Thema Paramaribo. Thema Sport & Stad. Tijdschrift voor wetenschap en beleid in de ruimtelijke ordening. Het kleine monument schakel in de geschiedenis

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Thema Paramaribo. Thema Sport & Stad. Tijdschrift voor wetenschap en beleid in de ruimtelijke ordening. Het kleine monument schakel in de geschiedenis"

Transcriptie

1 Jg. 43 / Nr. 3 / 2010 P. 157 Rooilijn Tijdschrift voor wetenschap en beleid in de ruimtelijke ordening Thema Paramaribo Stelling Paul Meurs Achtergrond Paramaribo: Caribische stad zonder scheidslijnen Woningtekort in Paramaribo: een relatief begrip Stadsherstel door sociale woningbouw Oog voor de openbare ruimte InBeeld Paramaribo in beweging Het kleine monument schakel in de geschiedenis Boedelproblematiek, struikelblok in de ruimtelijke ordening Richelieu: pilot voor woningbouw en ruimtelijke planning Klimaatverandering: Paramaribo overstroomt Interview Je hoopt dat je het gedicht mag maken Column Bloeyende emotaal Thema Sport & Stad

2 Jg. 43 / Nr. 3 / 2010 Colofon P. 158 Colofon Uitgever Rooilijn is een uitgave van de Faculteit der Maatschappij en Gedragswetenschappen, Afdeling Geografie, Planologie en Internationale Ontwikkelingsstudies van de Universiteit van Amsterdam. Bureauredactie en administratie Rooilijn Nieuwe Prinsengracht VZ Amsterdam Telefoon: Telefax: info@rooilijn.nl Internet: Kopij De redactie stelt spontane toezending van voorstellen voor artikelen op prijs. Auteursrichtlijnen treft u aan op of kunnen worden opgevraagd bij de bureauredactie. Advertenties Tarieven kunnen worden opgevraagd bij de bureauredactie. Prijzen jaarabonnement ,00 euro voor particulieren 64,00 euro voor instellingen 26,50 euro voor studenten Prijs los nummer 7,50 euro exclusief verzendkosten Abonnementen worden jaarlijks stilzwijgend verlengd, tenzij uiterlijk vóór 1 november schriftelijk is opgezegd. Rooilijn Jg. 43 / Nr. 3 / 2010 Oplage: ISSN Redactie Annemarie Maarse (hoofdredacteur), Arend Jonkman (bureauredacteur), Maarten Rottschäfer (penningmeester), Manuel Aalbers, Jelle Adamse, Wilma Bakker, Els Beukers, Sebastian Dembski, Albertine van Diepen, Joram Grünfeld, Nadav Haran, Eva Heinen, Carla Huisman, Femke Kloppenburg, Marije Koudstaal, Melika Levelt, Sabine Meier, Renee Nycolaas, Jasper Schaap, Bart Sleutjes, Olivia Somsen, Andrew Switzer, Wendy Tan, Annalies Teernstra, Ineke Teijmant, Frans Thissen, Rick Vermeulen, Samantha Volgers, Clémentine Vooren, Hilde van Wijk Nummerredactie Marije Koudstaal, Annemarie Maarse, Maarten Rottschäfer, Jaap Ruijgers (gastredacteur), Ineke Teijmant Rechten Auteurs en Universiteit van Amsterdam, Afdeling Geografie, Planologie en Internationale Ontwikkelingsstudies. Deze uitgave heeft geen commercieel oogmerk. Getracht is alle rechthebbenden te achterhalen. Diegenen die menen alsnog aanspraak te kunnen doen op gelden worden verzocht contact op te nemen met de redactie. Artikelen uit Rooilijn mogen niet worden verveelvoudigd, opgeslagen of openbaar gemaakt zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de redactie. Ontwerp en productie LandofPlenty (Antoin Buissink) Drukwerk Dékavé, Alkmaar Dit nummer is mede tot stand gekomen door financiële steun van Stichting Brasa en het Ontwikkelingsbedrijf Gemeente Amsterdam

3 Jg. 43 / Nr. 3 / 2010 Redactioneel P. 159 Redactioneel Paramaribo Paramaribo is een bruisende stad in ontwikkeling. De historisch gegroeide jaarringen zijn duidelijk te herkennen in het straatbeeld. Dat wil niet zeggen dat de stadsuitleg altijd even ordelijk en gepland is verlopen en het stedelijk beheer het tempo van de veroudering kan bijhouden. In de stadsuitleg ontbreekt het echter vaak aan een goede invulling van de openbare ruimte en de aanleg van voorzieningen. Zo laat de kwaliteit van de straten en stoepen te wensen over en is er geen of weinig ruimte voor speelplekken, pleinen, verlichting, en goede afwatering. Ook de economische ontwikkelingen in de stad breiden zich ongepland uit. Dit geeft overlast voor omwonenden, en zorgt onder andere voor filevorming. De huisvestingsproblematiek is tweeledig. Er is een enerzijds een kwantitatief woningtekort. Anderzijds verkeert een deel van de woningvoorraad in slechte staat. Verschillende regeringen hebben pogingen gedaan de geschetste problematiek te verbeteren. Dat leidde nog niet tot grote structurele verbeteringen. Door de plaatsing van de historische binnenstad van Paramaribo op de Unesco Werelderfgoedlijst in 2002, is opnieuw aandacht ontstaan voor ruimtelijke ordening en volkshuisvesting. De urgentie van de geschetste problematiek wordt opnieuw door de overheid erkend en opgepakt. In deze bijdrage wordt een beeld geschetst van de stad Paramaribo vanuit ruimtelijk en volkshuisvestelijk perspectief. Het nummer is geschreven door overwegend Nederlandse auteurs, allen via wetenschappelijk onderzoek of de dagelijkse werkpraktijk betrokken bij de ruimtelijke ontwikkeling van de stad. Daarbij is getracht niet alleen vanuit Nederlands maar ook vanuit Surinaams perspectief de stad te benaderen. Verschillende bijdragen zijn beschrijvend van aard. Zo licht Anneke Chin-a-Lin in een separaat kader de voor de ontwikkeling van Paramaribo zo beperkende boedelproblematiek toe, en beschrijft Gerard Anderiesen de totstandkoming van een Surinaamse woningbouwcorporatie. Het beschrijvende karakter van het nummer heeft bovendien te maken met het gebrek aan betrouwbare data, onder meer over de omvang en kwaliteit van de woningvoorraad. Veel constateringen zijn daardoor kwalitatief van aard, die maar matig met cijfers kunnen worden onderbouwd. Dat is dan ook meteen één van de aanbevelingen die volgen uit dit nummer, het beter registreren en bijhouden van data, waarop vervolgens beleid kan worden gebaseerd. Speciale dank gaat uit naar Stichting Brasa en het Ontwikkelingsbedrijf Gemeente Amsterdam, voor de inhoudelijke en financiële bijdrage zij hebben geleverd. Annemarie Maarse Hoofdredacteur Rooilijn (annemarie@rooilijn.nl)

4 Jg. 43 / Nr. 3 / 2010 Inhoud P. 160 Inhoud 161 Stelling Werelderfgoed nivelleert historische steden Paul Meurs 210 Richelieu: pilot voor woningbouw en ruimtelijke planning Volkshuisvesting door integrale 162 Achtergrond Paramaribo: Caribische stad zonder scheidslijnen Polarisatie ligt op de loer Hebe Verrest gebiedsontwikkeling Rudi Antonius en Jaap Ruijgers 216 Klimaatverandering: Paramaribo overstroomt Gebrek aan waterbeheer leidt tot grote 170 Woningtekort in Paramaribo: een relatief begrip Kwalitatief woningtekort niet opgelost door het ontbreken van huisvestingsbeleid Ad de Bruijne en Marion Maks problemen voor de stad Floortje Linnekamp 222 Interview Je hoopt dat je het gedicht mag maken Interview met Lucien Lafour 176 Stadsherstel door sociale woningbouw Amsterdamse betrokkenheid bij het oprichten van een Surinaamse Albertine van Diepen en Marije Koudstaal 226 Recensies > Een nieuw beeld van gebouwd woningcorporatie Suriname Gerard Anderiesen Architectuur en bouwcultuur in 182 Oog voor de openbare ruimte Relatie tussen gebruik en beleving van Suriname Ad de Bruijne en Paul Tjon Sie Fat > De verbeelding van Europa de openbare ruimte en buurtvorming The image of Europe. Visualizing Marije Koudstaal Europe in cartography and iconography 190 InBeeld Paramaribo in beweging Rob Boot 200 Het kleine monument schakel in de geschiedenis Culturele traditie en culturele identiteit van Suriname ligt besloten in het kleine throughout the ages Ben de Pater 229 Signalement > Kind aan de ketting 230 Column Bloeyende emotaal O. Naphta monument Ineke Teijmant 207 Kader Boedelproblematiek, struikelblok in de ruimtelijke ordening Boedelproblematiek uitgelegd Anneke Chin-a-Lin

5 Jg. 43 / Nr. 3 / 2010 Stelling P. 161 Stelling Paul Meurs reageert: Werelderfgoed nivelleert historische steden In Europa is de moderne monumentenzorg uitgevonden. Hier werd ook bedacht om steden integraal te beschermen, inclusief openbare ruimte en doodgewone gebouwen. Typisch Europees is het denken in oorspronkelijke verschijningsvorm, ruimtelijke samenhang, historische gelaagdheid en authentieke bouwsubstantie. Niet-Europese culturen hebben soms andere visies op de omgang met monumenten. Veel Afrikaanse volken koppelen historische betekenis niet aan oude bouwwerken maar aan verhalen van een plek. Voor Aziaten zit authenticiteit soms meer in de ambacht dan in het product.japanse tempels worden bijvoorbeeld al eeuwenlang periodiek gesloopt en herbouwd. In de kringen van het werelderfgoed is er continue discussie over wat essentieel is voor ieder werelderfgoed en hoe zich dat tot stedelijke dynamiek verhoudt. Elders op de wereld wordt wel van Eurocentrisme gesproken, omdat de internationaal geldende normen en waarden eigenlijk zijn geschreven voor de Italiaanse, Franse en Duitse monumentenzorg. De spelregels van Unesco laten ruimte, de landen zijn zelf verantwoordelijk. Maar wanneer iemand in Parijs aan de bel trekt, wordt toch vaak vanuit een Europees perspectief geoordeeld. De voordracht van Paramaribo voor de werelderfgoedlijst werd door Nederlanders geschreven. Een stuk binnenstad is als geheel beschermd: het landschap van de rivier en de schelpenritsen, de stedenbouwkundige structuur, het groen, erven en de bouwkunst een staalkaart van de Surinaamse houtbouwtraditie. Geredeneerd vanuit Europa zou de aanwijzing moeten leiden tot een behoudend bestemmingplan, een stelsel van bouw- en monumentenaanvragen, strenge welstandseisen en strikte handhaving. Het is in Paramaribo anders gegaan. In de binnenstad zijn een flink aantal monumenten gerestaureerd, maar zijn er ook panden vervallen of ze staan op instorten. Een belangrijker verschil is echter dat het idee om een stad als samenhangend geheel te beschermen niet past in de realiteit van Suriname. Planmatige stedenbouw en een grote overheidsbemoeienis met de ruimtelijke ordening bestaan niet. Wie borgt wat het nominatiedossier allemaal te berde bracht? De oude stad erodeert, zowel wat betreft historische bebouwing als de groenaanleg. Tussen de oude houten monumenten staat detonerende nieuwbouw. Het initiatief voor een marina in het rivierfront, zal bij de jaarvergadering van Unesco ongetwijfeld tot polemiek en een notering op de rode lijst van bedreigd werelderfgoed leiden. Gezien vanuit Europa is Paramaribo een treffende illustratie van de discrepantie tussen de ambities van het nominatiedossier en de dagelijkse stedenbouwkundige werkelijkheid waarin planning en handhaving hun eigen logica hebben. Is het werelderfgoed wellicht op een andere, Surinaamse, manier te definiëren? Bijna tien jaar na de aanwijzing van Paramaribo tot werelderfgoed valt er nog steeds iets te kiezen. De binnenstad kan worden opgevat als een paar dozijn bijzondere gebouwen maar zij is ook te zien als een landschap met een bouwtraditie of als een plek van historische samenkomst voor alle rangen en standen, en de culturen van de wereld. Zolang Suriname zich haar eigen werelderfgoed niet met hart en ziel toe-eigent, staat de typisch sfeer van Paramaribo, ondanks alle goede bedoelingen van Unesco, onder druk. Paul Meurs (info@urbanfabric.nl) is oprichter van Urban Fabric en deeltijdhoogleraar Restauratie bij de afdeling RMIT aan de TU Delft.

