AANVULLENDE INFORMATIE MAN OPBOUWRICHTLIJNEN

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "AANVULLENDE INFORMATIE MAN OPBOUWRICHTLIJNEN"

Transcriptie

1 AANVULLENDE INFORMATIE MAN OPBOUWRICHTLIJNEN

2 Deze aanvullende informatie wordt afwijkend gepubliceerd dan de regelmatige updatecycli als er belangrijke wijzigingen in de opbouwrichtlijnen plaatsvinden. Bij de volgende update worden de betreffende hoofdstukken overgezet naar de boekjes. INHOUD III. Chassis 5.5 Brandstoftanks Wijzigingen aan de luchtinlaat 8.4 Extra verbruikers 8.5 Accu s Radarsensor 8.9 Elektrische kasten op het chassis 8.0 Smart tachograaf PTO s 3..3 Nokkenasaandrijving, PTO aan vliegwielzijde (SSNA) 3..4 Ondersteuning van op de PTO aan vliegwielzijde aangebouwde hydraulische pompen

3 5.5 Brandstoftanks Wanneer er voldoende ruimte beschikbaar is, kunnen brandstoftanks worden verplaatst en kunnen er extra brandstoftanks worden gemonteerd. Bij een groter volume moet erop worden gelet dat de wielen zo gelijkmatig mogelijk worden belast (zie hoofdstuk III Chassis, subhoofdstuk Verschil in wielbelasting). Als de vorm van de tank wordt gewijzigd, moet de tankvlotter worden vervangen en moet het voertuig in bepaalde gevallen opnieuw worden geparametreerd door een servicevestiging van MAN. Het volgende overzicht moet hierbij in acht worden genomen: Tankvorm OUD Tankvorm NIEUW Vlotter vervangen? Parametreren noodzakelijk Opmerking Ja Ja Wijziging dwarsdoorsnede Ja Ja Wijziging dwarsdoorsnede Ja Nee Wijziging vulhoogte Ja Nee Wijziging vulhoogte Ja Nee Wijziging vulhoogte Ja Nee Wijziging vulhoogte Nee Nee Geen wijziging vulhoogte MAN Opbouwrichtlijnen TGL/TGM/TGS/TGX

4 Neem voor brandstoftanks met speciale vormen contact op met de desbetreffende fabrikant van deze brandstoftank. Als na de levering af fabriek andere of extra brandstoftanks worden gemonteerd, moeten de volgende wettelijke richtlijnen in acht worden genomen: - Zoals vermeld in artikel 7 Gebruikersinformatie van de richtlijn 204/94/EU moet de gebruiker informatie krijgen over de brandstof waarmee het voertuig mag worden gebruikt. De aanduiding moet overeenkomstig de norm EN 6942:206-2 Brandstoffen - Aanduiding van compatibiliteit met voertuigen - Grafische beeldmerken bedoeld om consumenten te informeren worden uitgevoerd. De aanduiding moet in de buurt van alle brandstofvulnippels van motorvoertuigen worden aangebracht. De informatie moet niet alleen op het voertuig worden aangebracht, maar ook in de handboeken van de motorvoertuigen en bij de voertuigdealers beschikbaar zijn. Informatie over de betreffende toegestane brandstoffen staat in het instructieboekje. - Als het totale tankvolume toeneemt, dan is het extra tankvolume bij het passeren van een grens onderworpen aan de benzineaccijns/energiebelasting van het invoergebied. Dit geldt zowel voor wijzigingen van voordat het voertuig op naam van de klant stond (bijv. bij de opbouwfabrikant) als voor wijzigingen achteraf, als het voertuig al op naam van de klant staat. De klanten moeten hierover worden geïnformeerd Alleen brandstoffen in zogenaamde "hoofdtanks" (en brandstoffen in reservereservoirs tot een totale hoeveelheid van 20 liter) kunnen belastingvrij worden vervoerd. Hoofdtanks zijn de brandstoftanks waarmee het voertuig af fabriek is geleverd, maar niet de brandstoftanks die later door bijvoorbeeld een opbouwfabrikant of door werkplaatsen zijn gemonteerd. - Zoals beschreven in de ADR-richtlijn mag het maximaal toegestane totale volume van 500 l niet worden overschreden. - De landspecifieke richtlijnen moeten bij wijzigingen in acht worden genomen. - VN-regeling nr. 34 Brandstoftanks De beschrijving van de werkwijze bij de eerste keer tanken van dubbele of meervoudige tanksystemen staat in het betreffende geldige instructieboekje van het voertuig of in de service-informatie (SI ). Aanwijzingen voor gebruik in de mijnbouw: Bij voertuigen met brandstoftanks van aluminium die worden gebruikt in de kolenmijnbouw of voor het transporteren van kolen, kan schade door corrosie ontstaan. De contactcorrosie doet zich voor tussen de elementen aluminium en koolstof. MAN adviseert stalen tanks te kiezen bij de configuratie van voertuigen voor de kolenmijnbouw. Als er geen stalen tanks in het gewenste formaat beschikbaar zijn, moet het tanksysteem regelmatig worden gecontroleerd. Een andere mogelijkheid is het vakkundig laten spuiten van de brandstoftanks, maar ook dan wordt een regelmatige controle nog steeds aanbevolen. MAN Opbouwrichtlijnen TGL/TGM/TGS/TGX

5 6.3 Motoromgeving 6.3. Wijzigingen aan de motor Belangrijke aanwijzing Wijzigingen aan de motor of aan motorcomponenten worden door MAN niet toegestaan. Wanneer die toch worden uitgevoerd, vervallen de bedrijfstoestemming en de garantie Wijzigingen aan de luchtinlaat (Betreft TGL/TGM) Over het algemeen moeten wijzigingen aan het aanzuigsysteem voorkomen worden. Er staan diverse standaard leverbare varianten voor TGL/TGM ter beschikking die op bruikbaarheid getest moeten worden. Meer varianten voor de series TGL en TGM met Euro 6-motoren met luchtmassameter (zie tabell 3-III, 4-III) kunnen in de service-informatie nr. 570TA via de MAN After Sales Portal worden opgeroepen. Informatie over de levermogelijkheden voor het betreffende voertuig is verkrijgbaar bij de dichtstbijzijnde MANvestiging. Als een wijziging van de luchtinlaat onvermijdelijk is, gelden de volgende richtlijnen. Als deze niet nageleefd kunnen Hierbij geldt het volgende: Het aanzuigen van lucht mag niet gehinderd worden. De onderdruk in de aanzuigleiding mag niet veranderen. Dwarsdoorsneden van het buizenstelsel in vorm en/of oppervlak moeten altijd hetzelfde blijven. Scherpe bochten in de buizen moeten vermeden worden, verstekken zijn niet toegestaan. Het ophangings- resp. steunconcept en de fundamentele inbouwpositie van de componenten moe ten gehandhaafd worden. Bij wijzigingen aan het aanzuigsysteem moet gewaarborgd worden dat verder alle geluids- en emis sierelevante en overige wettelijke voorschriften nageleefd worden. De luchtinlaat mag geen verwarmde lucht aanzuigen (bijv. afvalwarmte van de motor in de buurt van de spatschermen resp. in de buurt van de uitlaatdemper). Er moet een geschikte aanzuiglocatie gekozen worden die waarborgt dat de aangezogen lucht niet meer dan 5 C verwarmd wordt (bui tentemperatuur t.o.v. temperatuur voor de turbocompressor). Bij een te hoge temperatuur van de aangezogen lucht dreigen de uitlaatgasgrenswaarden overschreden te worden. Als de uitlaatgas grenswaarden niet worden aangehouden, vervalt de typegoedkeuring. Aan de verse-luchtzijde moet het buizenstelsel zo gekozen worden, dat deze naar buiten toe ab soluut dicht is. De binnenkant van de buis voor verse lucht moet glad zijn, er mogen geen deeltjes en dergelijke losraken. Het wegschuiven van de buis voor verse lucht bij de afdichtplaatsen moet absoluut voorkomen worden. Hiervoor zijn geschikte houders voorzien. Om het aanzuigen van brandende peuken en dergelijke te voorkomen, moet direct bij de aanzuiglo catie een zogenaamd sigarettenbeschermrooster op dezelfde manier als het standaard ingebouw de rooster (niet-brandbaar materiaal, maaswijdte SW6, oppervlak van de open doorsnede min. er brand in het voertuig ontstaan! MAN kan geen uitspraken doen over de effectiviteit van de getrof fen maatregelen; de verantwoordelijkheid ligt bij het uitvoerende bedrijf. De aanzuiglocatie moet zich in een gebied met weinig stofontwikkeling en in een spatwaterdicht gebied bevinden. Daarnaast dienen alle voorschriften nageleefd te worden, die door de brancheorganisatie of soort gelijke instellingen aan de betreffende onderdelen gesteld worden (bijv. oppervlaktetemperatuur in de buurt van de handgreep). Voldoende afwatering met behulp van waterafscheidingsmechanismen en een ongehinderde stofaf schade aan de motor ontstaan. MAN Opbouwrichtlijnen TGL/TGM

6 Het aanzuigsysteem moet een waterafscheidinsgraad van minstens 80% hebben (conform SAEJ2554 voor een luchtstroom van 3-22 m3/min). Alle zuigbuizen moeten bestendig zijn tegen een onderdruk van 00 mbar en tegen een temperatuur van minstens 80 C (kortstondig 00 C). Flexibele leidingen (bijv. slangen) zijn niet toegestaan. Aanzuigsysteem bij cabine: Ter overhandiging wordt het aanzuigsysteem van een regenkap voorzien. De re genkap moet door de opbouwfabrikant verwijderd en door een geschikte aanzuiging voor vuile lucht (in de opbouw geïntegreerd) die aan de bovengenoemde vereisten voldoet, vervangen worden. MAN kan bij gewijzigde aanzuigsystemen - de naleving van deze en andere voorschriften niet waarborgen. De verantwoordelijkheid hiervoor ligt bij het uitvoerende bedrijf, ook voor voorschriften wat betreft de on-board diagnose (OBD). - geen uitspraken doen over veranderingen in het verbruik of over het geluidsniveau; er is eventueel een nieuwe geluidstest vereist. Akoestisch werkzame componenten (bijv. sproeiers bij de inlaatpijp van verse lucht) mogen niet gewijzigd worden. Bij het niet naleven van de geluidsgrenswaarden vervalt de typegoedkeuring. wijzigingen aan het aanzuigsysteem kan afnemen Voor voertuigen met emissiestandaard Euro 4/Euro 5 geldt naast de algemene richtlijnen ook het volgende: De positie van de onderdruksensor moet in een recht buisstuk met een zo kort mogelijke afstand tot de turbocompressor gekozen worden. De correcte weergave van de sensor dient door het uitvoerende bedrijf gewaarborgd te worden. Let op: Kans op motorschade bij weergave van lage waarden! MAN Opbouwrichtlijnen TGL/TGM

7 Voor voertuigen met emissiestandaard Euro 6 gelden de volgende extra richtlijnen. Hierbij moet onderscheid gemaakt worden tussen motoren met en zonder luchtmassameter. Variant : Motor met luchtmassameter De hieronder vermelde richtlijnen gelden voor de in de Tabel 3-III en Tabel 4-III vermelde Euro 6-motoren met luchtmassameter. In Afbeelding 43-III en Afbeelding 44-III zijn twee mogelijke inbouwposities van luchtmassameters weergegeven. Tabel 3-III: Motor Euro 6 met luchtmassameter Motorvermogen in pk Motor (4 cilinders) Motoraanduiding D0834LFL66 D0834LFLAA D0834LFL67 D0834LFL75 D0834LFLAB D0834LFLAD D0834LFL68 D0834LFL76 D0834LFLAC D0834LFLAE D0834LOH64 Tabel 4-III: Motor Euro 6 met luchtmassameter Motorvermogen in pk Motor (6 cilinders) Motoraanduiding D0836LFL75 D0836LFLAH Beijing5 D0836LFLAK Beijing5 D0836LFL66 D0836LFLAA D0836LFLAD D0836LFL76 D0836LFLAI Beijing5 D0836LFLAL Beijing5 D0836LFL67 D0836LFLAB D0836LFLAE D0836LFL77 D0836LFLAJ Beijing5 D0836LFLAM Beijing5 D0836LFL68 D0836LFLAC D0836LFLAF MAN Opbouwrichtlijnen TGL/TGM

