, röntgen- en infraroodstraling en de toepassing van de nieuwe techniek van de door neutronen geactiveerde autoradiografie leverden allerlei belangwekkende inzichten op over 42

11 frans grijzenhout de werkwijze van Rembrandt, zijn leerlingen en tijdgenoten, maar konden zelden uitsluitsel geven over de hoofdvraag van het project: is dit specifieke schilderij nu van Rembrandt of niet? De waarschuwing vooraf van Arthur van Schendel directeur van het Rijksmuseum en een van de grootste pleitbezorgers van natuurwetenschappelijk onderzoek aan kunstvoorwerpen dat de Rembrandt-onderzoekers er niet te veel van moesten verwachten 32, werd bewaarheid. Het met name door Van de Wetering ontwikkelde inzicht dat Rembrandt in zijn schildertechniek niet of nauwelijks afweek van zijn tijdgenoten en zeker zijn vroege schilderijen volgens een min of meer vaste werkwijze van achteren naar voren opbouwde, is zonder meer waardevol te noemen, maar geeft evenmin antwoord op de door het onderzoeksteam aanvankelijk zo pregnant gestelde zuiveringsvragen. In de praktijk kwam het erop neer dat de onderzoekers voor hun oordeel moesten terugvallen op datgene wat ze aanvankelijk juist hadden willen vermijden: het oude kennerschap. 33 Dit waren ideale omstandigheden voor sommige sceptici om een aantal van hun stokpaardjes van stal te halen. Kirby Talley deed dat met overgave in een uitvoerig artikel, nu en dan geestig, dan weer langdradig, maar hoe dan ook geschreven met een scherp gesneden en soms in venijn gedoopte pen. 34 Na omslachtig de geschiedenis van het kennerschap sinds de achttiende eeuw uit de doeken te hebben gedaan, zette hij de hoofdaanval in op de benadering van het RRP. Zonder dat met zoveel woorden te zeggen, voegde Talley zich in het aloude kamp van Hofstede de Groot. Talley zette zich expliciet af tegen de academische kunstgeschiedenis in het algemeen, die studenten niet leerde kijken maar slechts lezen, en de nieuwere tendensen daarbinnen in het bijzonder: van de social history of art en van de nieuwe cultural studies moest hij niets hebben. Wat dat betreft bevond hij zich ongetwijfeld in het goede gezelschap van de uitvoerders van het RRP, maar dat kon niets afdoen aan zijn bezwaren tegen hun aanpak. Talley zette zich scherp af tegen de obsessive technical examination die in het project zou zijn doorgevoerd en die het bezielde kunstwerk reduceerde tot een object (afbeelding 3). Als het onderzoeksteam, door Talley consequent orwelliaans aangeduid als the Group, moest toegeven dat de techniek hoogstens ondersteunend kon zijn in kwesties van authenticiteit, moest men wel terugvallen op het oude vertrouwde kennerschap van het oog, en dit, zo meende hij, kon nu eenmaal niet groepsgewijs worden beoefend. De leden van het team zouden er goed aan doen hun eigen subjectiviteit te expliciteren in plaats van de quasi-objectiviteit van hun waarnemingen te celebreren. Naarmate het stuk vordert gaat Talley s sarcasme meer en meer met hem aan de haal: de gedachte dat Rembrandt altijd op dezelfde manier zou werken nadert het belachelijke, de onderzoekers zijn verblind door hun eigen theorie die ze rigide toepassen en ze persen gegevens in een keurslijf om die te laten passen binnen hun vooronderstellingen ten aanzien van materialen en werkwijzen. Dat waren en zijn harde woorden, ingegeven door een achteraf gezien nogal nostalgische hang naar een soort kennerschap dat ook in

12 de zaak rembrandt al duidelijk op zijn retour was (en dat was niet de schuld van het RRP alleen). Jammer genoeg overstemden die harde woorden een paar van Talley s eigen, zinvolle suggesties, bijvoorbeeld om eens grondig te kijken naar de organisatie van Rembrandts atelier en de consequenties daarvan voor het productieproces en om onderzoeksvragen naar de totstandkoming van historische kunstwerken voortaan door teams van kunsthistorici, restauratoren en conservation scientists gezamenlijk te laten benaderen. Aanvallen als deze zijn in terugblik des te opvallender, omdat Van de Wetering in Some reflections on method onderdeel van Bruyns inleiding op deel I er werkelijk alles aan had gedaan om alle denkbare nuanceringen op de aanpak van het team aan te brengen. 35 De eerlijke bekentenis van de teleurstelling van de onderzoekers ten aanzien van de eerder verwachte resultaten van de toepassing van natuurwetenschappelijk onderzoek verdiende niet de hoon die Talley en anderen over het project uitstortten. De door Van de Wetering in deel I gegeven analyse van de werkwijze van Rembrandt was de eerste in zijn soort in de geschiedenis van het Rembrandt-onderzoek: ze steunde onder andere op een microscopische observatie van de manier waarop Rembrandt zijn schilderijen laag voor laag opzette en bij het opwerken van de gedoodverfde compositie de verf ongeveer als een frescoschilder in dagporties aanbracht. 36 En in deel II had Van de Wetering de notie en de systematiek van het kennerschap juist op een overtuigende manier toegepast bij een kritische analyse van de verschillende manieren waarop Rembrandt en sommige van zijn leerlingen of medewerkers zich kweten van de moeilijke taak om de stofuitdrukking en de belichting van kant uit te beelden. 37 Kennelijk vond Talley het niet de moeite waard daar Afbeelding 3. Albert Hahn, De Rembrandtkenners,

13 frans grijzenhout aandacht aan te schenken. Op het eerste gezicht waren de feitelijke uitkomsten van het eerste deel bovendien niet zó schokkend: van de 94 door het team besproken werken die bij Bredius voorkwamen, werden er weliswaar 44 omschreven als niet van Rembrandt, maar daarvan waren er al 33 eerder door diverse onderzoekers en met name door Gerson afgeschreven. Toch bleek ook het afschrijven van elf Rembrandts, waarvan sommige in het bezit van vooraanstaande musea, tot grote commotie te kunnen leiden. Gelet op de enorme geldbedragen die met het bezit van echte Rembrandts zijn gemoeid, zou men verwacht hebben dat de meeste opwinding zou zijn ontstaan in de hoek van de kunsthandel. Die hield zich echter verhoudingsgewijs rustig. Juist in de wereld van de grote kunstmusea werd het debat over de verdiensten van het project op het scherpst van de snede gevoerd. Daarbij ging het niet per se om geld en ook niet alleen om prestige. Voor een niet onbelangrijk deel werd de discussie gevoed door de oprechte academische wens om te willen weten en te willen begrijpen. De meester en zijn werkplaats Naarmate het onderzoek vorderde en de eerste drie delen van het Corpus verschenen, richtte de professionele discussie zich steeds meer en steeds uitgesprokener op het door het team van het RRP naar voren gebrachte concept van Rembrandts werkplaats. Misschien ligt de grootste verdienste van het project wel daarin dat het die belangstelling voor het functioneren van de werkplaats van Rembrandt én van zijn tijdgenoten heeft opgewekt en gestuurd. Van de Wetering schreef over het leerlingenwezen en het kunsthistorische probleem van samenwerking in het atelier van Rembrandt een uitgebreid essay in het tweede deel van het Corpus, Bruyn leverde voor deel III een hoofdstuk over atelierpraktijk en atelierproductie. 38 In deze stukken kwamen allerlei vragen aan bod waar de onderzoekers van het team, maar ook museumconservatoren en andere Rembrandt-vorsers steeds vaker tegenaan liepen. De romantische kunstenaar Fuseli kon omstreeks 1800 nog in volle ernst menen dat het genie Rembrandt zeker geen leermeester, maar waarschijnlijk ook geen leerlingen had gehad: daarvoor was hij nu eenmaal uniek. 39 Maar uitspraken van Samuel van Hoogstraten, zelf leerling van Rembrandt, de Duitse kunstenaar Joachim von Sandrart, die inzicht had in de gang van zaken in Rembrandts atelier, en Arnold Houbraken, een van de vroege biografen van Rembrandt, doen wel vermoeden dat Rembrandt allerlei soorten leerlingen en assistenten had. Wie waren dat, welke rol speelden zij in het atelier en welk aandeel hadden zij eventueel in de totstandkoming van aan Rembrandt toegeschreven of misschien zelfs door Rembrandt gesigneerde werken? De vraag die keer op keer werd gesteld, was of het niet denkbaar was dat Rembrandt soms, of regelmatig, een deel van een door hem afgeleverd 45