6 Jg. 43 / Nr. 3 / 2010 Paramaribo: Caribische stad zonder scheidslijnen P. 162 Paramaribo: Caribische stad zonder scheidslijnen Domineestraat (foto: Roel Appels)

7 Jg. 43 / Nr. 3 / 2010 Paramaribo: Caribische stad zonder scheidslijnen P. 163 Achtergrond Hebe Verrest In tegenstelling tot andere Caribische steden is Paramaribo een etnisch gemengde stad die de laatste jaren ook steeds meer sociaal economisch gemengd raakte. De lage verhuisdynamiek speelt hierin een centrale rol. Verklaringen daarvoor zijn de economische crisis, gebrekkige toegang tot woonruimte en goede sociale kwaliteit van buurten. Echter, waar de afwezigheid van planning het ontstaan van een gemengd Paramaribo mede mogelijk maakte, zou het in de toekomst juist een gepolariseerde stad kunnen bewerkstelligen. Wie ooit in Suriname is geweest, weet dat Surinamers hun land grofweg in drie regio s opdelen. Naast tap se, het binnenland, onderscheidt men boiti, de districten langs de kust, en foto, de stad Paramaribo. De stedelijke agglomeratie Groot Paramaribo (Paramaribo en het aangrenzende Wanica-district) telde in inwoners en is daarmee veruit de grootste stad van het land. De tweede stad, Nieuw Nickerie, telt slechts inwoners. Tweederde van Suriname s bevolking woont in Groot Paramaribo en de stad herbergt bijna alle politieke, sociale en administratieve functies van Suriname. Terwijl de economische besluitvorming, de handel en de financiële sector zijn gesitueerd in foto, verdient Suriname een groot deel van zijn inkomen door buiten de stad gewonnen exportproducten. Paramaribo is dan ook een klassiek voorbeeld van een zogenaamde primate city: een onevenredig grote stad die qua omvang en invloed het land domineert. Paramaribo heeft deze positie altijd gehad, maar in de twintigste eeuw is deze verder versterkt. Dit was het gevolg van economische veranderingen door de neergang van grootschalige landbouw en de opkomst van nieuwe sectoren zoals bauxiet, toenemend zelfbestuur vanaf 1950, onafhankelijkheid in 1975 en massale ruraal-urbane migratie. Deze ontwikkelingen, de economische crisis tussen 1983 en 2000, emigratie en veranderingen in de woningmarkt leidden tot een dramatische verandering van Paramaribo. De bevolking groeide explosief van aan het begin van de twintigste Eeuw tot in 1940, in 1950, in 1980 en in 2004, Daarnaast veranderde de bevolkingssamenstelling voortdurend en ontstond een nieuwe sociaal-ruimtelijke structuur. Dit artikel begint met een historische beschouwing van de stedelijke ontwikkeling van Paramaribo en gaat daarna in op het gegeven dat Paramaribo weinig etnisch en sociaal-economisch is gesegregeerd in vergelijking met andere Caribische steden zoals Port-of-Spain, Kingston en Georgetown. De analyse is gebaseerd op bestaande historische en geografische studies en op beschikbare statistische data uit volkstellingen. Deze worden aangevuld met in 2008 verzamelde gegevens uit interviews met deskundigen en uit een enquête afgenomen onder vierhonderd huishoudens uit acht buurten. De stad Paramaribo Paramaribo ligt op vlakke, laaggelegen kleigronden die doorsneden worden door zogenaamde schelpritsen. Het wordt aan de noordzijde begrensd door moerassen die dienen als overvloedingsgebied van de Atlantische Oceaan. Een combinatie van open en gesloten kanalen in de richting van de Atlantische oceaan, de Surinamerivier en het Saramacca Doorsteekkanaal

8 Jg. 43 / Nr. 3 / 2010 Paramaribo: Caribische stad zonder scheidslijnen P. 164 zorgen voor de afwatering. Door gebrek aan capaciteit en onderhoud van het afwateringssysteem en door bebouwing van de laaggelegen gebieden, ontstaan gemakkelijk overstromingen. Paramaribo is een ruim uitgelegde stad. Op relatief grote percelen staat meestal slechts één gebouw en hoogbouw is nagenoeg afwezig. Stedelijke planning is zwak ontwikkeld. Ondanks de voorschriften van de Stedenbouwkundige Wet van 1972 ontbreken structuur- of ruimtelijke ontwikkelingsplannen (Struiken & Healy, 2003), zodat Paramaribo zich ongestructureerd ontwikkelt. Gangbaar is dat ontwikkelaars een weg aanleggen van de hoofdweg naar binnen waarlangs woningen gebouwd worden. Buurten zijn slechts met elkaar verbonden via de hoofdwegen waardoor deze enorme hoeveelheden verkeer te verwerken krijgen. Wie van de Maretraite Mall in Paramaribo-Noord naar de rotonde op Pad van Wanica in het Zuiden van de stad reist, krijgt goed zicht op de ruimtelijk-historische ontwikkeling van Paramaribo. De klassieke houten gebouwen in de binnenstad verwijzen naar de koloniale overheersing in de achttiende en negentiende eeuw toen zij dienst deden als commerciële en residentiële verblijven. Tegenwoordig zijn in het centrum vooral kantoren, winkels en overheidsgebouwen te vinden en is de woonfunctie nagenoeg verdwenen. Veel van de eens zo statige gebouwen zijn sterk vervallen, maar recentelijk is een aantal gebouwen door de overheid, de rooms-katholieke kerk en particuliere investeerders gerestaureerd. Om het centrum heen liggen wijken zoals Frimangron ( vrije-mens-land ) waar eens vrijgekochte slaven en vrije arbeiders van gemengde of Afrikaanse origine woonden. De kleine houten woningen en overgebleven erfwoningen herinneren aan de zware leefomstandigheden van de minder welgestelden zowel in vroeger tijden als vandaag de dag. De uitbreidingsgebieden van na de Tweede Wereldoorlog omringen deze wijken. Door toename van overheids- en commerciële activiteiten in het stadscentrum en sterke aanwas van de stedelijke bevolking groeide Paramaribo in die periode uit haar jasje. In de grootschalige suburbanisatie die volgde, speelde de particuliere sector de hoofdrol. De Cultuurmaatschappij Ma Retraite bijvoorbeeld, verkavelde tussen 1950 en 1980 zeven voormalige plantages, zoals Elisabethshof en Rainville en legde op in totaal 1150 hectare grond woongebieden aan. In het westen en zuidwesten van de stad verrezen woonwijken, zoals Van Brussel en Janki, door verkaveling van landbouwgebieden op initiatief van de eigenaar of projectontwikkelaars. Deze projecten waren kleiner dan de hiervoor genoemde verkavelingen van plantages, maar een stuk groter dan de woonwijken die ontstonden ten zuiden van het Saramacca Doorsteekkanaal. Voorbeelden hiervan zijn Ramgolam en Ephraimszegen, waar veel informele verkavelingen plaatsvonden door kleine grondbezitters. Ook de overheid heeft verschillende uitbreidingsgebieden ontwikkeld. Zij wilde betaalbare woningen beschikbaar stellen aan lage-inkomensgroepen en bood tussen 1950 en 1980 woningen te huur en te koop aan in verschillende projecten. Zorg-en-Hoop en Flora zijn daar voorbeelden van. De particuliere sector was betrokken bij de uitvoering van deze projecten, maar de ontwikkeling en het beheer waren in handen van de overheid. Nadat Suriname in 1975 onafhankelijk van Nederland geworden was, stopte de groei van Paramaribo. Door grootschalige emigratie naar Nederland en economische neergang nam de effectieve vraag naar woonruimte af. Het begin van de eenentwintigste eeuw laat weer een groei in bouwactiviteiten zien. Deze groei vindt voornamelijk plaats in laaggelegen gronden aan de noordelijke en zuidelijke randen van de stad en in het aangrenzende district Commewijne dat sinds de opening van de Wijdenboschbrug in 2000 via een vaste oeververbinding vanuit Paramaribo bereikbaar is. Caribische steden Het stedelijke patroon van Suriname heeft veel overeenkomsten met andere Caribische landen. De Caribische regio is evenals Suriname sterk verstedelijkt en kent voornamelijk middelgrote, met minder dan inwoners, maar nationaal dominante steden die ontstonden als vestigingssteden voor koloniale handelaren. Zo ook Paramaribo, strategische gelegen in een bocht van de Suriname rivier. Potter (1993) beschrijft hoe plantagesteden zich na afschaffing van de slavernij in de negentiende eeuw ontwikkelden. Eerst ontstonden rurale gemeenschappen die plantages van arbeiders voorzagen, terwijl de plantagesteden hun functies behielden. Na 1950 nam hun dominantie toe en werden plantagesteden onderdeel van kleinschalige stedelijke agglomeraties waar s lands bevolking en politieke en economische functies zich tot op de dag van vandaag concentreren. Daarnaast functioneren

9 Jg. 43 / Nr. 3 / 2010 Paramaribo: Caribische stad zonder scheidslijnen P. 165 zij als knooppunten van waaruit interne en externe relaties vormgegeven en onderhouden worden. De Caribische stedelijke bevolking is etnisch zeer divers en veel sociale, economische, politieke en culturele relaties in de stad werden en worden gekenmerkt door fragmentatie, ongelijkheid en exploitatie (Jaffe & De Bruijne, 2008). Segregatie, stigmatisering en onveiligheid zijn prominent aanwezig in steden als Georgetown, Kingston en Port-of-Spain. Paramaribo echter vormt hierop een uitzondering door de afwezigheid van sterke ruimtelijke ongelijkheid en door de sociaal-economische en etnische heterogeniteit van veel wijken. In het tweede gedeelte van dit artikel wordt dit gegeven verder uitgediept. Vestigingspatronen Paramaribo Op verschillende momenten in haar geschiedenis arriveerden en verlieten groepen mensen van uiteenlopende geografische, sociaal-economische en etnische achtergronden Paramaribo. De afschaffing van de slavernij in 1863 bijvoorbeeld stimuleerde de urbanisatie van Creolen (Van Lier, 1971). Vanaf het begin van de Twintigste eeuw leidde de krimp in de agrarische sector en betere beschikbaarheid van onderwijsvoorzieningen in de stad tot verdere verstedelijking van de rurale bevolking, nu vooral van de bevolking van Javaanse en Hindostaanse afkomst. De stedelijke bevolking veranderde verder toen vanaf de jaren zestig aanzienlijke groepen vaklieden, jongeren en professionals van allerlei etnische achtergronden emi-, remi- en immigreerden. Marrons, die traditioneel in het binnenland woonden, kwamen vanaf dezelfde tijd naar de stad. Eerst op zoek naar werk, maar later, toen de Binnenlandse oorlog hun woongebieden teisterde, naar onderdak en bescherming. Recent is het toegenomen aandeel Chinezen en Brazilianen in de stad zichtbaar. De Bruijne (1976) verklaart vestigingspatronen in Paramaribo uit het moment van aankomst in de stad, functionele specialisatie en sociaal-economische status. Zo bewoonde halverwege de negentiende eeuw, de witte, stedelijke elite de grote woonhuizen in de binnenstad. De vrije werkende bevolking verbleef in de nauwe straten in het stadscentrum en in nieuwe wijken zoals Frimangron. Etnische vestigingspatronen waren dus vooral het gevolg van klassenstructuren. Vanaf het begin van de twintigste eeuw ontwikkelde Paramaribo zich zodoende steeds meer tot een etnisch-gemengde stad. Dit is goed zichtbaar in overzichtsfiguur 1 die laat zien dat de verhouding tussen verschillende bevolkingsgroepen steeds evenwichtiger geworden is. Ook wordt hieruit duidelijk dat de groep die zichzelf gemengd noemt groeit en inmiddels de derde grootste groep in de stad is. Diversificatie en menging zijn dan ook continue processen die het aangezicht van Paramaribo s bevolking zullen blijven De wijze waarop de stedelijke gebieden van na de Figuur 1: Verdeling bevolking Paramaribo naar etniciteit bij volkstellingen 100% 80% 60% 40% 20% 0% Census jaar Bron: Verrest, H. (2010) Other/Unknown Indigenious Caucasian Chinese Javanese Hindostani Maroon Mixed Creole Tweede Wereldoorlog bewoond raakten werd bepaald door sociaal-economische motieven. Op de voormalige plantages en landbouwgebieden in Noord- en West- Paramaribo verrezen middelgrote en grote kavels met een goede infrastructuur voor modale en hogeinkomensgroepen. De landeigenaren in het zuiden van de stad verkochten voornamelijk kleine kavels met een matige infrastructuur aan lage-inkomensgroepen. Ook de overheid richtte haar projecten op deze groep. In de periode konden mensen van alle sociaal-economische groepen, behalve de allerarmsten, woonruimte realiseren. Ze kochten land op de particuliere markt, bemachtigden via de overheid grond of een huis of maakten gebruik van een aanbod van hun werkgever. De werkgever regelde dan de financiering. In de jaren vijftig bijvoorbeeld hadden politieagenten de mogelijkheid om via hun werk een perceel met woning in de Toenalaan te kopen. De locatie van de woonplek was afhankelijk van de sociaal-economische positie van de bewoners. Waar in bijvoorbeeld Port of