8 Afbeelding 44-III: Luchtmassameter (pos.) op C-Fhs T_82_00000_000_G MAN Opbouwrichtlijnen TGL/TGM

9 Afbeelding 45-III: Luchtmassameter (pos.) op L-Fhs T_82_000002_000_G Inbouwpositie, stand en uitlijning van de sensoren in het aanzuigsysteem mogen niet aangepast worden. Bij het leggen van de aanzuigleiding van de luchtperspomp moet voor een voldoende gedimensi oneerde doorsnede gezorgd worden. De leiding moet een onderdrukstabiliteit van minstens 250 mbar hebben en tussen -40 C en +20 C temperatuurstabiel zijn. De aan- en afvoer van de luchtmassameter mag niet aangepast worden: - Het buizenstelsel voor verse lucht mag qua geometrie en positie niet aangepast worden. Aanpassingen in lengte en het verdraaien van het hele buizenstelsel voor verse lucht zijn niet toegestaan. de toevoer naar en de karakteristiek van de luchtmassameter en kan bij niet inachtneming tot storingen leiden. - De inbouwpositie, stand en uitlijning van de luchtmassameter mogen niet aangepast worden. - Het inbouwen van een veiligheidselement is momenteel niet toegestaan. Een veiligheidse nendringt. Bij niet inachtneming is dit van invloed op de toevoer naar en de karakteristiek van de luchtmassameter en kunnen er storingen optreden. - Het complete afvoerluchtgedeelte (aanzuigrooster, aanzuigschacht, stofhoes, afvoerbuis) moet overgenomen worden (uitzondering: variant cabine) MAN Opbouwrichtlijnen TGL/TGM

10 Variant 2: Motor zonder luchtmassameter Alle Euro 6-motoren die niet in de Tabel 3-III en Tabel 4-III staan, hebben geen luchtmassameter. Deze motoren zijn vanaf medio 207 verkrijgbaar. Doordat de luchtmassameter in het aanzuiggedeelte is komen te vervallen, moet dit aanzuigsysteem bij een ombouw net zo behandeld worden als een motor met emissiestandaard Euro 4/Euro 5: De positie van de onderdruksensor moet in een recht buisstuk met een zo kort mogelijke afstand tot de turbocompressor gekozen worden. De correcte weergave van de sensor dient door het uit voerende bedrijf gewaarborgd te worden. Let op: Kans op motorschade bij weergave van lage waarden! MAN Opbouwrichtlijnen TGL/TGM

11 8.4 Extra verbruikers Het aansluiten van extra verbruikers is principieel mogelijk. Bij het achteraf monteren van extra elektrische verbruikers moet het volgende in acht worden genomen: In de centrale relais- en zekeringenkast zijn geen vrije zekeringen voor gebruik door het opbouwbedrijf beschikbaar. Extra zekeringen kunnen in een voorbereide kunststof houder worden geplaatst. Deze houder bevindt zich voor de centrale relais- en zekeringenkast. De aanwezige stroomcircuits van het boordnet mogen niet worden afgetakt. Het aansluiten van extra verbruikers op zekeringen die al bezet zijn, is niet toegestaan. Elk door het opbouwbedrijf aangebracht stroomcircuit moet voldoende groot zijn gedimensioneerd en moet via eigen zekeringen zijn beveiligd. De grootte van de zekering moet dusdanig zijn dat de kabel wordt beveiligd en niet het daaraan gekoppelde systeem. Bij het inbouwen van extra zekeringhouders moeten zekeringhouders met IP-code IP54 en brandveiligheidsklasse UL 94-V0 worden gebruikt. Zekeringhouders die open zijn aan de onderzijde (afbeelding XX) en ringzekeringen (afbeelding XY) zijn niet toegestaan. Op afbeelding XZ een zekeringhouder met MAN artikelnummer Deze voldoet aan bovenstaande voorwaarden en kan dus worden gebruikt. Als de vermelde informatie niet in acht wordt genomen en er daardoor schade ontstaat, ligt de verantwoordelijkheid uitsluitend bij de opbouwfabrikant. Elektrische systemen moeten voldoende bescherming bieden tegen alle mogelijke elektrische storingen en invloeden van buitenaf zonder de elektrische installatie van het voertuig te beïnvloeden. De terugkoppelvrijheid moet te allen tijde zijn gegarandeerd. Bij het dimensioneren van de kabeldoorsnede moet rekening worden gehouden met spanningsverlies en de verwarming van de draad. Omwille van een te kleine mechanische stevigheid moeten doorsnedes onder 0,75 mm 2 worden vermeden. Het opbouwbedrijf is verantwoordelijk voor een correcte dimensionering. De min- en pluskabel moeten dezelfde minimale doorsnede hebben. De voedingsspanning voor 2 V-apparaten mag enkel via spanningsomvormers lopen. Het gebruik van slechts één accu voor de levering van de voedingsspanning is niet toegestaan, omdat ongelijkmatige laadtoestanden tot een te grote lading en beschadiging van de andere accu leiden. Bij een hoge stroombehoefte door extra verbruikers (bijv. elektro-hydraulische laadklep) of bij gebruik van het voertuig onder extreme klimatologische omstandigheden moeten accu s met een grotere capaciteit worden ingebouwd. Belangrijke aanwijzing Wanneer het opbouwbedrijf accu s met een grotere capaciteit inbouwt, moet de doorsnede van de accuaansluitkabel worden aangepast aan het nieuwe opgenomen vermogen. Afbeelding XX: Zekeringhouders die open zijn aan de onderzijde MAN Opbouwrichtlijnen TGL/TGM/TGS/TGX

12 Afbeelding XY: Ringzekering Afbeelding XZ: Toegestane zekeringhouder Bij het rechtstreeks aansluiten van verbruikers op klem 5 (bout 94 van de centrale relais- en zekeringenkast, zie ) kan het gebeuren dat door keerstroom in het boordnet een fout in het geheugen van regelapparaten wordt gemeld. Verbruikers moeten daarom worden aangesloten volgens de hiernavolgende beschrijving. Spanningsvoorziening klem 5 Principieel moet een relais worden gemonteerd dat via klem 5 (bout 94) wordt aangestuurd. Het verbruik moet via een zekering aan klem 30 (bout 90-, 90-2 en 9, achterzijde centrale relais- en zekeringenkast) worden aangesloten (zie ). Het maximale verbruik mag niet groter zijn dan 0 A. Er moet een aanhaalmoment (M a ) van 5,5 Nm ± 0% worden aangehouden. Spanningsvoorziening klem 30 Bij een maximaal verbruik tot 0 A via een zekering, rechtstreeks aan klem 30 (bout 90-, 90-2 en 9, zie achterzijde centrale relais- en zekeringenkast) aansluiten. Bij een verbruik van >0 A via een zekering rechtstreeks op de accu aansluiten. Er moet een aanhaalmoment (M a ) van 5,5 Nm ± 0% worden aangehouden. Spanningsvoorziening klem 3 Niet op de accu aansluiten, maar op de massapunten binnen (zie, massapunt X644 achter de centrale relais- en zekeringenkast) en (motorlager rechtsachter) van de cabine. Er moet een aanhaalmoment (M a ) van 9 Nm + / - 0,9 Nm worden aangehouden. MAN Opbouwrichtlijnen TGL/TGM/TGS/TGX

13 Belangrijke aanwijzing Veranderingen of uitbreidingen van het boordnet zijn niet toegestaan! Dit geldt meer bepaald voor de centrale relais- en zekeringenkast. Voor schade die ontstaat door wijzigingen is degene verantwoordelijk die de wijzigingen heeft uitgevoerd.. Afbeelding 36-III: Achterzijde centrale relais- en zekeringenkast T_200_00000_000_G ) Klem 3 (het is niet toegestaan om op deze positie massa af te tappen.) 2) Standaard is hier geen kabel aangesloten, de bout kan echter met een verbinding (MAN-onderdeelnr.: ) naar bout 94 als extra aansluitbout voor klem 5 worden gebruiktt 3) Klem 30 4) Klem 5 5) Klem 3 (het is niet toegestaan om op deze positie massa af te tappen.) MAN Opbouwrichtlijnen TGL/TGM/TGS/TGX

14 Afbeelding 37-III: Massapunt X644 achter de centrale relais- en zekeringenkast T_200_000003_000_G MAN Opbouwrichtlijnen TGL/TGM/TGS/TGX

15 Afbeelding 38-III: Schakelschema extra verbruikers 2 T_200_000002_000_Z 4 3 ) Zekering volgens nominale stroom van toegelaten extra verbruikers 2) Aan deze aansluiting enkel stroomvoorziening klem 5 van verbruikers aansluiten die ook standaard gemonteerd kunnen zijn (uitzondering: relaisaansturing voor extra verbruikers) 3) Extra verbruikers (nominale stroom max. 0 A) 4) Relais voor stroomvoorziening klem 5 van extra verbruikers (bijv ) A00 Centrale relais- en zekeringenkast F354 Hoofdzekering klem 30 F355 Hoofdzekering klem 30 F400 Zekering stuurslot F522 Zekering kabel F523 Zekering kabel G00 Accu G0 Accu 2 G02 Dynamo K7 Relais klem 5 M00 Startmotor Q0 Contactslot X 00 Massa-aansluiting motor X 364 Verbinding tussen aansluitbout 90- en 90-2 van de centrale relais- en zekeringenkast X 365 Verbinding tussen aansluitbout 90-2 en 9 van de centrale relais- en zekeringenkast X 539 X 557 stekkerverbinding cabinedoorvoer X 642 Massapunt in cabine achter instrumentenpaneel X 644 Massapunt in cabine naast centrale relais- en zekeringenkast X 93 Verbinding voor kabel in de kabelgoot op de motor MAN Opbouwrichtlijnen TGL/TGM/TGS/TGX

16 8.5 Accu s De accu is via twee accupolen verbonden met het boordnet van het voertuig. Ter bescherming tegen letsel of schade bij onderhoudswerkzaamheden moet de accuhoofdschakelaar worden uitgeschakeld. Bij het losmaken van accukabels en het bedienen van de accuhoofdschakelaar moet de volgende volgorde in acht worden genomen: Alle verbruikers uitschakelen (bijv. verlichting uit, alarmlichten uit). Contact uitschakelen Deuren sluiten Wacht een nalooptijd van ca. 60 minuten af tot de accu s worden losgekoppeld (minpool eerst). Nog eens 5 seconden wachten voor het uitschakelen van de accuhoofdschakelaar Reden: Veel voertuigfuncties worden door de centrale boordcomputer (ZBR) gestuurd, die zijn laatste status pas moet opslaan, voordat hij stroomloos mag worden geschakeld. Indien bijv. de portieren geopend blijven, bedraagt de tijdconstante tot een geregelde bedrijfseinde van de ZBR 5 minuten, omdat met de ZBR ook de sluitfuncties worden bewaakt. Daarom moet bij open deuren langer dan 5 minuten worden gewacht voor loskoppelen van de accu s; het sluiten van de deuren verkort de wachttijd tot 60 s. Het niet opvolgen van de hier beschreven volgorde levert direct diagnosegeheugenmeldingen op in een aantal regeleenheden (bijv. In de centrale boordcomputer ZBR) of gegevens-/ Een uitzondering hierop is natuurlijk het bedienen van de noodstopschakelaar in geval van nood. Bij het loskoppelen van de accu's moet met betrekking tot de tachografen van de tweede generatie altijd hoofdstuk III paragraaf 8.0 "Smart tachograaf" in acht worden genomen. Belangrijke aanwijzing Bij draaiende motor: accuhoofdschakelaar niet uitschakelen accu- resp. poolklemmen niet losmaken of demonteren. Vanaf eind 206 is bij voertuigen waarvan de cabine met een slaapplek is uitgerust en de accu s 75 of 225 Ah hebben, de accubewaker standaard ingevoerd. Als de accubehuizing verplaatst of de meetleiding verlengd wordt, moet de module opnieuw gekalibreerd worden. Meer informatie over de accubewaker is te vinden in de MAN After Sales Portal ( registratie verplicht) Behandeling en onderhoud van accu s Accu s met regelmatige tussenpozen controleren. Voor de controle van accu s adviseren wij de accutester DSS-784 HD MAN, artikelnummer , te gebruiken. Snelladers en externe starters zijn niet toegestaan voor het laden omdat het gebruik daarvan de regeleenheden kan beschadigen. Externe start van voertuig naar voertuig is toegestaan, ga daarbij te werk aan de hand van de gebruiksaanwijzing. MAN Opbouwrichtlijnen TGL/TGM/TGS/TGX

