Hof van Cassatie van België

Transcriptie

1 5 APRIL 2016 P N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P N A R M, vreemdeling, vastgehouden, eiser, met als raadsman mr. Stany Buysse, advocaat bij de balie te Gent, met kantoor te 9000 Gent, Kortrijksesteenweg 597, waar de eiser woonplaats kiest, tegen BELGISCHE STAAT, vertegenwoordigd door de staatssecretaris bevoegd voor Asiel en Migratie, voor wie optreedt de fod Binnenlandse Zaken, Algemene Directie Vreemdelingenzaken, met kantoor te 1000 Brussel, Antwerpsesteenweg 59B, ambtshalve tussengekomen partij, verweerder.

2 5 APRIL 2016 P N/2 I. RECHTSPLEGING VOOR HET HOF Het cassatieberoep is gericht tegen het arrest van het hof van beroep te Gent, kamer van inbeschuldigingstelling, van 3 maart De eiser voert grieven aan. Raadsheer Filip Van Volsem heeft verslag uitgebracht. Procureur-generaal Patrick Duinslaeger heeft geconcludeerd. II. BESLISSING VAN HET HOF Beoordeling Ontvankelijkheid van de memorie 1. Artikel 429, eerste lid, Wetboek van Strafvordering, dat van toepassing is op het cassatieberoep dat wordt ingesteld tegen een arrest van de kamer van inbeschuldigingstelling dat uitspraak doet over de wettigheid van een bestuurlijke maatregel van vrijheidsberoving van een vreemdeling, bepaalt: Behalve het openbaar ministerie kan de eiser in cassatie zijn middelen slechts aanvoeren in een memorie die ondertekend is door een advocaat die houder is van het in artikel 425, 1, tweede lid, Wetboek van Strafvordering bedoelde getuigschrift. 2. Uit die wetsbepaling volgt dat hij die namens een partij ter griffie van het Hof een memorie wil indienen niet alleen moet doen blijken van zijn hoedanigheid van advocaat, maar ook van het feit dat hij houder is van het door artikel 425, 1, tweede lid, bedoelde getuigschrift. 3. Uit de stukken waarop het Hof vermag acht te slaan, blijkt niet dat mr. Stany Buysse die namens de eiser een memorie heeft ingediend houder is van het getuigschrift bedoeld door artikel 425, 1, tweede lid, Wetboek van Strafvordering. De memorie is niet ontvankelijk.

3 5 APRIL 2016 P N/3 Ontvankelijkheid van het cassatieberoep 4. Artikel 425, 1, Wetboek van Strafvordering, dat van toepassing is op het cassatieberoep dat wordt ingesteld tegen een arrest van de kamer van inbeschuldigingstelling dat uitspraak doet over de wettigheid van een bestuurlijke maatregel van vrijheidsberoving van een vreemdeling, bepaalt: Onverminderd 2, wordt de verklaring van cassatieberoep gedaan door het openbaar ministerie of de advocaat op de griffie van het gerecht dat de bestreden beslissing heeft gewezen. Zij wordt getekend door het openbaar ministerie of de advocaat en door de griffier en ingeschreven in het daartoe bestemd register. De advocaat moet houder zijn van een getuigschrift van een opleiding in cassatieprocedures als bedoeld in boek II, titel III. De Koning bepaalt de vereisten waaraan de opleiding moet voldoen. 5. Uit die wetsbepaling volgt dat hij die namens een partij cassatieberoep instelt ter gelegenheid van het afleggen van zijn verklaring van cassatieberoep niet alleen moet doen blijken van zijn hoedanigheid van advocaat, maar ook van het feit dat hij houder is van het door artikel 425, 1, tweede lid, bedoelde getuigschrift. 6. Uit de stukken waarop het Hof vermag acht te slaan, blijkt niet dat mr. Stany Buysse die namens de eiser cassatieberoep heeft ingesteld, houder is van het getuigschrift bedoeld door artikel 425, 1, tweede lid, Wetboek van Strafvordering. Het cassatieberoep is bijgevolg niet ontvankelijk. Dictum Het Hof, Verwerpt het cassatieberoep. Veroordeelt de eiser tot de kosten. Bepaalt de kosten op 84,21 euro.

4 5 APRIL 2016 P N/4 Dit arrest is gewezen te Brussel door het Hof van Cassatie, tweede kamer, samengesteld uit raadsheer Filip Van Volsem, als waarnemend voorzitter, de raadsheren Alain Bloch, Peter Hoet, Antoine Lievens en Erwin Francis, en op de openbare rechtszitting van 5 april 2016 uitgesproken door waarnemend voorzitter Filip Van Volsem, in aanwezigheid van procureur-generaal Patrick Duinslaeger, met bijstand van afgevaardigd griffier Véronique Kosynsky. V. Kosynsky E. Francis A. Lievens P. Hoet A. Bloch F. Van Volsem

5 Verzoekschrift VERZOEKSCHRIFT/1