14 de zaak rembrandt schilderij had laten vervaardigen door een leerling. Dat was een praktijk die toch ook bij andere schilders zeker bij portretschilders in de zeventiende eeuw voorkwam, al hebben we daar nog maar weinig harde gegevens over. We weten dat veel van Rembrandts leerlingen niet zozeer beginnende leerjongens waren, als wel behoorden tot de categorie van de gevorderde gezellen. Het ging doorgaans om al vrij ver opgeleide jongemannen, die bij Rembrandt in de leer gingen om hun eerder bij een andere meester genoten opleiding af te maken en Rembrandts stijl en manier van werken onder de knie te krijgen. In theorie moeten zij in staat worden geacht om als assistent een substantiële bijdrage te hebben kunnen leveren aan de productie van het atelier. Het zou dus denkbaar kunnen zijn dat er werken worden gevonden waarvan, bijvoorbeeld, de compositie door Rembrandt is opgezet en gedoodverfd en waarvan wezenlijke onderdelen door hem zijn opgewerkt, maar waarvan minder in het oog vallende delen door een gevorderde leerling zijn uitgewerkt, en ten slotte mogelijk weer geretoucheerd door de meester zelf. 40 Maar dat soort bevindingen vindt men maar sporadisch in de eerste drie delen van het Corpus. Het onderzoeksteam was, integendeel, tot de conclusie gekomen dat Rembrandts leerlingen hem maar zelden bij de uitvoering van zijn werk hielpen. 41 Aan deze problematiek werd in de internationale tentoonstelling Rembrandt, de meester en zijn werkplaats gewijd, waarbij het RRP de gelegenheid kreeg zijn benadering bij een groter publiek onder de aandacht te brengen. Later volgden in het Rembrandthuis de door het RRP in samenwerking met de Gemäldegalerie Kassel en de Gemäldegalerie Berlin ontwikkelde tentoonstellingen Het mysterie van de jonge Rembrandt ( ) en Rembrandt, zoektocht van een genie (2006). Ook de in 2006 in het Statens Museum for Kunst in Kopenhagen georganiseerde tentoonstelling Rembrandt? The master and his workshop ontstond in samenwerking met het RRP. Deze tentoonstellingen en de daarbij behorende catalogi kunnen beschouwd worden als een van de belangrijkste vormen van maatschappelijke én academische spin-off van het onderzoek. Ondanks allerlei nuanceringen die in de inleidende teksten op de delen I tot en met III werden aangebracht, kwam het er in de praktijk van het RRP keer op keer op neer dat een schilderij hetzij volledig aan Rembrandt zelf werd toegeschreven, hetzij (vrijwel) volledig aan een leerling of assistent in de werkplaats. De onaangename en door het onderzoeksteam misschien ook wel ongewenste consequentie was dat een werk met de eerstgenoemde kwalificatie werd geplaatst in categorie A van het Corpus en een schilderij met de laatstgenoemde beoordeling in categorie C. De C-klasse werd daarmee een vreemde vergaarbak van een zeer beperkt aantal latere navolgingen, maar in hoofdzaak van zeventiende-eeuwse schilderijen die niet uit de directe omgeving van Rembrandts atelier afkomstig waren én van werken die misschien wel in Rembrandts atelier tot stand gekomen waren, maar waaraan hij zelf niet of slechts in geringe mate had bijgedragen. Categorie B in de praktijk 46

15 frans grijzenhout verreweg de kleinste van de drie bleef over voor werken waarover het RRPteam geen definitieve uitspraak durfde doen. Hier brak het onderzoeksteam het eerder genomen besluit op om de oorspronkelijk ontworpen vier categorieën de vierde categorie zou bestaan uit latere imitaties en vervalsingen 42 terug te brengen tot drie. Walter Liedtke, hoofdconservator schilderijen van het Metropolitan Museum of Art in New York en een van de meest eloquente criticasters van het RRP, vatte deze drie categorieën cynisch samen als A for Accepted, B for Bothersome and C for Copies and other things. 43 Deze conclusie en de praktische consequenties ervan voor de eerste drie delen van het Corpus is door een grote groep critici onbevredigend genoemd. Waarom zou een wat minder werk niet tóch van Rembrandt kunnen zijn? Sommigen meenden dat men zelfs van een geniaal schilder als Rembrandt, met zijn hoge portrettenproductie in de jaren 1630, niet kon verwachten dat hij nooit een offday had, net zo min als Hofstede de Groot dat had verwacht van zijn biljartspeler. Als er soms zwakkere passages in zijn werk zaten, waarom zouden die dan niet van een leerling kunnen zijn? En waarom zouden we dat werk dan volledig moeten afschrijven uit het oeuvre van Rembrandt? Het is toch ondenkbaar dat bijvoorbeeld iemand die Rembrandt betaalde voor een portret, zich zou hebben laten uitschilderen door een leerling? Zou het niet beter zijn die indeling in A, B en C helemaal te laten varen, of in elk geval, zoals Liedtke eens voorstelde, categorie B veel groter te maken with all the available facts intelligently presented? 44 Een obsessieve drang tot toeschrijven Tijdens een van de symposia die in het herdenkingsjaar 1969 werden gehouden, werd opgemerkt dat geen enkel schilderij van Rembrandt zou mogen worden afgeschreven, tenzij een nieuwe toeschrijving aan een andere kunstenaar daarvoor in de plaats kwam. Hoewel Van de Wetering in zijn essay in deel II expliciet afstand nam van deze stelling, werd het hele team van het RRP in deze periode nog volledig in beslag genomen door de behoefte om werken toe te schrijven aan individuele kunstenaars: als het niet Rembrandt zelf was, dan toch tenminste een van zijn liefst met naam en toenaam genoemde leerlingen of assistenten. Waar Talley sprak van een obsessie met technisch onderzoek en Van de Wetering zelf in een terugblik wel eens heeft gesproken van het apriori reductionisme dat met name Bruyn en Haak bezielde, ben ik geneigd te spreken van een obsessie met toeschrijving. In die zin bekende het onderzoek zich nog geheel tot de traditie van het kunsthistorisch kennerschap dat liefst een naam van een kunstenaar verbindt aan een werk. Hier wreekte zich de monumentale status die Rembrandt niet alleen in de negentiende eeuw had verworven. Die status had zich door het quasi-onberedeneerde estheticisme van Bredius en anderen in de jaren dertig van de twintigste eeuw onttrokken aan historische kritiek. De verbeten pogingen van het RRP om het beeld van Rembrandt te 47

16 de zaak rembrandt zuiveren kwamen in laatste instantie voort uit dezelfde behoefte om diens statuur ten opzichte van zijn naaste en wijdere omgeving te vergroten. De herhaalde toeschrijving van mindere werken aan tot op dat moment soms vrijwel anoniem gebleven leerlingen en medewerkers, moest het profiel van het ware Rembrandt-beeld steeds krachtiger uithakken. Maar omstanders en collega s keken met toenemend onbegrip naar sommige brokken die de onderzoekers bij het houwen van dat beeld lieten vallen. Een van die brokken werd gevormd door een paar portretten uit het bezit van het Metropolitan Museum of Art in New York. Het gaat om twee, vrij zwaar gerestaureerde schilderijen uit de eerste helft van de jaren dertig van de zeventiende eeuw, door vererving beland bij de familie Van Beresteyn. Wie de stukken in het dossier van deze twee schilderijen bekijkt, ziet hoe de verschillende leden van het RRP-team geworsteld hebben met afof toeschrijving. Op 17 april 1969 bekeken Haak en Bruyn de portretten. Bij het mansportret schreef Bruyn : Wat, vooral van de kop, over is, komt voldoende met R s karakteristieken overeen. Het oorspronkelijke oordeel luidde dan ook: Wel R brandt. Ten aanzien van het vrouwenportret bestonden meer twijfels: Door een nauwelijks rembrandtieke hand geschilderd, maar wel in het atelier: de hand rechts (door R. zelf?) evenals het idee van de perspectivisch zonderlinge fries en lijst. Na een korte bespiegeling over verwantschap met het werk van Gerard van Honthorst en Paulus Moreelse komt een eerste ontknoping: Kan het [van] de jonge Bol zijn??, zo vraagt Bruyn zich af. Bij de opstelling van de basistekst voor het Corpus, negen (!) jaar later, spreekt Bruyn in juni 1978 van de rembrandtieke indruk die het mansportret maakt, maar ook van een zekere bloedeloosheid, een gebrek aan samenhang binnen de figuur, die op een wassen beeld lijkt. In de daaropvolgende discussies komt steeds vaker de naam op van een leerling van Rembrandt in Leiden en misschien ook in zijn vroege Amsterdamse jaren: zou Isaac de Jouderville de portretten niet hebben kunnen schilderen? Van de Wetering ziet de schilderijen in april 1984 nog eens. Het loont de moeite zijn aantekeningen hier integraal weer te geven: Je moet je er steeds weer in werken. Zoals ze naast de Oosterling hangen houden ze t prima uit. Prachtig van lichtkracht, mooi atmosferisch in de ruimte. Naarmate je langer kijkt komen alle oude bezwaren weer boven. Maar je krijgt toch t gevoel dat R nogal direct betrokken was bij de productie van deze schilderijen en ook de hand erin gehad kan hebben en natuurlijk in de hand vd vrouw. t Is ondenkbaar dat iemand als Jouderville geheel op eigen houtje verantwoordelijk voor deze schilderijen gemaakt kan worden. In die eerste jaren [in Amsterdam] moet er een gezamenlijke activiteit geweest zijn. 45 Niettemin kwamen de Beresteyns in deel II terecht in de C-categorie met de suggestie dat ze geschilderd zouden zijn door Isaac de Jouderville. 46 Kirbey Talley maakte zich het jaar daarop vrolijk over de toeschrijving van de portretten aan an artist of such overpowering mediocrity als Jouderville