17 De volgende instructies bij de omgang met accu s in acht nemen: Tabel 52-III: Stilstandtijd Rustspanning tot aan de levering nooit minder dan 2,45 V belasting altijd opladen Bij een stilstandtijd van meer dan 30 dagen: Accuhoofdschakelaar uitschakelen. Accu s loskoppelen. Gedurende de volledige periode tot aan de levering aan de klant mag de rustspanning niet minder zijn dan 2,45 V. Accu s bij een rustspanning van minder dan 2,6 V opladen. Om ervoor te zorgen dat de rustspanning tot aan de volgende controle niet minder wordt dan 2,45 V, moeten accu s die bij de controle niet minstens een rustspanning van 2,6 V hebben, worden opgeladen. Ongeacht de stilstandtijd moeten de accu s altijd worden opgeladen na een zware belasting, bijvoorbeeld na het inbouwen of repareren van een hydraulische laadklep met aansluitende functiecontrole of na het meerdere keren starten/manoeuvreren van het voertuig zonder aansluitende rit. Voertuigen mogen zonder accu s niet worden gestart of verplaatst. Accu s verouderen heel snel als de accuspanning gedurende langere tijd lager dan 2,6 V is. Mochten accu s bij overdracht van het voertuig aan de klant beschadigd of defect blijken, dan worden de kosten verhaald op de inbouwer. Meer aanwijzingen over de omgang met en de verzorging van accu s zijn te vinden in TI 40TA, dat via MAN Service en het MAN After Sales Portal verkrijgbaar is. MAN Opbouwrichtlijnen TGL/TGM/TGS/TGX

18 8.5.2 Omgang met en verzorging van onderhoudsvrije accu s Als de in de fabriek gemonteerde accu s zijn opgebruikt, dan worden door de MAN-werkplaatsen uitsluitend onderhoudsvrije accu s ingebouwd. Deze verschillen van gebruikelijke accu s door een betere bestendigheid tegen geheel ontladen en een betere stroomopname bij het opladen. Onderhoudsvrije accu s moeten desondanks toch telkens worden opgeladen. Voor de controle van accu s adviseren wij de accutester DSS-784 HD MAN, artikelnummer , te gebruiken. Zie daartoe punt 8.5. Behandeling en onderhoud van accu s. Opgelet! De afsluitdeksels van de onderhoudsvrije accu mogen niet worden geopend. Binnenkomende lucht kan leiden tot voortijdige corrosie in de accu. Gedetailleerde service-informatie SI-nummer: 40TA is verkrijgbaar via MAN Service en het MAN After Sales Portal. MAN Opbouwrichtlijnen TGL/TGM/TGS/TGX

19 III Chassis Radarsensor De radarsensor wordt gebruikt voor de volgende systemen: Adaptieve snelheidsregeling (ACC) Noodremassistent (EBA) De radarsensor levert informatie over het gebied voor het voertuig aan de ingebouwde veiligheids- en assistentiesystemen. De radarsensor is op het voertuigfront gemonteerd, ter hoogte van de bumper. (Zie Afbeelding 4-III detail A). Afbeelding 4-III: Cabinefront met de inbouwlocatie voor de radarsensor A T_520_000002_000_G MAN Opbouwrichtlijnen TGL/TGM/TGS/TGX

20 III Chassis De radarsensor is een veiligheidsrelevante component en bevindt zich achter een afdekking (zie Afbeelding 42-III Position ) in het gebied van de opstapjes van het voertuigfront. Afbeelding 42-III: Cabinefront detail A (radarsensor met afdekking) A T_520_000003_000_G Waarschuwing Voor een probleemloze werking van de ACC en EBA mag de radarsensor niet worden afgedekt. Permanente bedekking: Bij voertuigen waarbij de omgeving van de radarsensor door aangebouwde onderdelen en/of andere componenten (bijvoorbeeld frontaanbouwplaat, kabellieraanbouw of andere afdekkingen of platen van welke aard ook enz.) blijvend wordt afgedekt, moet de EBA- en ACC-functionaliteit via een ombouwgegevensbestand blijvend worden gedeactiveerd. De toelaatbaarheid van het voertuig moet vóór de ombouw worden gecontroleerd. Tijdelijke bedekking: Wanneer de EBA-functionaliteit ingebouwd moet blijven (tijdelijke aanbouw van apparaten, bijvoorbeeld sneeuwploeg, bezem, maaier enz.), moeten beslist de volgende punten in acht worden genomen: EBA (geavanceerd noodstopsysteem) uitschakelbaar vereist (MAN verkoopcode 258ET) Voor de tijdelijke aanbouw van apparaten moet een apparaataanbouwplaat zijn gemonteerd waarbij de omgeving van de sensor vrij is, wanneer geen apparaat is aangebouwd (zie zichtbereik radarsensor). ACC-functionaliteit moet via een ombouwgegevensbestand worden gedeactiveerd. De toelaatbaarheid moet eventueel landspecifiek met de technische dienst worden gecontroleerd. Gebruik van het voertuig: Als een aanbouw (tijdelijk) in de omgeving van de sensor is bevestigd, moet na elke motorstart de EBA-functionaliteit worden gedeactiveerd met de knop. Als het voertuig zonder apparaat wordt gebruikt, moet EBA werken. Ook moet tijdens het gebruik worden voorkomen dat flexibele voertuig-/aanbouwdelen (kabels, slangen, touwen of iets dergelijks) in het gezichtsveld van de sensor komen. Meer informatie is te vinden in de desbetreffende gebruiksaanwijzing van het voertuig. MAN Opbouwrichtlijnen TGL/TGM/TGS/TGX

21 III Chassis Het opnamegebied van de sensor wordt beperkt zodra aangebouwde onderdelen aan de voorkant het zicht van de radarsensor geheel of gedeeltelijk afdekken. De volgende afbeelding toont het minimaal vrij te houden zichtgebied van de radarsensor. Afbeelding 43-III: Gezichtsveld radarsensor T_520_000004_000_G Voor een ongestoorde werking van de radarsensor moeten de volgende aanwijzingen absoluut in acht worden genomen: de door de fabriek bepaalde positie van de radarsensor, de afdekking en de houder mogen niet worden veranderd. de positie, stand, materiaal- of oppervlakte-eigenschappen (door aanbrengen van stickers, schuren, lakken, etc.) de houder inclusief de bevestiging van de radarsensor mag niet worden losgemaakt of veranderd, bevestigen van andere componenten of leidingen aan de sensorhouder niet is toegestaan. Wijzigingen en ingrepen aan de kabelboom zijn niet toegestaan. Wanneer losmaken van de bevestiging of verwijderen van de sensorhouder in verband met onderhoud of reparatie niet kan worden voorkomen, gelden voor het opnieuw bevestigen de volgende richtlijnen: De radarsensor incl. houder en afdekking moet weer op de door de fabriek bepaalde positie worden bevestigd. Er mag voor bevestiging of vervanging uitsluitend gebruik worden gemaakt van originele MAN onderdelen. De kalibratie van de multifunctionele camera moet door een MAN servicewerkplaats worden uitgevoerd. Omdat de drifthoek van de achteras(sen) van invloed is op de werking van de radarsensor, moet de sensor na wijzigingen aan de achteras(sen), een naderhand ingebouwde as of wijziging van de wielstand worden afgesteld door een MAN onderhoudswerkplaats. MAN Opbouwrichtlijnen TGL/TGM/TGS/TGX

22 III Chassis 8.9 Elektrische kasten op het chassis Afhankelijk van de uitrusting en variant van het voertuig kunnen er bepaalde elektrische kasten op het chassis aanwezig zijn. De elektrische kasten zijn nodig voor de meest uiteenlopende functies van het voertuig. Bij een voertuigombouw kan het nodig zijn om deze te verplaatsen. Zekeringkast Bij TGL/TGM met D08 SCR-only-motoren is er een zekeringkast die altijd achter de accubehuizing op een extra houder gemonteerd is. Bij TGS/TGX met motoren D5/D38 en emissieklasse Euro 6d is de zekeringkast op een extra houder op het voorste spatbord of op een extra houder op het frame in het gebied van het achterste voorveerlager gemonteerd (zie afbeelding XK). Afbeelding 24-III: Voorbeeldweergave zekeringkast TGL/TGM op de accubehuizing ) Zekeringkast T_254_0000_000_G Afbeelding XK: Voorbeeldweergave zekeringkast bij TGS/TGX ) Zekeringkast De zekeringkast bevat afhankelijk van de voertuiguitrusting de volgende zekeringen: Hoofdzekering Motorregeling Transmissie Vlamstartsysteem Opbouwinterface MAN Opbouwrichtlijnen TGL/TGM/TGS/TGX

23 III Chassis Belangrijke aanwijzing Een verandering van de zekeringsgrootte en een extra stroomafname is niet toegestaan. De volgende afbeelding toont de opbouwinterface in de zekeringkast. De opbouwinterface mag alleen gebruikt worden als deze nog niet gebruikt is (zie hiervoor hoofdstuk 8.4 Extra verbruikers). Een maximale afname van 50 ampère op aansluiting F8 mag hierbij niet overschreden worden. De kabelingangen A en D moeten gebruikt worden. Afbeelding 25-III: Zekeringkast 2 3 T_254_00002_000_G ) Aansluiting F8 opbouwinterface (maximaal 50 A) / aanhaalkoppel (Ma) M5-5 Nm / M8 4 Nm 2) Kabelingang A (NW 0) 3) Kabelingang D (NW 0) De positie en bevestiging van de zekeringkast mogen alleen in uitzonderlijke gevallen gewijzigd worden. Als een ombouw noodzakelijk is, moeten de volgende punten in acht genomen worden: De kabeluitvoer moet altijd naar onderen gericht zijn (af fabriek). Er mogen alleen af fabriek verkrijgbare originele houders gebruikt worden; de achterkant van de kast moet voor een zo groot mogelijk gedeelte op de houder liggen. De zekeringkast mag niet in een heet gedeelte ingebouwd worden. Toegestane temperaturen zijn -40 C tot +80 C. De kast mag alleen in de buurt van de aanwezige aansluitkabels verplaatst worden De aansluitkabels mogen niet verlengd worden Als er nieuwe aansluitkabels nodig zijn, moeten deze in de benodigde lengte besteld (zie tabel hieronder De standaard aansluitkabels mogen met slechts 4000 mm verlengd worden Als voor een voertuig al af fabriek verlengde aansluitkabels voor de zekeringkast besteld en gemonteerd zijn, is een extra verlenging niet toegestaan voor de zekeringkast te verkrijgen en daarmee het variabel verplaatsen conform bovengenoemde punten mogelijk te maken. Deze verkoopcode is altijd een extra uitrusting en wordt niet standaard meegeleverd. Tabel 55-III: Aansluitkabel zekeringkast mm Aansluitkabel mm t.o.v. standaard Aanwijzing Weergegeven op tekening Zonder accuhoofdschakelaar Met accuhoofdschakelaar mechanisch of elektrisch MAN Opbouwrichtlijnen TGL/TGM/TGS/TGX

