Vragen. Questions. Antwoorden N. 84 BELGISCHE KAMER VAN VOLKSVERTEGENWOORDIGERS CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS DE BELGIQUE GEWONE ZITIING (*)

Transcriptie

1 N CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS DE BELGIQUE BELGISCHE KAMER VAN VOLKSVERTEGENWOORDIGERS SESSION ORDINAIRE (*) GEWONE ZITIING (*) 29 NOVEMBRE NOVEMBER 1993 Questions et Vragen en Antwoorden QUESTIONS ET RÉPONSES - CHAMBRE DES REPRÉS. DE BELGIQUE VRAGENEN ANTWOORDEN - BELGISCHE KAMER VAN VOLKSVERT. (SO) (GZ) (') Troisièmesession de la 48'm, législature. (') Derde zitting van de 48' zittingsperiode. 1016

2 7946 Chambre des Représentants de Belgique Questions et Réponses (SO ) Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers Vragen en Antwoorden (GZ ) SOMMAIRE Pages Blz. INHOUD Premier Ministre 7982 Eerste Minister Vice-Premier Ministre et Ministre des Communications et des Entreprises publiques Vice-Premier Ministre et Ministre des Affaires étrangères Vice-Premier Ministre et Ministre de la Justice et des Affaires économiques Vice-Premier Ministre ct Ministre du Budget Vice-Eerste Minister en Minister van Verkeerswezen en Overheidsbedrijven Vice-Eerste Minister en Minister van Buitenlandse Zaken Vice-Eerste Minister en Minister van Justitie en Economische Zaken Vice-Eerste Minister en Minister van Begroting Ministre des Finances Minister van Financiën Ministre de la Politique scientifique Minister van Wetenschapsbeleid Ministre du Commerce extérieur et des Affaires européennes, adjoint au Ministre des Affaires étrangères Minister van Buitenlandse Handel en Europese Zaken, toegevoegd aan de Minister van Buitenlandse Zaken Ministre des Pensions 7996 Minister van Pensioenen Ministre de l'intérieur et de la Fonction publique Ministre de l'emploi et du Travail, chargé de la politique d'égalité des chances entre hommes et femmes Ministre des Petites et Moyennes Entreprises et de l'agriculture Minister van Binnenlandse Zaken en Ambtenarenzaken Minister van Tewerkstelling en Arbeid, belast met het beleid van gelijke kansen voor mannen en vrouwen Minister voor de Kleine en Middelgrote Ondernemingen en Landbouw Ministre de la Défense nationale Minister van Landsverdediging Ministre des Affaires sociales Minister van Sociale Zaken Ministre pour l'intégration sociale, la Santé publique et l'environnement Secrétaire d'etat à la Coopération au Développement, adjoint au Ministre des Affaires étrangères 8015 Minister voor Maatschappelijke Integratie, Volksgezondheid en Leefmilieu Staatssecretaris voor Ontwikkelingssamenwerking, toegevoegd aan de Minister van Buitenlandse Zaken Questions posées aux ministres-membres du Conseil des ministres européen via le comité d'avis chargé de questions européennes Vragen gesteld aan de ministers-leden van de Europese Raad van ministers via het adviescomité voor Europese aangelegenheden Un sommaire par objet est reproduit in fine du Bulletin In fine van het Bulletin is een summiere onderwerp afgedrukt. opgave per

3 ChambredesReprésentantsdeBelgique BelgischeKamervanVolksvertegenwoordigers Questionset Réponses(SO ) VragenenAntwoorden(GZ ) 7947 Questions auxquelles il n'a pas ~té répondu?a~s le délai fixé p;r le règlement, à partir de la sessionextraordinaire Vragen waarop niet geantwoord is binnen de door het reglement bepaalde termijn, vanaf de buitengewone zitting * Date Question n Page Date Question n Page Auteur Auteur Datum Vraag nr, Blz. Datum Vraag nr, Blz. Vice-Premier Ministre Standaert 7779 et Ministre des Communications Poty 7779 et des Entreprises publiques Duquesne Chevalier 7780 Vice-Eerste Minister Van Dienderen 7780 en Minister van Verkeerswezen Van Nieuwenhuysen 7780 en Overheidsbedrijven Van Nieuwenhuysen Van Nieuwenhuysen Leo Peeters Van Dienderen Michel Van Nieuwenhuysen Van Nieuwenhuysen de Clippele Maingain Van Nieuwenhuysen Van Dienderen Van Nieuwenhuysen Van Dienderen Duquesne Leo Peeters Van Vaerenbergh Van Dienderen Van Vaerenbergh Marsoul Van Vaerenbergh Van Nieuwenhuysen Draps Pivin Van Nieuwenhuysen Van Nieuwenhuysen Van Nieuwenhuysen Van Nieuwenhuysen Berben Van Nieuwenhuysen Demeulenaere Mw. Dillen Duquesne Vautmans Maingain Van Nieuwenhuysen Olivier Dejonckheere Van Vaerenbergh Van Nieuwenhuysen Van Vaerenbergh Saulmont Detienne Mw. Dillen Marsoul Van Nieuwenhuysen Sénéca Ghesquière Van Vaerenbergh Ghesquière Duquesne Reynders Mw. Vogels Verwilghen Van Dienderen Standaert Barbé Kubla Schellens Duquesne Van Nieuwenhuysen Van Rompuy Perdieu Olivier Ghesquière Duquesne Perdieu Beysen Breyne Caudron Morael Van Nieuwenhuysen Pierco Barbé Hiance Leo Peeters Hiance Marsoul Pierco Bertouille Standaert Marsoul Van Nieuwenhuysen Vautmans Van Rompuy Hiance Standaert 7778 * Listeclôturée le 29 novembre 1993 * Lijstafgesloten op 29 november 1993

4 7948 ChambredesReprésentantsdeBelgique Questionset Réponses(Sa ) BelgischeKamervanVolksvertegenwoordigers VragenenAntwoorden(GZ ) Date Question n Page Date Question n Page Auteur Auteur Datum Vraag nr. Blz. Datum Vraag nr, Blz. Vice-Premier Ministre Standaert 4155 et Ministre des Affaires étrangères Dewinter Ylieff 4156 Vice-Eerste Minister Marsoul 4495 en Minister van Buitenlandse Zaken Eerdekens Van Nieuwenhuysen Van Nieuwenhuysen Van Dienderen Breyne Dewinter Marsoul 4807 çvice-premier Ministre Marsoul 4807 et Ministre de la Justice Vandendriessche 4808 et des Affaires économiques Mw. Neyts Uyttebroeck Vice-Eerste Minister Van Nieuwenhuysen 5028 en Minister van Justitie Perdieu 5280 en Economische Zaken Perdieu Dewael 5282 Justice - Justitie Duquesne Ylieff Taelman Simonet de Clippele Goutry Annemans Van Dienderen Marsoul Winkel Caudron Saulmont Caudron Mw. Dillen Caudron Caudron Caudron Gabriëls Caudron MmeLizin Caudron Eerdekens Annemans Van Vaerenbergh Vande Lanotte Mw. Dillen de Clippele Duquesne Eerdekens Verwilghen Buisseret Van Vaerenbergh Dewinter Van Dienderen Damseaux Buisseret Van Nieuwenhuysen Ghesquière De Groot Ghesquière Winkel Verwilghen Bertouille Eerdekens Eerdekens Simons Annemans Knoops Mw. Vogels de Clippele Mw. Dillen Knoops Van Nieuwenhuysen Caudron Mmede T'Serclaes DeMan Annemans Dielens Platteau Vergote Van Nieuwenhuysen Van Dienderen Mw. Dillen Van Dienderen Ansoms De Mol Mw. Nelis Van Dienderen 7801 Van Liedekerke Van Dienderen Devolder Van Dienderen Coveliers Leo Peeters Coveliers Leo Peeters MmeStengers Leo Peeters 7804