10 Jg. 43 / Nr. 3 / 2010 Paramaribo: Caribische stad zonder scheidslijnen P. 166 Spain lage-inkomenswijken vooral in het oosten van de stad liggen en dat gebied homogeen arm is, zien we dat in Paramaribo lage-inkomensgebieden verspreid liggen door de stad en vaak gelegen zijn naast rijkere wijken. Gebaseerd op data uit 1980 en 1992 laten Schalkwijk en De Bruijne (1999) zien hoe ook aan het einde van de twintigste eeuw vestigingspatronen gevormd worden door klasse en niet zozeer door etniciteit. En omdat sociaal-economische verschillen tussen etnische groepen klein zijn en afnemen, is Paramaribo geen etnische segregeerde stad te noemen. Wie vandaag de dag door wijken in Paramaribo wandelt, krijgt de indruk dat veel wijken zowel etnisch als sociaal-economische gemengd zijn. In Nieuwweergevondenweg bijvoorbeeld staan goed onderhouden stenen woningen naast kleine verveloze huizen. In wijken wonen zowel Hindostaanse als Creoolse, Javaanse, Marron en Chinese gezinnen, al zijn straten en buurtjes regelmatig wel etnisch homogeen (Verrest 2007). Uitzonderingen hierop bestaan natuurlijk. Zo is Elisabethshof een homogene elitewijk, wonen in Ramgolam voornamelijk arme mensen en is overheidsproject Latour sterk Creools. Over het algemeen echter is Paramaribo gemengd en open en daarmee neemt zij een uitzonderingspositie in de doorgaans sterk gesegregeerde urbane Caraïben. Etnische clustering Etnische clustering in Paramaribo nam in de periode af. Volgens de volkstelling van 1950 was Paramaribo overwegend Creools (71 procent) en tot deze groep werd minimaal de helft van de bevolking in iedere stedelijke sectie gerekend. De gegevens van de volkstelling van 1964 werden gepresenteerd op het niveau van telgebieden, die beduidend kleiner waren dan de secties van In 1964 behoorde in 33 van de 38 telgebieden minstens 45 procent van de bevolking tot dezelfde etnische groep, voornamelijk de Creoolse. In 1992 was de helft van de woonbuurten in Paramaribo etnisch gemengd (Schalkwijk & De Bruijne, 1999). Hindostaanse buurten vond men vooral in het zuiden en westen van de stad en sterk Creoolse wijken in het zuiden en in de binnenstad. Marrons woonden vooral in Paramaribo-Zuid. De gegevens van de volkstelling uit 2004 zijn alleen beschikbaar op ressortniveau zodat helaas geen uitspraken op buurtniveau gedaan kunnen worden. Paramaribo kent twaalf ressorts met een bevolking variërend tussen en inwoners. Paramaribo met indeling naar ressort (beeld: Nedzjla Olsthoorn) De analyse van de data uit 2004 bevestigen de afwezigheid van sterke etnische concentratie. Allereerst behoort in geen enkel ressort meer dan 45 procent van de bevolking tot dezelfde etniciteit. Daarnaast vormen de twee grootste groepen in een ressort samen tussen 46 en 64 procent van de bevolking. Een derde tot ruim de helft van de bevolking behoort dus steeds tot een andere dan de twee grootste groepen. Een vergelijking van het aandeel van een etniciteit in een ressort met het aandeel van deze groep in de gehele stad ten slotte, laat wel enige etnische concentratie zien. Marrons zijn oververtegenwoordigd in de zuidelijke ressorts Pontbuiten en Latour. Hier vindt men veel lage-inkomenswijken waar nieuwkomers in de stad zich vestigen. Momenteel zijn de meeste woongebieden in Paramaribo etnisch gemengd en wordt de etnische dominantie in de ene wijk opgeheven door de etnische structuren in omliggende wijken. Een tegengestelde trend van etnische concentratie is wel zichtbaar in het door Marrons gedomineerde gebied ten zuiden van het Saramacca Doorsteekkanaal. Sociaal-economische clustering Ontwikkelingen in sociaal-economische clustering zijn lastig te vergelijken, omdat criteria tussen datasets verschillen. De volkstelling van 1950 presenteerde inkomensgegevens en de analyse van 1100 records uit die telling laat aanzienlijke verschillen in inkomensniveaus tussen telgebieden zien. De volkstelling van 1964 is buiten de analyse gehouden, omdat de enige relevante indicator daar woningkwaliteit was. De Bruijne e.a. (2002) ontwikkelden voor hun studie naar ruimtelijke welstandsverschillen een index gebaseerd op het bezit van duurzame goederen zoals wasmachines en auto s. Hun analyse van data uit 1980, 1992 en 2001 laat zien dat welstandsverschillen tussen buurten niet toenamen.

11 Jg. 43 / Nr. 3 / 2010 Paramaribo: Caribische stad zonder scheidslijnen P. 167 Figuur 2: Opleidingsniveau bevolking per buurt in Paramaribo VOJ of lager GLO of lager 100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% Latour pontbuiten Livorno Welgelegen Tammenga Flora Centrum Beekhuizen Weg naar Zee Blauwgrond Rainville Munder Paramaribo Bron: Verrest, H. (2010) De volkstelling van 2004 verzamelde meerdere relevante sociaal-economische gegevens. De analyse hier richt zich op onderwijsniveau, werkloosheid en de kwalificatie van arbeid. Figuur 2 geeft weer welk gedeelte van de bevolking beschikt over een afgeronde opleiding op tenminste VOJ (Voortgezet Onderwijs Junioren), GLO (Gewoon Lager Onderwijs) of lager niveau. Een VOJ-opleiding wordt beschouwd als startkwalificatie voor de arbeidsmarkt. Pontbuiten, Latour en Livorno doen het beduidend slechter, Blauwgrond iets beter en de overige ressorts zijn vergelijkbaar met het stadsgemiddelde. De werkloosheidspercentages in Pontbuiten, Latour en enigszins in Beekhuizen en Livorno, zijn hoger dan gemiddeld, terwijl die in Blauwgrond en Weg naar Zee juist lager zijn. De laatste sociaal-economische indicator is het kwalificatieniveau van werk. Laaggekwalificeerde functies, zoals schoonmaker, bewaker en bouwvakker zijn vaak onzeker en slecht betaald. Bewoners van Pontbuiten, Latour, Livorno en Munder hebben relatief vaak dit soort werk. Het ruimtelijk beeld van hooggekwalificeerde functies, zoals artsen en managers, is diffuus. Latour en Pontbuiten scoren laag, Blauwgrond, Tammenga en Flora hoog en de overige op het stedelijk gemiddelde. De enquête van 2008 verzamelde ondermeer inkomensgegevens. Zeven van de acht buurten volgde hier het stedelijke gemiddelde. Geconcludeerd kan worden dat Pontbuiten en Latour sociaal-economisch relatief zwak zijn en Blauwgrond, dat een aantal elitewijken herbergt, sterker. Opvallend is echter vooral dat driekwart van de ressorts het gemiddelde van de stad volgt. Dat betekent dat verschillen tussen wijken beperkt zijn of dat lagere niveaus in de ene wijk gecompenseerd worden met hogere niveaus in de andere. Op ressortniveau is Paramaribo dan ook voornamelijk sociaal-economisch gemengd, alhoewel sommige straten en een enkele wijk homogeen zijn. Lage verhuisdynamiek De bovengenoemde situatie is het gevolg van verschillende trends die ervoor zorgen dat in Paramaribo weinig wordt verhuisd. Uit de enquête van 2008 bleek dat tweederde van de respondenten nooit (20 procent) of slechts één keer (45 procent) in zijn leven verhuisde, en dat in de periode tussen 1985 en 2000 nauwelijks werd verhuisd. Precies hierin ligt de verklaring waarom Paramaribo minder sociaal-economisch gesegregeerd is dan andere Caribische steden. Sociaal-economische verschuivingen op huishoudniveau die zich vanaf 1980 voortdeden leidden niet tot verhuizingen en daardoor sociaal-economische (her)clustering, maar juist tot sociaal-economische heterogeniteit in woonwijken. Drie ontwikkelingen in de afgelopen dertig jaar zijn hiervoor verantwoordelijk: de economische crisis tussen 1980 en 2000, ontwikkelingen in de grond- en woningmarkt en de sociale kwaliteit van buurten. Schoolkinderen op de Nieuw Weergevondenweg (foto: Hebe Verrest)

12 Jg. 43 / Nr. 3 / 2010 Paramaribo: Caribische stad zonder scheidslijnen P. 168 De Surinaamse overheid vermeldt regelmatig dat Suriname volgens de Verenigde Naties in potentie het zeventiende rijkste land ter wereld is. Het verkreeg deze plaats door de gunstige verhouding tussen bevolkingsomvang en bodemschatten. De werkelijke toestand van de economie is echter niet in overeenstemming met dit beeld. Sinds de jaren veertig drijft de Surinaamse economie op de export van bauxiet en is daardoor afhankelijk van wereldmarktprijzen voor bauxiet. Door de hoge importvoet is er een voortdurende grote vraag naar vreemde valuta. In de jaren zeventig kon aan deze vraag voldaan worden doordat de bauxietprijzen hoog waren en Suriname ruime financiële ondersteuning uit Nederland ontving. Na 1981 veranderde de situatie drastisch. De bauxietprijzen kelderden en na de Decembermoorden van 1982 schortte de Nederlandse overheid de steun aan Suriname op. Terwijl de overheidsinkomsten daalden, bleven de uitgaven gelijk en ging men over op monetaire financiering. Dit leidde tot hyperinflatie en een structureel tekort aan basisgoederen (Caram, 2007). Op een paar stabiele jaren na, duurde de crisis tot Vanaf toen is de Surinaamse economie jaarlijkse gegroeid (Algemeen Bureau voor de Statistiek, 2005). Fondsen en kredieten voor investeringen, hypotheken en persoonlijke leningen bleven tot 2003 zeer beperkt beschikbaar. Door de economische crisis verarmde Suriname. De reële inkomens daalden, deze hadden in 1993 nog maar dertig procent van de waarde van 1980, en de inkomensongelijkheid nam toe (Schalkwijk & De Bruijne, 1999; ABS, 2007). De werkgelegenheid in de formele sector kromp ten gunste van die in de informele sector. De traditionele middenklasse verdween en ging vooral op in de volksklasse en soms in de nieuwe elite. In tijden van crisis ontwikkelen huishoudens inkomensverhogende of consumptieverlagende strategieën. In Paramaribo waren hiervoor overmakingen van migranten (zogenaamde remittances), secundaire banen en goedkope huisvesting belangrijk. Het ene huishouden had betere toegang tot en was succesvoller in het realiseren van zulke alternatieven dan het andere. De crisis raakte degenen met de minste opties het hardst en dwong hen tot een zware strijd om de basisbehoeften te bevredigen. Zij lieten investeringen in bijvoorbeeld gezondheid en huisvesting achterwege. Hun buren waren wellicht minder kwetsbaar en behielden of verbeterden hun sociaal-economische positie. Hierdoor raakten woongebieden die oorspronkelijk sociaal-economisch homogeen waren, na 1980 gemengd. De vraag is waarom sociaal-economische stabiele en stijgende huishoudens niet verhuisden naar betere en dalers naar goedkopere woongebieden. Zoals gezegd verkregen tussen 1950 en 1980 veel sociaal-economische groepen grond of woonruimte. In plaats van een hypotheek of andere (grote) externe financieringsbronnen gebruikten velen hiervoor spaargeld, kortlopende afbetalings- of financieringsregelingen van werkgevers. Vaak werd een woning stapsgewijs over een langere periode gebouwd. Voor velen waren hierdoor de woonlasten in de jaren tachtig laag. Voor economische dalers was verhuizen niet noodzakelijk. Voor de stabielen en stijgers zou verhuizen een toename van levenskosten en risico s betekenen. In zulke onzekere tijden was dat alleen weggelegd voor een zeer select groepje. Een andere belemmering voor de verhuisdynamiek ligt in de onroerendgoedsector. Het vinden van een nieuwe woonplek in Paramaribo was en is moeilijk. Een perceel op goedkopere overheidsgrond is in theorie voor iedere Surinamer te verkrijgen. In en om de stad zijn deze gronden echter nauwelijks beschikbaar, ondanks de ruime uitleg. Bovendien zijn de aanvraag- en toewijzingsprocedures, mede door de afwezigheid van een coherent grondinformatiesysteem, bureaucratisch, tijdrovend en corrupt. Surinamers met goede sociale en politieke netwerken hebben dan ook de beste kansen hierop. Voor woningzoekenden zonder kapitaal of effectieve netwerken zijn huisvestingsopties beperkt tot huren, kraken of blijven op grond die vroeger door henzelf of hun familie verkregen is. Huren is niet geliefd: het is duur en kan, in tegenstelling tot woningbezit, niet fungeren als buffer tijdens een economische crisis. Kraken kent geen grote traditie in Paramaribo maar twee praktijken komen regelmatig voor. Allereerst worden sinds het midden van de jaren tachtig in aanbouw zijnde huisvestingsprojecten van de overheid gekraakt. Daarnaast worden braakliggende stukken of stukjes terrein verspreid door de stad bezet en bebouwd. Soms wordt kraken getolereerd, maar in andere gevallen vechten krakers en eigenaars heftige conflicten uit. Velen kiezen ervoor, indien mogelijk, om te blijven op de grond die door (groot)ouders verkregen is. Volwassen kinderen blijven dan met hun gezin in het ouderlijk huis wonen of bouwen een woning op het perceel erbij.