24 III. Chassis 8.0 Smart tachograaf. Om te voldoen aan de nieuwe EU-verordening nr. 65/204, uitvoeringsverordening EU 206/799 bijlage IC en EN 6882:206, wordt de digitale tachograaf van de tweede generatie, de zogenaamde 'intelligente tachograaf' (ook wel 'smart tachograaf' genoemd), ingevoerd. Commercieel gebruikte voertuigen met een gewicht van meer dan 3,5 ton die vanaf voor het eerst worden toegelaten, moeten met de nieuwe generatie digitale tachografen zijn uitgerust. Met de invoering van de smart tachograaf veranderen de volgende onderdelen: - Nieuwe KITAS-4.0-sensor - Nieuwe KITAS-verzegelingen - Nieuwe tachograaf: (af fabriek DTCO R4.0 of SE5000 R8.0) - DSRC-module (Dedicated Short Range Communication) = korteafstands-radio-interface voor het uitlezen van de tachograaf-status door de autoriteiten - De stickers voor wettelijke controles (bijvoorbeeld 57b en 57d in Duitsland) Vanaf wordt de voorbereidende uitrusting voor alle voertuigtypes standaard ingebouwd. (code 42AV voorbereiding DSRC-module inclusief kabelboom). Deze code wordt in de voertuig-configurator automatisch toegevoegd. De voorbereidende uitrusting bevat de DSRC-module inclusief bekabeling (bij ombouw hoeven alleen de KITAS en tachograaf te worden vervangen). Meer informatie over de noodzakelijke ombouwmaatregelen is te vinden in de Technische informatie 667TA (in de MAN After Sales Portal). Vanaf productiedatum krijgen alle voertuigen met emissiestandaard Euro 6 de smart tachograaf. 2. De DSRC-module mag niet bedekt worden. Let erop dat het gemarkeerde gedeelte in afbeelding XN niet mag worden bedekt. Vóór de DSRC-module of in de buurt van de DSRC-module mogen zich geen metalen voorwerpen (bijv. naamplaatjes, stickers, antireflectiefolie en dergelijke) bevinden die de communicatie nadelig zouden kunnen beïnvloeden. Afbeelding XN: Positie DSRC-module MAN Opbouwrichtlijnen TGL/TGM/TGS/TGX

25 III. Chassis 3. Bij het loskoppelen van tachograaf en KITAS van klem 30 of bij het loskoppelen van de KITAS van de tachograaf moet het volgende in acht worden genomen: De onderbreking verhindert een communicatiepoging, de cyclische communicatie is niet mogelijk sanctie. Als 'sanctie' blokkeert de KITAS zijn gegevensinterface voor een bepaalde tijd, zoals hieronder beschreven. Bij het loskoppelen van tachograaf en KITAS van klem 30 of bij het loskoppelen van de KITAS van de tachograaf en het opnieuw aansluiten binnen 5 minuten is er geen effect. Bij het loskoppelen van tachograaf en KITAS van klem 30 of bij het loskoppelen van de KITAS van de tachograaf en het opnieuw aansluiten na meer dan 5 minuten zijn er de volgende effecten: Na het aansluiten begint de blokkeerfase duur: 2 minuten.. 2-minuten-blokkeerfase wordt uitgevoerd en beëindigd geen verdere maatregelen nodig (systeem is bedrijfsklaar). 2. Bij opnieuw loskoppelen tijdens de blokkeerfase en opnieuw aansluiten binnen 5 minuten is er geen verder effect. De blokkeerfase wordt na het aansluiten weer van voren af aan begonnen en zoals eerder beschreven beëindigd. 3. Bij opnieuw loskoppelen tijdens de blokkeerfase en opnieuw aansluiten na meer dan 5 minuten: Blokkeerfase wordt opnieuw gestart en met 2 minuten verlengd. Als deze procedure meermaals wordt herhaald, wordt de blokkeerfase telkens met 2 minuten verlengd. De blokkeerfase kan maximaal 22 minuten duren. Als de blokkeerfase van 22 minuten wordt overschreden, moet de KITAS met de tachograaf opnieuw worden aangeleerd. Tijdens de blokkeerfase wordt in de tachograaf een fout weergegeven. U kunt desondanks rijden. Let op: Een reeds aangeleerde KITAS4.0-sensor kan na een tachograaf-vervanging niet meer gebruikt worden en moet worden vervangen! MAN Opbouwrichtlijnen TGL/TGM/TGS/TGX

26 PTO's

27 3..3 Gegevens krachtafnemer bij vliegwiel SSNA bij motor D5: Variant met 870 Nm max. afneemkoppel bij continubedrijf (zie Afbeelding 8) Flens Ø 00 6 gaten 8 mm Toerental =,27 x motortoerental Draarichting gelijk aan motordraairichting, in de rijrichting gezien links Motortoerental 800 /min bij belaste SSNA Tijdens de opbouw van het toerental zijn tijdelijk ook toerentallen mogelijk < 800 /min, waarbij er op moet worden gelet dat het maximaal toegestane koppel niet wordt overschreden door toerentalafwijkingen. De inbouw aan de kant van het aggregaat van de af fabriek aangeboden elastische flenskoppeling is dwingend vereist. Maximaal toelaatbare toerentalversnelling 800 (t/min)/s Maximaal nominaal toerentalkoppel 870 Nm bij continubedrijf Maximaal piekkoppel 000 Nm voor korte bedrijfsperioden (een korte bedrijfsperiode is gedefineerd als max. 3 min per bedrijfsuur). Afbeelding 8: SSNA bij motor D5 met flens uitgaande as ( ) 69 88,3 342 ) Midden krukas T_327_000047_000_G MAN Opbouwrichtlijnen PTO's

28 Uitvoering voor directe pompmontage volgens DIN ISO 4 met 400 Nm max. uitgangskoppel bij continu gebruik (zie Afbeelding XF) Pompaansluiting, profiel met vertanding DIN ISO 4 8x32x36 Toerental =,233 x motortoerental Toegelaten gewichtsmoment max. 30 Nm (pomp met appendages, bijv. hydraulische slangen, hydrauliekolie, enz.) Draairichting als draairichting motor, in rijrichting gezien linksom Motortoerental 800 /min bij belaste SSNA Tijdens het opbouwen van het toerental zijn kortstondig ook toerentallen < 800 /min mogelijk. Daarbij moet erop worden gelet dat het maximaal toegelaten koppel niet door variaties in hoekverdraaiing wordt overschreden. Maximaal nominaal koppel 400 Nm bij continu gebruik Maximaal piekkoppel 570 Nm bij kortstondig gebruik (kortstondig gebruik is gedefinieerd als max. 3 min per bedrijfsuur). Afbeelding XF: SSNA bij motor D5 voor rechtstreekse montage van een pomp ( ) ) Midden krukas MAN Opbouwrichtlijnen PTO's

29 Uitvoering voor directe pompmontage volgens SAE-A (2-gats) met 00 Nm max. uitgangskoppel bij continu gebruik (zie Afbeelding 9) Pompaansluiting, tandnaafprofiel ANSI B92., 9 T, 6/32 DP Toerental =,27 x motortoerental Toelaatbaar gewichtsmoment max. 30 Nm (pomp met instrumenten bijv. hydraulische slangen, hydraulische olie enz.) Draarichting gelijk aan motordraairichting, in de rijrichting gezien links Motortoerental 800 /min bij belaste SSNA Tijdens de opbouw van het toerental zijn tijdelijk ook toerentallen mogelijk < 800 /min, waarbij er op moet worden gelet dat het maximaal toegestane koppel niet wordt overschreden door toerentalafwijkingen. Maximaal nominaal toerentalkoppel 00 Nm bij continubedrijf Maximaal piekkoppel 40 Nm voor korte bedrijfsperioden (een korte bedrijfsperiode is gedefineerd als max. 3 min per bedrijfsuur). Afbeelding 9: SSNA bij motor D5 met flens uitgaande as (SAE-A) ( ) 69 7,5 342 ) Midden krukas T_327_000048_000_G MAN Opbouwrichtlijnen PTO's

30 Uitvoering voor directe pompmontage volgens SAE-B (2-gats) met 300 Nm max. uitgangskoppel bij continu gebruik (zie Afbeelding 20) Pompaansluiting, tandnaafprofiel ANSI B92., 3 T, 6/32 DP Toerental =,27 x motortoerental Toelaatbaar gewichtsmoment max. 30 Nm (pomp met instrumenten bijv. hydraulische slangen, hydraulische olie enz.) Draarichting gelijk aan motordraairichting, in de rijrichting gezien links Motortoerental 800 /min bij belaste SSNA Tijdens de opbouw van het toerental zijn tijdelijk ook toerentallen mogelijk < 800 /min, waarbij er op moet worden gelet dat het maximaal toegestane koppel niet wordt overschreden door toerentalafwijkingen. Maximaal nominaal toerentalkoppel 300 Nm bij continubedrijf Maximaal piekkoppel 420 Nm voor korte bedrijfsperioden (een korte bedrijfsperiode is gedefineerd als max. 3 min per bedrijfsuur). Afbeelding 20: SSNA bij motor D5 voor directe pompaanbouw (SAE-B) ( ) 69 78,5 342 T_327_000049_000_G ) Midden krukas MAN Opbouwrichtlijnen PTO's

31 3..4 Ondersteuning van op de PTO aan vliegwielzijde aangebouwde hydraulische pompen Een steun van de rechtstreeks op de SSNA gemonteerde hydraulische pomp op de transmissie is onder de hierna genoemde voorwaarden en alleen bij voertuigen van de reeksen TGS en TGX met motor D20, D26 of D38 toelaatbaar. Belangrijke aanwijzing Het gewichtsmoment van de hydraulische pomp (incl. olievulling, slangen en appendages) mag ook bij ondersteuning niet meer dan 50 Nm bedragen. Het maximaal toegestane uitgangskoppel blijft onveranderd 400 Nm bij continu gebruik (570 Nm voor kortstondig gebruik; maximaal 3 minuten per bedrijfsuur). Opmerkingen: Alleen de vrijgegeven bevestigingspunten voor montage van de ondersteuning mogen worden gebruikt. De ondersteuning moet aan weerszijden plaatsvinden. Een houder die de pomp bijv. alleen aan de linkerzijde ondersteunt, is niet toegestaan. Er moet worden voorkomen dat de ondersteuning contact maakt met andere, deels bewegende voertuigonderdelen. De pomp moet door de ondersteuning exact horizontaal worden uitgelijnd. Er moet worden gezorgd voor een vervormingsvrije aanbouw. Een axiale krachtoverdracht naar de PTO is niet toegestaan. De lengte van de schroeven en de schroefdraad voor bevestiging van de ondersteuning op de versnellingsbak moet zodanig worden gekozen, dat er geen schade aan de versnellingsbak ontstaat. Eis Inschroefdiepte Aanhaalmoment Schroefdraadboringen op de handgeschakelde versnellingsbak (ZF 6S Ecosplit 3) Schroefdraadboringen op de koppelingsklok (bij voorkeur gebruiken) Eisen aan de schroefverbinding Waarde max. 34 mm max. 240 Nm Schroefdraad (pos.) M6 x,5 Er moeten schroeven van voldoende sterkte worden gebruikt. Schroefdraadboringen op de handgeschakelde versnellingsbak (ZF 6S Ecosplit 3) Schroefdraadboringen op het versnellingsbakhuis (naar keuze) Eisen aan de schroefverbinding Eis Waarde Inschroefdiepte Zie tekening zie tekening () M8, 8 Schroefdraad (pos.-3) (2) M8, 22 (3) M2, 22 2 Er moeten schroeven van voldoende sterkte worden gebruikt.. 3 MAN Opbouwrichtlijnen PTO's