5 ChambredesReprésentantsdeBelgique BelgischeKamervanVolksvertegenwoordigers Questionset Réponses(SO ) VragenenAntwoorden(GZ ) 7949 Date Question n Page Date Question n Page Auteur Auteur Datum Vraag ur. Blz. Datum Vraag ur. Blz, Leo Peeters De Bremaeker Leo Peeters Van Dienderen Dewael Kubla DeMan Knoops Vandendriessche Leo Peeters De Man Chevalier De Mol Van Vaerenbergh DeMan Van Nieuwenhuysen Van Nieuwenhuysen Defeyt Van der Maelen Cauwenberghs Van der Maelen De Man De Man De Mol Vice-Premier Ministre et Reynders 7810 Ministre du Budget de Clippele de Clippele 7811 Vice-Eerste Minister en Chevalier 7811 Minister van Begroting Verwilghen Van den Eynde Marsoul Mw. Vogels Leo Peeters Simonet Coveliers Eerdekens Annemans 7815 Ministre des Finances DeMan Breyne 7817 Minister van Financiën Landuyt De Vlieghere Eerdekens de Clippele MmeStengers Bertrand Van den Eynde Marsoul Duquesne Van Hecke Van den Eynde Viseur Van den Eynde janssens De Man Standaert Perdieu Leo Peeters Perdieu de Clippele Landuyt de Clippele Dallons De Clerck Simonet Bertrand de Clippele de Clippele Annemans de Clippele De Man de Clippele Hiance de Clippele Mayeur de Clippele Geysels Berben DeMan Duquesne 7832 Affaires économiques - Economische Zaken Standaert de Clippele Mw. Leysen de Clippele Knoops de Clippele Standaert de Clippele Ylieff de Clippele Defeyt Landuyt Van Vaerenbergh De Bremaeker MmeLizin Barbé Michel Van den Eynde 7837

6 7950 Chambre des Représentants de Belgique BelgischeKamer van Volksvertegenwoordigers Questions et Réponses (SO ) Vragen en Antwoorden (GZ ) Date Question n Page Date Question n Page Auteur Auteur Datum Vraag nr, Blz. Datum Vraag nr. Blz Platteau 7837 Ministre du Commerce extérieur Simons 7838 et des Affaires européennes, Canon 7838 adjoint au Ministre des Affaires étrangères Van Peel 7965 Minister van Buitenlandse Handel de Clippele en Europese Zaken, Eynde toegevoegd aan de Minister van Buitenlandse Zaken Van den Platteau Gehlen Gehlen De Clerck Gehlen Gehlen Gehlen Ministre des Pensions de Clippele de Clippele 7971 Minister van Pensioenen Leo Peeters Duquesne de Clippele de Clippele de Clippele 7971 Ministre de la Politique scientifique Ministre de 1'1ntérieur et de la Fonction publique Minister van Wetenschapsbeleid Minister van Binnenlandse Zaken en Ambtenarenzaken Marsoul Simons Anciaux Olivier Mw. Vogels Anselme Simonet Bertouille Annemans Van den Eynde De Bremaeker Gehlen Van Dienderen Marsoul Mw. Vogels Marsoul Detienne Marsoul Van den Eynde Marsoul Annemans Marsoul Wymeersch Marsoul Tant Leo Peeters DeMan De Mol Dewinter Marsoul Van Nieuwenhuysen Marsoul Van Dienderen Annemans Mw. Vogels Marsoul Standaert Knoops DeMan Maingain Vandeurzen Bertouille Mw. Vogels Kubla Buisseret Van den Eynde DeMan Taelman Buisseret Leo Peeters Van Nieuwenhuysen Leo Peeters Van Nieuwenhuysen Leo Peeters Viseur Leo Peeters Pierco Leo Peeters Pivin Marsoul Buisseret De Mol Simonet de Clippele Tant Chevalier Van Vaerenbergh Barbé Simons 6603

7 ChambredesReprésentantsdeBelgique BelgischeKamervanVolksvertegenwoordigers Questionset Réponses(SO ) VragenenAntwoorden(GZ ) 7951 Date Question n Page Date Question n Page Auteur Auteur Datum Vraag nr, Blz, Datum Vraag nr, Blz Van den Eynde Chevalier Van den Eynde MmeColette Burgeon Standaert Van Mechelen Kubla Van houtte Van Nieuwenhuysen Perdieu Van der Poorten Perdieu Van den Eynde Perdieu Caudron Perdieu Buisseret Mw. Nelis Barbé 7846 Van Liedekerke Leo Peeters Schellens Leo Peeters Van Dienderen Van Dienderen Van Dienderen 7849 Ministre des Petites Leo Peeters 7849 et Moyennes Entreprises Leo Peeters 7850 et de l'agriculture DeMan 7850 Minister voor de Kleine DeMan 7850 en Middelgrote Ondernemingen DeMan 7851 en Landbouw Leo Peeters Morael Morael 7854 Petites et Moyennes Entreprises - 14~ Chevalier 7854 Kleine en Middelgrote Ondernemingen MmeLizin Van Vaerenbergh Standaert DeMan Leo Peeters Dallons de Clippele Winkel MmeLizin de Clippele 7859 Agriculture - Landbouw Simonet Olivier Duquesne Mw. Vogels Leo Peeters Gabriëls Leo Peeters Damseaux Leo Peeters Van Eetvelt Leo Peeters Standaert Van Vaerenbergh DeMan Perdieu Eerdekens Perdieu ~ Ansoms Perdieu 7873 Ministre de l'emploi et du Travail, chargé de la politique d'égalité des chances entre hommes et femmes Ministre de la Défense nationale Minister van Landsverdediging Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Michel 3193 belast met het beleid van gelijke kansen Eerdekens 3800 voor mannen en vrouwen Mw. Merckx Van Goey Clerfayt Kubla Caudron Van Dienderen Detienne Vanleenhove Detienne Vande Lanotte Van Eetvelt Standaert Van Vaerenbergh Detremmerie Bertrand Annemans 7979

8 Chambre des Représentants de Belgique Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers 7952 Questions et Réponses (Sa ) Vragen en Antwoorden (GZ ) Date Question n Page Date Question n Page Auteur Datum Blz. Auteur Vraag nr, Datum Vraag nr. Blz. Ministre des Affaires sociales De Mol Barbé 5667 Minister van Sociale Zaken Barbé Geysels Barbé Perdieu Van Vaerenbergh Barbé Vandendriessche De Mol Vandendriessche De Mol Ghesquière Kubla Kubla Barbé Grimberghs Geysels Devolder De Mol Van den Eynde Barbé Caudron Barbé Vandendriessche De Mol Chevalier Barbé DeMan De Man Van Nieuwenhuysen Chevalier Annemans Barbé Perdieu Barbé Van Mechelen Barbé Annemans Pinxten Van Dienderen Perdieu Platte au 7980 Ministre pour l'intégration sociale, DeMan 7981 la Santé publique et l'environnement Minister voor Maatschappelijke Integratie, Volksgezondheid en Leefmilieu Secrétaire d'etat à la Coopération au Développement, Desmet 2545 adjoint au Ministre des Affaires étrangères Ghesquière Van den Eynde 2550 Staatssecretaris Perdieu 2554 voor Ontwikkelingssamenwerking, Caudron 2904 toegevoegd aan de Minister van Buitenlandse Zaken Gabriëls Barbé De Mol Breyne De Mol Maurice Bourgois Chevalier 7889