13 Jg. 43 / Nr. 3 / 2010 Paramaribo: Caribische stad zonder scheidslijnen P. 169 Een derde factor die de verhuisdrang beperkt is de hoge sociale kwaliteit van wijken. Mensen wonen lange tijd in dezelfde buurt en identificeren zich ermee. Ze doen dat echter niet zodanig dat nieuwkomers buitengesloten worden. De sociale en economische heterogeniteit van buurten versterkt dit verder. De enquête uit 2008 bevestigt dat goede burenrelaties, waarin buren elkaar helpen maar ook afstand houden, belangrijk gevonden worden (Verrest, 2007). Doordat mensen weinig op straat en veel op hun perceel zijn en sociale netwerken vooral uit familie- en werkrelaties bestaan, zijn zulke goede burenrelaties veelvuldig aanwezig. De drive om te verhuizen is dan minder groot. Zoals iedere stad kent Paramaribo ook een aantal slechte buurten. Percepties over criminaliteit en wetteloosheid samen met slechte fysieke omstandigheden bezorgen buurten zoals Ramgolam en Latour een slechte naam. Toch zijn ook dit geen werkelijke no-go-gebieden geworden waaruit mensen zo snel mogelijk willen vertrekken. De dagelijkse routes van Paramaribo s bewoners van woonplek naar werkplek, scholen, ziekenhuizen, familie, winkelcentra en uitgaansgelegenheden lopen door de hele stad, inclusief door deze buurten. Gemengd Paramaribo Een historische analyse van vestigingspatronen in Paramaribo laat zien dat vestiging meer wordt gestuurd door de sociaal-economische status van bewoners dan hun etniciteit. In de afgelopen dertig jaar zijn wijken in Paramaribo in sociaal-economische zin steeds gemengder geworden. Hierin wijkt de stad af van andere doorgaans sterk gesegregeerde Caribische steden. De dominante rol van de private sector en de sociale woningbouwprojecten van de overheid hadden het tegenovergestelde kunnen bewerkstelligen: sociaaleconomische clustering. De economische crisis, gebrekkige toegang tot woonruimte en goede sociale kwaliteit van buurten verklaren hoe ondanks sociaaleconomische verschuivingen op huishoudenniveau in de periode tot 2000 nauwelijks werd verhuisd en sociaaleconomische segregatie is uitgebleven. Het gebrek aan overheidsbeleid faciliteerde het ontstaan van gemengde wijken verder. Door de lage verhuisdynamiek zijn deze gemengde wijken echter moeilijk toegankelijk voor nieuwkomers. Etnische en sociaal-economische segregatie liggen dan ook wel op de loer. Ten zuiden van het Saramacca Doorsteekkanaal zijn sociaal-economisch zwakke groepen en Marrons oververtegenwoordigd. Woningen en infrastructuur zijn kwalitatief slecht en het gebied ontbeert publieks- en commerciële voorzieningen, waardoor er weinig bezoekers van buiten komen. Zolang de woningmarkt vast zit en geen toegankelijke middenklassegebieden elders in de stad verrijzen, zal de sociaal-economische diversificatie doorgaan. Dat verandert echter op het moment dat verhuizen een reële optie wordt voor sociaaleconomische stijgers. Daarnaast kan de afwezigheid van openbare, commerciële en sociale voorzieningen leiden tot ghettovorming in Paramaribo-Zuid. Waar de afwezigheid van planning het ontstaan van een gemengd Paramaribo voorheen niet belemmerde, zou het in de toekomst juist een gepolariseerde stad kunnen bewerkstelligen. Hebe Verrest (h.j.l.m.verrest@uva.nl) is universitair docent International Development Studies aan de Universiteit van Amsterdam. Dit artikel is gebaseerd op haar NWO gefinancierd postdoc-onderzoek bij het Koninklijk Instituut voor Taal-, Land- en Volkenkunde. Literatuur Algemeen Bureau voor de Statistiek (2005) Statistisch Jaarboek 2004, Paramaribo, ABS ABS (2007) Inkomensverdeling en inkomensongelijkheid in Suriname. Suriname in cijfers no236 / 2007, Paramaribo, ABS Bruijne, G. A. de (1976) Bijdragen tot de sociale geografie van de ontwikkelingslanden, Bussum, Romen Bruijne, G. A. de, A. Schalkwijk & H. Verrest (2002) Een korte verkenning van Paramaribo: (herhaal)onderzoek in tien buurten onder huishoudens in november 2001, Amsterdam, AGIDS Caram, A. R. (2007) Ontsporingen op de weg naar monetaire solidariteit: de drie fasen in het bestaan van de centrale bank van Suriname , Paramaribo, Centrale Bank van Suriname Jaffe, R. & G. A. de Bruijne (2008) An introduction. R. Jaffe, The Caribbean city, Kingston, Ian Randle Lier, R. A. J. van (1971) Frontier society: a social analysis of the history of Surinam, The Hague, Martinus Nijhoff Potter, R. B. (1993) Urbanization in the Caribbean and trends of global convergence - divergence, The Geographical Journal 159 (nr.1), p.1-21 Schalkwijk, A. & G. A. de Bruijne (1999) Van Mon Plaisir tot Ephraïmszegen: welstand, etniciteit en woonpatronen in Paramaribo, Paramaribo, Amsterdam, Leo Victor, AGIDS/UvA Struiken, H. & C. Healy (2003) Surinam: the challenge of formulating land policy. A.N. Williams (Ed.) Land in the Caribbean: issues of policy, administration and management in the english-speaking Caribbean, p , Wisconsin, Terra Institute Verrest, H. (2010) Paramaribo, Cities, jg. 27, nr. 1, p Verrest, H. (2007) Home-based economic activities and Caribbean urban livelihoods: vulnerability, ambition and impact in Paramaribo and Port of Spain, Amsterdam, University Press

14 Jg. 43 / Nr. 3 / 2010 Woningtekort in Paramaribo: een relatief begrip P. 170 Ad de Bruijne en Marion Maks Woningtekort in Paramaribo: een relatief begrip Inmiddels verdwenen erfkamerwoningen aan de Saramaccastraat in 1966 (foto: Ad de Bruijne) Volkswoning type Soera (foto: Jaap Ruijgers) Volkswoningen in Zorg en hoop (foto: Marije Koudstaal)

15 Jg. 43 / Nr. 3 / 2010 Woningtekort in Paramaribo: een relatief begrip P. 171 Dat veel huishoudens in Paramaribo over een eigen huis beschikken is geen toeval maar het resultaat van een breed gedragen ideaal van vrijheid, zekerheid en zelfstandigheid. Als iemand zegt: ik heb geen huis, dan bedoelt hij niet dat hij op straat leeft, maar dat het huis waarin hij woont een huurhuis is of een huis van familie. Het karakteristieke Surinaamse gezegde winti wai, lanti pai (ofwel, de wind waait en de overheid betaalt) gaat bij huisvesting dus minder op. Huisvestingsbeleid is nagenoeg afwezig waardoor het woningtekort niet adequaat wordt opgelost. In dit artikel, dat is gebaseerd op het eerder door de auteurs gepubliceerde rapport Bouwen aan een Fundament. Een Programma voor Beleidsondersteunend Onderzoek voor de Sector Huisvesting (2008), staat de huisvestingssituatie in Paramaribo centraal. Er is in Paramaribo sprake van een woningtekort, dat voornamelijk voortkomt uit een gebrekkige kwaliteit van veel woningen en een kloof tussen woonwensen en financiële mogelijkheden. In de eerste plaats worden de kenmerken van de woningvoorraad en de bewoners beschreven. Vervolgens wordt ingegaan op het woningtekort, waar het tekort uit bestaat en hoe het zich manifesteert. Ten slotte worden oplossingen aangedragen om het woningtekort op te lossen. Eigen woningbezit versus huur Huisvesting in Suriname wordt voornamelijk gekenmerkt door zelfbouw. Een aanzienlijke groep bewoners bouwt hun vrijstaande woning met familie, vrienden, kennissen of met hulp van een kleine, veelal informeel werkende aannemer. In 1992 had meer dan de helft van de huiseigenaren in Groot Paramaribo hun woning op deze wijze gebouwd (Schalkwijk & De Bruijne, 1999). Van seriebouw is vrijwel alleen bij volkswoningbouwprojecten sprake. Geschakelde woningen en hoogbouw zijn er dan ook vrijwel niet. De bouwmethode is veelal traditioneel. Volgens de Volkstelling in 1950 was nog vijfennegentig procent van de huizen van hout, nu wordt vooral in steen en in half steen/half hout gebouwd. De financiering van de bouw gebeurt, vooral sinds de jaren tachtig, door (combinaties van) eigen vermogen, geldzendingen uit het buitenland, financiële instellingen en geldleningen van familie. Vaak vindt de bouw gefaseerd plaats, soms over vele jaren verspreid. Typerend voor huisvesting in Suriname is dus het hoge percentage eigenwoningbezit, soms met familie in boedelbezit. Dat gold in Paramaribo in 2004 voor 59 procent van de huishoudens (Census, 2004). Een eigen woning is niet alleen een sociaal ideaal; het fungeert soms ook als inkomensvoorziening. De voorkeur voor een eigen woning, via zelfbouw, kan worden geïllustreerd aan de hand van het nieuwbouwproject Richelieu. Bij de registratie voor bouwkavels gaf meer dan de helft van de aanvragers aan een eigen kavel te willen bezitten om daarop te kunnen bouwen (IMWO, 2007). Slechts 24 procent van de huishoudens huurt, van wie een klein gedeelte in huurkoop of in onderhuur

16 Jg. 43 / Nr. 3 / 2010 Woningtekort in Paramaribo: een relatief begrip P. 172 (Census, 2004). Er zijn verschillende groepen huurders te onderscheiden. Voor het grootste deel is huren financieel gezien de enige optie. Een kleinere groep prefereert een huurwoning omdat dit minder onderhoud vraagt. Deze groep zal waarschijnlijk geïnteresseerd zijn in huurwoningen die door woningbouwcorporaties een nieuw, uit Nederland geïmporteerd fenomeen worden aangeboden, omdat men dan niet met mogelijke verdrijving door de eigenaar geconfronteerd kan worden. Ten slotte behoren tot de huurders migranten uit buiten- en binnenland en zij die slechts tijdelijk in Suriname verblijven, zoals de Nederlandse stagiaires die een zichtbaar deel van de stadsbevolking geworden zijn en relatief hoge bedragen kunnen betalen. Huurbescherming is er formeel, maar functioneert in de praktijk gebrekkig. Zo n 14 procent woont gratis bij familie of bij anderen, past op het huis van een ander die bijvoorbeeld in Nederland woont, woont in een dienstverblijf of in een kraakwoning (Census, 2004). Tussen zij die geen en zij die wel een eigen woning hebben is een tweedeling ontstaan. Deze tweedeling bestaat al lang, maar is versterkt door de economische ontwikkelingen sinds de jaren tachtig van de vorige eeuw. Zij die een huis geërfd hebben wonen tegen relatief lage kosten. Dat geldt ook voor degenen die gebouwd of gekocht hebben vóór de jaren negentig en in de regel hun schuld hebben afbetaald. De kopers en zelfbouwers van daarna echter, hebben vaak hoge aflossingsverplichtingen, mede door de hoge rentes die zijn ontstaan in en na de militaire tijd toen het land grote geldtekorten kende. Zij die geen huis in eigendom hebben, kunnen de stap naar een eigen huis zeer moeilijk zetten, vanwege een te grote kloof tussen de huishoudinkomens en de hoogte van de hypotheek voor een nieuwe woning (Maks & De Bruijne, 2008). Het alternatief van zelfbouw is uit eigen middelen nauwelijks te financieren. Voor de lagere-inkomensgroepen die geen huis hebben is huren daarom vaak de enige mogelijkheid. Overheidsbeleid De overheidsbemoeienis met de volkshuisvesting is beperkt. Voor de lagereinkomensgroepen heeft de overheid, vooral in de periode van 1950 tot 1982 met behulp van Nederlandse ontwikkelingsgelden, een aantal volkswoningbouwprojecten ontwikkeld. Hierin werden vrijstaande huizen aanvankelijk in huur en later ook in huurkoop uitgegeven. Dit systeem is vanwege de hoge kosten vrijwel geheel verlaten. Wat nu nog door de overheid wordt gebouwd, is afhankelijk van externe (momenteel Chinese) steun of wordt gefinancierd uit de schaarse middelen op de eigen begroting. Sinds een aantal jaren wordt via het Low Shelter Income Program (LISP) renovatie van door armen bewoonde woningen of bescheiden (her)bouw op individuele percelen gesteund. LISP is een door de Inter-American Development Bank (IDB) geïnitieerd en financieel gesteund programma dat op afstand van de overheid functioneert. De overheid betaalt wel een deel van het programma en stelt zich garant voor de lening van de IDB. Het programma is zeer succesvol: in de periode van 2004 tot 2009 zijn ingrijpende woningverbeteringen gedaan en nieuwe woningen gebouwd. Het gaat om renovatie van door armen bewoonde slechte woningen of bescheiden (her)bouw op