17 frans grijzenhout Ook Caroline Elam sprak later in The Burlington Magazine haar verbazing uit over de toeschrijving van de portretten aan deze distinctively incompetent figure. Het RRP kwam op deze manier, zo schreef ze, wel heel dicht in de buurt van art-historical self-parody. 48 Soortgelijke discussies, waarin soms na lange beschouwingen over de herkomst, de staat van conservering en de stijl van het werk de peinture van het schilderij voor het RRP-team uiteindelijk meestal de doorslag gaf, ontstonden rond een aantal andere schilderijen: de zogenaamde Pellicorneportretten uit het Museum of Fine Arts in Boston, een portret van een onbekend echtpaar uit het Steward Gardner Museum in Boston, en rond een van de publiekslievelingen uit de New Yorkse Frick-collectie: de Poolse ruiter. Een wat onvoorzichtige opmerking van Bruyn, gedaan in een boekbespreking in 1984, deed in New York en ver daarbuiten alle alarmbellen rinkelen. Bruyn zei daarin dat bij dit monumentale schilderij misschien gedacht moest worden aan Rembrandts leerling Willem Drost. De Amsterdamse mafia van het RRP wilde de Poolse ruiter afschrijven, werd gezegd! 49 Bruyn had het schilderij op 21 april 1969, vier dagen na de Beresteyn -portretten, met Haak bestudeerd en kwam toen al tot een tamelijk negatieve eindconclusie: Ondanks grote kwaliteiten (b.v. in de paardekop) te veel zwakheden [ ] om helemaal te overtuigen. Ook in dit geval kwam Van de Wetering in april 1984 weer langs. Hij herkende in het kostuum van de ruiter wel een Drostiaans illusionisme, maar, maar ik geloof toch niet dat t van D[rost] is. [ ] Ik ben nog steeds niet zeker over afschrijving, krabbelde hij neer. 50 In de catalogus van de tentoonstelling Rembrandt: de meester en zijn werkplaats ( ) kwam er echter hoe dan ook een vraagteken achter Rembrandts naam te staan. 51 En zowel de beheerders van de Frick-collectie als het publiek bleven nog lang in onzekerheid over de status van het schilderij binnen de systematiek van het project. Chute Het project van het onderzoek naar de authenticiteit van aan Rembrandt toegeschreven schilderijen vorderde intussen maar heel langzaam. 52 Met name Bruyn was zich ervan bewust dat dit op termijn risico s voor de financiering met zich meebracht. In 1978, dus nog vóór de publicatie van deel I, hadden de onderzoekers omwille van de voortgang en de publicatiekosten al overwogen af te zien van een van de paradepaardjes van het project: de minutieuze beschrijving van elk schilderij. Ook dachten zij erover de beoogde toelichtingen en verantwoordingen drastisch te bekorten. Maar daarmee zou men terugvallen op de verfoeide praktijk van Bredius en Bauch. Men besloot daarom op de afgesproken voet voort te gaan. Wel werd besloten vanaf deel II de lijst van Gerson als uitgangspunt te nemen en voortaan niet meer de uitgebreidere van Bredius te gebruiken; dat scheelde op dat moment ruim 150 nummers. Hoe verstandig dat met het oog op de vaart 49

18 de zaak rembrandt van het project ook was, het betekende dat een grote groep schilderijen de facto buiten het onderzoek werd geplaatst en met één pennenstreek werd afgeschreven. Bruyn, die in 1985 met emeritaat ging, keek in dat jaar terug op de achter hem liggende periode. Naast het feit dat alle leden van het RRP-team in de loop der jaren zware verantwoordelijkheden op zich hadden genomen aan hun universiteit en in diverse musea, was het, zo gaf hij toe, toch vooral de onderschatting geweest van de uit het werk voortkomende intellectuele problemen die ervoor hadden gezorgd dat de voortgang van het project langzamer was dan oorspronkelijk gedacht. Omdat NWO alleen projecten kon financieren die waren ingebed in een universitaire omgeving en die geleid werden door een hoogleraar, gaf het vanaf datzelfde jaar geen subsidie meer voor onderzoek, maar alleen nog voor de ondersteuning die nodig was om de delen II en III af te maken. Ze werden in 1986 en 1989 opgeleverd. Na de voltooiing en al lang vóór de publicatie van deel III raakte het RRP in een serieuze crisis. Van de Wetering had Bruyn laten weten dat hij zijn eigen inzichten onvoldoende herkende in het derde deel. Daarbij moet worden opgemerkt dat Van de Wetering als een van de weinigen vanaf het begin van het project met enige regelmaat gebruik had gemaakt van de mogelijkheid om dissenting opinions te laten opnemen ten opzichte van de mening van de rest van de groep. 53 Hij stelde een aangepaste werkwijze voor die ten dele tegemoet moest komen aan de kritiek die van vele kanten op het project was geuit. Restauratoren, natuurwetenschappers en andere onderzoekers zouden nadrukkelijker en in een vrijere samenstelling aan het onderzoek moeten kunnen deelnemen, er zou actiever gecommuniceerd moeten worden met de eigenaren en beheerders van de schilderijen, om onnodige opschudding, zoals in het geval van de Poolse ruiter, zo veel mogelijk te voorkomen. En, meest ingrijpend: de ABC-indeling van de nog te publiceren delen van het Corpus zou overboord moeten worden gezet. Dit laatste had vooral te maken met het feit dat Rembrandts productie na 1642 tijdelijk lijkt te zijn ingestort en de aard en de onderwerpen van de schilderijen bovendien sterk uiteenlopen. Dit betekende voor het onderzoeksteam dat er domweg niet voldoende schilderijen waren om een samenhangend beeld van Rembrandts stijl en stijlontwikkeling te kunnen opstellen, zoals dat bij de eerste drie delen wel was gebeurd. En als dat kennerscriterium niet kon worden ontwikkeld, hoe moesten de A- en C-schilderijen dan van elkaar worden gescheiden? Dit laatste gegeven, gevoegd bij de lange duur van het project en de intussen vergevorderde leeftijd van de meeste teamleden, deed hen besluiten een punt achter hun werk te zetten en het project te beëindigen. Van de Wetering wilde echter doorgaan. Na enige geladen bijeenkomsten stemden de vertrekkende onderzoekers ermee in dat hij het merk van het RRP mocht overnemen en de ruimte kreeg om zijn nieuwe benadering onder die merknaam toe te passen. De verhoudingen tussen de teamleden 50

19 frans grijzenhout bleven wel zo collegiaal dat Bruyn Van de Wetering, na de benoeming van de laatste tot hoogleraar kunstgeschiedenis aan de UvA op 4 april 1987 begeleidde naar NWO om een verlenging, of liever gezegd revitalisering van het project, te bepleiten. Bruyn zou ook nog enkele jaren blijven meewerken aan het ontwikkelen en verfijnen van de nieuwe koers. In een kort briefje aan de redactie van The Burlington Magazine kondigden de teamleden Bruyn, Haak, Levie en Van Thiel ten slotte in april 1993 hun vertrek aan. In een volgende editie van het blad lichtte Van de Wetering de nieuwe koers in een uitvoeriger brief toe. Formeel gezien was dat een zuivere gang van zaken die recht deed aan de nieuwe verhoudingen. Maar emotioneel gezien was het misschien beter geweest als beide documenten geïntegreerd en ondertekend door alle teamleden waren gepubliceerd. In de strikte zin van het woord was hiermee een einde gekomen aan het RRP in zijn oorspronkelijke opzet. Volgens de gekozen vertrekpunten was het voltooid tot en met het derde van de beoogde vijf delen. Daarin waren 146 schilderijen op Rembrandts naam gesteld, waren 122 nummers afgeschreven en was over 12 nummers geen definitief oordeel geveld. Het hele terrein van Rembrandts productie na de Nachtwacht was wel verkend tijdens de reizen en beschreven in de dossiers, maar nog niet verwerkt tot communicabele en publicabele entries. Over alle schilderijen was een enorme hoeveelheid kennis verzameld: nieuwe kennis vooral over de fysieke kenmerken van de objecten, hun totstandkoming, en de soms zeer ingrijpende restauraties die eraan waren gepleegd. Want in alle opwinding over kwesties van toeschrijving en methode mogen we niet vergeten dat daarin een van de allerbelangrijkste bijdragen ligt van het eerste RRP aan de kunsthistorische wetenschap: de nieuwe blik op het kunstwerk, zelfs dat van Rembrandt, als artefact, als voorwerp, als ding zo men wil, waar met materiële middelen een illusie wordt gewekt die ons tot op de dag van vandaag betovert. Het RRP heeft het onderzoek naar de materiële basis van die betovering, naar de mechanismen van het kunstenaarschap van Rembrandt en zijn tijdgenoten in gang gezet en daarin ook de eerste belangrijke resultaten geboekt. Waar de technologische hulpmiddelen geen uitkomst bleken te bieden in kwesties van toeschrijving, zoals men aanvankelijk had gehoopt, bleken ze bij uitstek geschikt voor het schrijven van de geschiedenis van de makelij van de schilderijen van Rembrandt, zijn leerlingen en assistenten. Die benadering is inmiddels niet meer weg te denken uit het kunsthistorisch onderzoek. En ondanks alle reserves die men kan en moet hebben tegen het traditionele kennerschap of althans tegen de onberedeneerde varianten daarvan, heeft het project met zijn uitgebreide beschrijvingen, zijn beredeneerde afwegingen en zijn pogingen tot het scheiden van allerlei handen in het atelier, wel degelijk een bijdrage geleverd aan de ontwikkeling van datzelfde connaisseurschap in een (eenen)twintigste-eeuwse versie, een versie die ik geïnformeerd kennerschap zou willen noemen: kennerschap met gebruikmaking van alle denkbare technische en historische gegevens. 51