9 Chambredes Représentantsde Belgique BelgischeKamervan Volksvertegenwoordigers Questionset Réponses(SO ) Vragenen Antwoorden (GZ ) 7953 (Fr.) : Question posée en français. - (N.) : Question posée en néerlandais. (Fr.) : In het Frans gestelde vraag. - (N.) : In het Nederlands gestelde vraag. Questions auxquelles il n'a pas été répondu dans le délai fixé par le règlement. (Art. 86 du règlement de la Chambre). Vragen waarop niet binnen de door het reglement bepaalde termijn geantwoord is. (Art. 86 van het reglement van de Kamer). Vice-Premier Ministre et Ministre des Communications et des Entreprises publiques Vice-Eerste Minister en Minister van Verkeerswezen en Overheidsbedrijven DO Question n 718 de M. Perdieu du 15 octobre 1993 (Fr.) : Croix-rouge. - Belgacom. - Numéro d'appel national. - Emploi des langues. La Croix-rouge de Belgique inaugurait le 15 novembre dernier, un numéro d'appel national unique le 105. Tributaires de la situation du réseau téléphonique, les populations de Comines, Estaimpuis et Mouscron sont renvoyées de par leur préfixe 056 sur un central néerlandophone. Si ce central, après s'être présenté en néerlandais, continue la conversation en français, il n'est pas à même de donner les renseignements que le même demandeur pourrait obtenir s'il était en communication avec un central francophone. Quelles initiatives ont été prises afin de permettre aux francophones de Comines, Estaimpuis et Mouscron d'obtenir les mêmes renseignements que les habitants d'autres arrondissements wallons? DO Vraag nr. 718 van de heer Perdieu van 15 oktober 1993 (Fr.) : Rode kruis. - Belgacom. - Nationaal telefoonnummer. - Taalgebruik. Het Belgische Rode kruis wijdde op 15 november jongstleden een nationaal telefoonnummer in : de organisatie kan sindsdien vanuit het hele land worden opgeroepen op het nummer 105. De inwoners van Komen, Estaimpuis en Moeskroen komen op grond van hun ligging in het telefoonnet door hun kengetal 056 automatisch bij een Nederlandstalige telefooncentrale terecht. De centrale, die zich in het Nederlands kenbaar zal maken, mag dan nog op het Frans overschakelen, zij zal toch niet de inlichtingen kunnen geven die de oproeper bij een Franstalige centrale zou kunnen krijgen. Welke initiatieven werden genomen opdat de Franstalige inwoners van Komen, Estaimpuis en Moeskroen dezelfde inlichtingen zouden bekomen als de inwoners van andere Waalse arrondissementen? DO Question n 719 de M. Ghesquière du 18 octobre 1993 (N.): SNCB. - Bruxelles Central. - Handicapés. - Accès. Une personne handicapée se déplaçant en chaise roulante s'est entendu dire par le personnel de la gare de Bruxelles Central, à son grand étonnement, que l'accès de cette gare était interdit aux personnes handicapées en chaise roulante. DO Vraag nr. 719 van de heer Ghesquière van 18 oktober 1993 (N.): NMBS. - Brussel Centraal. - Mindervaliden. - Toegang. Tot haar grote verbazing moest een mindervalide persoon in een rolstoel van het stationspersoneel van het Centraal station te Brussel vernemen dat de toegang tot dat station verboden is voor mindervalide personen in een rolstoel. lü17

10 7954 Chambre des Représentants de Belgique Questions et Réponses (SO ) Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers Vragen en Antwoorden (GZ ) 1. Si cette interdiction existe effectivement, sur la base de quelle réglementation peut-on interdire l'accès à un bâtiment public aux personnes présentant un handicap physique? 2. Si tel n'est pas le cas, en vertu de quoi le personnel de la gare interdit-il l'accès de la gare aux personnes handicapées en chaise roulante? La SNCB utilise encore des voitures électriques vétustes sur certaines de ses lignes (notamment la ligne 69). En cas d'averse, ces voitures en question laissent pénétrer la pluie, qui mouille complètement les banquettes et les feauteuils et forme des flaques sur le sol. Le voyage se déroule dès lors dans des conditions totalement déplorables. Pour les voyageurs qui, après la journée TTB, ont décidé de voyager davantage par train, il s'agit là d'une énorme contrepublicité pour les transports en commun en général et pour la SNCB en particulier. Il me revient de bonne source que cette situation serait surtout due au fait que les voitures en question ne sont plus régulièrement entretenues, la direction de la SNCB souhaitant supprimer certains des ateliers effectuant les entretiens (notamment l'atelier de Courtrai). 1. Als dat inderdaad zo is, op grond van welke reglementering kan de toegang tot een openbaar gebouw worden geweigerd aan personen met een fysische handicap? 2. Mocht dat niet het geval zijn, waarop steunt het personeel van dat station zich om de toegang tot het station te verbieden aan mindervalide personen in een rolstoel? DO Question n" 720 de M. Perdieu du 18 octobre 1993 (Fr.) : Poste. - CPAS. Il me revient que les agents des postes peuvent servir d'intermédiaires entre les personnes âgées et/ou handicapées et les services d'entraide des CPAS. Pour bénéficier de cette collaboration, les services du CPAS doivent introduire une demande auprès du bureau postal qui dessert l'ensemble de leur commune. Les deux parties prennent contact afin de mettre au point les modalités d'exécution du service (livraison gratuite d'affichettes «svp facteur», le texte imprimé au verso de celle-ci et cetera). Il appartient aux CPAS de s'occuper de la promotion et de l'information de ce service. Quels sont les CPAS du Hainaut occidental (arrondissements de Tournai, Ath et Mouscron) qui ont conclu de telles conventions avec l'entreprise publique la Poste? DO Vraag nr. 720 van de heer Perdieu van 18 oktober 1993 (Fr.) : Post. - OCMW. De personeelsleden van de Post kunnen naar verluidt optreden als bemiddelaar tussen bejaarde en/of gehandicapte personen en de bijstandsdiensten van het OCMW. Om op die medewerking aanspraak te maken moeten de OCMW-diensten een aanvraag indienen bij het hoofdpostkantoor van hun gemeente. Vervolgens contacteren beide partijen elkaar om de uitvoeringsmodaliteiten van de dienst te regelen (gratis levering van kleine affiches «alstublieft postbode», de tekst op de achterkant, enzovoort), Het is de taak van de OCMW's die dienst te promoten en bekendheid te geven. Welke OCMW's in West-Henegouwen (arrondissementen Doornik, Aat en Moeskroen) hebben met de overheidsonderneming Post dergelijke overeenkornsten gesloten? DO Question n 721 de M. Breyne du 19 octobre 1993 (N.): SNCB. - Voitures. - Mauvais état. - Entretien. DO Vraag nr. 721 van de heer Breyne van 19 oktober 1993 (N.): NMBS. - Voertuigen. - Slechte staat. - Onderhoud. NMBS-reizigers worden op sommige lijnen (onder meer lijn 69) nog vervoerd met aftandse elektrische motorrijtuigen. Die wagens blijken absoluut niet meer bestand te zijn tegen doordringende regens, met als gevolg onder meer volkomen doorweekte banken en zetels, en plassen op de vloeren. De reis verloopt dan ook in mensonwaardige omstandigheden. De reizigers die na de TTB-actie meer met de trein wilden reizen, zijn dan ook geconfronteerd met een formidabele anti-reclame voor het openbaar vervoer in het algemeen en de NMBS in het bijzonder. Volgens betrouwbare bronnen is die situatie vooral het gevolg van het feit dat die wagens geen regelmatige onderhoudsbeurten meer ondergaan, omdat de NMBSdirectie sommige werkplaatsen waar dat onderhoud tot hiertoe gebeurde wenst af te schaffen (onder meer de werkplaats te Kortrijk).