17 Jg. 43 / Nr. 3 / 2010 Woningtekort in Paramaribo: een relatief begrip P. 173 individuele percelen. Voor de middeninkomensgroepen is in 2005 de zeven procent regeling in het leven geroepen waarmee de banken, op initiatief en met toestemming van de Centrale Bank van Suriname, uit hun kasreserves hypotheekleningen kunnen verstrekken, iets wat nadrukkelijk aanslaat (De Ware Tijd, 8 juni 2009). In 2009 is, analoog aan het LISP ook het Low Middle Income Shelter Program (LMISP) van start gegaan. Van belang is, ook institutioneel, het public-private housing settlement dat op de nieuwbouwlocatie Richelieu in ontwikkeling is en dat vorm moet geven aan een nieuwe inzet van de overheid en van private partners om tot volkswoningbouw te komen. Zoiets verloopt niet gemakkelijk, want het vraagt om samenwerking tussen verschillende ministeries die in tal van opzichten geen eenduidig beleid voeren en weinig dwarsverbindingen hebben. Woningtekort De woningvoorraad van Paramaribo en de twee aangrenzende districten Wanica en Commewijne telt woningen (Census, 2004). Zeker is dat er sprake is van een tekort, maar de precieze omvang daarvan is niet bekend. Een actuele en betrouwbare registratie van woningzoekenden wordt node gemist. Een recente raming komt tot een jaarlijkse behoefte van tot woningen in Paramaribo en de twee aangrenzende districten. Deze behoefte vloeit voor de helft voort uit demografische ontwikkelingen, zoals geboorteoverschot en migratie, en voor de andere helft uit de (on)bewoonbaarheid van woningen en het tegengaan van overbezetting (Maks & De Bruijne, 2008). Vooral jongeren en economisch zwakke groepen worden momenteel getroffen door het woningtekort. Het tekort manifesteert zich in de eerste plaats doordat veel jongvolwassenen nog in hun ouderlijk huis wonen. Het gaat om een grote groep: in 2004 was van de mannen tussen 25 tot 29 jaar 74 procent geen hoofd van een huishouden. Zij hebben vaak woonwensen voor een goed nieuw huis, maar hebben daar geen geld voor en blijven gedwongen thuis wonen. Toch lijkt van overbezetting weinig sprake te zijn. In het algemeen zijn woningen in Paramaribo ruim. Gemiddeld telden woningen in Paramaribo en Wanica in ,3 vertrekken. Het aantal 1-2 kamerwoningen lag in dat jaar in de stad op 6 procent, duidelijk lager dan in 1980 en 1966 toen het in Groot Paramaribo respectievelijk 10 procent en 33 procent bedroeg. Het aantal personen per vertrek in Paramaribo lag in 2004 op 0,9 veel lager dan in 1966 toen het 1,5 bedroeg. In huizen van arme inwoners zal de bezetting hoger zijn, maar recente gegevens die woonbezetting koppelen aan inkomen ontbreken. In de tweede plaats manifesteert het woningtekort zich in het kraken van woningen of leegstaande percelen. Dit gebeurt veelal door groepen uit het binnenland die in de stad worden geconfronteerd met een tekort aan betaalbare woningen. Verschillende groepen binnenlandse migranten hebben in Paramaribo een plaats gevonden, maar niet altijd op gronden of in woningen waarover zij rechtmatige beschikking hebben en vaak zonder voorzieningen zoals water, sanitair en elektriciteit. Dit leidt tot forse conflicten tussen krakers en overheid, en tussen krakers of krakergroepen onderling. Bij het bouwrijp maken van het woningbouw-

18 Jg. 43 / Nr. 3 / 2010 Woningtekort in Paramaribo: een relatief begrip P. 174 Zelfbouw (foto:wim de Kroon) project in Richelieu bijvoorbeeld moest lang onderhandeld worden met illegale occupanten voordat het project daadwerkelijk van start kon gaan. Woningkwaliteit Over de kwaliteit van de bestaande woningvoorraad is weinig exacte informatie beschikbaar. Verkenningen naar de woningkwaliteit zijn bij schattingen gebleven en de Census houdt dergelijke cijfers niet bij. Het onderzoek Housing in Suriname uit 1998 kwalificeert 37 procent van de woningen in Paramaribo fysiek als goed of erg goed, 43 procent in redelijke staat en 14 procent slecht tot zeer slecht (Simons, 1998). In een aantal buurten in de binnenstad en in de verkavelingen langs de Indira Gandhiweg is de huisvesting pover. Dit geldt bijvoorbeeld voor Frimangron, een volkswijk bij het centrum. Er zijn kwalitatief goede woningen, maar tenminste een vijfde van de bouwsels, vooral de huurwoningen, moet als krot worden geclassificeerd (McLeod, 2003). Woningkwaliteit wordt in Paramaribo mede bepaald door beschikbare nutsvoorzieningen. In tegenstelling tot in 1950 is elektriciteit tegenwoordig in de regel aanwezig. In 2004 had 79 procent van de woningen leidingwater binnenshuis, 13 procent van de woningen had leidingwater binnen een bereik van 200 meter van huis en 8 procent van de woningen verkreeg water van verder weg, of via regen- of putwater (Census, 2004). Bij stadsuitbreiding vormt de organisatie van drinkwatertoevoer en elektriciteit een groot probleem, onder andere vanwege de hoge aanlegkosten door de lage bebouwingsdichtheid. Onderzoek voor kwaliteit In vergelijking met tal van andere Caribische landen woont de inwoner van Paramaribo niet slecht (Jaffe, 2006). Woningnood in Paramaribo is dan ook een relatief begrip. Harde gegevens ontbreken, maar het lijkt er op dat er voldoende woningen zijn: vrijwel iedereen heeft immers een dak boven zijn hoofd. Veel woningen staan op grote kavels (van tenminste 300 vierkante meter) en mensen hebben vaak relatief veel leefruimte, zelfs als hun woning klein is. Toch is sprake van een woningtekort, in het bijzonder voor de starters op de woningmarkt en de lagere-inkomensklassen. Dit wordt in de eerste plaats veroorzaakt doordat er niet voldoende woningen zijn van voldoende kwaliteit. Enerzijds wordt hier gedoeld op een letterlijk kwaliteitsgebrek: woningen in slechte bouwkundige staat of met slechte nutsvoorzieningen. Anderzijds gaat het om kwaliteitsgebrek volgend uit maatschappelijke normen. Het ideaal van een eigen huis op een ruime kavel is simpelweg kwantitatief

19 Jg. 43 / Nr. 3 / 2010 Woningtekort in Paramaribo: een relatief begrip P. 175 niet voor elk huishouden toegankelijk. In de tweede plaats komen starters op de woningmarkt vaak niet in aanmerking voor een eigen woning door de kloof tussen het huishoudinkomen en de hypotheeklasten. Zelfbouw is moeilijk te financieren. Huren is voor velen geen aantrekkelijk alternatief. Huren is niet nastrevenswaardig, het eigenwoningbezit blijft het maatschappelijk ideaal. Bovendien is een aantrekkelijke huurmarkt in de praktijk moeilijk te ontwikkelen doordat er geen georganiseerd aanbod is. Er is een woningcorporatie voor de (lagere) middenklasse actief, maar de aantallen woningen die zijn gerealiseerd zijn bescheiden. Vanuit de overheid is het actieve huisvestingsbeleid, waarbij de overheid zelf woningen bouwt, vrijwel geheel verlaten vanwege de hoge kosten. Wel is er nu beleid om in Richelieu via publiek-private actie een suburbane ontwikkeling van de grond te krijgen die kan worden herhaald. Het LISP dat met name gericht is op het verbeteren van de woningkwaliteit en bevorderen van individuele zelfbouw door hen die reeds een kavel bezitten, is weliswaar een succesvol programma, maar kan niet voorzien in de jaarlijkse woningbehoefte. Ook de effecten van het LMISP zullen beperkt blijven. Er bestaat behoefte aan een kwalitatieve inhaalslag die gerealiseerd kan worden door het opzetten van een strategisch huisvestingsbeleid. Een sleutelvraag in de noodzakelijke maatschappelijke discussie is aan welke minimumeisen een woning en directe leefomgeving moeten voldoen wil het binnen de samenleving als leefbaar worden beschouwd. Hierbij zou moeten worden geëxperimenteerd met huren als een zekerheid biedend alternatief. Dit kan alleen als vraag en aanbod beter in kaart zijn gebracht en meer discussie gevoerd wordt op basis van valide data afkomstig uit gedegen huisvestingsonderzoek. Extra aandacht moet hierbij uitgaan naar de woningkwaliteit en kwalitatieve woonwensen, waaronder het ontwikkelen van nieuwe woonvormen zoals schakelwoningen en appartementen. Alleen dan kunnen overheidsbeleid en wetgeving op realistische wijze op de maatschappelijke wensen worden aangesloten. Ad de Bruijne (g.a.debruijne@uva.nl) is als emeritus hoogleraar verbonden aan de afdeling Geografie, Planologie en Internationale Ontwikkelingsstudies van de Universiteit van Amsterdam. Marion A. Maks (marionamaks@yahoo.com) was laatstelijk werkzaam als Onderdirecteur op het Surinaamse Ministerie van Planning en Ontwikkelingssamenwerking en vervult nu verschillende adviesfuncties. Literatuur Algemeen Bureau voor de Statistiek (2004) Census, t.w. Zevende Algemene Volks- en Woningtelling in Suriname, ABS, Paramaribo Algemeen Bureau voor de Statistiek (2007) Inkomensverdeling en inkomensongelijkheid in Suriname, ABS, Paramaribo Algemeen Bureau voor de Statistiek (2008) Huishoudbudgetonderzoek 2007/2008, ABS, Paramaribo Instituut voor Maatschappij Wetenschappelijk Onderzoek (IMWO) (2007) Woningbehoefte onderzoek Richelieu, Anton de Kom Universiteit, Paramaribo Jaffe, R. (2006) Urban Blight in the Caribbean, Rijksuniversiteit Leiden, Leiden Maks, M.A. & G.A. de Bruijne (2008) Bouwen aan een fundament. Een programma voor beleidsondersteunend onderzoek voor de sector huisvesting, Ministerie van Sociale Zaken en Volkshuisvesting Suriname, Paramaribo Mc Leod, C. e.a.(2003) Kriskras door Frimangron, Koninklijk Instituut voor de Tropen, Amsterdam Schalkwijk, A. & G.A. de Bruijne (1999) Van Mon Plaisir tot Ephraïmszegen, Surinaamse Verkenningen, Paramaribo/ Amsterdam Simons, R. (1998) Housing in Suriname, Paramaribo

20 Jg. 43 / Nr. 3 / 2010 Stadsherstel door sociale woningbouw P. 176 Gerard Anderiesen Stadsherstel door sociale woningbouw Boven: De bouw van Sekrepatu Kontren (foto: Marije Koudstaal), Onder: Sekrepatu Woonpark (foto: Gerard Anderiesen)

Paramaribo: Caribische stad zonder

Paramaribo: Caribische stad zonder P. 162 Paramaribo: Caribische stad zonder scheidslijnen Domineestraat (foto: Roel Appels) P. 163 Achtergrond Hebe Verrest In tegenstelling tot andere Caribische steden is Paramaribo een etnisch gemengde

Nadere informatie

Woningtekort in Paramaribo: een relatief begrip

Woningtekort in Paramaribo: een relatief begrip P. 170 Ad de Bruijne en Marion Maks Woningtekort in Paramaribo: een relatief begrip Inmiddels verdwenen erfkamerwoningen aan de Saramaccastraat in 1966 (foto: Ad de Bruijne) Volkswoning type Soera (foto:

Nadere informatie

Fact sheet. Concentraties van allochtone ouderen en jongeren,

Fact sheet. Concentraties van allochtone ouderen en jongeren, Fact sheet nummer 1 maart 2004 Concentraties van allochtone ouderen en jongeren, 1994-2003 Waar in Amsterdam wonen allochtone jongeren en ouderen? Allochtonen wonen vaker dan autochtonen in gezinsverband

Nadere informatie

DE WERELD VAN DE GROTE STAD

DE WERELD VAN DE GROTE STAD DE WERELD VAN DE GROTE STAD VIER KENMERKEN VAN HET BEGRIP STAD Een bepaalde omvang, per land verschillend Een hoge bebouwingsdichtheid in vergelijking met het omringende gebied Een beroepsbevolking die

Nadere informatie

5.6 Het Nederlands hoger onderwijs in internationaal perspectief

5.6 Het Nederlands hoger onderwijs in internationaal perspectief 5.6 Het s hoger onderwijs in internationaal perspectief In de meeste landen van de is de vraag naar hoger onderwijs tussen 1995 en 2002 fors gegroeid. Ook in gaat een steeds groter deel van de bevolking

Nadere informatie

Sinds haar oprichting in 1956 heeft Stadsherstel zeshonderd panden in. Amsterdam en omgeving gered. Panden die soms al op de nominatie stonden

Sinds haar oprichting in 1956 heeft Stadsherstel zeshonderd panden in. Amsterdam en omgeving gered. Panden die soms al op de nominatie stonden Rooilijn Jg. 50 / Nr. 5-6 / 2017 Vijftig jaar geleden was onze binnenstad gewoon een puinhoop P. 410 Paul Morel Vijftig jaar geleden was onze binnenstad gewoon een puinhoop Sinds haar oprichting in 1956