20 de zaak rembrandt Rembrandt research: een open einde Als het RRP met het verschijnen van deel III van het Corpus en met het besluit van vier van de initiatiefnemers met het project te stoppen wordt beschouwd als afgerond (of afgebroken), hoe moeten we dan aankijken tegen het werk dat sindsdien door en onder leiding van Ernst van de Wetering wordt uitgevoerd? Goed beschouwd gaat het om nieuw onderzoek, met een nieuwe probleemstelling en nieuwe onderzoeksmethoden, maar onder de vlag van het RRP. Het nieuwe onderzoek maakt natuurlijk gebruik van de observaties en de onderzoeksresultaten die in het eerste project waren gerealiseerd. Hoewel de vraag naar de authenticiteit of, beter gezegd, de (uitsluitende) eigenhandigheid van werken van Rembrandt nog steeds centraal staat in het onderzoek, is er sprake van ingrijpende verschuivingen in de hypothesevorming, in de manier waarop conclusies worden bereikt, en in de wijze waarop die worden gepresenteerd. De gang van zaken in het atelier van Rembrandt staat nu in het brandpunt van de belangstelling van het onderzoek. Maar de neiging om elk schilderij dat bestudeerd wordt toe te schrijven aan een individuele (leerling-)kunstenaar, is expliciet losgelaten. Er is gekozen voor een veel voorzichtiger benadering, die aan individuele werken stap voor stap de volgende vragen stelt: Gaat het om een zeventiende-eeuws schilderij? Komt het uit Rembrandts atelier? Is het een in het atelier geschilderde kopie naar een (bestaand of verloren gegaan) werk van Rembrandt? Of is het een originele inventie? In dat laatste geval: heeft Rembrandt het zelf geschilderd of een van zijn medewerkers of zijn er eventueel meerdere handen in hetzelfde werk te onderscheiden? 54 Afgezien van de portretten tot 1642 komt dat laatste zelden bij Rembrandt voor, wat allerlei critici daarvan ook gezegd hebben, meent Van de Wetering nog steeds. 55 De oude illusie van het projectteam met zijn homogene kunsthistorische methode is losgelaten. Daarvoor in de plaats is een samenwerking gekomen met enige vaste, maar ook wisselende vertegenwoordigers van andere disciplines: historici, restauratoren, conservation scientists. Opvallend genoeg heeft dat niet geleid tot een veel grotere variëteit in de output van het onderzoek. De kunsthistorische vraagstelling, zij het in een andere vorm en met een andere dimensie, staat meer dan ooit centraal. En die vraagstelling wordt nu bestuurd en gestuurd door één man: Ernst van de Wetering, die als auctor intellectualis, auteur en redacteur uittorent boven alle onderzoeken en geschreven bijdragen van onderzoekers en medeauteurs, veel meer dan Bruyn ooit het beeld van de eerste drie delen van het Corpus heeft kunnen bepalen. Dat heeft het grote voordeel dat er in het in 2005 gepubliceerde deel IV veel meer sprake is van een geïntegreerde persoonlijke visie dan in de eerste drie delen. Met een werkelijk fenomenaal resultaat. Wie de individuele entries, maar met name ook het inleidende essay van deel IV over de authenticiteit en de functies van de zelf portretten ook de getekende en gegraveerde in Rembrandts atelierpraktijk doorleest, kan niet anders dan onder de indruk 52

Christie s kan claim verwachten

Christie s kan claim verwachten AiA Art News-service Christie s kan claim verwachten Ontdekking Rembrandt Het veilinghuis herkende een Rembrandt niet. De oud-directeur van Christie s Nederland verwacht dat de inbrenger een financiële

Nadere informatie

Rembrandt-kenner Kunsthandelaar Jan Six heeft de integriteit van Rembrandt-kenner Ernst van de

Rembrandt-kenner Kunsthandelaar Jan Six heeft de integriteit van Rembrandt-kenner Ernst van de AiA Art News-service Ernst van de Wetering (1938) geldt als de grootste Rembrandt-kenner ter wereld. Foto Vincent Mentzel Mijn vriendschap met Jan Six is voorbij Rembrandt-kenner Kunsthandelaar Jan Six

Nadere informatie

Rembrandts. late leerlingen In de leer bij een genie. David de Witt Leonore van Sloten Jaap van der Veen

Rembrandts. late leerlingen In de leer bij een genie. David de Witt Leonore van Sloten Jaap van der Veen Rembrandts late leerlingen In de leer bij een genie David de Witt Leonore van Sloten Jaap van der Veen Museum Het Rembrandthuis Amsterdam 2015 Inhoud Voorwoord 11 Bruikleengevers 13 1 Rembrandts late leerlingen

Nadere informatie

In één oogopslag zag ik: dit is een Rembrandt

In één oogopslag zag ik: dit is een Rembrandt AiA Art News-service In één oogopslag zag ik: dit is een Rembrandt Interview Jan Six Jaren van Rembrandt-studie betaalde zich uit voor kunsthandelaar Jan Six. Op een Londense veiling ontdekte de nazaat

Nadere informatie

TENTOONSTELLINGSPROGRAMMA Rembrandt observeert mensen Etsen uit de collectie van Het Rembrandthuis

TENTOONSTELLINGSPROGRAMMA Rembrandt observeert mensen Etsen uit de collectie van Het Rembrandthuis TENTOONSTELLINGSPROGRAMMA 2018-2019 Museum Het Rembrandthuis presenteert de komende twee jaar een gevarieerd programma aan tentoonstellingen. Zo ontmoeten we in 2018 Rembrandt als observator van de mens

Nadere informatie

Zelfs kenners geloofden in hun echtheid

Zelfs kenners geloofden in hun echtheid AiA Art News-service Zelfs kenners geloofden in hun echtheid Kunstvervalsing Veilinghuis Sotheby s betaalde een privéverzamelaar onlangs 10 miljoen euro compensatie voor een valse Frans Hals. Arjen Ribbens

Nadere informatie

Authenticiteit toont zich Een filosofische benadering.

Authenticiteit toont zich Een filosofische benadering. Authenticiteit toont zich Een filosofische benadering. dr. Rob van Gerwen Departement Wijsbegeerte Universiteit Utrecht Authentieke Educatie Lectoraat Kunst en cultuureducatie, Amsterdam 21 november 2011

Nadere informatie

Op reis door het rijk der Letteren en der Godgeleerdheid

Op reis door het rijk der Letteren en der Godgeleerdheid History Christiane Simone Stadie Op reis door het rijk der Letteren en der Godgeleerdheid Herinneringen van mijne academiereis in 1843 (Abraham Des Amorie van der Hoeven Jr.) Seminar paper Christiane

Nadere informatie

PERSBERICHT 16 januari 2015

PERSBERICHT 16 januari 2015 Van: Carina Blokzijl Museum Gouda [Carina.Blokzijl@museumgouda.nl] Verzonden: vrijdag 16 januari 2015 12:36 Onderwerp: van Michel tot Israels Bijlagen: GeorgesMichel_Gezicht_op_de_heuvel_van_Montmartre.jpg;

Nadere informatie

Onrust in kunstwereld: Voor 10 miljoen verkochte Frans Hals is 'zeer knappe vervalsing'

Onrust in kunstwereld: Voor 10 miljoen verkochte Frans Hals is 'zeer knappe vervalsing' AiA Art News-service Onrust in kunstwereld: Voor 10 miljoen verkochte Frans Hals is 'zeer knappe vervalsing' Phtaloblauw werd valse Hals fataal 'Een onbekende man', door experts toegeschreven aan Frans

Nadere informatie

De Jefferson Bijbel. Thomas Jefferson

De Jefferson Bijbel. Thomas Jefferson De Jefferson Bijbel Thomas Jefferson Vertaald en ingeleid door: Sadije Bunjaku & Thomas Heij Inhoud Inleiding 1. De geheime Bijbel van Thomas Jefferson 2. De filosofische president Het leven van Thomas

Nadere informatie

Rembrandt en de Bijbel

Rembrandt en de Bijbel Rembrandt en de Bijbel POSE CHRISTENDOM HAV0/VWO 4 - CSG CALVIJN GODSDIENST De profetie van Simeon aan Maria olieverf op paneel (55 44 cm) 1628 Kunsthalle, Hamburg - Duitsland 1 Wat gaan jullie doen? Als

Nadere informatie

Koninklijk Zeeuwsch Genootschap Der Wetenschappen (1768- )

Koninklijk Zeeuwsch Genootschap Der Wetenschappen (1768- ) Koninklijk Zeeuwsch Genootschap Der Wetenschappen (1768- ) Oprichting In 1768 werd het Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen officieel opgericht. De aanleiding vormde een initiatief uit Vlissingen tot

Nadere informatie

VAN GOGH KRIJGT SCHILDERLES NIVEAU ++

VAN GOGH KRIJGT SCHILDERLES NIVEAU ++ NIVEAU ++ 1/5 Vincent van Gogh heeft nooit een kunstenaarsopleiding afgemaakt. Met deze leskaart leer je meer over de jonge Vincent én hoe je met wat hulp en (vooral) heel veel doorzettingsvermogen toch

Nadere informatie

A-tekst. De aquarel. Mesdag Israëls Mauve Breitner Mondriaan

A-tekst. De aquarel. Mesdag Israëls Mauve Breitner Mondriaan A-tekst De aquarel Mesdag Israëls Mauve Breitner Mondriaan In de 19de eeuw maakte de Nederlandse aquarel een ongekende bloeiperiode door. De artistieke idealen van die tijd vonden in dit medium een perfecte

Nadere informatie

Waar Bepaal ten slotte zo nauwkeurig mogelijk waar het onderwerp zich afspeelt. Gaat het om één plek of spelen meer plaatsen/gebieden een rol?