11 ChambredesReprésentantsdeBelgique BelgischeKamervanVolksvertegenwoordigers Questionset Réponses(SO ) VragenenAntwoorden(GZ ) Une telle situation se justifie-t-elle? 2. Quelles mesures la SNCB devrait-elle prendre pour que, grâce à des entretiens réguliers, toutes les voitures offrent un confort minimum et pour que dans les régions rurales également les voyageurs puissent bénéficier d'un service moderne? 1. Is die toestand verantwoord? 2. Welke maatregelen dient de NMBS te nemen om door een regelmatig onderhoud een minimale kwaliteit van alle wagens te verzekeren, en zo ook in meer landelijke gebieden aan de reizigers een eigentijdse dienstverlening aan te bieden? DO Question n? 722 de M. Morael du 20 octobre 1993 (Fr.) : Régie des bâtiments. - Liège. - Place Saint-Lambert. Plusieurs pouvoirs publics ont exproprié dans le périmètre de la place Saint-Lambert. Il en résulte une certaine confusion quant à la propriété foncière, que tente de résoudre une opération de remembrement par échange de terrains entre les différents pouvoirs publics propriétaires. Les questions suivantes portent sur l'entièreté du site détruit, depuis le Cadran jusque la gare Léopold et du théâtre à la place du marché. 1. De quels terrains très précisément la Régie des bâtiments dispose-t-elle sur ce site? 2. Une plus-value a-t-elle été réalisée par la Régie des bâtiments à la suite de cette opération par rapport aux sommes dépensées en expropriations? DO Vraag nr. 722 van de heer Morael van 20 oktober 1993 (Fr.) : Regie der gebouwen. - Luik. - «Place Saint- Lambert», Verscheidene overheden hebben onteigeningen rond de «place Saint-Lambert» verricht. Daardoor heerst momenteel enige verwarring omtrent de eigendom van de grond. Aan die toestand probeert men nu een mouw te passen aan de hand van een ruilverkavelingsoperatie waarbij percelen onder de onderscheiden overhedeneigenaren worden uitgewisseld. De onderstaande vragen betreffen het verwoeste stadsdeel in zijn geheel, van de «Cadran» tot het Leopoldstation en van het theater tot het marktplein. 1. Welke zijn nu precies de percelen in de omgeving van dat plein die eigendom zijn van de Regie der gebouwen? 2. Heeft die operatie de Regie der gebouwen een meerwaarde opgeleverd in vergelijking met de voor de onteigeningen betaalde sommen? DO Question n? 723 de M. Pierco du 20 octobre 1993 (N.): SNCB. - Commission paritaire. - Associations représentatives. - Agréation. L'arrêté royal du 12 août 1993 relatif à la composition et au fonctionnement du Comité entreprises publiques stipule qu'en ce qui concerne l'argumentation de l'agréation de la représentativité des organisations syndicales concernées - pour ce qui est de la SNCB-, les organisations syndicales doivent présenter des données sur leurs membres cotisants et portant sur l'année 1987, c'est-àdire l'année où la commission nationale paritaire de la SNCB devait être renouvelée. Maintenant, une nouvelle commission paritaire doit être constituée. Mis à part des contestations en cours, personne n'est tenu de conserver des documents d'archivespendant plus de 5 ans. Cela vaut aussi pour les organisations syndicales. 1. Comment déterminera-t-on la représentativité desorganisations syndicales, qui ne peuvent plus produireces preuves vieilles de plus de 5 ans. DO Vraag nr, 723 van de heer Pierco van 20 oktober 1993 (N.): NMBS. - Paritaire commissie. - Representatieve verenigingen. - Erkenning. Het koninklijk besluit van 12 augustus 1993 betreffende de samenstelling en de werking van het Comité overheidsbedrijven, bepaalt over de bewijsvoering voor de erkenning van de representativiteit van de betrokken vakorganisaties - wat de NMBS betreft - dat de vakorganisaties gegevens met betrekking tot hun bijdrageplichtige leden moeten voorleggen slaande op het jaar 1987, dat is het jaar waarin de nationale paritaire commissie van de NMBS moest worden vernieuwd. Nu moet een nieuwe paritaire commissie worden samengesteld. Wettelijk is niemand verplicht, behoudens lopende betwistingen, archiefstukken meer dan 5 jaar te bewaren. Ook de vakorganisaties niet. 1. Hoe wordt de representativiteit bepaald voor de vakorganisaties die die bewijsstukken van meer dan 5 jaar terug niet meer kunnen leveren?

12 7956 ChambredesReprésentantsdeBelgique Questionset Réponses(SO ) BelgischeKamervanVolksvertegenwoordigers VragenenAntwoorden(GZ ) 2. L'obligation de l'article 3 de l'arrêté royal précité prévoyant la présentation de données de plus de 5 ans et relatives à une matière non contestée n'est-elle pas dénuée de tout fondement juridique pour ce qui concerne le refus d'une reconnaissance de représentativité? 3. La preuve quant au nombre de membres cotisants ne doit-elle dès lors pas être fournie à la date de l'entrée en vigueur des nouvelles prescriptions du 21 mars 1991? 4. Quelles mesures envisagez-vous pour résoudre les problèmes relatifs à la valeur juridique de décisions quant à la représentativité fondées sur des données qui ne peuvent plus être présentées après le délai de 5 ans prévu pour la conservation de documents qui ne font l'objet d'aucune contestation? 2. Mist de verplichting van artikel 3 van voornoemd koninklijk besluit van 12 augustus 1993 om gegevens van meer dan vijf jaar oud, voor te leggen in een niet betwiste aangelegenheid, niet elke juridische grond voor de weigering van een representativiteitserkenning? 3. Dient het bewijs van het aantal bijdrageplichtigen dan ook niet geleverd te worden bijvoorbeeld op datum van de inwerkingtreding van de nieuwe voorschriften van 21 maart 1991? 4. Welke maatregelen overweegt u om de problemen op te lossen in verband met de juridische bewijskracht van beslissingen inzake representativiteit gebaseerd op gegevens die niet meer kunnen worden voorgelegd na verloop van de termijn van vijf jaar voor de bewaring van niet betwiste bewijsdocumenten? DO Question n 724 de M. Hiance du 20 octobre 1993 (Fr.) : Conducteurs de véhicules à moteur. - sélection médicale. - Police. Certificat de L'arrêté royal du 20 septembre 1991 relatif à la sélection et à la surveillance médicale des conducteurs de véhicules à moteur, a abrogé l'arrêté du régent du 15 mai 1947 et énoncé des exigences actualisées en matière de certificat, compte tenu entre autres de l'arrêté royal du 6 mai 1988 relatif au permis de conduire. Il est évident qu'une patrouille de police par exemple assure de temps à autre du transport de personnes: détenu conduit à la prison; récalcitrant ramené au poste; ivrogne dirigé vers la geôle communale; conducteur ramené au poste en vue d'un prélèvement sanguin, et cetera. D'autres transports, du personnel cette fois, sont aussi effectués durant le service : déposer des agents à l'endroit d'un poste fixe; conduire un peloton aux abords d'un stade de foot; conduire des agents au stand de tir, et cetera. 1. Le policier qui, même occasionnellement, utilise un véhicule de service et est accompagné d'un collègue ou d'une tierce personne, doit-il être titulaire et porteur d'un certificat de sélection médicale, si le déplacement est effectué pour les besoins du service? DO Vraag nr. 724 van de heer Hiance van 20 oktober 1993 (Fr.) : Bestuurders van motorvoertuigen. - Bewijs van geneeskundige schifting. - Politie. Het koninklijk besluit van 20 september 1991 betreffende de geneeskundige schifting en het geneeskundig toezicht op de bestuurders van motorvoertuigen heeft het regentsbesluit van 15 mei 1947 opgeheven en geactualiseerde eisen inzake het bewijs van geneeskundige schifting, onder meer rekening houdend met het koninklijk besluit van 6 mei 1988 betreffende het rijbewijs, opgelegd. Een politiepatrouille, bijvoorbeeld, vervoert uiteraard af en toe personen : gedetineerden die naar gevangenissen worden gebracht; weerspannige personen die naar het politiebureau worden meegenomen; dronken personen die naar de cel in het politiebureau worden meegenomen; bestuurders die voor een bloedafname naar het politiebureau worden meegenomen, enzovoort. Tijdens de diensturen wordt ook personeel vervoerd: agenten die bij een politiepost worden afgezet; een peloton dat naar een voetbalstadion wordt vervoerd; agenten die naar een schietbaan worden vervoerd, enzovoort. 1. Moet een politieagent die af en toe een dienstvoertuig bestuurt en van een collega of een derde is vergezeld, houder zijn van een bewijs van geneeskundige schifting indien het vervoer om dienstredenen plaatsheeft?