Nadere informatie

9,2. Antwoorden door een scholier 1786 woorden 1 april keer beoordeeld. Aardrijkskunde. Oefentoets hoofdstuk 3

9,2. Antwoorden door een scholier 1786 woorden 1 april keer beoordeeld. Aardrijkskunde. Oefentoets hoofdstuk 3 Antwoorden door een scholier 1786 woorden 1 april 2011 9,2 4 keer beoordeeld Vak Aardrijkskunde Oefentoets hoofdstuk 3 Globalisering in steden: grootstedelijke gebieden in de VS 1 Bekijk bron 7. De bron

Nadere informatie

Dienst Ruimtelijke Ordening Fact sheet Demografische ontwikkelingen in 2005: emigratie stopt groei Amsterdamse bevolking

Dienst Ruimtelijke Ordening Fact sheet Demografische ontwikkelingen in 2005: emigratie stopt groei Amsterdamse bevolking Dienst Ruimtelijke Ordening Fact sheet nummer 7 november 2006 Demografische ontwikkelingen in 2005: emigratie stopt groei Amsterdamse bevolking Na een aantal jaren van groei is door een toenemend vertrek

Nadere informatie

Uit huis gaan van jongeren

Uit huis gaan van jongeren Arie de Graaf en Suzanne Loozen Jaarlijks verlaten bijna een kwart miljoen jongeren het ouderlijk huis. Een klein deel van hen is al vóór de achttiende verjaardag uit huis gegaan. De meeste jongeren gaan

Nadere informatie

Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 4

Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 4 Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 4 Samenvatting door V. 1441 woorden 21 mei 2017 5,5 4 keer beoordeeld Vak Methode Aardrijkskunde BuiteNLand Paragraaf 2 Wat is een stad? 4 kenmerken: - Een bepaalde,

Nadere informatie

Verhuisplannen en woonvoorkeuren

Verhuisplannen en woonvoorkeuren Verhuisplannen en woonvoorkeuren Burgerpeiling Woon- en Leefbaarheidsmonitor Eemsdelta 2015 Bevolkingsdaling ontstaat niet alleen door demografische ontwikkelingen, zoals ontgroening en vergrijzing of

Nadere informatie

Onderzoeksflits. Planbureau voor de Leefomgeving De stad: magneet, roltrap en spons. IB Onderzoek, 22 mei Utrecht.

Onderzoeksflits. Planbureau voor de Leefomgeving De stad: magneet, roltrap en spons. IB Onderzoek, 22 mei Utrecht. Onderzoeksflits Planbureau voor de Leefomgeving De stad: magneet, roltrap en spons IB Onderzoek, 22 mei 2015 Utrecht.nl/onderzoek Colofon uitgave Afdeling Onderzoek Gemeente Utrecht 030 286 1350 onderzoek@utrecht.nl

Nadere informatie

Allochtonen, 2012 Gepubliceerd op Compendium voor de Leefomgeving (http://www.clo.nl)

Allochtonen, 2012 Gepubliceerd op Compendium voor de Leefomgeving (http://www.clo.nl) Indicator 13 februari 2013 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. In 2012 woonden er in Nederland

Nadere informatie

Beknopte algemene informatie over Suriname

Beknopte algemene informatie over Suriname Beknopte algemene informatie over Suriname 17 maart 2016 Usha P. Adhin MEd. Hoofd Bureau Internationale Betrekkingen Ministerie van Onderwijs, Wetenschap en Cultuur Locatie van Suriname - Ligt op de noordoostkust

Nadere informatie

Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 4

Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 4 Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 4 Samenvatting door een scholier 769 woorden 2 juni 202 6,7 54 keer beoordeeld Vak Methode Aardrijkskunde BuiteNLand 2 De wereld van een grote stad Een stad heeft

Nadere informatie

Woningvoorraad en woningbehoefte in Nederland

Woningvoorraad en woningbehoefte in Nederland Wonen in Hilversum Woningvoorraad en woningbehoefte in Nederland De Nederlandse woningmarkt staat momenteel in het middelpunt van de belangstelling. Deze aandacht heeft vooral betrekking op de ordening

Nadere informatie

Woningmarktrapport 4e kwartaal 2015. Gemeente Amsterdam

Woningmarktrapport 4e kwartaal 2015. Gemeente Amsterdam Woningmarktrapport 4e kwartaal 215 Gemeente Amsterdam Aantal verkochte woningen naar type (NVM) 3 Aantal verkocht 25 2 15 1 5 Tussenwoning Hoekwoning Twee onder één kap Vrijstaand Appartement 1e kwartaal

Nadere informatie

Wonen zonder partner. Arie de Graaf en Suzanne Loozen

Wonen zonder partner. Arie de Graaf en Suzanne Loozen Arie de Graaf en Suzanne Loozen In 25 telde Nederland 4,2 miljoen personen van 18 jaar of ouder die zonder partner woonden. Eén op de drie volwassenen woont dus niet samen met een partner. Tussen 1995

Nadere informatie

ALGEMEEN BUREAU VOOR DE STATISTIEK SURINAME Definitieve Districtsresultaten Achtste Algemene Volkstelling (Vol I) Paramaribo Wanica

ALGEMEEN BUREAU VOOR DE STATISTIEK SURINAME Definitieve Districtsresultaten Achtste Algemene Volkstelling (Vol I) Paramaribo Wanica ALGEMEEN BUREAU VOOR DE STATISTIEK SURINAME Definitieve Districtsresultaten Achtste Algemene Volkstelling (Vol I) Paramaribo Wanica Paramaribo, 7 maart 2014 EARTHA M. GROENFELT, Manager Census Kantoor

Nadere informatie

V erschenen in: ESB, 83e jaargang, nr. 4162, pagina 596, 31 juli 1998 (datum)

V erschenen in: ESB, 83e jaargang, nr. 4162, pagina 596, 31 juli 1998 (datum) Emancipatie en opleidingskeuze A uteur(s): Grip, A. de (auteur) Vlasblom, J.D. (auteur) Werkzaam bij het Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA) van de Universiteit Maastricht. (auteur) Een

Nadere informatie

Onderzoek woonplannen VVD

Onderzoek woonplannen VVD Onderzoek woonplannen VVD Een eigen plek. Een thuis. De plek waar je je vrienden en familie ontvangt. Is er iets belangrijkers? Maar veel jonge mensen kunnen in de stad waar ze zijn opgegroeid geen huis

Nadere informatie

Fact sheet Wonen in Zaanstad 2017

Fact sheet Wonen in Zaanstad 2017 Fact sheet Wonen in 07 in het kort telt 69.000 huishoudens in 07. Er wonen veel gezinnen (9 stellen met kinderen, eenoudergezinnen), net als gemiddeld in Zaanstreek/Waterland. De leeftijdssamenstelling

Nadere informatie

Zijn autochtonen en allochtonen tevreden met hun buurtbewoners?

Zijn autochtonen en allochtonen tevreden met hun buurtbewoners? Zijn autochtonen en allochtonen tevreden met hun? Martijn Souren en Harry Bierings Autochtonen voelen zich veel meer thuis bij de mensen in een autochtone buurt dan in een buurt met 5 procent of meer niet-westerse

Nadere informatie

ALGEMEEN BUREAU VOOR DE STATISTIEK - SURINAME Definitieve Resultaten Achtste Algemene Volkstelling. Districtsresultaten Volume III

ALGEMEEN BUREAU VOOR DE STATISTIEK - SURINAME Definitieve Resultaten Achtste Algemene Volkstelling. Districtsresultaten Volume III ALGEMEEN BUREAU VOOR DE STATISTIEK - SURINAME Definitieve Resultaten Achtste Algemene Volkstelling IWAN A. SNO, Directeur ABS / NCO MAROWIJNE BROKOPONDO SIPALIWINI POPULATIE: 15,909 OPPERVLAKTE: 7,364

Nadere informatie

Woningmarktrapport 3e kwartaal 2015. Gemeente Rotterdam

Woningmarktrapport 3e kwartaal 2015. Gemeente Rotterdam Woningmarktrapport 3e kwartaal 215 Gemeente Rotterdam Aantal verkochte woningen naar type (NVM) 9 Aantal verkocht 8 7 6 5 4 3 2 1 Tussenwoning Hoekwoning Twee onder één kap Vrijstaand Appartement 4e kwartaal

Nadere informatie

Beroepsbevolking 2005

Beroepsbevolking 2005 Beroepsbevolking 2005 De veroudering van de beroepsbevolking is duidelijk zichtbaar in de veranderende leeftijdspiramide van de werkzame beroepsbevolking (figuur 1). In 1975 behoorde het grootste deel

Nadere informatie

Jongeren op de arbeidsmarkt

Jongeren op de arbeidsmarkt Jongeren op de arbeidsmarkt Tanja Traag In 23 was 11 procent van alle jongeren werkloos. Jongeren die geen onderwijs meer volgen, hebben een andere positie op de arbeidsmarkt dan jongeren die wel een opleiding

Nadere informatie

Hoofdstuk 10. Trendvragen financiële situatie Hoofdstuk 11. Financiële situatie

Hoofdstuk 10. Trendvragen financiële situatie Hoofdstuk 11. Financiële situatie Hoofdstuk 10. Trendvragen financiële situatie Hoofdstuk 11. Financiële situatie Samenvatting Hfst 10. Trendvragen financiële situatie Jaarlijks worden drie trendvragen gesteld die inzicht geven in de financiële

Nadere informatie

Samenvatting Aardrijkskunde H1 paragraaf 2 t/m 8

Samenvatting Aardrijkskunde H1 paragraaf 2 t/m 8 Samenvatting Aardrijkskunde H1 paragraaf 2 t/m 8 Samenvatting door Anne 1154 woorden 12 april 2017 6,3 46 keer beoordeeld Vak Methode Aardrijkskunde BuiteNLand Paragraaf 2 Bevolkingsspreiding: de manier

Nadere informatie

Hoofdstuk 24 Financiële situatie

Hoofdstuk 24 Financiële situatie Hoofdstuk 24 Financiële situatie Samenvatting De gemeente voert diverse inkomensondersteunende maatregelen uit die bedoeld zijn voor huishoudens met een lager inkomen. Zes op de tien Leidenaren zijn bekend

Nadere informatie

Dienst Ruimtelijke Ordening Fact sheet Demografische ontwikkelingen: blijvende groei Amsterdamse bevolking

Dienst Ruimtelijke Ordening Fact sheet Demografische ontwikkelingen: blijvende groei Amsterdamse bevolking Dienst Ruimtelijke Ordening Fact sheet nummer 7 november 2005 Demografische ontwikkelingen: blijvende groei Amsterdamse bevolking Het inwonertal van Amsterdam is in 2004 met ruim 4.000 personen tot 742.951

Nadere informatie

Krimp in Fryslân. Inwonertal

Krimp in Fryslân. Inwonertal Krimp in Fryslân Bevolkingsdaling, lokaal en regionaal, is een vraagstuk van nu én de komende jaren. Hoewel pas over enkele decennia de bevolking van Fryslân als geheel niet meer zal groeien, is in sommige

Nadere informatie

Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 3

Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 3 Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 3 Samenvatting door L. 382 woorden 27 juni 206 0 keer beoordeeld Vak Aardrijkskunde H3 Par 2 Een stad heeft 4 kenmerken: - een bepaalde, per land verschillende omvang;

Nadere informatie

7. Effect crisis op de woningmarkt- dynamiek. Auteur Remco Kaashoek

7. Effect crisis op de woningmarkt- dynamiek. Auteur Remco Kaashoek 7. Effect crisis op de woningmarkt- dynamiek Auteur Remco Kaashoek De dynamiek op de koopwoningmarkt is tussen 2007 en 2011 afgenomen, terwijl die op de markt voor huurwoningen licht is gestegen. Het aantal

Nadere informatie

1.1 Bevolkingsontwikkeling 9. 1.2 Bevolkingsopbouw 10. 1.2.1 Vergrijzing 11. 1.3 Migratie 11. 1.4 Samenvatting 12

1.1 Bevolkingsontwikkeling 9. 1.2 Bevolkingsopbouw 10. 1.2.1 Vergrijzing 11. 1.3 Migratie 11. 1.4 Samenvatting 12 inhoudsopgave Samenvatting 3 1. Bevolking 9 1.1 Bevolkingsontwikkeling 9 1.2 Bevolkingsopbouw 10 1.2.1 Vergrijzing 11 1.3 Migratie 11 1.4 Samenvatting 12 2. Ontwikkelingen van de werkloosheid 13 2.1 Ontwikkeling

Nadere informatie

Geboorteplaats en etnische samenstelling van Surinamers in Nederland

Geboorteplaats en etnische samenstelling van Surinamers in Nederland Chan Choenni 1) en Carel Harmsen Anders dan het geval is voor de bevolking in Suriname zelf, is er geen gedetailleerde informatie beschikbaar over de etnische samenstelling van de Surinaamse bevolking

Nadere informatie

Bevolkingsprognose Schiedam Schiedam, juli 2004

Bevolkingsprognose Schiedam Schiedam, juli 2004 Bevolkingsprognose Schiedam Schiedam, juli 2004 Onderzoek & Statistiek Gemeente Schiedam 010-2465597/5598 Inhoud Inleiding... 3 1. Achtergronden bevolkingsontwikkeling... 5 2. Schiedam - de stedelijke