32 Schroefdraadboringen op de handgeschakelde versnellingsbak (ZF 6S Ecosplit 4) Schroefverbinding op het versnellingsbakhuis Eisen aan de schroefverbinding Eis Waarde Inschroefdiepte max. 25 mm Aanhaalmoment max. 225 Nm Schroefdraad (pos.) M6 x,5 Er moeten bouten met voldoende treksterkte worden gebruikt Schroefdraadboringen op de handgeschakelde versnellingsbak (ZF 6S Ecosplit 4) Schroefverbinding op het koppelingshuis Eisen aan de schroefverbinding Eis Waarde Schroefdraad (pos.) M2 x,5 De houder moet gemaakt zijn van staa - Geen KTL-coating (vanwege koppelafname) - Alternatief zink-nikkelcoating Voor de schroefverbinding mogen max. twee bouten worden gebruikt De losgedraaide bouten DIN960 M2 x,5 x 95 Z 300HV 0.9 MAN83 B (met geïntegreerde ring) moeten vervangen worden door twee bouten DIN960 M2 x,5 x MAN83 B (zonder ring) MAN Opbouwrichtlijnen PTO's

33 Schroefdraadboringen op de automatische TipMatic versnellingsbak (ZF 2AS AS Tronic) Schroefdraadboringen op de koppelingsklok (in rijrichting rechts) Eisen aan de schroefverbinding Eis Waarde Inschroefdiepte max. 34 mm Aanhaalmoment max. 240 Nm Schroefdraad (pos.) M6 x,5 Er moeten schroeven van voldoende sterkte worden gebruikt. Schroefdraadboringen op de automatische TipMatic versnellingsbak (ZF 2AS AS Tronic) Schroefdraadboringen op de koppelingsklok (in rijrichting links) Eisen aan de schroefverbinding Eis Waarde Inschroefdiepte max. 34 mm Aanhaalmoment max. 240 Nm Schroefdraad (pos.) M6 x,5 Er moeten schroeven van voldoende sterkte worden gebruikt. Schroefdraadboringen op de automatische TipMatic versnellingsbak (ZF 2AS AS Tronic) Schroefverbinding op de koppelingsklok (naar keuze) Eisen aan de schroefverbinding Eis Waarde Aanhaalmoment 50 Nm Schroefdraad (pos.) M0 De schroeven moeten een lengte hebben van in serie vervaardigde schroeven plus de materiaaldikte van de houder Schroefkwaliteit als van in serie vervaardigde schroef De houder mag slechts binnen het schroefoppervlak liggen. De versnellingsbak moet op olielekkage bij de schroefverbinding worden gecontroleerd. MAN Opbouwrichtlijnen PTO's

34 Schroefdraadboringen in de geautomatiseerde TipMatic-transmissie (ZF 2TX TraXon) Schroefverbinding op het versnellingsbakhuis Eisen aan de schroefverbinding Eis Waarde Inschroefdiepte max. 25 mm Aanhaalmoment max. 225 Nm Schroefdraad (pos.) M6 x,5 Er moeten bouten met voldoende treksterkte worden gebruikt Schroefdraadboringen in de geautomatiseerde TipMatic-transmissie (ZF 2TX TraXon) Schroefverbinding op het koppelingshuis Eisen aan de schroefverbinding Eis Waarde Schroefdraad (pos.) M2 x,5 De houder moet gemaakt zijn van staa - Geen KTL-coating (vanwege koppelafname) - Alternatief zink-nikkelcoating Voor de schroefverbinding mogen max. twee bouten worden gebruikt De losgedraaide bouten DIN960 M2 x,5 x 95 Z 300HV 0.9 MAN83 B (met geïntegreerde ring) moeten vervangen worden door twee bouten DIN960 M2 x,5 x MAN83 B (zonder ring) MAN Opbouwrichtlijnen PTO's

AANVULLENDE INFORMATIE MAN OPBOUWRICHTLIJNEN

AANVULLENDE INFORMATIE MAN OPBOUWRICHTLIJNEN AANVULLENDE INFORMATIE MAN OPBOUWRICHTLIJNEN Deze aanvullende informatie wordt afwijkend gepubliceerd dan de regelmatige updatecycli als er belangrijke wijzigingen in de opbouwrichtlijnen plaatsvinden.

Nadere informatie

P Als twee van de drie eenheden P, U of I bekend zijn, dan kan de derde worden berekend aan de hand van de volgende formule (zie de afbeelding):

P Als twee van de drie eenheden P, U of I bekend zijn, dan kan de derde worden berekend aan de hand van de volgende formule (zie de afbeelding): Algemene informatie over stroomverbruik Algemene informatie over stroomverbruik BELANGRIJK! Om beschadiging van de accu te voorkomen, moet de laadcapaciteit van de dynamo worden aangepast aan het stroomverbruik.

Nadere informatie

MAN Opbouwrichtlijnen Truck PTO s Editie 2017 V1.0. Engineering the Future since MAN Truck & Bus AG

MAN Opbouwrichtlijnen Truck PTO s Editie 2017 V1.0. Engineering the Future since MAN Truck & Bus AG MAN Opbouwrichtlijnen Truck PTO s Editie 207 V.0 Engineering the Future since 758 MAN Truck & Bus AG U I T G E V E R MAN Truck & Bus AG (in navolgende tekst als MAN aangegeven) Engineering Vehicle Truck

Nadere informatie

Componenten voor hydraulische uitrusting. Algemeen. Maatregelen vóór het starten van een nieuw hydraulisch systeem

Componenten voor hydraulische uitrusting. Algemeen. Maatregelen vóór het starten van een nieuw hydraulisch systeem Algemeen Algemeen De volgende componenten voor het bedienen van hydraulische uitrusting kunnen af fabriek worden besteld: De volgende componenten zijn beschikbaar: Bedieningshendel Hydraulische olietank

Nadere informatie

Aarden en voeding. Aarden op chassisframe BELANGRIJK!

Aarden en voeding. Aarden op chassisframe BELANGRIJK! Voer alle aarding van de carrosserie op het chassisframe uit op de linker langsbalk van het frame. Aarden op de rechter langsbalk van het frame leidt tot spanningsverliezen, omdat de minpool van de accu

Nadere informatie

MAN OPBOUWRICHTLIJNEN TRUCK. PTO s Editie 2018 V2.0

MAN OPBOUWRICHTLIJNEN TRUCK. PTO s Editie 2018 V2.0 MAN OPBOUWRICHTLIJNEN TRUCK PTO s Editie 208 V2.0 U I T G E V E R MAN Truck & Bus AG (in navolgende tekst als MAN aangegeven) Engineering Vehicle Truck Application Engineering Dachauer Str. 667 D-80995

Nadere informatie

Montage- en gebruiksaanwijzing

Montage- en gebruiksaanwijzing Montage en gebruiksaanwijzing Cooper Safety BV Postbus 3397 4800 DJ Breda Nederland Tel. +31 (0)76 750 53 00 Fax +31 (0)76 587 14 22 www.coopersafety.nl Pagina 1 1. Algemene opmerkingen 1.1 Korte beschrijving

Nadere informatie

Centrale elektrische eenheden

Centrale elektrische eenheden Algemeen Algemeen Er zijn vier centrale elektrische eenheden in het voertuig: Beschrijving Aanduiding Locatie Centrale elektrische eenheid Centrale elektrische eenheid opbouw Centrale elektrische eenheid

Nadere informatie

Onderhoud aan accu's. Algemene informatie over onderhoud aan accu's WAARSCHUWING!

Onderhoud aan accu's. Algemene informatie over onderhoud aan accu's WAARSCHUWING! Algemene informatie over onderhoud aan accu's Algemene informatie over onderhoud aan accu's WAARSCHUWING! De accu's vevatten bijtend zuur. De werkzaamheden moeten daarom met de grootste zorg en met geschikte

Nadere informatie

Centrale elektrische eenheid. Centrale elektrische eenheid

Centrale elektrische eenheid. Centrale elektrische eenheid De centrale elektrische eenheid bevindt zich aan de passagierszijde, onder het opbergvak in het instrumentenpaneel. Open deze als volgt: 1. Open het luik voor het opbergvak in het instrumentenpaneel. Het

Nadere informatie

MAN opbouwrichtlijnen truck

MAN opbouwrichtlijnen truck MAN opbouwrichtlijnen truck PTO-varianten voor MAN-versnellingsbak Uitgave 09/2016 Engineering the Future - since 1758 MAN Truck & Bus AG U I T G E V E R MAN Truck & Bus AG (hierna MAN genoemd) Technical

Nadere informatie

MAN Opbouwrichtlijnen Truck PTO s Editie 2017 V2.0. Engineering the Future since MAN Truck & Bus AG

MAN Opbouwrichtlijnen Truck PTO s Editie 2017 V2.0. Engineering the Future since MAN Truck & Bus AG MAN Opbouwrichtlijnen Truck PTO s Editie 207 V2.0 Engineering the Future since 758 MAN Truck & Bus AG U I T G E V E R MAN Truck & Bus AG (in navolgende tekst als MAN aangegeven) Engineering Vehicle Truck

Nadere informatie

Brandstofkoeler aansluiten en luchtinlaat koeling verbeteren

Brandstofkoeler aansluiten en luchtinlaat koeling verbeteren Algemene informatie over de behoefte aan een brandstofkoeler Algemene informatie over de behoefte aan een brandstofkoeler Wanneer voertuigen met HPI- en PDE-systemen stationair worden gebruikt met een

Nadere informatie

Brandrisico en schade met betrekking tot hete componenten

Brandrisico en schade met betrekking tot hete componenten Hete onderdelen Hete onderdelen WAARSCHUWING! De temperatuur in het uitlaatsysteem van een vrachtwagen kan bij hoge werkbelasting oplopen tot meer dan 500 C. Het plaatsen van carrosserie-uitrusting dicht

Nadere informatie

Onderhoud aan accu's. Algemene informatie over onderhoud aan accu's WAARSCHUWING!

Onderhoud aan accu's. Algemene informatie over onderhoud aan accu's WAARSCHUWING! Algemene informatie over onderhoud aan accu's Algemene informatie over onderhoud aan accu's WAARSCHUWING! De accu's bevatten bijtend zuur. De werkzaamheden moeten daarom met de grootste zorg en met geschikte

Nadere informatie

DRIE-ZIJDEN-KIPPER. MONTAGEINSTRUCTIE.