13 Chambre des Représentantsde Belgique BelgischeKamervan Volksvertegenwoordigers Questionset Réponses(SO ) Vragenen Antwoorden (GZ ) Si la réponse est affirmative, quel en est le support légal? 3. Envisagez-vous de diffuser une circulaire explicative? 2. Zo ja, op welke wettelijke grondslag berust die verplichting? 3. Neemt u zich voor een verklarende rondzendbrief te verzenden? DO Question n" 725 de M. Hiance du 20 octobre 1993 (Fr.) : Poliee de la circulation routière. - Cyclomoteurs. - Lutte contre le bruit. L'arrêté royal du 1 er décembre 1975 (Code de la route) interdit par son article d'incommoder le public par le bruit et précise qu'en aucun cas le niveau sonore ne peut dépasser les limites fixées par les règlements techniques. Si la première interdiction est de nature subjective, la seconde peut être établie par des mesures précises mais combien compliquées sur le plan pratique surtout! En son article 9, l'arrêté royal du la octobre 1974 détermine le niveau de bruit pouvant être émis et organise les modalités de contrôle au moyen d'un sonomètre de précision. Si les polices disposent assez souvent d'un appareillage ad hoc, elles sont par contre aussi plutôt dans l'impossibilité matérielle d'organiser des contrôles techniquement et réglementairement parfaits, donc incontestables devant une juridiction répressive. 1. Le caractère incommodant du bruit émis ne pourrait-il être établi indiscutablement par une mesure simple et rapide effectuée au niveau du cyclo à l'arrêt au moyen d'un sonomètre de précision? 2. Les arrêtés d'exécution de la loi du 18 juillet 1973 relative à la lutte contre le bruit fixent certains niveaux maximum (par exemple 90 db(a)). Par une assimilation apparemment logique, ne pourrait-on considérer que le niveau évoqué - par exemple - constitue le seuil indiscutable d'incommodité potentielle? 3. En cas de rencontre d'un cydo bruyant par une patrouille, le contrôle pourrait se faire sur place et séance tenante, éventuellement en même temps que le contrôle «curvomètre. (vitesse). Conformément au point de l'article 9 de l'arrêté royal du la octobre 1974, le microphone serait placé à hauteur de la bouche d'échappement, sans plus. En cas de niveau vérifié supérieur à 90 db(a), un procès-verbal simplifié DO Vraag nr, 725 van de heer Hiance van 20 oktober 1993 (Fr.) : Politie over het wegverkeer. - Bromfietsen. - Lawaaibestrijding. Krachtens artikel van het koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer (Wegverkeersreglernent) is het verboden «door het lawaai het publiek ongemak aan te doen» en mag het geluidsniveau in geen geval de grenswaarden overschrijden die vastgesteld zijn door de technische reglementen van de auto's of van de bromfietsen en motorfietsen. Dat eerste verbod mag dan nog op subjectieve wijze worden ingeschat, het tweede kan zonder twijfel wel door precieze metingen worden geconstateerd, zij het dat die rnetingen in de praktijk ongehoord ingewikkeld worden! Artikel 9 van het koninklijk besluit van la oktober 1974 houdende algemeen reglement op de technische eisen waaraan de bromfietsen, de motorfietsen en hun aanhangwagens moeten voldoen, bepaalt het geluidsniveau dat mag worden voortgebracht en regelt de controlemodaliteiten aan de hand van metingen met een precisiesonometer. De politiediensten beschikken meestal wel over een ad hoc uitrusting maar doorgaans verkeren zij toch in de materiële onmogelijkheid om technisch en reglementair waterdichte en dus voor een repressieve rechtbank onberwistbare controles uit te voeren. 1. Kan het hinder veroorzakende karakter van het voortgebrachte geluid niet op onweerlegbare wijze worden vastgesteld door een eenvoudige en snel uitvoerbare meting bij de stilstaande bromfiets met behulp van een precisiesonometer? 2. De uitvoeringsbesluiten van de wet van 18 juli 1973 betreffende de bestrijding van de geluidshinder leggen een aantal maximumwaarden vast (bijvoorbeeld 90 db(a)). Kan dat niveau - bijvoorbeeld - door een schijnbaar logische assimilatie niet als de onbetwistbare drempelwaarde van potentiële hinder worden beschouwd? 3. Wanneer een politiepatrouille op een lawaaierig knetterende bromfiets stuit, zou de controle ter plaatse en onmiddellijk kunnen gebeuren, eventueel zelfs tegelijk met de «curvimeter»<controle (snelheidscontrole). Conform punt van artikel 9 van het koninklijk besluit van la oktober 1974 zou de microfoon gewoon ter hoogte van de uitlaatopening worden geplaatst. Als het geconstateerde geluidsniveau hoger

14 7958 Chambre des Représentants de Belgique Questions et Réponses (SO ) Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers Vragen en Antwoorden (GZ ) serait dressé sans autres formalités pour infraction à l'article de l'arrêté royal du 1 er décembre 1975 et le conducteur mis en demeure de mettre ou remettre son engin en conformité avec la réglementation. Un tel procès-verbal ne permettrait-il pas au ministère public de poursuivre valablement le conducteur ainsi convaincu d'avoir «incommodé» le public par le bruit? Le contrôle effectué ne serait qu'indicatif et n'établirait qu'incomplètement que le niveau sonore maximum fixé par le règlement technique est de toute façon largement dépassé. 4. Envisagez-vous de modifier ou de préciser l'article 81 du Code de la route afin d'en simplifier singulièrement l'application? ligt dan 90 db(a), zou een vereenvoudigd procesverbaal worden opgemaakt - zonder verdere formaliteiten - wegens overtreding van artikel van het koninklijk besluit van 1 december 1975, en de bestuurder zou dan worden aangemaand zijn motorrijtuig in overeenstemming met de reglementering te brengen. Kan het openbaar ministerie aan de hand van zo'n procesverbaal de betrokken bestuurder, van wie op die manier is bewezen dat hij het publiek met zijn herrie «tot hinder is geweest», niet op geldige wijze vervolgen? De uitgevoerde controle zou slechts een indicatieve waarde hebben en niet volledig en doorslaggevend aantonen dar het door het technisch reglement opgelegde maximale geluidsniveau in ieder geval ruimschoots werd overschreden. 4. Denkt u artikel 81 van het Wegverkeersreglement te wijzigen of te preciseren om de toepassing ervan aanzienlijk te vergemakkelijken? DO Question n 726 de M. Pierco du 21 octobre 1993 (N.): Police ferroviaire. - Syndicats. Le ministre de l'intérieur répond à ma question sur les syndicats des services de police que le statut de la police ferroviaire est de votre compétence (question n 508, du 19 juillet 1993, voir bulletin des Questions et Réponses, Chambre, , n 80, page 7578). 1. Quelles organisations syndicales sont reconnues et compétentes en des matières qui ont trait au personnel de la police ferroviaire? 2. Toutes les organisations syndicales sont-elles associées à la concertation? 3. Dans quels comités siègent-elles? 4. Les traitements et les subventions des permanents de ces organisations syndicales sont-ils remboursés par les syndicats respectifs ou demeurent-ils à charge des autorités auxquelles ressortissent les intéressés? DO Vraag nr. 726 van de heer Piereo van 21 oktober 1993 (N.) : Spoorwegpolitie. - Vakbonden. Op mijn vraag betreffende de vakbonden bij de politiediensten antwoordt de minister van Binnenlandse Zaken dat het vakbondsstatuut bij de spoorwegpolitie tot uw bevoegdheid behoort (vraag nr. 508, van 19 juli 1993, zie bulletin van Vragen en Antwoorden, Kamer, , nr, 80, blz. 7578). 1. Welke vakorganisaties zijn erkend en bevoegd voor zaken die betrekking hebben op het personeel van de spoorwegpolitie? 2. Worden alle vakorganisaties in het overleg betrokken? 3. In welke comités zetelen die vakorganisaties? 4. Worden de wedden en toelagen van de vrijgestelden van die vakorganisaties door de respectieve bonden teruggestort of blijven ze ten laste van de overheid waaronder de vrijgestelde ressorteert? DO Question n 727 de M. Standaert du 21 octobre 1993 (N.): SNCB. - Limbourg. 1. Pourquoi les voyageurs limbourgeois font-ils l'objet d'un traitement discriminatoire lorsqu'ils utilisent la liaison ferroviaire Bruxelles Central - Hasselt - DO Vraag nr, 727 van de heer Standaert van 21 oktober 1993 (N.): NMBS. - Limburg. 1. Waarom worden Limburgse treinreizigers negatief gediscrimineerd als zij gebruik maken van de spoorwegverbinding Brussel Centraal - Hasselt -