Nadere informatie

Stellingen over de Amsterdamse woningmarkt

Stellingen over de Amsterdamse woningmarkt http://maps.amsterdam.nl/woningwaarde/ Aanleiding UBS Global Real Estate Bubble Index Aanleiding woningprijs verhouding Amsterdam/Nederland Bron: UBS Global Real Estate Bubble Index Aanleiding percentage

Nadere informatie

Fact sheet Wonen in Zandvoort 2017

Fact sheet Wonen in Zandvoort 2017 Fact sheet Wonen in 01 in het kort Er wonen.000 huishoudens in. Vier op de tien huishoudens (0)is een alleenwonende, gelijk aan het gemiddelde in de MRA. Bijna de helft van de huishoudens in is tussen

Nadere informatie

Migratiestromen en inkomensontwikkelingen in de provincie Groningen

Migratiestromen en inkomensontwikkelingen in de provincie Groningen Migratiestromen en inkomensontwikkelingen in de provincie Groningen Mensen verhuizen om allerlei redenen. Om samen te wonen, voor werk of studie of vanwege de woning zelf. Deze verhuizingen spelen een

Nadere informatie

Fact sheet Wonen in Diemen 2017

Fact sheet Wonen in Diemen 2017 Fact sheet Wonen in Diemen 2017 Diemen in het kort Er wonen 14.000 huishoudens in Diemen. Diemen telt relatief veel alleenwonenden: 41%, vergeleken met 31% in Amstel- Meerlanden en 39% in de Metropoolregio

Nadere informatie

MONUMENTEN VAN DE SOCIALE WONINGBOUW: DE HERWAARDERING VAN DE VOOROORLOGSE SOCIALE WONINGBOUW

MONUMENTEN VAN DE SOCIALE WONINGBOUW: DE HERWAARDERING VAN DE VOOROORLOGSE SOCIALE WONINGBOUW MONUMENTEN VAN DE SOCIALE WONINGBOUW: DE HERWAARDERING VAN DE VOOROORLOGSE SOCIALE WONINGBOUW 12 september, 2011 door Martin Liebregts In de periode tot de Tweede Wereldoorlog zijn er ruim 230 duizend

Nadere informatie

verlaten nóóit bewoonde plek is wellicht nog fascinerender.

verlaten nóóit bewoonde plek is wellicht nog fascinerender. ECONOMIE teruglopende banenmarkt of oprukkende industrie Een verlaten nóóit bewoonde plek is wellicht nog fascinerender - 6 - - 7 - Tussen de verlaten steden en gebieden die we in kaart brengen zitten

Nadere informatie

Regionale verscheidenheid in bevolkingsconcentraties

Regionale verscheidenheid in bevolkingsconcentraties Deel 1: Gemiddelde leeftijd en leeftijdsopbouw Mathieu Vliegen en Niek van Leeuwen De se bevolkingskernen vertonen niet alleen een ongelijkmatig ruimtelijk spreidingspatroon, maar ook regionale verschillen

Nadere informatie

Gebruik van kinderopvang

Gebruik van kinderopvang Gebruik van kinderopvang Saskia te Riele In zes van de tien gezinnen met kinderen onder de twaalf jaar hebben de ouders hun werk en de zorg voor hun kinderen zodanig georganiseerd dat er geen gebruik hoeft

Nadere informatie

Fact sheet Wonen in Heemstede 2017

Fact sheet Wonen in Heemstede 2017 Fact sheet Wonen in 7 in het kort Er wonen.000 huishoudens in. telt zowel relatief veel stellen met kinderen (0) en stellen zonder kinderen (0). In Zuid-Kennemerland ligt dit op 8 voor beide gevallen en

Nadere informatie

Fact sheet Wonen in Heemskerk 2017

Fact sheet Wonen in Heemskerk 2017 Fact sheet Wonen in Heemskerk 2017 Heemskerk in het kort Er wonen 17.300 huishoudens in Heemskerk. Heemskerk telt relatief veel stellen zonder kinderen, 31% van de huishoudens is een stel zonder kinderen.

Nadere informatie

Station Nieuwe Meer Het internationale & inclusieve woon- en werkgebied van Nieuw West

Station Nieuwe Meer Het internationale & inclusieve woon- en werkgebied van Nieuw West Station Nieuwe Meer Het internationale & inclusieve woon- en werkgebied van Nieuw West 2030 Station Nieuwe Meer is niet alleen een nieuwe metrostation verbonden met Schiphol, Hoofddorp, Zuidas en de Amsterdamse

Nadere informatie

Mengen, verkopen, de weg kwijtraken

Mengen, verkopen, de weg kwijtraken Mengen, verkopen, de weg kwijtraken Reflecties en handvaten 03-12-2015 Dr. Reinout Kleinhans, Faculteit Bouwkunde, Afdeling OTB Bron: http://paulusjansen.sp.nl/weblog/2000/03/01/dossier-verkoophuurwoningen/#more-19804

Nadere informatie

Stedenbouw en Landschap

Stedenbouw en Landschap Woonwijk De Bem Zevenaar Voormalig stedenbouwkundigplan Stedenbouwkundigplan TOPIA achtertuin woonpad voortuin parkeerhof achtertuin openbare ruimte voortuin achtertuin achterpad Voormalig prototype verkaveling

Nadere informatie

Concentratie allochtonen toegenomen

Concentratie allochtonen toegenomen Jan Latten 1), Han Nicolaas 2) en Karin Wittebrood 3) Niet-westerse wonen vanouds geconcentreerd in het westen van Nederland. Daarbinnen zijn ze geconcentreerd in de vier grote steden. In 4 bestond procent

Nadere informatie

Fact sheet Wonen in Haarlem 2017

Fact sheet Wonen in Haarlem 2017 Fact sheet Wonen in 0 in het kort Er wonen.000 huishoudens in. Vier op de tien huishoudens is een alleenwonende, gelijk aan het gemiddelde in de MRA. Wat betreft de leeftijdsopbouw lijkt sterk op Zuid-

Nadere informatie

Hoofdstuk 9. Trendvragen financiële situatie Hoofdstuk 10. Financiële situatie

Hoofdstuk 9. Trendvragen financiële situatie Hoofdstuk 10. Financiële situatie Hoofdstuk 9. Trendvragen financiële situatie Hoofdstuk 10. Financiële situatie Samenvatting Hfst 9. Trendvragen financiële situatie Jaarlijks worden drie trendvragen gesteld die inzicht geven in de financiële

Nadere informatie

Fact sheet. Dienst Wonen, Zorg en Samenleven. Eigen woningbezit 1e en 2e generatie allochtonen. Aandeel stijgt, maar afstand blijft

Fact sheet. Dienst Wonen, Zorg en Samenleven. Eigen woningbezit 1e en 2e generatie allochtonen. Aandeel stijgt, maar afstand blijft Dienst Wonen, Zorg en Samenleven Fact sheet nummer 1 januari 211 Eigen woningbezit 1e en Aandeel stijgt, maar afstand blijft Het eigen woningbezit in Amsterdam is de laatste jaren sterk toegenomen. De

Nadere informatie

Fact sheet Wonen in Beverwijk 2017

Fact sheet Wonen in Beverwijk 2017 Fact sheet Wonen in Beverwijk 2017 Beverwijk in het kort Er wonen 18.800 huishoudens in Beverwijk. Beverwijk telt vergeleken met de Metropoolregio Amsterdam (MRA) iets meer gezinnen met kinderen. Het aandeel

Nadere informatie

Verandering in de frequentie van het gemengde huwelijk

Verandering in de frequentie van het gemengde huwelijk Verandering in de frequentie van het gemengde huwelijk G. Dekker Aan het kerkelijk gemengde huwelijk wordt vanuit de sociale wetenschappen niet zo bijzonder veel aandacht geschonken. De belangstelling

Nadere informatie

Persbericht woningmarktcijfers 3 e kwartaal 2018 NVM afdeling t Gooi. Huizen, 11 oktober Geachte heer, mevrouw,

Persbericht woningmarktcijfers 3 e kwartaal 2018 NVM afdeling t Gooi. Huizen, 11 oktober Geachte heer, mevrouw, Persbericht woningmarktcijfers 3 e kwartaal 2018 NVM afdeling t Gooi Huizen, 11 oktober 2018 Geachte heer, mevrouw, Donderdag 11 oktober 2018, zijn na 10.00 uur de marktcijfers bekend gemaakt van het 3

Nadere informatie

Spreekbeurten.info Spreekbeurten en Werkstukken http://spreekbeurten.info

Spreekbeurten.info Spreekbeurten en Werkstukken http://spreekbeurten.info Suriname Voorwoord Ik houd mijn werkstuk over het land Suriname. Ik heb het onderwerp gekozen omdat mijn oom uit Suriname komt en ik het daarom ook een heel interessant land vind waar ik graag meer over

Nadere informatie

Artikelen. Een terugblik op het ouderlijk gezin. Arie de Graaf

Artikelen. Een terugblik op het ouderlijk gezin. Arie de Graaf Artikelen Een terugblik op het ouderlijk gezin Arie de Graaf Driekwart van de kinderen die in de jaren zeventig zijn geboren, is opgegroeid bij twee ouders. Een op de zeven heeft een scheiding van de ouders

Nadere informatie

Fact sheet Wonen in Aalsmeer 2017

Fact sheet Wonen in Aalsmeer 2017 Fact sheet Wonen in Aalsmeer 0 Aalsmeer in het kort Er wonen 3.000 huishoudens in Aalsmeer. Aalsmeer telt relatief veel gezinnen met kinderen, 3 van de huishoudens is een stel met kinderen. Gemiddeld ligt

Nadere informatie

Fact sheet Wonen in Velsen 2017

Fact sheet Wonen in Velsen 2017 Fact sheet Wonen in Velsen 2017 Velsen in het kort Er wonen 30.400 huishoudens in Velsen. Velsen telt relatief weinig alleenwonenden, 31% van de huishoudens woont alleen. Gemiddeld ligt dit op 33% in IJmond,

Nadere informatie

Fact sheet Wonen in Haarlemmermeer 2017

Fact sheet Wonen in Haarlemmermeer 2017 Fact sheet Wonen in Haarlemmermeer 2017 Haarlemmermeer in het kort Er wonen ruim 61.000 huishoudens in Haarlemmermeer. Haarlemmermeer telt relatief veel gezinnen met kinderen: 35%, tegenover 32% in Amstelland-Meerlanden

Nadere informatie

Opgave 1 Jeugdwerkloosheid in Europa

Opgave 1 Jeugdwerkloosheid in Europa Opgave 1 Jeugdwerkloosheid in Europa 1 maximumscore 4 Het verrichten van flexibele arbeid kan een voorbeeld zijn van positieverwerving als de eigen keuze van de jongeren uitgaat naar flexibele arbeid in

Nadere informatie

Hoofdstuk 7. Financiële situatie

Hoofdstuk 7. Financiële situatie Stadsenquête Leiden Hoofdstuk 7. Financiële situatie Samenvatting Bijna driekwart van de Leidenaren geeft aan gemakkelijk rond te komen met het huishoudinkomen, twee op de tien komt net rond en bijna een

Nadere informatie

GEBIEDEN. 4 havo 3 Stedelijke gebieden 4-5

GEBIEDEN. 4 havo 3 Stedelijke gebieden 4-5 GEBIEDEN 4 havo 3 Stedelijke gebieden 4-5 Probleemwijken Groot aandeel sociale huurwoningen Slechte kwaliteit woonomgeving Afname aantal voorzieningen Toename asociaal gedrag Sociale en etnische spanningen

Nadere informatie

Woningmarktrapport - 1e kwartaal 2012. Gemeente Wijdemeren

Woningmarktrapport - 1e kwartaal 2012. Gemeente Wijdemeren Woningmarktrapport - 1e kwartaal 212 Gemeente Wijdemeren Aantal verkochte woningen naar type (NVM) 25 aantal verkocht 2 15 1 5 Tussenwoning Hoekwoning Twee onder één kap Vrijstaand Appartement 2e kwartaal

Nadere informatie

Fact sheet Wonen in Weesp 2017

Fact sheet Wonen in Weesp 2017 Fact sheet Wonen in 01 in het kort Er wonen ruim 8.00 huishoudens in. De huishoudenssamenstelling wijkt nauwelijks af van die van Gooi en Vechtstreek. In is het aandeel alleenwonenden net wat hoger dan

Nadere informatie

UITSLAGEN WONEN ENQUÊTE

UITSLAGEN WONEN ENQUÊTE UITSLAGEN WONEN ENQUÊTE 3 E KWARTAAL 211 Gemaakt voor NVM Wonen Gemaakt door NVM Data & Research Inhoudsopgave 1 Introductie enquête... 3 1.1 Periode... 3 1.2 Respons... 3 2 Staat van de woningmarkt...