DRIE-ZIJDEN-KIPPER. MONTAGEINSTRUCTIE. DRIE-ZIJDEN-KIPPER. MONTAGEINSTRUCTIE. 1. Leveringstoestand De kipper wordt, samen met alle accessoires en sommige bevestigingselementen, klaar voor montage geleverd. ( zie Tabel onderaan ) Het identificatieplaatje

Nadere informatie

Door een krachtafnemer aangedreven hydraulische systemen

Door een krachtafnemer aangedreven hydraulische systemen Algemene informatie Algemene informatie Dit document beschrijft aan welke vereisten moet worden voldaan tijdens de installatie van en andere werkzaamheden aan een hydraulisch systeem dat wordt aangedreven

Nadere informatie

Gebruiksaanwijzing Vloeistof stand kachels BINAR-5S BINAR-5S diesel BINAR-5S.24 diesel

Gebruiksaanwijzing Vloeistof stand kachels BINAR-5S BINAR-5S diesel BINAR-5S.24 diesel NL Gebruiksaanwijzing Vloeistof stand kachels BINAR-5S BINAR-5S diesel BINAR-5S.24 diesel 1 Beste klanten, Bedankt voor uw keuze! We hebben alles gedaan om te zorgen dat dit product voldoet aan uw eisen

Nadere informatie

Hoogfrequent batterijladers. KOP serie. Handleiding

Hoogfrequent batterijladers. KOP serie. Handleiding Hoogfrequent batterijladers KOP serie Handleiding Inhoud. 1. Belangrijke veiligheidsinstructies 1.1 Algemeen 1.2 Voorzorgsmaatregelen bij het werken met batterijen 2. Eigenschappen 2.1 Algemene specificatie

Nadere informatie

ABB i-bus KNX Magneetcontact EnOcean, 868 MHz MKE/A 1.868.1, 2CDG 120 048 R0011

ABB i-bus KNX Magneetcontact EnOcean, 868 MHz MKE/A 1.868.1, 2CDG 120 048 R0011 Technische gegevens 2CDC508163D3101 ABB i-bus KNX Productbeschrijving Het Magneetcontact EnOcean is een opbouwapparaat voor de montage op ramen en deuren. en herkent wanneer ramen of deuren geopend of

Nadere informatie

Montage- en gebruikershandleiding

Montage- en gebruikershandleiding Montage- en gebruikershandleiding wapploxx Repeater 1:1 [1] wapploxx Handleiding Repeater - artikelnr. 505273 Inhoud 1. Algemeen... 3 1.1 Veiligheidsinstructies... 3 1.2 Technische gegevens van de wapploxx

Nadere informatie

HANDLEIDING. Sesame. Thermoplastic Tank Technologies

HANDLEIDING. Sesame. Thermoplastic Tank Technologies HANDLEIDING Sesame Thermoplastic Tank Technologies INSTALLATIE- EN GEBRUIKSAANWIJZING INHOUD 1. ALGEMEEN 3 2. BELANGRIJK 3 3. INSTALLATIE EXPANSIEVAT 4 4. GEBRUIK EXPANSIEVAT 5 5. VERVANGEN LUCHTCEL 5

Nadere informatie

Elektrische instaltatie 200 Um 95 series 3.1. Fig.16. Het elektrisbhe systeem

Elektrische instaltatie 200 Um 95 series 3.1. Fig.16. Het elektrisbhe systeem Het elektrisbhe systeem Elektrische instaltatie 200 Um 95 series 3.1 In veel gevallen zullen op de bestaande elektrische installatie nog andere verbruikers worden aangesloten. Het is belangrijk dat dit

Nadere informatie

Programmeerbare elektronische tijdschakelklok

Programmeerbare elektronische tijdschakelklok G E B R U I K S A A N W I J Z I N G Bestnr.: 62 24 60 Programmeerbare elektronische tijdschakelklok Omwille van het milieu 100% recyclingpapier Impressum Alle rechten, ook vertalingen, voorbehouden. Niets

Nadere informatie

Adapters en verloopmoeren van metaal

Adapters en verloopmoeren van metaal Adapters en verloopmoeren van metaal Bedieningshandleiding Extra talen www.stahl-ex.com Inhoudsopgave 1 Algemene gegevens...3 1.1 Fabrikant...3 1.2 Gegevens over de bedieningshandleiding...3 1.3 Andere

Nadere informatie

Viesmann. Montage- en servicehandleiding. Blusinrichting. Veiligheidsinstructies. voor de vakman. voor Vitoligno 300-H

Viesmann. Montage- en servicehandleiding. Blusinrichting. Veiligheidsinstructies. voor de vakman. voor Vitoligno 300-H Montage- en servicehandleiding voor de vakman Viesmann Blusinrichting voor Vitoligno 300-H Veiligheidsinstructies Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel

Nadere informatie

Printed: 07.07.2013 Doc-Nr: PUB / 5071466 / 000 / 00

Printed: 07.07.2013 Doc-Nr: PUB / 5071466 / 000 / 00 OORSPRONKELIJKE GEBRUIKSAANWIJZING DD-ST-150/160-CCS Kruisrails Lees de handleiding beslist voordat u de machine de eerste keer gebruikt. Bewaar deze handleiding altijd bij het apparaat. Geef het apparaat

Nadere informatie

Cellion primax. Handleiding voor audiciens. Hearing Systems

Cellion primax. Handleiding voor audiciens. Hearing Systems Cellion primax Handleiding voor audiciens Hearing Systems Inhoudsopgave Inleiding 3 Voor en na het passen 4 Monteren 4 Activeren 4 Opladen 5 Aansluiten 5 Het serienummer noteren 6 Loskoppelen 6 De behuizing

Nadere informatie

Activering EK-krachtafnemer. Algemene informatie

Activering EK-krachtafnemer. Algemene informatie Algemene informatie EK-krachtafnemers worden mechanisch aangedreven door het vliegwiel. Algemene informatie Informatie over hoe krachtafnemers kunnen worden gecombineerd vindt u in het document Krachtafnemercombinaties.

Nadere informatie

INLEIDING VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN SYMBOLEN. De symbolen in deze gebruiksaanwijzing. Symbolen op het apparaat

INLEIDING VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN SYMBOLEN. De symbolen in deze gebruiksaanwijzing. Symbolen op het apparaat INLEIDING Deze gebruiksaanwijzing is bedoeld voor Rapid 100E. Lees ze eerst grondig door alvorens u het apparaat in gebruik neemt. Deze gebruiksaanwijzing bevat de veiligheidsvoorschriften, de voorschriften

Nadere informatie

H-TRONIC pendeltreinautomaat

H-TRONIC pendeltreinautomaat G E B R U I K S A A N W I J Z I N G Bestnr. 21 65 24 H-TRONIC pendeltreinautomaat Belangrijk! Beslist lezen! Deze gebruiksaanwijzing is een integraal onderdeel van dit product. Er staan belangrijke aanwijzingen

Nadere informatie

Facilitair BV. Pulpmatic Vermaler. Installatie handleiding. QRS Facilitair Randmeer 12 5347 JW Oss. T: 0412-690461 E: info@qrsfacility.

Facilitair BV. Pulpmatic Vermaler. Installatie handleiding. QRS Facilitair Randmeer 12 5347 JW Oss. T: 0412-690461 E: info@qrsfacility. Facilitair BV QRS Facilitair Randmeer 12 5347 JW Oss T: 0412-690461 E: info@qrsfacility.nl Pulpmatic Vermaler Installatie handleiding Pulpmatic Vermaler Installatie Handleiding Roterend mes onder in vermaalkamer

Nadere informatie

GEBRUIKSAANWIJZING WAND AFZUIGKAPPEN

GEBRUIKSAANWIJZING WAND AFZUIGKAPPEN GEBRUIKSAANWIJZING WAND AFZUIGKAPPEN 2 GARANTIE Op het apparaat is 24 maanden garantie vanaf koopdatum. Uitgesloten van garantie zijn: verlichting, schade en gevolgschade ontstaan door een gebrekkig gemonteerde

Nadere informatie

Uitlaatsysteem aanpassen

Uitlaatsysteem aanpassen Beperkingen bij aanpassen van uitlaatsysteem Beperkingen bij aanpassen van uitlaatsysteem Algemene beperkingen voor alle motortypes en uitlaatsystemen BELANGRIJK! Over het algemeen is het niet toegestaan

Nadere informatie

GfS Day Alarm. Algemene omschrijving...p. 2. Montage handleiding en functies...p. 3. Instellingen van magneet contacten...p. 4

GfS Day Alarm. Algemene omschrijving...p. 2. Montage handleiding en functies...p. 3. Instellingen van magneet contacten...p. 4 Art.-Nr.: Art.-Nr.: Montage handleiding Inhoud Algemene omschrijving...p. Montage handleiding en functies...p. Instellingen van magneet contacten...p. Aansluiting met draadloos magneet contact...p. Aansluiting

Nadere informatie

STAKA. Handleiding elektrische bediening. Dakluiken Flachdachausstiege Roof access hatches Trappes de toit

STAKA. Handleiding elektrische bediening. Dakluiken Flachdachausstiege Roof access hatches Trappes de toit STAKA Handleiding elektrische bediening Algemeen Deze handleiding geeft u de juiste instructies voor een correcte aansluiting en een goede bediening van de elektrische bedieningsset van Staka. De installatie

Nadere informatie

algemeen hydrosan montagevoorschriften slangen pagina 2 montagevoorschriften snijringkoppelingen pagina 8 afmetingen sae flenzen pagina 15

algemeen hydrosan montagevoorschriften slangen pagina 2 montagevoorschriften snijringkoppelingen pagina 8 afmetingen sae flenzen pagina 15 montagevoorschriften slangen pagina montagevoorschriften snijringkoppelingen pagina afmetingen sae flenzen pagina 1 hydrosan H Y D R A U L I E K hydrosan H Y D R A U L I E K montagevoorschriften slangen

Nadere informatie

CCS COMBO 2 ADAPTER. Handleiding

CCS COMBO 2 ADAPTER. Handleiding CCS COMBO 2 ADAPTER Handleiding WAARSCHUWINGEN BEWAAR DEZE BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES. Dit document bevat belangrijke instructies en waarschuwingen die bij het gebruik van de CSS Combo 2-adapter

Nadere informatie

Beperkingen bij werkzaamheden aan het chassis. Algemeen

Beperkingen bij werkzaamheden aan het chassis. Algemeen Algemeen Voor het plannen van carrosseriewerkzaamheden is het van belang in een vroeg stadium te weten welke werkzaamheden wel en niet zijn toegestaan aan een voertuig. Algemeen Dit document beschrijft

Nadere informatie

Elektrische motorverwarming (auto's zonder extra verwarming op brandstof)

Elektrische motorverwarming (auto's zonder extra verwarming op brandstof) Installation instructions, accessories Instructienr. 31664496 Versie 1.1 Ond. nr. 31664494 Elektrische motorverwarming (auto's zonder extra verwarming op brandstof) IMG-432838 Volvo Car Corporation Elektrische

Nadere informatie

Draagbare takellier. Bestnr.: Omwille van het milieu 100% recyclingpapier

Draagbare takellier. Bestnr.: Omwille van het milieu 100% recyclingpapier G E B R U I K S A A N W I J Z I N G Bestnr.: 85 10 35 Draagbare takellier Omwille van het milieu 100% recyclingpapier Impressum Alle rechten, ook vertalingen, voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden

Nadere informatie

Hooiland pomp, Handleiding

Hooiland pomp, Handleiding Hooiland pomp, Handleiding Versie Maart 2012 Bom Aqua B.V. tel 078 6150402/ 06 120 945 36 Oosteind 47 Email info@bom-aqua.nl 3356 AB website: www.bom-aqua.nl Papendrecht Capaciteiten Opvoerhoogte van 20-75

Nadere informatie

Buispomp pomp T250 Handleiding

Buispomp pomp T250 Handleiding Buispomp pomp T250 Handleiding Versie November 2013 Bom Aqua B.V. Tel. 078-6150402 Oosteind 47 Email: info@bom-aqua.nl 3356 AB website: www.bom-aqua.nl Papendrecht Capaciteiten Pomp Opvoerhoogte van 0-150

Nadere informatie

Viesmann. Montage- en servicehandleiding. Invoer. Veiligheidsinstructies. voor de vakman. voor Vitoligno 300-H, 80 tot 101 kw

Viesmann. Montage- en servicehandleiding. Invoer. Veiligheidsinstructies. voor de vakman. voor Vitoligno 300-H, 80 tot 101 kw Montage- en servicehandleiding voor de vakman Viesmann Invoer voor Vitoligno 300-H, 80 tot 101 kw Veiligheidsinstructies Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk

Nadere informatie

Handleiding aansluiten en in gebruik nemen zelfaanzuigende SHE pompen

Handleiding aansluiten en in gebruik nemen zelfaanzuigende SHE pompen Handleiding aansluiten en in gebruik nemen zelfaanzuigende SHE pompen Inhoudsopgave Inhoudsopgave 2 Inleiding 3 Uitvoering 3 Installatie 3 Vullen 5 Starten ( eerste keer) 5 Starten ( normaal gebruik) 5

Nadere informatie

Raadpleeg ook de handleiding van uw basisdrager voor meer informatie

Raadpleeg ook de handleiding van uw basisdrager voor meer informatie Raadpleeg ook de handleiding van uw basisdrager voor meer informatie Geachte klant, Wij zijn blij dat u een product van Thule gekozen hebt en wensen u veel plezier bij het gebruik. Belangrijk hiervoor

Nadere informatie

GASTRO BUFFET - SALADEBAR GEBRUIKSAANWIJZING EN ONDERHOUDSHANDLEIDING

GASTRO BUFFET - SALADEBAR GEBRUIKSAANWIJZING EN ONDERHOUDSHANDLEIDING GASTRO BUFFET - SALADEBAR GEBRUIKSAANWIJZING EN ONDERHOUDSHANDLEIDING SBM3 / 125.505 SBM4 / 125.510 SBM6 / 125.520 INHOUDSOPGAVE 1. DOEL en BEREIK 2. AANSPRAKELIJKHEID 3. AANWIJZINGEN 4. BASISEIGENSCHAPPEN

Nadere informatie

INSTALLATIE INSTRUCTIES Alleen geschikt als permanente installatie, onderdelen genoemd in de handleiding kunnen niet buiten gemonteerd worden.