15 Chambre des Représentantsde Belgique BelgischeKamervan Volksvertegenwoordigers Questionset Réponses(Sa ) Vragenen Antwoorden (GZ ) 7959 Bilzen? Le train IC en question circule entre la côte et Liège à une vitesse moyenne de 110 km/h, tandis que sa vitesse moyenne sur le tronçon Landen - Genk est de 60 km/h. 2. Qu'en est-il du dédoublement du tronçon Saint- Trond - Landen dans le cadre du plan de modernisation des chemins de fer? 3. Est-il normal que lors de la réduction du nombre de 4 rames de 2 voitures à 2 de 3 voitures sur le tronçon Landen - Genk, le nombre de voitures de première classe ait été réduit de moitié? Cette stratégie s'inscrirait-elle dans le cadre d'un nouveau plan global d'amélioration de la qualité? 4. Quelles mesures la SNCB prend-elle afin de mettre un terme aux retards quotidiens de 7 minutes sur le trajet de IC Knokke - Genk et d'assurer la correspondance avec les bus? 5. Dans quelles circonstances le bloc 19 à Hasselt peut-il déroger à la règle de priorité des trains de voyageurs sur les trains de marchandises en cas de retards répétés tels que ceux évoquées au point 4 cidessus? 6. a) Avez-vous déjà remarqué que sur le tronçon Hasselt - Bilzen, les voyageurs sont obligés, en automne, de se servir d'un parapluie afin de se protéger de la pluie qui pénètre abondamment par les fenêtres aux joints usés? h) Quelles mesures la SNCB prendra-t-elle pour remédier à cette situation: fera-t-elle entretenir ou rénover les voitures ou mettra-t-elle gratuitement des parapluies à la disposition des voyageurs? 7. a) Est-ce intéressant pour le voyageur venant de Saint-Trond de devoir transiter par Landen et Liège pour se rendre à Maastricht alors que précédemment il était possible de se rendre aux Pays-Bas via Bilzen et Lanaye? h) Pourquoi les Limbourgeois sont-ils ainsi discriminés? Le lobby liégeois et francophone serait-il donc si puissant au sein de la SNCB? Bilzen? Die IC-trein rijdt van de kust naar Luik tegen een gemiddelde snelheid van 110 km per uur terwijl het gedeelte Landen - Genk tegen een gemiddelde snelheid van 60 km per uur wordt afgelegd. 2. Hoe is het gesteld met de ontdubbeling van het stuk Sint-Truiden - Landen in het licht van spoor 2000? 3. Is het normaal dat bij de reductie van 4 stellen van 2 wagons naar 2 stellen van 3 wagons de eerste klas coupés kwantitatief werden gehalveerd op dat traject van Landen - Genk of kadert die strategie in een nieuw plan van integrale kwaliteitszorg? 4. Welke maatregelen neemt de NMBS opdat de dagelijkse klokvaste vertragingen van 7 minuten op het IC-traject Knokke - Genk zullen worden verholpen en dat de bussen voortaan ook klokvast zullen aansluiting geven? 5. Onder welke omstandigheden mag blok 19 in Hasselt uitzonderingen maken op de voorrangsregeling van reizigerstreinen ten opzichte van het goederenvervoer ingeval van klokvaste vertragingen zoals vermeld in punt 4 hierboven? 6. a) Is het u ook al opgevallen dat, als men naar Bilzen spoort, in de herfst de treinreiziger verplicht is om tijdens de rit Hasselt naar Bilzen intensief gebruik te maken van een paraplu om de overvloedige regenval door de versleten coupéraampjes te ontwijken? h) Hoe zal de NMBS dat verhelpen: de rijtuigen laten onderhouden, vernieuwen of voortaan gratis paraplus ter beschikking van de reiziger stellen? 7. a) Is het efficiënt dat een treinreiziger uit Sint-Truiden via Landen en Luik naar Maastricht moet sporen terwijl er vroeger een spoor was via Bilzen en Lanaken naar Nederland? h) Kortom, waarom worden Limburgers negatief gediscrimineerd? Is de Franstalige Luikse lobby binnen de NMBS dan zoveel machtiger?

16 7960 Chambre des Représentantsde Belgique Questionset Réponses(SO ) BelgischeKamervan Volksvertegenwoordigers Vragenen Antwoorden (GZ ) Vice-Premier Ministre et Ministre de la Justice et des Affaires économiques Vice-Eerste Minister en Minister van Justitie en Economische Zaken Justice Justitie DO Question n" 463 de M. Dallons du 18 octobre 1993 (Fr.) : Vie privée. - Attestations fiscales. - Circulaire. Au mois d'août dernier, les institutions habilitées à délivrer des attestations fiscales pour les dons de plus de francs belges ont reçu une circulaire provenant de l'administration centrale des contributions directes, dont voici les références: Direction W5 Ci. RH 26/ Cette circulaire leur impose de compléter les attestations en question ainsi que les copies et relevés administratifs qui sont envoyés annuellement au centre de documentation précompte professionnel compétent par le numéro national ou, à défaut, la date de naissance. Elle est d'application, avec effet rétro-actif, à partir du 1 er janvier Outre une perte de temps et de moyens, ces dispositions impliquent que les institutions concernées conservent dans leurs fichiers des renseignements d'ordre personnel concernant les donateurs. Cette circulaire est-elle conforme à la législation, et notamment aux dispositions de la nouvelle loi sur la vie privée? DO Vraag nr. 463 van de heer Dallons van 18 oktober 1993 (Fr.) : Persoonlijke levenssfeer. - Fiscale attesten. - Rondzendbrief De instellingen die gemachtigd zijn om fiscale attesten voor schenkingen van meer dan Belgische frank af te leveren, kregen in augustus jongstleden van het Hoofdbestuur van de directe belastingen een rondzendbrief Directie W5 Ci. RH 26/ Die verplicht de betrokken attesten alsmede de afschriften en adrninistratieve opnemingen die jaarlijks naar het bevoegde centrum documentatiebedrijfsvoorheffing worden gestuurd, met het nummer van het Rijksregister of, bij ontstentenis ervan, met de geboortedatum van de betrokkenen aan te vullen. Hij is vanaf 1 januari 1993 met terugwerking van toepassing. Die bepalingen brengen niet alleen een verlies van tijd en middelen mee maar impliceren dat de betrokken instellingen persoonlijke gegevens betreffende de schenkers in hun bestanden bewaren. Doet die rondzendbrief geen afbreuk aan de wetgeving, met name aan de bepalingen van de nieuwe wet over de bescherming van de persoonlijke levenssfeer? DO Question n? 464 de M. Simonet du 18 octobre 1993 (Fr.) : Obligations alimentaires. - Convention. - Ratification. A ma question n 238 du 28 décembre 1992 relative à la procédure de ratification par la Belgique de la convention de La Haye du 2 octobre 1973 sur la loi applicable aux obligations alimentaires, vous répondiez : «Le projet de loi d'approbation de la convention de La Haye du 2 octobre 1973 sur la loi applicable aux obligations alimentaires a été transmis au département des Affaires étrangères en Il semble toutefois que certains documents se soient égarés et mes services ont été appelés à les transmettre à nouveau à l'automne dernier. Le dossier est maintenant complet et devrait, selon les renseignements qui m'ont été com- DO Vraag nr. 464 van de heer Simonet van 18 oktober 1993 (Fr.) : Onderhoudsverplichtingen. - Overeenkomst. - Bekrachtiging. Op mijn vraag nr. 238 van 28 december 1992 met betrekking tot de bekrachtiging door België van de op 2 oktober 1973 gesloten overeenkomst van Den Haag betreffende de wet toepasbaar op de onderhoudsverplichtingen antwoordt li het volgende: «Het ontwerp van wet houdende goedkeuring van de overeenkomst van 's Gravenhage van 2 oktober 1973 inzake de wet die van toepassing is op onderhoudsverplichtingen, is in 1986 toegestuurd aan het departement Buitenlandse Zaken. Naar verluidt zijn bepaalde stukken evenwel zoek geraakt en mijn diensten hebben ze in de herfst van het vorige jaar opnieuw moeten roe-