Waar Bepaal ten slotte zo nauwkeurig mogelijk waar het onderwerp zich afspeelt. Gaat het om één plek of spelen meer plaatsen/gebieden een rol? Hoe word ik beter in geschiedenis? Als je beter wilt worden in geschiedenis moet je weten wat er bij het vak geschiedenis van je wordt gevraagd, wat je bij een onderwerp precies moet kennen en kunnen.

Nadere informatie

Archiefinstellingen aan het woord: Van Nelle s vormgevingsarchief

Archiefinstellingen aan het woord: Van Nelle s vormgevingsarchief Archiefinstellingen aan het woord: Van Nelle s vormgevingsarchief Jantje Steenhuis, voorzitter BRAIN (Branchevereniging Archiefinstellingen Nederland) en directeur Gemeentearchief Rotterdam Die plaat voor

Nadere informatie

Kijkwijzer HAVO / VWO. Joep Nicolas. 11 juni 2014 t/m 11 januari 2015. Pierre Cuypersstraat 1, 6041 XG Roermond, 0475 359102, www.cuypershuis.

Kijkwijzer HAVO / VWO. Joep Nicolas. 11 juni 2014 t/m 11 januari 2015. Pierre Cuypersstraat 1, 6041 XG Roermond, 0475 359102, www.cuypershuis. Kijkwijzer HAVO / VWO Joep Nicolas 11 juni 2014 t/m 11 januari 2015 Pierre Cuypersstraat 1, 6041 XG Roermond, 0475 359102, www.cuypershuis.nl Welkom in het Cuypershuis Het museumgebouw is een uniek complex

Nadere informatie

OBSERVATIE. Hoe kom je in een creatieve mindset? De observatie van een kunstenaar en hoe hij aan zijn creativiteit komt. Robbert Kooiman G&I 1-C

OBSERVATIE. Hoe kom je in een creatieve mindset? De observatie van een kunstenaar en hoe hij aan zijn creativiteit komt. Robbert Kooiman G&I 1-C OBSERVATIE Hoe kom je in een creatieve mindset? De observatie van een kunstenaar en hoe hij aan zijn creativiteit komt Robbert Kooiman G&I 1-C Contents Inleiding... 2 Covert of Overt... 2 Analyse... 3

Nadere informatie

Fabritius, schilder van Het puttertje

Fabritius, schilder van Het puttertje Fabritius, schilder van Het puttertje www.meulenhoff.nl Deborah Davis Fabritius, schilder van Het puttertje Leven en werk van een zeventiende-eeuwse meester Uit het Engels vertaald door Annemie de Vries

Nadere informatie

Johannes 20, 1-18 20 april Pasen 2014 Wehl. (ds. A. Oude Kotte-de Boon) Thema: 'Het verhaal van Maria van Magdala ' Gemeente,

Johannes 20, 1-18 20 april Pasen 2014 Wehl. (ds. A. Oude Kotte-de Boon) Thema: 'Het verhaal van Maria van Magdala ' Gemeente, Johannes 20, 1-18 20 april Pasen 2014 Wehl (ds. A. Oude Kotte-de Boon) Thema: 'Het verhaal van Maria van Magdala ' Gemeente, We zijn er doorheen gegaan, Veertig dagen en nachten, Tijd van voorbereiding...

Nadere informatie

1. Onderwerp van de klacht schending van wetenschappelijke integriteit bij uitbrengen deskundigenbericht aan rechtbank

1. Onderwerp van de klacht schending van wetenschappelijke integriteit bij uitbrengen deskundigenbericht aan rechtbank 2011 1. Onderwerp van de klacht schending van wetenschappelijke integriteit bij uitbrengen deskundigenbericht aan rechtbank 2. Advies Commissie Wetenschappelijke Integriteit KLACHT Bij brief van 2010,

Nadere informatie

VAN GOGH KRIJGT SCHILDERLES NIVEAU ++

VAN GOGH KRIJGT SCHILDERLES NIVEAU ++ NIVEAU ++ 1/5 Vincent van Gogh heeft nooit een kunstenaarsopleiding afgemaakt. Met deze leskaart leer je meer over de jonge Vincent én hoe je met wat hulp en (vooral) heel veel doorzettingsvermogen toch

Nadere informatie

Breien in de late middeleeuwen Een stukje geschiedenis over een geliefd tijdverdrijf

Breien in de late middeleeuwen Een stukje geschiedenis over een geliefd tijdverdrijf Breien in de late middeleeuwen Een stukje geschiedenis over een geliefd tijdverdrijf Madonna met breiwerk, 1400-1410. Geschilderd door Bertram von Minden (1340-1414), detail uit het Buxtehude Altaar Onderzoek

Nadere informatie

Beeldende kunst archieven RKD / Nederlands instituut voor Kunstgeschiedenis

Beeldende kunst archieven RKD / Nederlands instituut voor Kunstgeschiedenis Beeldende kunst archieven RKD / Nederlands instituut voor Kunstgeschiedenis Rijksmuseum Amsterdam Najaarsbijeenkomst SNAAI 25 november 2013 Ramses van Bragt, archivaris RKD Inhoud Korte introductie RKD

Nadere informatie

Naam: DE GOUDEN EEUW en Rembrandt

Naam: DE GOUDEN EEUW en Rembrandt Naam: DE GOUDEN EEUW en Rembrandt De Gouden Eeuw duurde niet precies honderd jaar. Hij begon aan het eind van de 16de eeuw, beleefde zijn hoogtepunt rond 1675 en was in de 18de eeuw voorbij. De Gouden

Nadere informatie

Take Home Examen. Het stijlbegrip volgens Nelson Goodman. i Postvak 54 6 juni 2008 Blok BA CW 1 E Vraag II

Take Home Examen. Het stijlbegrip volgens Nelson Goodman. i Postvak 54 6 juni 2008 Blok BA CW 1 E Vraag II Take Home Examen Het stijlbegrip volgens Nelson Goodman i444049 Postvak 54 6 juni 2008 Blok BA CW 1 E Vraag II De Amerikaanse filosoof Nelson Goodman heeft een boek geschreven, genaamd Ways of Worldmaking.

Nadere informatie

Eindexamen geschiedenis havo 2009 - I

Eindexamen geschiedenis havo 2009 - I Ten oorlog! Europese oorlogen 1789-1919. Oorlog als maatschappelijk fenomeen In de Coalitieoorlogen voerde de Franse regering de dienstplicht in. 2p 1 Leg uit dat zij hiermee de betrokkenheid van Franse

Nadere informatie

Verhaal: Jozef en Maria

Verhaal: Jozef en Maria Verhaal: Jozef en Maria Er was eens een vrouw, Maria. Maria was een heel gewone jonge vrouw, net zo gewoon als jij en ik. Toch had God haar uitgekozen om iets heel belangrijks te doen. Iets wat de hele

Nadere informatie

HC zd. 22 nr. 32. dia 1

HC zd. 22 nr. 32. dia 1 HC zd. 22 nr. 32 een spannend onderwerp als dit niet waar is, valt alles duigen of zoals Paulus het zegt in 1 Kor. 15 : 19 als wij alleen voor dit leven op Christus hopen zijn wij de beklagenswaardigste

Nadere informatie

Afkomstig uit de nalatenschap van

Afkomstig uit de nalatenschap van in de etalage Afkomstig uit de nalatenschap van Op woensdag 23 januari 2013 vond er een bijzondere onthulling plaats in het Stedelijk Museum Kampen. Een onthulling die werd verricht door Herman Krans,

Nadere informatie

AANTEKENINGEN WAAROM WERD GOD EEN MENS?

AANTEKENINGEN WAAROM WERD GOD EEN MENS? AANTEKENINGEN Alles draait om de visie op Jezus Christus. Door de eeuwen heen is er veel discussie geweest over Jezus. Zeker na de Verlichting werd Hij zeer kritisch bekeken. De vraag is waar je je op

Nadere informatie

Rembrandt van Rijn. Hoofdstuk 1 : Rembrandt zijn eerste jaren.

Rembrandt van Rijn. Hoofdstuk 1 : Rembrandt zijn eerste jaren. Rembrandt van Rijn Hoofdstuk 1 : Rembrandt zijn eerste jaren. Rembrandt is op 15 juli 1606 in Leiden geboren. Rembrandt zijn vader was eigenaar van een molen. Die molen was niet bewoonbaar. Hun huis stond

Nadere informatie

'Geheime' kunstcollectie Imtech komt in de verkoop

'Geheime' kunstcollectie Imtech komt in de verkoop FD: Economie & Politiek door Siem Eikelenboom 28 augustus 2015 'Geheime' kunstcollectie Imtech komt in de verkoop Karel Appel, 'Bloem met blauwe ogen' (1977) 'Als je de ontvangsthal van Van Rietschoten

Nadere informatie

Rapport. Datum: 26 maart 1998 Rapportnummer: 1998/092

Rapport. Datum: 26 maart 1998 Rapportnummer: 1998/092 Rapport Datum: 26 maart 1998 Rapportnummer: 1998/092 2 Klacht Op 26 juni 1997 ontving de Nationale ombudsman een verzoekschrift van mevrouw B. te Drachten, met een klacht over een gedraging van Gak Nederland

Nadere informatie

Canonvensters Michiel de Ruyter

Canonvensters Michiel de Ruyter ARGUS CLOU GESCHIEDENIS LESSUGGESTIE GROEP 8 Canonvensters Michiel de Ruyter Michiel Adriaanszoon de Ruyter werd op 23 maart 1607 geboren in Vlissingen. Zijn ouders waren niet rijk. Michiel was een stout

Nadere informatie

Er was eens een heel groot bos. Met bomen en bloemen. En heel veel verschillende dieren. Aan de rand van dat bos woonde, in een grot, een draakje. Dat draakje had de mooiste grot van iedereen. Lekker vochtig

Nadere informatie

Dit is een portret van een oude man, geschilderd door Johan Christiaan Kerkmeijer

Dit is een portret van een oude man, geschilderd door Johan Christiaan Kerkmeijer 1 Dit is een portret van een oude man, geschilderd door Johan Christiaan Kerkmeijer 2 En dit is ook een portret van een oude man, geschilderd door dezelfde kunstenaar, maar dan zo n dertig jaar later.