INSTALLATIE INSTRUCTIES Alleen geschikt als permanente installatie, onderdelen genoemd in de handleiding kunnen niet buiten gemonteerd worden. NETVOEDINGEN AC-1200 1200.190813 1201EL, 1202EL, 1203EXL, 1205EXL ALGEMENE INFORMATIE Deze netvoedingen zijn alleen bedoeld voor installatie door gekwalificeerde installateurs. Er zijn geen door de gebruiker

Nadere informatie

VARTA zonne-energie accu 100

VARTA zonne-energie accu 100 G E B R U I K S A A N W I J Z I N G Bestnr.: 11 11 04 VARTA zonne-energie accu 100 Omwille van het milieu 100% recyclingpapier Impressum Alle rechten, ook vertalingen, voorbehouden. Niets uit deze uitgave

Nadere informatie

ZDR-INTERFACE MET VOERTUIGHOOFDPROCESSOR VOOR EXTERNE TOERENTALREGELINGEN BIJ TRUCKNOLOGY GENERATIE

ZDR-INTERFACE MET VOERTUIGHOOFDPROCESSOR VOOR EXTERNE TOERENTALREGELINGEN BIJ TRUCKNOLOGY GENERATIE ZDR-INTERFACE MET VOERTUIGHOOFDPROCESSOR VOOR EXTERNE TOERENTALREGELINGEN BIJ TRUCKNOLOGY GENERATIE 1. Toepassingsgebied. Gebruikte begrippen en afkortingen. Geldende richtlijnen en normen. Besteladres.

Nadere informatie

GEBRUIKSAANWIJZING EIGENSCHAPPEN VOOR HET GEBRUIK

GEBRUIKSAANWIJZING EIGENSCHAPPEN VOOR HET GEBRUIK Hartelijk dank voor de aankoop van dit product van JB Systems. Lees deze gebruiksaanwijzing zeer zorgvuldig door, om volledig van alle mogelijkheden te kunnen profiteren. EIGENSCHAPPEN Gebruikersvriendelijke

Nadere informatie

Mauer GmbH Technologie voor beveiliging. Code Combi B VdS-Cl 2 Artikelnummer 82131 - standaard

Mauer GmbH Technologie voor beveiliging. Code Combi B VdS-Cl 2 Artikelnummer 82131 - standaard Informatie over de bediening: Mauer GmbH Technologie voor beveiliging Code Combi B VdS-Cl 2 Artikelnummer 82131 - standaard Bedieningsinstructies Lees deze instructies aandachtig door voordat u het slot

Nadere informatie

MAN Opbouwrichtlijnen Truck PTO s Editie 2015 V2.0. Engineering the Future since MAN Truck & Bus AG

MAN Opbouwrichtlijnen Truck PTO s Editie 2015 V2.0. Engineering the Future since MAN Truck & Bus AG MAN Opbouwrichtlijnen Truck PTO s Editie 205 V2.0 Engineering the Future since 758 MAN Truck & Bus AG U I T G E V E R MAN Truck & Bus AG (in navolgende tekst als MAN aangegeven) Technical Sales Support

Nadere informatie

Doorstroomafsluiter met buitendraad, PN 16

Doorstroomafsluiter met buitendraad, PN 16 36 Doorstroomafsluiter met buitendraad, PN 6 VVG... Armatuur brons CC9K (Rg5) DN 5...DN 0 k vs 5...25 m 3 /h Vlak afdichtende buitendraadaansluiting G B volgens ISO 228/ Koppelingsets ALG 2 met draadaansluiting

Nadere informatie

HOOFDVRIJE AFZUIGKAPPEN

HOOFDVRIJE AFZUIGKAPPEN GEBRUIKSAANWIJZING HOOFDVRIJE AFZUIGKAPPEN 2 GARANTIE Op het apparaat is 24 maanden garantie vanaf koopdatum. Uitgesloten van garantie zijn: verlichting, schade en gevolgschade ontstaan door een gebrekkig

Nadere informatie

Service-informatie. Olieverversingskit voor automatische ZF-transmissie 8HP

Service-informatie. Olieverversingskit voor automatische ZF-transmissie 8HP Verbrandingsgevaar door contact met hete olie. Licht tot middelzware verwondingen mogelijk. Draag een veiligheidsbril. Draag veiligheidshandschoenen. Draag beschermende kleding. Materiële schade mogelijk

Nadere informatie

Handleiding Otter POD motor

Handleiding Otter POD motor Handleiding Otter POD motor Inhoud Veiligheidsvoorschriften... 2 Inleiding;... 2 POD motor... 3 Installatie en aansluiten;... 3 Varen met de OTTER... 4 Onderhoud... 5 Garantie... 5 Specificaties... 5 Waarschuwing;...

Nadere informatie

Origineel vervangende onderdelen

Origineel vervangende onderdelen Voordelige alternatieven voor de meest uiteenlopende automerken! Bijzonder interessant en toepasbaar op de meest voorkomende voertuigen binnen het reguliere wagenpark. WAECO is een van de leidende leveranciers

Nadere informatie

TRACKJACK EUROPE BV. Inbouwvoorschriften. De juiste manier om een TrackJack OTM aan te sluiten

TRACKJACK EUROPE BV. Inbouwvoorschriften. De juiste manier om een TrackJack OTM aan te sluiten TRACKJACK EUROPE BV Inbouwvoorschriften De juiste manier om een TrackJack OTM aan te sluiten Inbouwvoorschriften TrackJack OTM 2.0 Onderstaande voorschriften dienen zorgvuldig gelezen te worden alvorens

Nadere informatie

1 Veiligheidsinstructies. 2 Bedoeld gebruik. 3 Bediening. Systeem DALI-Power-besturingseenheid inbouwbasiselement

1 Veiligheidsinstructies. 2 Bedoeld gebruik. 3 Bediening. Systeem DALI-Power-besturingseenheid inbouwbasiselement Best. nr.: 5406 00 Bedieningsvoorschrift 1 Veiligheidsinstructies Elektrische apparaten mogen alleen door een elektromonteur worden gemonteerd en aangesloten. Ernstig letsel, brand of materiële schade

Nadere informatie

Viesmann. Montage- en servicehandleiding. Uitvoer met veerbladen. Veiligheidsinstructies. voor de vakman. voor Vitoligno 300-H

Viesmann. Montage- en servicehandleiding. Uitvoer met veerbladen. Veiligheidsinstructies. voor de vakman. voor Vitoligno 300-H Montage- en servicehandleiding voor de vakman Viesmann Uitvoer met veerbladen voor Vitoligno 300-H Veiligheidsinstructies Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk

Nadere informatie

Voertuigen met verwijderbare opbouw. Algemene informatie over voertuigen met verwijderbare opbouw PGRT

Voertuigen met verwijderbare opbouw. Algemene informatie over voertuigen met verwijderbare opbouw PGRT Algemene informatie over voertuigen met verwijderbare opbouw Algemene informatie over voertuigen met verwijderbare opbouw worden beschouwd als torsiesoepele constructies. Bij voertuig met verwijderbare

Nadere informatie

MOTORCODE - CARROSSERIEVERSIE

MOTORCODE - CARROSSERIEVERSIE F I A T D U C A T O 2. 0 M u l t i j e t 2 E u r o 6 MOTORCODE - CARROSSERIEVERSIE Versie Motorcode 250A2000 De volgende carrosserieversiecode en sleutel zijn een voorbeeld dat voor alle carrosserieversiecodes

Nadere informatie

Codeslot DCS-3000. Bestnr.: 75 28 86. Omwille van het milieu 100% recyclingpapier

Codeslot DCS-3000. Bestnr.: 75 28 86. Omwille van het milieu 100% recyclingpapier G E B R U I K S A A N W I J Z I N G Bestnr.: 75 28 86 Codeslot DCS-3000 Omwille van het milieu 100% recyclingpapier Impressum Alle rechten, ook vertalingen, voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. Invoer. Veiligheidsinstructies. voor de vakman. voor Vitoligno 300-H, 80 tot 101 kw

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. Invoer. Veiligheidsinstructies. voor de vakman. voor Vitoligno 300-H, 80 tot 101 kw Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Invoer voor Vitoligno 300-H, 80 tot 101 kw Veiligheidsinstructies Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk

Nadere informatie

...een product van BEKA

...een product van BEKA Elektr ische vetsmeerpomp EP- met stalen reservoir De BEKA-MAX vetsmeerpomp EP- is elektrisch aangedreven en heeft de mogelijkheid tot maximaal onafhankelijke uitgangen. Standaard wordt de pomp met één

Nadere informatie

AFVOER-/AANZUIGAPPARAAT RQN 1071 GEBRUIKSAANWIJZING

AFVOER-/AANZUIGAPPARAAT RQN 1071 GEBRUIKSAANWIJZING AFVOER-/AANZUIGAPPARAAT RQN 1071 GEBRUIKSAANWIJZING IN ONTVANGST NEMEN VAN HET APPARAAT INLEIDING TECHNISCHE GEGEVENS PLAATSEN VAN HET APPARAAT MONTAGE PLAATSEN VAN HET APPARAAT MONTAGE VAN DE TRANSPARANTE

Nadere informatie

Stroomtekort in België

Stroomtekort in België Stroomtekort in België Zal de stroom ook in uw gemeente uitgeschakeld worden? Dan : - Werkt uw verwarming niet meer (uw verwarming heeft spanning nodig voor de circulatiepomp) - Koelt uw ijskast en diepvriezer

Nadere informatie

Spanningsomvormermodule

Spanningsomvormermodule Bestnr. 19 13 96 Spanningsomvormermodule Alle rechten, ook vertalingen, voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een automatische gegevensbestand, of openbaar gemaakt,

Nadere informatie

GEBRUIKSAANWIJZING EILAND AFZUIGKAPPEN

GEBRUIKSAANWIJZING EILAND AFZUIGKAPPEN GEBRUIKSAANWIJZING EILAND AFZUIGKAPPEN 2 GARANTIE Op het apparaat is 24 maanden garantie vanaf koopdatum. Uitgesloten van garantie zijn: verlichting, schade en gevolgschade ontstaan door een gebrekkig

Nadere informatie

Stroomtekort in België

Stroomtekort in België Stroomtekort in België Oplossingen en systemen Stil Milieubewust Energie bufferen Duurzaam Solar Self consumption Stroomtekort in België Zal de stroom ook in uw gemeente uitgeschakeld worden? Dan: Werkt

Nadere informatie

2. Geadviseerde omgevingstemperatuur van 0 C tot 50 C.

2. Geadviseerde omgevingstemperatuur van 0 C tot 50 C. BT111 ACCU TESTER BT222 ACCU / LAADSTART / TESTER BEDIENINGSHANDLEIDING BELANGRIJK! 1. Voor het testen van 12 V accu's: SAE : 200~1200 CCA DIN : 110~670 CCA IEC : 130~790 CCA EN : 185~1125 CCA CA(MCA)

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding. Uitbreidingsset mengklep. Veiligheidsvoorschriften. Productbeschrijving. voor de vakman

VIESMANN. Montagehandleiding. Uitbreidingsset mengklep. Veiligheidsvoorschriften. Productbeschrijving. voor de vakman Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Uitbreidingsset mengklep Open Therm voor Vitodens 100-W en 111-W Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van