17 ChambredesReprésentantsdeBelgique BelgischeKamervanVolksvertegenwoordigers Questionset Réponses(Sa ) VragenenAntwoorden(GZ ) 7961 muniqués, être soumis au conseil des ministres par mon collègue des Affaires étrangères dans les prochaines semaines.» (Voir bulletin des Questions et Réponses, Chambre, , n 48, page 3941). 1. Le dossier complet a-t-il bien été transmis au conseil des ministres? 2. A quelle date la convention susmentionnée sera-t-elle enfin ratifiée? zenden. Het dossier is thans volledig en zou, volgens de gegevens die mij zijn meegedeeld, al in de eerstvolgende weken door mijn collega van Buitenlandse Zaken worden voorgelegd aan de ministerraad.> (Zie bulletin van Vragen en Antwoorden, Kamer, , nr. 48, blz. 3941). 1. Werd het volledige dossier de ministerraad intussen toegezonden? 2. Wanneer wordt voormelde tussenkomst eindelijk bekrachtigd? DO Question n? 465 de M. de Clippele du 18 octobre 1993 (Fr.) : Juge indépendant et impartial. - -CCT. Tribunal du travail. Le fait que personne ne puisse être en même temps juge et partie dans une même affaire est un principe général du droit touchant à l'ordre public. L'article 578, 3, du Code judiciaire précise que le tribunal du travail connaît des contestations d'ordre individuel relatives à l'application des conventions collectives de travail. Les contestations sont qualifiées «d'ordre individuel» par opposition aux contestations «d'ordre collectif» découlant d'une grève ou d'un lock-out. Les contestations d'ordre individuel peuvent être introduites par un individu (employeur ou travailleur) ou par une organisation. Il peut s'agir de litigesconcernant la validité d'une CCT ou d'une disposition d'une CCT, la dénonciation d'une CCT ou l'interprétation d'une CCT. L'article 82 du Code judiciaire précise que le tribunal du travail se compose d'un président, juge au tribunal du travail, et des juges sociaux. Conformément aux articles 2 et 3 de l'arrêté royal du 7 avril 1970 déterminant le nombre des juges sociaux et des conseillerssociaux et les modalités de présentation des candidats, les candidatures à la fonction de juge social sont présentées par les organisations représentatives. Or, ces mêmes organisations peuvent - en vertu de l'article 5 de la loi du 5 décembre 1968 sur les conventions collectives de travail et les commissions paritaires - conclure des CCT. Afin que l'indispensable confiance puisse s'instaurer entre les tribunaux et les justiciables, il convient d'éviter que la composition des tribunaux puisse donner lieuà une légitime méfiance. L'apparence, l'impression donnée au public peuvent aussi être importantes (CEDH, affaires Piersack et De Cubber). La Cour de cassations'est également ralliée à la jurisprudence de la CEDH. Lesconseillers et les juges sociaux sont-ils en mesure de garantir un procès loyal en ce qui concerne les contestations à propos d'une CCT? DO Vraag nr. 465 van de heer de Clippele van 18 oktober 1993 (Fr.) : Onafhankelijke en onpartijdige rechter. - Arbeidsrechtbank. - CAO. Dat niemand tegelijkertijd rechter en partij in eenzelfde zaak mag zijn, is een algemeen rechtsbeginsel dat de openbare orde raakt. Nu bepaalt artikel 578, 3, Gerechtelijk wetboek dat de arbeidsrechtbank kennis neemt van de individuele geschillen betreffende de toepassing van de collectieve arbeidsovereenkomsten. Met geschillen worden altijd «individuele. geschillen bedoeld, in tegenstelling tot «collectieve» geschillen die voortvloeien uit een werkstaking of loek-out. De term «individueel» omvat zowel de vordering ingeleid door een individu (werkgever of werknemer) als door een organisatie. Het kan gaan om geschillen over de geldigheid van een CAO of een bepaling ervan, de opzegging van een CAO of de interpretatie van een CAO. Krachtens artikel 82, Gerechtelijk wetboek bestaat de arbeidsrechtbank uit een voorzitter, rechter in de arbeidsrechtbank, en rechters in sociale zaken. De kandidaturen voor het ambt van rechter in sociale zaken worden, overeenkomstig de artikelen 2 en 3 van het koninklijk besluit van 7 april1970 tot vaststelling van het aantal rechters en raadsheren in sociale zaken en van de wijze van de voordracht voorgedragen door de representatieve organisaties, die dezelfde organisaties zijn die krachtens artikels van de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités CAO's kunnen afsluiten. Opdat de rechtbanken bij de rechtzoekenden het onmisbare vertrouwen zouden inboezemen, dient te worden vermeden dat hun samenstelling aanleiding zou kunnen geven tot een gewettigd wantrouwen. Ook de schijn, de indruk die bij het publiek wordt gewekt, kan van belang zijn (EHRM, zaken Piersack en De Cubber). Ook het Hof van cassatie heeft zich aangesloten bij de rechtspraak van het EHRM. Kunnen de rechters en raadsheren in sociale zaken voor de geschillen over een CAO een eerlijk proces waarborgen? 1018

18 Chambre des Représentants de Belgique 7962 Questions et Réponses (SO ) Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers Vragen en Antwoorden (GZ ) Da Question n 466 de M. Annemans du 19 octobre 1993 (N.): Etablissements pénitentiaires. - Anvers. - Nouveaux châssis. Est-il exact qu'un certain nombre de nouveaux châssis ont été commandés pour la prison de la «Begijnenstraat» à Anvers et que le paiement a déjà été effectué alors que les châssis n'ont pas encore été placés? Da Vraag nr, 466 van de heer Annemans van 19 oktober 1993 (N.): Strafinrichtingen. - Antwerpen. - Nieuwe ramen. Klopt het dat in de gevangenis in de Begijnenstraat te Antwerpen voor de vervanging van een aanral vensters nieuwe vensters werden besteld en dat die bestelling al werd betaald zonder dat de vensters echter al vervangen zijn? Da Question n 467 de M. De Man du 19 octobre 1993 (N.): Elections législatives. - Vote obligatoire. - Poursuites. Il ressort de votre réponse à la question n" 31 de M. Perdieu du 19 février 1992 que des condamnations pour le non-respect de l'obligation de vote ont été prononcées uniquement en Flandre à l'occasion des élections du 13 décembre 1987 (voir bulletin des Questions et Réponses, Chambre, , n 65, page 6027). Quelles mesures prendrez-vous pour que la même politique soit menée dans toutes les juridictions des cours d'appel? Da Vraag nr. 467 van de heer De Man van 19 oktober 1993 (N.): Parlementsverkiezingen. - Stemplicht. - Vervolgingen. Uit uw antwoord op vraag nr. 31 van de heer Perdieu van 19 februari 1992 blijkt dat alleen in Vlaanderen veroordelingen werden uitgesproken wegens het niet nakomen van de stemplicht tijdens de verkiezingen van 13 december 1987 (zie bulletin van Vragen en Antwoorden, Kamer, , nr. 65, blz. 6027). Welke maatregelen neemt u opdat hetzelfde beleid zou worden gevoerd in alle rechtsgebieden van de hoven van beroep? Da Question n? 468 de M. Hiance du 20 octobre 1993 (Fr.) : Police de la circulation routière. - Cyclomoteurs. - Lutte contre le bruit. L'arrêté royal du 1 er décembre 1975 (Code de la route) interdit par son article d'incommoder le public par le bruit et précise qu'en aucun cas le niveau sonore ne peut dépasser les limites fixées par les règlements techniques. Si la première interdiction est de nature subjective, la seconde peut être établie par des mesures précises mais combien compliquées sur le plan pratique surtout! En son article 9, l'arrêté royal du la octobre 1974 détermine le niveau de bruit pouvant être émis et organise les modalités de contrôle au moyen d'un sonomètre de précision. Si les polices disposent assez souvent d'un appareillage ad hoc, elles sont par contre Da Vraag nr, 468 van de heer Hiance van 20 oktober 1993 (Fr.) : Politie over het wegverkeer. - Bromfietsen. - Lawaaibestrijding. Krachtens artikel van het koninklijk be: sluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer (Wegverkeersreglement) is het verboden «door het lawaai het publiek ongemak aan te doen» en mag het geluidsniveau in geen geval de grenswaarden overschrijden die vastgesteld zijn door de technische reglementen van de auto's of van de bromfietsen en motorfietsen. Dat eerste verbod mag dan nog op subjectieve wijze worden ingeschat, het tweede kan zonder twijfel wel door precieze metingen worden geconstateerd, zij het dat die metingen in de praktijk ongehoord ingewikkeld worden! Artikel 9 van het koninklijk besluit van la oktober 1974 houdende algemeen reglement op de technische eisen waaraan de bromfietsen, de motorfietsen en hun aanhangwagens moeten voldoen, bepaalt het geluidsniveau dat mag worden voortgebracht en regelt de