Nadere informatie

De uitstraling van Caspar van Wittel

De uitstraling van Caspar van Wittel De uitstraling van Caspar van Wittel Bart van Steenbergen 1 De ingang van de Canal Grande met de Santa Maria della Salute-kerk door Caspar van Wittel www.vanvitelli.nl Wat voor invloed heeft Caspar van

Nadere informatie

Tilburg en Kunst. Onderzoek Jongerenpanel Tilburg. Onderzoek uitgevoerd in opdracht van: Gemeente Tilburg. DIMENSUS beleidsonderzoek November 2013

Tilburg en Kunst. Onderzoek Jongerenpanel Tilburg. Onderzoek uitgevoerd in opdracht van: Gemeente Tilburg. DIMENSUS beleidsonderzoek November 2013 Tilburg en Kunst Onderzoek Jongerenpanel Tilburg Onderzoek uitgevoerd in opdracht van: Gemeente Tilburg DIMENSUS beleidsonderzoek November 2013 Projectnummer 529 1 Inhoud Samenvatting 3 Inleiding 5 1 Jongeren

Nadere informatie

Willen sterven. Wie anders dan ik zelf zou het recht hebben om te beslissen over mijn leven? Moment voor religieuze bezinning en waardevol leven

Willen sterven. Wie anders dan ik zelf zou het recht hebben om te beslissen over mijn leven? Moment voor religieuze bezinning en waardevol leven Wie anders dan ik zelf zou het recht hebben om te beslissen over mijn leven? Paul van Tongeren was tot zijn emeritaat hoogleraar wijsgerige ethiek in Nijmegen en Leuven. Hij is als geassocieerd onderzoeker

Nadere informatie

F r a n c i s c u s. v a n. Leven met aandacht. w e g D e. Erfgoed Congregatie Zusters Franciscanessen van Oirschot

F r a n c i s c u s. v a n. Leven met aandacht. w e g D e. Erfgoed Congregatie Zusters Franciscanessen van Oirschot Leven met aandacht Erfgoed Congregatie Zusters Franciscanessen van Oirschot w e g D e v a n F r a n c i s c u s 2 Leven met aandacht Inhoud 1 De weg van Franciscus 9 2 De oprichting van de congregatie

Nadere informatie

DE FAMILIE VAN LOON 130 _

DE FAMILIE VAN LOON 130 _ DE FAMILIE VAN LOON Mooi idee: je familie en huis jarenlang laten portretteren door schilders en fotografen. De roemrijke familie Van Loon uit Amsterdam deed dat. De indrukwekkende stapel familieportretten

Nadere informatie

2 Eeuw van het Verstand

2 Eeuw van het Verstand 2 Eeuw van het Verstand Caravaggio, 1600 Veranderingen Het vorige werkboek eindigde met de barok in Zuid-Europa en de Gouden Eeuw in Nederland. Zowel in de 16e als de 17e eeuw leefden een aantal van de

Nadere informatie

Wij zijn Kai & Charis van de Super Student en wij geven studenten zin in de toekomst.

Wij zijn Kai & Charis van de Super Student en wij geven studenten zin in de toekomst. Hallo, Wij zijn Kai & Charis van de Super Student en wij geven studenten zin in de toekomst. Dat is namelijk helemaal niet zo makkelijk. Veel studenten weten nog niet precies wat ze willen en hoe ze dat

Nadere informatie

Deel het leven Johannes 4:1-30 & 39-42 7 december 2014 Thema 4: Gebroken relaties

Deel het leven Johannes 4:1-30 & 39-42 7 december 2014 Thema 4: Gebroken relaties Preek Gemeente van Christus, Het staat er een beetje verdwaald in dit hoofdstuk De opmerking dat ook Jezus doopte en leerlingen maakte. Het is een soort zwerfkei, je leest er ook snel overheen. Want daarna

Nadere informatie

beeldende vakken CSE GL en TL

beeldende vakken CSE GL en TL Examen VMBO-GL en TL 2008 tijdvak 2 dinsdag 17 juni 9.00-11.00 uur beeldende vakken CSE GL en TL Bij dit examen hoort een bijlage. Dit examen bestaat uit 34 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 64 punten

Nadere informatie

Verslag van een ervaringsdeskundige. Nu GAP-deskundige.

Verslag van een ervaringsdeskundige. Nu GAP-deskundige. Burn out Verslag van een ervaringsdeskundige. Nu GAP-deskundige. Ik was al een tijd druk met mijn werk en mijn gezin. Het viel mij zwaar, maar ik moest dit van mezelf doen om aan de omgeving te laten zien

Nadere informatie

DE RIJDENDE RECHTER. Bindend Advies. verder te noemen WSV De Merwede, vertegenwoordigd door C.T. Koot en H.L. van der Beem,

DE RIJDENDE RECHTER. Bindend Advies. verder te noemen WSV De Merwede, vertegenwoordigd door C.T. Koot en H.L. van der Beem, Zaaknummer: S17b-05 Datum uitspraak: 25 augustus 2010 Plaats uitspraak: Zaandam DE RIJDENDE RECHTER in het geschil tussen: J.J. Bruining te Gorinchem verder te noemen: Bruining, tegen: Bindend Advies Watersportvereniging

Nadere informatie

Samen eenzaam. Frida den Hollander

Samen eenzaam. Frida den Hollander Samen eenzaam Samen eenzaam Frida den Hollander Tweede editie Schrijver: Frida den Hollander Coverontwerp: Koos den Hollander Correctie: Koos den Hollander ISBN:9789402122442 Inhoud Inleiding 1 Ik ben

Nadere informatie

Prostaatkanker Hoe ontdek je het en dan?

Prostaatkanker Hoe ontdek je het en dan? Prostaatkanker Hoe ontdek je het en dan? Eerste druk, 2014 2014 Henri Pieter www.henripieter.nl Schilderij cover: Irma Boogh-van der Burg isbn: 9789048433735 nur: 860 Uitgever: Free Musketeers, Zoetermeer

Nadere informatie

Rapport. Datum: 15 juli 2013. Rapportnummer: 2013/087

Rapport. Datum: 15 juli 2013. Rapportnummer: 2013/087 Rapport "Toch een voldoende voor de Toets Gesproken Nederlands" Rapport over een klacht over de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid te Den Haag. Datum: 15 juli 2013 Rapportnummer: 2013/087 2

Nadere informatie

Vergaderen. Auteur: Mark van der Lee. Plaats: Delft. Datum: 17 januari 2014. Organisatie: Haagsche Hogeschool Delft

Vergaderen. Auteur: Mark van der Lee. Plaats: Delft. Datum: 17 januari 2014. Organisatie: Haagsche Hogeschool Delft Vergaderen Auteur: Mark van der Lee Plaats: Delft Datum: 17 januari 2014 Organisatie: Haagsche Hogeschool Delft Binnen projecten is het erg belangrijk dat er communicatie is. Dit kan op verschillende manieren

Nadere informatie

De gulden is lang niet zo oer-hollands als je denkt FTM

De gulden is lang niet zo oer-hollands als je denkt FTM De gulden is lang niet zo oer-hollands als je denkt FTM ftm.nl De gulden is lang niet zo oer-hollands als je denkt FTM Edin Mujagic 8-10 minuten Bij de gulden denkt u hoogstwaarschijnlijk aan de Nederlandse

Nadere informatie

Vincent van Gogh. Hier zie je er een afbeelding van.

Vincent van Gogh. Hier zie je er een afbeelding van. Vincent van Gogh Een van de beroemdste schilders die Nederland heeft gehad was Vincent van Gogh. Deze kunstenaar heeft zelfs zijn eigen museum gekregen in Amsterdam. Toch wel heel bijzonder, zeker als

Nadere informatie

Essay. Norbert Vogel* Morele feiten bestaan niet

Essay. Norbert Vogel* Morele feiten bestaan niet Essay Norbert Vogel* Morele feiten bestaan niet Ethici onderscheiden zich van gewone mensen doordat zij niet schijnen te weten wat morele oordelen zijn. Met behulp van elkaar vaak uitsluitende ismen trachten

Nadere informatie

Rembrandt vanaf 9 september te zien in Museum Boijmans Van Beuningen. Virtuositeit en verbeeldingskracht: Rembrandt-etsen uit eigen collectie

Rembrandt vanaf 9 september te zien in Museum Boijmans Van Beuningen. Virtuositeit en verbeeldingskracht: Rembrandt-etsen uit eigen collectie Rembrandt vanaf 9 september te zien in Museum Boijmans Van Beuningen Virtuositeit en verbeeldingskracht: Rembrandt-etsen uit eigen collectie 07 SEPTEMBER 2017 SAMENVATTING Museum Boijmans Van Beuningen

Nadere informatie

Thema. 13 januari Jonathan Bikker Conservator Onderzoek Schilderijen en Anna Krekeler Restaurator Schilderijen

Thema. 13 januari Jonathan Bikker Conservator Onderzoek Schilderijen en Anna Krekeler Restaurator Schilderijen Programma Reeks 1 Rijkscollege Het Rijksmuseum College biedt inzicht en verdieping bij tentoonstellingen en de collectie van het Rijksmuseum wordt gegeven door conservatoren en restauratoren van het Rijksmuseum.