Nadere informatie

Uitbreidingseenheden installeren. Algemeen. BCI-uitbreidingseenheid. IP-classificatie PGRT

Uitbreidingseenheden installeren. Algemeen. BCI-uitbreidingseenheid. IP-classificatie PGRT 1 4 7 10 13 19 22 25 28 31 34 37 2 38 3 6 9 12 15 21 24 27 30 31 36 39 PGRT Algemeen Algemeen De communicatie tussen het chassis en de carrosserie verloopt via de configureerbare ingangen en uitgangen

Nadere informatie

TREVLER AIR Model GV300 - Inbouw

TREVLER AIR Model GV300 - Inbouw HANDLEIDING TREVLER AIR Model GV300 - Inbouw WAARSCHUWING: Stel de Trevler niet bloot aan: - water - andere vloeibare substanties - extreme hitte of kou Open de behuizing van de Trevler nooit, om gevaar

Nadere informatie

GEBRUIKSAANWIJZING v. 1.0 AEX-701 SIGNAALVERSTERKER

GEBRUIKSAANWIJZING v. 1.0 AEX-701 SIGNAALVERSTERKER GEBRUIKSAANWIJZING v. 1.0 AEX-701 SIGNAALVERSTERKER * A B C * D * Afbeelding van de AC-1000 Stekkerdoosschakelaar, en de YCT-102 Afstandsbediening (beide niet inbegrepen) A: Voetplaatje met uitsparingen

Nadere informatie

Halogeen lampenset. Bestnr.: 55 03 43 - wit 55 00 38 - chroom 55 00 52 - titaan. Omwille van het milieu 100% recyclingpapier

Halogeen lampenset. Bestnr.: 55 03 43 - wit 55 00 38 - chroom 55 00 52 - titaan. Omwille van het milieu 100% recyclingpapier G E B R U I K S A A N W I J Z I N G Bestnr.: 55 03 43 - wit 55 00 38 - chroom 55 00 52 - titaan Halogeen lampenset Omwille van het milieu 100% recyclingpapier Impressum Alle rechten, ook vertalingen, voorbehouden.

Nadere informatie

Aanbouwhandleiding. Complete set basisuitrusting vooraan en achteraan. Stand: V

Aanbouwhandleiding. Complete set basisuitrusting vooraan en achteraan. Stand: V Aanbouwhandleiding Complete set basisuitrusting vooraan en achteraan Stand: V8.20161221 30322558-02-NL Lees en volg deze bedieningshandleiding op. Bewaar deze bedieningshandleiding voor gebruik in de toekomst.

Nadere informatie

Versnellingsschakelaar

Versnellingsschakelaar (Nederlands) DM-SW0002-00 Dealerhandleiding Versnellingsschakelaar SW-E6000 INHOUD BELANGRIJKE MEDEDELING... 3 VEILIGHEID VOOROP... 4 Montage... 6 SM-EWE1 gebruiken om de bekrachtigingsschakelaar op het

Nadere informatie

AX-3010H. Multifunctionele schakelende voeding. Gebruiksaanwijzing

AX-3010H. Multifunctionele schakelende voeding. Gebruiksaanwijzing AX-3010H Multifunctionele schakelende voeding Gebruiksaanwijzing Bewaar deze gebruiksaanwijzing op een veilige plaats, zodat u hem later nog eens in kunt kijken. De gebruiksaanwijzing bevat belangrijke

Nadere informatie

Fig. 1 NOODDEURCONCEPTEN EN 1125 DB-PPES1 PPES1.280815. t 088 500 2800 f 088 500 2899 73 MODELLEN E-PPES1, E-APPES1

Fig. 1 NOODDEURCONCEPTEN EN 1125 DB-PPES1 PPES1.280815. t 088 500 2800 f 088 500 2899 73 MODELLEN E-PPES1, E-APPES1 NOODDEURCONCEPTEN EN 5 MODELLEN E-PPES, E-APPES DB-PPES PPES.8085 ALGEMEEN Uitsluitend originele onderdelen mogen worden gebruikt. De installatie moet worden uitgevoerd door een gekwalificeerd persoon

Nadere informatie

OMI-5 METALEN BEHUIZING

OMI-5 METALEN BEHUIZING OMI- METALEN BEHUIZING omi-_nl 0/9 De OMI- behuizing is voor installatie van de INT-E, INT-O en INT-PP uitbreidingen. De behuizing is geschikt voor de APS- / APS- voeding en heeft ruimte voor een V/ Ah

Nadere informatie

Activering krachtafnemer automatische transmissie

Activering krachtafnemer automatische transmissie Functie Functie De functie is bedoeld voor het activeren van de krachtafnemer vanaf de bestuurdersplaats en van buiten de cabine. De krachtafnemer wordt geregeld door de BCI-regeleenheid (communicatie-interface

Nadere informatie

HANDLEIDING RO-STEAM 1000 / 2000

HANDLEIDING RO-STEAM 1000 / 2000 HANDLEIDING RO-STEAM 1000 / 2000 Waterkracht B.V. Postbus 65 7050 AB Varsseveld Tel. : +31 (0)315 25 81 81 Fax : +31 (0)315 25 81 91 E-Mail : info@waterkracht.nl Internet : www.waterkracht.nl 2 INHOUD:

Nadere informatie

Afzuigkap Gebruiksaanwijzing

Afzuigkap Gebruiksaanwijzing Afzuigkap Gebruiksaanwijzing Inhoudsopgave 1.Opmerkingen 2.Functies 3..Installatie 4..Opmerkingen over installatie 5..Veiligheidswaarschuwingen 6 Gebruik 7 Onderhoud 1 Opmerkingen 1. Bedankt voor het kiezen

Nadere informatie

Toebehoren voor Sunny Central COMMUNICATION CABINET (COM-C)

Toebehoren voor Sunny Central COMMUNICATION CABINET (COM-C) Toebehoren voor Sunny Central COMMUNICATION CABINET (COM-C) Technische beschrijving COM-C-TNL084210 98-4012510 Versie 1.0 NL Inhoudsopgave Inhoudsopgave 1 Productdetails....................................

Nadere informatie

Innovation Protection Conseil

Innovation Protection Conseil Pagina 1 van 7 PULVERISATEUR DORSAL AUTONOME Elektrische autonome rugsproeier met continue druk KENMERKEN : o Het reservoir is uitgerust met een membraanpomp met Viton-afdichting die wordt bediend met

Nadere informatie

Aanbouw- en bedieningshandleiding

Aanbouw- en bedieningshandleiding Aanbouw- en bedieningshandleiding ISOBUS-Basisuitrusting met ISOBUScabinecontactdoos Stand: V1.20150220 30322575-02-NL Lees en volg deze bedieningshandleiding op. Bewaar deze bedieningshandleiding voor

Nadere informatie

GEBRUIKSAANWIJZING 1/8 LUCHTGORDIJN ECONOMIC B

GEBRUIKSAANWIJZING 1/8 LUCHTGORDIJN ECONOMIC B GEBRUIKSAANWIJZING 1/8 Deze gebruiksaanwijzing bevat belangrijke instructies en adviezen voor veilig gebruik. Om het product goed te laten functioneren en voor uw eigen veiligheid is het belangrijk dat

Nadere informatie

De elektrische laadlift

De elektrische laadlift Art-Lift De elektrische laadlift 1 Lees deze bedienings- en gebruikshandleiding nauwkeurig door, voordat u de laadlift in gebruik neemt. Neem deze handleiding goed door en zorg ervoor dat u de informatie

Nadere informatie

Gebruikershandleiding AT-300T/R UHF-PLL. 40 kanaals rondleidingsysteem & draadloze microfoon systemen.

Gebruikershandleiding AT-300T/R UHF-PLL. 40 kanaals rondleidingsysteem & draadloze microfoon systemen. Gebruikershandleiding AT-300T/R UHF-PLL 40 kanaals rondleidingsysteem & draadloze microfoon systemen. Introductie: Bedankt voor het aanschaffen van deze UHF- PLL 40 kanaals rondleidingsysteem en draadloze

Nadere informatie

(zie afbeelding 3) 39-49 Nm (65 mm) 39-49 Nm (57 mm) (zie afbeelding 3) 39-49 Nm (60 mm) 29-39 Nm (11 mm)

(zie afbeelding 3) 39-49 Nm (65 mm) 39-49 Nm (57 mm) (zie afbeelding 3) 39-49 Nm (60 mm) 29-39 Nm (11 mm) 1 Montagehandleiding versnellingsbak demontage en montage Standaard NISSAN; TERRANO II (R20); 2.7 TDi 4WD Aanwijzing(en) De motor is in de lengterichting gemonteerd met aangeflenste overbrenging en daarmee

Nadere informatie

ITE Vacuümpompen Gebruiksinstructie

ITE Vacuümpompen Gebruiksinstructie ITE Vacuümpompen Gebruiksinstructie Veiligheidsvoorschriften Al onze pompen werden na assemblage, getest in de fabriek op hun correcte werking. Daarna werd de olie uit de pomp afgelaten om te vermijden

Nadere informatie

Power Cap 1,0 Farad STC-1000

Power Cap 1,0 Farad STC-1000 Bestnr. 37 93 59 Power Cap 1,0 Farad STC-1000 Alle rechten, ook vertalingen, voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een automatische gegevensbestand, of openbaar

Nadere informatie

Carrosserie-interface. Beschrijving. Carrosserie-interface. BCI (Bodywork Communication Interface)

Carrosserie-interface. Beschrijving. Carrosserie-interface. BCI (Bodywork Communication Interface) Beschrijving Beschrijving Carrosserie-interface Het elektrische systeem van Scania voertuigen is gebaseerd op een aantal regeleenheden die onderling communiceren via een gemeenschappelijk netwerk. Om gebruik

Nadere informatie

STIGA PARK 107 M HD 8211-3042-02

STIGA PARK 107 M HD 8211-3042-02 STIGA PARK 107 M HD 8211-3042-02 S SVENSKA 1 2 3 4 5 7 A B 6 SVENSKA 8 9 X Z S Y W V 10 NEDERLANDS NL SYMBOLEN Op de machine ziet u de volgende symbolen om u eraan te herinneren dat voorzichtigheid en

Nadere informatie

Serie 7L - LED-lampen

Serie 7L - LED-lampen Serie - LED-lampen SERIE LED - lampen voor schakelkasten Energiebesparend door LED-techniek Opgenomen vermogen van 5 W Lichtstroom komt overeen met een 75 W gloeilamp Magneet- of schroefbevestiging Met

Nadere informatie

Toetselement onder lang indrukken: het licht wordt met minimale lichtsterkte ingeschakeld.

Toetselement onder lang indrukken: het licht wordt met minimale lichtsterkte ingeschakeld. Best. nr.: 5406 00 Bedieningsvoorschrift 1 Veiligheidsinstructies Elektrische apparaten mogen alleen door een elektromonteur worden gemonteerd en aangesloten. Ernstig letsel, brand of materiële schade

Nadere informatie

Uitbreidingseenheden installeren. Algemeen. BCI-uitbreidingseenheden

Uitbreidingseenheden installeren. Algemeen. BCI-uitbreidingseenheden Algemeen Algemeen C493 2 190 281 2 204 973 Het BWE-systeem (elektrisch systeem carrosserie) kan worden uitgebreid met uitbreidingseenheden als meer ingangen en uitgangen nodig zijn dan de BCI-regeleenheid

Nadere informatie

INSTALLATIE HANDLEIDING TRACENET ADVANCED

INSTALLATIE HANDLEIDING TRACENET ADVANCED INSTALLATIE HANDLEIDING TRACENET ADVANCED 1 / 12 INHOUDSOPGAVE 1. INLEIDING... pag. 3 2. COMPONENTEN...... pag. 4 3. INVULLEN VAN HET INSTALLATIE CERTIFICAAT...pag. 5 4. INSTALLATIE VAN HET SYSTEEM...

Nadere informatie