19 Une récente affaire judiciaire, en France, a mis en exergue l'exploitation par des enquêteurs judiciaires d'informations recueillies auprès d'organismes ou de services qui émettent et gèrent l'utilisation de cartes magnétiques, ou les acceptent comme mode de paiement. L'utilisation de ces cartes (de type Visa, Euro- Chambre des Représentantsde Belgique BelgischeKamervan Volksvertegenwoordigers Questionset Réponses(SO ) Vragenen Antwoorden(GZ ) 7963 aussi plutôt dans l'impossibilité matérielle d'organiser des contrôles techniquement et réglementairement parfaits, donc incontestables devant une juridiction répressrve. 1. Le caractère incommodant du bruit émis ne pourrait-il être établi indiscutablement par une mesure simple et rapide effectuée au niveau du cyclo à l'arrêt au moyen d'un sonomètre de précision? 2. Les arrêtés d'exécution de la loi du 18 juillet 1973 relative à la lutte contre le bruit fixent certains niveaux maximum (par exemple 90 db(a)). Par une assimilation apparemment logique, ne pourrait-on considérer que le niveau évoqué - par exemple - constitue le seuil indiscutable d'incommodité potentielle? 3. En cas de rencontre d'un cyclo bruyant par une patrouille, le contrôle pourrait se faire sur place et séance tenante, éventuellement en même temps que le contrôle «curvomètre. (vitesse). Conformément au point de l'article 9 de l'arrêté royal du 10 octobre 1974, le microphone serait placé à hauteur de la bouche d'échappement, sans plus. En cas de niveau vérifié supérieur à 90 db(a), un procès-verbal simplifié serait dressé sans autres formalités pour infraction à l'article de l'arrêté royal, du 1 er décembre 1975 et le conducteur mis en demeure de mettre ou remettre son engin en conformité avec la réglementation. Un tel procès-verbal ne permettrait-il pas au ministère public de poursuivre valablement le conducteur ainsi convaincu d'avoir «incommodé» le public par le bruit? Le contrôle effectué ne serait qu'indicatif et n'établirait qu'incomplètement que le niveau sonore maximum fixé par le règlement technique est de toute façon largement dépassé. 4.Envisagez-vous de modifier ou de préciser l'article 81 du Code de la route afin d'en simplifier singulièrement l'application? controlemodaliteiten aan de hand van metingen met een precisiesonometer. De politiediensten beschikken meestal wel over een ad hoc uitrusting maar doorgaans verkeren zij toch in de materiële onmogelijkheid om technisch en reglementair waterdichte en dus voor een repressieve rechtbank onbetwistbare controles uit te voeren. 1. Kan het hinder veroorzakende karakter van het voortgebrachte geluid niet op onweerlegbare wijze worden vastgesteld door een eenvoudige en snel uitvoerbare meting bij de stilstaande bromfiets met behulp van een precisiesonometer? 2. De uitvoeringsbesluiten van de wet van 18 juli 1973 betreffende de bestrijding van de geluidshinder leggen een aantal maximumwaarden vast (bijvoorbeeld 90 db (a)). Kan dat niveau - bijvoorbeeld - door een schijnbaar logische assimilatie niet als de onbetwistbare drempelwaarde van potentiële hinder worden beschouwd? 3. Wanneer een politiepatrouille op een lawaaierig knetterende bromfiets stuit, zou de controle ter plaatse en onmiddellijk kunnen gebeuren, eventueel zelfs tegelijk met de «curvimerer --controle (snelheidscontrole). Conform punt van artikel 9 van het koninklijk besluit van 10 oktober 1974 zou de microfoon gewoon ter hoogte van de uitlaatopening worden geplaatst. Als het geconstateerde geluidsniveau hoger ligt dan 90 db (a), zou een vereenvoudigd proces-verbaal worden opgemaakt - zonder verdere formaliteiten - wegens overtreding van artikel van het koninklijk besluit van 1 december 1975, en de bestuurder zou dan worden aangemaand zijn motorrijtuig in overeenstemming met de reglementering te brengen. Kan het openbaar ministerie aan de hand van zo'n procesverbaal de betrokken bestuurder, van wie op die manier is bewezen dat hij het publiek met zijn herrie «tot hinder is geweest», niet op geldige wijze vervolgen? De uitgevoerde controle zou slechts een indicatieve waarde hebben en niet volledig en doorslaggevend aantonen dat het door het technisch reglement opgelegde maximale geluidsniveau in ieder geval ruimschoots werd overschreden. 4. Denkt u artikel 81 van het Wegverkeersreglement te wijzigen of te preciseren om de toepassing ervan aanzienlijk te vergemakkelijken? Da Question n 469 de M. Mayeur du 21 octobre 1993 (Fr.) : Moyens de preuve. - Cartes magnétiques. DO Vraag nr, 469 van de heer Mayeur van 21 oktober 1993 (Fr.) : Bewijsmiddelen. - Magneetkaarten. Bij een recente gerechtszaak in Frankrijk werd duidelijk aangetoond hoe de recherche gebruik maakt van informatie die wordt ingewonnen bij instanties of diensten die magneetkaarten uitgeven en het gebruik ervan beheren of die dat soort kaarten als betaalmiddel accepteren. Aan de hand van verrichtingen met magne et-

20 7964 ChambredesReprésentantsdeBelgique Questionset Réponses(SO ) BelgischeKamervanVolksvertegenwoordigers VragenenAntwoorden(GZ ) card, ou de type Bancontact, et cetera) permet d'identifier les paiements et les achats de leurs titulaires, le lieu et le moment où ils sont effectués. Il est ainsi possible de connaître les activités, l'emploi du temps, le mode de vie de ces utilisateurs, puisque toutes les informations sont conservées par les institutions financières délivrant les cartes. 1. Dans quels cas et sous quelles conditions ces informations peuvent-elles être délivrées par ces institutions financières: a) à des tiers; b) aux autorités judiciaires; c) à l'administration fiscale? 2. Dans quelle mesure ces informations peuventelles constituer un mode de preuve dans le domaine judiciaire? kaarten (Visa, Eurocard, of Bancontact, enzovoort) kunnen betalingen en aankopen van de kaart-houders, met de plaats en het tijdstip waarop ze werden verricht, worden nagespoord. Op die manier kan men dus weten wat die kaartgebruikers wanneer uitvoerden, hoe hun tijdsbesteding er uitziet, wat hun levenswijze is, want al die gegevens worden bewaard door de financiële instellingen die die kaarten uit-reiken, 1. In welke gevallen en onder welke voorwaarden kan dat soort informatie door de betrokken financiële instellingen worden vrijgegeven: a) aan derden; b) aan het gerechtelijk apparaat; c) aan de belastingadministratie? 2. In hoeverre kunnen die gegevens als bewijsmiddel gelden op gerechtelijk vlak? DO Question n 470 de M. Geysels du 21 octobre 1993 (N.): Institutions pénitentiaires. - Merksplas. - Wortel.- Mise à disposition. A la suite des réformes de la loi sur le vagabondage, un certain nombre de domaines et de terrains appartenant aux «colonies de bienfaisance» de Merksplas et de Wortel seront libérés d'ici peu. Des communiqués de presse révèlent qu'une partie de ces terrains ont été (sant) mis à la disposition de tiers. 1. Quelle destination leur donnerez-vous ou avezvous déjà donnée? 2. Cette affectation correspond-elle avec le statut de «zone de développement naturel» prévue par la Région flamande dans le cadre de la structure verte? 3. Y a-t-il eu et/ou prévoit-on une concertation avec les ministères compétents de la Région flamande? DO Vraag nr, 470 van de heer Geysels van 21 oktober 1993 (N.): Strafinrichtingen. - Merksplas. - Wortel. - Terbeschikkingstelling. Door de hervormingen inzake de wet op de landloperij komen in de nabije toekomst een aantal domeinen en gronden vrij die behoren tot de «weldadigheidskolonies» in Merksplas en Wortel. Uit persberichten blijkt dat een aantal van die gronden ter beschikking werden (worden) gesteld van derden. 1. Welke bestemming zal u die gronden geven of heeft u al gegeven? 2. Is die bestemming in overeenstemming met het statuut van «natuurontwikkelingsgebied» zoals bepaald door het Vlaamse Gewest in het kader van de groene hoofdstructuur? 3. Is hierbij overleg gepleegd enlof gepland met de bevoegde ministers van het Vlaamse Gewest? Affaires économiques Economische Zaken DO Question n? 219 de M. Cauwenberghs du 21 octobre 1993 (N.): Centre de recherche et d'information de consommateurs. des organisations Selon le commentaire dans votre budget administratif, le Centre de recherche et d'information des organi- DO Vraag nr, 219 van de heer Cauwenberghs van 21 oktober 1993 (N.) : Centrum voor opzoekingen en voorlichting van de verb ruikersorganisaties. Het Centrum voor opzoekingen en voorlichting van de verbruikersorganisaties (COVVa) stelt, volgens de