Nadere informatie

Inleiding In mijn praktijk als orthopedagoog/gz-psycholoog komen natuurlijk ook ouders met een enig kind. Eerlijk gezegd zag ik hen tot nu toe niet als een aparte categorie. Voor mij is ieder mens uniek,

Nadere informatie

VAN GOGH KRIJGT SCHILDERLES NIVEAU ++

VAN GOGH KRIJGT SCHILDERLES NIVEAU ++ NIVEAU ++ 1/5 Vincent van Gogh heeft nooit een kunstenaarsopleiding afgemaakt. Met deze leskaart leer je meer over de jonge Vincent én hoe je met wat hulp en (vooral) heel veel doorzettingsvermogen toch

Nadere informatie

Achtergrond van het onderzoek:

Achtergrond van het onderzoek: Bureau van de Europese Unie voor de Grondrechten (FRA) MEMO / 26 januari 2010 De Holocaust bezien vanuit mensenrechtenperspectief: het eerste EU-brede onderzoek naar Holocaust-onderwijs en mensenrechtenonderwijs

Nadere informatie

Stedelijk Museum Amsterdam leende vervalste Mondriaan

Stedelijk Museum Amsterdam leende vervalste Mondriaan AiA Art News-service Stedelijk Museum Amsterdam leende vervalste Mondriaan Na onderzoek door een buitenstaander werd duidelijk dat het om een vervalste kopie ging. Arjen Ribbens 8 september 2017 om 14:02

Nadere informatie

Hij had dezelfde soort helm op als in het beeld vooraf...2 Mijn vader was verbaasd dat ik alles wist...3 Ik zat recht overeind in mijn bed te

Hij had dezelfde soort helm op als in het beeld vooraf...2 Mijn vader was verbaasd dat ik alles wist...3 Ik zat recht overeind in mijn bed te Hij had dezelfde soort helm op als in het beeld vooraf...2 Mijn vader was verbaasd dat ik alles wist...3 Ik zat recht overeind in mijn bed te kijken...4 De mensenmenigte opende zich in het midden...5 Toen

Nadere informatie

Examen VWO. Nederlands. tijdvak 1 maandag 19 mei 9.00-12.00 uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Examen VWO. Nederlands. tijdvak 1 maandag 19 mei 9.00-12.00 uur. Bij dit examen hoort een bijlage. Examen VWO 2008 tijdvak 1 maandag 19 mei 9.00-12.00 uur Nederlands Bij dit examen hoort een bijlage. Dit examen bestaat uit 19 vragen en een samenvattingsopdracht. Voor dit examen zijn maximaal 47 punten

Nadere informatie

Nederlands (nieuwe stijl) en Nederlands, leesvaardigheid (oude stijl)

Nederlands (nieuwe stijl) en Nederlands, leesvaardigheid (oude stijl) Nederlands (nieuwe stijl) en Nederlands, leesvaardigheid (oude stijl) Examen VWO Vragenboekje Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 1 Maandag 19 mei 9.00 12.00 uur 20 03 Voor dit examen zijn

Nadere informatie

Bachelor Kunstgeschiedenis. uva.nl/ba-kunstgeschiedenis

Bachelor Kunstgeschiedenis. uva.nl/ba-kunstgeschiedenis Bachelor 2019-2020 Kunstgeschiedenis uva.nl/ba-kunstgeschiedenis Als je Kunstgeschiedenis studeert, leer je hoe, door wie en voor wie kunst wordt gemaakt. Ook leer je kritisch te denken over de betekenis

Nadere informatie

Preek Psalm 78:1-8 20 september 2015 In het spoor van Opening winterwerk Spiegelbeeld I

Preek Psalm 78:1-8 20 september 2015 In het spoor van Opening winterwerk Spiegelbeeld I Preek Gemeente van Christus, De mooiste dingen in het leven kun je niet als erfernis wegschenken Let er maar eens op. De belangrijkste dingen zijn geen erfstuk. Zeker, je kunt mooie spulletjes erven. Of

Nadere informatie

Collectie Herman Ouwersloot geveild

Collectie Herman Ouwersloot geveild Collectie Herman Ouwersloot geveild In zijn jonge jaren was Herman Ouwersloot, dressman en model. Later acteerde hij, speelde in enkele films, maar fotograferen was zijn voornaamste bezigheid. Hij werkte

Nadere informatie

Thije Adams KUNST. Wordt een mens daar beter van? vangennep amsterdam

Thije Adams KUNST. Wordt een mens daar beter van? vangennep amsterdam Thije Adams KUNST Wordt een mens daar beter van? vangennep amsterdam Inhoud Vooraf 5 I. Inleiding 7 II. Wat doen wij met kunst? 9 III. Wat doet kunst met ons? 42 IV. Plato en Rousseau 59 V. Onzekerheid

Nadere informatie

Wijkaanpak. bekendheid, betrokkenheid en communicatie

Wijkaanpak. bekendheid, betrokkenheid en communicatie Afdeling Onderzoek & Statistiek Gemeente Deventer Karen Teunissen April 2006 Inhoudsopgave Inleiding 3 Hoofdstuk 1 Bekendheid en betrokkenheid 4 Samenvatting 8 Hoofdstuk 2 Communicatie 9 Samenvatting 12

Nadere informatie

Stichting Collectie Constant houdt zich sinds 1996 bezig met het beheer van. het werk van Nederlands beeldend kunstenaar Constant Nieuwenhuys.

Stichting Collectie Constant houdt zich sinds 1996 bezig met het beheer van. het werk van Nederlands beeldend kunstenaar Constant Nieuwenhuys. BELEIDSPLAN FONDATION CONSTANT 2012 Inleiding Stichting Collectie Constant houdt zich sinds 1996 bezig met het beheer van het werk van Nederlands beeldend kunstenaar Constant Nieuwenhuys. Hierna aangeduid

Nadere informatie

RINEKE DIJKSTRA op de tentoonstelling Er was eens de collectie nu, Van Abbemuseum, Eindhoven

RINEKE DIJKSTRA op de tentoonstelling Er was eens de collectie nu, Van Abbemuseum, Eindhoven RINEKE DIJKSTRA op de tentoonstelling Er was eens de collectie nu, Van Abbemuseum, Eindhoven JOKE REICHARDT Werkstuk voor het vak Het meesterwerk. Sleutelwerken in de westerse kunst van de 20 e en de 21

Nadere informatie

Neem nu even tijd om de Heilige Geest te vragen je te helpen bij deze studie en inzicht te geven in zowel het Woord als in je eigen leven.

Neem nu even tijd om de Heilige Geest te vragen je te helpen bij deze studie en inzicht te geven in zowel het Woord als in je eigen leven. Doel B: Relatie met Jezus de Koning : studenten ontwikkelen zich, vanuit een persoonlijke overtuiging, als leerling, vertrouweling en toegewijde volgeling van Jezus op elk terrein van hun leven. Doel van

Nadere informatie

Visuele analyse van schilderkunst in de 17de, 19de en 20ste eeuw

Visuele analyse van schilderkunst in de 17de, 19de en 20ste eeuw 1/5 Eregalerij, Rijksmuseum Brieflezende vrouw, Johannes Vermeer, ca. 1663 Dit verwerkingsmateriaal wordt aangeboden na afloop van zeventiende eeuw laat Johannes Vermeer zien in de examentour Burgerlijke

Nadere informatie

rijks museum Verwerkingsmateriaal Examentour VWO ANTWOORDMODEL VERSIE A + B Visuele analyse van schilderkunst in de 17DE, 19DE en 20STE eeuw 1/5

rijks museum Verwerkingsmateriaal Examentour VWO ANTWOORDMODEL VERSIE A + B Visuele analyse van schilderkunst in de 17DE, 19DE en 20STE eeuw 1/5 1/5 VERSIE A Vraag 1 A Gebruik van licht om de dramatiek te uiten. Het subtiele licht (vs. clair-obscur in de barok) geeft diepte aan het schilderij en accentueert het hoofdmotief. Het zorgt er dus voor

Nadere informatie

Gemeente van onze Heer Jezus Christus, lieve mensen,

Gemeente van onze Heer Jezus Christus, lieve mensen, Gemeente van onze Heer Jezus Christus, lieve mensen, Jezus was moe. Hij had het helemaal gehad. Het begon er allemaal mee toen sommige van de schiftgeleerden zagen hoe wij, zijn leerlingen, een stuk brood

Nadere informatie

Een project van alle groepen van de cbs de Skoalfinne te Warns. 7 22 maart 2007

Een project van alle groepen van de cbs de Skoalfinne te Warns. 7 22 maart 2007 Een project van alle groepen van de cbs de Skoalfinne te Warns 7 22 maart 2007 WAT IS KUNST? Kunst is: Een unieke gedachte of boodschap op een unieke wijze vormgegeven door een uniek persoon. Wij zijn

Nadere informatie

Bij meester Wolf in het atelier De kinderen gaan helemaal los.