Nadere informatie

FACTSHEET OUDEREN EN WONEN PURMEREND APRIL 2015

FACTSHEET OUDEREN EN WONEN PURMEREND APRIL 2015 FACTSHEET OUDEREN EN WONEN PURMEREND APRIL 2015 Kaartje concentraties 75+ 1 team Beleidsonderzoek en Informatiemanagement Inleiding Op 23 maart 2015 startte het Woondebat met een open bijeenkomst. Doel

Nadere informatie

Fact sheet Wonen in Hilversum 2017

Fact sheet Wonen in Hilversum 2017 Fact sheet Wonen in 07 in het kort In wonen.000 huishoudens. De meesten (7) zijn alleenwonend. Gemiddeld is het aandeel alleenwonenden in Gooi en Vechtstreek en 9 in de Metropoolregio Amsterdam (). De

Nadere informatie

1. Denkt u er over na om te verhuizen?

1. Denkt u er over na om te verhuizen? 1. Rechte tellingen Open huizen route De landelijke woningmarkt trekt weer aan. In vrijwel alle Nederlandse regio s neemt het aantal woningverkopen toe ten opzichte van een jaar geleden. 1. Denkt u er

Nadere informatie

Factsheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam 2014. Werkloosheid stijgt naar 24% Definities. Nummer 6 juni 2014

Factsheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam 2014. Werkloosheid stijgt naar 24% Definities. Nummer 6 juni 2014 Nummer 6 juni 2014 Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam 2014 Factsheet Ondanks eerste tekenen dat de economie weer aantrekt blijft de werkloosheid. Negen procent van de Amsterdamse beroepsbevolking is werkloos

Nadere informatie

Op 19 mei 2014 stelde u ons college schriftelijke vragen over de verkoop van huurwoningen door Vestia.

Op 19 mei 2014 stelde u ons college schriftelijke vragen over de verkoop van huurwoningen door Vestia. De heer P. Beeldman Westeinde 12 2841 BV MOORDRECHT ** verzenddatum 27 mei 2014 onderwerp uw kenmerk bijlage afdeling VROM behandeld door J.D. Lindeman telefoon 0180-639976 Geachte heer Beeldman, Op 19

Nadere informatie

Verleden en toekomst in Oud-West

Verleden en toekomst in Oud-West Verleden en toekomst in In mei 009 is aan de panelleden van stadsdeel gevraagd naar hun mening over de ontwikkelingen die in het stadsdeel zichtbaar zijn. Deze ontwikkelingen betreffen onder andere inkomsten,

Nadere informatie

Allochtonen op de arbeidsmarkt 2009-2010

Allochtonen op de arbeidsmarkt 2009-2010 FORUM Maart Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt 9-8e monitor: effecten van de economische crisis In steeg de totale werkloosheid in Nederland met % naar 26 duizend personen. Het werkloosheidspercentage

Nadere informatie

Koopkrachtpariteit en Gini-coëfficiënt in China: hoe je tegelijkertijd arm én rijk kunt zijn.

Koopkrachtpariteit en Gini-coëfficiënt in China: hoe je tegelijkertijd arm én rijk kunt zijn. Koopkrachtpariteit en Gini-coëfficiënt in China: hoe je tegelijkertijd arm én rijk kunt zijn. 1. De Wereldbank berichtte onlangs dat de Chinese economie binnen afzienbare tijd de grootste economie van

Nadere informatie

Fact sheet Wonen in Amsterdam 2017

Fact sheet Wonen in Amsterdam 2017 Fact sheet Wonen in Amsterdam 2017 Amsterdam in het kort Er wonen 462.000 huishoudens in Amsterdam. Amsterdam telt relatief veel alleenwonenden, 49% van de huishoudens woont alleen. Gemiddeld ligt dit

Nadere informatie

De Staat van de Stad Amsterdam V. Ontwikkelingen in participatie en leefsituatie

De Staat van de Stad Amsterdam V. Ontwikkelingen in participatie en leefsituatie De Staat van de Stad Amsterdam V Ontwikkelingen in participatie en leefsituatie Kernpunten 10 jaar Staat van de Stad Gemiddelde leefsituatiescore naar herkomstgroepen, 2000, 2002, 2004, 2006 en 2008 108

Nadere informatie

Van baan naar eigen baas

Van baan naar eigen baas M200912 Van baan naar eigen baas drs. A. Bruins Zoetermeer, juli 2009 Van baan naar eigen baas Ruim driekwart van de ondernemers die in de eerste helft van 2008 een bedrijf zijn gestart, werkte voordat

Nadere informatie

Migratie en pendel Twente. Special bij de Twente Index 2015

Migratie en pendel Twente. Special bij de Twente Index 2015 Migratie en pendel Twente Special bij de Twente Index 2015 Inhoudsopgave Theorieën over wonen, verhuizen 3 Kenmerken Twente: Urbanisatiegraad en aantal inwoners 4 Bevolkingsgroei grensregio s, een vergelijking

Nadere informatie

Verhuizingen en residentiële segregatie in Amsterdam 1890-1940. Henk Laloli Amsterdam

Verhuizingen en residentiële segregatie in Amsterdam 1890-1940. Henk Laloli Amsterdam Verhuizingen en residentiële segregatie in Amsterdam 1890-1940 Henk Laloli Amsterdam Thema s Patronen van stedelijke ontwikkeling Mechanismen van residentiële segregatie Oorzaken Patronen Onderzoek in

Nadere informatie

Fact sheet Wonen in Amstelveen 2017

Fact sheet Wonen in Amstelveen 2017 Fact sheet Wonen in Amstelveen 2017 Amstelveen in het kort Er wonen 4.000 huishoudens in Amstelveen. De grootste groep is alleenwonend, al ligt hun aandeel (%) lager dan gemiddeld in de Metropoolregio

Nadere informatie

5,5. Werkstuk door een scholier 1890 woorden 25 juni keer beoordeeld. Aardrijkskunde

5,5. Werkstuk door een scholier 1890 woorden 25 juni keer beoordeeld. Aardrijkskunde Werkstuk door een scholier 1890 woorden 25 juni 2008 5,5 10 keer beoordeeld Vak Aardrijkskunde INLEIDING Deze P.O. bestaat uit hoofd- en deelvragen. Ik ga dit onderzoek uitvoeren in mijn eigen omgeving;

Nadere informatie

DE ETNISCHE SAMENSTELLING VAN DE BEVOLKING

DE ETNISCHE SAMENSTELLING VAN DE BEVOLKING DEMOGRAFISCH PROFIEL SURINAMERS IN NEDERLAND Op een studiedag voor het Surinaams Inspraak Orgaan in juni 2011 heeft Prof. dr. Chan Choenni een inleiding verzorgd over de demografie van de Surinaamse gemeenschap

Nadere informatie

Woningmarktrapport - 4e kwartaal 2013. Gemeente Dordrecht

Woningmarktrapport - 4e kwartaal 2013. Gemeente Dordrecht Woningmarktrapport - 4e kwartaal 213 Gemeente Dordrecht Aantal verkochte woningen naar type (NVM) 1 aantal verkocht 9 8 7 6 5 4 3 2 1 Tussenwoning Hoekwoning Twee onder één kap Vrijstaand Appartement

Nadere informatie

Fact sheet Wonen in Ouder-Amstel 2017

Fact sheet Wonen in Ouder-Amstel 2017 Fact sheet Wonen in Ouder-Amstel 2017 Ouder-Amstel in het kort Er wonen 5.900 huishoudens in Ouder- Amstel. De grootste groep is alleenwonend, al ligt hun aandeel (32%) lager dan gemiddeld in de Metropoolregio

Nadere informatie

B1 Hoofddorp pagina 1

B1 Hoofddorp pagina 1 B1 Hoofddorp pagina 1 Inhoud 1. Inleiding 2. Geschiedenis 3. Ontwikkeling 4. Bezienswaardigheden 1. Inleiding Hoofddorp is een stad in de provincie Noord-Holland en de hoofdplaats van de gemeente Haarlemmermeer.

Nadere informatie

Fact sheet Wonen in Lelystad 2017

Fact sheet Wonen in Lelystad 2017 Fact sheet Wonen in Lelystad 2017 Lelystad in het kort Er wonen 33.400 huishoudens in Lelystad. Lelystad telt relatief veel stellen zonder kinderen (29%). Gemiddeld ligt dit op 26% in zowel Almere/Lelystad

Nadere informatie

Overzicht van de presentatie

Overzicht van de presentatie ALGEMEEN BUREAU VOOR DE STATISTIEK - SURINAME Definitieve Resultaten Achtste Algemene Volkstelling (Vol. II) IWAN A. SNO, Directeur ABS 11-12-13 (11 December 2013) Royal Ballroom Torarica Overzicht van

Nadere informatie

Bijlagen bij: Woonagenda Aalsmeer 2016 2020

Bijlagen bij: Woonagenda Aalsmeer 2016 2020 Bijlagen bij: Woonagenda Aalsmeer 2016 2020 Bijlage 1: Vraag en Aanbod woningmarkt Aalsmeer Bijlage 2: Kaart Woningbouwprojecten Bijlage 3: Woonfonds Aalsmeer Bijlage 1: Vraag & aanbod woningmarkt Aalsmeer

Nadere informatie

Demografische ontwikkeling Gemeente Hoorn 2011-2025

Demografische ontwikkeling Gemeente Hoorn 2011-2025 Demografische ontwikkeling Gemeente Hoorn 211-225 Inhoud blz. Colofon 1. Bevolkingsontwikkeling 1 1.1 Aantal inwoners 1 1.2 Componenten van de groei 3 2. Jong en oud 6 3. Huishoudens 8 Uitgave I&O Research

Nadere informatie

Bijlage Visie Oost : Cijfers & trends bevolking en woningvoorraad Hilversum

Bijlage Visie Oost : Cijfers & trends bevolking en woningvoorraad Hilversum Bijlage Visie Oost : Cijfers & trends bevolking en woningvoorraad Hilversum 1. Ontwikkeling bevolking naar leeftijd De Primos huishoudensprognose (2011) voor de periode 2010-2040 schetst het volgend beeld:

Nadere informatie

Check Je Kamer Rapportage 2014

Check Je Kamer Rapportage 2014 Check Je Kamer Rapportage 2014 Kwantitatieve analyse van de studentenwoningmarkt April 2015 Dit is een uitgave van de Landelijke Studenten Vakbond (LSVb). Voor vragen of extra informatie kan gemaild worden

Nadere informatie

Fact sheet Wonen in Wormerland 2017

Fact sheet Wonen in Wormerland 2017 Fact sheet Wonen in 07 in het kort telt bijna 7000 huishoudens in 07. Er wonen veel stellen zonder kinderen (33 versus gemiddeld in de ) en stellen met kinderen ( versus gemiddeld). Huishoudens in zijn

Nadere informatie

De woningmarkt in Goirle 2010-2015; jongeren die terug willen keren. Woonbehoefte van jongeren die terug willen verhuizen naar de gemeente Goirle

De woningmarkt in Goirle 2010-2015; jongeren die terug willen keren. Woonbehoefte van jongeren die terug willen verhuizen naar de gemeente Goirle De woningmarkt in Goirle 2010-2015; jongeren die terug willen keren Woonbehoefte van jongeren die terug willen verhuizen naar de gemeente Goirle De woningmarkt in Goirle 2010-2015; jongeren die terug willen

Nadere informatie

Fact sheet Wonen in Uithoorn 2017

Fact sheet Wonen in Uithoorn 2017 Fact sheet Wonen in Uithoorn 2017 Uithoorn in het kort Er wonen 13.000 huishoudens in Uithoorn. Stellen met kinderen vormen de grootste groep, en hun aandeel ligt met 32% hoger dan gemiddeld in de Metropoolregio

Nadere informatie

Arbeidsmarktontwikkelingen 2016

Arbeidsmarktontwikkelingen 2016 - Arbeidsmarktontwikkelingen 2016 Factsheet maart 2017 Het aantal banen van werknemers en zelfstandigen in Amsterdam nam het afgelopen jaar toe met bijna 14.000 tot bijna 524.000 banen, een groei van bijna

Nadere informatie

Hoofdstuk 10. Financiële situatie

Hoofdstuk 10. Financiële situatie Hoofdstuk 10. Financiële situatie Samenvatting Hfst 9. Trendvragen financiële situatie Jaarlijks worden drie trendvragen gesteld die inzicht geven in de financiële positie van de Leidenaar. De resultaten

Nadere informatie

Onderzoeksflits. Atlas voor gemeenten 2015 Erfgoed positie van Utrecht uitgelicht. IB Onderzoek, 29 mei 2015. Utrecht.nl/onderzoek

Onderzoeksflits. Atlas voor gemeenten 2015 Erfgoed positie van Utrecht uitgelicht. IB Onderzoek, 29 mei 2015. Utrecht.nl/onderzoek Onderzoeksflits Atlas voor gemeenten 015 Erfgoed positie van Utrecht uitgelicht IB Onderzoek, 9 mei 015 Utrecht.nl/onderzoek Colofon uitgave Afdeling Onderzoek Gemeente Utrecht 030 86 1350 onderzoek@utrecht.nl

Nadere informatie

Demografische ontwikkeling Gemeente Opmeer

Demografische ontwikkeling Gemeente Opmeer Demografische ontwikkeling Gemeente Opmeer 211-225 Inhoud blz. Colofon 1. Bevolkingsontwikkeling 1 1.1 Aantal inwoners 1 1.2 Componenten van de groei 3 2. Jong en oud 6 3. Huishoudens 8 Uitgave I&O Research

Nadere informatie