Hof van Cassatie van België

Transcriptie

1 16 FEBRUARI 2016 P N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P N S A, inverdenkinggestelde, aangehouden, eiser, met als raadsman mr. Jean Marie De Meester, advocaat bij de balie te Brugge. I. RECHTSPLEGING VOOR HET HOF Het cassatieberoep is gericht tegen het arrest van het hof van beroep te Gent, kamer van inbeschuldigingstelling, van 2 februari De eiser voert in een memorie die aan dit arrest is gehecht, twee middelen aan. Raadsheer Alain Bloch heeft verslag uitgebracht. Advocaat-generaal met opdracht Alain Winants heeft geconcludeerd.

2 16 FEBRUARI 2016 P N/2 II. BESLISSING VAN HET HOF Beoordeling Eerste middel 1. Het middel voert schending aan van artikel 6 EVRM en artikel 2bis Voorlopige Hechteniswet, alsook miskenning van het algemeen rechtsbeginsel houdende eerbiediging van het recht van verdediging: het arrest oordeelt dat het feit dat de eiser tegenover de politie verklaarde zich te beroepen op zijn zwijgrecht en die verklaring voor de onderzoeksrechter bevestigde, niet ipso facto met zich meebrengt dat hij zich ook voor de onderzoeksrechter op zijn zwijgrecht beriep; doordat de onderzoeksrechter de eiser verder verhoorde hoewel hij zich beriep op het zwijgrecht en daar niet uitdrukkelijk afstand van had gedaan, schendt hij voormelde bepalingen en miskent hij eisers recht van verdediging. 2. In zoverre het middel is gericht tegen het verhoor door de onderzoeksrechter en dus niet tegen het arrest, is het niet ontvankelijk. 3. Het zwijgrecht houdt in dat niemand kan worden gedwongen om tegen zichzelf te getuigen, maar houdt voor de onderzoeksrechter geen verbod in om een verdachte verder vragen te stellen. Geen bepaling verplicht de onderzoeksrechter om een verdachte die hij voorafgaand in kennis heeft gesteld van het zwijgrecht, uitdrukkelijk te vragen of hij afstand doet van dat recht. In zoverre het middel uitgaat van een andere rechtsopvatting, faalt het eveneens naar recht. Tweede middel 4. Het eerste onderdeel voert schending aan van artikel 6 EVRM, alsook miskenning van het algemeen rechtsbeginsel van de eerbiediging van het recht van verdediging: het arrest oordeelt dat uit het loutere feit dat in het kabinet van de onderzoeksrechter een herdenkingsartefact in de vorm van een Amerikaanse vlag hangt, niet kan worden afgeleid dat niet zou voldaan zijn aan de vereiste van on-

3 16 FEBRUARI 2016 P N/3 afhankelijkheid en onpartijdigheid in hoofde van de onderzoeksrechter, hoewel de Verenigde Staten van Amerika Irak bezetten en verschillende inbreuken plegen op het internationaal recht zodat de eiser als Irakees staatsburger kan vrezen dat een onderzoeksrechter die daarmee sympathiseert niet de nodige waarborgen biedt van onpartijdigheid, minstens ervaart de eiser een schijn van partijdigheid wanneer hij voor een semi-amerikaanse rechter moet verschijnen. Het tweede onderdeel voert schending aan van artikel 8, 1, van het koninklijk besluit van 2 oktober 1937 houdende het statuut van het Rijkspersoneel: het is niet toegelaten om in een officieel Belgisch gebouw en in het bijzonder in het kabinet van een onderzoeksrechter de vlag van een andere natie uit te hangen. Het derde onderdeel voert miskenning aan van de circulaire van de minister van justitie van 28 april 2004 betreffende de neutraliteit van de gerechtsgebouwen en het belang dat wordt gehecht aan het neutrale karakter van het gerecht: de minister van justitie benadrukte dat de neutraliteit van de gerechtelijke autoriteiten en van de medewerkers van justitie een onaantastbaar principe vormt. 5. In geen van zijn onderdelen trekt het middel rechtsgevolgen uit de aangevoerde onwettigheden voor de regelmatigheid van de door het arrest genomen beslissing van handhaving van eisers voorlopige hechtenis. Het middel, al was het gegrond, kan niet tot cassatie leiden en is bijgevolg niet ontvankelijk. Ambtshalve onderzoek van de beslissing 6. De substantiële of op straffe van nietigheid voorgeschreven rechtsvormen zijn in acht genomen en de beslissing is overeenkomstig de wet gewezen. Dictum Het Hof, Verwerpt het cassatieberoep. Veroordeelt de eiser tot de kosten. Bepaalt de kosten op 74,31 euro.

4 16 FEBRUARI 2016 P N/4 Dit arrest is gewezen te Brussel door het Hof van Cassatie, tweede kamer, samengesteld uit raadsheer Filip Van Volsem, als waarnemend voorzitter, de raadsheren Alain Bloch, Peter Hoet, Erwin Francis en Sidney Berneman, en op de openbare rechtszitting van 16 februari 2016 uitgesproken door waarnemend voorzitter Filip Van Volsem, in aanwezigheid van advocaat-generaal met opdracht Alain Winants, met bijstand van afgevaardigd griffier Véronique Kosynsky. V. Kosynsky S. Berneman E. Francis P. Hoet A. Bloch F. Van Volsem

5 16 FEBRUARI 2016 P N/5

6 Verzoekschrift VERZOEKSCHRIFT/1