Bij meester Wolf in het atelier De kinderen gaan helemaal los. Anne Marie van Cappelle annemarievancappelle@ziggo.nl 070-3460845 06-41850198 Bij meester Wolf in het atelier De kinderen gaan helemaal los. Groep 4 van de Rotterdamse basisschool De Wilgenstam werkt één

Nadere informatie

Het Frans Walkate Archief, de nalatenschap van Henk van Ulsen en een verrassende ontdekking

Het Frans Walkate Archief, de nalatenschap van Henk van Ulsen en een verrassende ontdekking in de etalage Het Frans Walkate Archief, de nalatenschap van Henk van Ulsen en een verrassende ontdekking Op 28 augustus 2009 overleed geheel onverwacht op een logeeradres in Bussum de in 1927 in Kampen

Nadere informatie

Oplossingsgerichte vragen (Het Spel van Oplossingen IKB & TS)

Oplossingsgerichte vragen (Het Spel van Oplossingen IKB & TS) Oplossingsgerichte vragen (Het Spel van Oplossingen IKB & TS) Stel dat dat (te grote wonder) gebeurt, ik betwijfel of dat zal gebeuren, maar stel je voor dat, wat zou je dan doen dat je nu niet doet? (p36)

Nadere informatie

Bijdragen aan het gezamenlijk kunstbezit

Bijdragen aan het gezamenlijk kunstbezit 4 Bijdragen aan het gezamenlijk kunstbezit Iets terugdoen voor de maatschappij. Uit dankbaarheid voor een bevoorrecht leven. Omdat het voldoening geeft met z n allen iets moois voor elkaar te krijgen.

Nadere informatie

ZOEKEN NAAR DE VOLMAAKTE VORM NIVEAU ++

ZOEKEN NAAR DE VOLMAAKTE VORM NIVEAU ++ NIVEAU ++ /5 Deze leskaart gaat over het zoeken naar de volmaakte vorm. Dat klinkt misschien wat verheven, maar je zult ontdekken dat deze zoektocht in de kunstgeschiedenis erg belangrijk is geweest. Piet

Nadere informatie

Immanuel Kant. Opmerkingen over het gevoel van het schone en het verhevene. Vertaling, inleiding en aantekeningen door Ike Kamphof

Immanuel Kant. Opmerkingen over het gevoel van het schone en het verhevene. Vertaling, inleiding en aantekeningen door Ike Kamphof opm Kamphof-Kant vs5 23-03-2006 13:31 Pagina 3 Immanuel Kant Opmerkingen over het gevoel van het schone en het verhevene Vertaling, inleiding en aantekeningen door Ike Kamphof opm Kamphof-Kant vs5 23-03-2006

Nadere informatie

Wijnimport Nederland naar regio

Wijnimport Nederland naar regio DO RESEARCH Wijnimport Nederland naar regio Sterke opmars wijn uit Chili Jeroen den Ouden 1-10-2011 Inleiding en inhoudsopgave Pagina I De invoer van wijn in Nederland 1 II De invoer van wijn naar herkomst

Nadere informatie

DE GROTE LERAREN ALS SPIEGEL VOOR ZELFREFLECTIE?.

DE GROTE LERAREN ALS SPIEGEL VOOR ZELFREFLECTIE?. DE GROTE LERAREN ALS SPIEGEL VOOR ZELFREFLECTIE?. Amersfoort, 21 augustus 2007 John van den Hout Geachte aanwezigen, Toen ik me voorbereidde om voor u dit verhaal te houden, was mijn eerste gedachte: Wat

Nadere informatie

Willem Maris (1844-1910)

Willem Maris (1844-1910) Willem Maris (1844-1910) Willem Maris behoort tot het bekende schildersgeslacht Maris. Hij was de jongste van drie broers die allen in het schildersvak gingen, gestimuleerd door hun vader, boek- en steendrukker

Nadere informatie

pagina 2 van 5 Laten we maar weer eens een willekeurige groep voorwerpen nemen. Er bestaan bijvoorbeeld -- om maar iets te noemen -- allerlei verschil

pagina 2 van 5 Laten we maar weer eens een willekeurige groep voorwerpen nemen. Er bestaan bijvoorbeeld -- om maar iets te noemen -- allerlei verschil pagina 1 van 5 Home > Bronteksten > Plato, Over kunst Vert. Gerard Koolschijn. Plato, Constitutie (Politeia), Amsterdam: 1995. 245-249. (Socrates) Nu we [...] de verschillende elementen van de menselijke

Nadere informatie

ART HISTORY DE TWINTIGSTE EEUW MASSACULTUUR. H5 CKV-profiel Cobra en Karel Appel Moderne Amerikanen in musea

ART HISTORY DE TWINTIGSTE EEUW MASSACULTUUR. H5 CKV-profiel Cobra en Karel Appel Moderne Amerikanen in musea ART HISTORY DE TWINTIGSTE EEUW MASSACULTUUR H5 CKV-profiel Cobra en Karel Appel Moderne Amerikanen in musea Tijdsbeeld tweede helft 20ste eeuw Vrijheid na WOII-Europa ligt in puin.. Koude oorlog: angst

Nadere informatie

Beste Donateurs, Voor u ligt de nieuwsbrief voorjaar 2013 van Stichting Historie Stedum.

Beste Donateurs, Voor u ligt de nieuwsbrief voorjaar 2013 van Stichting Historie Stedum. Beste Donateurs, Voor u ligt de nieuwsbrief voorjaar 2013 van Stichting Historie Stedum. Agenda 27 maart; donateursavond; ontvangst vanaf 19:30. Aanvang 19:45 15 maart onthulling monument armenlap om 15.00

Nadere informatie

HERMENEVS. 24 e JAARGANG, AFL. 8 15 April 1953

HERMENEVS. 24 e JAARGANG, AFL. 8 15 April 1953 HERMENEVS 24 e JAARGANG, AFL. 8 15 April 1953 183 Antieke munten Onder de ons door de Oudheid nagelaten monumenten nemen de munten door hun belang, hun schoonheid en hun talrijkheid een zeer belangrijke

Nadere informatie

Maria, de moeder van Jezus

Maria, de moeder van Jezus Maria, de moeder van Jezus Kerstoverdenking Rotary 2014 1. Maria in de kerkgeschiedenis 2. Maria in de Bijbel 3. Boodschap 1. Wees gegroet Wees gegroet Maria, vol van genade. De Heer is met u. Gij zijt

Nadere informatie

De Geschiedenis Op 28 Oktober in 1237 werd een nederzetting gesticht met de naam Berlijn in het toen genaamde Pruisen. Op dezelfde datum werd ook in de buurt Cölin opgericht. In 1307 werden deze nederzettingen

Nadere informatie

Hans van der Beek. over schrijven en alles

Hans van der Beek. over schrijven en alles Hans van der Beek over schrijven en alles Hijschrijftcolumns,boekenennogveelmeer, behoorttotde KunstenMedia redactievanhet Parool,isvadervantweejongensenisbezigte halveren.juist,afvallen.hansvanderbeekschrijft.

Nadere informatie

Ieper. Ervaringen Schilderijen :

Ieper. Ervaringen Schilderijen : Ieper Ervaringen Schilderijen : Tijdens het schilderen wist ik niet zo goed waar ik moest beginnen. Bovenaan, onderaan, in het midden Ik heb gekozen om eerst de achtergrond te el schilderen. Bij mijn ontwerp

Nadere informatie

Latijn en Grieks in de 21ste eeuw

Latijn en Grieks in de 21ste eeuw Latijn en Grieks in de 21ste eeuw Kiezen voor Latijn en/of Grieks? Als leerling in het laatste jaar van de basisschool sta jij voor een belangrijke keuze. Welke studierichting moet je gaan volgen in het

Nadere informatie

10 Innovatielessen uit de praktijk 1

10 Innovatielessen uit de praktijk 1 10 Innovatielessen uit de praktijk 1 Geslaagde gastoudermeeting levert veel ideeën op voor innovatie! Wat versta ik onder innoveren? Innoveren is hot. Er zijn vele definities van in omloop. Goed om even

Nadere informatie

u u R RAA De staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap De heer drs. H. Zijlstra Postbus 16375 2500 BJ Den Haag

u u R RAA De staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap De heer drs. H. Zijlstra Postbus 16375 2500 BJ Den Haag C R.J. Schimrnelpennincklaan 3 RAA 2517 JN Den Haag Postbus 61243 2506 AE Den Haag L t 070 3106686 f070 3614727 info@cultuur.nl www.cultuur.nl 0 u u R De staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

Nadere informatie

Van baan naar eigen baas

Van baan naar eigen baas M200912 Van baan naar eigen baas drs. A. Bruins Zoetermeer, juli 2009 Van baan naar eigen baas Ruim driekwart van de ondernemers die in de eerste helft van 2008 een bedrijf zijn gestart, werkte voordat

Nadere informatie

Mentor Datum Groep Aantal lln

Mentor Datum Groep Aantal lln Lesvoorbereidingsformulier Fontys Hogeschool Kind en Educatie, Pabo Eindhoven Bron: Didactisch model van Gelder Student(e) Klas Stageschool Plaats Rachel van der Pijl P14EhvADT De Springplank. Eindhoven

Nadere informatie

Voorbeeldig onderwijs

Voorbeeldig onderwijs m a r i a va n de r hoe v e n Voorbeeldig onderwijs In de politieke arena wordt gedebatteerd over de vraag of het goed gaat met het Nederlandse onderwijs. Getuige het recente Oesorapport zijn we op onderdelen

Nadere informatie